WAT HEB JIJ DIT JAAR GEMAAKT?
Zaterdag 14 december 2024
LEES MEER OVER ONZE TOEWIJDING AAN KWALITEIT EN INNOVATIE VERDER IN DIT MAGAZINE OF OP MERCEDES-BENZ.BE FOR YOUR QUALITY STANDARDS.
BECAUSE IT’S MERCEDES-BENZ.
WAT HEB JIJ DIT JAAR GEMAAKT?
Zaterdag 14 december 2024
LEES MEER OVER ONZE TOEWIJDING AAN KWALITEIT EN INNOVATIE VERDER IN DIT MAGAZINE OF OP MERCEDES-BENZ.BE FOR YOUR QUALITY STANDARDS.
BECAUSE IT’S MERCEDES-BENZ.
The performance sock that keeps you going.
Ook te koop bij
Elevate your performance with our compression technology. STOX Energy Socks facilitate faster muscle recovery and keep your feet warm and dry.
30
“Nee, de huisbaas is nog niet langsgeweest”
Espace Aygo, dat is de vrijplaats die een groep kunstenaars creëerde in een Brussels huurhuis. Ze woonden er en leefden hun dromen uit, van nooit gedacht tot ongezien. Binnenkort moeten ze het pand verlaten omdat er luxe-appartementen komen. We zouden zo graag een vlieg op de muur zijn als de huisbaas er binnen wandelt.
De tweede beste optie: een rondleiding door de kunstenaars.
Rust bij maneschijn en enthousiast klussende kabouters: dat wensen we je toe voor 2025, maar ze duiken ook op in dit laatste magazine van dit jaar. Samen met kerstbomen met een programma, drakenluchtschepen, K’nexbouwwerken, miniaturen, kleutermaatpakjes en aureolen van golfballen. Vraag makers hoe hun jaar is geweest, en er volgt een toonmoment van zotte ideeën en lieve vondsten, de dingen waarvoor wij smelten. Ze mogen dan ook dit hele magazine vullen. Dit is onze ultieme eindejaarswens: dat je smeltend en dromend en vol aanstekelijke makers-goesting het nieuwe jaar mag ingaan.
WINTERPAUZE!
Het magazine neemt even pauze. We zijn er weer op 11 januari. Tot binnenkort!
14
Tot aan de maan en terug ‘Wat heb je dit jaar gemaakt?’
25 De tekeningen van een forensisch arts
26 Jason St. Just bedenkt een gezelschapsspel
Op die vraag kregen we de mooiste reacties, zoals deze van MarieLouise Wasiela: “Ik ben introvert, dus ik verzamel wel graag mensen rond me, maar dan liefst in een klein groepje, om samen iets te doen. Zo organiseerde ik dit jaar een fotosessie met een maan waarin mensen konden gaan zitten voor hun portret. Ik kijk veel naar vintage foto’s, en in de jaren 20 en 30 poseerden mensen vaak in zo’n maan. Moeilijk om te maken is dat niet; het was even zoeken hoe ik dat uit piepschuim kon maken, maar ik ben kunstenaar, dus dat lukte wel.” @ml.wasiela 8
“Wie gaat dat nu weer doen, de kabouterkes?” Comedian en maker Henk Rijckaert hoort zo’n zin en maakt prompt zijn eigen klussende K-bouter. Omdat in zijn wereld als klusser alles denkbaar is en niets zo zot is dat hij het niet wil proberen.
29 DIY: glitter zonder troep
39 De Fijnproever test kaasballetjes
20
Raad eens hoeveel ik van je hou Tomohide Isokawa is patroonmaker bij Dries Van noten, en vader van de tweejarige Tao. Na de uren ontwerpt hij kleren voor zijn zoon, vaak een miniversie van wat hij draagt, want dat vindt Tao het leukst.
Opgelet, dit is een column over seks. Dat wilde An Olaerts helemaal niet, maar het universum werkt tegen. Eerst merkte ze hoe Punkie en zijn vriend in een resem kreuners veranderd waren. Vervolgens kwam die mail met een glibberig verzoek.
column
Opgelet, dit is een column over seks. Dat wilde An Olaerts helemaal niet, maar het universum werkt tegen. Eerst merkte ze hoe Punkie en zijn vriend in een resem kreuners veranderd waren. Vervolgens kwam die mail met een glibberig verzoek.
Door An Olaerts
Erotisch schrijven, ik kan het niet, ik wil het niet, ik doe het niet. Laatst heb ik nog vol overtuiging staan preken, tegen seks, in een column. “Je moet er eens op letten,” zei ik, “als een vrouw een column heeft, “hoe dikwijls het dan over seks gaat. Ze moet altijd vertellen over lingerie die opwelt als ze die ene lade opentrekt. Over kliertjes die beginnen te klieren op een boekvoorstelling. Of over een blind date met een allergie voor paneermeel. Hij likte zijn garnaalkroket leeg! En waar zulks allemaal geëindigd was!” Ik ging maar door, dat het niks voor mij was. Trouwens, Christophe Vekeman doet het toch ook niet. En dingske, Joren Vermeersch, waarom zou die nu over de gevoeligheid van zijn wriemelaar schrijven? Als hij de mensen ook kan raken met zijn slimmigheden. Het is toch waar zeker. Ik vloekte, dat er onderwerpen genoeg zijn en dat niemand zaken heeft met mijn staat van opwinding. De toehoorders keken. Ze
kwamen uit Generatie Z. Ineens zag ik ze denken. Wat scheelt er met dat mens? Als ze ons maar niks gaat toevertrouwen. Hééft zij nog seks? Laat ons hopen van niet. Mijn zaad sloeg te pletter op de rotsen. Ik stond me druk te maken voor niks. Het is te laat. Het is hoe het gaat. Ik hoef nooit meer erotisch te schrijven. Ik moet de zinnelijkheid uit mijn zinnen weren! Alleen voor Punkie niet. “Doe jij eens!”, zei hij. “Meisjes doen toch zo? Oooh. Jaaah. Hieeee.” Hij lachte. Zijn vriend Funkie lachte ook. En ik werd kwaad. Altijd ook die sekskreten onderweg. Eerst dacht ik dat Punkie porno had gezien. Terloopse vragen dat ik heb gesteld om daarachter te komen. Waar halen die kinderen hun rotzooi ook vandaan. Brainrot, Pornhub, Fuckfock, ik weet het alle-
Loop ik op een woensdagmiddag achteloos naar huis, heb ik in mijn slipstream twee opdonders van tien met het ene orgelpunt na het andere. Hieeee! Jaaa! Oooh! Het klonk luid en duidelijk, met halve snikjes, slikjes en gehijg erachteraan. Punkie en Funkie joegen seksuele suggesties door de straat. Iedereen kon het horen. Het enige wat ik kon doen, was afstand nemen en halfslachtig mompelen, om meer erotiek te voorkomen. Ik durfde niet te kijken hoe een gordijn mogelijk werd opzijgeschoven. “He? Wie komt daar klaar? Mijnelievegod, het is dat De Standaard! Met een or-
Het blijkt allemaal de schuld te zijn van ene Timon Verbeeck, tiktokker uit Lochristi. Hij fleurt zijn filmpjes op met onnozele kreten en goedkoop meisjesplezier. Hieee! Jaaah! Oooh! Op tv heeft hij verteld dat hij er spijt van heeft. Hij heeft het nooit zo bedoeld en hij zal het nooit meer doen. Alsof het een verschil maakt. Het resultaat is hoe dan ook een parade van vulgariteit. Vooraan stampt een kwaaie majorette van middelbare leeftijd, ik, gevolgd door Punkie en Funkie en een resem kreuners. Soms weet ik echt niet waarom ik leef. En toen moest het ergste nog komen. Beste An Olaerts, zo begon het bericht. Onderaan ging het netjes van hartelijke groeten. Maar tussen de plooien glibberde een griezelig verzoek. Hieee. Ooooh! Neee! Of ik geen workshop erotisch schrijven wilde geven voor se-
Erotisch schrijven, ik kan het niet, ik wil het niet, ik doe het niet. Laatst heb ik nog vol overtuiging staan preken, tegen seks, in een column. “Je moet er eens op letten,” zei ik, “als een vrouw een column heeft, hoe dikwijls het dan over seks gaat. Ze moet altijd vertellen over lingerie die opwelt als ze die ene lade opentrekt. Over kliertjes die beginnen te klieren op een boekvoorstelling. Of over een blind date met een allergie voor paneermeel. Hij likte zijn garnaalkroket leeg! En waar zulks allemaal geëindigd was!”
om daarachter te komen. Waar halen die kinderen hun rotzooi ook vandaan. Brainrot, Pornhub, Fuckfock, ik weet het allemaal niet.
Arevik d’Or woont in Brussel, waar ze illustraties, animatiefilms en chai latte maakt. Elke week verbeeldt ze hier met tedere humor
Ik ging maar door, dat het niks voor mij was. Trouwens, Christophe Vekeman doet het toch ook niet. En dingske, Joren Vermeersch, waarom zou die nu over de gevoeligheid van zijn wriemelaar schrijven? Als hij de mensen ook kan raken met zijn slimmigheden. Het is toch waar zeker. Ik vloekte, dat er onderwerpen genoeg zijn en dat niemand zaken heeft met mijn staat van opwinding. De toehoorders keken. Ze kwamen uit Generatie Z. Ineens zag ik ze denken. Wat scheelt er met dat mens? Als ze ons maar niks gaat toevertrouwen. Hééft zij nog seks? Laat ons hopen van niet. Mijn zaad sloeg te pletter op de rotsen. Ik stond me druk te maken voor niks. Het is te laat. Het is hoe het gaat. Ik hoef nooit meer erotisch te schrijven. Ik moet de zinnelijkheid uit mijn zinnen weren! Alleen voor Punkie niet. “Doe jij eens!”, zei hij. “Meisjes doen toch zo? Oooh. Jaaah. Hieeee.” Hij lachte. Zijn vriend Funkie lachte ook. En ik werd kwaad. Altijd ook die sekskreten onderweg. Eerst dacht ik dat Punkie porno had gezien. Terloopse vragen dat ik heb gesteld
Loop ik op een woensdagmiddag achteloos naar huis, heb ik in mijn slipstream twee opdonders van tien met het ene orgelpunt na het andere. Hieeee! Jaaa! Oooh! Het klonk luid en duidelijk, met halve snikjes, slikjes en gehijg erachteraan. Punkie en Funkie joegen seksuele suggesties door de straat. Iedereen kon het horen. Het enige wat ik kon doen, was afstand nemen en halfslachtig mompelen, om meer erotiek te voorkomen. Ik durfde niet te kijken hoe een gordijn mogelijk werd opzijgeschoven. “He? Wie komt daar klaar? Mijnelievegod, het is dat mens van De Standaard! Met een orgasme.”
Het blijkt allemaal de schuld te zijn van ene Timon Verbeeck, Tiktokker uit Lochristi. Hij fleurt zijn filmpjes op met onnozele kreten en goedkoop meisjesplezier. Hieee! Jaaah! Oooh! Op tv heeft hij verteld dat hij er spijt van heeft. Hij heeft het nooit zo bedoeld en hij zal het nooit meer doen. Alsof het een verschil maakt. Het resultaat is hoe dan ook een parade van vulgariteit. Vooraan stampt een kwaaie majorette van middelbare leeftijd, ik, gevolgd door Punkie en Funkie en een resem kreuners. Soms weet ik echt niet waarom ik leef.
En toen moest het ergste nog komen. Beste An Olaerts, zo begon het bericht. Onderaan ging het netjes van hartelijke groeten. Maar tussen de plooien glibberde een griezelig verzoek. Hieee. Ooooh! Neee! Of ik geen workshop erotisch schrijven wilde geven voor senioren.
Eindejaar is gegeven, maar het feest moet je zelf maken. Illustrator Inge Rylant plukt deze week inspiratie bij enkele professionele knutselaars.
AVONTUUR OP JE HOOFD
Een gekleurde muts of pet is niets vergeleken met de indrukwekkende hoofddeksels van textielkunstenares Séverine Gallardo. Met vilt en andere stof maakt ze draagbare sculpturen, die soms wel een meter de lucht in reiken. @severinegallardo
ORIGAMI VOOR
GEVORDERDEN
De Argentijnse studio Guarda Bosques maakt figuren van papier. Laat je inspireren door hun Instagramaccount om zelf aan de slag te gaan. Is dat wat te ambitieus? Je kunt ook pakketten kopen, zodat je alleen nog het vouwwerk hoeft te doen. @guardabosques
DE ZACHTSTE HAMER
Niet alles moet functioneel zijn. Met deze plooibare hamer van ontwerper Olivia de Salve Villedieu sla je geen nagels in de muur, maar afleiding brengt hij wel. Floppy Hammer, draw-down.com
VOOR DE EEUWIGHEID
De Italiaanse kunstenares Michela Castagnaro maakt dagelijkse voorwerpen in keramiek. Het begon met een kaars die ze voor altijd liet branden, maar ook een tube lijm voor gebroken harten en Italiaanse herinneringen in de vorm van een San Pellegrinofles blijven zo dichtbij.
@michelacastagnaro
FABELDIERENKABINET
Geïnspireerd door het prentenboek Mrs Noah’s pockets, waarin mevrouw Noah fabeldieren op de ark smokkelt, vroeg de sociaal-artistieke werkplaats Sering vzw aan scholen, zorginstellingen en woonzorgcentra in Antwerpen om een fantasiewezen te kleien. De creaties zijn te zien in een groeiend online archief. wildernisbestiarium.be
“Dat krijg je dan, dat ze teleurgesteld zijn als je iets
“Dat krijg je dan, dat ze teleurgesteld zijn als je iets niet zelf hebt gemaakt”
interview De 8 van Henk Rijckaert
De 8 van Henk Rijckaert
De dingen die we hebben, wat vertellen die over wie we zijn en over de weg die we hebben afgelegd? Voor deze interviewreeks vragen we mensen om acht voorwerpen te kiezen die ze niet kunnen missen.
Deze week: pleziermaker
Henk Rijckaert.
bricoleur. Wacht, dat kan denigrerend overkomen, de Vlaming met zijn koten. Knutselen? Dat is het ook niet. Mooier is ‘freubelen’, naar een van de grondleggers van het kleuteronderwijs, Friedrich Fröbel. Hoe je het ook noemt, mijn pa was een notoir doehet-zelver. In een gigantisch tuinhuis –zelf gebouwd, uiteraard – had hij zijn werkbank en hangbord met sleutels. Toen waren dingen nog repareerbaar. Vandaag krijg je ze niet eens open met die speciale schroefjes, of het zit dichtgeplakt of het is allemaal elektronisch. Failure by design. Componenten die verhitten, plaatsen ze opzettelijk bij
we dat gedaan. De bus begon te verslijten. Onze niet-gevaccineerde hond mocht niet mee over de grens. We hebben nog één mindere zomer aan de Belgische kust gestaan, het was goed geweest.”
De dingen die we hebben, wat vertellen die over wie we zijn en over de weg die we hebben afgelegd? Voor deze interviewreeks vragen we mensen om acht voorwerpen te kiezen die ze niet kunnen missen. Deze week: pleziermaker Henk Rijckaert. Door Johan Faes Foto’s Eva Donckers
Wanneer begon jij het-zelf-te-doen?
D“Het grootste cadeau dat je mij kon geven, was een kapotte radio. Al ging het bij mij niet om wat erin zat, maar om wat ik erbij kon fantaseren: ik ben professor Gobelijn in zijn labo en ik sleutel aan een waanzinnige uitvinding.
rempeldrang. Voorbij deze voordeur aan de Brugse Poort, in Gent, kan zomaar alles een originele Henk Rijckaert zijn. De man die opendoet, natuurlijk, het glas in lood in de gang, minder zeker, de imitatiegroente aan de kapstok, opnieuw zeker, want vanochtend nog gespot op Youtube als ‘Koterij 354: Moschino prei handtas’. Behalve stand-upper is Rijckaert ook een oppermaker – om de Schepper niet te schofferen – die wekelijks een project loslaat op zijn videokanaal De Koterij, die het DIY-festival Maker Faire naar België haalde en een atelier als tweede thuis heeft niet ver hiervandaan.
Die overlapping is er nu ook tussen wat ik maak in mijn atelier en wat ik doe op een podium. Het ene helpt het andere. Comedy schrijven is vooral cerebraal. Dag in dag uit in mijn hoofd zitten, daar ben ik een te onrustige mens voor. Ik moet fysieke dingen kunnen doen. Het is ook een ongelooflijk gevoel om van plat basismateriaal iets driedimensionaals te maken. Of het nu onnozel of functioneel is, eens het er staat, geeft het voldoening. Ook als het resultaat tegenvalt, want het plezier onderweg is minstens even belangrijk.”
Wat haaks staat op de instant-bevrediging dezer dagen.
Dezer dagen toert de komiek nog rond met de voorstelling Apocalyps, maar het einde van de wereld krijgt al genoeg aandacht. Dus gaan we helemaal terug naar onaf, en zijn Genesis 1:1.
“Wat me naast dat hapklare stoort aan sociale media is dat het allemaal succesverhaaltjes zijn. Kijk wat ik gedaan heb: bam! Falen wordt direct gezien als catastrofaal, terwijl ik spartelen net interessant vind. In falen zit een goed verhaal, één voor mij om te vertellen, maar ook één voor kijkers die het dan anders kunnen aanpakken. Met vallen en opstaan maak ik best coole dingen, en toch is het nooit een recht pad. Dat past ook bij mijn mindset in comedy, die trial-and-error. Lacht niemand met je mop, dan is dat een klets in je gezicht. Waarop je ze herwerkt, en als de vijfde keer niemand lacht, schrap je ze. Maken is altijd ook een making-of. Op mijn Youtubekanaal toon ik ook de mislukkingen. Zoals dit hier.”
2. Rolmeter
“Het doel was: de ultieme rolmeter. Om dingen te meten, maar met extra functionaliteiten: een winkelhaak, een tweede rechte hoek, een gradenboog. Tegen versie 6 was ik er. Daar zaten vijf weken gepruts tussen.”
Mogen we ook versie 1 zien?
“Mijn ouders, daar is het ook met mij begonnen. Moeder stond in het kleuteronderwijs, vader in de lagere school. Nu zit hij vooral op zijn gemak, maar vroeger was hij een actieve bricoleur. Wacht, dat kan denigrerend overkomen, de Vlaming met zijn koten. Knutselen? Dat is het ook niet. Mooier is ‘freubelen’, naar een van de grondleggers van het kleuteronderwijs, Friedrich Fröbel. Hoe je het ook noemt, mijn pa was een notoir doe-het-zelver. In een gigantisch tuinhuis – zelf gebouwd, uiteraard – had hij zijn werkbank en hangbord met sleutels. Toen waren dingen nog repareerbaar. Vandaag krijg je ze niet eens open met die speciale schroefjes, of het zit dichtgeplakt of het is allemaal elektronisch. Failure by design. Componenten die verhitten, plaatsen ze opzettelijk bij onderdelen die niet
“Hier: niet veel meer dan een aluminium tegel waar ik dan toch maar mijn logo in heb gedrukt. Dat kon beter. Aluminium gieten doe je met een mal in zand. Die mal maakte ik in siliconen, daar goot ik was in en vervolgens ging er gips rond. De was werd uit het gips gesmolten om daar dan aluminium in te gieten. Dat is duidelijk niet gelukt. Omdat de pleisteren mal niet voldoende gedroogd was en water bij 700 graden heel snel verdampt, pruttelde het aluminium eruit als een minivulkaantje.”
Dat valt dan toch in de categorie: don’t try this at home.
“Dit gebeurt allemaal in mijn atelier dat op een industrieterrein ligt. En ik heb een bril, een brandwerend schort en dikke handschoenen aan, boven mijn korte broek en sandalen. (lacht) Ik draag zo veel mogelijk beschermende kleding, zonder ingepakt te zijn als iemand die de kerncentrale van Doel gaat stofzuigen. Ik ga ervan uit dat mensen genoeg gezond verstand hebben.”
