6 minute read

Interview Bart Bax

Next Article
Dagboek

Dagboek

BaRt Bax “Het meeste leer je van je eigen fouten.”

Bart Bax heeft een goedlopende dressuurstal, is dressuurruiter, jurylid én een bekend en veelgevraagd instructeur, onder andere aan de instructeursopleiding van aeres mBO Barneveld.

Je zou denken dat Bart Bax vroeger zo’n jochie was dat niets liever wilde dan ‘in de paarden’ werken. hij heeft een goedlopende dressuurstal, is dressuurruiter, jurylid én een bekend en veelgevraagd instructeur, onder andere aan de instructeursopleiding van aeres mBO Barneveld. toch was professioneel ruiter en instructeur worden niet direct zijn droom toen Bart nog een Bartje was.

“Ik zal je de ongecensureerde versie geven”, lacht Bart wanneer we hem vragen of hij als klein jongetje al droomde van het werk dat hij nu doet. “Wij hadden vroeger thuis een boerenbedrijf; wat varkens en akkerbouw. toen ik van school kwam wilde ik het bedrijf in. het eerste jaar hadden we ontzettend veel onkruid. met spuiten kregen we het niet weg en dus zat ik zo’n twee, drie maanden op rij op mijn knieën tussen de boontjes en de worteltjes. In die tijd reed ik al een aantal paarden voor eigenaren en een van die mensen had op een gegeven moment acht of negen paarden die hij bij mij wilde stallen. Omdat ik me steeds serieuzer begon af te vragen of ik wel in de wieg was gelegd als akkerbouwer, besloot ik er wat paardenstallen bij te bouwen. Dat is hoe ik erin ben gerold!”

veelzijdig

zoals bij heel veel topruiters het geval is, begon ook de carrière van Bart bij de pony’s. “Daar werd ook bij mij de basis gelegd”, vertelt Bart. “toen wij vroeger met de pony’s op concours gingen reed je dressuur, achttal en je ging springen. Die veelzijdigheid heb ik lang volgehouden, ook toen ik later bij de paarden ging rijden. maar toen de grote concoursen, waar je kon springen en dressuren zeldzamer werden, werd het steeds moeilijker om dressuur en springen te combineren. toen heb ik besloten om me voor wat het wedstrijdrijden betreft, toe te leggen op dressuur. maar nog steeds pas ik in de training regelmatig wat springwerk toe. er zijn dressuurpaarden die er niks aan vinden om te springen, maar er zijn er ook die de afwisseling leuk vinden. zulke paarden laat ik een keer een huppeltje maken over een kruisje of een hekje. Dan zijn de paarden een keer ergens anders mee bezig. Ik denk echt dat ze daardoor minder kijkerig worden. Onze paarden staan op een stoeterij waar ook gesprongen wordt. Wij rijden regelmatig tussen de hindernissen en daar leren de paarden veel van. In een dressuurpiste staat niks, die ziet er elke dag hetzelfde uit. als een paard aan het werk is in een omgeving waar bijna elke dag wel iets verandert – per slot van rekening worden de hindernissen nogal eens verplaatst – wordt hij daar zekerder van.”

“Als je paarden krijgt aangeboden om te rijden, ga dan niet alleen voor de BeSte of de gemakkelijkste paarden.”

Ziek van

als we hem vragen naar een hoogte- en dieptepunt uit zijn carrière als ruiter, vertelt Bart: “In 2006 mocht ik mijn eerste wereldbekerwedstrijd rijden, met het paard Krawall. Sjef Janssen was toen nog bondscoach en ik reed daar tussen alle grote namen uit de dressuursport. tot ieders verrassing – ook die van mijzelf – won ik de inloopproef. Dat was echt wel een hoogtepunt. een dieptepunt was enkele jaren daarvoor, toen ik het NK mocht rijden. Ik weet niet eens meer zeker of het met Krawall was of met Orion. Wat ik nog wel weet is dat ik de eerste dag een programmafout reed; een fout in mijn proef. Dat was erg vervelend, maar ondanks die fout stond ik bovenaan. Dat duurde tot de tweede dag, toen ik niet één, maar twee fouten maakte. Wég klassering, wég droom om Nederlands kampioen te worden. Ik kon niet omgaan met de druk en daar was ik echt ziek van. Nu weet ik dat je van zulke ervaringen uiteindelijk beter wordt. Dat probeer ik mijn leerlingen ook mee te geven: er is niets waarvan je zo veel leert, als je eigen fouten.”

