t r a n s p o r t
e n
c o m m u n i c a t i e
10 / 2012
INFO
Een gelukkig 2013 !
A C V
TRANSCOM
December 2012
Brussel X
Afgiftekantoor :
Postabonnement
Inhoud Post Reorganisatie RSS 2013 Hoe bereken ik mijn maandwedde? Dienstorganisatie 2013
p. 4
Te l e c o m Pas op voor voordelen in natura
p. 9
Diamant Basiscursus diamantslijpen Uitbetaling wintervakantiegeld
p. 10
Spoorwegen Tweeledige structuur = foute keuze Studiedagen kern- en jongerenmilitanten Rubriek (ver)(w)eetjes
p. 12
Cultuur Artiesten oefenen een zwaar belastende activiteit uit. Overleg in de VRT
p. 16
Mobiliteit Brussels Airport
p. 21
Water Oostendse havenarbeiders krijgen loon na twee jaar
p. 22
Vervoer over de weg Eindejaarspremie 2012 Orditach USB-stick met kaartlezer Les Routiers EuropĂŠens Lonen en indexeringen
p. 23
Intersectoraal Misstanden in de uitzendsector Bijdrageverhoging goedgekeurd In memoriam Anders-actieven en nog veel meer...
p. 28
Edito Katrien Verwimp, Voorzitter
Onevenwichtige begroting De kogel is door de kerk. De federale regering is er in geslaagd de begroting voor 2013 in orde te krijgen. Hoewel de begroting enkele positieve zaken bevat (geen indexsprong), is ze toch vooral onevenwichtig. Van relance is er bovendien weinig of geen sprake. Opmerkelijk detail: tijdens de onderhandelingen matot de loonkloof ten opzichte van onze buurlanden. De loonkost werd dus zwaar overschat. In de cijfers is er geen rekening gehouden met de vijf miljard subsidies die bedrijven effectief krijgen. De media namen deze
December 2012
Didier Smeyers, Ondervoorzitter
nipuleerden de werkgevers de cijfers met betrekking
cijfers blind over. Gelukkig is het tij aan het keren. Je hoort hier en daar meer stemmen opgaan die zeggen dat de loonkostkloof wordt overroepen. Bovendien is de versterking van onze concurrentiepositie en de verbetering van de werkgelegenheid meer dan alleen maar een verhaal van de loonkost. Het gaat over investeren in opleiding, innovatie, inspanningen van werkgevers voor tewerkstelling van risicogroepen en de uitbouw van het alternerend leren en werken voor jongeren. De Belgische werknemer staat gekend om zijn/haar hoge productiviteit en onze arbeidsmarkt kent al een grote mate van flexibiliteit. Zeker in sectoren die grote concurrentie ondervinden van onze buurlanden, denk
Eindredactie : Piet Catry Jef Kerremans
Opmaak: Doneux - Mettet
Druk: Corelio Printing
maar aan havenarbeiders en vrachtwagenchauffeurs Maar hoe zit het nu met het interprofessioneel overleg? Een onevenwichtige begroting is voor ons geen reden om niet deel te nemen aan het interprofessioneel overleg. Integendeel, het is net een mogelijkheid om tot een evenwichtiger plaatje te komen. “Terugkeren naar de onderhandelingstafel is geen toegeving, het is een eis�, aldus Marc Leemans. Aan de zijlijn gaan staan helpt niet, enkel door gedreven aan de onderhandelingstafel plaats te nemen, kunnen we dingen
Foto’s :
bereiken. En hopelijk vliegen er nog heel wat kogels
Redactie ACV-Transcom
door de kerk.
Post
Reorganisatie RSS 2013 op basis van het tijdpotentieel Elk jaar worden de organisaties van de kantoren en de agentschappen van het netwerk RSS aangepast op basis van het aantal contacten en het nieuw tijdpotentieel voor de transacties.
gelegd aan de vakbonden. Ook dit jaar is dit het geval en werd deze catalogus voorgelegd op het Paritair Comité van 22 november 2012. Onze vakbond heeft vastgesteld dat:
De jaarlijkse normencatalogus dient als basis voor de berekening van het tijdpotentieel. Bij de berekening wordt rekening gehouden met alle elementen (PostStationtransacties, BankStationtransacties, forfaitaire tijden, …) uit de periode van 12 maanden die voorafgaan aan de berekening (de referentieperiode). RSS legt elk jaar het tijdstip van de berekening vast en bepaalt dus de referentieperiode. De berekening van PostStationtijden en BankStationtijden kunnen dus van referentieperiode tot referentieperiode verschillen. Het rekenmodel houdt het aantal contacten bij en berekent automatisch de normen van de met PostStation en BankStation uitgevoerde loketbewerkingen. De basistijd van alle transacties is het gemiddelde van de werkelijke tijd van elke transactie gedurende de volledige referentieperiode. De normen van de loketbewerkingen die niet met PostStation en BankStation worden uitgevoerd, zijn gebaseerd op tijdsmetingen.
1. Ongeveer 90 procent van de tijden voor de loketbewerkingen uitgevoerd in PostStation elk jaar opnieuw verminderen. Bij de vergelijking van de nieuwe normen 2013 met die van 2010, dan verminderen de normen van 107 activiteiten en vermeerderen er slechts 5. Heel wat normen verminderen zelfs met 20 à 40 procent. Een aantal voorbeelden van drastische vermindering van de norm: • activiteit 1 – postzegelverkoop - van 59,08” in 2010 naar 40,91” in 2013 = - 30,75% • activiteit 7 - verkoop herlaadcode GSM of telekaart – van 74,97” in 2010 naar 39,68” in 2013 = - 47,07% • activiteit 29 - Western Union geld versturen van 275,08 in 2010 naar 194,43 in 2013 = - 29,32% • activiteit 36 – afhaling van spaar- of zichtrekening – van 95,72” in 2010 naar 49,02” in 2013 = - 48,79%
Commerciële lokettijd De commerciële lokettijd (die onder andere het onthaal van de klant, de voorstelling van eenvoudige producten, het genereren van commerciële contacten met de kantoorhouder of met de klantenadviseur omvat) is bepaald via tijdsmetingen en wordt omgezet in een vast percentage op de transactietijd van de loketbewerkingen. Uit analyses blijkt dat deze commerciële activiteiten 12 procent van de transactionele lokettijd uitmaken. Deze 12 procent wordt toegepast op de totale tijd voor de loketbewerkingen. De normen voor de administratieve beheersactiviteiten zijn bepaald door tijdsmetingen en interviews in het netwerk. Jaarlijks worden al deze normen gebundeld in een normencatalogus of normenboek dat geldt als referentiedocument voor de berekening van het tijdpotentieel en dient als basis voor de reorganisaties. Deze normencatalogus wordt besproken met de vakbonden en uiteindelijk op het Paritair Comité voor advies voor-
2. Een aantal activiteiten nog altijd niet zijn genormeerd, zoals: • het opnemen van de klantengegevens; • het ingeven van nieuwe klantengegevens; • Electrabel; • taalproblemen t.g.v. de diversiteit van de klanten; • het oproepen van klanten in kantoren met ticketing en het zich aanbieden van de klant (de klanten schuiven niet meer aan maar lopen rond in de lokettenzaal en de klanten gaan niet onmiddellijk weg van het loket na het afsluiten van de transactie); • tijd voor het geven van info aan klanten die geen andere transactie doen; 3. Signalen vanuit het terrein komen dat een aantal normen onvoldoende zijn, zoals: • activiteit 25 - uitgifte van agentschapcheque : 395,13” is te weinig omdat er meestal een tussenkomst van de kantoorhouder nodig is; • activiteit 29 – Western Union geld versturen : 194,13” is te
5
weinig omdat er veelaal taalproblemen zijn ten gevolg van de diversiteit van de klanten; • activiteit 93 – afgifte van zendingen Uitgestelde Vergoeding (borderel) : 72,91” is te weinig. Duur meestal langer door teveel filteren op PC; • activiteit 108 – aannemen Mutapost : 246,32”. Duurt veelal langer door het opzoeken van adressen. 4. Een aantal normen verschillend zijn al naar gelang de activiteit wordt uitgevoerd in PostStation of BankStation. Een voorbeeld: • activiteit ‘beheer van interveniënt(en) op een rekening’: in PostStation is dit activiteit 72 = 235,38”; in BankStation is dit activiteit 172 = 94,13” • activiteit ‘consulteren van een BPO - rekening’: in PostStation is dit activiteit 81 = 63,61”; in BankStation is dit activiteit 175 = 111,71” Vanwaar die verschillen? 5. De druk op het personeel om vlugger en vlugger te werken elk jaar toeneemt ten gevolge van de objectieven die hoe dan ook moeten worden gehaald. Het is steeds een KPI voor het lokaal management geweest met als doel het verminderen van het jaarlijks tijdpotentieel. Dit heeft telkens een vermindering van het aantal FTE loketdiensten tot gevolg. Hoe vlugger het personeel een transactie uitvoert, hoe minder het tijdpotentieel voor deze transactie het jaar nadien. Alhoewel de vakbonden een unaniem negatief advies geven op de voorgestelde normen antwoordt van het bedrijf elk jaar laconiek met een ‘gemotiveerde beslissing’ die als volgt luidt : “De berekeningswijze van de normen werd niet gewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. De evolutie van de gemeten transactietijden wordt maandelijks medegedeeld aan de sociale partners. Op alle technische en inhoudelijke vragen rond normen en transactietijden werd steeds schriftelijk en transparant geantwoord via de Werkgroep Retail. Gegeven deze antwoorden, beslist het bedrijf om de Catalogus van de normen ..(jaartal) toe te passen.” Dit kan zo niet kan blijven duren. Op dit moment is de grens qua uitvoerbaarheid van de diensten bereikt. De berekening
van het jaarlijks tijdpotentieel moet niet enkel gebeuren op basis van gemiddelde transactietijden van een vooraf bepaalde referentieperiode van 12 maanden. De berekening moet gebeuren op basis van en de vooruitzichten voor de volgende referentieperiode en rekening houdend met de werkelijke noden op het terrein. Dit om een goede service aan de klanten te garanderen. Dit kan niet door elk jaar opnieuw te besparen op het personeel en het aantal FTE, maar door te investeren in mensen en uren. ACV-Transcom hamert er dus op dat bij elke reorganisatie de mogelijkheid bestaat om een aantal correcties aan te brengen aan bepaalde normen, zodat rekening kan worden gehouden met de particulariteiten in een probleemkantoor. Op 1 april 2013 worden de nieuwe organisaties van de kantoren en de agentschappen opgestart die alweer een besparing opleveren van 80 à 90 FTE’s. Voor de reorganisaties 2013 is de referentieperiode de periode vanaf juli 2011 tot en met juni 2012. ACV-Transcom heeft op het Paritair Comité van 22 november 2012een negatief advies gegeven over dit dossier. Hieronder de verklaring die we vóór de vraag naar ons advies hierover hebben afgelegd op genoemd Paritair Comité.
We stellen vast dat ongeveer 90 procent van de tijden voor de loketbewerkingen uitgevoerd in Poststation elk jaar opnieuw verminderen. Bepaalde normen zijn met 20 à 40 procent verminderd ten opzichte van de normen 2010. Feit is dat er wel regelmatig updates van het Poststation – systeem worden doorgevoerd, maar die hebben het systeem niet sneller gemaakt. Daarnaast stellen de loketbedienden vast dat Bankstation trager werkt en dat het systeem nog te veel uitvalt. Tevens zijn er nog altijd een aantal niet genormeerde activiteiten en een aantal normen die onvoldoende zijn ten opzichte van de realiteit op het terrein. Een effectieve chronometrage van de activiteiten zou dit ongetwijfeld kunnen bevestigen.