Als industrieel ingenieur ben jij hier iets beter voor opgeleid.
tegen warmte kunnen. Tot grote frustratie van het gezin schroefde mijn vader elk toestel systematisch open. Dat is tof zolang je het in elkaar krijgt en het werkt zoals bedoeld. In zijn kindertijd al smeet hij de pop van zijn zus open om te zien hoe die oogjes open en dicht klapten. Hij kluste bij in een garage in de buurt, hielp bij verbouwingen, ik zag hem altijd in de weer. Zijn ultieme project was deze mobilhome.”
Leuke foto’s, al staat de bus erwel nooit volledig op.
“Goh, niet per se als landbouwingenieur, wat ik eigenlijk ben. Sommige dingen zijn inderdaad wat risky, maar ik toon de hele zoektocht. Dat ik om iets goed te kunnen maken, eerst een andere tool moet fabriceren. Zoals ik voor dit object weken aan een keramiekoven gebouwd heb om een stevigere mal te kunnen bakken. Als dat uiteindelijk lukt, ben je natuurlijk tevreden, maar die opeenvolgende tussenversies hebben ook iets – al zien ze eruit als een gekneusd wapenschild, een asbak en een doosje voor een vals gebit. Ze zitten allemaal in het filmpje dat online komt. Intussen heb ik zo’n 360 afleveringen van De Koterij, iedere week probeer ik er één te posten. Alleen tijdens de grote vakantie neem ik twee maanden congé.”
Je blijft de zoon van twee leraars. Zelf heb je ook les gegeven.
“Biologie en fysica aan het stedelijk kunsthumaniora. Boris Van Severen, Xander De Rycke, Trixie Whitley en Niels Destadsbader zijn nog bij mij gepasseerd. Ik heb dat zeven jaar graag gedaan, maar stand-upcomedy nam meer en meer plaats in. Om vier ’s nachts thuiskomen van Nederland en
“Vroeger wilden ze vooral iedereen op de foto krijgen. Dat miniventje ben ik, naast mijn twee jaar oudere zus, die sexy dame is mijn moeder en deze adonis mijn vader. En dan het pronkstuk – of toch een stuk ervan: de Mercedesschoolbus. Mijn vader had er de rijen bankjes uitgehaald en er zelf meubels ingestoken. Ze stond in de hof achteraan, maar buiten is niet goed, dus bouwde hij er een kot rond, drie keer de grootte van dat tuinhuis. Een schoolvoorbeeld van de makersmentaliteit: na elke reis werd de bus half uitgebroken omdat er iets niet praktisch was gebleken. Elke trip was een tryout. Niet onlogisch, met kinderen in hun groeispurt. In de eerste versie sliep ik in een kast die naar beneden plooide, het jaar erna was die al te klein, en moest ook
om acht uur voor de klas staan, dat hou je niet vol.”
Met die tutorials ben je nu een Youtube-leraar met een open klas. Al gedacht aan Engelse ondertitels?
“Ja, Johan, nog eens extra werk daarin steken. Er was al een periode dat ik te veel met dat kanaal in de weer was. Mijn job is wel stand-upcomedy, ik moet moppen schrijven. Nu is het behapbaar: een filmpje moet in anderhalve dag bedacht, gefilmd en gemonteerd zijn, is het niet klaar, dan volgende week verder. Elke voormiddag zit ik aan mijn bureau te schrijven, de comedyspier te onderhouden, te proberen relevant te blijven. Daarna mag ik andere dingen maken.”
3. Zakmes
Is alles hier op tafel eigen makelij?
“Dit was een cadeautje van mijn vrouw. Een gecostumizede Opinel –het standaard Franse zakmes – die ik altijd op zak heb. Om iets open te maken of vast te draaien. Een ontwerp van David van Atelier Qube, een van de exposanten op de Maker Faire. ‘Rainbowwood’, noemt hij het, verschillende vellen houtfineer in kleur die worden samengeperst. Ik wilde het erbij omdat het verwijst naar de Maker Faire en naar de schoonheid van die community: je koopt van elkaar, soms ruil je iets, of je werkt samen. En het is een mooi mesje. Niet roestvrij trouwens, wat het beste is, want iets dat roest, blijft langer scherp.”
Daar zit ergens een metafoor in. “Wat dacht je van: mensen die zich te veel afschermen, stompen sneller af? Gebruikssporen maken een voorwerp mooier.”
Is er iets in huis dat je niet gebruikt? (kijkt rond) schien. Ja, nee, je gebruikt die om bloemen in te zetten. Kunst, dingen die je aan de muur hangt en voor de rest niet meer manipuleert? Een huis op zich? Dat ziet ook af, maar moet je daarom constant op sloefjes rondlopen? Of niet eten in de zetel? Ja, hoe saai is die film dan zonder zak chips. Met een nieuwe auto – niet dat ik er veel nieuwe heb gehad – is er altijd die angst voor de eerste bluts of kras. Dan zet ik die eerste kras er wel zelf in. (lacht)
dat je ze niet durft te gebruiken, koop ze dan niet. Gebruiksvoorwerp, het woord zegt het toch.”
De Maker Faire, was dat jouw initiatief?
“Het is een internationaal fenomeen dat uitgaat van het Amerikaanse Magazine bracht. De Maker Faire is de uitvergroting van meebrengen om te tonen aan de klas. Met corona ertussen zitten we aan de vijfde editie. We nodigen mensen uit en op een gratis standje mogen ze laten zien wat ze willen aan een publiek dat nu eens niet vraagt: waarom heb je dat gemaakt? Wel: hoe heb je dat ge-
legd onder een afdak – dat ik had gebouwd, ja. Naast mijn atelier zit een meubelmaker, met hem heb ik die planken vlak geschaafd, op maat gezaagd en verlijmd. En nu hangt de kerselaar uit mijn jeugd hier als boekenplank aan de muur.”
Heb je er ook iets van gemaakt voor je vader, jouw primaire maker?
“Natuurlijk. Van diezelfde kerselaar heb ik een fruitmand gedraaid en een houten lepel. Dat had ik beloofd aan mijn ouders: het eerste wat ik met dit hout maak, is voor jullie.”
mijn zus elders gestapeld worden. Tetris met kinderen. Er was een toilet, frigo, gasvuur, afwasbak en een keukentafel die doubleerde als tweepersoonsbed voor de ouders. We zijn meermaals naar Frankrijk gereden, Spanje ook. Vrijdag na school, hop de bus op naar warmere oorden. Tot mijn twaalfde hebben we dat gedaan. De bus begon te verslijten. Onze niet-gevaccineerde hond mocht niet mee over de grens. We hebben nog één mindere zomer aan de Belgische kust gestaan, het was goed geweest.”
Wanneer begon jij het-zelf-te-doen?
De volgende Maker Faire Gent vindt plaats op 2, 3 en 4 mei 2025. Wie zin heeft om eigen creaties te tonen, kan zich aanmelden tot 1 maart via makerfairegent.be
“Het grootste cadeau dat je mij kon geven, was een kapotte radio. Al ging het bij mij niet om wat erin zat, maar om wat ik erbij kon fantaseren: ik ben professor Gobelijn in zijn labo en ik sleutel aan een waanzinnige uitvinding. Die overlapping is er nu ook tussen wat ik maak in mijn atelier en wat ik doe op een podium. Het ene helpt het andere. Comedy schrijven is vooral cerebraal. Dag in dag uit in mijn hoofd zitten, daar ben ik een te onrustige mens voor. Ik moet fysieke dingen kunnen doen. Het is ook een ongelooflijk gevoel om van plat basismateriaal iets driedimensionaals te maken. Of het nu onnozel of functioneel is, eens het er staat, geeft het voldoening. Ook als het resultaat tegenvalt, want het plezier onderweg is minstens even belangrijk.”
Wat haaks staat op de instantbevrediging dezer dagen.
“Wat me naast dat hapklare stoort aan sociale media is dat het allemaal succesverhaaltjes zijn. Kijk wat ik gedaan heb: bam! Falen wordt direct gezien als catastrofaal, terwijl ik spartelen net interessant vind. In falen zit een goed verhaal, één voor mij om te vertellen, maar ook één voor kijkers die het dan anders kunnen aanpakken. Met vallen en opstaan maak ik best coole dingen, en toch is het nooit een recht pad. Dat past ook bij mijn mindset in comedy, die trial-and-error. Lacht niemand met je mop, dan is dat een klets in je gezicht. Waarop je ze herwerkt, en als de vijfde keer niemand lacht, schrap je ze. Maken is altijd ook een making-of. Op mijn Youtubekanaal toon ik ook de mislukkingen. Zoals dit hier.”
“Het doel was: de ultieme rolmeter. Om dingen te meten, maar met extra functionaliteiten: een winkelhaak, een tweede rechte hoek, een gradenboog. Tegen versie 6 was ik er. Daar zaten vijf weken gepruts tussen.”
Mogen we ook versie 1 zien?
“Hier: niet veel meer dan een aluminium tegel waar ik dan toch maar mijn logo in heb gedrukt. Dat kon beter. Aluminium gieten doe je met een mal in zand. Die mal maakte ik in siliconen, daar goot ik was in en vervolgens ging er gips rond. De was werd uit het gips gesmolten om daar dan aluminium in te gieten. Dat is duidelijk niet gelukt. Omdat de pleisteren mal niet voldoende gedroogd was en water bij 700 graden heel snel verdampt, pruttelde het aluminium eruit als een minivulkaantje.”
Dat valt dan toch in de categorie: don’t try this at home
“Dit gebeurt allemaal in mijn atelier dat op een industrieterrein ligt. En ik heb een bril, een brandwerend schort en dikke handschoenen aan, boven mijn korte broek en sandalen. (lacht) Ik draag zo veel mogelijk beschermende kleding, zonder ingepakt te zijn als iemand die de kerncentrale van Doel gaat stofzuigen. Ik ga ervan uit dat mensen genoeg gezond verstand hebben.”
Als industrieel ingenieur ben jij hier iets beter voor opgeleid.
“Goh, niet per se als landbouwingenieur, wat ik eigenlijk ben. Sommige dingen zijn inderdaad wat risky, maar ik toon de hele zoektocht. Dat ik om iets goed te kunnen maken, eerst een andere tool moet fabriceren. Zoals ik voor dit object weken aan een keramiekoven gebouwd heb om een stevigere mal te kunnen bakken. Als dat uiteindelijk lukt, ben je natuurlijk tevreden, maar die opeenvolgende tussenversies hebben ook iets – al zien ze eruit als een gekneusd wapenschild, een asbak en een doosje voor een vals gebit. Ze zitten allemaal in het filmpje dat online komt. Intussen heb ik zo’n 360 afleveringen van De Koterij, iedere week probeer ik er één te posten. Alleen tijdens de grote vakantie neem ik twee maanden congé.”
Je blijft de zoon van twee leraars. Zelf heb je ook les gegeven.
“Biologie en fysica aan het stedelijk kunsthumaniora. Boris Van Severen, Xander De Rycke, Trixie Whitley en Niels Destadsbader zijn nog bij mij gepasseerd. Ik heb dat zeven jaar graag gedaan, maar stand-upcomedy nam meer en meer plaats in. Om vier ’s nachts thuiskomen van Nederland en om acht uur voor de klas staan, dat hou je niet vol.”
Met die tutorials ben je nu een Youtube-leraar met een open klas. Al gedacht aan Engelse ondertitels?
“Ja, Johan, nog eens extra werk daarin steken. Er was al een periode dat ik te veel met dat kanaal in de weer was. Mijn job is wel stand-upcomedy, ik moet moppen schrijven. Nu is het behapbaar: een filmpje moet in anderhalve dag bedacht, gefilmd en gemonteerd zijn, is het niet klaar, dan volgende week verder. Elke voormiddag zit ik aan mijn bureau te schrijven, de comedyspier te onderhouden, te proberen relevant te blijven. Daarna mag ik andere dingen maken.”
Is alles hier op tafel eigen makelij?
“Dit was een cadeautje van mijn vrouw. Een gecostumizede Opinel –het standaard Franse zakmes – die ik altijd op zak heb. Om iets open te maken of vast te draaien. Een ontwerp van David van Atelier Qube, een van de exposanten op de Maker Faire. ‘Rainbowwood’, noemt hij het, verschillende vellen houtfineer in kleur die worden samengeperst. Ik wilde het erbij omdat het verwijst naar de Maker Faire en naar de schoonheid van die community: je koopt van elkaar, soms ruil je iets, of je werkt samen. En het is een mooi mesje. Niet roestvrij trouwens, wat het beste is, want iets dat roest, blijft langer scherp.”
Daar zit ergens een metafoor in. “Wat dacht je van: mensen die zich te veel afschermen, stompen sneller af? Gebruikssporen maken een voorwerp mooier.”
Is er iets in huis dat je niet gebruikt? (kijkt rond) “Die tulpenvaas daar misschien. Ja, nee, je gebruikt die om bloemen in te zetten. Kunst, dingen die je aan de muur hangt en voor de rest niet meer manipuleert? Een huis op zich? Dat ziet ook af, maar moet je daarom constant op sloefjes rondlopen? Of niet eten in de zetel? Ja, hoe saai is die film dan zonder zak chips. Met een nieuwe auto – niet dat ik er veel nieuwe heb gehad – is er altijd die angst voor de eerste bluts of kras. Dan zet ik die eerste kras er wel zelf in. (lacht) Als dingen zodanig duur
zijn dat je ze niet durft te gebruiken, koop ze dan niet. Gebruiksvoorwerp, het woord zegt het toch.”
De Maker Faire, was dat jouw initiatief?
“Het is een internationaal fenomeen dat uitgaat van het Amerikaanse Make Magazine en dat heb ik naar België gebracht. De Maker Faire is de uitvergroting van show and tell op school: iets meebrengen om te tonen aan de klas. Met corona ertussen zitten we aan de vijfde editie. We nodigen mensen uit en op een gratis standje mogen ze laten zien wat ze willen aan een publiek dat nu eens niet vraagt: waarom heb je dat gemaakt? Wel: hoe heb je dat gemaakt? Er zijn miniworkshops: leren lassen, leder bewerken, pottenbakken, ijzer smeden, drones ineensteken. We gaan zo breed mogelijk, van hoogtechnologisch naar traditioneel. In het volgende object komt bijvoorbeeld veel samen. Ik beschouw het als het toppunt van mijn makerscapaciteiten tot nu toe.”
“Met deze kleine mannetjes heb ik grootse plannen: de K-bouter met de K van Kolonie. Het idee komt van de dooddoener: en wie gaat dat nu weer doen, de kabouterkes? Kabouters worden nog altijd agrarisch voorgesteld, heel erg Bokrijk, met hun zaagje en hamertje en lantaarntje. Maar ook die zijn intussen geëvolueerd. In de spouwmuren en kieren van een gezond huis, zeggen ze, zitten tweeduizend spinnen. Awel, in een gezond huis zitten ook twintig K-bouters. Deze hier is een ‘windowsopper’, een machine om ’s nachts de ramen te wassen, met zuignapjes op rupsbanden om verticaal te rijden. Het is een combinatie van gigantisch veel technieken. De ruitenwisser is het enige bestaande object dat ik erin verwerkt heb, de rest was plaatmateriaal dat ik gebogen en geplakt heb. Enkele onderdeeltjes komen uit de 3D-printer.”
Is dat niet valsspelen in makerland?
“Daar zullen wel discussies over zijn, maar ik vind van niet, nee. Zo’n 3D-printer is zeer budgetvriendelijk. Een keramiekoven kopen om drie mallen mee te bakken om aluminium te gieten, dat is een zotte kost. Dan 3D-print je er beter één. Ik heb er nog twee bijgekocht, gewoon om te kunnen zeggen: drie-drie-dee-printers. Alsof je tong van de trap valt. Het lijfje van de K-bouter zelf is polymeerklei, het hoofd en de baard zijn gegoten in PU-hars.”
Die zaagtandbaard geeft wel een horrorsfeertje.
“Dat is de bedoeling. Nog zoiets: waarom zijn kabouters altijd schattig? Ze moeten zich kunnen verdedigen, zoals vlinders met grote ogen op hun vleugels. Die baard is ook mimicry: kijk je langs onder, dan is dat best intimiderend. Misschien kweekt hij wel die spinnen in onze muren om ons weg te houden van bepaalde plaatsen.”
“We hebben het allemaal gedaan voor de spiegel, maar zou het niet cool zijn om effectief gitaar te spelen op een tennisracket? (speelt echt iets) Tennisblues, zoals Seasick Steve op zijn sigarenkist. Ik heb ze gemaakt voor een comedyshow en tegelijk was ze de katalysator voor mijn Youtubekanaal. Achteraf aan het signeerstandje vroegen mensen waar ik ze gekocht had. Ik vond dat zo beledigend dat ik een instructiefilmpje heb opgenomen: hoe maak je een gitaar van een tennisracket? Waarom toch, Henk? Tja, omdat ik dat wou maken en nu is het in de wereld en is die er voor mij een stukje schoner op geworden. Aan iemand die in het weekend met de mountainbike achter op de auto naar de Ardennen rijdt om daar een toertje te doen en dan terug naar
huis, vraag ik toch ook niet: waarom? Of iemand die zes uur loopt, waarom, omdat hij traint voor een marathon. In die zes uur had ik een tennisracketgitaar kunnen maken.”
Het was het eerste wat Google aangaf toen ik je naam intikte: muzikant.
“Raar hè. Ik heb vroeger in bandjes gespeeld, maar ik zou mezelf nooit muzikant noemen. Ik kan wel zonder blikken of blozen zeggen dat ik een komiek ben. Dat is de kern van hoe ik denk. Ik vertel graag en die objecten zijn ook verhaaltjes. Het staat hier vol met niknakskes, prullen die ergens in je hoofd een kleine knetter geven. Plezier maken, ook daar zit ‘maken’ in. Aangenaam, Henk Rijckaert, pleziermaker.”
“Deze ice pick is van de Amerikaan Jimmy DiResta, met twee miljoen volgers een van de bekendste makers op Youtube – ik heb er zo’n 33.000. Hij heeft ooit een video van mij geliket – ik was toch even starstruck. Aangezien makers elkaar steunen, heb ik toen een ijspriem gekocht van DiResta. Hoe vaak je niet een lang puntig ding nodig hebt om plakband los te peuteren of ergens iets tussenuit te vissen.”
weer zo’n waarheid als een cliché: standing on the shoulders of giants Ik borduur verder waar anderen de draad laten liggen.”
“Pak maar eens vast. Vergeleken met een antieke duikhelm weegt die niets. Hij is gemaakt van yogamatjes, EVAfoam is de technische term, ethyleen vinyl acetaat. Ik heb hem gedragen op Facts, de jaarlijkse fanconventie in Flanders Expo waar scifi-nerds rondlopen als Darth Vader of Storm Trooper. Een andere Youtuber die ik volg, Adam Savage, is lyrisch over die conventions – je kunt hem kennen van Mythbusters op Discovery Channel, waar hij stunts uit films test of urban legends ontkracht. Mensen interageren er anders met je. Ik wou dat ook ’s proberen en heb toen deze helm gemaakt met een overall erbij, en gewichten en zware botten. Als extratje kun je er zeepsop in doen om bellen te blazen. Sinds ik daarin heb rondgelopen, snap ik cosplay.”
“Ik heb er ook mijn dochter mee aangestoken. Genshin Impact is haar universum, een Chinees spel met verschillende figuurtjes en aparte kostuums. Eerst kocht ze die nog online, waarop ik zei dat het nog cooler zou zijn als ze er iets bij maakte, want dan had ze iets unieks. Op de laatste Facts liep ze rond in een volledig zelfgemaakt pak. Zo’n hobby gaat veel verder dan alleen die game spelen. Ze spreekt af met vrienden, ze doen de make-up, halen er een naaimachine bij. Het is sociaal en het is creatief. Soms zitten we samen in mijn atelier te werken, ieder in zijn hoekje.”
