Processional: De energiebewuste operator

Page 1

Processional Hèt magazine voor HRD in de industrie

jaargang 11

voorjaar 2012

nummer 1

De energie­ bewuste operator Zaanse bedrijven starten pilot

En verder: Wat drijft jonge werknemers? Individueel ontwikkelen met blended learning Randstad Techniek en VAPRO bundelen krachten Voedingsmiddelen B-operators bij Phoenix


Colofon

Processional Hét magazine voor HRD in de industrie Processional is een uitgave van de VAPRO groep VAPRO groep Postbus 24090 2490 AB Den Haag T 070 - 3378 300 F 070 - 320 51 86 E info@vapro.nl I www.vapro.nl Redactie Herbert Boland, Tycho van den Born, Hanneke van Gaans, Henny Luijten, Marvin Moentadj, Kees Noort, Marion Reerds, Marjolein Veeninga, Sonja van Venrooij Vormgeving Beeldvorm Foto omslag Frans Kanters Drukkerij Veldwijk-Van Loon Verschijning 4 keer per jaar Verspreiding Dit tijdschrift wordt gratis verspreid onder opleidingsmanagers, praktijkbegeleiders, ploegchefs, productiemanagers, HRDmanagers en verantwoordelijken voor opleidingen en HRD binnen in de industrie. Wie kan aantonen tot de doelgroep te behoren kan zich als abonnee aanmelden via registratie@vapro.nl Advertenties Mooijman Marketing & Sales T 070 - 323 40 70 E info@mooijmanmarketing.nl Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunnen onder vermelding van onderwerp (adreswijziging PROCESSIONAL) via e-mail (registratie@ vapro.nl) worden doorgegeven. Productie Beatrijs Media Group T 076 - 530 90 31 E info@beatrijs.nl © Copyright 2011 Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie van PROCESSIONAL is een onafhankelijk opererend orgaan. Meningen en opinies in het blad geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de bestuurlijke organisaties vertegenwoordigd in de VAPRO groep noch die van de redactie.

column

Een dubbel prisoner’s dilemma Het is inmiddels algemeen bekend: als er niets verandert hebben we in Nederland aan het einde van dit decennium een tekort aan tweehonderdduizend technische vakmensen. Dat is geen best vooruitzicht als je je bedenkt dat de industrie, die afhankelijk is van deze mensen, goed is voor circa twintig procent van ons inkomen en een groot deel van de export. De oorzaken van het oplopende tekort zijn ook bekend. Er zijn gewoonweg te weinig mensen om het werk te doen en er kiezen te weinig mensen voor technische beroepen – met name vrouwen en jongeren laten het afweten. Er lopen vele goedbedoelde initiatieven om de tekorten op te lossen. Ze zoeken bijna allemaal de oplossing in verbetering van de scholingsinfrastructuur en imagoverbetering van technische beroepen. De versnippering van de initiatieven is echter groot en samenhang en regie zijn vaak afwezig. Dat is de voornaamste oorzaak dat de inspanningen zo weinig zoden aan de dijk zetten. Hoe komt dat? Zowel scholen als bedrijven zitten in een prisoner’s dilemma. Scholen bevechten elkaar om de schaarse leerlingen binnen te halen en daarmee hun eigen techniekafdeling in stand te houden. Begrijpelijk vanuit hun belang, maar funest voor het algemeen belang om de tekorten op te lossen. Het leidt bovendien tot ineffectieve inzet van publieke geldmiddelen, doordat het wiel tien keer wordt uitgevonden. Bedrijven beconcurreren elkaar op vakkrachten en lokken goed personeel weg bij elkaar. Gevolg is loonstijging. Ze zijn terughoudend om te investeren in verbetering van scholing. Want waarom zou je opleiden voor je buurman? Het vinden van elkaar in een gezamenlijk hoger belang, namelijk meer mensen interesseren voor techniek, is een belangrijke bouwsteen van de oplossing. Om dat te bereiken moeten we allemaal over onze eigen schaduw heen stappen. VAPRO, samen met twee belangrijke samenwerkingspartners PMLF en OVP, wil zich graag samen met u, scholen en bedrijven, inspannen om voldoende operators en technici te behouden voor onze industrieën.

ISSN: 1572-218X

Theo Seip Algemeen directeur


rubriek inhoud

8

Wat drijft jonge werknemers?

Als een volgende generatie jonge werknemers aantreedt, breken er nieuwe tijden aan voor werkgevers. Waarin onderscheidt de huidige jonge generatie zich van de voorgaande en hoe kun je er als werkgever op inspelen?

10 Blended learning helpt ­individuele leerstijl

Nieuwe communicatiemiddelen bieden voor het ontwikkelen van mensen een keur aan nieuwe mogelijkheden, meestal in de vorm van e-learning of blended learning.

15 Randstad Techniek en VAPRO ­bundelen krachten

Randstad en VAPRO hebben vorig jaar de handen ineen geslagen om een passend antwoord te vinden voor bedrijven die opgeleide operators zoeken in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt. In gesprek met Peter Feld, directeur Randstad Divisie Techniek.

18 De energiebewuste operator

12 Sjaak Mens: van tropenjaren naar jaren in de tropen

Na 24 jaar nam Sjaak Mens begin dit jaar afscheid van VAPRO. In het begin tropenjaren, aan het eind welverdiende jaren in de tropen. Weinig personen zijn zo vereenzelvigd met deze organisatie als hij.

Productschap Margarine, Vetten en Oliën, heeft met ondersteuning van Agentschap NL en VAPRO een project opgezet om operators een groter energiebewustzijn bij te brengen. Bij twee Zaanse bedrijven is inmiddels een pilot gestart.

22 Voedingsmiddelen B-operators voor Phoenix

Melkpoederfabriek Phoenix frist haar organisatie op door een intensief opleidingstraject VAPRO B-voedingsmiddelen. In gesprek met de managers, het ROC en de VAPRO-relatiemanager.

25 Slimme opzet Leergang Manage­ ment faciliteert snel leren

De Leergang operationeel management en persoonlijk leiderschap is ruim vier maanden onderweg. We zitten aan tafel met de deelnemers.

verder in dit nummer 2 4 5

Redactioneel Nieuws Relatiemiddag veiligheidscultuur

7 Opleidingsfonds OVP 28 Subsidienieuws 29 Kenniscentrum PMLF

30 PPN nieuwsbrief 31 Het gezicht van...

Processional Processional ■ nummer ■ nummer 1 ■ voorjaar 4 ■ winter 2012

3


nieuws

Proefcollege Leergang Opleidingsmanagement VAPRO College organiseert op 9 mei ‘s middags én op 25 mei ’s ochtends in Den Haag een proefcollege voor de Leergang Operationeel Opleidingsmanagement. In het proefcollege leggen we het verband tussen uw dagelijkse praktijk en de lesstof uit de leergang. De Leergang Opleidingsmanagement is bedoeld voor opleiders met een praktijkachtergrond. Dit zijn onder andere opleidings- en trainingscoördinatoren, opleidingsmanagers en gevorderde mentoren en examinatoren. Het doel van de Leergang is deze opleiders kennis en expertise op het gebied van HRD te bieden, zodat men naast uitvoerder ook gesprekspartner kan zijn

van lijnmanagement en MT. De kennis opgedaan in de Leergang stelt deelnemers in staat om de ontwikkeling van trainingen, opleidingsplannen en lesplannen vanuit opleidingskundig oogpunt te beoordelen en op te zetten.

We nodigen u van harte uit kosteloos deel te nemen aan het proefcollege door u aan te melden via www.vapro-college.nl/proefcollege. Kijk ook op www.vapro-college.nl onder het aanbod “communicatie en leidinggeven”. ■

De Leergang start vanaf oktober 2012. Zowel Leergang als het proefcollege worden verzorgt door Jos van Rijswijk.

Terugblik jaar van de chemie 2011 WVA-onderwijs Op 30 december 2011 werd in Rotterdam, tijdens het Kerstcircus in Ahoy, de eerste Nederlandse ‘Maak je eigen goud-winkel’ geopend. In deze eenmalige winkel kon iedereen door een chemisch proefje zelf goud van hun kleingeld laten maken. Dit was de afsluitende activiteit van het Internationale Jaar van de Chemie 2011 in Nederland.

Eind november vond de laatste activiteit voor de chemici zelf plaats: het congres CHAINS georganiseerd door NWO Chemische Wetenschappen. Deze grootste Nederlandse chemische conferentie ooit trok 1400 chemici. De officiële internationale afsluiting van het jaar vond plaats in Brussel op 1 december jl. De ceremonie werd 4

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

geopend door Prins Filip van België. Gasten uit alle windstreken kwamen bij elkaar om de verdiensten van de chemie te vieren en om te debatteren over de toekomst van de sector. Verder vonden in de laatste maanden van 2011 nog een aantal geslaagde activiteiten plaatst. Tijdens de eerste Lab Experience Days bij SGS in Rotterdam, Mead Johnson in Nijmegen, RIKILT in Wageningen en MSD Animal Health in Boxmeer maakten zo’n 1.500 scholieren en ouders intensief kennis met de laboratoriumtechniek. De KNAW en De Jonge Akademie organiseerden, in samenwerking met C3, een drietal chemiedialogen op middelbare scholen. De KNCV-sectie Scheikundeonderwijs (SSO) heeft naar aanleiding van een postzegelontwerpwedstrijd het winnende ontwerp uitgebracht als officiële postzegel. En verschillende organisaties verzorgden lezingen over uiteenlopende onderwerpen. In 2012 kijken de partijen die de communicatie over het jaar van de chemie verzorgden, waaronder OVP, terug op een mooi jaar met vele chemieactiviteiten. Verslagen van alle activiteiten zijn terug te lezen op de website www.jaarvandechemie.nl. ■

In de Wet Vermindering Afdracht (WVA) loonbelasting en premie volks­ verzekeringen is een aantal fiscale stimuleringsregelingen opgenomen waarmee een werkgever veel geld kan besparen. Zo kunt u, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, een aanzienlijke vermindering van de afdracht krijgen voor verschillende groepen werknemers die scholing volgen. Een paar voorbeelden (met maximale bedragen op jaarbasis voor 2012): • Werknemer die beroepspraktijk­ vorming volgt (BBL): € 2.753. • BOL-stagiair op mbo-niveau 1 of 2: € 1.322. • Werknemer die werk doet in het kader van een initiële opleiding hbo: € 2.753. • Leerling uit het derde of vierde jaar BBL van het vmbo met leerwerk­ overeenkomst: € 2.781. • Ex-werkloze die wordt opgeleid tot startkwalificatie mbo: € 3.337. Op www.vapro.nl vindt u de volledige lijst. Met ingang van dit jaar kan de afdrachtvermindering ook van toepassing zijn voor opleidingen die worden gevolgd in een ander EU- of EER-land. Meer informatie: Arnold van Duijn, a.v.duijn@vapro.nl, 06 46175045. ■


Relatiemiddag over veiligheidscultuur en -gedrag In opvolging van de eerste succesvolle bijeenkomst

ook samen met uw collega van harte welkom.

organiseert VAPRO op dinsdag

Programma

17 april opnieuw een middag

Het programma begint om 13:30 met een lezing van dagvoorzitter dr Walter Zwaard over hoe beïnvloedbaar de mens is op veiligheidsgebied. Dit aspect wordt steeds belangrijker omdat technische veiligheidsmaatregelen inmiddels in grote mate zijn geïmplementeerd. Daarna neemt Annemarie van der Rest, HSSE-manager Shell Nederland het over. Ze zal spreken over de programma’s die al decennialang binnen Shell lopen. De kunst is om mensen scherp te houden als het schijnbaar altijd goed gaat. Cecile van der Velden, Nederlandse Academie voor Arbeidswetenschappen, gaat tenslotte in op het vertrouwen in de competenties van goed opgeleid personeel. Is dit voldoende, of is er altijd noodzaak een vorm van borging toe te passen? Hoe kan je via verbindend leiderschap medewerkers in hun veiligheidsgedrag stimuleren?

voor beslissers op het gebied van veiligheid, veiligheidscultuur en -gedrag binnen een industriële omgeving. Veiligheidscultuur is en blijft een weerbarstig onderwerp. Wat is een veiligheidscultuur precies en op welke wijze is die in positieve zin te beïnvloeden? Op deze relatiemiddag willen wij u informeren omtrent recente inzichten maar ook met u van gedachten wisselen over de diverse diensten en producten die VAPRO op dit vlak ontwikkelt. De praktijk leert dat een goede afstemming tussen HR-manager en productiemanager cruciaal is om bij cultuurverbetering het beste resultaat te bereiken. U bent dan

Na deze lezingen is er keuze uit het volgen van twee werksessies: Veiligheid en borging en Veiligheid en communicatie.