Post
Wel is waar dat de druk op het personeel om vlugger en vlugger te werken elk jaar toeneemt. Die verhoging van de werkdruk is het gevolg van de objectieven die moeten worden gehaald, het was tot vorige week zelfs een KPI voor het lokaal management met als doel het verminderen van het jaarlijks tijdpotentieel. Hoe vlugger het personeel een transactie uitvoert, hoe minder het tijdpotentieel voor deze transactie het jaar nadien. Dit kan zo niet blijven doorgaan. Op dit moment is de grens qua uitvoerbaarheid van de diensten bereikt. De berekening van het jaarlijks tijdpotentieel moet niet enkel gebeuren op basis van gemiddelde transactietijden van een vooraf bepaalde referentieperiode van 12 maanden maar ook op basis van vooruitzichten voor de volgende referentieperiode en rekening houdend met de werkelijke noden op het terrein, dit om een goede service aan de klanten te garanderen. Dit kan niet door elk jaar opnieuw te besparen op het tijdpotentieel en het aantal FTE, maar door te investeren in uren en mensen. Deze opmerkingen halen we elk jaar aan, maar aangezien we enkel een advies kunnen geven, wordt met onze opmerkingen weinig of geen rekening gehouden en past het bedrijf aan de hand van een gemotiveerde beslissing de voorgestelde normen hoe dan ook toe.
Wie geïnteresseerd is in de volledige vergelijkende tabel van de vermindering van de normen 2010 tot 2013 kan hiervoor terecht op onze website of op de gewestelijke secretariaten.
Hoe bereken ik mijn maandwedde bij afwezigheden of deeltijdse prestaties? De maandwedde is gebaseerd op een systeem van een vast forfait van 164,67 uren per maand voor voltijdse prestaties. Bij een deeltijds uurrooster (bv. 4/5 of 1/2) wordt dit forfait aangepast. Prestaties en afwezigheden worden dus verrekend rekening houdend met dit forfait. Deze regels zorgen voor problemen om onder meer de aangifte naar de sociale zekerheid op een voldoende gedetailleerde manier te verwerken. Er zijn ook verschillen tussen het aantal gepresteerde uren en de uren waarop de betaling wordt gebaseerd. Om dit te verhelpen en ook om het personeelsbeheer te verbeteren, werd onderstaande wijziging goedgekeurd in het Paritair Comité. De wijziging gaat in op 1 januari 2014, op hetzelfde moment als de invoering van een nieuw informaticasysteem. Het artikel 16 van het geldelijk statuut wordt in die zin aangepast. Er is over gewaakt dat de loonmassa hierdoor niet wordt beïnvloed. • Principe 1 : maandloon is 1/12e van het geïndexeerd jaarloon • Principe 2 : berekening voor gewerkte uren (T x i x 1/12) x VTE% x ∑ gepresteerde uren te presteren uren • Principe 3 : berekening voor betaalde afwezigheden (T x i x 1/12) x VTE% x P% x ∑ afwezigheidsuren te presteren uren • Principe 4 : berekening voor afwezigheden wegens disponibiliteit (T x i x 1/12) x P% x ∑ uren disponibiliteit te presteren uren voor een voltijds uurrooster T = Bruto jaarwedde i = index VTE% = tewerkstellingspercentage ∑ = de som van P% = betaalpercentage
7
Dienstorganisatie 2013 De volgende dienstorganisatie is goedgekeurd op het Paritair ComitĂŠ van 22 november 2012. Bij je verlofplanning kan onderstaande informatie goed van pas komen. De reglementering bepaalt dat als de verlofaanvraag wordt geweigerd door de verlofverantwoordelijke, hij steeds de reden van de weigering moet vermelden. Let er dus steeds op dat dit gebeurt om latere betwistingen te vermijden.
Tien wettelijke feestdagen in 2013
Er is geen enkele opnieuw vastgelegde wettelijke feestdag voor het jaar 2013.
Wettelijke feestdagen die in 2013 samenvallen met de normale dag van inactiviteit De onderstaande tabel vermeldt het aantal dagen die enkel van toepassing zijn op de personeelsleden die gedurende het volledige jaar dezelfde dienst verzekeren, namelijk een LM of LS 12/12e dienst. Het personeelslid dat vrij is op ...
Vrij te nemen wettelijke feestdagen
Feestdag
Datum
Dag
maandag
4
Nieuwjaar
1 januari
dinsdag
dinsdag
2
Paasmaandag
1 april
maandag
woensdag
3
Feest van de Arbeid
1 mei
woensdag
donderdag
3
Hemelvaartsdag
9 mei
donderdag
vrijdag
2
Pinkstermaandag
20 mei
maandag
zaterdag
1
Nationale feestdag
21 juli
zondag
O.L.V. Hemelvaart
15 augustus
donderdag
Allerheiligen
1 november
vrijdag
Wapenstilstand
11 november
maandag
Kerstmis
25 december
woensdag
De verdeling van de wettelijke feestdagen in schemavorm : Ma Januari
Di
Woe
Do
Vrij
Zat
Zon
1
Maart April
1
Mei
Eind december ver-
20
boekjes van de Belan1
gengroep Post op het
9
Juni Juli
21
Augustus
15
September Oktober December
Infoboekje 2013
spreiden we de info-
Februari
November
Het personeelslid dat van arbeidsregime verandert, heeft recht op vrij te nemen wettelijke feestdagen voor de wettelijke feestdagen die vallen op de inactiviteitsdagen van het op dat ogenblik effectief uitgevoerd arbeidsregime.
11
1 25
terrein. Iets om naar uit te kijken !
Post
Extra wettelijk verlof Er is voor het RSS Fysiek Netwerk, de RSS Contact Centers en de betrokken schoonmaakdiensten een dag extrawettelijk verlof vastgelegd, namelijk maandag 22 juli. De personeelsleden van wie de inactiviteitsdag op deze vastgelegde dag valt en zij die prestaties leveren op deze dag, krijgen een dag vrij te nemen extrawettelijk verlof.
De dienstregeling voor 2013 Organisatie Centrale en
Normale uitvoering van de activiteiten op woensdag 2
regionale dien-
januari, vrijdag 10 mei, maandag 22 juli en vrijdag 16
sten
augustus
RSS Fysiek
Volledige sluiting op maandag 22 juli
Plaatselijke feestdag
De Clustermanagers zullen, in overleg met de sociale partners, een
Netwerk en RSS
lijst opstellen van de kantoren die zich bevinden op locaties waar:
Contact Centers
de plaatselijke feestdag een reÍle weerslag heeft op de economische bedrijvigheid (kantoor onbereikbaar, alle winkels gesloten, ‌) de veiligheid van het kantoor of van de personeelsleden die dag in het gedrang kan komen. Op deze locaties zullen de loketten naar keuze volledig of gedeeltelijk (een halve dag of iets vroeger dan het normale uur) zijn gesloten.
Uitreikingskanto-
Normale werking van alle diensten (met inbegrip van
ren en Logistieke
financiĂŤle verrichtingen, buslichtingen, afhalingen ten
Platformen
huize en afhalingen in de Postpunten)
Masspostcentra
Normale werking van alle diensten
en Masspost Hypercentra Schoonmaakper-
De dienst wordt niet verzekerd in de kantoren waar de
soneel
activiteit wordt opgeschort, namelijk in de kantoren in
in de netwerken
het RSS Fysiek Netwerk en de RSS Contact Centers die gesloten zijn op maandag 22 juli. Een specifieke organisatie geldt in de gemengde entiteiten waar de activiteit niet volledig wordt opgeschort.
Te l e c o m
9
Pas op voor voordelen in natura Stijgt je loon met een bedrijfswagen en maaltijdcheques? Het antwoord is neen. De bedrijven in het neoliberale Europa bieden vaak voordelen in natura aan. Het gaat dan over een bedrijfswagen, maaltijdcheques, een telecompakket, verzekeringen, enzovoort. Hierdoor wekken ze de illusie dat het inkomen van de werknemers stijgt. Ook bij Belgacom zijn voordelen in natura ruim in trek.
Aanvullend inkomen? Een werknemer ziet voordelen in natura als een aanvullend inkomen en staat hier dus positief tegenover. Waarom zou je hem/haar ongelijk geven? Het verhaal is iets genuanceerder dan enkel dit.
Besparen sociale bijdragen Deze ‘geschenken’ laten het bedrijf toe om het initiële loon aan banden te leggen en ook om te besparen op de kost aan sociale bijdragen. Er wordt dus minder bijgedragen aan de sociale zekerheid, die dé hoeksteen van ons hele systeem van sociale solidariteit is.
Wat doet de sociale zekerheid? De sociale zekerheid zorgt voor: • de uitbetaling van kinderbijslag • de terugbetaling van gezondheidszorgen en geneesmiddelen • de vergoedingen bij ziekte of ongevallen • de uitbetaling van een levenslang wettelijk (overlevings) pensioen De natura voordelen, een vervangingsinkomen, geven de werknemer dus niet echt een win-winsituatie ten opzichte van de werkgever.
Effectieve aanwezigheid Natura voordelen zijn bovendien meestal verbonden aan de effectieve aanwezigheid in het bedrijf. Bij ziekte en verlof verlies je het recht op heel wat van die voordelen. Dit is niet eerlijk, want niemand kiest ervoor om ziek te zijn.
Goede wil onderneming Bovendien ben je nooit zeker van de meeste voordelen. De werkgever kan ze op elk moment afnemen. Alles hangt dus af van de goede wil van de onderneming!
Berekening pensioen Pas dus goed op met zogenaamde voordelen. Hoewel je ze aanvoelt als ‘gelijkgesteld’ loon, worden ze niet als loon beschouwd bij de berekening van vergoedingen, bonussen en de latere berekening van het pensioenbedrag. Bovendien worden ze meestal niet automatisch geïndexeerd.
Afschaffing voordeel Een werknemer die ooit instemde met een ‘loonpakket deels samengesteld uit zgn. voordelen’, kan door latere wetswijzigingen geconfronteerd worden met wijziging of afschaffing van een voordeel. Zo riskeert die werknemer financieel benadeeld te zijn en kan die er niets tegen doen. En omdat de extralegale voordelen geen deel uitmaken van het brutoloon, komen ze niet in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en het latere pensioen. Terwijl een reële loonsverhoging ook ten gunste valt van de statutaire gepensioneerde die via de perequatie op een verhoging van z’n pensioen kan rekenen.
Conclusie: laat je niet te snel verleiden tot voordelen vandaag die op een toekomstig inkomen wegen, zoals het pensioen. We moeten een daadwerkelijke loonsverhoging eisen voor iedereen en geen onbenulligheden aanvaarden zoals Bravo en allerlei andere geschenken.
Diamant
“De professionele aanpak van de cursus zor g t v o or e en s chitterend resultaat” Pieter Bombeke, een van de drie lesgevers diamantslijpen, moest niet lang nadenken toen ze hem vroegen om mee de basiscursus diamantslijpen te begeleiden. Pieter begon ooit zelf te werken op leercontract en is uitgegroeid tot een gepassioneerd diamantslijper. Niet enkel het slijpen, maar ook het creatieve trekt hem aan. Hij vond het dan ook een geweldig idee om in een basiscursus diamantslijpen, ondertussen door VDAB erkent als een knelpuntberoep, zijn kennis over te dragen.
Professioneler “Het spreekt voor zich dat de opleiding nu professioneler is dan vroeger. Elke lesgever pakt de opleiding aan vanuit zijn eigen invalshoek. Jef vanuit zijn praktijkervaring in de industrie en Johan vanuit zijn ervaring in het buitenland en de nijverheidsschool. De cursus start met de basis: van het onderhoud van de schijf, het gebruik van het materiaal tot het slijpen van diamant. Deze professionele aanpak heeft dan ook een schitterend resultaat. Na twee maanden intensieve cursus staan de cursisten voor op schema.”
Cursisten, lesgever en sectorconsulent
Peterschap “Elke cursist is gestart onder het peterschap van een diamantwerkgever. De cursisten gaan na hun opleiding met een Individuele Beroepsopleiding (IBO) aan de slag bij hun peter en krijgen nadien een contract van onbepaalde duur. Vijftien cursisten zijn geselecteerd uit 90 kandidaten. De dertien overgebleven cursisten zijn een mix van volledig werklozen en familie van diamantwerkgevers die geen ervaring hebben met diamantslijpen. Eén van de cursisten, zoon van een diamantwerkgever, vindt het peterschap dan ook een goede formule. Het schept mogelijkheden voor zowel werknemer als werkgever. Over de aanpak van de cursus is hij zeer tevreden. De cursus start met enkele dagen theorie, van de geschiedenis van de Antwerpse diamant, de diamanthandel, de invloed van De Beers, de mijnen, gemmologie, tot het slijpen van diamanten.”