Van vader op zoon op kleindochter. “We hadden al een kleine voorgeschiedenis. Tijdens corona maakten we elke week een filmpje, Blijf in uw koterij. Iedereen moest toen in zijn kot blijven en wij hadden
deluxe dat mijn atelier ook een privéruimte is. In twee dagen creëerden we samen iets dat de mensen thuis met hun kinderen konden nadoen. Ik kijk met veel warmte terug op die periode. In haar andere wereld heeft ze datzelfde plezier ontdekt van zelf iets te maken, met het inzicht dat het eindproduct nooit hetzelfde is als het beginidee.”
Die platendraaier in hout daar op de kast, is die ook zelfgemaakt?
“PLEZIER MAKEN, OOK DAAR ZIT ‘MAKEN’ IN. AANGENAAM, HENK RIJCKAERT, PLEZIERMAKER”
“DiResta is ook een zeer inspirerende mens. Een van zijn beste adviezen: begin. Gewoon dat. En het werkt bij alles. Hoe moet ik híéraan beginnen? Wel, door te beginnen. Op voorhand krijg je nooit alles beredeneerd. Trust the process, nog zo één. Ik doe al die dingen natuurlijk omdat ik een nieuwsgierige mens ben, maar ik wil gewoon ook heel veel dingen kunnen om weer heel veel andere dingen te kunnen bouwen. Die K-bouter op zijn kraan had ik zeven jaar geleden nooit kunnen maken. Ik had hem niet eens in mijn hoofd. Als je meer kunt, denk je verder. Ook al klinkt dat als een belegen tegelspreuk.”
“Ik heb altijd schrik om over te komen als de man die de wijsheid in pacht heeft, terwijl mijn inspiratie ook maar van anderen komt. Ook
“HOE
MOET IK HIERAAN BEGINNEN? WEL, DOOR TE BEGINNEN. OP VOORHAND KRIJG JE NOOIT ALLES BEREDENEERD”
“De kast wel, de platendraaier niet, nee. Dat krijg je dan op den duur, dat ze teleurgesteld zijn als je iets niet zelf hebt gemaakt. Maar laten we het over het object ernaast hebben, dat op het eerste gezicht heel eenvoudige rek aan de muur. Ik dacht allang aan een project met vol hout in plaats van multiplex en mdf en al die materialen die je in een doe-het-zelfzaak kunt kopen. Dat hout komt van een kerselaar die in de tuin van mijn ouders stond en groot is geworden met mij. En door mij: ik heb het kleine boompje destijds zitten vetmesten om er een boomhut in te maken. Op het moment dat hij dik genoeg was, bleek ik de boomhut ontgroeid. Zes jaar geleden zei mijn moeder terloops dat de kerselaar ziek was en weg moest. In de maker-community vond ik iemand die er dikke planken van kon zagen. Die heb ik drie jaar bij een maat te drogen gelegd onder een afdak – dat ik had gebouwd, ja. Naast mijn atelier zit een meubelmaker, met hem heb ik die planken vlak geschaafd, op maat gezaagd en verlijmd. En nu hangt de kerselaar uit mijn jeugd hier als boekenplank aan de muur.”
Heb je er ook iets van gemaakt voor je vader, jouw primaire maker?
“Natuurlijk. Van diezelfde kerselaar heb ik een fruitmand gedraaid en een houten lepel. Dat had ik beloofd aan mijn ouders: het eerste wat ik met dit hout maak, is voor jullie.”
De volgende Maker Faire Gent vindt plaats op 2, 3 en 4 mei 2025. Wie zin heeft om eigen creaties te tonen, kan zich aanmelden tot 1 maart via makerfairegent.be
De wonderlijke oogst van 2024
vriendin heeft de kussens gemaakt.”
Brecht Steenhouwer: een ‘etch-a-sketch’ gerobotiseerd. Een etch-a-sketch is een mechanisch tekenspeelgoed waarmee je aan de hand van twee draaiknoppen tekeningen kan maken. Ik heb daarop motoren en de juiste sturing bevestigd om er een automatische tekenrobot van te maken. Je kan een afbeelding ingeven en die wordt dan met een script omgezet naar instructies voor de motoren. Vervolgens komen de motoren in actie om met de knoppen de tekening na te maken op de etch-a-sketch.”
Wat heb je dit jaar gemaakt? Welke wonderlijke of avontuurlijke dingen heb je bedacht en geknutseld zonder dat het moest voor je werk? Dat vroegen we je via een oproep. De antwoorden deden ons hart opveren, en bewijzen wat we eigenlijk al wisten: dat jullie de besten zijn.
Door Dorien Knockaert
Wat heb je dit jaar gemaakt? Welke wonderlijke of avontuurlijke dingen heb je bedacht en geknutseld zonder dat het een professionele opdracht was? Dat vroegen via een oproep. De antwoorden deden ons hart opveren, en bewijzen wat we eigenlijk al wisten: dat jullie de besten zijn.
Door Dorien Knockaert
ling maatschappijkritische slampoetry, geïllustreerd met werk van schilder Mariette Cambier en met tekeningen van mijn studenten uit de Okanklas waar ik tijdelijk lesgaf derwijs voor anderstalige nieuwkomers, red.).”Katiavancauwenberghe.be
Dennis Janssen: “Met behulp van een 3D-printer bouwde ik een telescoop, op heldere nachten bekijk ik nu de maan, planeten en hier een daar een nevel.”
CHARIS VERBELEN: “Voor de ijstaart op onze familiebarbecue maakte ik een drakenluchtschip uit chocolade, en voor mijn moeders verjaardagstaart bouwde ik in chocolade de Schijfwereld na uit de boeken van Terry Pratchett. Ik maak graag eetbare kunst in chocolade- of taartvorm. Heerlijk om iets te kunnen creëren en daar iemand blij mee te maken, wetende dat die er géén plek voor hoeft te zoeken op zolder of in de glazenkast. Al gebeurt het tegenwoordig ook wel dat mensen mijn chocoladewerkjes onder een stolp zetten om ze toch te bewaren …”
Siska Vastesaeger· “Ik maakte mijn allereerste prentenboek, niet met tekeningen maar met scènes die ik ineenknutselde en dan fotografeerde. Het vroeg oneindig veel geduld en precisiewerk om alle personages – allemaal vogels – en rekwisieten te creëren. Eigenlijk was het gekkenwerk. Ik heb er deeltijds loopbaanonderbreking voor genomen. Begin februari verschijnt het boek.” @bureaubordelique
namelijk al een paar jaar verdwenen. Je zou het zinloos kunnen noemen, maar ik beleefde er veel plezier aan. En het helpt een beetje om de stapel gevonden golfballen die we hier thuis hebben te verkleinen.”Dezwarteraap.be
Kathleen Leemans: “Dansen is al mijn hele leven een hobby, en dit jaar heb ik samen met twee vrienden onze dansgroep overgenomen en er een vzw van gemaakt, zodat die kan blijven voortbestaan. Zowel jongeren als volwassenen kunnen bij ons terecht voor lessen en een fijne groep vrienden. Ik ben er heel blij mee.”
Eddy ten Wolde: dat in onze living tussen de zetel past, met een uitklapbare opstaande rand, zodat mijn 87-jarige vader bij ons op de begane grond kan logeren zonder nog een keer uit bed te vallen. Als hij er niet is, slapen de katten op het kist-
WERNER DE BLESER: “Ik componeerde dit jaar, als niet professionele muzikant, diverse klassieke muziekwerken voor uiteenlopende ensembles, met als uitschieter een gebalde versie van Die Schöpfung van Haydn voor een mannenkoor, kamerorkest en verteller. Het werk werd onder mijn leiding uitgevoerd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van kamerorkest Musica con Gioia, met medewerking van het Mannenkoor ZWK en verteller Marleen De Donder.”
Matthias Swiggers: “Vorig schooljaar volgde ik een cursus houtbewerking, waar ik Rembert leerde kennen: een zestiger met twee rechterhanden en een hart van goud. Al snel had hij door dat ik als twintiger, op mijn appartementje, niet genoeg plaats had om mijn hobby te beoefenen. Dus stelde hij voor dat ik zijn garage (of beter gezegd, machinepark) zou gebruiken. Sindsdien kan je ons op zaterdag- of zondagnamiddagen vaak terugvinden in die garage. Dan knutselen we aan een van onze projectjes of repareren we iets. Begin dit jaar werkten we iets af waarop we echt trots zijn: een schommelstoel uit beuk. Een handige
ANDRÉ DE COSTER: “Met behulp van een 3D-printer maakte ik een telescoop in steampunkstijl, die ik te koop zette ten voordele van Sterren Schitteren voor Iedereen, een project dat kwetsbare kinderen de kans biedt om de sterrenhemel te ontdekken. Het is een eigen ontwerp, en het werd gesigneerd door de astronauten Frank De Winne en Samantha Cristoforetti.”
ssvi.be
Esther Huybreghts: “Ik werkte verder aan een reeks realistische miniatuurschilderijen van ongeveer 10 centimeter hoog. Ik probeer er altijd een trompe-l’oeileffect in te steken, alsof het gewoon een simpel vlinderkastje is, maar als je beter kijkt, zie je dat het een schilderij is. Ik maak ze aan de keukentafel, ‘tussen de soep en de patatten’. De kadertjes vind ik op antieken rommelmarkten.”
San Yezerskiy: “Ik heb een leren voetbal gemaakt from scratch. Zonder ervaring met leerbewerking, naaien of iets anders in die richting.”
Frauke Cosaert: “Ik ontwierp de ‘onderwegstrook’: een hulpmiddel om lange autoritten aangenaam te maken. Het begon ermee dat ik een keer figuurtjes tekende op een lange strook papier, waarvan onze dochter, die een beperking heeft, dan om de zoveel tijd een figuurtje mocht afknippen. Zo werd de duur van de autorit voorspelbaar. Ik heb het idee verder uitgewerkt tot iets wat ik via mijn website kan verkopen aan andere gezinnen.”Wervelkind.be
Charis Verbelen: “Voor de ijstaart op onze familiebarbecue maakte ik een drakenluchtschip uit chocolade, en op mijn moeders verjaardagstaart bouwde ik in chocolade de Schijfwereld na uit de boeken van Terry Pratchett. Ik maak graag eetbare kunst in chocolade- of taartvorm. Heerlijk om iets te kunnen creëren en daar iemand blij mee te maken, wetende dat die er géén plek voor hoeft te zoeken op zolder of in de glazenkast. Al gebeurt het tegenwoordig ook wel dat mensen mijn chocoladewerkjes onder een stolp zetten om ze toch te bewaren …”
Herman Lauwereys: “Ik wou enkele wijnkistjes recupereren en bedacht dat ze als basis konden dienen voor een cravatière, een hangkast voor het opbergen van dassen en vlinderdassen. Ik ben tachtig en moest een beroep doen op een Chinese vrijwilliger om dit uit te werken. Een vriend maakte er een ‘Mondriaan’ van met bergruimte.”
ELINE HYSSELINCKX: “Wij zijn gastgezin voor Era, een assistentiehond in wording. Het voorbije 1,5 jaar stonden we in voor haar socialisatie en het aanleren van basisvaardigheden. Sinds kort is ze 'op kot' bij de gespecialiseerde vzw Hachiko, dit is de eindfase van haar opleiding. In februari zal ze afstuderen en gematcht worden aan haar baasje.”
Linde Legat: “Mijn lief is een maker. In zijn werkuren maakt hij decors en muziekmachines en speelt hij voorstellingen, maar dat maken stopt eigenlijk nooit. Hij vond deze zomer op de rommelmarkt glaspannen, en hop: een paar dagen later was er een lampje geboren.”
Katia Van Cauwenberghe: “Dit jaar publiceerde ik Poëtische heksenspinsels, mijn zesde boek. Het is een verzame-
beelden kunnen maken. We eindigden ons verhaal met een best grote fototentoonstelling in het cultuurcentrum, die inclusief was gemaakt door het gebruik van geuren, geluid, voelelementen ... Het werd geweldig goed onthaald en gaat nog verder toeren door Vlaanderen en Brussel. Samen zijn we toch maar mooi in ons zotte opzet geslaagd.”
Florent Van Kerckhove: “Ik heb een ‘werkende’ lightsaber van Star Wars gemaakt, en die cadeau gedaan aan mijn stagementor Tom. Ik heb Latijn gestudeerd in het middelbaar en daarna filmschool in Brussel: nul technische opleiding dus. Door dingen op te zoeken, veel te proberen en ook te falen leer ik constant bij. Voor de sympathisanten maak ik daar dan ook weer video’s van, die ik deel op Youtube.”youtu.be/Xr2j5BrkWps Rik De Cock: “Ik volg in mijn vrije tijd al 4 jaar een opleiding houtbewerkingmeubelmaken, en heb recent mijn eerste grote project afgewerkt, een bureau in massieve eik.”
André De Coster: “Met behulp van een 3D-printer maakte ik een telescoop in steampunkstijl, die ik te koop zette ten voordele van Sterren Schitteren voor Iedereen, een project dat kwetsbare kinderen de kans biedt om de sterrenhemel te ontdekken. Het is een eigen ontwerp, en het werd gesigneerd door de astronauten Frank De Winne en Sa-
“Ik volg in mijn vrije tijd een fotografieopleiding en zette samen met Circusplaneet een project op met de meisjeswerking van de Gentse wijk Malem. Meisjes tussen 12 en 16 jaar gingen met een wegwerpcamera op zoek naar de dagelijkse zaken waarvan ze blij worden. Ik maakte portretten van hen en samen met hun foto’s mondde dat uit in een expo in de foyer van Circusplaneet. Een ontspoorde hobby dus.”
DENNIS JANSSEN: “Met behulp van een 3D-printer bouwde ik een telescoop, op heldere nachten bekijk ik nu de maan, planeten en hier en daar een nevel.”
Johan Jegers: “Voor de 80ste verjaardag van mijn mama hebben wij, haar kinderen en kleinkinderen, een kookboek samengesteld, Op moekes wijze Het is een bundel heerlijke recepten zoals enkel zij ze kon maken, doorspekt met foto’s en verhalen die door elk van ons werden bijgedragen. Het eindresultaat toont hoe geliefd ze is.”
Tinne Vansand: “Ik volg fotografie aan de academie in Mol en ging op stap met een groep van acht blinden en slechtzienden om samen te fotograferen en zo aan de wereld te tonen dat ook zij nog altijd plezier kunnen beleven aan fotografie én bovenal mooie
Werner De Bleser: “Ik componeerde dit jaar, als niet professionele muzikant, diverse klassieke muziekwerken voor uiteenlopende ensembles, met als uitschieter een gebalde versie van Die Schöpfung van Haydn voor een mannenkoor, kamerorkest en verteller. Het werk werd onder mijn leiding uitgevoerd ter gelegenheid van het 25jarig bestaan van kamerorkest Musica con Gioia, met medewerking van het Mannenkoor ZWK en verteller Marleen De Donder.”
Quentin Farcy: “Ik bouwde dit jaar drie telegeleide offroadauto’s op 1/10de schaal. Ik begin daarvoor met een kit, maar daarna teken en 3D-print ik mijn eigen onderdelen en werk ik
de auto’s af door het interieur volledig te bekleden met leer en ze – met uren verwerk – zo realistisch mogelijk een oude, afgeleefde of geroeste look te geven. Het doel is om ermee te gaan rijden en er dan foto’s van te nemen waarop je niet ziet dat het om een schaalmodel gaat. Als ik wat mag stoefen: ik heb met mijn auto’s al prijzen gewonnen.”
Renaat Souvagie: heb ik een pedaaltractor ontworpen in plaatstaal. Vervolgens heb ik de onderdelen uitgesneden uit plaat en ze zoals origami geplooid tot het eindresultaat. Met kruiwagenwielen eronder en enkele lagen spuitbusverf ziet het er best mooi uit. Het zadel is gemaakt van afvalhout met daarop verpakkingsschuim waarover ik een broekspijp van een stretch-jeans van mama heb getrokken. De koplampen zijn oude halogeenspotjes.”@renaatsouv Gina Van Oosterwijck: “Ik werk voor een mindervalide dame. Het aantrekken van kleding wordt steeds moeilijker, omdat haar armen minder en minder flexibel worden. Ik paste haar favoriete donzen vestje aan, zodat ze het weer kan (laten) aandoen. Een kleine en goedkope ingreep die haar veel plezier bezorgt.”
Zo organiseerde ik dit jaar een fotosessie met een maan waarin mensen konden gaan zitten voor hun portret. Ik kijk veel naar vintage foto’s, en in de jaren 20 en 30 poseerden mensen vaak in zo’n maan. Moeilijk om te maken is dat niet; het was even zoeken hoe ik dat uit piepschuim kon maken, maar ik ben kunstenaar, dus dat lukte wel.”
@ml.wasiela/
Seppe Van Hecke: bouwde ik een interactieve kerstboom van 1.200 ledlichtjes die je elk een aparte kleur kunt geven via een app die ik daar speciaal voor ontwikkelde. Je kunt je eigen ontwerp ingeven en krijgt dan een tijdslot toegewezen waarin de kerstboom eruitziet zoals jij hem invult: als een versierde boom, als een futuristische sterrenhemel, de mogelijkheden zijn eindeloos, het is een gigantisch digitaal canvas. Check de app maar eens en laat je creativiteit de vrije loop!”
BRECHT STEENHOUWER: “Ik heb dit jaar een ‘etch-a-sketch’ gerobotiseerd. Een etch-a-sketch is een mechanisch tekenspeelgoed waarmee je aan de hand van twee draaiknoppen tekeningen kan maken. Ik heb daarop motoren en de juiste sturing bevestigd om er een automatische tekenrobot van te maken. Je kan een afbeelding ingeven en die wordt dan met een script omgezet naar instructies voor de motoren. Vervolgens komen de motoren in actie om met de knoppen de tekening na te maken op de etch-a-sketch.”
https://KerstboomLaarneV3.web.app/ @instagram.com/maker_svh/
NIKIE PLANCKAERT: “Ik knutselde een aureool met golfballen voor de Maria van de Verloren Golfbal. De Kapel van de Verloren Golfbal is een goedbewaard geheim in Petegem en ik wilde mijn steentje bijdragen om de Maria in ere te herstellen, haar aureool was namelijk al een paar jaar verdwenen. Je zou het zinloos kunnen noemen, maar ik beleefde er veel plezier aan. En het helpt een beetje om de stapel gevonden golfballen die we hier thuis hebben te verkleinen.”
Dezwarteraap.be
Emmilou De Craen (16):“Iemand die voor het kledingmerk AO76 werkt, zag een collage die ik had gemaakt, over surfen, en ze zei dat die helemaal paste bij dat merk. Zo is mijn collage op het bureau beland van de CEO van AO76. Plots kreeg ik de vraag of ik een kledingstuk wou ontwerpen. In het begin was ik onzeker, zeker toen bleek dat de eerste vergadering in het Engels moest. Maar het was supertof om met zulke professionele mensen samen te werken. Volgend seizoen ligt mijn shirt ook echt in de winkels, dat blijft zot. Ik leerde dat het loont om te tonen wat je doet, en dat je niet bang hoeft te zijn voor nieuwe dingen.”
Eline Hysselinckx: voor Era, een assistentiehond in wording. Het voorbije 1,5 jaar stonden we in voor haar socialisatie en het aanleren van basisvaardigheden. Sinds kort is ze “op kot” bij de gespecialiseerde vzw Hachiko, dit is de eindfase van haar opleiding. In februari zal ze afstuderen en gematcht worden aan haar baasje.”