Aanmelden De middag vindt plaats in Hotel en Résidence De Draak in Bergen op Zoom. Deelname is gratis en aanmelden kan via www.vapro.nl/veiligheidscultuur. Voor vragen kunt u contact opnemen met Sonja van Venrooij, 070 3378 330 of marcom@vapro.nl. ■

Randstad congres: Technische arbeidsmarkt: buigen of barsten? Op donderdag 22 maart a.s. organiseert Randstad Divisie Techniek het congres ‘Economische crisis: buigt of barst de technische arbeidsmarkt in Nederland’ in het Randstad congrescentrum in Diemen. Het plenaire programma biedt lezingen van prof. dr Boot, hoogleraar Corporate Finance en Financiële Markten en Wim van Wanrooij, directeur Specialties bij

Randstad Divisie Techniek. In het parallelprogramma, dat uit zes interactieve workshops bestaat, presenteert VAPRO een sessie over het ontwikkelen van mensen. Door verfrissende inzichten te presenteren, een aantal praktische oplossingen te bieden en ervaringen te delen, stellen we u in staat de juiste aanpak voor uw organisatie

te bepalen. Tijdens de workshop stelt u onder andere de to do list samen die past bij uw organisatie. Relaties van VAPRO zijn van harte uitgenodigd kosteloos aan het congres deel te nemen. Zie de informatie rendement van opleiden workshop onder nieuws op de website vapro.nl. ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

5


Van eendaagse training tot volledige branche-erkende opleiding, VAPRO College ondersteunt de professionalisering van operators en technici in de industrie. Voor iedereen die specifieke (technische) onderwerpen wil uitdiepen of vaardigheden wil trainen biedt VAPRO College een gevarieerd aanbod aan trainingen, branche-opleidingen, coaching en seminars. Onderstaand treft u een overzicht van het opleidings- en trainingsaanbod. Wilt u meer weten over het aanbod van VAPRO College? Bekijk dan de informatie op VAPRO-College.nl of bel met de klantenservice op 070-3011086.

Opleidingen & trainingen voor operators en technici Voedselveiligheid:

TRAININGEN 1. Vaktechnische trainingen • • • • • • • • •

Basis Procesbeheersing Meet- & Regeltechniek en Besturingstechniek Verdieping Procesbeheersing Destilleren in de praktijk Warmtewisselen Een verdieping Transport van vloeistoffen (pomptechniek) Waterzuivering in de procesindustrie Processchema’s voor operators

2. Onderhoud • Dynamic Reliability-Centred Maintenance (dRCM) • Eerstelijns storingzoeken 3. Branche-opleidingen • • • • • • • • •

Rubber- en kunsstofindustrie (SORK) Extruderen I (EX I) Extruderen II (EX II) Extruderen III (EX III) Spuitgieten I (SPG I) Spuitgieten II (SPG II) Spuitgieten III (SPG III) Composietverwerker I (CVW I) Composietverwerker II (CVW II) Composietverwerker III (CVW III)

Verf- en drukinktindustrie • Verfvakman (VVVF Verfvakman) • Kleurmaken

2011 2012

TRAIN VAPR INGEN & O O CO LLEG PLEIDIN GEN E

• Praktische Voedselveiligheid HACCP incompany voor operators • Praktische Voedselveiligheid HACCP voor leidinggevenden Energie opleidingen (REWIC) • • • •

Onderhoudstechnicus in centrales Werktuigkundige in centrales A Hoofdwerktuigkundige in centrales Schakelpakket A

4. Duurzaamheid Veiligheid, gezondheid en milieu • • • • • •

• • • • • •

Didactische vaardigheden voor praktijkopleiders Leidinggevende en coachende vaardigheden Functioneringsgesprekken voeren Time management Leergang opleidingsmanagement Leergang operationeel management & persoonlijk leiderschap

OPLEIDINGEN 1. Beroepsopleidingen

Veiligheid, gezondheid en milieu VAPRO-Praktijkcertificaat Veilig werken VAPRO-VVI Basis procesindustrie/laboratorium VAPRO-VVI VOL procesindustrie/laboratorium Master Class GHS/CLP Workshop update gevaarlijke stoffen (GHS/CLP)

• • • • • • •

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

2. Begeleiden, beoordelen en examineren

• MVO in de praktijk Kwaliteitsmanagement • ISO Managementsystemen • Interne Audits 5. Productie- en procesoptimalisatie • • • • •

6. Communicatie en leidinggeven

Introductie Total Productive Manufacturing (TPM) Implementatie van 5-S Implementatie van SMED Continue verbeteren (Kaizen)

VAPRO Basisoperator VAPRO A VAPRO B VAPRO C VAPRO D Branchespecifieke uitstroom Instroom certificaat industrie

• Trainingen eindtermengericht onderwijs • Mentoren en examinatoren • Bedrijfsbegeleider en -beoordelaar niveau BO, A en B • Bedrijfsbeoordelaar en -examinator niveau BO, A en B • Bedrijfsbegeleider, -beoordelaar en -examinator Niveau C • Bedrijfsexaminator (schakelcursus) niveau BO, A en B • Terugkomdag examinatoren

Vraag de studiegids aan op VAPRO-College.nl


Opleidingsfonds OVP

26 April Girlsday: zet uw deuren open voor meisjes Meisjes en vrouwen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd in de techniek. Uit onderzoek blijkt dat steeds meer meisjes op havo en vwo kiezen voor exacte vakken. Op het mbo is er ook meer interesse, maar de toename zit vooral in de zogenaamde snijvlakopleidingen, dat zijn opleidingen met meer dan 50 procent bètavakken in het curriculum. Uiteindelijk is het natuurlijk van belang dat deze meisjes ook gaan werken in de techniek. Een van de mogelijkheden om uw bedrijf bij meisjes onder de aandacht te brengen is Girlsday. Tijdens dit jaarlijks terugkerende, landelijke evenement laten vele technische bedrijven en hoger-onderwijsinstellingen meisjes kennis maken met bèta, techniek en ict. Dit doen ze door interessante activiteiten te organiseren en de dagelijkse beroepspraktijk met technische werkzaamheden te laten zien.

Het is een uitgelezen kans om uw bedrijf te profileren bij jonge meiden tussen de 10 en 15 jaar. Laat hen zien dat de procesindustrie en/of het laboratorium voor hen een boeiende werkomgeving kan bieden. Kijk voor informatie en aanmelden op www.girlsday.nl. Tips hoe u een open dag aantrekkelijk maakt voor meisjes staan op www.ttinstroom.nl/activiteiten/­activiteiten-voormeisjes. ■

Ambassadeurs voor de procestechniek gezocht! Wie kan jongeren goede voorlichting geven over het beroep van operator en de opleiding die erbij hoort? Wie spreekt de taal van jongeren? Juist, een jonge operator die net zijn opleiding achter de rug heeft. Dat is het idee achter het techniekbrede Ambassadeursproject.

TechniekTalent Om de instroom en het behoud van (jonge) mensen in de procestechniek te bevorderen is OVP in 2009 toegetreden tot TechniekTalent.nu. Een van de activiteiten binnen TechniekTalent.nu is het ondersteunen van Technetkringen. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van technische bedrijven en scholen voor vmbo en mbo. Samen werken deze partijen in de regio aan aantrekkelijk techniekonderwijs en betere loopbaanoriëntatie voor jongeren. TechniekTalent.nu ondersteunt ook initiatieven zoals Ambassadeurs voor de Techniek en Girlsday. Wilt u meer weten over regionale samenwerking tussen bedrijven en scholen voor vmbo en mbo (TechNetkringen), neem dan contact op met Mirjam de Jong, regiomanager TechNet, m.d.jong@pmlf.nl.

In de vorige editie van Processional (nr. 4, 2011) heeft u kunnen lezen dat de TechNet-kring in Voorne-Putten binnen de eigen regio tien Ambassadeurs heeft geworven. Helaas zaten hier geen operators tussen. Ook in andere regio’s waar Ambassadeurs van de Techniek actief zijn, ontbreekt het aan jonge operators. Heeft u jonge operators in dienst en is uw bedrijf bereid om hen tijd te geven voor het ambassadeurschap? Neem dan contact op met Marijn van Dongen, projectmedewerker Ambassadeurs van de Techniek, tel. 030-751 18 50, m.vandongen@cnvjongeren.nl. ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

7


trend

Wat drijft de nieuwe generatie? Haal als werkgever het maximale uit jonge werknemers Hoewel we niet meer kunnen spreken van een generatiekloof, breken met de intrede van een volgende generatie jonge werknemers altijd nieuwe tijden aan voor werkgevers. YoungWorks verdiepte zich voor TechKnow in de meest interessante kenmerken waarmee de huidige jonge generatie zich onderscheidt van voorgaande. Een werkgever die goed inspeelt op deze kenmerken zal het maximale uit jonge werknemers naar boven halen. Verschillende sectoren, waaronder de industrie, zullen in de nabije toekomst met een tekort aan jonge werknemers kampen. Voor bedrijven is het daarom extra belangrijk om te begrijpen wat jonge, startende werknemers drijft en wat nodig is om ze binnen te halen in het bedrijf. Ook talent wordt steeds schaarser. Veel organisaties moeten zichzelf daarom de vraag stellen of hun huidige identiteit voldoende aantrekkingskracht heeft op kwalitatief goede jongeren. En als talent binnen is gehaald, hoe houdt men ze vast en gemotiveerd?

Jongeren staan graag in het middelpunt van de belangstelling 8

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

Vanzelfsprekend verschillen jongeren onderling sterk. Wat voor de één goed werkt, werkt voor de ander juist niet. Maar naast deze onderlinge verschillen bestaan er minstens zo belangrijke overeenkomsten. Wat zijn de meest opvallende en belangrijkste algemene kenmerken van jonge werknemers?

In de spotlights Jongeren willen graag gezien worden. 41% van de jongeren staat graag in het middelpunt van de belangstelling, terwijl dat bij volwassenen slechts 20% is. Dit verklaart de populariteit van extraverte functies op het terrein van marketing, pr en verkoop onder jongeren. Opvallend is ook de groei van het aantal ZZP’ers onder jongeren. ‘Introverte’ functies, in de zorg, het onderwijs of techniek, zijn minder populair. Door binnen dergelijke functies beter in te spelen op de behoefte aan aandacht en een podium te creëren waarop jonge werknemers


gezien worden, kunnen ook dit soort banen aantrekkelijker gemaakt worden voor de huidige generatie jonge werknemers.

Positief ingesteld Jongeren van nu denken opvallend optimistisch over hun toekomst en mogelijkheden op de arbeidsmarkt. 87% van hen weet zeker dat ze op een dag waarmaken waar ze nu van dromen, 68% ziet zichzelf als een heel bijzonder persoon (tegenover 46% van de volwassenen) en 73% ziet zichzelf als een goede leider. De zelfverzekerde houding van jongeren kan doorslaan naar zelfoverschatting. Op de werkvloer is het daarom belangrijk om hun kwaliteiten te bespreken, maar ook de gebieden aan te wijzen waarop ze nog veel kunnen leren.

Gelijkwaardige relaties De ouders van de huidige generatie jongeren groeiden op in de jaren zestig en zeventig. In die tijd ontstond volop ruimte voor zelfontplooiing, het ontdekken van je eigen identiteit en het ontwikkelen van je eigen mening. Dit weerspiegelt zich duidelijk in de opvoeding van hun kinderen. Er is steeds meer ruimte voor discussie. Jongeren hebben moeite met ­hiërarchie en kennen daaraan geen gezag meer toe. Jongeren zijn gewend aan gelijkwaardige relaties en willen meepraten, ook op de werkvloer.