11
Vervolg Plannen voor een opvolgingscursus zijn er momenteel nog niet. Eerst komt er een evaluatie door de werkgevers (peters) en de instellingen die dit project financieren en begeleiden. Nieuwe sollicitaties komen nog wekelijks binnen en verwijzen we door naar de Nijverheidsschool SIHA. (www.siha.be Eikenstraat 8 – 2000 Antwerpen tel. 03 212 19 40).
Tevreden ACV-Transcom/Diamant is heel tevreden over dit initiatief. Vanaf de start van de besprekingen in de Raad van Bestuur van het Fonds voor de Diamantnijverheid verleenden we onze volledige medewerking om dit project op te starten. Wij bedanken alvast de sectorconsulent en de lesgevers voor hun inzet. We bedanken ook de peters voor hun vertrouwen in de diamantnijverheid, en de organisaties en medewerkers die dit project tot stand brachten. Tot slot heten we de cursisten van harte welkom en wensen we ze veel succes in de diamantnijverheid toe!
Uitbetaling winter vakantiegeld 2 012 Alle diamantarbeiders die in 2011 in de diamantsector werkten, hebben recht op vakantiegeld voor de vierde vakantieweek in 2012 (vakantie van maandag 24 december tot en met vrijdag 28 december 2012). Deze vergoeding krijg je uitbetaald de tweede week van december. De berekening vind je terug op het rekeninguittreksel dat de Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid verstuurde begin juni 2012.
Nog geen vergoeding ontvangen? Personen die op 17 december 2012 nog geen vergoeding ontvingen, moeten contact opnemen met het secretariaat van ACV-Transcom of rechtstreeks met de Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid.
Contact opnemen met: • Diamant secretariaat, Lange Herentalsestraat 78, 2018 Antwerpen (02/549.11.07) • Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid, Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen Geef steeds je adreswijzigingen door aan bovengeLesgever Pieter Bombeke en sectorconsulent Yves Bollekens
noemde instellingen.
Spoorwegen
Tw e ele dige structuur = foute keuze In onze nota (16 pagina’s lang) proberen we Minister Magnette nogmaals te overtuigen dat een tweeledige structuur een monumentaal foute keuze is. Jammer genoeg legt het kernkabinet Magnette geen duimbreed in de weg. We zitten de laatste maanden aan de onderhandelingstafel, maar we kregen nog steeds geen enkel inhoudelijk argument waarom Minister Magnette per se twee bedrijven wil behouden.
Wetenschappelijk onderbouwd Daarom hebben wij in onze tekst al onze bewijskracht en kennis gebundeld om op een wetenschappelijke onderbouwde manier een waaier van argumenten te geven. Argumenten die aantonen waarom in België slechts één model mogelijk is om de reizigers een kwaliteitsvolle service aan te bieden, de stiptheid te verbeteren en de veiligheid te verhogen.
Troeven minister? We zijn er bovendien van overtuigd dat dit een voordeliger kostenplaatje met zich meebrengt, dus vragen we ons af welke troeven de minister in de hand heeft om het geïntegreerd model van tafel te vegen. In de regeringsnota staat enkel vermeld dat er het aantal entiteiten moet worden ver-
minderd. Enkel de Holding afschaffen, terwijl eigenlijk de wisselwerking tussen de andere twee bedrijven voor problemen zorgt, lijkt ons niet echt het meest briljante idee. Met ons voorstel bevinden we ons ook binnen de marges van het regeerakkoord. Alleen worden wij wél gesteund door de wetenschap en evoluties in andere landen.
Wat staat er nu in onze nota? We gaan uiteraard volledig akkoord met de doelstellingen van de Europese initiatieven om het marktaandeel van het spoor voor zowel reizigers- als goederenvervoer te vergroten. Er werd in dit opzicht al baanbrekend werk geleverd om hinderpalen weg te werken, zoals bijvoorbeeld de aspecten gelinkt aan interoperabiliteit, reizigersrechten enzovoort.
Concurrentie Waar Europa zich echter vergist is dat enkel het scheidingsmodel het niveau van concurrentie in een land zou vergroten. Zowel Zwitserland (verticaal geïntegreerd) als Duitsland (holding-model) bewijzen dat met deze twee verschillende structuren een niveau van concurrentie wordt behaald dat andere landen, die wel het verticale scheidingsmodel hebben toegepast dat door Europa wordt nagestreefd, ver achter zich laten.
13
Studies Naast een heel recente studie van de CER en de evoluties in Nederland en Frankrijk, hebben we een rits andere studies gevonden die ons standpunt ondersteunen. Een greep uit enkele van de conclusies:
1. een analyse over het sociale luik 2. een duidelijke analyse over het operationele, 3. een kosten-batenanalyse gelinkt aan de problematiek van de schuldherverdeling
Betrokkenheid personeel
• een verticale scheiding leidt tot een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening en niet tot een verhoging van de efficiëntie; • een geïntegreerde structuur is de beste garantie voor een performante spoor-organisatie; • een verticale scheiding creëert complexiteit en leidt tot meer transactiekosten en regelgeving; • het beleid om IB en SO te scheiden is prematuur en kan eventueel als contraproductief worden bestempeld.
We leggen er tevens de nadruk op dat het akkoord over de structuur deze drie luiken moet bevatten. Het hoopt dat de regering zich ervan bewust is dat het onmogelijk is zonder de betrokkenheid van het spoorwegpersoneel en dat hun gestelde doelstellingen niet kunnen worden bereikt zonder de medewerking van het personeel.
Historische vergissingen
Ondertussen zal de realiteit deze publicatie wel hebben ingehaald, waardoor we al in kennis zullen gesteld zijn van de verdere plannen van Magnette. We hopen alvast dat hij met onze nota rekening houdt.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront is dan ook van oordeel dat, in het licht van het voorgaande, geen overhaaste stappen kunnen worden gezet. We willen niet dat er historische vergissingen worden gemaakt en daarom vragen we dat er diepgaand onderzoek zou plaatsvinden over drie aspecten:
Wie onze nota wil nalezen en ontdekken welke onze visie op de drie aspecten is, kan dit op onze website.
Spoorwegen
Studiedagen kern- en jongerenmilitanten Op 19 en 20 november zakten meer dan honderd militanten af naar De Duinse Polders in Blankenberge. De tweedaagse zat vol informatie, discussie en gesprekken met gelijkgestemden. Onze eerste gastspreker was Hans Cieters, afdelingschef Internationale Zaken bij de NMBS. Hij was de geknipte persoon om ons de toekomst van het Europese Spoorwegbeleid te tonen.
Vierde spoorwegpakket Dat is niet onbelangrijk: tegen eind 2012 publiceert de Europese Commissie het vierde spoorwegpakket. Dit bevat richtlijnen die op termijn worden omgezet in nationale wetgeving. De drie pijlers die de Commissie momenteel naar
Meebouwen aan de toekomst? Heel eenvoudig, word militant. voren schuift zijn de vrijmaking van het binnenlands reizigersvervoer, de technische harmonisatie en de verhouding tussen de infrastructuurbeheerder en de operator. Verder sprak Hans over de ticketing, de financiering van spoorwegen en het goederenvervoer.
Stakingsrecht Gezien de recente stakingsacties en de publieke opinie gaf Marnix Verstichel, nationaal vrijgestelde, de militanten een introductie in het stakingsrecht. Dit was de basis om daarna in werkgroepen de discussie te openen omtrent enkele vragen met betrekking tot spontane stakingsacties, minimale dienstverlening, de effectiviteit van onze acties en de optimalisering van het imago van onze organisatie. De resultaten van de discussies in de werkgroepen worden verwerkt en gebundeld om verder in onze gewestelijke vakbondsraden te bespreken.
Toekomst NMBS De tweede dag ging vooral over de toekomst van de NMBS. De visienota die we daags voordien aan de Minister afgaven, werd verspreid en besproken. Tot slot kwamen ook nog andere vragen over de actualiteit aan bod. Meebouwen aan de toekomst? Heel eenvoudig, word militant. Militanten zijn de spreekbuis van de organisatie binnen de NMBS-Groep, maar ze zijn tevens ons luisterend oor voor problemen op het terrein. Wie ge誰nteresseerd is om zich syndicaal te engageren en deze rol te vervullen en eventueel later ook naar onze studiedagen te komen, neemt best contact op met onze gewestelijke vrijgestelden. Niet twijfelen, gewoon doen.
15
(Verg)(w)eetje Brillenglazen en contactlenzen 1. Vergoedingsvoorwaarden in de verplichte verzekering De verplichte ziekteverzekering vergoedt enkel brillenglazen en contactlenzen op voorschrift van een oogarts. Met dat voorschrift ga je naar een opticien die je een getuigschrift van aflevering bezorgt. Dit getuigschrift bezorg je samen met het voorschrift aan je GGC voor tegemoetkoming. • Brillenglazen Algemeen: De terugbetaling geldt enkel bij een afwijking van minstens -8,25 of +8,25 dioptrie. Voor bi- of multifocale glazen is er enkel tegemoetkoming als het verzicht voldoende afwijkt. De afwijking voor het kortzicht speelt geen enkele rol. De glazen mogen slechts vernieuwd worden als ze sferisch of cilindrisch tenminste 0,5 dioptrie verschillen. In het andere geval bedraagt de vernieuwingstermijn 5 jaar. Specifieke regels voor brillenglazen voor aangeslotenen onder de 18 jaar: De tegemoetkoming is mogelijk als de afwijking kleiner is dan -8,25 of +8,25 dioptrie. Er is ook een forfaitaire tegemoetkoming voorzien van het montuur (nomenclatuurcode 668931). Deze tegemoetkoming kan slechts één maal hernieuwd worden. Voor kinderen jonger dan 12 jaar is de vernieuwingstermijn van glazen met dezelfde dioptrie teruggebracht tot één jaar. Vanaf 12 jaar is de vernieuwing pas mogelijk indien de dioptrie kleiner is dan -8,25 of +8,25 en het verschil in sterkte met de vorige glazen 0,5 dioptrie bedraagt en/of de glazen 2 jaar oud zijn. Specifieke regels voor brillenglazen voor aangeslotenen boven de 65 jaar: De tegemoetkoming voor brillenglazen met een meervoudig zicht van aangeslotenen boven de 65 jaar is al mogelijk indien de afwijking kleiner is dan -4,25 of +4,25 dioptrie.