Jolien Desmet: “Mijn lief maakte af en toe lekkere zuurdesem-kaneelbroodjes die hij dan vóór zijn werk (als software developer) in een zakje voor de deur van vrienden ging zetten. Gewoon om hun dag (nog) beter te laten starten. Is dat wonderlijk genoeg voor dit magazine? Voor mij wel.”
EDDY TEN WOLDE: “Ik maakte een kistje dat in onze living tussen de zetel past, met een uitklapbare opstaande rand, zodat mijn 87-jarige vader bij ons op de begane grond kan logeren zonder nog een keer uit bed te vallen. Als hij er niet is, slapen de katten op het kistje.”
Thibault Art: “Ik bouwde dit jaar de grootste pendulum-attractie in knex ter wereld, die helemaal werkt zoals een echte kermisattractie. Ze was 2 meter lang, 1,10 meter breed en 4,70 meter hoog. Er waren ongeveer 13.000 knex-stukjes voor nodig. Voor het volgende Maker Faire-festival in Gent ben ik nu een 5 meter lange knikkermachine aan het bouwen met ongeveer 30.000 stukjes knex.”
youtube.com/@Thibault_Art@thibault.art/
Marie-Louise Wasiela: “Ik ben introvert, dus ik verzamel wel graag mensen rond me, maar dan liefst in een klein groepje, om samen iets te doen.
EMMILOU DE CRAEN (16):“Iemand die voor het kledingmerk AO76 werkt, zag een collage die ik had gemaakt, over surfen, en ze zei dat die helemaal paste bij dat merk. Zo is mijn collage op het bureau beland van de ceo van AO76. Plots kreeg ik de vraag of ik een kledingstuk wou ontwerpen. In het begin was ik onzeker, zeker toen bleek dat de eerste vergadering in het Engels moest. Maar het was supertof om met zulke professionele mensen samen te werken. Volgend seizoen ligt mijn shirt ook echt in de winkels, dat blijft zot. Ik leerde dat het loont om te tonen wat je doet, en dat je niet bang hoeft te zijn voor nieuwe dingen.”
QUENTIN FARCY: “Ik bouwde dit jaar drie telegeleide offroadauto’s op 1/10de schaal. Ik begin daarvoor met een kit, maar daarna teken en 3D-print ik mijn eigen onderdelen en werk ik de auto’s af door het interieur volledig te bekleden met leer en ze – met uren verfwerk – zo realistisch mogelijk een oude, afgeleefde of geroeste look te geven. Het doel is om ermee te gaan rijden en er dan foto’s van te nemen waarop je niet ziet dat het om een schaalmodel gaat. Als ik wat mag stoefen: ik heb met mijn auto’s al prijzen gewonnen.”
@qfrcy
ESTHER HUYBREGHTS: “Ik werkte verder aan een reeks realistische miniatuurschilderijen van ongeveer 10 centimeter hoog. Ik probeer er altijd een trompe-l’oeileffect in te steken, alsof het gewoon een simpel vlinderkastje is, maar als je beter kijkt, zie je dat het een schilderij is. Ik maak ze aan de keukentafel, ‘tussen de soep en de patatten’. De kadertjes vind ik op antiek- en rommelmarkten.”
RENAAT SOUVAGIE: “Voor mijn zoontjes heb ik een pedaaltractor ontworpen in plaatstaal. Vervolgens heb ik de onderdelen uitgesneden uit een plaat en ze zoals origami geplooid tot het eindresultaat. Met kruiwagenwielen eronder en enkele lagen spuitbusverf ziet het er best mooi uit. Het zadel is gemaakt van afvalhout met daarop verpakkingsschuim waarover ik een broekspijp van een stretch-jeans van mama heb getrokken. De koplampen zijn oude halogeenspotjes.”
@renaatsouv
FRAUKE COSAERT: “Ik ontwierp de ‘onderwegstrook’: een hulpmiddel om lange autoritten aangenaam te maken. Het begon ermee dat ik een keer figuurtjes tekende op een lange strook papier, waarvan onze dochter, die een beperking heeft, dan om de zoveel tijd een figuurtje mocht afknippen. Zo werd de duur van de autorit voorspelbaar. Ik heb het idee verder uitgewerkt tot iets wat ik via mijn website kan verkopen aan andere gezinnen.”
wervelkind.be
KATIA VAN CAUWENBERGHE: “Dit jaar publiceerde ik Poëtische heksenspinsels , mijn zesde boek. Het is een verzameling maatschappijkritische slampoetry, geïllustreerd met werk van schilder Mariette Cambier en met tekeningen van mijn studenten uit de Okan-klas waar ik tijdelijk lesgaf (onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers, red.).”
katiavancauwenberghe.be
MATTHIAS SWIGGERS: “Vorig schooljaar volgde ik een cursus houtbewerking, waar ik Rembert leerde kennen: een zestiger met twee rechterhanden en een hart van goud. Al snel had hij door dat ik als twintiger, op mijn appartementje, niet genoeg plaats had om mijn hobby te beoefenen. Dus stelde hij voor dat ik zijn garage (of beter gezegd, machinepark) zou gebruiken. Sindsdien kan je ons op zaterdag- of zondagnamiddagen vaak terugvinden in die garage. Dan knutselen we aan een van onze projectjes of repareren we iets. Begin dit jaar werkten we iets af waarop we echt trots zijn: een schommelstoel uit beuk. Een handige vriendin heeft de kussens gemaakt.”
FLORENT VAN KERCKHOVE: “Ik heb een ‘werkende’ lightsaber van Star Wars gemaakt, en die cadeau gedaan aan mijn stagementor Tom. Ik heb Latijn gestudeerd in het middelbaar en daar n a filmschool in Brussel: nul technische opleiding dus. Door dingen op te zoeken, veel te proberen en ook te falen leer ik constant bij. Voor de sympathisanten maak ik daar dan ook weer video’s van, die ik deel op Youtube.” youtu.be/Xr2j5BrkWps
HERMAN LAUWEREYS: “Ik wou enkele wijnkistjes recupereren en bedacht dat ze als basis konden dienen voor een cravatière, een hangkast voor het opbergen van dassen en vlinderdassen. Ik ben tachtig en moest een beroep doen op een Chinese vrijwilliger om dit uit te werken. Een vriend maakte er een ‘Mondriaan’ van met bergruimte.”
JOKE DE RUYVER: “Ik volg in mijn vrije tijd een fotografieopleiding en zette samen met Circusplaneet een project op met de meisjeswerking van de Gentse wijk Malem. Meisjes tussen 12 en 16 jaar gingen met een wegwerpcamera op zoek naar de dagelijkse zaken waarvan ze blij worden. Ik maakte portretten van hen en samen met hun foto’s mondde dat uit in een expo in de foyer van Circusplaneet. Een ontspoorde hobby dus.”
RIK DE COCK: “Ik volg in mijn vrije tijd al 4 jaar een opleiding houtbewerking-meubelmaken, en heb recent mijn eerste grote project afgewerkt, een bureau in massieve eik.”
LINDE LEGAT: “Mijn lief is een maker. In zijn werkuren maakt hij decors en muziekmachines en speelt hij voorstellingen, maar dat maken stopt eigenlijk nooit. Hij vond deze zomer op de rommelmarkt glaspannen, en hop: een paar dagen later was er een lampje geboren.”
JOHAN JEGERS: “ Voor de 80ste verjaardag van mijn mama hebben wij, haar kinderen en kleinkinderen, een kookboek samengesteld, Op moekes wijze. Het is een bundel heerlijke recepten zoals enkel zij ze kon maken, doorspekt met foto’s en verhalen die door elk van ons werden bijgedragen. Het eindresultaat toont hoe geliefd ze is.”
GINA VAN OOSTERWIJCK: “Ik werk voor een mindervalide dame. Het aantrekken van kleding wordt steeds moeilijker, omdat haar armen minder en minder flexibel worden. Ik paste haar favoriete donzen vestje aan, zodat ze het weer kan (laten) aandoen. Een kleine en goedkope ingreep die haar veel plezier bezorgt.”
KATHLEEN LEEMANS: “Dansen is al mijn hele leven een hobby, en dit jaar heb ik samen met twee vrienden onze dansgroep overgenomen en er een vzw van gemaakt, zodat die kan blijven voortbestaan. Zowel jongeren als volwassenen kunnen bij ons terecht voor lessen en een fijne groep vrienden. Ik ben er heel blij mee.”
partair.be
SEPPE VAN HECKE: “Voor mijn voortuin bouwde ik een interactieve kerstboom van 1.200 ledlichtjes die je elk een aparte kleur kunt geven via een app die ik daar speciaal voor ontwikkelde. Je kunt je eigen ontwerp ingeven en krijgt dan een tijdslot toegewezen waarin de kerstboom eruitziet zoals jij hem invult: als een versierde boom, als een futuristische sterrenhemel, de mogelijkheden zijn eindeloos, het is een gigantisch digitaal canvas. Check de app maar eens en laat je creativiteit de vrije loop!”
KerstboomLaarneV3.web.app @maker_svh
TINNE VANSAND: “Ik volg fotografie aan de academie in Mol en ging op stap met een groep van acht blinden en slechtzienden om samen te fotograferen en zo aan de wereld te tonen dat ook zij nog altijd plezier kunnen beleven aan fotografie én bovenal mooie beelden kunnen maken. We eindigden ons verhaal met een best grote fototentoonstelling in het cultuurcentrum, die inclusief was gemaakt door het gebruik van geuren, geluid, voelelementen ... Het werd geweldig goed onthaald en gaat nog verder toeren door Vlaanderen en Brussel. Samen zijn we toch maar mooi in ons zotte opzet geslaagd.”
SAN YEZERSKIY: “Ik heb een leren voetbal gemaakt from scratch. Zonder ervaring met leerbewerking, naaien of iets anders in die richting.”
SISKA VASTESAEGER: “Ik maakte mijn allereerste prentenboek, niet met tekeningen maar met scènes die ik ineenknutselde en dan fotografeerde. Het vroeg oneindig veel geduld en precisiewerk om alle personages – allemaal vogels – en rekwisieten te creëren. Eigenlijk was het gekkenwerk. Ik heb er deeltijds loopbaanonderbreking voor genomen. Begin februari verschijnt het boek.”
@bureaubordelique
THIBAULT ART: “Ik bouwde dit jaar de grootste pendulum-attractie in K'nex ter wereld, die helemaal werkt zoals een echte kermisattractie. Ze was 2 meter lang, 1,10 meter breed en 4,70 meter hoog. Er waren ongeveer 13.000 knex-stukjes voor nodig. Voor het volgende Maker Fairefestival in Gent ben ik nu een 5 meter lange knikkermachine aan het bouwen met ongeveer 30.000 stukjes K'nex.”
youtube.com/@Thibault_Art @thibault.art/
JOLIEN DESMET: “Mijn lief maakte af en toe lekkere zuurdesem-kaneelbroodjes die hij dan vóór zijn werk (als software developer) in een zakje voor de deur van vrienden ging zetten. Gewoon om hun dag (nog) beter te laten starten. Is dat wonderlijk genoeg voor dit magazine? Voor mij wel.”
Dit is voorsprong. Dit is Audi.
Maak kennis met de eerste volledig elektrische Avant van Audi. Geniet van 720 km ononderbroken rijplezier en laad al in 10 minuten op tot 295 km. Het glazen panoramadak is uw venster naar de sterren, de royale laadruimte uw partner in avontuur.
ONTWERPER TOMOHIDE ISOKAWA EN DE OVERSTROMENDE VADERLIEFDE
strikte opvoeding. Ikzelf heb altijd een
veranderen.
met een goed geluidssysteem is voldoende. (lacht)”
(KADER)
WIe is Tomohide Isokawa?
Tomo verhuisde in 2011 van Tokio naar Antwerpen en werkt als patroonmaker bij Dries Van Noten. Daarnaast ontwerpt hij kleding voor zijn zoontje Tao (2). Hiervoor gebruikt hij enkel stof uit de stockverkoop van Belgische merken, of herwerkt hij oude stukken. Hij woont in Berchem samen met zijn vrouw Viktoria von Malottki, een juweelontwerper. only_one_garment
Het begon met een babypet, intussen zijn er ook gewatteerde jassen en maatpakken op troetelformaat. Het hobbyproject van Tomohide Isokawa – patroonmaker bij Dries Van Noten – is één grote liefdesverklaring aan zijn zoon Tao, twee intussen, maar het geeft hem ook de uitdaging die hij nodig heeft. “Een baby heeft een lichaam dat je het best kan vergelijken met dat van een oude dikke man.”
Tekst en foto's Ringo Gomez-Jorge
“Ik ga nog wat verder tegels afbikken”, zegt Tomohide Isokawa op het einde van het interview. Hij is zijn woning in Antwerpen al een goede drie jaar aan het verbouwen en doet graag alles zelf. Werkelijk
alles. In de uren na zijn fulltime job als patroonmaker bij Dries Van Noten ontwerpt Tomo geavanceerde outfits voor zijn zoontje Tao. Op de Instagrampagina Only one garment verzamelt hij de ontwikkelingen. Daar zie je Tao in een blinkend groene donsjas, een gestreepte blazer of een lange mantel gemaakt van overstock-stoffen uit de AW19collectie van Dries Van Noten, uit Tomo’s eerste seizoen bij het merk.
Hoe is dit project ontstaan?
Tomo: “Het begon toen Dries Van Noten besloot om met pensioen te gaan. De laatste show met Dries aan het roer was bijzonder emotioneel voor mij. Die nacht kon ik niet slapen en begon ik heel mijn carrière te overdenken: hoe ik in Antwerpen ben beland, welke beslissingen ik gemaakt heb en of ik wel wilde doorwerken aan mijn eigen ontwerpen. Ik had een Instagrampagina waarop ik enkele eigen ontwerpen voor volwassenen had geplaatst. Net toen ik dat dipje had, kreeg ik van andere modemakers plots goede reacties op mijn pagina. Dat gaf me energie om weer aan de slag te gaan.”
Maar waarom ben je dan kinderkleren beginnen te maken?
“Ik heb altijd een uitdaging nodig, anders word ik nerveus. Mijn zoontje was toen zeven maanden oud, en ik was ook al langer gefascineerd door kinderkleding: die is totaal anders – en vooral moeilijker – dan volwassen kleding. De moeilijkheid zit hem in de afwijkende proporties. Een baby heeft een lichaam dat je het best kan vergelijken met dat van een oude dikke man. (lacht) Het hoofd is disproportioneel groot, waardoor het nekgat en de schouders problemen geven. En dan moet je nog rekening houden met zaken zoals ruimte voor de luier. Kortom, je moet als patroonmaker alles uit de kast halen. Tegelijk merk ik dat er steeds minder vaardige patroonmakers zijn in de mode. Bij Dries hadden we een patroonmeester die mij waanzinnig veel geleerd heeft.”
Het is een metier dat niet naar waarde wordt geschat?
“Dat zou kunnen. Ik merk wel dat de modeliefhebbers in Japan gevoeliger zijn voor een goed patroon. Daarom verkoopt Jan-Jan
Van Essche er zo goed. Zijn patronen zijn waanzinnig doordacht. Iedere cultuur heeft haar achtergrond en kunde. Japan is goed in patronen voor oversized kleding, een gevolg van de kimono-cultuur.”
Wat was het eerste stuk dat je voor Tao hebt gemaakt?
“Een pet. Ik vond een bepaalde pet die Kurt Cobain droeg erg mooi, maar kon die niet meteen vinden. En dus heb ik die maar zelf gemaakt. De vorm goed krijgen was niet eenvoudig, het stikken wel. Veel van mijn inspiratie komt uit mijn eigen kleerkast en daar zit veel Dries Van Noten in. Maar ook streetstyle en militaire kleding inspireren mij. Onlangs ontwierp ik een gestreept pak en daarvoor werd ik geïnspireerd door The Godfather.”
Tao’s kleding is wel vaker een miniatuurversie van je eigen garderobe?
“Ik merk dat Tao het vooral leuk vindt als hij hetzelfde draagt als ik en daarom zal ik daarop focussen. Dit project is mijn manier om een sterke band op te bouwen met mijn zoon. Zelf had ik niet zo’n goede relatie met
“Dit is mijn manier om een hechte band op te bouwen met mijn zoon”
mijn vader. Als kind heb ik zelfs nooit het gevoel gehad dat ik een vader had. Hij was een typische salary man en hij was zelden thuis. Nu stuurt hij vaker berichten en zoekt hij contact om zijn kleinzoon te ontmoeten, maar daar heb ik wat moeite mee. Hij is een lieve man, maar ik heb gewoonweg geen herinneringen aan hem. Het is mijn grootste angst dat zoiets me als vader zou overkomen.”
Waarom ben je naar Europa verhuisd?
“Ik ben uit Japan gevlucht omdat mijn leven er een ramp was. Samen met twee vrienden had ik een eigen modelabel in Tokio dat behoorlijk goed op gang kwam. We slaagden er zelfs in een catwalkshow te organiseren. Maar meteen daarna is de investeerder met ons geld verdwenen, waardoor wij het merk moesten stopzetten en onze schulden moesten aflossen. Ik heb toen allerhande baantjes gehad: als verhuishulp, in de bouw … En toen liep ook mijn relatie na acht jaar op de klippen.”
“Uiteindelijk ging ik twee maanden in de bergen van Nagano werken:
ik onderhield er een berghut zonder elektriciteit waar je kon overnachten. Het was de beste ervaring uit mijn leven. Mijn geest werd er kraakhelder. Toen ik terugging naar Tokio, wist ik dat het tijd was voor een nieuwe start in het buitenland. Toevallig liep er toen een tentoonstelling over de Antwerpse Zes en die was beklijvend. Ik ben naar Antwerpen gevlogen zonder echt Engels te kunnen spreken en heb er eerst drie maanden gewerkt voor een student aan de modeacademie. Dat was in 2011. Gaandeweg werd ik verliefd op Antwerpen en begon ik voor Christian Wijnants te werken. Een goeie zes jaar later ben ik aan de slag gegaan bij Dries Van Noten.”
Dat klinkt als een behoorlijk bochtig parcours.
“Het was zwaar. Toen ik mijn modelabel had, werkte ik ook in een nachtrestaurant, van acht uur ’s avonds tot vijf uur ’s ochtends. Tegen zeven uur was ik thuis en om tien uur startte mijn werkdag als ontwerper. Zo ging het twee jaar lang. Hoe ik dat volhield? Goede vraag.”
Waarom werken Japanners vaak zo obsessief hard?
“Misschien is dat het gevolg van onze strikte opvoeding. Ikzelf heb altijd een zekere rebellie in mij gehad. Als jongere vond ik de regelneverij van het land maar niets. Ik wilde – heel naïef – de maatschappij veranderen. Daarom ben ik mode gaan studeren en wilde ik dat mijn modemerk zou slagen. We maakten echt bizarre, haast ondraagbare kleding. Zo hebben we eens een jurk ontworpen die door het zonlicht van wit naar paars veranderde, en waarop overal studs waren aangebracht. Ik was jong en ik wilde mijn middenvinger naar de wereld opsteken. Ondertussen maak ik meer doordachte kleding.”
Jouw kinderkleding heeft ook wel een rebels kantje.
“Ik wil vooral iets maken dat nog niet bestaat of zeldzaam is. Een maatpak voor kinderen bijvoorbeeld: dat bestaat haast niet meer. Dit soort kinderkleding wordt nog amper gemaakt, omdat er zoveel werk in kruipt, waardoor ze duur wordt. De mouwen bijvoorbeeld nemen veel tijd in beslag. En
zo verdwijnt die vaardigheid.”
“Een kind groeit snel uit zijn kleren, waardoor kinderkleding niet te duur mag zijn, dat begrijp ik. Daarom ontwerp ik nu oversized kleding voor Tao. Mijn doel is om kledingstukken te maken die hij tot twee jaar lang kan gebruiken. Dit blauw-wit gestreepte shirt draagt hij al anderhalf jaar.”