Naast een enorme keuzevrijheid is er behoefte aan structuur en leiding Geluk Gelukkig zijn is voor veel jongeren het belangrijkste in hun leven. Veel jongeren zijn ook gelukkig tot zeer gelukkig: in de periode 2006-2008 noemt 94% van de twaalf- tot achttienjarigen zichzelf gelukkig. Bij achttien- tot vijfentwintigjarigen lag dit percentage op 92 %. (Bron CBS) Het besef dat geluk niet alleen in materiële zaken zit, is onder Nederlandse jongeren breed doorgedrongen. Jongeren geven duidelijk aan gelukkig te willen worden van hun werk. Puur werken voor het geld is steeds minder de norm, andere zaken als uitdaging, vrijheid en een goede werksfeer zijn ook zeer belangrijk.

nemersraden. Veel jongeren (65%) vinden het belangrijker om een goede verstandhouding op te bouwen met hun werkgever. Ze lossen liever zelf hun problemen op.

Leiding en structuur Ondanks de behoefte aan zelfstandigheid en de daarbij horende risico’s houdt 59% van de jongeren van een georganiseerd, regelmatig leven. De overgrote meerderheid (72%) heeft liever een vaste baan dan een tijdelijke aanstellingen en veel jongeren hechten belang aan het werken op vaste tijden. Steeds meer jongeren, en met name de lager opgeleiden, hebben ook behoefte aan een leidinggevende die zegt wat er moet gebeuren. In deze tijden van enorme keuzevrijheid hebben jongeren behoefte aan structuur en leiding.

Puberbrein Deze schijnbare tegenstelling tussen een drang naar vrijheid en zelfstandigheid en behoefte aan structuur kan verklaard worden door het puberbrein. Aan de ene kant wil de nieuwe generatie van alles, maar ondertussen zitten ze ook nog opgescheept met een onvolledig ontwikkeld brein. Dit zorgt er onder andere voor dat jongeren minder goed op de lange termijn kunnen denken en meer moeite hebben met taken als plannen en organiseren dan volwassenen. Werkgevers moeten eigenschappen als zelfverzekerd en extravert vooral stimuleren, maar ook beseffen dat het puberbrein begeleiding en duidelijkheid nodig heeft. ■ Bron: TechKnow/ YoungWorks. Genoemde percentages komen, tenzij anders vermeld, uit een onderzoek van Motivaction in opdracht van Manpower. Zie ook http://blog.youngworks.nl/signalen/generaties-op-de-werkvloer.

Zelfstandig De huidige generatie jongeren is zelfstandig en wil dat ook zijn op de werkvloer. 73% wil zelf zijn/haar tijd indelen en maar liefst 86% wil zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Die zelfstandigheid zie je terug in het matige enthousiasme voor klassieke werknemersinstituties als vakbonden en onder-

Lees meer over jongeren op de arbeidsmarkt in de recent door techniektalent.nu uitgegeven publicatie ‘TechKnow, alle informatie over jongeren anno nu’. Zie www.techknow.nu.

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

9


trend

Een nieuwe stap in ontwikkelen Blended learning met respect voor individuele leerstijlen

Nog niet zolang geleden gingen we zonder computers, internet en de mobiele telefoon door het leven. Deze nieuwe communicatiemiddelen hebben ons leven ingrijpend veranderd. Ook bieden ze voor het ontwikkelen van mensen een keur aan nieuwe mogelijkheden, meestal in de vorm van e-learning of blended learning. Bij de komst van e-learning werd ’digitaal leren’ vooral gezien als het eenvoudig effectiever kunnen maken van leertrajecten. Waar deelnemers in de oude stijl vooral door middel van klassikale trainingen met leerboeken tot kennen en kunnen kwamen, was de verwachting dat met e-learning de klassikale trainingen drastisch verminderd konden worden. Minder klassikale trainingen betekenen minder out-of-field time en dus minder kosten. Leerboeken werden dan ook bijna letterlijk 1-op-1 overgezet naar computers, waarbij leermodules een 10

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

soort e-readers of PowerPoint-presentaties met wat interactieve knoppen werden. Vol verwachting werd uitgekeken naar de resultaten van deze nieuwe manier van leren. De eerste ervaringen vielen tegen. Vooral deelnemers zelf ervoeren maar weinig plezier van dit ‘nieuwe leren’.

Nieuw paradigma De oude leermiddelen vormden het uitgangspunt bij de eerste vormen van e-learning. Dit betekende veel tekst per


pagina, weinig visuele toevoegingen, weinig nadruk op de kernpunten en voor iedereen hetzelfde proces om te doorlopen. Veel minder aandacht lag er op het individu en de vraag hoe deze persoon uitgedaagd kon worden om te leren. Het is dus niet raar dat deelnemers en uiteindelijk ook opleiders met veel scepsis deze ontwikkelingen bekeken. Gelukkig is er in de laatste jaren een nieuwe ontwikkeling, die vooral uitgaat van de deelnemer zelf en de deelnemer uitnodigt tot leren. De vertaling van de theorie over het leren van mensen naar de nieuwe mogelijkheden is hierbij essentieel.

Leerstijlen Iedereen heeft een eigen manier van leren, een individuele leerstijl. Een mooi voorbeeld is de manier waarop je een nieuwe telefoon leert bedienen. De ene persoon leest eerst de gehele gebruiksaanwijzing door voordat de telefoon in gebruik gaat, de ander zet direct de telefoon aan en gaat aan de slag en een derde vraagt een vriend met dezelfde mobiel om uitleg. Uiteindelijk kunnen alle drie de telefoon goed bedienen. Ze zijn echter wel op verschillende manieren tot de kennis en vaardigheden gekomen. Binnen leerprocessen is rekening houden met verschillende leerstijlen van groot belang zodat een deelnemer zo snel mogelijk op het gewenste niveau komt.

Vormen van Blended learning Modern onderwijs is vaak een mengvorm van online en klassikaal leren, aangeduid met blended learning. Oliver & Trigwell stellen dat het begrip blended learning in veel gevallen wordt gedefinieerd als een mix van leren met en zonder technologie, waarbij een nadere afbakening en invulling niet wordt gegeven. Zij komen drie veel gebruikte definities van ’blended learning’ tegen: • De geïntegreerde combinatie van traditioneel ­(klassikaal) onderwijs en ’online’ onderwijs. • De combinatie van gereedschappen en media in een e-learning omgeving. • De combinatie van didactische strategieën, ongeacht het gebruik van technologie. Het gaat in ieder geval om het vinden van de juiste ­combinatie om kennis toegankelijk te maken. Bron: Wikipedia.

Effectiever Een ander essentieel element van het leren is de vergeetcurve van de negentiende-eeuwse psycholoog Ebbinghaus. Hij ontdekte dat we ongeveer 80 procent van wat we leren binnen 24 uur alweer zijn vergeten. Je kunt echter zorgen dat mensen meer onthouden door de stof zinvol te maken, te laten aansluiten bij de leerstijl, de stof behapbaar te maken, maar vooral door deze veel te herhalen. Oude, beproefde theorieën over leren worden steeds beter ingezet in de nieuwe leermiddelen. Dit maakt dat e-learning naar een nieuwe fase gaat. Het maakt namelijk dat leerprocessen effectiever en aantrekkelijker worden voor het individu en daarmee dus beter voor de organisatie.

Training op maat VAPRO zit dicht op deze ontwikkelingen en ziet goede mogelijkheden van deze nieuwe manieren van leren en ontwikkelen voor deelnemers en bedrijven. Dit kan zitten in het creëren van bewustwording op het gebied van veiligheid, maar ook in praktische opleidingen. De deelnemer krijgt met de nieuwe mogelijkheden van e-learning een traject op maat aangeboden, omdat gemeten wordt waar hij wel goed in is en waar hij meer oefening in nodig heeft. Zo oefent hij met de onderwerpen waar hij moeite mee heeft, maar krijgt hij versneld de stof die hij eigenlijk al beheerst. Dit maakt het leuker voor een deelnemer om aan de slag te zijn met de stof, omdat het eigen leertempo wordt aangehouden.

Daarnaast kan met minimale inspanning via e-learning ook de herhaling worden geboden, die nodig is om de kennis in het langetermijngeheugen te krijgen en te houden. Het leerproces wordt hiermee effectiever, waar zowel de deelnemer als de organisatie baat bij hebben.

Meer weten? De eerste concrete toepassingen op dit gebied komen dit voorjaar beschikbaar. Graag lichten wij u de mogelijkheden van digitaal leren voor uw organisatie in een persoonlijk gesprek toe. Neem daarvoor contact op met Ernestine Telleman via e.telleman@vapro.nl, 06 139 576 77. ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

11


interview

Sjaak Mens neemt na 24 jaar afscheid

Van tropenjaren naar jaren in de tropen Als veertienjarige scholier wilde hij, samen met een vriendje, een ‘Bureau voor Onmogelijke Opdrachten” beginnen. Het tekent zijn ondernemingslust – niet dat de baan bij VAPRO het onmogelijke van hem zou vereisen. Na 24 jaar nam hij per 1 februari afscheid. In het begin tropenjaren, aan het eind welverdiende jaren in de tropen. Weinig personen zijn zo vereenzelvigd met deze organisatie als Sjaak Mens.

In 1988, om precies te zijn op 1 mei, stapte deze leraar als adjunct directeur het kantoor van VAPRO in Den Haag binnen. Chemisch technoloog van achtergrond, diverse jaren lesgegeven op een middelbare school in exacte vakken, in de avonduren ontwikkelaar en docent operatorvakken voor PBNA, leek hij de geknipte man om eenheid te brengen in de operatoropleidingen. VAPRO had tot dan toe, met zo’n 15 man personeel, een voortkabbelend bestaan gekend. Met de komst van Mens zou dat flink veranderen.

Schreeuwende behoefte Mens begon met het opzetten van een ontwikkelpoot met als doel een eenduidig curriculum voor het theoriedeel van de operatoropleidingen binnen alle scholen. Er waren toen circa 2000 Leerlingwezen-studenten, die op streekscholen probeerden het vak van operator onder de knie te krijgen. Je kon kiezen uit een bonte verzameling opleiders: streekscholen, mbo, kort-mbo en particuliere opleiders als LOI en PBNA. In 1989, een jaar nadat hij aan zijn taak begon, verschenen de eerste VAPRO-theorieboekjes. Mens: “Ik herinner me nog dat we deze zelf stonden te kopiëren en dat scholen bij ons in de gang stonden te wachten om ze meteen mee te nemen. Zo groot was de behoefte aan dat materiaal! Doordat we steeds meer en professioneel materiaal ontwikkelden, stapten langzamerhand alle opleidingsinstituten over op de VAPRO modellen.”

Verbondenheid

Oudgedienden Sjaak Mens en Koos Dijkstra halen met Jan Ros herinneringen op bij het afscheid. 12

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

Mens schetst dat er heel veel theoriemateriaal bij elkaar gesprokkeld moest worden. Het werd gegroepeerd, herschreven, van didactiek en tekeningen voorzien. Ook werden de kernvakken procestechniek en procesbeheersing multimediaal, eerst op cd-i, later op cd-rom vormgegeven. “We brachten docenten uit alle streken van het land in een netwerk bij elkaar om over het lesmateriaal te buigen. Daar is toen zwaar in geïnvesteerd. ‘We zijn samen de VAPRO’, was mijn credo. De


onderlinge verbondenheid tussen docenten en VAPRO was in die tijd zo groot, dat menig docent zichzelf ‘VAPRO docent’ noemde, hoewel hij eigenlijk op een streekschool werkte. “We hadden begin jaren negentig het tij wel mee. Bij wet was immers bepaald dat VAPRO de diploma’s voor de operatoropleidingen uitgaf.”

negentig. De door VAPRO ingezette harmonisatie leidde tot een soort monolithische opleidingsstructuur. Dan zet er onder invloed van de WEB een verbreding in. ROC’s eisen weer hun eigen rol op. Den Haag vindt dat het beroepsopleiden vooral regionaal moet worden georganiseerd.