De vernieuwing van brillenglazen met een meervoudig zicht is mogelijk indien aan de specifieke dioptrievoorwaarden voldaan wordt en het verschil in sterkte met de vorige glazen minstens 0,5 dioptrie bedraagt en/of de glazen 5 jaar oud zijn. • Contactlenzen De tegemoetkoming is afhankelijk van het soort lenzen en de afwijking die ze moeten corrigeren. Contactlenzen worden enkel vergoed met een attest van de oogarts en in geval van keratoconus (afwijking van de vorm van het hoornvlies) of monoculaire afakie (het ontbreken van één ooglens). Het verschil in sterkte tussen beide ogen (anisometropie) bedraagt minstens 3 dioptrie, en de afwijking van de ogen bedraagt -8 of +8 dioptrie. Ze mogen slechts worden vernieuwd als ze tenminste 1 dioptrie in de sfeer of cylinder verschillen. Harde lenzen mogen evenwel worden vernieuwd na een termijn van 5 jaar na de datum van de vorige levering. Voor zachte lenzen wordt die termijn teruggebracht tot 3 jaar. 2. Tegemoetkoming van de sociale solidariteit De kas van de sociale solidariteit zorgt voor een bijkomende tegemoetkoming naast de vergoedingen van de verplichte verzekering (zie hierboven). Wat moet je doen? Bezorg een ontvangstbewijs, een attest of een onkostennota, opgemaakt door een opticien en met vermelding van het betaalde bedrag, naar het GGC waarvan je afhangt. De brilglazen moeten, ongeacht de dioptrie, verplicht voorgeschreven zijn door een oogarts. Dit voorschrift moet bij de aanvraag om tegemoetkoming gevoegd. Sedert 1 januari 2010 bedraagt de hernieuwingstermijn 2 jaar voor alle rechthebbenden. De tegemoetkoming bij de aankoop van brilmonturen, corrigerende brillenglazen en contactlenzen is vastgelegd als volgt:
Type
Bedrag van de tegemoetkoming
Brilmontuur
€ 40,00
Brillenglazen die niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de Kas der Geneeskundige Verzorging
€ 30,00
Brillenglazen die in aanmerking komen voor tegemoetko- € 30,00 verminderd met de tegemoetkoming van de ming van de Kas der Geneeskundige Verzorging Kas der Geneeskundige Verzorging Contactlenzen
€ 70,00
Cultuur
“A r t i e s t e n o e f e n e n een zwaar belastende activiteit uit” Iets minder dan een halve eeuw geleden ontstond het Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ). In tegenstelling tot bij andere beroepscategorieën is deze instelling nauwelijks bekend in de artistieke sector. Toch bestaan er wel degelijk risico’s voor artiesten bij de uitvoering van hun beroep. Bovendien is het aantal effectieve erkenningen van een beroepsziekte voor mensen uit de kunstensector ook uiterst gering. Hoog tijd dus voor een gesprek met Administrateur-Generaal Jan Uytterhoeven en Marc Vandeweerdt, eindverantwoordelijke van de Nederlandstalige medische dienst van het FBZ. Wat doet het FBZ? Jan Uytterhoeven: “Je kan ons publiek opdelen in drie groepen : de private sector, de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en de andere overheidsdiensten. Het grootste gedeelte van ons publiek zijn de loontrekkenden (de private sector) en de mensen die tewerkgesteld zijn bij provinciale of plaatselijke overheden. Dit zijn personeelsleden van de provincies, gemeenten, intercommunales, een OCMW of aan provincies en gemeenten ondergeschikte openbare besturen. Voor deze groep houden wij ons bezig met de preventie van beroepsziekten en de uitbetaling van de vergoedingen van de schade die voortkomt uit deze ziekten. Voor de andere overheidsdiensten treden we enkel op als expert inzake beroepsziekten op vraag van de besturen. De enige uitzondering hierop is het Asbestfonds, dat zich voor mogelijke schadevergoedingen richt tot iedereen. We vergoeden geen beroepsziekten van zelfstandigen omdat die terugvallen op het stelsel van ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zelfstandigen.” Er bestaat een lijst met officieel erkende beroepsziekten. Bestaan er specifieke erkenningen voor artiesten? Jan Uytterhoeven: “We erkennen alle beroepsziekten van iedereen in zoverre ze op de lijst van beroepsziekten voorkomen bij wie een schadeloosstelling mogelijk is. Deze lijst bevat wel een bijzondere erkenning naar schouwspelartiesten toe, namelijk Tendinitis (sinds 23 oktober 2012 is Tendinitis aan de schouder, pols en elleboog erkend als beroepsziekte ten gevolge van zwaar repetitief werk voor
alle loontrekkenden) in schouder, elleboog en pols als beroepsziekte. Ze moeten geen bewijs aanbrengen tussen de uitoefening van hun beroep als bijvoorbeeld danser en het ontstaan van deze ziekte als rechtstreeks gevolg ervan.” Marc Vandeweerdt: “De beroepsziekten die wij vergoeden bij kunstenaars of artiesten zijn natuurlijk niet beperkt tot doofheid of tendinopathieën (chronische peesblessures). De artiesten zijn niet uitgesloten voor een erkenning van de andere voorkomende beroepsziekten op de lijst, hoewel die maar zelden voorkomen. Ik kan me voorstellen dat een beeldend kunstenaar een allergie ontwikkelt aan een van de producten waar hij mee werkt. Dit kan even goed een erkenning geven als beroepsziekte, op voorwaarde natuurlijk dat hij in een statuut zit waarin hij verzekerd is voor de risico’s van zijn werk. In de praktijk zijn de meest voorkomende beroepsziekten bij artiesten doofheid en de tendinopathieën bij violisten.”
“Beoordeling van arbeidsongeschiktheid is een moeilijke bij artiesten” Die erkenning kan evenwel lang op zich laten wachten. Zo is er het geval van een musicus van een strijkinstrument die in 2006 haar aanvraag indiende voor een vergoeding en pas zes jaar later een erkenning kreeg. Marc Vandeweerdt: “De beoordeling van de arbeidsongeschiktheid is een moeilijke zaak wanneer het gaat over artiesten. Vaak is er ook nog discussie over het aspect van de blootstelling aan een beroepsrisico. In dit concrete geval
17
moet je nagaan of er sprake is van een verhoogd beroepsrisico. Deze procedures nemen vaak veel tijd in beslag of misschien was in dit geval het stellen van de diagnose problematisch. Vanuit medisch standpunt is het ook een realiteit dat de artiesten een zwaar belastende activiteit uitoefenen. Dit staat een arts normaal niet toe in normale arbeidsomstandigheden. In een gewone werksituatie in een fabriek vermijdt men tot elke prijs dat mensen op die manier hun spieren of ledematen gebruiken. Er wordt alles aan gedaan om die extreme belasting van het bewegingsapparaat te voorkomen. Alleen: een artiest heeft geen keuze want het hoort bij de uitvoering van zijn beroep. Een violist, een danser of een cellist moet net die grenzen opzoeken van zijn lichamelijke kunnen om tot creatieve prestaties te komen. Eens die grenzen overschreden zijn, kan de schade natuurlijk aanzienlijk zijn.” Jan Uytterhoeven: “We wensen ook dat elke genomen beslissing zo kwaliteitsvol mogelijk is. Het heeft voor ons geen enkele zin om zonder een degelijk onderzoek snel een beslissing te nemen en een erkenning voor een beroepsziekte te verwerpen. Toegegeven, er zijn bepaalde dossiers die heel moeilijk zijn. Zeventig procent van alle genomen beslissingen in de maand september in verband met een blijvende arbeidsongeschiktheid, een erkenning van een beroepsziekte of een overlijden ook in het open systeem (cfr. Kader), gebeurde binnen een termijn van 210 dagen na de aanvraag. Het geval dat u aanhaalt is – als het juist is – ongelofelijk.”
Musici kunnen bij de uitvoering van hun werk problemen krijgen met stembanden of tanden. Die aandoeningen zijn helaas niet terug te vinden op de lijst van de erkende beroepsziekten. Zo is toch duidelijk dat de stembanden van een operazangeres zwaar belast worden tijdens haar werk maar voor het Fonds vormt dit blijkbaar geen beroepsrisico. Marc Vandeweerdt: “Ook beroepsziekten die niet in de lijst voorkomen, kunnen vergoed worden via het open systeem (zie kader). De laatste jaren komen dossiers rond stembandknobbels steeds vaker voor. Een aantal van
“Werknemers hebben de wettelijke plicht om een beroepsziekte aan te geven bij ons” die bijzondere aanvragen erkennen we ook effectief. Vandaag zijn het vooral vrouwen uit de onderwijssector die hier last van hebben. Dit komt omdat ze van nature uit beschikken over een minder krachtige stem dan hun mannelijke collega’s en door hun job vaak spreken in slechte akoestische omstandigheden. Ook bij zangers kan dit voorkomen. Niks belet hen om een aanvraag in te dienen. Het is bovendien niet onbelangrijk om te beseffen dat alle werknemers in ons land onderworpen zijn aan de wet op de arbeids-
geneeskunde en in principe beroep kunnen doen op een arbeidsgeneesheer. Ze hebben de wettelijke plicht om een beroepsziekte of een vermoeden ervan aan te geven bij ons. Als deze geneesheer iemand in behandeling heeft met een beroepsziekte, is hij verplicht om hiervan melding te doen bij het Fonds voor Beroepsziekten. Vervolgens contacteren we de betrokkene met de vraag of hij een aanvraag voor vergoeding wil doen of niet. We moeten effectief wachten tot men ons iets vraagt want wij mogen geen gevallen erkennen uit eigen beweging.” Bij een eventuele erkenning van een beroepsziekte via het open systeem wordt het slachtoffer verplicht om zelf bewijsmateriaal aan te brengen. Dit is geen vanzelfsprekende zaak voor bijvoorbeeld een musicus die voortdurend op tournee is. Marc Vandeweerdt: “Het is niet zo moeilijk als u het voorstelt. Wat moet er bewezen worden? Wie een aanvraag doet is verplicht een bewijs te leveren voor het bestaan van zowel de aandoening als de schadelijke beroepsactiviteit. Dit kan via een medisch attest waaruit blijkt dat hij de ziekte heeft en een beschrijving van de arbeidsomstandigheden. Dit is voor ons voldoende om te starten met een onderzoek. Dit houdt in dat we zelf nagaan hoe zwaar de concrete werksituatie werkelijk is en we gaan na of de diagnose klopt. De discussie over het wel of niet erkennen van een beroepsziekte via het open systeem gaat niet over het aanbrengen van bewijzen, maar over het werkelijk kunnen aantonen van het oorzakelijke verband tussen arbeid en
Cultuur
ziekte. Geen enkel redelijk mens zal ook het oorzakelijk verband betwisten tussen de aandoening van stembandknobbels en de activiteit van een beroepszanger.” Een muzikant krijgt na een erkenningsprocedure voor zijn beroepsziekte een schadeloosstelling van vijf procent. In de realiteit kan hij echter zijn beroep niet meer uitoefenen en is die vergoeding eigenlijk waardeloos. Marc Vandeweerdt: “In de beroepsziekteverzekering maakt men net zoals bij het aansprakelijkheids- of arbeidsrecht een onderscheid tussen de tijdelijke en de blijvende arbeidsongeschiktheid. Zolang een ziekte een evolutief patroon en dus een tijdelijk karakter vertoont, krijgt de aanvrager een compensatie voor zijn inkomensverlies voor de niet-uitoefening van zijn beroep. Op een bepaald ogenblik ontstaat een definitieve situatie, waar-
bij iemand nooit meer zijn beroep kan uitoefenen. Het criterium voor een eventuele vergoeding hangt af van de mate van inzetbaarheid van het betrokken individu op de volledige arbeidsmarkt en dus niet meer uitsluitend in zijn eigen sector. Wat is zijn economische waarde of over welke competenties beschikt hij? Bij die beoordeling overloop je alle beroepen die hij zou kunnen uitoefenen, eventueel na een herscholing. Dat is de reden waarom in alle aangehaalde stelsels zelden sprake is van een volledige compensatie voor het loonverlies. In sommige gevallen krijgen mensen een erkenning van vijf of tien procent voor hun arbeidsongeschiktheid, omdat ze een aantal beroepen niet meer kunnen uitoefenen in tegenstelling tot hun eigen beroep. Die hebben geluk.”