Wat wil je hiermee bereiken?
“Ik hoop op een dag een kleine collectie in elkaar te kunnen steken. Ik heb al eens op verzoek een stuk gemaakt, maar als ik het volledig zelf moet ontwerpen en stikken, dan wordt het al snel duur. Velen onderschatten nog steeds hoeveel tijd er in een kledingstuk kruipt. Onthoud: bij goedkope kleding is er altijd iemand die het gelag betaalt. Ik hoop op termijn een collectie te ontwerpen waar de klant, de producent en ikzelf blij van worden. Mijn droom is dus mijn eigen zaak, ondanks de angst dat het trauma van mijn vorige label weer zal opduiken. Maar uiteindelijk heb je in het leven niet veel nodig: een goede werkplaats met een goed geluidssysteem is voldoende. (lacht)”
Tomo verhuisde in 2011 van Tokio naar Antwerpen en werkt als patroonmaker bij Dries Van Noten. Daarnaast ontwerpt hij kleding voor zijn zoontje Tao (2). Hiervoor gebruikt hij enkel stof uit de stockverkoop van Belgische merken, of herwerkt hij oude stukken. Hij woont in Berchem samen met zijn vrouw Viktoria von Malottki, een juweelontwerper.
interview Forensisch arts Babette Van Rafelghem laat haar werk nooit los
Overdag voert forensisch
Overdag voert forensisch
arts Babette Van Rafelghem autopsieën uit. Na de uren maakt ze er prachtige illustraties van. Die bundelde ze in Post Mortem, een koffietafelboek dat ons ook wil binnenleiden in haar wereld. “Mensen zijn vaak in shock als ze horen dat er iemand in hun geliefde zal snijden. Ik hoop dat dit boek kan helpen om te begrijpen wat we doen.”
arts Babette Van Rafelghem autopsieën uit. Na de uren maakt ze er prachtige illustraties van. Die bundelde ze in Post mortem, een koffietafelboek dat ons ook wil binnenleiden in haar wereld. “Mensen zijn vaak in shock als ze horen dat er iemand in hun geliefde zal snijden. Ik hoop dat dit boek kan helpen om te begrijpen wat we doen.”
Door Katrien Elen
De meeste mensen studeren geneeskunde omdat ze mensen graag beter willen maken. Jij werkt voornamelijk met lijken. Wat geeft jou voldoening in je job?
“Als forensisch arts sta ik in principe ten dienste van justitie. Mijn doel is ‘de waarheid’ te achterhalen. Wat me dan voldoening geeft, is een antwoord vinden op vragen als: wat is er gebeurd? Wat is de doodsoorzaak? Wat heeft iemand nog meegemaakt? Op die manier kan ik een stem geven aan degenen die het niet meer kunnen navertellen – omdat ze zijn overleden, omdat ze nog te jong zijn om het te vertellen of omdat ze in coma liggen. Evengoed doe ik forensisch onderzoek op nog levende personen, bij slachtoffers van geweld bijvoorbeeld. Ook daar gaat het om waarheidsvinding. Ik kan verklaringen op een objectieve manier kracht bij zetten of in twijfel trekken.” Hoe spannend is jouw job? Valt er bij wijze van spreken elke dag een lijk uit de kast?
De meeste mensen studeren geneeskunde omdat ze mensen graag beter willen maken. Jij werkt voornamelijk met lijken. Wat geeft jou voldoening in je job? “Als forensisch arts sta ik in principe ten dienste van justitie. Mijn doel is ‘de waarheid’ te achterhalen. Wat me dan voldoening geeft, is een antwoord vinden op vragen als: wat is er gebeurd? Wat is de doodsoorzaak? Wat heeft iemand nog meegemaakt? Op die manier kan ik een stem geven aan degenen die het niet meer kunnen navertellen –omdat ze zijn overleden, omdat ze nog te jong zijn om het te vertellen of omdat ze in coma liggen. Evengoed doe ik forensisch onderzoek op nog levende personen, bij slachtoffers van geweld bijvoorbeeld. Ook daar gaat het om waarheidsvinding. Ik kan verklaringen op een objectieve manier kracht bij zetten of in twijfel trekken.”
Hoe spannend is jouw job? Valt er bij wijze van spreken elke dag een lijk uit de kast?
“Het is spannend in die zin dat mijn job heel afwisselend is. Er is geen routine. Als ik van wacht ben, kan ik op elk moment van de dag worden opge-
beld omdat er ergens een verdacht overlijden is. Op voorhand weet ik nooit hoeveel autopsieën ik zal moeten uitvoeren. De afgelopen weken waren dat er soms drie op een dag, maar evengoed waren er dagen zonder. Daarnaast spreekt ook het multidisciplinaire me aan. Als forensisch arts ben ik bezig met het volledige lichaam. Ik werk ook vaak samen met toxicologen, ballistisch deskundigen of verkeersexperts. En uiteraard ga ik ook getuigen in de rechtbank.”
een dag, maar evengoed waren er dagen zonder. Daarnaast spreekt ook het multidisciplinaire me aan. Als forensisch arts ben ik bezig met het volledige lichaam. Ik werk ook vaak samen met toxicologen, ballistisch deskundigen of verkeersexperts. En uiteraard ga ik ook getuigen in de rechtbank.”
Over welke vaardigheden moet je beschikken om deze job goed te doen?
Over welke vaardigheden moet je beschikken om deze job goed te doen? “Je moet aan alles durven te twijfelen. Als het parket me ter plaatse stuurt, mag ik niet met een vooringenomen blik aan het onderzoek beginnen. Dat betekent dat ik zo lang mogelijk alle mogelijkheden moet openlaten om toch maar niets te missen. Ook al zijn er aanwijzingen dat iemand is verdronken, je moet blijven kijken of er ook elementen zijn die wijzen op een andere doodsoorzaak. Daar is vaak een autopsie voor nodig. Zo zien de longen van iemand die is verdronken er anders uit dan die van iemand die al dood was voor hij in het water belandde. Ze voelen opgeblazen en kraken als sneeuw als je erin knijpt.”
“Je moet aan alles durven te twijfelen. Als het parket me ter plaatse stuurt, mag ik niet met een vooringenomen blik aan het onderzoek beginnen. Dat betekent dat ik zo lang mogelijk alle mogelijkheden moet openlaten om toch maar niets te missen. Ook al zijn er aanwijzingen dat iemand is verdronken, je moet blijven kijken of er ook elementen zijn die wijzen op een andere doodsoorzaak. Daar is vaak een autopsie voor nodig. Zo zien de longen van iemand die is verdronken er anders uit dan die van iemand die al dood was voor hij in het water belandde. Ze voelen opgeblazen en kraken als sneeuw als je erin knijpt.”
Het lijkt me een job die je na de uren liefst loslaat. Jij niet, want ’s avonds maak jij illustraties van wat je overdag ziet.
Het lijkt me een job die je na de uren liefst loslaat. Jij niet: ’s avonds maak jij illustraties van wat je overdag ziet.
“Het esthetische aspect van anatomie is net wat mij heeft aangezet om geneeskunde te gaan studeren. Anatomische prenten, zoals die van Jan van Calcar, gemaakt in opdracht van Andreas Vesalius, hebben mij altijd enorm aangetrokken. We staan er vaak niet bij stil, maar ons lichaam, met al zijn spieren, botten en bloedvaten, zit fantastisch in elkaar. Ook de kleuren zijn best mooi. Neem het rozerood van de spieren en het geel van het vet, dat geeft samen een heel esthetisch kleurenpalet.”
Neem je soms een loopje met de werkelijkheid om iets mooier te maken?
“Het is spannend in die zin dat mijn job heel afwisselend is. Er is geen routine. Als ik van wacht ben, kan ik op elk moment van de dag worden opgebeld omdat er ergens een verdacht overlijden is. Op voorhand weet ik nooit hoeveel autopsieën ik zal moeten uitvoeren. De afgelopen weken waren dat er soms drie op
“Het esthetische aspect van anatomie is net wat mij heeft aangezet om geneeskunde te gaan studeren. Anatomische prenten, zoals die van Jan van Calcar, gemaakt in opdracht van Andreas Vesalius, hebben mij altijd enorm aangetrokken. We staan er vaak niet bij stil, maar ons lichaam, met al zijn spieren, botten en bloedvaten, zit fantastisch in elkaar. Ook de kleuren zijn best mooi. Neem het rozerood van de spieren en het geel van het vet, dat geeft samen een heel esthetisch kleurenpalet.”
Neem je soms een loopje met de werkelijkheid om iets mooier te maken?
“Nee, mijn illustraties zijn anatomisch correct, het artistieke zit hem in de compositie. Zo speel ik heel graag met handen, ook de handen van degene die het lichaam onderzoekt. Handen maken wat ik teken minder abstract, ze voegen een menselijke kant toe.”
Je doet dit na de uren, maar je hebt er ook talent voor. Heb je ooit overwogen om voor een carrière als illustrator te kiezen?
“Nee, mijn illustraties zijn anatomisch correct, het artistieke zit hem in de compositie. Zo speel ik heel graag met handen, ook de handen van degene die het lichaam onderzoekt. Handen maken wat ik teken minder abstract, ze voegen een menselijke kant toe.”
“Voor ik aan mijn specialisatie begon, heb ik even overwogen om Wetenschappelijk Illustreren bij te studeren, bij de kijkstages chirurgie maakte ik al schetsen van operaties. Intussen ben ik blij dat illustreren niet mijn hoofdjob is. Door het naast de uren te doen, komt er weinig stress bij kijken. Met de druk in mijn dagjob heb ik niet zoveel moeite. Een onverwachte schouwing in het midden van de nacht, verslagen moeten afronden tegen een deadline, dat kan ik aan. Maar iets creëren gaat me minder goed af als ik onder druk sta. Laat illustreren dus maar een passie blijven.”
Post Mortem salontafel kan. Wat wil je hiermee graag bereiken?
“Als mensen horen dat er een autopsie moet gebeuren op iemand die ze zijn verloren, ervaren ze vaak een dubbele schok. Ze zijn die persoon kwijt, én er gaat iemand in snijden. Ze weten niet wat dat precies inhoudt, ze willen dat niet. Ik hoop dat mensen er gemakkelijker mee kunnen omgaan als ze beter geïnformeerd zijn over wat we precies doen en wat de bedoeling is. Ik leg ook de nadruk op hoe we het lichaam nadien weer teruggeven. Zelfs al leggen we alles bloot – we snijden de rug en borst, maar ook de schedel open – een lichaam moet achteraf weer ‘groetbaar’ zijn. We gaan het niet zo toetakelen dat er nadien geen open kist meer mogelijk is.”
Je doet dit na de uren, maar je hebt er ook talent voor. Heb je ooit overwogen om voor een carrière als illustrator te kiezen?
Je staat zelf model in een aantal illustraties, maar ook je broer en zelfs je lief doen mee. Zo is er een illustratie waarop je zijn weefselstalen in plastic cassettes ziet. Dat is toch wel … speciaal?
“Ik sta daar niet bij stil. Voor mij zijn dat natuurlijk dagelijkse handelingen. Ik zie het niet als iets lugubers. En ja, ook mijn lief vond dat eigenlijk wel tof. Hij woont met mij samen hé (lacht).”
“Voor ik aan mijn specialisatie begon, heb ik even overwogen om Wetenschappelijk Illustreren bij te studeren, bij de kijkstages chirurgie maakte ik al schetsen van operaties. Intussen ben ik blij dat illustreren niet mijn hoofdjob is. Door het naast de uren te doen, komt er weinig stress bij kijken. Met de druk in mijn dagjob heb ik niet zoveel moeite. Een onverwachte schouwing in het midden van de nacht, verslagen moeten afronden tegen een deadline, dat kan ik aan. Maar iets creëren gaat me minder goed af als ik onder druk sta. Laat illustreren dus maar een passie blijven.”
Post mortem is een boek dat zo op de salontafel kan. Wat wil je hiermee graag bereiken?
“Als mensen horen dat er een autopsie moet gebeuren op iemand die ze zijn verloren, ervaren ze vaak een dubbele schok. Ze zijn die persoon kwijt, én er gaat iemand in snijden. Ze weten niet wat dat precies inhoudt, ze willen dat niet. Ik hoop dat mensen er gemakkelijker mee kunnen omgaan als ze beter geïnformeerd zijn over wat we precies doen en wat de bedoeling is. Ik leg ook de nadruk op hoe we het lichaam nadien weer teruggeven. Zelfs al leggen we alles bloot – we snijden
de rug en borst, maar ook de schedel open – een lichaam moet achteraf weer ‘groetbaar’ zijn. We gaan het niet zo toetakelen dat er nadien geen open kist meer mogelijk is.”
Je staat zelf model in een aantal illustraties, maar ook je broer en je lief doen mee. Zo is er een illustratie waarop je zijn weefselstalen in plastic cassettes ziet.
“Ik sta daar niet bij stil. Voor mij zijn dat natuurlijk dagelijkse handelingen. Ik zie het niet als iets lugubers. En ja, ook mijn lief vond dat eigenlijk wel tof. Hij woont met mij samen hé (lacht).”
“MIJN
woonde, geraakte ik zo in de ban van geschiedenis dat ik zelfs droomde van een academische carrière. Maar mijn vader vond dat ik daarvoor iets te veel van feesten hield. Ik heb uiteindelijk regentaat Geschiedenis en Engels aan de hogeschool gevolgd, wat voor mij dan weer te beperkend en saai was. Ik ging werken als transportplanner. Een leven vol avontuur, zoals dat van mijn (lacht). “
Je loopt al tien jaar rond met het idee voor dit spel. Duurt het dan zo lang om dat helemaal op punt te stellen?
“Niet echt, het spel was tien jaar geleden al grotendeels af en heeft weinig echt grote veranderingen ondergaan. Maar ik ben er pas echt mee aan de slag gegaan in de coronaperiode. Zoals veel mensen had ik plots tijd op overschot, en daar heb ik gebruik van gemaakt om verschillende uitgevers te contacteren. Sound of Drums, een Zwitserse uitgeverij van historische oorlogsspellen, toonde interesse. Tien jaar geleden had niemand zich misschien aan zoiets gewaagd. Maar intussen verschijnen er zoveel titels, die dikwijls weinig van elkaar verschillen, dat er meer ruimte is voor iets origineels.”
Van het voorjaar tot begin november kan je Jason St. Just aan het werk zien in Bokrijk. Hij geeft daar uitleg aan de bezoekers en toont oude ambachten: weven, bier brouwen, spinnen. Wanneer het openluchtmuseum ’s winters sluit, is er tijd voor een andere passie: het ontwerpen van spellen. Het begon met Stratego Waterloo, een herwerking van het klassieke spel, tien jaar geleden, en toen al droomde Jason ook van 1793: Patriots & Traitors. Het spel speelt zich af in de jaren na dat ene iconische jaar 1789, op een moment dat verschillende groepen in Frankrijk strijden om de macht. “Het unieke aan het spel is: je kan wetten uitvaardigen die niet alleen de spelregels maar ook het spelbord zullen wijzigen”, zegt Jason. “Natuurlijk, want het is een revolutie, dus je wil de maatschappij veranderen.”
In de lente en ’s zomers werkt Jason St. Just in Bokrijk, ’s winters leeft hij zijn liefde voor geschiedenis op een andere manier uit: dan bedenkt hij gezelschapsspellen, zoals het pas verschenen 1793: Patriots & Traitors, dat zich afspeelt tijdens de Franse Revolutie.
We spreken elkaar in Jasons werkkamer. Een buste van Beethoven kijkt ons aan, en tussen een Romeinse helm en een Franse driesteek hangt een schoolkaart over de brand van Moskou. Hier huist een liefhebber van de geschiedenis, zoveel is duidelijk. “Van jongs af aan keek ik op naar Indiana Jones. Toen ik een tijd in Parijs
het spelbord zullen wijzigen”, zegt Jason. “Natuurlijk, want het is een revolutie, dus je wil de maatschappij veranderen.”
We spreken elkaar in Jasons werkkamer. Een buste van Beethoven kijkt ons aan, en tussen een Romeinse helm en een Franse driesteek hangt een schoolkaart over de brand van Moskou. Hier huist een liefhebber van de geschiedenis, zoveel is duidelijk.
“Niet per se, ik heb een lade vol prototypes liggen en niet elk spel is geschikt voor elk publiek. Afhankelijk van de uitgever stel ik een ander ontwerp voor. Voorlopig heb ik de handen trouwens nog meer dan vol met de Franse revolutie: op vraag van de uitgever schreef ik een boek dat bij het spel wordt verkocht (Het jaar II, red.), het spel kreeg al een uitbreiding en ik werk zelfs aan een prequel, die zich afspeelt in de periode voor de val van de Franse monarchie. Als dat allemaal uitgewerkt is, wil ik graag mijn spel gepubliceerd krijgen over de terugtocht van het leger van Napoleon uit Rusland.”
(KADER)
“Van jongs af aan keek ik op naar Indiana Jones. Toen ik een tijd in Parijs woonde, geraakte ik zo in de ban van geschiedenis dat ik zelfs droomde van een academische carrière. Maar mijn vader vond dat ik daarvoor iets te veel van feesten hield. Ik heb uiteindelijk regentaat Geschiedenis en Engels aan de hogeschool gevolgd, wat voor mij dan weer te beperkend en saai was. Ik ging werken als transportplanner. Een leven vol avontuur, zoals dat van mijn oude held, heb ik wél gehad (lacht)."
“De opkomst van crowdfunding voor bordspellen heeft ook een grote rol gespeeld. 1793 zou pas in productie gaan als we een budget van minstens 15.000 euro bijeenbrachten. Dat is altijd wat spannend, maar uiteindelijk haalde ik 87.500 euro op via Gamefound.”
Er komt wel wat bij kijken om een spel gerealiseerd te krijgen. Is dat een eenzaam proces?
”Niet echt. Er spookt altijd zoveel door mijn hoofd dat ik nooit eenzaam ben en me ook nooit kan vervelen. Het probleem is vooral dat ik graag de controle houd over mijn projecten. Ik heb graag mijn zegje over het artwork bijvoorbeeld, of de manier waarop de crowdfunding gebeurt. Het brengt wel wat extra werk mee, maar zo leer je ook hoe uitgevers werken en redeneren.“
Van het voorjaar tot begin november kan je Jason St. Just aan het werk zien in Bokrijk. Hij geeft daar uitleg aan de bezoekers en toont oude ambachten: weven, bier brouwen, spinnen. Wanneer het openluchtmuseum ’s winters sluit, is er tijd voor een andere passie: het ontwerpen van spellen. Het begon met Stratego Waterloo, een herwerking van het klassieke spel, tien jaar geleden, en toen al droomde Jason ook van 1793: Patriots & Traitors. Het spel speelt zich af in de jaren na dat ene iconische jaar 1789, op een moment dat verschillende groepen in Frankrijk strijden om de macht. “Het unieke aan het spel is: je kan wetten uitvaardigen die niet alleen de spelregels maar ook
“Verder ga ik zo veel mogelijk naar de spellenbeurzen – ook in het buitenland. Daar kan ik mijn spel dan zelf uitleggen aan het publiek. Dat is voor mij pure showtime … en ik kan er mijn ei kwijt over de geschiedenis.”
Intussen ben je gestart met Gooooal!!! Dat wordt een snel en eenvoudig spel over voetbal. Koos je bewust voor iets helemaal anders?”
Is dat een eenzaam proces?
”Niet echt. Er spookt altijd zoveel door mijn hoofd dat ik nooit eenzaam ben en me ook nooit kan vervelen. Het probleem is vooral dat ik graag de controle houd over mijn projecten. Ik heb graag mijn zegje over het artwork bijvoorbeeld, of de manier waarop de crowdfunding gebeurt. Het brengt wel wat extra werk mee, maar zo leer je ook hoe uitgevers werken en redeneren."