WEB

VAPRO en Opleidingsfonds OVP gaan samen. Sjaak Mens en Theo Seip, geheel verschillende mensen vullen elkaar goed aan en vormen succesvol een tweehoofdige directie. Dit leidde tot een grote groeispurt met nieuwe diensten en producten. VAPRO werd in die periode tweemaal zo groot. Dan worden PMLF en VAPRO gescheiden organisaties, om de marktgerichte activiteiten zo min mogelijk te laten interfereren met de wettelijk taken. Nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en nieuwe markten worden betreden. Er wordt veel nadruk gelegd op het kwaliteitsimago van het VAPROdiploma. Mens: “Het is niet meer van deze tijd om alles landelijk te regelen. Maar het is wel zo dat dit een relatief kleine branche is. Of alles regionaal doen de oplossing is, is nog maar de vraag.”

Half jaren negentig werd de Wet Educatie en Beroeps­ onderwijs, de WEB, ingevoerd. Leerlingwezen werd BBL en voltijdopleidingen werd BOL. VAPRO werd verantwoordelijk voor beide type leerwegen. Vanaf toen werden scholen zelf verantwoordelijk voor de diploma’s. Desalniettemin bleven alle opleidingsinstituten VAPRO-curricula, -leermiddelen en -examens gebruiken. Om drempels voor voltijdstudenten laag te houden, gaf VAPRO de leermiddelen met een flinke subsidie, de zogenaamde BOL-korting, die nog steeds bestaat.

Turbulente tijden

Dit is een relatief kleine branche. Is regionaal regelen wel zo verstandig?

VAPRO de wereld over.

Eenheid onder druk Maar het bleef niet crescendo gaan. Er kwam kritiek vanuit het onderwijs en de overheid: ‘Dit is een situatie waarbij de slager zijn eigen vlees keurt’. “Die kritiek probeerden we te pareren door aan te geven dat de operatormarkt relatief klein is, met ongeveer 8000 studenten BOL en BBL samen”, zegt Mens. “Als iedereen zijn eigen weg gaat, kunnen er door versnippering geen professionele opleidingen meer blijven bestaan. En ook bedrijven waren heel tevreden over de VAPRO-opleidingen. Bedrijven wisten waar ze aan toe waren. Van Limburg tot Groningen, iedereen deed dezelfde operatorexamens. Toch besloot het schoolwezen haar eigen weg te gaan.” Sjaak Mens tekent een zandloper. Toen hij begon was het breed en versnipperd: veel opleiders, weinig tot geen structuur. De taille van de zandloper is de situatie in de jaren

Herkenbaarheid van diploma’s en efficiëntie staan onder druk. “Hier zitten we nu”, en hij wijst naar de tweede brede kant van de zandloper. “In niet alle vacatures staat dat men VAPROgekwalificeerde operators vraagt, waar dat vroeger honderd procent was.” Hij tekent er het begin van een tweede zandloper tegenaan. “Uiteindelijk is het een cyclische beweging. Je gaat een kant op, schiet vervolgens door en gaat weer terug. Ik denk dat we nu weer naar een situatie gaan van minder versnippering, van centralisatie, waar VAPRO ook onderdeel van uitmaakt. Uiteindelijk is deze sector te klein, om verschillende opleidingsmodellen, die aan professionele eisen voldoen, naast elkaar te kunnen laten bestaan.”

Meer onderwijsvrijheid Sjaak Mens heeft in de jaren negentig de kwaliteit van het operatoronderwijs zien groeien, het laatste decennium blijft het redelijk constant. “Waar we begin jaren negentig in zijn doorgeschoten, is dat we naast inhoud de didactiek en de leervormen teveel hebben voorgeschreven. Achteraf constateer ik dat we docenten en scholen daarin meer vrijheid hadden moeten geven. Waar we scholen echt mee helpen is Processional

nummer 1

voorjaar 2012

13


het bieden van goede inhoud en van een netwerk. Natuurlijk komen de scholen wel bijeen binnen de BTG. Maar als je ziet dat de afdeling procestechniek op veel scholen maar uit een paar mensen bestaat, maakt ze dat kwetsbaar. Ze zijn geïsoleerd en doen hun werk in afzondering. Belangrijk is dat ze elkaar regelmatig ontmoeten, kennis delen en zich zo continu professionaliseren. Dat aspect is de laatste tijd misschien wat verwaterd.” Hij wijst ook op de situatie bij het Kenniscentrum PMLF. “Dat richt zich nu strikt op haar wettelijke taken, dat wil zeggen ondersteunen van de leerbedrijven, accreditatie van de leerbedrijven en onderhoud van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur. Aan overige zaken, zoals in- en doorstroomactiviteiten ten gunste van bedrijven en scholen komt ze, noodgedwongen door afnemende financiële middelen, steeds minder toe.”

De wereld over Sjaak Mens heeft zich in alle 24 jaren dat hij bij VAPRO werkzaam was, ook met veel plezier op buitenlandse activiteiten gestort. In de begintijd was dat in het kader van Europese harmonisatie van mbo-opleidingen en -diploma’s. Het begon met de kleine EG, na de val van de muur kwamen er veel landen in Oost Europa bij. Hij ziet de activiteiten van VAPRO in België en Roemenie als direct uitvloeisel daarvan. Er volgden projecten en klussen aan de ander zijde van de aardbol: in Suriname, Indonesië en China, met ups en downs. Maar Sjaak heeft in ieder geval tijdens al zijn reizen in de afgelopen jaren één grote liefde overgehouden: Indonesië. “Een geweldig land om in te zijn. De oosterse levensstijl spreekt me erg aan. Anders dan Chinezen, staan Indonesiërs minder wantrouwend en opener tegenover ons Europeanen. Je kunt er als westerling gemakkelijker iets opstarten, hoewel het altijd een avontuur blijft.” VAPRO Indonesia, een groep van een aantal lokale consultants, heeft al enkele jaren met een aantal scholen op Java afspraken voor operator- en laboratoriumop-

‘Een geweldig land, Indonesië’

leidingen gemaakt. Voor een aantal bedrijven worden voor zittende operators advies- en scholingsprojecten uitgevoerd.

Waterwerken Sinds kort zijn daar opleidingen op het gebied van waterconstructie bijgekomen, waarvoor wordt samengewerkt met Nederlandse en Indonesische baggeraars en aannemers. “De economie en daarmee de mobiliteit in Indonesië groeit sterk. Op vele plaatsen zijn havens en andere waterwerken als dammen en dijken nodig. De aannemers kunnen wel de engineering en de machines leveren, maar daarmee heb je nog niet het juiste personeel. Met steun van het Nederlandse Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking zet VAPRO op diverse plaatsen opleidingen waterconstructie op mbo-niveau op. Een boeiende wereld waar ik tot voor kort weinig vanaf wist!”

Scholen stonden bij ons in de gang om het nieuwe lesmateriaal meteen mee te nemen Inzet voor procesindustrie Sjaak nam op 1 februari jl., na 24 jaar, officieel afscheid. De komende twee jaar blijft hij op afstand verbonden. “In de begintijd werkte ik me drie slagen in de rondte voor deze club, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Dat is nu voorbij.” Veertig procent van de tijd zal Mens in Indonesië zitten om de genoemde activiteiten verder te helpen uit te bouwen. Ook blijft hij zijdelings bij VAPRO Nederland betrokken, onder andere op het gebied van instroombevordering en de Human Capital Chemie. Sjaak Mens: “Door de vergrijzing en ontgroening zijn imagoverbetering en instroombevordering in procestechniekland de komende jaren uiterst belangrijk. Daar zet ik me nog graag voor in.” ■

Indonesië en China lonkten. 14

Processional

nummer 1

voorjaar 2012


interview

Randstad Techniek en VAPRO bundelen krachten

Samen op de bres voor meer gekwalificeerd personeel Randstad en VAPRO hebben vorig jaar de handen ineen geslagen om een passend antwoord te vinden voor bedrijven die opgeleide operators zoeken in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Het doel is om dit jaar minimaal honderd operators op te leiden voor niveaus VAPRO A en B en deze bovendien aan een baan te helpen. We praten met Peter Feld, directeur Randstad Divisie Techniek over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de betekenis van deze bijzondere samenwerking.

Processional

â–

nummer 1

â–

voorjaar 2012

â–

15


interview

Hoe groot is de urgentie? Peter Feld: “In technische beroepen slaan vergrijzing en ontgroening hard toe. In de procesindustrie zijn door vervanging en uitbreiding tot 2014 9400 banen te vervullen, terwijl er maar 4300 leerlingen van school komen. Onze klanten vragen steeds meer om gekwalificeerde kandidaten. Functies worden zwaarder en de eisen aan kandidaten stijgen mee. Vandaar dat er nu echt iets moet gebeuren. We stellen helaas wel vast dat bij bedrijven nog niet overal zo’n grote sense of urgency bestaat.”

Waarom met VAPRO? Peter Feld: “De samenwerking met VAPRO is voor ons logisch, onze verstandhouding is prima. Jullie zijn goed in het ontwikkelen van personeel, wij in het toeleiden van mensen naar de arbeidsmarkt. We staan beide voor kwaliteit. Grote bedrijven, vooral in de petrochemie, leiden op via het VAPRO-model. Vandaar dat wij als Randstad Techniek daar onze naam aan willen verbinden. We vullen elkaar goed aan, zo snijdt het mes aan twee kanten.”

begonnen en de eerste trajecten lopen. Regelmatig kloppen er bij VAPRO mensen aan zonder baan die de overstap willen maken vanuit een andere sector en een opleiding willen volgen. Maar dat kan niet als men geen werk heeft. Wij kunnen deze kandidaten helpen door een geschikte leerwerkplek voor ze te vinden. Met andere woorden, we kunnen zowel starters als ervaren technici de juiste opleiding bieden en blijven binden aan de industrie.”

Waar haalt u de mensen vandaan die u selecteert voor deze opleidingstrajecten? Peter Feld: “Het zijn vooral bestaande werkende uitzendkrachten. Met name de mensen die al in productieomgevingen werken of ermee bekend zijn. Bijvoorbeeld bij Grolsch hebben we vrij veel productiemedewerkers die in hun functie steeds meer opschuiven naar werkzaamheden op het niveau van procesoperator. Of mensen die erachter komen dat ze eigenlijk een kwaliteitsdiploma zoals VAPRO nodig hebben om hun baan in de toekomst te kunnen blijven vasthouden. We

Hoe is de samenwerking vormgegeven? Peter Feld: “Dat doen we door netwerken en contacten in de regio’s aan elkaar te koppelen en regionaal groepen VAPRO-procesoperators op te leiden. De eerste regio’s zijn al

Rendement van opleiden Om het rendement van uw organisatie ook in de toekomst te borgen, is actie nu noodzakelijk. Alleen door proactief te investeren in uw vakmensen, kunt u uw organisatie effectief op de toekomst voorbereiden. Hoe zorgt u dat u ook in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel heeft om uw bedrijfscontinuïteit zeker te stellen? Zoals uit onderzoeken blijkt, is investeren in menselijk kapitaal een belangrijke succesfactor. Maar wat is effectief investeren in menselijk kapitaal? En hoe kunt u uw interne organisatie vormgeven? Tijdens de interactieve workshop die VAPRO op het Randstad-congres zal verzorgen, worden al deze vragen beantwoord. Door verfrissende inzichten te presenteren, een aantal praktische oplossingen te bieden en ervaringen te delen, stellen we u in staat de juiste aanpak voor uw organisatie te bepalen. Tijdens de workshop stelt u onder andere de to do list samen die past bij uw organisatie. Meer weten? Neem contact op met Annemieke vd velden via a.vd.velden@vapro.nl of 06 30286890

16

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

kunnen daarbij selecteren uit een hele grote groep van onze uitzendkrachten die voor ons bij industriële bedrijven werken.”

Daarbuiten niet? Peter Feld: “Het lastige is dat mensen buiten de industrie nauwelijks op de hoogte zijn van het beroep operator. Als je geen ploegendienst gewend bent is zo’n overstap vaak zwaar. En er bestaan bij operators grote verschillen tussen niveaus, sectoren en aard van het werk. We doen ons best om te laten zien dat het vak van operator interessante carrièremogelijkhe-


Technische arbeidsmarkt: buigen of barsten? Op donderdag 22 maart a.s. organiseert Randstad Divisie Techniek het congres ‘Economische crisis: buigt of barst de technische arbeidsmarkt in Nederland’ in het Randstad congrescentrum in Diemen. den biedt. Maar er is nog een hoop te doen, bijvoorbeeld met publiekscampagnes, om passie voor dit vak te kweken.”