Marc Vandeweerdt: “Dit geldt niet alleen voor een artiest. Probeer eens iemand die een technische opleiding heeft gehad in de bouwsector te herscholen. Of wat met mensen die een intellectueel beroep hebben? Een artiest heeft inderdaad een zeer speciaal beroep, maar zijn problematiek is niet uniek. Misschien is het wel een optie voor een violist om zich om te scholen als orkest- of koorleider, muziekrecensent of leraar notenleer. Zelfs in de algemene arbeidsmarkt beschikken deze mensen over talenten die interessant zijn buiten hun eigen be-
Voor een artiest betekent dat het einde van zijn carrière.
eigen sector”
“Artiesten beschikken over talenten die interessant zijn buiten hun roepscarrière. Natuurlijk is het bijzonder erg als je na een lange en gespecialiseerde opleiding je loopbaan als musicus moet stopzetten. Niet alleen op financieel vlak, maar ook op moreel vlak.” Zijn er contacten geweest met de artiestensector? Marc Vandeweerdt: “We hebben in het verleden met de bouwsector al afspraken gemaakt in het kader van de rugpreventie, maar nog niet met de artistieke sector.” Jan Uytterhoeven: “In de nabije toekomst gaan we ook samenwerken rond structurele gezondheidsproblemen voor de volledige sector van de bagageafhandeling. Dit gebeurt na-
19
tuurlijk op vraag van de sector zelf. Eigenlijk ligt het aan de sociale partners om in contact te treden met ons. Marc Vandeweerdt: “Enerzijds zijn we een captive instelling die aanvragen voor een schadeloosstelling beantwoordt en anderzijds is het de plicht van onze instelling om de verschillende sectoren te laten kennismaken met onze organisatie. En dat doen we ook. De sector van de artiesten is ook niet de eerste sector waaraan we denken om bezoeken te organiseren of onderzoek te verrichten. We kiezen dan eerder voor grote sectoren zoals de bouw of de verzorgende sector.” En wat is jullie eigen culturele interesse? Jan Uytterhoeven: “Ik ben nu 42 jaar en – sinds de stichting eigenlijk - verbonden aan een toneelgroep uit Heverlee. Ik ben daar een tijdje voorzitter geweest en zit nu nog steeds in het bestuur. We proberen goed amateurtheater te brengen. Met de toneelvereniging namen we ook reeds een aantal keren met succes deel aan wedstrijden op provinciaal niveau en aan het Koninklijk Landjuweel.” Marc Vandeweerdt: “Ik ga niet zeggen dat ik een culturele analfabeet ben, want ik heb sinds mijn kinderjaren een levendige belangstelling voor klassieke muziek. Ik speel geen instrument, maar heb wel in het verleden notenleer voor volwassenen gevolgd en een poging gedaan om te zingen. Momenteel ligt mijn interesse voornamelijk in het lezen van wetenschappelijk-filosofische publicaties.”
Het open- en lijstsysteem Niet iedere ziekte die je op het werk oploopt is een beroepsziekte. Beroepsziekten zijn ziekten die veroorzaakt worden door het uitoefenen van een beroep. Een beroepsziekte definiëren is geen evidentie. Er bestaat een officiële lijst die een aantal beroepsziekten opsomt, maar het is ook mogelijk om een ziekte als een beroepsziekte te laten erkennen die niet op deze lijst staat.
Het lijstsysteem De Belgische wetgever heeft een lijst van meer dan 150 beroepsziekten opgesteld. Slachtoffers van een dergelijke ziekte komen in aanmerking voor een vergoeding. Om zo‘n vergoeding te krijgen, moet men een beroepsziekte hebben die op de lijst van beroepsziekten voorkomt en ooit als werknemer blootgesteld zijn aan een beroepsrisico voor deze ziekte. Binnen het lijstsysteem gaat het FBZ niet op zoek naar een verband tussen de ziekte en het beroepsrisico. Als we vaststellen dat iemand een van deze 150 beroepsziekten heeft en werkzaam is (geweest) op een bepaalde arbeidspost met beroepsrisico‘s die zo’n ziekte kunnen veroorzaken, dan volstaat dit om in aanmerking te komen voor een vergoeding. We spreken dan van een ‘onweerlegbaar vermoeden‘. Een klassiek voorbeeld is een mijnwerker met stoflong .
Het open systeem Daarnaast is het mogelijk een schadeloosstelling te vragen voor beroepsziekten die niet op deze lijst voorkomen. In dit geval moet het slachtoffer wel bewijzen dat de rechtstreekse en determinerende oorzaak van zijn ziekte in verband staat met zijn beroep. Indien er dus bijvoorbeeld meerdere redenen kunnen zijn waarom het slachtoffer een ziekte heeft gekregen (bv. privéomstandigheden), dan zal het slachtoffer hiervoor niet door ons vergoed worden. Het moet duidelijk om een beroepsrisico gaan. In de praktijk is dit moeilijk te bewijzen. Toch erkennen we op jaarbasis tientallen tot honderden slachtoffers die een ziekte hebben die niet op de lijst van beroepsziekten voorkomt. Om in dit geval een vergoeding te krijgen, moet men : 1/ Een (beroeps)ziekte hebben 2/ Ooit als werknemer blootgesteld zijn geweest aan een beroepsrisico voor deze ziekte en 3/ Bewijzen dat er een causaal verband is tussen de beroepsuitoefening en de ziekte. Je vindt meer info op http://www.fmp-fbz.fgov.be/ web/index.php
Cultuur
O v e r l e g i n d e V R T, A r e a 51? Op 29 november zaten de vakbonden en de directie samen om te praten over de besparingsplannen die de VRT-directie eerder meedeelde.
is de werkdruk inderdaad nog gestegen en zijn het aantal collega’s met een interimcontract of op factuur niet meer te tellen
We zijn enorm verbaasd over het Meerjarenplan (MJP) 2013-2015 dat de directie een week daarvoor toelichtte. Verbaasd, zelfs verbijsterd en kwaad, zowel door de inhoud als de wijze waarop het overleg met de vakbonden was verlopen. De Raad van Bestuur keurde op 22 oktober het efficiëntie-, transformatie-, besparings-, afslank?- plan goed. Wij gaven onze voorstellen op 26 oktober. Pas op 22 november bracht de directie voorstellen en concrete cijfers aan. De invulling van de personeelsgerelateerde besparingen (die de Vlaamse overheid vroeg) kennen we nog steeds niet.
Overlegkader
Maatschappelijk relevant? De inhoudelijke opdracht van de huidige Beheersovereenkomst is: het verschil maken als openbare omroep op informatief, creatief, cultureel en sociaal vlak. Met andere woorden: écht maatschappelijk relevant zijn. Dat willen ook de medewerkers. In plaats van hen daarrond te mobiliseren, sleurt de directie hen in een nieuwe spiraal van besparingen en jobonzekerheid. Rond de vraag naar die maatschappelijke meerwaarde blijven wij als vakbonden en personeel voor een groot deel op onze honger zitten. Heel wat medewerkers met veel ervaring en inzicht hebben een visie hoe de openbare omroep de samenleving vooruit kan helpen. Spijtig genoeg krijgen ze geen gehoor. “We zijn geen kijkcijferfetisjisten”, klinkt soms al te hol.
Te weinig personeel Er blijft bovendien nog te veel onduidelijk. We stelden een voorlopige lijst van 51 vragen op over de aangeleverde cijfers. Maar we willen eerst en vooral een discussie over de inhoud: Welke transformatie is er voor de VRT? Dankzij eerdere zeer zware inspanningen, onder andere een personeelsreductie van 10 procent, is de VRT een financieel gezonde instelling. Is er dan nood aan nog maar eens bijkomende besparingen? Wij denken dat er niet te veel personeel is, maar eerder te weinig. Op de werkvloer
We zijn dan ook overtuigd dat de VRT de besparingshype die door andere openbare diensten waait - veroorzaakt door allerlei gevolgen van de crisis - aangrijpt om verdere stappen in een ander plan te realiseren, namelijk de kleine of afgeslankte VRT. En dat aanvaarden we niet. Daarom stelden de vakbonden een overlegkader voor: een debat ten gronde over het Transformatieplan, een inhoudelijk akkoord over de landingsbanen, een akkoord over de aanpak van het overleg en een discussie en akkoord over de cijfers en invulling van een en ander.
Mobiliteit
21
Brussels Airport: Beheersmaatschapp i j o f l u c h t h a v e n? Minimumbezettingen worden de norm, tijdelijke contracten nemen de taken over en ondertussen evolueert Brussels Airport naar een beheersmaatschappij. Wij vragen een duidelijk signaal. Waar wil de directie naartoe? Sinds enkele maanden valt de puzzel in elkaar. In navolging van Macquarie (Hoofdaandeelhouder Brussels Airport tussen 2004 en 2011) en andere voorbeelden uit het buitenland, kiest de directie voor een constante afbouw van personeelsbezettingen. Taken verschuiven van het ene departement naar het andere, worden afgeschaft om ze nadien bij een andere dienst toe te voegen..
Minimumbezettingen
Onlangs lanceerde de directie het voorstel om de bezetting bij het Welcome center verder af te bouwen. De minimumbezettingen worden – als het van de directie afhangt – de norm. Net zoals ze al deden in verschillende andere diensten. Als het dan wat drukker wordt, collega’s verlof willen opnemen of er iemand ziek valt, stuikt de ‘organisatie’ als een kaartenhuisje in elkaar.
Onderaannemers
Naast de constante afbouw van bezettingen zien we anderzijds dat op cruciale diensten voor de luchthaven er nieuwe organigrammen op poten worden gezet. Er worden toezichthoudende posten gecreëerd waar op zich niets mis mee is. Om de zogenaamde ‘piekmomenten’ (= drukkere momenten die je kunt hebben op een luchthaven) op te vangen, doet de directie een toegift om de werkdruk van de Brussels Airport werknemers te laten zakken. Onderaannemers, tijdelijke- en interimcontracten nemen taken over. Dit is een vergiftigd geschenk.
Gelijk loon voor gelijk werk
We hebben voor alle duidelijkheid niets tegen de collega’s van de onderaannemers of de tijdelijke werknemers, integendeel. Alle tijdelijke personeelsleden van onderaannemers moeten – als het van ons afhangt – aan dezelfde loons- en arbeidsvoorwaarden tewerkgesteld worden. Gelijk loon voor gelijk werk is ons motto. Waarom zet de directie deze mensen niet op de eigen payroll? Sommigen werken via onderaanneming al 5 tot 7 jaar voor Brussels
Airport, maar krijgen minder loon. De realiteit is dus anders.
Beheersmaatschappij
Als we dan de puzzel in elkaar schuiven die de directie probeert te verdoezelen, dan is het voor ons duidelijk dat Brussels Airport aan het evolueren is naar een beheersmaatschappij. Een onderneming die talloze contracten van dienstverleners beheert. Vanzelfsprekend moet Brussels Airport als ‘beheerder’ van de contracten/tenders dan ook nagaan of het personeel van de betrokken onderaannemers hun opdrachten en taken naar behoren vervullen. Het gevaar dat – Brussels Airport werknemers die niet tot deze groep van ‘reps’ (zoals bij de luchtvaartmaatschappijen) behoren - zullen overgeheveld worden naar de onderaannemers is dan in deze optiek reëel.
Brussels Airport = luchthavenuitbater
Wij vragen aan de directie dan ook het duidelijke signaal dat zij niet van plan zijn te evolueren naar een beheersmaatschappij. Wij vragen de directie van Brussels Airport duidelijk te stellen dat zij een luchthavenuitbater willen zijn. Een luchthavenuitbater die met eigen werknemers zorgt voor een degelijk en optimaal kader en dienstverlening. Dit kader dat er moet zijn voor luchtvaartmaatschappijen, grondafhandelingsdiensten, beveiliging, veiligheid en passagiers. Wij willen een halt toeroepen aan de verder sluipende uitbesteding van taken en opdrachten. Een objectieve en degelijke werving, promotie en selectiekader is dan ook essentieel om op korte termijn de personeelstekorten weg te werken. Human Resources is meer dan papier produceren en tabellen maken. Het is mensen mee helpen zich te ontplooien en zich binnen hun baan verder te ontwikkelen. Het is mensen begeleiden en ondersteunen. Het is toekomstperspectieven bieden, informeren en communiceren op een correcte wijze. Daarom eisen wij ook een werkzekerheidsclausule naast een duidelijk statement dat Brussels Airport een luchthaven blijft door en met eigen werknemers.
Water
Oostendse havenarbeiders krijgen loon na twee jaar In een rechtszaak rond Oostendse havenarbeiders, trok het ACV aan het langste eind. Onze leden krijgen na twee jaar eindelijk hun loon uitbetaald.
vakbond legde de werken stil en de firma verdween met de noorderzon‌ zonder de lonen van de havenarbeiders te betalen.
Kloosterboer, een overslagbedrijf uit Vlissingen in Nederland, kwam in november 2010 met een trafiek van groenten en fruit naar Oostende.
De rechtskundige dienst van ACV Brugge vocht dit aan bij de rechtbank, die het ACV gelijk gaf. Onze leden krijgen uiteindelijk, na twee jaar, hun loon uitbetaald. De gerechtsdeurwaarder dwong Dhr. Dezutter, vertegenwoordiger van Coastal Port Agencies, de kosten te betalen met inbegrip van de intresten en de opgelegde dwangsom.