“Verder ga ik zo veel mogelijk naar de spellenbeurzen – ook in het buitenland. Daar kan ik mijn spel dan zelf uitleggen aan het publiek. Dat is voor mij pure showtime … en ik kan er mijn ei kwijt over de geschiedenis.”
Wie is Jason St. Just? Jason is geboren in Canada en zwierf jarenlang tussen Canada en Europa, voor hij zich uiteindelijk in België vestigde. Hij is medewerker in Bokrijk, spelontwerper en auteur. Een lang verblijf in Frankrijk, een grote interesse in geschiedenis en de voorliefde voor gezelschapsspellen leidden tot de uitgave van zijn zelf ontworpen spel 1793: Patriots & Traitors
Je loopt al tien jaar rond met het idee voor dit spel. Duurt het dan zo lang om dat helemaal op punt te stellen?
“Niet echt, het spel was tien jaar geleden al grotendeels af en heeft weinig grote veranderingen ondergaan. Maar ik ben er pas echt mee aan de slag gegaan in de coronaperiode. Zoals veel mensen had ik plots tijd op overschot, en daar heb ik gebruik van gemaakt om verschillende uitgevers te contacteren. Sound of Drums, een Zwitserse uitgeverij van historische oorlogsspellen, toonde interesse. Tien jaar geleden had niemand zich misschien aan zoiets gewaagd. Maar intussen verschijnen er zoveel titels, die dikwijls weinig van elkaar verschillen, dat er meer ruimte is voor iets origineels.”
“De opkomst van crowdfunding voor bordspellen heeft ook een grote rol gespeeld. 1793 zou pas in productie gaan als we een budget van minstens 15.000 euro bijeenbrachten. Dat is altijd wat spannend, maar uiteindelijk haalde ik 87.500 euro op via Gamefound.”
Er komt wel wat bij kijken om een spel gerealiseerd te krijgen.
Intussen ben je gestart met Gooooal!!! Dat wordt een snel en eenvoudig spel over voetbal. Koos je bewust voor iets helemaal anders?”
“Niet per se, ik heb een lade vol prototypes liggen en niet elk spel is geschikt voor elk publiek. Afhankelijk van de uitgever stel ik een ander ontwerp voor. Voorlopig heb ik de handen trouwens nog meer dan vol met de Franse Revolutie: op vraag van de uitgever schreef ik een boek dat bij het spel wordt verkocht (Het jaar II, red.), het spel kreeg al een uitbreiding en ik werk zelfs aan een prequel, die zich afspeelt in de periode voor de val van de Franse monarchie. Als dat allemaal uitgewerkt is, wil ik graag mijn spel gepubliceerd krijgen over de terugtocht van het leger van Napoleon uit Rusland.”
WIE IS JASON
Jason is geboren in Canada en zwierf jarenlang tussen Canada en Europa, voor hij zich uiteindelijk in België vestigde. Hij is medewerker in Bokrijk, spelontwerper en auteur. Een lang verblijf in Frankrijk, een grote interesse in geschiedenis en de voorliefde voor gezelschapsspellen leidden tot de uitgave van zijn zelf ontworpen spel 1793: Patriots & Traitors
niko.eu/rockertoggle
Belgisch design en vakmanschap
Kun je glitters aanbrengen zonder een aanslag op het milieu te plegen? Kun je je make-up zelfs zo vriendelijk maken dat die eetbaar is? JOSEPHINE DAPAAH zocht en vond het perfecte recept voor glittermake-up.
Foto’s Jef Van den Bossche
DKun je glitters aanbrengen zonder een aanslag op het milieu te plegen? Kun je je make-up zelfs zo vriendelijk maken dat die eetbaar is? Josephine Dapaah zocht en vond het perfecte recept voor glittermake-up.
De twaalfde maand is er een van overdaad. Van papieren vlokken in afwachting van de sneeuw. Flikkerlichtjes om de korte dagen te verlichten. Etalages met rode strikken, groene takken en gouden sterren. En steevast, zonder uitzondering, nagenoeg overal: een zacht fonkelende sluier van glitters. De hele maand en nog weken nadien. Het verlangen om te schitteren is zo oud als de mensheid zelf. Vijftien jaar geleden vonden archeologen in de Spaanse provincie Murcia, een verzameling schelpen met daarin een mengsel van pigmentresten en reflecterende mineralen. Die prehistorisch make-upschaaltjes met glitterverf waren het ultieme bewijs dat Neanderthalers ceremoniële cosmetica gebruikten. Cleopatra verkruimelde lieveheersbeestjes met malachiet, om haar lippen van extra glans te voorzien. En de Maya’s smeerden hun maskers en tempels in met mica, een mineraal, zodat ze zouden reflecteren in het zonlicht.
De glitters in onze cosmetica en kerstdecors zijn een erfenis van de DuitsAmerikaanse Henry Rushman. Midden jaren dertig ontwikkelde de ingenieur op zijn boerderij in New Jersey een machine om afval te verwerken. Het resultaat? Een glinsterende massa ver. Het was recycling gone , maar mensen waren er dol op. Een laagje “goedkope glitter” doet je kerstboom “extra schitteren”, tipte The in 1942.
e twaalfde maand is er een van overdaad. Van papieren vlokken in afwachting van de sneeuw. Flikkerlichtjes om de korte dagen te verlichten. Etalages met rode strikken, groene takken en gouden sterren. En nagenoeg overal: een zacht fonkelende sluier van glitters. De hele maand en nog weken nadien.
gisch verantwoord alternatief. Onze zoektocht leidt ons langs glitters op suikerbasis (te plakkerig) en zout (te ruw), dus kiezen we voor een recept met maiszetmeel. Eenmaal opgedroogd, gedraagt het zich een beetje als een licht glanzend plastic.
een beetje als een licht glanzend plastic.
Het verlangen om te schitteren is zo oud als de mensheid zelf. Vijftien jaar geleden vonden archeologen in de Spaanse provincie Murcia, een verzameling schelpen met daarin een mengsel van pigmentresten en reflecterende mineralen. Die prehistorisch make-upschaaltjes met glitterverf waren het ultieme bewijs dat Neanderthalers ceremoniële cosmetica gebruikten. Cleopatra verkruimelde lieveheersbeestjes met malachiet, om haar lippen van extra glans te voorzien. En de Maya’s smeerden hun maskers en tempels in met mica, een mineraal, zodat ze zouden reflecteren in het zonlicht.
Tegenwoordig worden de meeste glitters gemaakt van polyesterfolie, bedekt met een dunne laag aluminium en pigment. Ze zitten onder meer in je zeep, dagcrème, muurverf, inpakpapier, reflectiestrips op fluohesjes en verkeersborden. Verschillende studies wijzen uit dat de natuur bijna duizend jaar nodig heeft om die plastic glitters
En precies daarom zijn glitters van synthetisch petplastic sinds vorig jaar verboden in Europa. Losse glitters weliswaar. Wat dan met de glitters in je bronzer en lippenstift? Veel make-up wordt met micapoeder gemaakt. Dat is een verzamelnaam voor een dertigtal natuurlijke mineralen met glinsterende partikels. Ze worden ook soms gebruikt om zelf glittermake-up te maken, maar: die mineralen worden vaak aan kinderarbeid in lageloonlanden gelinkt, en zijn op lange termijn net zo eindig als aardolie, zij het een stuk minder schadelijk.
Recept om duurzaam te schitteren
Goed, glitters worden verboden, schitteren niet. Er bestaan al duurzame varianten, maar we willen zelf aan de slag. Online vind je net zo veel handleidingen als er glitterkleuren bestaan. In de geest van Rushman jagen sommige Youtubers een lege zak chips door een papierversnipperaar. Maar we willen een ecologisch verantwoord alternatief. Onze zoektocht leidt ons langs glitters op suikerbasis (te plakkerig) en zout (te ruw), dus kiezen we voor een recept met maiszetmeel. Eenmaal opgedroogd, gedraagt het zich
Omdat bijna alle ingrediënten in dit recept eetbaar zijn, vervangen we mica door zilverkleurige voedingskleurstof. Want wat is er beter dan glitters rondstrooien? Juist ja, glitters opeten!
Wat heb je nodig?
1 el maiszetmeel
200 ml water
Omdat bijna alle ingrediënten in dit recept eetbaar zijn, vervangen we mica door zilverkleurige voedingskleurstof. Want wat is er beter dan glitters rondstrooien? Juist ja, glitters opeten!
- 1 el maiszetmeel
Vloeibare voedingskleurstof in een kleur naar keuze
Zilver- of goudkleurige voedingskleurstof in poedervorm (voor eetbare glitters)
Keukenmachine of blender
De glitters in onze cosmetica en kerstdecors zijn een erfenis van de Duits-Amerikaanse Henry Rushman. Midden jaren dertig ontwikkelde de ingenieur op zijn boerderij in New Jersey een machine om afval te verwerken. Het resultaat? Een glinsterende massa versnipperde brol. Het was recycling gone wrong, maar mensen waren er dol op. Een laagje “goedkope glitter” doet je kerstboom “extra schitteren”, tipte The New York Times in 1942. Tegenwoordig worden de meeste glitters gemaakt van polyesterfolie, bedekt met een dunne laag aluminium en pigment. Ze zitten onder meer in je zeep, dagcrème, muurverf, inpakpapier, reflectiestrips op fluohesjes en verkeersborden. Verschillende studies wijzen uit dat de natuur bijna duizend jaar nodig heeft om die plastic glitters af te breken. En precies daarom zijn glitters van synthetisch petplastic sinds vorig jaar verboden in Europa. Losse glitters weliswaar. Wat dan met de glitters in je bronzer en lippenstift? Veel make-up wordt met micapoeder gemaakt. Dat is een verzamelnaam voor een dertigtal natuurlijke mineralen met glinsterende partikels. Maar: die mineralen worden vaak aan kinderarbeid in lageloonlanden gelinkt, en zijn op lange termijn net zo eindig als aardolie, zij het een stuk minder schadelijk.
Vershoudfolie of silicone bakmat
Deegborsteltje
Bereiding
1. Giet het water in een steelpannetje, op een middelhoog vuur.
2. Doe het zetmeel erbij en begin meteen te kloppen.
3. Blijf kloppen tot je een smeuïg, doorschijnend mengsel hebt.
4. Neem het pannetje van het vuur. Verdeel het mengsel over verschillende schaaltjes als je meerdere kleuren wil maken.
5. Roer de vloeibare kleurstof onder het mengsel. Enkele druppels volstaan. De kleur wordt dieper als het mengsel opgedroogd is.
6. Roer er vervolgens een mespuntje van de goud- of zilverkleurige kleurstof in.
7. Neem een vel vershoudfolie of je bakmat en smeer het gekleurde zetmeelmengsel uit in een dunne laag.
8. Laat het mengsel twee tot drie dagen drogen. Als je haast hebt, kun je het vel ook op of naast de verwarming leggen.
9. Je glittermengsel is helemaal droog als het in grote schilfers loskomt van de folie.
RECEPT OM DUURZAAM
TE SCHITTEREN
10. Hak de schilfers fijn in een keukenmachine.
Goed, glitters worden verboden, schitteren niet. Er bestaan al duurzame varianten, maar we willen zelf aan de slag. Online vind je net zo veel handleidingen als er glitterkleuren bestaan. In de geest van Rushman jagen sommige Youtubers een lege zak chips door een papierversnipperaar. Maar we willen een ecolo -
11. Tadaaaa! Als het goed is, heb je nu een mooi handvol (eetbare) glitters. Strooi ze op je dessert, maak je eigen kerstballen of meng ze onder je lippenbalsem.
- 200 ml water
- Vloeibare voedingskleurstof in een kleur naar keuze
- Zilver- of goudkleurige voedingskleurstof in poedervorm (voor eetbare glitters)
- Keukenmachine of blender
- Vershoudfolie of silicone bakmat
- Deegborsteltje
1. Giet het water in een steelpannetje, op een middelhoog vuur.
2. Doe het zetmeel erbij en begin meteen te kloppen.
3. Blijf kloppen tot je een smeuïg, doorschijnend mengsel hebt.
4. Neem het pannetje van het vuur. Verdeel het mengsel over verschillende schaaltjes als je meerdere kleuren wil maken.
5. Roer de vloeibare kleurstof onder het mengsel. Enkele druppels volstaan. De kleur wordt dieper als het mengsel opgedroogd is.
6. Roer er vervolgens een mespuntje van de goud- of zilverkleurige kleurstof in.
7. Neem een vel vershoudfolie of je bakmat en smeer het gekleurde zetmeelmengsel uit in een dunne laag.
8. Laat het mengsel twee tot drie dagen drogen. Als je haast hebt, kun je het vel ook op of naast de verwarming leggen.
9. Je glittermengsel is helemaal droog als het in grote schilfers loskomt van de folie.
10. Hak de schilfers fijn in een keukenmachine.
11. Tadaaaa! Als het goed is, heb je nu een mooi handvol (eetbare) glitters.
TIP: Strooi ze op je dessert, maak je eigen kerstballen of meng ze onder je lippenbalsem.
brand, waardoor de ruimte nu dienstdoet als kantoor en galerieruimte.
-Woonkamer:
In de woonkamer staat een houten stoel van Jaime, een salontafel van polystyreen van Nicolas Zanoni en een chaise longue van het collectief gemaakt uit staal en verschroeid textiel dat na de brand is gerecupereerd. De glas-in-loodramen en marmeren schouw zijn authentieke elementen van het gebouw. Die open haard bekleedde Jaime met roestvrij staal. Het fresco op het plafond is gemaakt door bevriend kunstenaar Klaartje van Essen.
In een hoek met muren van papiermaché, de ‘Grotto’, is het knus zitten op het felgroene tapijt en de kussenhoek van Salomé.
-Badkamer:
Het uitgangspunt voor de badkamer was het bad, een afstudeerproject van Line. Ze maakte het uit urethaanrubber, dat zacht wordt door heet water, waardoor je in een baarmoeder lijkt te zitten.
De douche en wastafel zijn gemaakt van glasvezel en polyester. De kraan was ooit een petanquebal.
Slaapkamer met roze-wit gestreepte muren:
In de slaapkamer van Salomé en Jaime staat een enorm vlindervormig bed van roestvrij staal. De matras is met de hand uitgesneden. De lampenkappen maakten ze van hennepvezel, eikenhout en textiel.
-Slaapkamer met schuin dak: Sijmens hoekige slaapkamer heeft wat weg van een kasteeltoren, met uitzicht op de tuin. Hij wilde de vele hoeken en lijnen nog meer uitlichten met een grafische wandschildering. Sijmen: “Dit is de perfecte plek om te dromen en te hallucineren.”
-Roze slaapkamer:
In de dromerige slaapkamer van Line staat een bed vol kussens onder een plafond van roze wolken, gemaakt uit gips, kartonvezel, Jesmonite en acryl. “Ik noem het tegenreactie op de fallische kunst.”
Ze mochten geen bestaande meubels meebrengen. En telkens als ze naar buiten gingen, moesten ze daar iets vinden dat bruikbaar was voor het huis. In dat huis moesten ze dan weer alles zelf bedenken en uitvoeren. Als vier jonge designers hun intrek nemen in een Brussels herenhuis, dan installeren ze daar zo hun eigen regels.
In een kantoorwijk in Brussel bevindt zich een woonhuis dat ook een canvas is, een atelier, en een creatief toevluchtsoord voor vier designers. Salomé Sperling, Jaime Le Bleu, Line Murken en Sijmen Vellekoop vormden het 19de-eeuws herenhuis om tot een levende kunstinstallatie. Espace Aygo, staat er in het groot op de deurbel. Het is de naam die het kunstcollectief zichzelf gaf, naar de blauwe Toyota Aygo van Jaime.
De vier twintigers leerden elkaar kennen aan de Design Academy Eindhoven. Toen ze in hun laatste jaar zaten, in 2022, wilden ze verder weg van de school wonen om de studentenbubbel te doorprikken. Aan de kunstacademie zelf was bovendien niet veel te beleven, want ten tijde van covid waren zelfs de ateliers gesloten. Ze
bepaalden een zoekradius en die reikte tot in Brussel. Daar ontdekte Salomé het herenhuis. “Ik toonde het aan Sijmen, die zichzelf al in een kimono van de statige trap zag paraderen”, lacht ze. “Toen we hier kwamen kijken, voelde het als een enorme speeltuin voor onze ideeën.”
Het lege huis liet hen toe om na te denken over wat echt noodzakelijk is. Sijmen: “We wilden spelen met de rituelen van een huis en losbreken uit de gangbare interieurstijl van het kerngezin. We legden onszelf slechts twee belangrijke regels op: we mochten geen meubels meenemen die we al hadden, én elke keer dat we naar buiten gingen, moesten we een object of materiaal van op straat oppikken. Dat kwam ons goed uit, want ons budget was beperkt.”
OMHELZING IN DE BADKAMER
Alles zouden ze zelf maken, van de zetels tot het bad. Daarvoor moesten ze snel in actie schieten, want oorspronkelijk liep het huurcontract maar één jaar – intussen is het al enkele keren verlengd. “Die eerste maanden sliepen we in één kamer, met onze lichaamswarmte als verwarming”, vertelt Line. “We hadden ook geen sofa, wat hielp om constant bezig te blijven. Dag in, dag uit waren we aan het verbouwen. En we moesten alles nog leren: van elektriciteit leggen tot vloeren uitbreken.”
Ze verbouwden met respect voor de authentieke elementen, zoals de open haard, en elke ruimte kreeg een eigen sfeer. Het startpunt was vaak een van de afstudeerprojecten van de designers. Zo vormden
ze de keuken rond de metalen eettafel van Jaime. Voor de badkamer vertrokken ze dan weer van het rubberen bad dat Line ontwierp. “Het urethaanrubber wordt zacht in aanraking met heet water. We wilden dat de hele badkamer aanvoelde als een omhelzing.”
Niet elk meubelstuk dat je in een atelier ontwerpt, werkt ook in een huiselijke context. Die gebruikservaring misten de designers op school. Daarom moest Espace Aygo vanaf het begin behalve een woonplek ook een creatief laboratorium zijn. Line: “We maken dingen die de verbeelding prikkelen én testen die effectief uit in huis. Zo willen we niet alleen functionele kunst in vraag stellen, maar ook onze gangbare perceptie van hoe een huis er moet uitzien.” Leven ze dan extra voorzichtig in die artistieke ▶
Het uitgangspunt voor de badkamer was het bad, een afstudeerproject van Line. Ze maakte het uit urethaanrubber, dat zacht wordt door heet water, waardoor je in een baarmoeder lijkt te zitten. De douche en wastafel zijn gemaakt van glasvezel en polyester. De kraan was ooit een petanquebal.
oase? “Integendeel! We wonen hier, dus onze meubels en sculpturen zijn gemaakt om te gebruiken. Doordat we ermee samenleven, weten we of ze tegen een stootje kunnen.”
Zet vier designers samen en de ideeën stromen. Geen wonder dat het huis voortdurend verandert. Jaime: “We krijgen constant inspiratie om onze objecten bij te werken. Dat kan ook om kleine dingen gaan. Toen onze vazen braken, hebben we ze bijvoorbeeld sterker gemaakt zodat ze nu effectief water vasthouden.” Ook de slaapkamers namen al veel gedaantes aan. Line droomde van een bed als een zandkasteel, maar het zand kriebelde te veel om in te slapen, dus werd het een kussenpaleis. Sijmen maakte zijn bed in de tuin, waardoor het te groot bleek voor zijn kamer. En Salomé en Jaime, een koppel, bouwden
hun bed op een structuur van nagels, waardoor dat allemaal gaatjes in de houten vloer boorde. “Dat zijn dingen die je niet opmerkt als je een object louter voor een galerie bedenkt”, zegt Line.