Wat zijn dat voor procesoperators, die via een uitzendbaan werken? Peter Feld: “Er is een groeiende groep leerling-operators en er zijn ook steeds meer hoger opgeleide operators die via tijdelijke contracten werken. Dat vinden ze prettig. Zo kunnen ze wat rondsnuffelen, wat bedrijven leren kennen, kennismaken met verschillende werkplekken, zonder dat ze zich vooraf al binden. Zo kunnen ze zich als het ware in het vak bekwamen.”

Wat zijn de ervaringen van de kandidaten?

Het plenaire programma bestaat uit twee lezingen. Prof. dr Arnoud Boot, hoogleraar Corporate Finance en Financiële Markten en director van het Amsterdam Center for Law & Economics aan de Universiteit van Amsterdam, zal zijn visie geven op de economische ontwikkelingen in Nederland en Europa. Flexibilisering speelt daarbij een steeds grotere rol. Hierbij staat het aanreiken van oplossingen vertaald naar ondernemerschap en arbeidsmarkt centraal. Vervolgens zal Wim van Wanrooij, directeur Specialties bij Randstad Divisie Techniek, ingaan op de ontwikkelingen in de technische arbeidsmarkt.

Peter Feld: “Aan het begin hebben ze de houding van: laten we het maar eens proberen. Daarna komt de positieve verrassing. Door de inhoudelijke verdieping en de vele mogelijkheden krijgen ze er al snel een goed gevoel bij. Ze merken dat ze zich door het vakmanschap te ontwikkelen, zich ook als mens en als persoon ontwikkelen. Maar niet iedereen kan zomaar meedoen. We testen mensen vooraf uiteraard op motivatie en leerniveau, want het zijn geen simpele trajecten. Het is een dubbele klus: aan de ene kant de hoge productieeisen tijdens het werken, daarnaast een zware studie.”

Het parallelprogramma bestaat uit zes interactieve workshops waarvan de bezoeker er één kan bijwonen: • online recruitment: hype of kans • het binden van schaarse vakmensen • ontwikkelen van mensen (bijdrage door VAPRO) • hoe aantrekkelijk is Nederland in de internationale technische arbeidsmarkt • is het in de toekomst nog mogelijk om zonder internationale vakmensen te bouwen • kun je in Nederland nog bouwen op zzp-ers.

Hebben bedrijven altijd deze hogere niveaus nodig?

Relaties van VAPRO zijn van harte uitgenodigd kosteloos deel te nemen. Het congres begint ‘s om 12.00 uur. Aanmelden kan via de website vapro.nl. Kijk bij nieuws: rendement van opleiden.

Peter Feld: “Sommige bedrijven hebben de neiging overgekwalificeerde mensen te vragen. Soms kun je beter volstaan met een evenwichtige mix van verschillende niveaus in een groep. Volsta in een team naast VAPRO C-operators ook met een aantal ervaren B-operators en wellicht ook A-operators, bijvoorbeeld. We hebben met onze opdrachtgevers dikwijls overleg om gewenste functie-inhoud en aangeboden kwalificaties van deelnemers beter op elkaar aan te laten sluiten.”

Hoe loopt het? Peter Feld: “De eerste honderd hebben we al bijna. Daarmee hebben we de doelstelling voor dit jaar gehaald. We gaan meteen verder met een nieuwe groep. Over de komende jaren moet dat natuurlijk nog veel meer worden, als je kijkt naar de tekorten die er aan zitten te komen.”

Randstad Techniek werft ook actief ouderen? Peter Feld: “Ja, we richten ons naast ervaren vakmensen en leerling vakmensen tevens op het bemiddelen van senior vakmensen van vijftig jaar en ouder. De werkloosheid onder deze groep is hoger dan gemiddeld, terwijl hun vakmanschap en ervaring erg gewild zijn. Het is voor het eerst dat dit onderdeel van Randstad extra nadruk legt op het bemiddelen van oudere vakkrachten, die als ervaren onderhoudsmonteurs, elektromonteurs, operators en lassers aan de slag moeten. En waar mogelijk koppelen we hen aan jongeren, zodat ze hun

liefde voor het vak kunnen overbrengen: het aloude meestergezel werken. Ondernemers moeten vooroordelen aan de kant zetten en meer gebruikmaken van seniore vakmensen. Ervaren technici zijn meteen productief en zorgen voor een gedegen kennisoverdracht binnen de organisatie. ”

Wat willen jullie op het aanstaande congres aan de orde stellen? Peter Feld: “Deze keer is het thema: De economische crisis – buigen of barsten op de technische arbeidsmarkt. We zoomen in op de laatste economische ontwikkelingen, geven een doorkijkje in de technische arbeidsmarkt van nu en morgen, en er zijn daarnaast allerlei workshops. We verwachten dit jaar weer veel bedrijven en organisaties te verwelkomen. VAPRO zal een workshop over het ontwikkelen van mensen voor haar rekening nemen. De problematiek van de vergrijzing is in de hele technische sector voelbaar, in bijna alle functiegebieden. Daarom zetten we het dit jaar op de congresagenda en maken we er in onze operatie ook al volop werk van.” ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

17


trend

De energiebewuste operator Rijksoverheid stimuleert branches tot grotere energie-efficiency Productschap Margarine, Vetten en Oliën, MVO, heeft met ondersteuning van Agentschap NL en VAPRO een project opgezet om operators een groter energiebewustzijn bij te brengen. Het doel is om, gewapend met nieuwe kennis en inzicht, in apparatuur en productieprocessen energie te besparen. Twee Zaanse bedrijven zijn inmiddels met een pilot gestart. Het is een project dat voor de hele industrie potentie biedt. Processional praat met Stefan Schuurmans Stekhoven, projectleider van Agentschap NL, Frank Bergmans van Productschap MVO en Dirk de Knecht van VAPRO.

Medewerkers van SRC BV in Zaandam volgen de cursus Energiebewuste operator. 18

Processional

nummer 1

voorjaar 2012


Sinds eind jaren tachtig maakt de Rijksoverheid met het bedrijfsleven meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA). Daarvoor zijn met vele sectoren convenanten afgesloten. Via een uitgebreid monitoring- en rapportagesysteem is vastgesteld dat de inspanning van bedrijven ook inderdaad tot resultaten heeft geleid. Gemiddeld is over alle jaren heen zo’n twee procent efficiency behaald. Stefan Schuurmans Stekhoven: “Bij start van het eerste convenant in 1989 ging het vooral om verbetering van efficiency van de interne productieprocessen. Energiegebruik stond toen nog niet zo prominent op de agenda van bedrijven en het was toen ook eenvoudig om met good housekeeping en

Van intern naar keten

technische verbeteringen grote slagen te maken. Er is berekend dat de industrie in deze programmaperiode tussen 20 en 23% energie wist te besparen. Dit is een gemiddelde; in een aantal sectoren was de winst nog veel groter.”

veel nieuwe kansen tot besparen. Energiezuinig ontwerpen kwam op, er werd kritisch gekeken naar de grondstoffenstromen. Ook de winst in de keten werd in de score van de MJA door middel van formules en wegingen verdisconteerd.

Convenanten afsluiten

Routekaart 2030

Nieuw voor de overheid was het convenant als instrument om via branches tot bindende afspraken te komen, in de geest van het beproefde ‘polderen’. Schuurmans Stekhoven: “De sectoren leverden een inspanningsverplichting. Het betrof immers maatregelen die niet vielen onder de Wet Milieubeheer, die wel een dwingend karakter heeft. Bedrijven stelden EBP’s op, zogenaamde energie-besparingsplannen. Bedrijven gaven aan dat ze over de planperiode van 4 jaar een besparing van 8% zouden gaan realiseren. Deze plannen omvatten drie typen maatregelen: zekere, voorwaardelijke en onzekere. Bij deze maatregelen leverde Agentschap NL ondersteuning. Bij de voorwaardelijke maatregelen werden partijen in brancheverband bijeen gebracht in gebruikersgroepen. Met deze krachtenbundeling kon men onderzoek doen, externe expertise raadplegen en rapportages opstellen.”

Inmiddels is de derde MJA-programmaperiode volop in uitvoering. Schuurmans Stekhoven: “Er is nog steeds aandacht voor proces- en ketenefficiency, maar nu is er een derde element aan toegevoegd. Sectoren worden in de gelegenheid gesteld om een routekaart tot 2030 te formuleren waarin een toekomstvisie is neergelegd. Een routekaart biedt twee perspectieven: binnen en buiten de fabriekspoort. Daarbij worden scenario’s ontwikkeld op basis van macro-ontwikkelingen. Door de meest waarschijnlijke scenario’s te vergelijken en terug te vertalen naar het heden, kun je voor nu bepalen welke maatregelen je moet nemen. De meeste routekaarten zijn begin 2012 opgeleverd.

De EBPs’ werden gaandeweg omgevormd tot EEP’s, energieefficiencyplannen. De sectororganisatie bundelt de voornemens uit de plannen van de bedrijven in een Meerjarenplan (MJP) voor de sector en neemt het initiatief om gezamenlijk studies en kennisoverdracht te organiseren. Bedrijven prognosticeren en rapporteren wat ze jaarlijks hebben bereikt. De optelsom wordt jaarlijks als een rapport aan de tweede kamer aangeboden. Lag in de eerste MJA-programmaperiode de nadruk vooral op procesefficiency, in de programmaperiode die eind jaren negentig startte, kwam de ketenefficiency erbij. Dat biedt

Basis verbreden De uitvoering van de ‘oude’ energie-efficiencyplannen lag binnen bedrijven vooral op het bordje van de energie- of milieuProcessional

nummer 1

voorjaar 2012

19


trend

coördinator, die met de productiemanager en inkoopmanager de energiezorg tot een succes maakten. Deze functionarissen konden weliswaar grote stappen zetten, het maakt de energiezorg aan de andere kant ook kwetsbaar, omdat het binnen bedrijven op slechts enkele schouders rustte. Stefan Schuurmans Stekhoven: “Veel maatregelen hangen af van menselijk gedrag, en dat moet je onderhouden. De huidige meerjarenafspraak biedt sectoren en bedrijven mogelijkheden om tot verfijningen in de maatregelen te komen, zodat het draagvlak binnen bedrijven groter wordt. Een sleutelrol is hierbij weggelegd voor de operators. Zij zien veel meer dan de milieucoördinator. Ze staan met hun neus bovenop de dagelijkse operatie.”

Pilot met MVO Het Productschap MVO, de branche voor de verwerking van oliën en vetten, heeft met Agentschap NL afspraken gemaakt om een pilot uit te voeren, waarbij operators zelf met energiebesparing aan de slag gaan. SRC en Pieter Bon, twee Zaanse bedrijven in de verwerking en opslag van plantaardige oliën, hebben samen vijftien operators geselecteerd om aan het programma mee te doen. VAPRO heeft een speciaal lespakket gemaakt, op basis van de VAPRO-methode. In de reguliere VAPRO-opleiding wordt al veel aandacht aan energie gegeven. Al deze kennis is nu gebundeld en uitgebreid met specifieke modulen afgestemd op de oliën- en vettensector. Onderdeel van het traject is ook het trainen van de facilitators,

dat zijn de ­managers die de groep coachen, vragen beantwoorden, helpen en assisteren.

Zelf aan de slag “Door ze verantwoordelijkheid te geven gaat het onderwerp veel meer leven en wordt het als het ware een sport 20

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

om zoveel mogelijk winst te behalen”, aldus Dirk de Knecht, die er als consultant van VAPRO nauw bij betrokken is. “We hebben daarvoor het cursuspakket Energiebewuste operator ontwikkeld. Maar het is meer dan een cursus. Je kunt het misschien nog het beste vergelijken met een continu verbeteren-methode als 5S of TPM. We laten operators zelf aan de slag gaan en de lol ervaren om verantwoordelijk te zijn voor het halen van energiewinst in de productie. Een voorbeeld: ik adviseer de deelnemers om aan het eind van de week eens een rondje door de fabriek te lopen, alsof je de directeur zelf bent. Wat valt je op? Wat draait of brandt er ‘zinloos’? Neem het allemaal mee. Tegen de betrokken managers zeg ik dat ze de emancipatie en de inspanning van de mensen op de werkvloer zichtbaar moet waarderen door voorgestelde maatregelen, hoe klein ook, over te nemen. En als dat niet onmiddellijk kan, aan te geven waarom het niet of pas later kan worden uitgevoerd. Die feedback is heel belangrijk om de motivatie van de operator niet te verliezen.” Meten is bij dit cursusprogramma’s essentieel. Dirk de Knecht: “Het vormt de basis voor de terugkoppeling voor de operator. Als de lijnen te weinig monitoringinformatie bieden, moet je overwegen om tijdelijk mobiele meters aan te sluiten.”

Duurzaam inbedden Inmiddels is het project van start gegaan. Naar verwachting is het in juli klaar om geëvalueerd te worden. Stefan Schuurmans Stekhoven: “Aan energiezorg moet je voortdu-

rend aandacht blijven schenken. Door het bij de werkvloer neer te leggen, bijvoorbeeld bij operators, maak je het duurzamer. Je moet de kennis en de houding zo in een organisatie inbedden dat het tot het DNA gaat behoren.” “Om dit programma onder een grote groep bedrijven en sectoren interessant te maken, zoeken we nog naar de juiste


MVO/VAPRO-cursus ‘Energiebewuste operator’ in december van start Frank Bergmans, projectleider van Productschap MVO: “De operators vormen de sleutel tot energie- en grondstoffen­ besparing. Daarom heeft het Productschap MVO in samenwerking met ATOS Consulting en VAPRO een cursus ontwikkeld om ze energiebewuster te maken. De vijftien deelnemers worden gestimuleerd om gegevens te verzamelen over de processen en installaties waarmee ze elke dag werken. Vervolgens gaan ze de gegevens analyseren, leren ze conclusies te trekken en met verbetervoorstellen te komen.” De theorie en de voortgang van de leerwerkopdrachten wordt in zes bijeenkomsten behandeld. VAPRO zal daarnaast regelmatig langs gaan om de werkgroepen van twee of drie deelnemers te ondersteunen bij het uitvoeren van de opdrachten en het opstellen van de verbetervoorstellen. VAPRO coacht ook de bedrijfsmentor, die vanuit het bedrijf de deelnemers ondersteunt en motiveert bij het uitvoeren van de leerwerkopdrachten. Frank Bergmans: “Voor managers die denken dat hun personeel alles al weet, bijvoorbeeld omdat ze enige tijd geleden een VAPRO-opleiding hebben afgerond of omdat ze al dertig jaar ervaring hebben, hebben we afgesproken dat

terminologie”, vult Dirk de Knecht aan. “Want je wilt het ook herkenning geven buiten de professionals met energie in hun takenpakket. Management én werkvloer moet zich erin kunnen herkennen. Misschien is de terminologie van WCM nog wel het meest herkenbaar. We gaan ook dit in de komende maanden verder onderzoeken.” ■

VAPRO een gratis online intake-toets aanbiedt. Zo weet men vooraf of deelname aan de cursus meerwaarde heeft voor het bedrijf én de operator. Bovendien vindt bij afronding van de cursus een eindmeting (toets) plaats ten aanzien van de vorderingen van de cursisten.” Er zijn twee soorten besparing, legt Bergmans uit. “Door een beter inzicht in de processen en het bewustzijn kan de operator de productie nauwkeuriger sturen wat direct leidt tot energie-, maar ook grond- en hulpstoffenbesparing. Die continue aandacht leidt al snel tot enkele procenten energiebesparing. Bovendien zullen er ideeën zijn voor verbetering van de processen. Het potentieel van optimalisatie van productieinstallaties of zelfs overstappen op nieuwe technologie is velen malen groter dan good housekeeping alleen.” De toegevoegde waarde van deze cursus voor de bedrijven gaat verder dan energiebesparing, concludeert Bergmans. “Door toegenomen kennis zijn operators breder inzetbaar en gemotiveerder. Ze krijgen beter inzicht in de milieueffecten van processen en hoe ze dat positief kunnen beïnvloeden, waarmee ze positieve bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de gehele MVO-sector.”

Wilt u meer info over dit project of onderzoeken of het ook in uw branche of bedrijf kan worden opgezet, neem dan contact op met Dirk de Knecht, tel. 06 5235 1504, D.d.Knecht@vapro.nl.

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

21


case

Phoenix, ROC Friese Poort en VAPRO leiden voedingsmiddelen B-operators op

‘Opfrissing voor de hele organisatie’ Niet vaak is Processional op bezoek bij een bedrijf dat al honderd jaar op dezelfde plek produceert. Het bezoek aan de melkpoederfabriek Phoenix in het Friese Scharsterbrug is om meer dan die reden bijzonder. Op het bedrijf volgen operators uit verschillende teams de VAPRO B voedingsmiddelen-uitstroomrichting. Hoe maak je nu zo’n intensief opleidingstraject tot een succes? Aan tafel met Eef van Apeldoorn van ROC Friese Poort, Wouter Leijen en Sjoerd van Aalsum, locatiedirecteur en hoofd productie van het bedrijf, en VAPRO-relatiemanager Bert Nentjes.

Eef van Apeldoorn (ROC Friese Poort), Sjoerd van Aalsum (hoofd productie), Bert Nentjes (relatiemanager VAPRO) en Wouter Leijen (locatiedirecteur). 22

Processional

nummer 1

voorjaar 2012


Vreugdenhil, het moederbedrijf van Phoenix, behoort sinds een aantal decennia tot de belangrijkste internationale aanbieders van gesproeidroogde zuivelproducten. Melk kan daarbij als grondstof dienen, maar ook afgeleide zuivelproducten. Ze vinden wereldwijd hun weg naar de zuivel-, chocolade-, ijs- en bakkerij-industrie. “In een tijd die gekenmerkt wordt door internationale fusies en acquisities, blijft Vreugdenhil een zelfstandig producent en leverancier van poedervormige zuivelproducten en op zuivel gebaseerde speciaalproducten. Door onze grote zorg voor voedselveiligheid en ons voortdurende streven naar efficiencyverbetering in de bedrijfsvoering kunnen we ook op de lange termijn concurrerend blijven”, aldus de website van het familiebedrijf. Het werkveld van Vreugdenhil is breed. Van inkoop en productie, opslag, verkoop en distributie van grondstoffen en halffabricaten en continue kwaliteitscontrole in het hele proces. Het succes wordt daarbij grotendeels bepaald door de toewijding en expertise van de medewerkers en het daaruit voortkomende gedeelde verantwoordelijkheidsbesef voor het eindproduct.

Scharsterbrug In Scharsterbrug, een dorpje onder de rook van Heerenveen, staat de zuivelfabriek Phoenix waar de rauwe melk binnenkomt. Afhankelijk van het te produceren product – magere melkpoeder, vol melkpoeder of roompoeder – wordt de melk gestandaardiseerd: zij wordt afgeroomd en het vet wordt op het gewenste percentage gebracht. De melk wordt daarna op lage temperaturen ingedikt zodat de kwaliteit en smaak behouden blijven. Afhankelijk van het te produceren product worden desgewenst in de ‘natte fase’ plantaardig vet, maltodextrine en andere grondstoffen toegevoegd. Ook producten met een hoog vetgehalte, zoals roompoeders, kunnen worden gemaakt. Dierlijk vet kan door plantaardig vet worden vervangen. Vervolgens wordt de ingedikte melk of mengsel onder hoge druk in droogtorens gespoten. Het product komt vervolgens op het fluïdbed neer, waar het laatste water verdampt en een mooi rul poeder overblijft. Daarna zijn er nog bepaalde afwerkingen mogelijk en gaat het product in zakgoed, bigbags of bulk naar de klant, 120 miljoen kilo per jaar – bijna alles is export. Azië en Afrika zijn de belangrijkste afzetmarkten. Daar worden de melkvervangende poeders van Vreugdenhil Scharsterbrug gebruikt in thee, koffie, garnering over taarten of om er opnieuw melk of yoghurt van te maken. “Daar waar weinig of geen koeien zijn, gaan we met onze producten naar toe”, vat locatiedirecteur Wouter Leijen het krachtig samen.

Passie voor poedermaken Phoenix Scharsterbrug heeft 50 mensen in vaste dienst, aangevuld met 15 uitzendkrachten. Er werken 25 man in de

Gemotiveerde klas, hard aan het werk. Processional

nummer 1

voorjaar 2012

23


case

productie: vier ploegen van zes mensen. “Een poedermaker vind je niet op straat”, aldus Wouter Leijen. “Die moeten we zelf opleiden. Vier jaar geleden zijn we van drie naar vier ploegen gegaan. Maar het is moeilijk om aan de juiste mensen te komen. Voor ons telt het opleidingsniveau niet zo zwaar. Belangrijker is of we iemand inschatten dat hij kan groeien en passie krijgen voor het poedermaken. We hebben daarom besloten zelf te gaan opleiden en samen met VAPRO en ROC Friese Poort een VAPRO B traject te starten.”

Leijen: “Vroeger ging iemand buiten de deur ‘op cursus’. Als hij terugkwam ging alles meestal op dezelfde manier door als tevoren. De huidige manier van opleiden is uniek. We laten onze mensen meedoen in het onderwijsproces. Er is veel meer interactie en enthousiasme, bij de cursisten onderling en met de collega’s in de ploeg. Dat heb je nodig. Als dat niet gebeurt, gaat het mis met een opleiding en haal je onvoldoende uit de inspanning.” Eef van Apeldoorn, Friese Poort: “Van tevoren moeten we doel en middelen helder krijgen, de impact inschatten en de verwachtingen checken. Dan pas van start. De samenwerking van de partijen, zoals we hier aan tafel zitten, is van cruciaal belang. Ieder speelt zijn ‘opleidingsrol’. VAPRO koppelt de theorie en de praktijk in de leerstof en faciliteert, dat is haar kracht. Onze taak is zo goed mogelijk steun bieden, dat doen we door secuur te zijn in de selectie van onze docenten. Een goede docent speelt een bepalende rol voor het succes van een opleiding. Het vinden van goede docenten, mensen met voldoende kennis en een achtergrond in de proceswereld, valt niet altijd mee. Een goede aansluiting met cursisten is het halve werk.” Van Aalsum: “Wij hebben wat dat betreft inderdaad aan onze docente Anneke Apperloo een hele goeie.”

Productontwikkeling

Theoretische bagage “De praktijk van het poedermaken kennen we wel. Met de nieuwe VAPRO B voedingsmiddelenopleiding geven we onze mensen de theoretische bagage die van toegevoegde waarde is in het proces”, zegt hoofd productie en opleidingscoördinator Sjoerd van Aalsum. “Deelname is op basis van vrijwilligheid. We hadden meer kandidaten dan plaatsen. Na een intredetoets, om het niveau en de leercapaciteit in te schatten, hadden we de deelnemers. In september zijn we gestart aan het traject dat tweeënhalf jaar zal duren.” De studiedruk is redelijk hoog, als je een drukke baan in de ploegendienst hebt. Er zijn tien lesuren in de week, maar men mag tijdens het werk studeren, als het rustig is. Van Aalsum: “Door de opzet van de leerarrangementen krijg je sneller interessante leerstof, waardoor je gemakkelijker gemotiveerd blijft. We merken dat de cursisten het een leuke manier van leren vinden: praktijk waar je de theorie aan ophangt.”

Wouter Leijen legt uit wat het bedrijf van zijn operators vraagt. “Ons bedrijf is ook onze proeffabriek. We innoveren terwijl we produceren. We hebben geavanceerde apparatuur waarmee we complexe producten kunnen maken. Klanten komen bij ons met bijzondere of lastige vragen. Binnen een paar weken kunnen we een nieuw product voor ze maken. Dat is leuk en uitdagend, ook voor onze operators. Daarvoor vragen we ook wel wat van hen, zowel qua houding als kennis.” VAPRO-relatiemanager Bert Nentjes: “Er is voor operators in de voedingsmiddelensector sprake van een grote verschuiving van ambachtelijk werk met de nadruk op grondstofkennis naar inzet van procestechniek, waarbij de nadruk naar meet- en regeltechniek en besturingstechniek verschuift. De VAPRO B uitstroom voedingsmiddeltechnologie combineert specifieke voedingsmiddelenthema’s in een reguliere VAPRO-opleiding. De structuur sluit aan op het VAPRO-opleidingsmodel. Daardoor is het eindniveau gegarandeerd.” Wouter Leijen besluit: “Onze markt ziet er gezond uit. Ons bedrijf heeft in de honderd jaar van zijn bestaan nog nooit zoveel poeder gemaakt als nu. Door niet op te leiden zet je je ontwikkeling stil. We frissen onze hele organisatie op met deze opleiding. Straks zijn we apetrots dat we weer VAPRO B gediplomeerden hebben!”