Na een analyse van de tewerkstelling bleek dat de nieuwe stouwer, Coastal Port Agencies, het niet al te nauw nam met de geldende regels inzake havenarbeid. Terwijl Oostendse havenarbeiders werkloos waren, gingen de arbeiders uit Vlissingen hun taken uitvoeren onder het mom van opleiding. Ook de onveilige werksituatie, waarin de werknemers moesten werken, werd aangeklaagd. De
Vervoer over de weg
23
Eindejaarspremie sectoren ver voer en logis tiek 2 012 Goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden (RSZ 083) Bedrag en toekenningsvoorwaarden : Om recht te hebben op de eindejaarspremie 2012, moet de werknemer tijdens de referteperiode, die loopt 1 juli 2011 tot 30 juni 2012, als arbeider ingeschreven zijn in het personeelsregister van een onderneming voor goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of goederenbehandeling voor rekening van derden, behorende tot de RSZ-categorie 083. Het bedrag van de bruto eindejaarspremie is gelijk aan 5% van de brutolonen die 100% onderworpen zijn aan de RSZ en die de arbeider tijdens de referteperiode verdiend heeft bij één of meerdere werkgevers van de sector. Gelet op het groot aantal werknemers tewerkgesteld in de sector en op de toekenningscriteria, bepaalt het Sociaal Fonds, met behulp van een computer, welke werknemers recht hebben op de eindejaarspremie. Om recht te hebben op de eindejaarspremie, moet voor de arbeider in de referteperiode minstens € 3.718,40 zijn aangegeven. Voor wie dit bedrag niet bereikt ingevolge arbeidsongeschiktheid, wordt evenwel rekening gehouden met een fictief loon voor gelijkgestelde dagen om het minimumloon te berekenen en wel als volgt : • het loon van de referteperiode wordt gedeeld door het aantal dagen waarop het betrekking heeft • dit gemiddeld dagloon wordt vermenigvuldigd met het aantal gelijkgestelde dagen; • het resultaat hiervan wordt bijgeteld bij het effectief verdiend loon Indien deze som hoger of gelijk is aan € 3.718,40 wordt de eindejaarspremie wel toegekend! Uitbetaling: De premie wordt vanaf 20 december via overschrijving uitbetaald door het Sociaal Fonds Transport en Logistiek. bij voorkeur via overschrijving. Hiertoe ontving u als rechthebbende een schrijven van dit Fonds ter controle van uw laatst gebruikte rekeningnummer.
Handel in brandstoffen (RSZ 091) Voorwaarden: • Tijdens de referteperiode, die loopt van 1 juli 2011 tot 30 juni 2012, ten minste 50 effectieve of gelijkgestelde dagen totaliseren in de vijfdaagse werkweek of 60 dagen in de zesdaagse werkweek. Worden beschouwd als gelijkgestelde dagen: de dagen zoals zij zijn vastgesteld in de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de loonarbeiders. • Tijdens dezelfde referteperiode de sector niet vrijwillig verlaten hebben of niet ontslagen zijn om dringende redenen. • Werknemers die ontslagen zijn buiten de referteperiode (niet om dringende redenen) behouden het recht op uitbetaling van de eindejaarspremie indien de laatste werkdag nog valt binnen de referteperiode. • Ook de werknemers die de onderneming verlaten tijdens de referteperiode en wiens laatste werkdag buiten deze periode valt, maar bij een andere werkgever van de sector aan de slag zijn gegaan, behouden het recht op de eindejaarspremie. • Werknemers die in de loop van de referteperiode met (brug) pensioen zijn gegaan en de rechthebbende van de werknemers die in de loop van het refertejaar overleden zijn, behouden eveneens het recht op de eindejaarspremie Bedrag: de bruto eindejaarspremie is gelijk aan 6,35 % van de brutolonen die 100 % onderworpen zijn aan de RSZ, die de werknemer verdiend heeft tijdens de hier bovengenoemde referteperiode bij één of meerdere werkgevers uit de sector De berekening van dit bedrag geschiedt enkel op basis van de effectief aangegeven RSZ-lonen. Uitbetaling: De uitbetaling van de eindejaarspremie gebeurt eind december 2012 door het Sociaal Fonds van de ondernemingen van brandstoffenhandel.
Verhuisondernemingen (RSZ 084) Bedrag : 170 maal het werkelijk betaalde uurloon van de maand december 2012, gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestatie tijdens het jaar 2012.
Vervoer over de weg
Dit werkelijk betaalde uurloon moet minstens gelijk zijn aan het conventioneel basisuurloon. Elke maand met minimum 14 kalenderdagen arbeidsprestaties (of gelijkgestelde dagen: verlof - gedeeltelijke werkloosheid - arbeidsongeval) wordt beschouwd als een volledige maand. De dagen verlof, economische werkloosheid en de dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval worden met dagen arbeidsprestaties gelijkgesteld Het totale bedrag kan met € 1,24 worden verminderd per dag ongerechtvaardigde afwezigheid. Voorwaarden: Op de datum van uitbetaling werkzaam zijn in een onderneming van verhuis en aanverwante activiteiten en er minimum 6 maanden anciënniteit hebben. Hebben eveneens recht op de premie (mits aan de basisvoorwaarde is voldaan) : • De werknemers die in de loop van de referteperiode (kalenderjaar 2012) op pensioen of brugpensioen zijn gegaan • De rechthebbenden van de werknemers overleden in het betrokken kalenderjaar • De werknemers die werden ontslagen om andere dan dringende redenen • Hebben geen recht op de premie: De arbeiders die de onderneming vrijwillig hebben verlaten of zonder opzegging werden ontslagen om dringende redenen • De arbeiders die in de referteperiode langer dan 6 maanden ziek zijn geweest en de totaliteit van de bijkomende vergoedingen die door het sociaal fonds wegens ziekte worden uitbetaald, hebben ontvangen.
Uitbetaling: Deze premie wordt uitbetaald door de werkgever. De betaling dient verricht te worden op de laatste werkdag van de maand december 2012.
Taxi’s en Locatievervoer (RSZ 068) De werknemers die 200 voltijdse arbeidsdagen in de taxisector kunnen bewijzen tussen 1 juli 2011 en 30 juni 2012 hebben recht op een forfaitaire uniformvergoeding van € 150 per jaar. De werknemers die gedurende diezelfde referteperiode deeltijds tewerkgesteld werden, ontvangen het bedrag van de forfaitaire uniformvergoeding pro rata hun arbeidsregime. De eis om minimum 200 arbeidsdagen te kunnen bewijzen om recht te hebben op de uniformvergoeding, wordt eveneens verminderd naar evenredigheid met hun arbeidsregime. Deze premie wordt in de loop van het voorjaar 2013 uitbetaald door het Sociaal Fonds van de sector. Vanaf einde februari / begin maart ontvangt u een brief van dit Sociaal Fonds ter kennisname of controle van uw bankrekeningnummer.
Rijdend personeel autocars – speciale autobusdiensten (RSZ 085) Bedrag: Het maximumbedrag is vastgesteld op € 1.923,50 bruto voor voltijdse werknemers, proportioneel bedrag voor deeltijdse werknemers. In geval van vermindering van de arbeidsduur is deze premie gelijk aan een dertiende maand
Voorwaarden: Chauffeurs die in de loop van het jaar 2012: • Op pensioen of brugpensioen zijn gegaan • In dienst zijn getreden • Ziek zijn geweest voor een totale periode van meer dan 6 maanden • Arbeidsongeschikt zijn geweest wegens een arbeidsongeval • Zijn ontslagen om andere dan dringende redenen Bekomen deze premie naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties. Elke effectieve arbeidsprestatie van minstens 10 dagen geldt voor een volledige maand. Worden gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties: de wettelijke vakantiedagen en de dagen afwezigheid wegens ziekte/arbeidsongeval (met een maximum van 6 maanden). Chauffeurs die in de loop van het jaar 2012 zelf hun opzegging hebben betekend en niet meer in dienst zijn op 31.12.2012, of werden ontslagen om dringende redenen, verliezen het recht op de eindejaarspremie. Uitbetaling: Voor de sector autocars: de betaling dient verricht te worden vóór de laatste werkdag van de maand december 2012. Voor de sector speciale diensten: de betaling mag in 2 schijven gebeuren: 50% vóór 31.12.2012 en 50% vóór 10.01.2013. Het totale bedrag waarop u recht heeft wordt in mindering gebracht met € 110 bruto dat u zal uitbetaald worden door het Sociaal Fonds (zie hierna).
25
Garagepersoneel autocar- en neerde leden van het garagepersoneel en de arbeiders die in de referteperiode speciale autobusdiensten
met € 110 bruto dat u zal uitbetaald worden door het Sociaal Fonds - zie hierna)
Bedrag: Op basis van het uurloon dat van kracht is op 01.12.2012 (of op datum van uitdiensttreding in bepaalde gevallen) volgens volgende formule : Uurloon 01.12.2012 x 38 u x 52 (weken) 12 • maximum bedrag voor voltijdse werknemers. • proportioneel bedrag voor deeltijdse werknemers (pro rata van de door hen gepresteerde arbeidsduur) De referteperiode : van 01.12.2011 au 30.11.2012.
Voorschot op de eindejaarspremie voor het rijdend personeel en het garagepersoneel van de autocar- en speciale autobusdiensten
Voorwaarden Hebben recht op de volledige premie: alle leden van het garagepersoneel die op 30.11.2012 minstens 3 maanden anciënniteit hebben in de onderneming. Hebben geen recht op de premie : • De arbeiders wiens contract beëindigd wordt in onderlinge toestemming, indien het schriftelijk akkoord geen clausule omtrent de eindejaarspremie bevat; • De arbeiders die de onderneming vrijwillig verlaten, indien de opzegging verstrijkt voor 30.11.2012 (behalve in de hierna genoemde gevallen). Hebben recht op een gedeelte van de premie gelijk aan 1/12de per maand tewerkstelling in de referteperiode (waarbij elke begonnen maand telt als een volledig gepresteerde maand): • De garagearbeiders die sedert tenminste 3 maanden al in de onderneming tewerkgesteld zijn, maar die nog geen jaar anciënniteit tellen op 30.11.2012; • De gepensioneerde en bruggepensio-
ontslagen zijn om een andere dan dringende redenen; • De rechthebbenden van de in de referteperiode overleden arbeiders; • De deeltijdse arbeiders die zelf hun arbeidsovereenkomst beëindigen om een job met meer uren te krijgen; • De arbeiders die de onderneming vrijwillig verlaten in een periode van economische werkloosheid; • De arbeiders die de onderneming vrijwillig verlaten en op het moment van hun vertrek 10 jaar of meer anciënniteit tellen; • De arbeiders wiens contract beëindigd werd wegens overmacht; • De arbeiders met een contract van bepaalde duur van minstens 3 maanden. Worden gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties: • De dagen arbeidsongeschiktheid wegens ongeval of gewone ziekte met een maximum van 30 kalenderdagen per refertejaar • De dagen arbeidsongeschiktheid omwille van een beroepsziekte of arbeidsongeval beperkt tot maximum 12 maanden • De dagen arbeidsongeschiktheid wegens economische werkloosheid met een maximum van 150 dagen Voor elke dag van schorsing van de arbeidsovereenkomst die niet is gelijkgesteld, wordt het bedrag met 1/260ste verminderd Uitbetaling: De premie dient door de werkgever op 20 december 2012 ten laatste worden uitbetaald. Het totale bedrag waarop u recht heeft wordt in mindering gebracht
Het Sociaal Fonds neemt de uitbetaling op zich van een voorschot op de eindejaarspremie. Dit voorschot bedraagt € 110 bruto (€ 84,07 netto) en wordt rechtstreeks op uw bankrekening gestort. De betaling van het voorschot door het Sociaal Fonds gebeurt op basis van de gegevens die de werkgever verschaft en is voorzien op 15.12.2012.
Klachten omtrent het niet ontvangen van uw betalingsdocument of gelijk welke onregelmatigheid dienen het liefst na 20 januari en voor einde maart 2013 overgemaakt te worden aan uw regionaal ACVTranscom secretariaat
Mocht u nog twijfels hebben of wenst u meer inlichtingen, kan u steeds terecht op het nummer van onze INFOLIJN 078 15 15 16 (zonaal tarief).