FRESCO IN HET SALON
De groep is geen bedrijf, volgens Jaime komt de dynamiek het dichtst in de buurt van een band. “Het is wel een oefening om onze eigenheid te bewaren en tegelijk ons ego los te laten”, zegt Sijmen. “Omdat we sterke persoonlijkheden zijn, willen we allemaal alles kunnen, maar het is juist mooi dat iedereen andere dingen bijdraagt: ik heb een fascinatie voor auto’s, Salomé kan goed naaien, Jaimé kan alles behalve koken …”
Geregeld komt er volk over de vloer, tijdens rondleidingen, events of gewoon
omdat iemand aanbelt uit nieuwsgierigheid. Sijmen: “Het huis is een testplek voor bevriende kunstenaars. Zo maakte Klaartje van Essen, een van mijn beste vrienden, een fresco in het salon, iets wat ze nog nooit gedaan had. Toen we hier pas woonden, kenden we de artistieke gemeenschap in Brussel nog niet. Daarom organiseerden we geregeld culturele feesten, om een community te vormen.”
AFSCHEID MET EEN NAAKTPORTRET
Na twee jaar hebben de kunstenaars eindelijk het gevoel dat ze in het huis kunnen wonen. De sofa om te relaxen maakten ze intussen ook. Er zijn er zelfs meerdere. Maar de rust is er nog niet helemaal neergedaald. Toen er een jaar geleden een kleine brand uitbrak door de vonk van een hittepistool,
In de slaapkamer van Salomé en Jaime staat een enorm vlindervormig bed van roestvrij staal. De matras is met de hand uitgesneden. De lampenkappen maakten ze van hennepvezel, eikenhout en textiel.
besloten ze om hun atelier te verplaatsen naar een oude textielwinkel in Brussel. Die locatie wordt in de toekomst nog belangrijker: na de vele contractverlengingen moet het collectief effectief weg uit het herenhuis, in het voorjaar van 2025. Jaime: “We zullen samen een nieuwe woning zoeken en willen vooral ons atelier uitbouwen tot een culturele ruimte. In onze wildste dromen hopen we ooit een soort Chelsea Hotel (het legendarische kunstenaarshotel in New York, red.) op te zetten waar artiesten kunnen verblijven en cocreëren. Maar waar? Dat is nog de vraag.”
Het wordt hoe dan ook wennen om Espace Aygo binnenkort achter te laten. Line: “Tien jaar geleden ging ik weg uit mijn geboortestad Luleå in Zweden en dit was pas de eerste plek waar ik echt kon landen.” Ook
voor Sijmen paste het huis als een handschoen en Salomé is nu al nostalgisch. “Ik ga waarschijnlijk drie maanden wenen, want het is zot hoe vier mensen zich in dit project hebben gestort.”
Dan is er nog één vraag: heeft de huisbaas hun werk al gezien? “Hij is nog nooit op bezoek geweest”, zegt Jaime. “We kregen wel complimenten van zijn assistent na een artikel in The New York Times. Het wordt interessant om te zien hoe onze creaties zich zullen verhouden tot de luxeappartementen. Gelukkig deden we niet te veel ingegrepen in de architectuur zelf, omdat we wisten dat we ooit weg moesten. Bijna al onze objecten kunnen we meenemen. De fresco met een naaktportret in het salon is een uitzondering: dat is een cadeautje voor de huisbaas.” ▶
Boven.
In de slaapkamer van Line staat een bed vol kussens onder een plafond van roze wolken, gemaakt uit gips, kartonvezel, Jesmonite en acryl. “Ik noem het wet pussy architecture, als tegenreactie op de fallische kunst.”
Onder.
In een grote, lichtrijke kamer aan de achterkant van het huis bevond zich eerst het atelier. Dat verhuisde na een brand, waardoor de ruimte nu dienstdoet als kantoor en galerieruimte.
De glas-in-loodramen en marmeren schouw zijn authentieke elementen van het gebouw. Die open haard bekleedde Jaime met roestvrij staal. Het fresco op het plafond is gemaakt door bevriend kunstenaar Klaartje van Essen.
Topchef Wim Ballieu weet hoe je met pure ingrediënten een bijzonder feestmaal kunt maken. Met zijn recept rundsflet rosbief style voor het programma ‘Guten Appetit’ op njam! toont hij dat klassiekers van het feestmenu niet ingewikkeld hoeven te zijn om indruk te maken.
Ingrediënten
(10 PERSONEN)
Voor de rundsflet
• 2 kg rundsflet (heupstuk)
Peper
• Zout
• Olijfolie
Rundsflet
Voor de gratin
• 1,5 kg vastkokende aardappelen, geschild en in dunne plakjes
• 1 kg butternutpompoen, geschild en in dunne plakjes
• 400 g gruyèrekaas
• 500 ml room
• 500 ml melk
• 3 teentjes knofook, fjngehakt
Peper, zout en nootmuskaat
• Boter
Verwarm de oven voor op 180°C. Leg de rundsflet op een snijplank en bind het vlees lichtjes op met keukentouw. Wrijf het vlees rondom in met zout en peper. Verhit een scheut olijfolie in een grote braadpan op hoog vuur. Schroei de rosbief rondom dicht tot hij een mooie bruine korst heeft. Leg de grof gesneden wortels, uien, bleekselderij, geplette knofook, tijm en laurierbladeren in een braadslede. Plaats de aangebraden rosbief bovenop de groenten in de braadslede. Bak de rosbief in de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 45 minuten, of tot de kerntemperatuur 55°C bereikt voor medium-rare. Giet een scheut olijfolie over het vlees.
Aardappelgratin
Verhit in een pan de room en melk samen met de fjngehakte knofook. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Verwarm tot net onder het kookpunt en zet opzij. Leg een laag plakjes butternut op de bodem van de ingevette ovenschaal. Bestrooi met een beetje geraspte gruyère. Leg hierop een laag aardappelschijfjes. Giet wat van het warme roommengsel over de aardappel- en butternutlagen. Herhaal dit tot alle ingrediënten op zijn. Dek de schaal af met aluminiumfolie. Bak de gratin gedurende 45-60 minuten in de oven. Verwijder na ongeveer 30 minuten de folie om de
Voor de gravy
• 2 wortels, grof gesneden
• 2 uien, in kwarten
• 4 teentjes knofook, geplet 2 bleekselders, grof gesneden
• 2 takjes tijm
• 2 laurierbladeren
• 250 ml rode wijn
• 500 ml Lacroix rundsfond
1 eetlepel bloem (optioneel, voor binding)
bovenkant te laten kleuren en voeg extra kaas toe om het goudbruin te laten kleuren.
Gravy
Haal het vlees uit de oven en leg het op een snijplank. Dek af met aluminiumfolie. Laat het minstens 15 minuten rusten voordat je het aansnijdt. Plaats intussen de braadslede met de groenten en aanbaksels op middelhoog vuur op het fornuis. Giet de rode wijn erin om de aanbaksels los te maken. Voeg vervolgens de Lacroix rundsfond toe en breng het geheel aan de kook. Laat de saus enkele minuten sudderen. Zeef de groenten en de saus in een andere sauspan. Plet met een lepel de groenten in de zeef om zoveel mogelijk sap te verkrijgen. Breng op smaak met zout en peper. Houd warm tot serveren.
TIP! Als je de gravy wilt binden, meng dan een eetlepel bloem met een beetje koud water tot een papje en voeg dit toe aan de saus. Laat nog enkele minuten doorkoken tot de saus licht indikt.
Dresseren
Verwijder het keukentouw van de rosbief. Snijd het vlees in dunne plakken tegen de draad in. Plaats enkele plakken rosbief op elk bord. Lepel er wat warme gravy overheen of serveer de gravy apart in een sauskom. Serveer er een portie aardappelgratin, appelcompote en doperwtjes bij.
Ontdek nog meer lekkere gerechten met de heerlijke fonds van Lacroix op www.lacroix.be
Heerlijk tafelen met familie en vrienden: dat is waar de feestperiode om draait. Vul je menu met smakelijke soepen, verrassende gerechten en romige sauzen.
Als je aan honderd chefs zou vragen wat het geheim is van hun lekkere keuken, dan zullen ze bijna allemaal antwoorden: een goede fond. Een lekkere fond speelt immers de hoofdrol in tal van gerechten en sauzen.
Elke fond heeft trouwens zijn eigen karakter. Hierdoor kun je er oneindig veel verrassende schotels mee op tafel toveren, van vleessaus tot exotische curry. Allemaal bereidingen die je makkelijk kunt maken met de fonds van Lacroix. Kook de fond voor de helft in en roer er met een garde stukjes koude boter door tot je de gewenste dikte bekomt. Verfjn je saus eventueel met een scheutje wijn of verse kruiden. In de fonds van Lacroix zitten trouwens geen kleurstoffen, smaakversterkers of bewaarmiddelen. Geen verrassing dus dat topchef Wim Ballieu deze fond kiest als zijn geheime ingrediënt!
Als Kobe Desramaults een nieuw restaurant opent, kijken foodies daar reikhalzend naar uit. En dus trok Bruno Vanspauwen richting Eliane, in Brussel. Zijn oordeel: de kok kookt nog altijd fantastisch, maar je moet er wel wat voor overhebben.
een warme, relaxte sfeer met gedempt licht, meeslepende muziek, een grote open keuken met vintage fornuis, drie tafels voor vier personen, en acht plaatsen aan de toog. Desramaults kan als geen ander van een maaltijd een belevenis maken die alle zintuigen beroert. En ook op de borden toont hij dat hij nog niets van zijn talent en bezieling is verloren. De creaties volgen elkaar op in een gestadig ritme: een wafeltje met zee-egel, een combinatie van cantharellen, rode mul en kaviaar, krabsla met flinters kastanje, een prachtige mix van sliertjes inktvis en daikon, coquilles met kaffir en prei, een stukje Bretoense kreeft met een taco van koolrabi en kreeft. Het lijkt allemaal zo simpel, maar het is zo juist en precies, nog uitgepuurder dan vroeger, zonder aan schakering en smaak te verliezen.
Door Bruno Vanspauwen Foto’s: Karmen Ayvazyan
Hij droomde van een nieuw restaurant op Sicilië, het is Brussel geworden. Niet toevallig in het pand van het rocklabel PIAS, waar vroeger het restaurant Humphrey huisde: Kobe Desramaults (44) heeft zich altijd meer artiest dan kok gevoeld. Ooit vergeleek hij de ervaring in zijn restaurant met een concert: de kok als performer, de keuken als podium. En zoals de concertganger niet bepaalt welke nummers de artiest zal brengen, zo kan je bij Desramaults ook niet kiezen wat je gaat eten. Eén menu voor 285 euro, zonder dranken, vooraf volledig te betalen: alstublieft (dat doe je met een concert toch ook, is zijn redenering). Je krijgt er wel 18 hapjes en gerechten voor. Maar is zo’n onnodige hoeveelheid voedsel iets om verheugd over te zijn? Te veel eten is ongezond, maar topchefs willen per se tonen hoe creatief ze wel zijn. (En ons zo veel mogelijk verkopen, denk ik wel eens in een cynische bui.)
Afijn, omdat je het van mij verwacht, ga ik ernaartoe. En al aan de voordeur merk ik dat Desramaults hard-to-get speelt: de naam van zijn restaurant is nergens te bespeuren en je kan er niet zomaar binnen. Pas als ik besef dat ik moet aanbellen, merk ik rond de deurbel zes kleine letters: E-L-I-A-N-E, de naam van zijn grootmoeder. En dan word ik onherroepelijk meegezogen in
En het houdt niet op: zonnevis met kool en bergamot, ravioli met knolselder en truffel, wilde eend op boekweit met barbajuan* van eend, haas met bloedworst en krullen radicchio. Kaas?
Die sla ik over. Een sorbet van citrus niet. En dat verrukkelijke ijs van rode biet met warme sabayon van kriek kan ik onmogelijk weerstaan. Toch ga ik met een licht gevoel van tafel, enerzijds door de kleine porties, anderzijds door de versheid en kwaliteit van de ingrediënten.
Kun je geloven dat ik de wijn haast vergeten ben? De wijnkaart is nochtans uitmuntend, met flessen tussen pakweg 40 en 300 euro. Voor één maaltijd betaal je hier een som waar heel wat Vlamingen hard voor moeten werken. Maar als je dat ervoor over hebt, krijg je er een unieke culinaire ervaring voor in de plaats.
Sint-Laurensstraat 36-38, 1000 Brussel, elianerestaurant.be, ’s middags en ’s avonds open van dinsdagavond tot vrijdagavond.
Hij droomde van een nieuw restaurant op Sicilië, het is Brussel geworden. Niet toevallig in het pand van het rocklabel PIAS, waar vroeger het restaurant Humphrey huisde: Kobe Desramaults heeft zich altijd meer artiest dan kok gevoeld. Ooit vergeleek hij de ervaring in zijn restaurant met een concert: de kok als performer, de keuken als podium. En zoals de concertganger niet bepaalt welke nummers de artiest zal brengen, zo kan je bij Desramaults ook niet kiezen wat je eet. Eén menu voor 285 euro, zonder dranken, vooraf volledig te betalen: alstublieft (dat doe je met een concert toch ook, is zijn redenering). Je krijgt er wel 18 hapjes en gerechten voor. Maar is zo’n onnodige hoeveelheid voedsel iets om verheugd over te zijn? Te veel eten is ongezond, maar topchefs willen per se tonen hoe creatief ze wel zijn. (En ons zo veel mogelijk verkopen, denk ik wel eens in een cynische bui.)
Eliane, Sint-Laurensstraat 36-38, 1000 Brussel, elianerestaurant.be, ’s middags en ’s avonds open van dinsdagavond tot vrijdagavond.
Quotering prijs/kwaliteit: 3 bordjes
4 bordjes (met €-teken): uitstekende prijs-kwaliteitverhouding
3 bordjes (met €-teken): goede prijskwaliteitverhouding
2 bordjes (met €-teken): redelijke prijskwaliteitverhouding
1 bordje (met €-teken): nipte prijs-kwaliteit verhouding
* Barbajuan
Afijn, omdat je het van mij verwacht, ga
Deze specialiteit uit de streek rond Monaco, meestal opgediend als hapje, is een kleine gefrituurde ravioli, oorspronkelijk gevuld met snijbiet, rijst en ricotta. Vandaag worden er ook vele andere vullingen voor bedacht. In Monaco wordt het traditioneel gegeten op
ik ernaartoe. En al aan de voordeur merk ik dat Desramaults hard-to-get speelt: de naam van zijn restaurant is nergens te bespeuren en je kan er niet zomaar binnen. Pas als ik besef dat ik moet aanbellen, merk ik rond de deurbel zes kleine letters: E-L-IA-N-E, de naam van zijn grootmoeder. En dan word ik onherroepelijk meegezogen in een warme, relaxte sfeer met gedempt licht, meeslepende muziek, een grote open keuken met vintage fornuis, drie tafels voor vier personen, en acht plaatsen aan de toog. Desramaults kan als geen ander van een maaltijd een belevenis maken die alle zintuigen beroert. En ook op de borden toont hij dat hij nog niets van zijn talent en bezieling is verloren. De creaties volgen elkaar op in een gestadig ritme: een wafeltje met zee-egel, een combinatie van cantharellen, rode mul en kaviaar, krabsla met flinters kastanje, een prachtige mix van sliertjes inktvis en daikon, coquilles met kaffir en prei, een stukje Bretoense kreeft met een
taco van koolrabi en kreeft. Het lijkt allemaal zo simpel, maar het is zo juist en precies, nog uitgepuurder dan vroeger, zonder aan schakering en smaak te verliezen. En het houdt niet op: zonnevis met kool en bergamot, ravioli met knolselder en truffel, wilde eend op boekweit met BARBAJUAN* van eend, haas met bloedworst en krullen radicchio. Kaas? Die sla ik over. Een sorbet van citrus niet. En dat verrukkelijke ijs van rode biet met warme sabayon van kriek kan ik onmogelijk weerstaan. Toch ga ik met een licht gevoel van tafel, enerzijds door de kleine porties, anderzijds door de versheid en kwaliteit van de ingrediënten.
Kun je geloven dat ik de wijn haast vergeten ben? De wijnkaart is nochtans uitmuntend, met flessen tussen pakweg 40 en 300 euro. Voor één maaltijd betaal je hier een som waar heel wat Vlamingen hard voor moeten werken. Maar als je dat ervoor over hebt, krijg je er een unieke culinaire ervaring voor in de plaats.
BARBAJUAN
Deze specialiteit uit de streek rond Monaco, meestal opgediend als hapje, is een kleine gefrituurde ravioli, oorspronkelijk gevuld met snijbiet, rijst en ricotta. Vandaag worden er ook veel andere vullingen voor bedacht. In Monaco wordt het traditioneel gegeten op de nationale feestdag, op 19 november. ‘Barbajuan’ betekent in het Monegaskisch ‘Oom Jan’, omdat volgens de legende een zekere Jean het recept uitgevonden zou hebben.
Om ervoor te zorgen dat uw wagen de hoogste kwaliteitseisen overstigt, gaan sommige autoconstructeurs ver. Neem nu Mercedes-Benz. Het automerk creëert zelf extreme weersomstandigheden om nieuwe wagens tot het uiterste te testen. Testvoertuigen worden blootgesteld aan temperaturen die hoger of lager zin dan die op de meest extreme plekken op aarde. Voor het Duitse automerk zin deze extreme weertests het ultieme bewis van kwaliteit en vakmanschap doorheen het hele ontwerp.
Hebt u een wagen nodig die temperaturen tot +60°C aankan, of vrieskou tot -40°C? Wellicht niet, want deze omstandigheden gaan verder dan diegene die je op aarde vindt. In het Amerikaanse Death Valley gaat het kwik in de zomer ‘maar’ net boven de 50°C, en in de buurt van de Noordpoolcirkel zakt het kwik naar ongeveer -30°C.
Toch bouwde automerk Mercedes-Benz, in het Duitse Sindelfingen, twee geavanceerde klimaattunnels om die uitzonderlike weersomstandigheden na te bootsen. Niet alleen extreme koude of hitte worden er gesimuleerd, maar ook neerslag. Een van de twee tunnels is bivoorbeeld uitgerust met meer dan 1.600 krachtige watersproeiers. Hiermee test het automerk het effect van hevige regen op geluidsisolatie. Ook worden er sneeuwvlokken met 200 km/u tegen de carrosserie en de ruiten van de testwagens geblazen.
Toewiding aan kwaliteit
Zo’n extreme weersomstandigheden zin een goede kwaliteits- en duurzaamheidstest voor een wagen. Denk aan uitdagingen zoals batteriproblemen, verlaagde bandenspanning, storingen aan de elektronica en corrosie. Wanneer een wagen deze tests moeiteloos trotseert, krigt u als bestuurder de absolute zekerheid van een veilige en comfortabele rit, onder alle omstandigheden. Voor MercedesBenz is dit in de eerste plaats een kwestie van toewiding aan kwaliteit en veiligheid. Wagens testen in zulke extreme omstandigheden schept vertrouwen in hun degelikheid.
Nieuwe veiligheidsstandaard
Diezelfde toewiding komt ook tot uiting in het veiligheidsdesign van Mercedes-Benz. Het merk werkt met 120 verschillende testdummy’s in allerlei maten en gewichten - van kleuters tot volwassenen. Recent investeerde de autoconstructeur ook in geavanceerde tests met röntgenstralen. Deze stralen laten toe om, aan snelheden van 1.000 hogedefinitiebeelden per seconde, letterlik doorheen alle componenten van de wagen te kiken. Zo kunnen zi met on-
Wanneer het weer op aarde niet extreem genoeg is, creëren we ons eigen weer.
geziene precisie analyseren hoe een botsing de structuur van de wagen en de veiligheid van de inzittenden beïnvloedt.