Hard werken, aanpakken en: eerlijk zijn

In zijn dagelijks werk, met name ook tijdens het lesgeven op het aeres hippisch Centrum, komt Bart heel veel mensen tegen die ervan dromen om, net zoals hij, hun brood te verdienen ‘in de paarden’. Wat is het belangrijkste advies dat hij hen kan geen? “hard werken”, lacht Bart. “anders kom je er sowieso niet. Ik denk ook dat het verstandig is om, als je paarden krijgt aangeboden om te rijden, niet alleen te gaan voor de beste of de gemakkelijkste paarden. Want juist van moeilijke paarden kun je veel leren. Natuurlijk is het wel zaak om te zorgen dat je niet alleen maar moeilijke paarden te rijden krijgt, maar toen ik begon heb ik echt alles aangepakt. Daar heb ik veel van geleerd; daar word je een betere ruiter van. en wat ook belangrijk is: steeds met je klanten, met de eigenaren van paarden die je rijdt in gesprek blijven, contact houden. Ik wil dat ze elke maand of uiterlijk elke zes weken komen kijken. Natuurlijk is de klant koning, maar altijd tot bepaalde hoogte. als je een paard te rijden krijgt, vindt een eigenaar het meestal niet leuk om te horen dat zijn paard geen topper is, of dat hij slechts met veel moeite het hoogste niveau kan halen. Ik vind dat je dan zo eerlijk moet zijn om een eigenaar te adviseren de stap naar het hoogste niveau niet te maken. Voor het welzijn van het paard, maar ook omdat je eerlijk moet zijn. Ook al is dat niet altijd de gemakkelijkste weg.”

Het maken in de paarden

Op de vraag over welke eigenschappen je moet beschikken om het te maken ‘in de paarden’, zegt Bart: “talent is belangrijk, maar nog belangrijker is de wil om te leren. er zijn mensen die ontzettend goed kunnen paardrijden, maar die het niet redden. terwijl collega’s met wat minder talent wel een succesvol paardenbedrijf neerzetten. maar het gaat altijd met vallen en opstaan, je moet tegenslagen kunnen verwerken. Daarnaast is het belangrijk dat je de juiste mensen tegenkomt, noem dat mensenkennis of intuïtie. mensen die je kunnen helpen, die in je geloven, die je instructie geven of die een trouwe klant worden. het is fijn als er iemand op de achtergrond aanwezig is die jou helpt bij het uitstippelen van je pad. Ik heb jonge paardenmensen gezien bij wie het aan het begin van dat pad allemaal prima ging, waarna ze een bocht naar links maakten. en als het dan niet meer ging, zwalkten ze naar rechts. Dat kan betrekking hebben op je manier van rijden, je bedrijfsvoering of je omgang met klanten: zorg dat je een goed plan hebt.”

Het breed houden

een ander advies van Bart: “het breed houden. als ik mijn eigen bedrijf bekijk, ben ik blij dat ik me altijd op meerdere taken heb kunnen richten. Ik vind rijden prachtig, maar ik geef ook graag en veel les. Dat kunnen we combineren met de handel en met wat fokkerij. als er dan een tak van je bedrijf minder goed loopt of wegvalt, kan een ander onderdeel dat opvangen. Soms moet je ook flexibel genoeg zijn om een zijsprong te maken. als bijvoorbeeld jouw toppaard, het dier waarvan je droomde er ooit een Olympische Spelen mee te rijden, geblesseerd raakt, heeft het geen zin om bij de pakken neer te zitten omdat topsport even niet meer haalbaar is. Natuurlijk mag je daar even over treuren, maar daarna is het zaak jezelf bij elkaar te rapen en door te gaan met je bedrijf.”

“Talent is belangrijk, maar nog belangrijker is de wil om te leren.”

This article is from: