4 minute read
CLMM … ?
Elke militair weet dat ons jargon rijk is aan ‘eentalige afkortingen’ zoals ‘ABL’, samentrekking van ‘Armée belge’ en het Nederlandstalig equivalent: ‘Belgisch Leger’. Binnenkort komt daar een nieuwe afkorting bij: ‘CLMM’ voor de samentrekking van ‘Collaborateur Local Militaire’ en ‘Lokale Militaire Medewerker’. Maar wie of wat is dat?
Als vakbond hebben wij voor het eerst kennis gemaakt met de afkorting ‘CLMM’ en het concept waarvoor deze staat tijdens de technische voorbereidende vergaderingen van het Hoge Overlegcomité-Reglement van 4 september 2020. Daar was er sprake van een wijziging in het reglement betreffende de externe rekrutering van militairen voor het wervingsjaar 2021.
CLMM – Een teruggeroepen reservist
Op die manier is er in het bewuste reglement een eenvoudige zin toegevoegd die boekdelen spreekt…: “De Lokale Militaire Medewerker – Collaborateur Local Militaire (CLMM) is een sollicitant Mil Res Kan die door de CO van een eenheid voorgedragen wordt voor een functie die aan de lokale logistieke behoeften beantwoordt.”
De CLMM zijn dus reservemilitairen (die de selectie, de rekrutering en de opleiding met succes voltooid hebben, en dit zonder afwijking van de geldende wettelijke bepalingen) die door middel van terugroepdagen kunnen worden ingezet voor territoriale ondersteuning waar de korpscommandant die het meest nodig acht. De CLMM kunnen Officieren (Offr), Onderoffi cieren (OOffr) of Vrijwilligers (Vol) zijn. Er is in 2021 een openstelling van ongeveer 90 posten gepland, evenredig verdeeld over de drie personeelscategorieën en de twee taalregimes.
Lokale logistieke behoeften
Niemand kan betwisten dat Defensie met een aanzienlijk personeelstekort kampt. Aangezien zij beschikt over een bestaand en fl exibel instrument (zonder dat een nieuw statuut moet worden ingevoerd waarvoor een ellenlange afrondingsprocedure nodig is), namelijk de Reserve met haar mechanisme van terugroepdagen, lag het voor de hand reservisten te rekruteren om haar te ontlasten van bepaalde territoriale logistieke taken. Defensie streeft er dus naar personen in te zetten voor lokale logistieke behoeften, met andere woorden voor algemene niet-operationele ondersteunende functies binnen de eenheid. Defensie wil onder meer de lacunes in de verschillende organieke tabellen opvullen, actief personeel bevrijden van deze territoriale taken, ..., diensten versterken zonder militairen van het actieve kader te vervangen.
Defensie heeft naar aanleiding van één van de interventies van de ACMP-CGPM in dit verband formeel verklaard dat het nodig is het Mil Pers van het actieve kader gerust te stellen over dit nieuwe concept. Er zal geen concurrentie zijn met de plaatsen die in de OT voor het bovengenoemde Pers openstaan. De volledige selectie en de opleiding zijn voorzien in het reservistenstatuut, en gebeurt onder leiding van HRB-R&S en HRC, zoals wettelijk vereist.
Individuele CO zullen CLMM voor hun eigen eenheden kunnen werven en de enveloppe met terugroepdagen zal door de DNR gecontroleerd worden.
Defensie heeft dus een reeks logistieke ondersteunende functies in kaart gebracht die geen 'militaire expertise' vereisen en die deeltijds of zelfs voltijds kunnen worden ingevuld, zoals bijvoorbeeld op het gebied van 'Contractbeheer' voor Offr en OOffr of in de HORECA (barman, magazijnier, ... (Vol); installatiebeheerder (OOffr)) en op het gebied van INFRA: technicus (OOffr of Vol); beheer (OOffr); onderhoud van groenzones; ...
De keerzijde van de medaille is echter dat sommige beschikbare en potentieel vacante functies als haalbaar werk en/of einde loopbaanfuncties uit de organieke tabellen verdwijnen.
Beroep op het lokale netwerk
Het lijkt ook duidelijk dat Defensie lokale eenheden vraagt om de kenniskring van haar werknemers te activeren en aan te spreken om sollicitanten aan te trekken, of om op een bredere manier te werk te gaan. Er zou ook sprake zijn van diversificatie van de instroom en van concretisering van het empowerment (‘autonomisering’).
De korpschef kan dus ‘een handje toesteken’, aangezien de eigenlijke aanwervingsprocedure begint tijdens het gesprek tussen de korpschef, of een van zijn vertegenwoordigers, en de CLMM-sollicitant. Als beide partijen een positieve indruk hebben en beiden instemmen met een samenwerking, stelt de korpschef een verwijsbrief op die hij aan de sollicitant overhandigt en doorstuurt naar het Contactcentrum van R&S.
Verduidelijking
Sommige (toekomstige) gepensioneerden en (binnenkort) leden van het reservekader hebben zich al eens afgevraagd of zij in aanmerking kunnen komen voor de basisfunctie CLMM en zo voltijds
Foto: Mil.be
of deeltijds kunnen werken.
Het antwoord is nee. Ten eerste, hoe kan je ‘kandidaat-reservemilitair’ zijn en de aanwervings- en selectieprocedure doorlopen als je al militair bent (de leeftijdseis zal al eliminerend zijn!)? Ten tweede is het CLMM-concept niet bedoeld om militairen die al reservist zijn, terug te roepen; dit mechanisme bestaat momenteel al (gewone terugroepingen, vrijwillige begeleidingsdienst(en)). Het gaat erom te voorzien in plaatselijke behoeften die nu juist niet konden worden gedekt door bestaande mechanismen.
Het is ook nodig te benadrukken dat dit concept past binnen het kader van de ‘diversificatie van de instroom’ van de HR-visie en dat (toekomstige) gepensioneerden die deel uitmaken van de reserve, daar niet aan beantwoorden.