Een wagen die u kent
De toewiding waarmee Mercedes-Benz de degelikheid en veiligheid van zin wagens ontwikkelt, ervaart de bestuurder in elk aspect van het voertuig. Het merk werkt nu ook aan geavanceerde kunstmatige intelligentie om het boordsysteem nog beter af te stemmen op de wensen en voorkeuren van de bestuurder.
Met Routines bivoorbeeld, een nieuwe AI-technologie die Mercedes-Benz onder meer in de nieuwe E-klasse heeft geïntegreerd. Het systeem leidt uit eerder gedrag af wat uw voorkeuren als bestuurder zin. Zo zal bivoorbeeld de verwarming van de wagen op voorhand aanspringen op een koude dag, rekening hou-
dend met tid en buitentemperatuur, zodat u zelf niets hoeft te doen. Uw wagen weet gewoon dat, op het moment waarop u instapt, de binnentemperatuur 22 graden moet zin en de interieurverlichting een warme oranje gloed mag uitstralen, precies zoals u dat graag heeft. Het systeem anticipeert op uw specifieke gewoontes en voorkeuren. En zo creëert Mercedes-Benz een riervaring die werkelik uniek is en afgestemd is op de bestuurder.
Waarom wagens testen in extreme omstandigheden?
Omdat het een MercedesBenz is! Scan de QR-code voor meer info.
De selectie werd onafhankelijk door onze redacteur gekozen en getest.
Sinds de aankoop van een airfryer, enkele jaren geleden, is dit mijn favoriete toestel in de keuken. Met enkele vrienden wissel ik zelfs tips uit in ons Whatsapp-groepje ‘Vrienden van de airfryer’. Ik gebruik hem voor alles: afbakbroodjes, crunchy broccoli, perfect moelleux gegaarde zalmfilet (11 minuten op 180 graden), frittata en zelfs cupcakes. Maar ook voor aperitiefhapjes, zoals vegetarische bitterballen of mini-koninginnenhapjes. Deze week besluit ik – met de feestdagen in het vooruitzicht – om feestelijke diepvrieskaashapjes te testen. Ook al is het bij sommige kroketjes niet de bedoeling en moet ik ze eigenlijk frituren, ik onderwerp toch altijd nog enkele exemplaren aan de airfryertest. In dat geval verstuif ik er wat airfryerolie over, voor een goudbruin korstje.
Deze harde bergkaas is afkomstig uit de Jura (Oost-Frankrijk) en wordt al eeuwenlang gemaakt. Comté heeft een AOPkeurmerk en wordt bereid volgens vastgelegde regels. Zo moet de melk bijvoorbeeld grotendeels afkomstig zijn uit de Jura, van Montbéliardeof Franse Simmentalerkoeien. Elke koe moet ook 1 hectare vrije ruimte hebben. De kaas heeft een nootachtige smaak en is erg geliefd bij topchefs.
Evelien Rutten is culinair journalist. Ze zoekt als een truffelhond onophoudelijk naar de beste smaken. Alles wat haar nieuwsgierigheid prikkelt, test ze hier om de twee weken uit.
1
LEKKER DUNNE
KORST
Belgische mini-kaaskroketjes
Gourmet Finest
Cuisine
In het diepvriesvak bij Aldi vind ik dit doosje met mini-kaaskroketjes in vier smaken en vormen: driehoekjes, staafjes, maantjes en rondjes. De bereiding in de airfryer is niet ideaal, de korst blijft bleek. Dus frituur ik ze. De korst is in dat geval erg smakelijk en ook opvallend dun. Bij kaaskroketten is dat een hele uitdaging, weet ik uit ervaring. Vaak zijn ze dubbel gepaneerd om ‘lekken’ te voorkomen. Ik doe mijn best om de Chimay van de Breugel, Vieux Bruxelles en Maredsous te onderscheiden, maar ze smaken allemaal min of meer hetzelfde: vrij neutraal, naar een zachte kaas. De vulling is gebonden en mocht ietsje smeuïger zijn. Dit zijn plezante, mooie kroketjes waar je je niet voor hoeft te schamen.
5, 49 euro voor 400 g of 20 stuks, bij Aldi
2 TE GEPEPERD
Aperitiefballetjes met kaas Delhaize
3
KOUD
VANBINNEN
Kaasballetjes
Deluxe met Comté Lidl
Deze aperitiefballetjes van Delhaize kunnen volgens de verpakking wel degelijk bereid worden in de airfryer of oven, maar daar is duidelijk niet fatsoenlijk over nagedacht. De vrij dikke korst blijft bleek en mist smaak, hoeveel olie ik er ook over spray. Als ik de rest van de balletjes frituur, krijgt de korst wel een mooie kleur. De smaak van de onbestemde kaasvulling is zeer scherp, iemand heeft het recept verkeerd gelezen en een dubbele hoeveelheid peper toegevoegd. De nasmaak doet je naar je glas grijpen. Mochten we met ons gezin in het weekend gaan vissen, hadden we het perfecte aas gevonden in deze meelballen.
De kaasballetjes van Lidl mogen in de oven, friteuse of airfryer bereid worden. Ik volg de aanwijzing op de verpakking naar de letter, maar ze komen helaas gebarsten uit mijn airfryer. De korst heeft wel een mooie kleur, maar de balletjes zijn nog koud vanbinnen. Zo’n teleurstelling verpest je hele dag. De friteuse is duidelijk een betere optie. De korst is vrij dik en heeft een broodsmaak. De balletjes voelen aan als lychees, volgens mij is er panko gebruikt. De smaak van COMTÉ* is in de verte wel detecteerbaar, maar ik proef vooral flauwe bechamelsaus, waarin peper, zout en nootmuskaat ontbreken.
4 WAAR ZIJN DE KRUIDEN?
Omage Croquettes Bio-planet
2,99 euro
voor 250 g of 20 stuks, bij Delhaize
2,59 euro voor 16 stuks, bij Lidl
Bij Bio-planet vind ik vegan ‘Omage’ kroketjes. Ik ben een alleseter, en zeker geen tegenstander van vegan bereidingen. Ik houd van de inventiviteit die ermee gepaard gaat. In dit geval krijg ik vier rechthoekige kroketjes die er voldoende artisanaal uitzien om te geloven dat iemand ze met de hand heeft gevormd. De airfryertest verloopt niet slecht, maar gefrituurd zijn ze beter. De vulling bevat cashewnoten en smaakt zo neutraal dat eigenlijk alleen de consistentie overeenkomt met het concept kaaskroket. Ik proef weinig. In de verte misschien wat karton of houtpulp. Het recept zou baat hebben bij de toevoeging van kruiden en eventueel wat edelgist. 6,95 euro voor 4 stuks van 50 g, bij Bio-planet
5 BITTERE MARSHMALLOWS Kaaskroketten Comté & Parmigiano Reggiano Selection
Nooit zal ik mensen begrijpen die liefdeloos koken en voedsel louter beschouwen als een verzameling stoffen om in leven te blijven. Bij het proeven van deze kaaskroketjes verlies je met de minuut meer levenslust. Ze zijn niet geschikt voor de airfryer, maar op de keper beschouwd eigenlijk ook niet voor de friteuse. De korst is wel dun en krokant, maar de vulling is deprimerend. De textuur van marshmallows, met een bittere nasmaak. Misschien hebben ze een minuutje naast parmezaan en Comté gelegen, maar verder proef ik geen kaas. Dit is fabriekseten waarbij niemand aan de smaak heeft gedacht. Eerlijk? De kaasballetjes van Mora zijn tien keer lekkerder. 2,89 euro voor 250 g of 4 stuks, bij Carrefour
WINDMOLEN
OP JE RUG
De sculpturen van het Londense designduo Isabel Gibson en Helen Chesner zien er niet alleen wonderlijk uit, ze bewegen ook en zijn soms zelfs draagbaar. @isabelandhelen_studio
PLASTIC POËZIE
Aan het strand in Spanje ziet kunstenaar Arsenio Rodriguez de vervuiling van oceanen van dichtbij. De wezens die hij met aangespoelde materialen maakt, zijn magisch, maar wijzen ook op de vernietigende kracht van plastic. @arsenico2000
DE WERELD (HER)SCHEPPEN
De Amerikaanse Genesis Belanger vijlt de scherpe kantjes van het dagelijkse leven met pastelkleurig porselein, metaal of hout. Een handtas, telefoon of ijsje ziet er ongelooflijk egaal uit nadat het door haar handen is gegaan, maar waarschuwt tegelijk voor de verleidelijke consumptiemaatschappij. @genesisbelanger
Eindejaar is gegeven, maar het feest moet je zelf maken. Illustrator Inge Rylant plukt deze week inspiratie bij enkele professionele knutselaars.
POP-UPMUSEUM
Tijdens de vierde editie van kunstbeurs Art Antwerp, vind je 70 galeries onder één dak, waarvan de helft met Belgisch talent. Zo stelt beeldhouwer Florian Tomballe bij Plus One Gallery zijn kubistische beelden uit kunststof voor, en pakt galerie De Zwarte Panter uit met Fred Bervoets, Marc Kennes en Jan Decleir. Art Antwerp, tot 15 december, Antwerp Expo, art-antwerp.com
DUBBELE SCHETS
Twee pagina’s. Dat is de ruimte die elke kunstenaar in het schetsboekenproject van ontwerper Konstantinos Trichas krijgt, alvorens het boekje door te geven aan iemand anders. Al sinds 2012 reizen de tekeningen de wereld rond en spelen illustratoren in op elkaars werk. twopagesproject.com
STEVIGE KNUFFELS
Uit ruwe blokken hout maakt autodidact Nicolas Jullien ontwapenende beelden, die je met een warm gevoel achterlaten. nicolasjullien.com
Gigantische gletsjers die de kustlijn sieren, eindeloze sneeuwvlakten die oplichten in de middernachtzon en stille fjorden waarin het poollicht wordt weerspiegeld – dat is de wilde schoonheid van Spitsbergen. In deze afgelegen archipel, ver boven de poolcirkel, stap je binnen in een wereld die even ruig als adembenemend is, waar natuur en stilte in perfecte harmonie samenkomen.
Een expeditie door tijd en ruimte Spitsbergen is één van de laatste, vrijwel onaangeroerde wildernissen op aarde. Hier reis je door landschappen die doorheen miljoenen jaren zijn gevormd, met spectaculaire fjorden, gletsjers en de diepblauwe zee als constant decor. Tijdens een exploratiereis verken je de kust en het binnenland van dit arctische gebied, langs plekken waar de ijstijd nog aanvoelt als gisteren. Restanten van verlaten jachthutten en oude walvisstations herinneren ons aan tijden van expeditiedrang.
Een schatkamer aan biodiversiteit
Dankzij de strenge beschermingsmaatregelen en de geïsoleerde ligging, biedt Spitsbergen een veilige thuishaven voor een rijke diversiteit aan pooldieren. Dit unieke ecosysteem, waarin ijsschotsen, gletsjers en de zee op elkaar inwerken, ondersteunt een fragiel netwerk van bijzondere soorten. Zo bewegen de iconische ijsberen, de koningen van het noorden, zich door hun bevroren thuis op zoek naar zeehonden, terwijl walrussen, poolvossen en talloze soorten zeevogels deze plek kleuren en bevolken. Spot deze dieren in hun natuurlijke habitat en je ziet meteen waarom Spitsbergen als een van de meest kwetsbare en waardevolle ecosystemen wordt beschouwd.
Het meest noordelijke stadje ter wereld
Hoewel de meeste gebieden rond Spitsbergen volledig onbewoond zijn, is er in Longyearbyen, het meest noordelijke stadje ter wereld, wel leven. De gemeenschap van ongeveer 2.500 inwoners leeft in harmonie met de natuur, ondanks de barre omstandigheden. Hier vertellen bewoners verhalen over het dagelijks leven in een van de meest extreme klimaten
op aarde en delen ze de uitdagingen van klimaatverandering die deze regio onomkeerbaar zal veranderen.
Een exploratiereis voor de bewuste reiziger
Voor wie wil bijdragen aan het behoud van deze regio, biedt een exploratiereis onder begeleiding van ervaren gidsen een duurzame manier om Spitsbergen te ontdekken. Gespecialiseerde reisorganisaties zoals Nordic stellen niet alleen het welzijn van de reiziger voorop, maar dragen ook bij
aan het behoud van de poolgebieden. Samen met wetenschappers en natuurbeschermers maken zij het mogelijk dat reizigers veilig kunnen genieten van deze magische omgeving, zonder het evenwicht van het ecosysteem te verstoren.
Meer informatie over deze ontdekkingsreizen vind je op www.nordic.be
Oplossing Zoeker 07/12
Zoek 10 kruiden
1. kervel, 2. saffraan, 3. dragon, 4. komijn, 5. kurkuma, 6. marjolein, 7. anijs, 8. rozemarijn, 9. basilicum, 10. laurier
De Zoeker van MAT is er puur voor het spelplezier. U hoeft de oplossing dus niet in te zenden.
u eerst het bovenste rooster in. Met behulp van de cijfers kunt u het onderste rooster invullen. Bij juiste invulling ontstaat daar een vraag.
Aan de hand van de opgaven en (vetgedrukte) cryptische omschrijvingen vult u eerst het bovenste rooster in. Met behulp van de cijfers kunt u het onderste rooster invullen. Bij juiste invulling ontstaat daar een vraag.
Aan de hand van de opgaven en (vet gedrukte) cryptische omschrijvingen vult u eerst het rooster bovenaan in. Met behulp van de cijfers kunt u dan het onderste rooster vormen, waarin een vraag geformuleerd is.
Mail het antwoord naar puzzel@standaard.be. Niet vergeten: zet er ook uw thuisadres bij. U maakt kans op het Lannoo-cadeau van de week, Het boek vol plezier .
Winnaars 07/12
Marieke De Bevere, Westende
Edith Waagner, Mechelen
Luc Oscé, Dworp
Pieter-Jan Vandenbossche, Gullegem
Martin Senechal, Zinnik
Oplossing 07/12
In welk land woedde in de jaren 90 een burgeroorlog tussen Hutu's en Tutsi's?
A In welk land woedde in de jaren 90 een burgeroorlog tussen Hutu's en Tutsi's?
B Hoornachtige massa aan het einde van de voet bij bepaalde viervoeters
hoornachtige massa aan het einde van de voet bij bepaalde viervoeters
C Vechtende hond.
Vechtende hond?
D Achternaam van de tweelingbroers Fred en George uit de Harry Potter- reeks.
In welk land woedde in de jaren 90 een burgeroorlog tussen Hutu's en Tutsi's?
Achternaam van de tweelingbroers Fred en George uit de Harry Potterreeks.
E Zeevaarder die in dienst van de VOC probeerde de Noordwestelijke Doorvaart naar het Verre Oosten te ontdekken.
hoornachtige massa aan het einde van de voet bij bepaalde viervoeters
Zeevaarder die in dienst van de VOC probeerde de Noordwestelijke Doorvaart naar het Verre Oosten te ontdekken.
Vechtende hond?
F Het gebied rond mij is in vorm.
Het gebied rond mij is in vorm.
Achternaam van de tweelingbroers Fred en George uit de Harry Potterreeks.
G Papierformaat van 210 bij 297 millimeter.
Papierformaat van 210 bij 297 millimeter.
Zeevaarder die in dienst van de VOC probeerde de Noordwestelijke Doorvaart naar het Verre Oosten te ontdekken.
H Welke Engelse auteur schreef 'Our Man in Havana' en 'The Third Man'?
Het gebied rond mij is in vorm.
Welke Engelse auteur schreef 'Our Man in Havana' en 'The Third Man'?
I Inwoner van Zagreb of Dubrovnik
J Welk dagblad werd in 1912 opgericht door Lenin?
Papierformaat van 210 bij 297 millimeter.
inwoner van Zagreb of Dubrovnik
K Wat is de munteenheid in Algerije en Tunesië?
Welke Engelse auteur schreef 'Our Man in Havana' en 'The Third Man'?
Welk dagblad werd in 1912 opgericht door Lenin?
inwoner van Zagreb of Dubrovnik
Wat is de munteenheid in Algerije en Tunesië?
L Wat was de achternaam van de oprichter van Pacific Aero Products?
Welk dagblad werd in 1912 opgericht door Lenin?
Wat was de achternaam van de oprichter van Pacific Aero Products?
M Blijkt kapitein Nemo achteraf een teken vooraf gegeven te hebben?
Wat is de munteenheid in Algerije en Tunesië?
N Iemand die op de beurs handelt namens een klant.
Blijkt kapitein Nemo achteraf een teken vooraf gegeven te hebben?
Wat was de achternaam van de oprichter van Pacific Aero Products?
Iemand die op de beurs handelt namens een klant.
Blijkt kapitein Nemo achteraf een teken vooraf gegeven te hebben?
Iemand die op de beurs handelt namens een klant.
A. tackle, B. Dvorák, C. Triëst, D. Allende, E. boleet, F. vorst, G. umpire, H. Het Zwin, I. Morse, J. Hessen, K. Siberië, L. vendel, M. cement, N. Cannes
De eindvraag luidde: Welke astronomische telescoop bevindt zich in de ruimte en maakt beelden van verre sterrenstelsels?
Het antwoord: Hubble
COLOFON
Hoofdredacteur De Standaard: Karel Verhoeven. Chef De Standaard Magazine: Dorien Knockaert. Eindredactie: Kaat Schaubroeck, Berten Vanderbruggen. Artdirector: Karolien Bertels. Vormgeving: Debora Lauwers. Cover: Ringo Gomez-Jorge. Columnfoto's: Nicol’ Andrea. Advertentieregie: nationaaladverteren@adsanddata.be. Hoort bij De Standaard en mag niet los verkocht worden.
Nieuwe appartementen te koop in Zeeland met frontaal zicht op de jachthaven
OPENDEURDAG VANDAAG! KOM WATERZANDE ONTDEKKEN
• Appartementen én woningen te koop
• Ideaal als tweede verblijf
• Uitstekende investeringskans
• Rustige ligging aan de Westerschelde
• Duurzaam bouwproces
• Op 10 min. van de bruisende stad Hulst
Schrijf je in via waterzande.com of bel +32 472 89 60 18
Perkpolderhaven 4, 4588 RG Walsoorden, Nederland
Zaterdag 21 december 2024 van 13u tot 17u
Schrijf u nu in op thecommodore.be
INVESTEER IN NIEUWBOUWAPPARTEMENTEN IN EVERE
Meer info?
• groot huurderspotentieel: bedrijven, NAVO, Europese wijk
• zonder zorgen: verhuurdienst gespecialiseerd in verhuur aan expats, het ideale verhuurpubliek
• te Evere, een gegeerde buurt voor een veilige investering
• van studio’s tot prachtige penthouses met zicht op groen
• Immobel: de meest ervaren en grootste beursgenoteerde projectontwikkelaar van België
Surf naar thecommodore.be of bel 02 201 00 01
Skyline Europe is al meer dan 20 jaar marktleider op de verhuurmarkt voor expats.
• Vastgoed voor verhuur aan expats: zeker van een hoge verhuurprijs
• Kredietwaardige, stipte betalers: de werkgever betaalt
• De bouwheer verzorgt na verkoop ook de verhuurservice: kwaliteit staat voorop
• Verhuurservice: u hoeft zelf niets te doen om uw investering te doen renderen
• Toplocatie en toparchitect: uitzicht op een stevige meerwaarde
• Lanceringsvoorwaarden: www.villaverde-brussels.be of bel 02 342 09 09
+32 (0)9 278 10 10 gent@huysewinkel.be Sint-Pietersnieuwstraat 158
TESTED AT +60°C.
LEES MEER OVER ONZE TOEWIJDING AAN KWALITEIT EN INNOVATIE VERDER IN DIT MAGAZINE OF OP MERCEDES-BENZ.BE FOR YOUR QUALITY STANDARDS.
BECAUSE IT’S MERCEDES-BENZ.