Vervoer over de weg Lid zijn van ‘Les Routiers Européens’ biedt veel voordelen De stichting ‘Les Routiers Européens’ bestaat al bijna 60 jaar. De afgelopen jaren veranderde er heel wat langs en op de weg. Hierdoor werden de mogelijkheden en voordelen ingrijpend uitgebreid.
talen bij één van deze restaurants, (meer informatie en een overzicht van de deelnemende restaurants kan je vinden op de website www.routiers.nl.) Heb je al een Routierspas? Dan kan je die gebruiken als je lid blijft. De routierspas wordt elektronisch geblokkeerd als je geen lid meer bent.
‘Routierswereld’ Zo krijgt u ook in 2013 ‘Routierswereld’, het informatieve fullcolour magazine gericht op het wegvervoer. Dit magazine verschijnt zes maal per jaar. Als u uw e-mailadres meldt aan de stichting, ontvang je ook gratis de Routiers-Nieuwsbrief, met daarin volop actuele informatie en aanbiedingen.
Voor een lidmaatschap bij ‘Les Routiers Européens’ krijgt je dus veel in de plaats. Dankzij de diverse kortingen en aanbiedingen kan je als beroepschauffeur het lidgeld als het ware terugverdienen.
Website Er is ook een website (www.routiers.nl) en een Routiersgids, met uitgebreide informatie over de aangesloten wegrestaurants, hulpdiensten in heel Europa. Bovendien komt Les Routiers ook regelmatig in het Nederlandse televisieprogramma ‘RTL Transportwereld’.
Voordeelpas In 2013 is er opnieuw de Routierspas. Met deze voordeelpas krijgt u op allerlei producten en diensten een korting. Met deze pas kan u bij de meeste van de aangesloten restaurants routierspunten sparen en er vervolgens mee be-
Er is al enkele jaren een samenwerking tussen ACVTranscom en ‘Les Routiers Européens’. Het normale lidmaatschap vanuit België bedraagt 54 euro voor 2013. Als lid van ACV-Transcom krijg je een korting van 35 procent, waardoor je slechts € 35,10 moet betalen. Dat is een korting van maar liefst € 18,9. Wil je lid worden? Stort dan € 35,10 op het rekeningnummer 789-5502924-35. Vergeet niet je volledige naam en adres duidelijk te vermelden. Je pasje en de Routiersgids worden je dan zo snel mogelijk toegestuurd.
Handel in brandstoffen – PC 127 – RSZ 091 Indexaanpassing lonen (vanaf 01.12.2012) Door de overschrijding van de spilindex verhogen de minimum uurlonen in de sector van de Handel in brandstoffen vanaf 1 december 2012 met 2 procent. De nieuwe minimum uurlonen: Aanwerving
> 3 jaar in dienst
>10 jaar in dienst
>15 jaar in dienst
Werklieden/werksters
€ 10,7044
€ 10,9875
€ 11,0909
€ 11,2585
Autovoerder
€ 11,1978
€ 11,4808
€ 11,5841
€ 11,7515
Tankwagenbestuurder
€ 11,6936
€ 11,9766
€ 12,0799
€ 12,2473
27
Orditach USB-stick met kaartlezer Dankzij Orditach Print weten chauffeurs welke gegevens er op hun chauffeurskaart staan, zoals de digitale tachograaf die registreert.
Over welke gegevens gaat het hier? 1. Een compleet overzicht van de geleverde prestaties. 2. De rit van elke dag tot in het kleinste detail. 3. Een lijst met overtredingen op de wetgeving van rij- en rusttijden. 4. De resterende rijtijd per dag. Er worden uiteraard geen gegevens gewist van de chauffeurskaart. Alle overzichten of selecties zijn vlot af te drukken. De USB-stick werkt vanaf Microsoft Windows XP of nieuwer (Vista en Windows 7). Je kan slechts één digitale bestuurderskaart invoeren, namelijk de jouwe. Als lid van ACV-Transcom krijg je een korting van 30 procent. Het programma Orditach Print wordt geleverd op een USB-stick met ingebouwde kaartlezer en is nu beschikbaar voor € 48,30 ! Deze kaartlezer kan buiten het programma ook gebruikt worden voor andere doeleinden.
Hoe bestellen?
• Stort € 48,30 op rekeningnummer 789-5502924-35 met vermelding van uw naam, lidnummer en van het Transcom secretariaat van het vervoer waar u uw bestelling wenst af te halen. • Je bestelling kan ten vroegste één week na de effectieve betaling enkel afgehaald worden op uw regionaal ACV-Transcom secretariaat vervoer. • Neem eerst contact op met het regionaal ACV-Transcom secretariaat Vervoer, zodat u niet voor een gesloten deur staat. Meer informatie vind je op www.orditachprint.com, of via info@orditachprint.com Al onze secretariaten zijn uitgerust met een uitgebreide versie van Orditach Print zodanig dat zij de beschikbare gegevens van uw bestuurderskaart rechtstreeks kunnen integreren in hun loonprogramma, waardoor zij u nog beter kunnen helpen mocht u problemen hebben met de uitbetaling van het loon waar u recht op heeft.
Indexering gewaarborgd minimum maandloon taxichauffeurs (01.12.2012) Door de overschrijding van de sociale spilindex op 01.12.2012 wordt het gewaarborgd minimum maandloon van de taxichauffeurs vanaf 1 december 2012 verhoogd met 2 procent. Het nieuwe gewaarborgd minimum inkomen bedraagt: Leeftijd + 22 j, anciënniteit > 12 maand Per maand: € 1559,38 Omrekening per uur: 40 uur/week € 8,9964 39 uur/week € 9,2271 38 uur/week € 9,4699 Gebrek aan voertuig: € 7,20 /uur.
Intersectoraal “We mogen geen mens zijn, anders geen nieuw c o n t r a c t ”: misstanden in uitzendsector Niet-bestaande vacatures, loze beloftes op een vast contract, kwijtgespeelde dossiers, onbeschofte behandeling en ontslag zonder reden: de misstanden waar jongeren mee te maken krijgen als zij via een uitzendkantoor een job zoeken zijn alomtegenwoordig. KAJ stelde samen met JOC en de jongerenafdelingen van CSC en ACV een zwartboek vol getuigenissen samen, om deze misstanden aan te klagen.
Zwartboek Op 16 november is de eerste versie van dit zwartboek ‘Is dit de nieuwe arbeidscultuur?’ gepresenteerd, en vond er een studiedag plaats die werd afgesloten met een debat. De studiedag bracht drie groepen samen die nauw betrokken zijn bij uitzendarbeid: de jonge uitzendkrachten zelf, vakbondsafgevaardigden en uitzendconsulenten. Deze groepen formuleerden gedurende de studiedag vragen en stellingen over de zaken waar zij mee zitten wat betreft uitzendarbeid. Het debat werd dan opgehangen aan die vragen en stellingen.
Getuigenissen Een studiedag over de toekomst van uitzendarbeid en de plaats van jongeren daarin lijkt broodnodig: in het zwartboek staan maar liefst 1000 getuigenissen van jongeren die op allerlei verschillende manieren slechte ervaringen hebben gehad met een uitzendbureau. “En je moest er echt niet ver naar zoeken”, zegt Bart Holvoet, voorzitter van de Christelijke Arbeidersjongeren (KAJ). “Na het verzamelen van getuigenissen zijn wij gaan samenzitten om ze te vergelijken. Hieruit bleek dat dezelfde problemen bij uitzendbureaus overal in België terugkeren, er is echt een systematiek te zien. Jongeren komen in een soort van ratrace terecht waarin zij steeds meer ontmoedigd raken: vacatures die niet blijken te bestaan, beloftes die niet nagekomen worden en gegevens die kwijtraken, noem maar op». «De getuigenissen die wij hebben verzameld zijn van jongeren, maar ik weet dat ook ouderen dezelfde problemen tegenkomen. Flexibility schijnt tegenwoordig bon ton te zijn, maar als dit zo doorgaat zie ik de toekomst somber in”.
De getuigenissen in het zwartboek uiten een schandalig divers palet aan wantoestanden: in werkelijk alle fasen zijn er problemen, van de inschrijving tot aan de (al dan niet) betaling. Weigering tot inschrijving, vacatures in de etalage die niet blijken te bestaan, opleiding en profiel van de jongeren waar nul rekening mee wordt gehouden, opvolging die ontbreekt, een persoonlijk dossier dat spoorloos verdwijnt of aan de poort van je nieuwe baan horen dat ze je toch niet kunnen gebruiken: de lijst lijkt eindeloos.
Onzekerheid En dat is nog voordat er al een job gevonden is, als je het geluk hebt dat het uitzendbureau je ergens plaatst zijn er nog tal van dingen die mis gaan. De jongeren die hun verhaal doen in het zwartboek spreken van eindeloze opvolging van interimcontractjes. Die zijn voor de duur van een week of zelfs een dag: met als gevolg een constant gevoel van onzekerheid over de (financiële) toekomst. Jongeren die ziek vallen, iets breken of bijvoorbeeld naar een begrafenis moeten krijgen simpelweg geen nieuw contract meer. De belofte ‘optie vast werk’ is niets waard, het contract wordt stopgezet net voordat het een vast contract moet worden. Als finale druppel wordt loon vaak niet eens volledig of veel te laat uitbetaald. Jonathan: “Ik heb een opleiding tot schilder/behanger gehad, maar nog nooit een job gekregen die daar iets mee te maken had. Naar mijn profiel wordt totaal niet gekeken. Ik ben eens ziek geworden in de derde week van een vier weken durende opdracht via Randstad. Dat was bij het bedrijf Daikin, waar ik koperen en aluminium buisjes in elkaar moest steken». «Ik heb toen een doktersbriefje geregeld zoals het hoort, maar toch hebben ze mijn afwezigheid als onwettig geregistreerd. Het contract voor de vierde week was mij beloofd maar moest nog wel getekend worden, maar omdat ik ziek was in de derde week heb ik dat contract nooit meer gekregen”. “Daarnaast is er ook een vierde van mijn loon afgehouden voor die maand. Omdat ik dit onterecht vond ben ik bij Randstad op mijn strepen gaan staan, ik heb het wetboek erbij gepakt en ze daarmee geconfronteerd. Mijn moeder heeft daarna ook nog eens naar ze gebeld om te vragen of
29
het opgelost was. Tegen haar zeiden ze dat ze zich moest schamen voor haar zoon, daarna smeten ze de hoorn erop. Nu ben ik levenslang geschorst bij Randstad”.
Boegeroep voor Federgon Het debat werd gemodereerd door Gilbert De Swert (ex-hoofd ACV-studiedienst) en gevoerd door Herwig Muyldermans (Federgon, koepel van uitzendorganisaties), Mathieu Verjans (nationaal secretaris ACV), een jonge uitzendkracht, een woordvoerder namens de uitzendconsulenten en een jongerendélégué van het ACV. Muyldermans, die advocaat van de duivel speelde in een zaal vol (terecht) gefrustreerde jongeren, oogstte meer boegeroep dan bijval met uitspraken als: “Je moet je maar gewoon bij tien tot vijftien uitzendbureaus inschrijven, dan vind je vanzelf een baan”, tegen een jongere voor wie dat al lang een gepasseerd station is. “Jullie moeten niet denken dat ‘optie vast’ hetzelfde is als ‘vast’”, “Uitzendconsulenten zijn te beleefd voor de jonge werkzoekenden” en “Er zijn heel veel jonge werkzoekenden die naar een uitzendbureau gaan dat geen werk voor ze heeft”. Je kan hierop terecht de vraag stellen waarvoor die kantoren dan wel bestaan. De woordvoerder van de uitzendconsulenten stelt twee ingrepen op korte termijn voor: dat de oude, niet meer bestaande vacatures uit de etalages van uitzendbureaus gehaald worden en dat er eerlijke communicatie gaat zijn over de belofte ‘optie vast’. Deze doelstellingen zouden makkelijk te
realiseren moeten zijn. Op de lange termijn zou er een social charter gemaakt moeten worden, waar uitzendkantoren zich aan moeten houden in hun omgang met uitzendkrachten. Muyldermans vindt de creatie van een social charter een mooi idee, maar is bang dat deze slechts aan de muur gaat hangen zonder inhoud te hebben. Of dat zo is, hangt toch vooral af van hoe dit social charter aan de uitzendkantoren gepresenteerd wordt. Muyldermans vindt dat de communicatie in het algemeen verbeterd moet worden: als een uitzendkracht niet geschikt is voor een bepaalde job, moet de consulent daar eerlijk over kunnen zijn. “Dat klinkt misschien hard, maar het is wel belangrijk”.