Maximaal rendement Hoe zorg je er nu voor dat zo’n opleidingstraject een succes wordt en het bedrijf er maximaal van profiteert? Wouter 24

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

Voor vragen over dit traject kunt u contact opnemen met Bert Nentjes via b.nentjes@vapro.nl of 06 222 66 743. ■


service

Slimme opzet Leergang Management faciliteert snel leren

‘Goed luisteren en een spiegel voorhouden’ VAPRO is een jaar geleden gestart met de ontwikkeling van een Leergang operationeel management en persoonlijk leiderschap. Hier is veel vraag naar omdat reguliere managementopleidingen niet altijd aansluiten op de praktijk van een leidinggevende binnen een industriële omgeving. Dat het in een behoefte voorziet blijkt uit de grote aantallen (toekomstige) leidinggevenden die het eerste proefcollege bezochten. Inmiddels is de eerste groep deelnemers ruim vier maanden onderweg. Tijd om eens met ze aan tafel te gaan zitten en te luisteren wat het nu al heeft opgebracht. Het eerste dat opvalt aan de elf deelnemers van de leergang is hoe divers ze zijn: manager productions, wachtchef, hoofdoperator, eerste operator, afdelingshoofd processing, supply manager. Ambitieus talent van zesentwintig zit schouder aan schouder met een directeur-eigenaar die al vijfendertig jaar stevig aan het roer staat van een goedlopende industriële organisatie.

Menskant De redenen om aan de Leergang mee te doen lopen erg uiteen. De een wil na een promotie naar een leidinggevende functie ‘krachtiger’ worden, bouwen aan zijn bagage. De

ander wil verdieping krijgen in zijn functie met veel aandacht voor de menskant. Voor enkele deelnemers is de herkenbaarheid van een industriële omgeving in de Leergang erg belangrijk. Dave Verdonschot (Nyrstar) krijgt van zijn werkgever ruimte zicht verder te ontwikkelen maar zag al snel dat bij algemene managementopleidingen veel aan de orde komt waar hij niets mee zal doen. “VAPRO ligt meer in mijn straatje, ik werk immers in de procesindustrie. Ik ben eigenlijk ook wel begonnen aan deze Leergang omdat ik op termijn verwacht wachtchef te worden. En daar worden andere dingen van verwacht, coaching bijvoorbeeld.” Omgang met collega’s is voor Max Heijmann (Sekisui) een belangrijk aspect. “Sommige medewerkers zijn behoorlijk assertief, ze nemen geen blad voor de mond. Dat doe ik zelf ook niet en dat kan soms botsen. Daarom wil ik beter omgaan met conflictsituaties. Ik merk nu al dat ik vooruitgang boek. In een tussentijdse beoordeling van mijn werkgever scoorde ik al beter. Daar heb ik niet zoveel voor hoeven te doen: vooral goed luisteren naar mijn medestudenten op de Leergang.”

Spiegel Veel deelnemers zijn niet bepaald beginners. Ze vinden wel dat er nog geschaafd kan worden aan hun skills of zijn op zoek naar een spiegel. John de Lange (Polytechniek) heeft in de 35 jaar als directeur-eigenaar al veel gezien, zoals hij het zegt. “De leergang is voor mij een stuk zelfreflectie. Ik hoor en zie dingen waar ik zelf niet bij heb stilgestaan. Ik krijg tijdens de leergang meer gereedschap om leiding te geven. De gesprekstechnieken die we trainen geven zelfvertrouwen.” Marco de Kruyf (Smit & Zoon) zit in een vergelijkbare situatie. “Ik geef al lang leiding. Dan heb je het idee dat je alles al kan. In de loop van de tijd heb je jezelf dingen Processional

nummer 1

voorjaar 2012

25


service

Opzet van de Leergang: versneld leren Het ontwerp van de leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap is gebaseerd op Accelerated Learning principes: op versnelde wijze leerprocessen laten plaatsvinden. Hierbij wordt rekening gehouden met de volwassenheid van de deelnemers en dus hun ervaring en reeds aanwezige kennis, maar ook met recent hersenonderzoek met betrekking tot leren. Zo wordt in het artikel verwezen naar het grote aantal pauzes tijdens de modules. Hoe lang kan iemand zich concentreren op één onderwerp? Na maximaal veertig minuten dwalen je gedachten af. Tijd voor een korte break, even switchen, muziekje op, praatje met de andere deelnemers en men is weer fris voor de volgende veertig minuten. Er is veel afwisseling tijdens een module, zowel qua onderwerpen als werkvormen en opstellingen in de ruimte. Het ene moment zit je met de hele groep in een kring rond een tafel, het volgende in een halve cirkel zonder tafel. Dan weer in tweetallen in de aula en dan weer in groepjes van vier rond losse tafels. Er wordt veel gelachen, de sfeer is ontspannen en veilig. Elke onderwerp komt in meerdere modules terug, waarbij de zwaarte en complexiteit toeneemt. De opbouw is doordacht en vloeiend. De onderwerpen sluiten aan bij de dagelijkse werkpraktijk en de werkvormen zijn afwisselend: zelfreflectie, buzz-groepen, schrijfopdrachten, spelvormen, zelfkennistesten, groepsreflecties, noem maar op. Ook is de sfeer open. Het weerbericht aan het begin van elke module brengt deelnemers in het hier en nu, zodat zij mentaal volledig aanwezig kunnen zijn de rest van de dag. Tussen de modules in vindt intervisie plaats. Hierbij is geen begeleiding, de deelnemers zijn volledig zelfsturend. Er worden vanuit de leergang wat onderwerpen aangedragen, maar het staat de intervisiegroepen vrij om zelf invulling te geven aan de gesprekken. Ook wanneer zij de aangeboden onderwerpen even laten voor wat ze zijn, omdat iets anders op dat moment hun aandacht vraagt. Dat is volwassenheid: zelf sturing geven aan je leerproces. Als ontwikkelaar en begeleider van de leergang zie ik mezelf dan ook niet als docent, maar ik faciliteer het leerproces. Daarnaast zie ik mezelf als katalysator. Ik breng de leerprocessen op gang en verdwijn dan weer naar de achtergrond. Dat is dan ook de reden dat elk programma per module eindigt met het onderdeel START!. Want na een module begint het voor de deelnemers pas. Dan gaan zij het geleerde in praktijk brengen op het werk, in intervisiegroepen bespreken en via PBWorks (als online ondersteuning) kennis uitwisselen. En dat gebeurt vrijwel moeiteloos. Het leren gaat bijna vanzelf, wordt iets vanzelfsprekends. Dat is de kracht van het Accelerated Learning principe. Versneld leren. Michel Koppenaal (m.koppenaal@vapro.nl / 06 226 136 95) ontwikkelaar/begeleider

26

Processional

nummer 1

voorjaar 2012


aangeleerd en doe je alles op je eigen manier. Misschien kun je mijn deelname aan de Leergang zien als een ‘midlife crisis in leidinggeven’. Wat me aanspreekt is de toolbox waaruit je in de dagelijkse praktijk kunt putten. Ook goed is dat deelnemers zelf vorm geven vorm aan de Leergang.”

Energie Je leert tijdens de Leergang door actief mee te doen of gewoon goed te luisteren naar anderen. Marco geeft aan dat na een dag samen hard werken het enthousiasme na afloop veel energie geeft. “Na een training ben ik eigenlijk helemaal niet uitgeput. Op een lesdag komen verschillende thema’s, oefeningen en discussies aan bod. Het zijn zeker geen stoffige dagen. Aan het einde ben je enthousiast over het geleerde en het stimuleert om je er verder in te verdiepen.” Instemmende geluiden klinken uit de groep. Iemand vertelt over de verwarring bij het eerste college. Bij binnenkomst boog iedereen zich over het rooster dat ogenschijnlijk uit een reeks van pauzes bestond. Nu begrijpt men de filosofie erachter en weet men waarop het succes van de Leergang is gebaseerd. Het ochtendritueel als het bespreken van het weerbericht leidt steevast tot onverwachte discussies en kennisoverdracht. Het is kennis die je niet zomaar in een boek zult vinden.

Chemie Farmacie Levensmiddelen Olie en gas

Profiteren Meerdere deelnemers gaven aan dat het enthousiasme van het proefcollege van deze Leergang hen over de streep heeft getrokken. Leren doen de deelnemers vooral van elkaar. Iedereen is erg open over zijn werksituatie, waardoor er optimaal van elkaars kennis wordt geprofiteerd. Een van de deelnemers merkt terecht op dat iedereen met dezelfde uitdagingen te maken heeft, maar dat er per bedrijf toch hele verschillende oplossingen zijn. Om dit effect te versterken gaan de deelnemers ook regelmatig bij elkaar op bezoek. Leren van elkaar: dat is het geheim van het succes van de Leergang. ■

Is deze leergang ook wat voor u? Schrijf dan in voor het gratis proefcollege. De volgende vindt plaats op woensdag 9 mei om 14.00 uur te Den Haag. Inschrijven kan via www.vapro-college.nl/proefcollege

Vind hier uw procesoperators! Nu is er een site waar álle (toekomstige) procesoperators zoeken naar een nieuwe baan. Wilt u uw vacature(s) ook plaatsen? Neem direct contact op via de contactgegevens op de site.

vacatureprocesoperator.nl Processional

nummer 1

voorjaar 2012

27


subsidie

Het Rijk helpt u innoveren Om te zorgen dat het bedrijfsleven stimulansen krijgt voor innovatie zodat Nederland internationaal zijn rol kan blijven spelen, bestaan er tal van financiële regelingen. We zetten er een aantal voor u op een rij. VAPRO Subsidieadvies is uw partner als u kennis, ervaring en begeleiding nodig heeft. Momenteel wordt innovatie al via de (recent uitgebreide) fiscale aftrek gestimuleerd. Want wanneer u technologisch onderzoek uitvoert of voor uw organisatie technisch nieuwe producten of processen ontwikkelt, kunt u in aanmerking komen voor de fiscale stimuleringsregeling WBSO.

WBSO De Wet Bevordering Speur & Ontwikkelingswerk stimuleert innovatieve bedrijven in hun speur- & ontwikkelingsactiviteiten, S&O. De WBSO is interessant bij structureel nieuwe ontwikkeling van producten en -processen of bij technisch onderzoek naar mogelijkheden om het productieproces sterk te verbeteren.

Voorbeeld technisch onderzoek Uw bedrijf werkt met toxische stoffen en uw mensen worden hieraan in lage concentraties blootgesteld. Nu valt dit ruim onder de wettelijke eisen (MAC-waarden) maar in de toekomst zullen de eisen strenger worden. Door middel van onderzoek wilt u het vrijkomen van deze toxische stoffen met 50 procent reduceren. Het onderzoek bestaat uit: • een analyse van de technische knelpunten in het huidige productieproces; • onderzoeken van alternatieve productiemethoden, waarbij nader ingegaan wordt op de mogelijkheden van een nieuwe systeemarchitectuur; • inventariseren welke gevolgen de mogelijke verbeteringen hebben voor de inrichting van het productieproces voor wat betreft het automatiseringsconcept, het voorraadbeheer en de interne logistiek. Dit resulteert in een rapport waarin de onderzochte oplossingsrichtingen met hun effecten worden beschreven. Wat is subsidiabel binnen welke regeling: • de gemaakte interne uren ten behoeve van het project kunnen binnen de WBSO worden opgevoerd; • de uitgaven met betrekking tot de technische innovatie vallen onder de RDA.

28

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

Uw financieel voordeel bestaat uit een tegemoetkoming in de loonkosten waardoor minder loonheffing afgedragen hoeft te worden en de uren die besteed worden aan literatuurstudie, onderzoek, ontwerp, testen, overleg en bouwuren aan prototypes kunnen binnen de gestelde projectperiode worden opgevoerd.

RDA en Innovatiebox Wanneer u (eerder) een WBSO aanvraag heeft ingediend ontvangt u een zogenaamde S&O-verklaring. Met deze verklaring kunt u tevens gebruik maken van de Research & Development Aftrek (RDA) en de Innovatiebox. Daar waar WBSO een vergoeding geeft voor gemaakte interne uren op het gebied van S&O, kunnen kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan het S&O in aanmerking komen voor de RDA. Uw financieel voordeel bestaat in dat geval uit een aftrekpost voor uw aangifte winstbelasting, in 2012 is dat 40%. De Innovatiebox is een extra financiële stimulering bovenop de bestaande WBSO-regeling. Het deel van de winst (of kostenbesparing) dat toerekenbaar is aan de innovatiefunctie van het bedrijf (vanuit WBSO of octrooi) wordt als innovatiewinst aangeduid. Deze winst uit S&O-activiteiten wordt belast tegen een veel lager tarief van 5% in plaats van 25,5%.

Subsidiescan Naast bovengenoemde innovatieregelingen zijn er meer (regionale- en/of provinciale) subsidieregelingen te koppelen aan uw activiteiten. Heeft uw bedrijf in de afgelopen periode activiteiten en/of projecten uitgevoerd of investeringen gedaan op het gebied van personeel, scholing en werkgelegenheid, innovatie, veiligheid, export en/of (internationale) samenwerking, of verwacht uw bedrijf dit binnenkort te gaan doen, laat dan de VAPRO Subsidiescan uitvoeren. Hiermee worden activiteiten en projecten binnen uw organisatie in kaart gebracht en waar mogelijk gekoppeld aan subsidieregelingen. Hierdoor krijgt u grip op uw haalbare subsidievoordelen.

Meer weten? De vragenlijst voor de Subsidiescan vindt u op www.vapro.nl/Subsidieadvies. Als bezig bent met vernieuwing of innovatie, dan voeren we graag een vooronderzoek uit in het kader van WBSO, RDA en/of de Innovatiebox. Neem contact op met de afdeling subsidies van VAPRO via 070 337 83 63 of mail naar subsidieadvies@vapro.nl. ■


PMLF nieuws

PMLF Award Beste Praktijk­ begeleider 2012 In 2012 zet Kenniscentrum PMLF de praktijk­ begeleider officieel in het zonnetje. Er zal een Award voor beste Praktijkbegeleider worden uitgereikt. Deze award drukt de waardering voor praktijkbegeleiders uit, die veel energie en tijd stoppen in het uitvoeren en handhaven van een goed systeem van begeleiden tijdens de opleidingen voor huidige en toekomstige medewerkers. Deze nieuwe award is de opvolger van de Award Beste leerbedrijf PMLF, die vooral gericht was op de gehele opleidingsorganisatie van bedrijven.

Vanaf 2012 zullen jaarlijks praktijkbegeleiders uit één van de PMLF-sectoren worden gekozen. Dit jaar beginnen we met de sector Procestechniek, praktijkbegeleiders krijgen de mogelijkheid om zich voor te (laten) dragen. Ze kunnen dit zelf doen, of met hulp van een onderwijsinstelling of consultant. Tevens kunnen praktijkbegeleiders door een onderwijsinstelling voorgedragen worden. De feestelijke uitreiking staat gepland in oktober, tijdens een van de Praktijkbegeleidersdagen die dit jaar voor de sector Procestechniek georganiseerd worden. Via de PMLF nieuwsbrieven en informatie op onze website www.pmlf.nl houden wij u hierover op de hoogte. Op de website verschijnt binnenkort het aanmeldformulier. Voor vragen over de award en de uitreiking kunt u zich wenden tot Marion Reerds, m.reerds@pmlf.nl, 06-52572283 of Anneke van den Engel, A.vd.Engel@pmlf.nl, 06- 22707198. Wij zien uit naar uw voordrachten! ■

Colo is nu SBB De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, SBB, is per 1 januari 2012 officieel een feit. Het bedrijfsleven en beroepsonderwijs vormen samen deze stichting. Deze partijen werken binnen SBB aan thema’s als kwalificatiestructuur, examens, beroepspraktijkvorming en opleidingsaanbod. Daarmee optimaliseert SBB de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Het doel is om voor nu en de toekomst voldoende vakmensen te hebben. Deze nieuwe stichting neemt nadrukkelijk de verantwoording voor een goede aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op zich. In het verleden was deze aansluiting meer gebaseerd op vrijblijvende samenwerking die niet altijd voldoende basis bood, aldus minister Van Bijsterveldt. Ze vindt dat heldere afspraken noodzakelijk zijn en heeft daartoe SBB in het leven geroepen, met als doel het bevorderen van de aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Met de komst van SBB is Colo opgehouden te bestaan. ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

29


PPN nieuwsbrief

Week van de Procestechniek 2012 In een aantal regio’s zit de Week van de Procestechniek er alweer op. In week 4 (van 23 t/m 27 januari) kregen ruim 5000 leerlingen een kijkje in de keuken van de procestechniek. Ze mochten rondkijken bij bedrijven en leerden de procestechniek kennen aan de hand van doeactiviteiten, zoals het maken van haargel. De reacties waren positief: leerlingen noemden de bedrijfsbezoeken ‘interessant en leerzaam.’ Inmiddels was het de elfde keer dat het evenement plaatsvond. (In een aantal regio’s zijn de activiteiten in een andere periode gepland. Raadpleeg voor meer informatie www.weekvandeprocestechniek.nl.)

Lab Experience Days In oktober en november 2011 waren de allereerste Lab Experience Days. Deze vonden ‘in house’ plaats bij SGS in Rotterdam, Mead Johnson in Nijmegen, RIKILT in Wageningen en MSD Animal Health in Boxmeer. Zo’n 1.500 scholieren en ouders maakten tijdens dit evenement intensief kennis met de laboratorium-

De Lab Experience Day bij SGS in Spijkenisse 30

Processional

nummer 1

voorjaar 2012

Leerlingen krijgen uitleg over bier brouwen tijdens de Week van de Procestechniek techniek. De scholieren en de ouders beoordeelden de Lab Experience Days met een 8,0. “We kunnen dus spreken van een groot succes!”, aldus Pauline Sloet projectleider bij Stichting C3. Stichting C3 wil met de Lab Experience Days middelbare scholieren enthousiasmeren voor de laboratoriumopleidingen. Scholieren kunnen ‘in house’ kijken bij de werkgevers in de laboratoriumtechniek. Ouders zijn ook welkom, daarvoor is een apart programma opgesteld. Ook in 2012 staan er weer Lab Experience Days gepland. Onder andere in de regio Groningen, Bergen op Zoom en Limburg. Wil je precies weten waar en wanneer of wil je meer weten over de Lab Experience Days, ga dan naar www.labexperience.nl De Lab Experience Days is een samenwerking tussen Stichting C3, de Human

Capital Chemie, FeNeLab, DAS en Kenniscentrum PMLF.

Nieuw evenement promotie procestechniek Eind 2011 hebben Shell en Stichting C3 de handen ineen geslagen om in 2012 een nieuw evenement op te starten, met als doel het promoten van de procestechniek. Hiermee wil C3 de vooroordelen van jongeren over procestechniek wegnemen en de instroom van studenten procestechniek verhogen. “Jongeren willen graag uitdaging, ontwikkeling en samenwerking. Deze elementen zijn allen terug te vinden in de procestechniek en dat willen we met dit evenement laten zien”, aldus Remco Simonsz, projectleider bij C3. Meer weten over dit evenement? Volg de laatste ontwikkelingen op www.C3.nl. ■

De PPN Nieuwsbrief is een ­uitgave van het netwerk Promotie Proces- en Laboratoriumtechniek Nederland (PPN) en Stichting C3 en is opgenomen in ieder nummer van Processional. Voor meer informatie over het PPN-netwerk en haar activiteiten kijkt u op www.C3.nl en kunt u terecht bij Petra Buiter, (070) 337 87 85, pbuiter@C3.nl.


het gezicht van

‘Een organisatie laten open bloeien is als motorrijden’ In ieder nummer portretteert Processional een medewerker. In dit nummer stellen we Chris Van der Schueren voor, general manager VAPRO België. Zijn taak is het dit ‘satellietkantoor’ tot een volwaardige organisatie uit te bouwen. Vertel iets over jezelf. Ik ben gehuwd, vader van Sarah (16), Amber (11) en Maarten (7). Ik speel graag accordeon, sax en piano, rijd motor en ben druk met mijn gezin.
Ik heb altijd in de streek rond Gent gewoond, met uitzondering van mijn studententijd.

En je studieachtergrond? Dat is handelsingenieur beleidsinformatica aan de KU Leuven. In de laatste achttien jaren ben ik professioneel bezig geweest met het opbouwen van jonge early stage bedrijven. Eerst vooral technologiebedrijven uit de VS, later ook Belgische bedrijven die in Europa wilden groeien. Voordat ik bij VAPRO kwam werkte ik als manager voor MESware, dat software voor planning, besturing en logistiek maakt voor de procesindustrie.

En nu aan de slag bij VAPRO... Ja, sinds 1 juli vorig jaar ben ik general manager. Het doel is om op het grond-

werk van mijn zeer gewaardeerde voorganger Koos Dijkstra de organisatie verder uit te bouwen. De ambities zijn hoger. Niet langer een satellietkantoor zijn, maar uitgroeien tot een volwaardige organisatie, gedragen door en voor de Belgen.

Geen plek meer voor de Hollanders? Niet dat onze Nederlandse consultants die regelmatig bij Belgische opdrachten werden ingezet dit niet konden. Maar verschil in taalgebruik, behoeftes en cultuur maken dat we ook onze eigen koers moeten varen. Neen, wij verloochenen onze afkomst niet. Een goede motorfiets, blijft een goede motorfiets, al moet die nu op Belgische wegen rijden. We willen gewoon zo dicht mogelijk bij de werkvloer staan.

Hoe ga je het aanpakken? Verder bouwend op mooie succesverhalen en een gevarieerd klantenbestand, zal VAPRO België zich de komende jaren ontplooien tot een volwaardig gesprekspartner voor ieder bedrijf in de procesindustrie die duurzame vorming van de medewerkers hoog in het vaandel voert. Onze unieke methodologie van werkplekleren, waarbij op een gestructureerde manier on-the-job training wordt gecombineerd met klantenspecifieke opleidingen, maakt dat VAPRO België de partner bij uitstek is bij het opbouwen,

borgen en behouden van kennis binnen ieder bedrijf.

Waar ligt de nadruk op? Vertrekkend vanuit de filosofie dat een kwalificatie geen doel op zichzelf is, maar eerder een gevolg van gedegen vorming en opleiding, zal VAPRO België zich de komende jaren volledig focussen op de ontwikkeling van klantenspecifieke opleidingen en vormingstrajecten. Vanuit wat er moet geleerd en gekend zijn op de werkvloer, wordt voor iedere klant op maat het hoe ingevuld. Maar we nemen onze verantwoordelijkheid. Zo hebben we ook steeds de checkpunten of daadwerkelijk iets geleerd is, ingebouwd.

Wat is je ervaring tot nu toe? Er is in België een serieuze behoefte aan een dergelijke aanpak. Momenteel rekruteren we ervaren technische medewerkers met de nodige didactische skills, die na een inwerkingperiode onze aanpak en filosofie verder kunnen uitdragen en implementeren. De combinatie van technisch ervaren en didactisch onderlegd is schaars. We zijn dan ook zeer kieskeurig bij het werven van nieuwe collega’s. Een organisatie laten open bloeien, is zoals motorrijden: goed focussen en ver genoeg voorruit kijken, dan volgt de rest vanzelf. ■ Processional

nummer 1

voorjaar 2012

31


scan de code met je smartphone

PRO INDUSTRY WEET WAT U ZOEKT EEN GOEDE MATCH. DAAR KUNT U OP REKENEN. Pro Industry beschikt over een groot en gevarieerd bestand van kandidaten. Snel schakelen om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen, is onze specialiteit. Dat biedt niet alleen voordelen voor u: het geeft onze kandidaten ook vertrouwen en motivatie, waardoor zij sneller meedraaien in uw bedrijfsprocessen.

www.proindustry.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.