Engagement Verjans (ACV) zegt blij te zijn met het engagement dat te zien is rond uitzendarbeid en hoe deze te verbeteren. Hij zou graag willen dat het (wettelijk) afdwingbaar wordt gemaakt dat vacatures in de etalages van uitzendbureaus moeten kloppen. Verjans spreekt ook over de stress die een baan als uitzendconsulent met zich meebrengt, wat ertoe kan leiden dat jonge uitzendkrachten niet altijd correct behandeld worden. “Het is ook belangrijk dat de uitzendconsulenten nog vreugde beleven in hun job, ondanks dat het een moeilijke job is. Veel jonge consulenten hebben niet de ervaring om op een tactvolle manier uitzendkrachten af te wijzen als zij niet geschikt blijken voor een bepaalde job”.
Verkeerd verwachtingspatroon Een betrokkene uit het publiek stelt dat het verwachtingspatroon dat bij jonge uitzendkrachten wordt gewekt veel te hoog is en dat zij er beter op voorbereid moeten worden dat er niet altijd binnen een maand een vaste baan beschikbaar is. Een ander suggereert dat er wettelijk een periode opgezet zou moeten worden die bepaalt hoelang een uitzendkracht bij een bedrijf mag werken voordat deze een vast contract moet krijgen. Muyldermans reageert hierop met een fijne sneer: “U moet uw wet eens nalezen, die beperkingen in duur bestaan wel al”. Het debat eindigt nogal abrupt, maar de partijen lijken het erover eens te zijn dat de communicatie tussen uitzendbureau en uitzendkracht verbeterd moet worden en dat er een einde moet komen aan valse vacatures. Het ACV wil daarnaast de uitzendkrachten beter kunnen bereiken om hen duidelijk te maken wat hun rechten zijn. Het is te hopen voor de jongeren in de uitzendsector dat deze voorgestelde maatregelen slechts het begin zijn van een hervorming die de vele misstanden die er nu bestaan wegwerkt. Holvoet (KAJ): “Een van de jongeren op deze studiedag vatte het mooi samen: consulenten zeggen dat ze de juiste jongere voor een job zoeken, maar eigenlijk hoort het andersom: ze moeten de juiste job voor een jongere zoeken”. Leonie Hogervorst (De Wereld Morgen 19/11/’12, www.dewereldmorgen.be)
Intersectoraal
Anders-actieven Antwerpen-Mechelen-Hasselt Telecom (district 2) Door omstandigheden buiten onze wil om, konden wij onze jaarvergadering in oktober niet laten doorgaan. Maar op 17 januari, ter gelegenheid van Nieuwjaar, nodigen we je graag uit voor een receptie. Wat? Receptie met warme en koude hapjes en drie gratis consumpties. De agenda ligt klaar. Informatie over de laatste ontwikkelingen binnen het ACV en Belgacom (caoonderhandelingen) Waar? Eeuwfeestlaan 80 in Lier Wanneer? 17 januari (van 14 tot 17 uur) Prijs? 8 euro per persoon (verplicht vooraf betalen) Inschrijven? Overschrijven op BE58 8335 1286 9679 (Vriendenkring gepensioneerden Telecom)
Brugge – Oostende Westkust Nieuwjaarsviering 28 januari 2013 Maandag 28 januari 2013 verwachten wij al onze ACV-Transcom leden in Oostende voor onze jaarlijkse nieuwjaarsviering. Dit jaar is Katrien Verwimp, de nieuwe voorzitter van ACV-Transcom, te gast. Waar? ACV-centrum (5de verdieping), Dr. Kan. L. Colenstraat 7, Oostende. Het centrum is gelegen nabij het station, aan het stadhuis, langs de Mercator. Programma: 11.30u: Verwelkoming en receptie. Wij bieden jullie een aperitief en maaltijd aan. 12.30u: Warme maaltijd: Warme beenhesp met gegratineerde aardappelen, witloof, boontjes in spek en gegratineerde tomaten, inclusief een glas wijn of water. 14.00u: toespraak Katrien Verwimp. Vanaf 14.30uur: koffie met gebak en een muzikaal optreden, gezellig samenzijn met drank aan sociale prijzen. Inschrijven: Tot en met 20 januari en dit voor de speciale prijs van € 20 per persoon. Hoe inschrijven? Tot en met 20 januari kan je inschrijven door € 20 euro te storten op rekeningnummer BE98 – 7995 – 0631 – 0393 op
naam van Dhr. Synaeve Hubert, Klimoplaan 8, 8400 Oostende met de vermelding: Oostende + aantal personen. Indien, na inschrijving, jullie vaststellen dat je niet aanwezig kan zijn, gelieve zeker de voorzitter te verwittigen. De Cooman Roger via telefoon 0478 34 58 88 of via e-mail rogerdecooman@me.com Gezien deze prachtige dag, alsook de aanwezigheid van de nieuwe voorzitter van ACV-Transcom, vragen wij jullie om tijdig in te schrijven en dan ook aan aanwezig te zijn.
Gewest Brussel Nieuwjaarsontmoeting – gepensioneerdenwerking Wij willen 2013 op een goede en vriendelijke manier inzetten! Daarom nodigen wij de gepensioneerden en bruggepensioneerden – samen met hun echtgenotes - van alle sectoren graag uit op een “nieuwjaarsontmoeting”. Wanneer: woensdag 30 januari 2013 vanaf 14 uur. Plaats: vergaderzaal “Europa 1&2” van ACV-Transcom – Galerij Agora, Grasmarkt, 105 – 2e verdieping. Graag vooraf inschrijven (schriftelijk) door middel van onderstaande inschrijvingsstrook of gele briefkaart bij: ACVTranscom Gewest Brussel t.a.v. Gilbert Haeck, Galerij Agora, Grasmarkt, 105 – Bus 38 – 1000 BRUSSEL. Telefonisch inschrijven kan en mag ook – tijdens de kantooruren - op het nummer 02 545 69 70 (Francis Tibau & Gilbert Haeck).
Inschrijvingsstrook Brussel
(terug te sturen vóór dinsdag 18 januari 2013 aan: ACV-Transcom “Spoorwegen” Gewest BRUSSEL, Grasmarkt 105 B 38, 1000 BRUSSEL Naam & Voornaam : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
zal aanwezig zijn met …………… personen op 30 januari 2013. Datum :……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening :
31
Transcom-feest Lichtervelde was enorm succes
Bijdrageverhoging goedgekeurd De Algemene Raad van het ACV keurde op dinsdag 23 oktober een bijdrageverhoging voor de leden van de privésectoren goed. Deze verhoging komt in feite neer op een indexering. De laatste bijdrageverhoging werd twee jaar geleden doorgevoerd. Vanaf 1 januari 2013 wordt het ACV-lidgeld verhoogd met 0,90 euro voor wie een baan heeft en met 0,45 euro voor de nietactieven. De Algemene Raad heeft deze bijdrageverhoging goedgekeurd na een stevige bespreking.
Op zondag 18 november vond het jaarlijks Transcomfeest plaats in Lichtervelde. Met ongeveer 175 deelnemers was het een enorm succes. Na een receptie, begeleid door een orgelist, volgde een korte toespraak en gingen we aan tafel. Nadat het eten voldoende was gezakt, plaatsten de aanwezigen tijdens het muzikale optreden meerdere danspasjes. Moppentapper Baziel vrolijkte de avond op. De prachtige tombola was een mooie afsluiter voor de avond. Iedereen vertrok tevreden naar huis. De afwezigen hadden nogmaals ongelijk, maar kunnen dit rechtzetten door volgend jaar wel aanwezig te zijn op onze 60-jarige jubileumeditie.
Wat krijg je voor jouw bijdrage? Voordelen • We verdedigen jouw persoonlijke belangen bij de werkgever, in tuchtprocedures en voor de rechtbank. • Je krijgt een syndicale premie • Als er een staking is, ontvang je een stakersvergoeding • Je hebt recht op een huwelijks-, geboorte-, getrouwheidspremie. Snelle dienstverlening Heb je een dringende vraag? Zit je met een probleem op de werkvloer? Onze militanten staan altijd voor je klaar. Ze zijn dé experts rond werkroosters, vakantieregelingen, premies en toelagen, tijdskrediet enzovoort. Jouw belang ACV-Transcom zit regelmatig samen met jouw werkgever om te onderhandelen over de beste werkomstandigheden. Waarover gaat dat? • Betere loon- en arbeidsvoorwaarden • Betere arbeidstijden • Woon-werkverplaatsingen • (Brug)pensioenregelingen • Hospitalisatieverzekeringen
In memoriam Centrale Op 25 november overleed Louis Scheers, echtgenoot van Louise Van Waeyenbergh. “Louisa” is secretaresse op rust van de voorzitters van onze voregere fusiecentrale Christelijke Vakbond van Communicatiemiddelen en Cultuur. Langs deze weg bieden wij de familie Scheers-Van Waeyenbergh onze oprechte deelneming aan, samen met de verzekering dat wij de overledene zullen gedenken.
December houdt de nachten in zijn greep terwijl men in het verlichte straten de rilling van ijzige koude trotseert. Binnen in de huizen, bij de gloed van hete kachels worden oude verhalen opgefrist. Midden de betovering van een wit sneeuwtapijt bedelen hongerige vogels om wat voedsel. De winter mag nu komen. Jozef Vandromme (postman-dichter op rust)
Intersectoraal
A C V-Tr a n s c o m op Facebook Wil je onmiddellijk op de hoogte zijn van het nieuws binnen je vakbond? Like dan onze Facebook-pagina! Op deze pagina verschijnen foto’s, nieuws en evenementen van ACV-Transcom heet van de naald. Hoe doe je dat? Je vindt de pagina door in de zoekbalk ACVCSC-Transcom te typen. Momenteel hebben we 367 leden, maar dat moeten er veel meer worden. Word jij de volgende? Zelfs al ben je lid, toch kan je nog helpen. Hoe actiever onze pagina, hoe beter. Wat kan je doen? ‘Like’ onze berichten en deel ze. Zo bereiken we veel meer mensen en wordt onze pagina populairder. Je kan ook commentaar geven op foto’s en berichten en zelf interessante dingen delen. Hierboven zie je een QR-code. Dit is een soort streepjescode die je kan scannen met je smartphone/tablet.
Hiervoor heb je enkel een applicatie nodig die je gratis kan downloaden. Probeer het zeker eens uit. Heb je vragen over Facebook of Twitter, neem dan contact op met j.kerremans@acv-csc.be (02 549 07 88)
Tr a n s c o m - I n f o d i g i t a a l Lees je Transcom-Info digitaal en heb je de papieren versie niet nodig? Wil je ons magazine niet meer in papieren vorm in je brievenbus? Stuur je naam en e-mailadres naar j.kerremans@acv-csc.be Je krijgt maandelijks een e-mail met de nieuwe online editie van Transcom-Info. Zo word je als eerste op de hoogte gebracht.
Ben je onlangs verhuisd? Laat het ons dan weten! Waarom ? Zo ontvang je ons gratis ledenblad, briefwisseling over syndicale premie en andere voordelen op het juiste adres. Hoe? www.acv-transcom.be onder ‘Dit wil ik nog kwijt’ ACV-Transcom (dienst ledenbeweging), Galerij Agora, Grasmarkt 105 (bus 40), 1000 Brussel - 02 549 07 66 of 02 549 07 65
V.U. : Katrien Verwimp - Galerij Agora - Grasmarkt 105 - Bus 40 - 1000 Brussel - www.acv-transcom.be Layout en distributie : sa Doneux, Mettet • Druk : Corelio Printing