5 minute read

werken bij Safaripark Beekse Bergen

Next Article
Mooiste foto

Mooiste foto

“Wij willen het welzijn van onze dieren meten, aantoonbaar maken, en laten zien dat we daarin bij wijze van spreken elk jaar een stapje verder gaan.”

Waar ik als kind van droomde...

Wanneer we hem vragen of hij als klein jongetje al droomde van een baan in een dierentuin schiet Rolf Veenhuizen in de lach. “Een uitje naar de dierentuin was de mooiste dag van het jaar. Ik was altijd in de weer met bakjes en slakken. Toen ik een jaar of zeven was hingen plattegronden van Nederlandse dierentuinen boven mijn bed en op mijn veertiende werkte ik als vrijwilliger in een dierenpark. Waar denk je dat ik als kind van droomde?”

tekst en foto's Janine Verschure

Een jaar of 37 na die bakjes en slakken ontmoeten we Rolf Veenhuizen in Safaripark Beekse Bergen waar hij werkt als hoofd dierverzorging. Rolf vertelt dat het eigenlijk zo’n beetje sinds zijn zesde jaar al duidelijk was dat hij dierverzorging zou gaan studeren, bij Aeres in Barneveld. Toen hij in 1998 stage mocht lopen bij Safaripark Beekse Bergen als roofdierenverzorger kende hij de dierentuinwereld al behoorlijk goed. “Ik had een behoorlijk goed beeld van het werk. Mede ook omdat ik dus al sinds mijn veertiende werkte als weekend- en vakantiehulp bij Dierenpark Wissel in Epe, een park dat helaas niet meer bestaat. In het begin was dat onbetaald werk, ik deed het omdat ik het graag wilde. Of je een dergelijke motivatie nodig hebt om een leuke baan in een dierentuin te krijgen? Ik denk het wel, ja.”

‘Hè BAH, POEP…’

Safaripark Beekse Bergen is een geliefde stageplek; er zijn veel, heel veel mensen die op deze plek willen werken. Als we hem vragen of de gemiddelde stagiair of sollicitant een goed beeld heeft van het werk in een dierenpark, vertelt Rolf dat dat erg afhangt van de opleiding. “Als ze van Aeres Barneveld komen weten ze echt wel in grote lijnen wat het werk inhoudt. Maar het gebeurt soms ook dat we mensen op gesprek krijgen die een veel te romantisch beeld hebben van het werk, of die een stageplek zoeken omdat het ‘moet’. ‘Moet ik ook in de weekenden werken?’ ‘Ik kan niet tegen stof’ of ‘Hè bah, poep…’ Als je bang bent voor vieze handen dan ben je hier echt niet op je plek, als je niet de drive hebt om hard te werken ook niet. Maar ook niet als je met dieren wilt werken omdat je mensen niet leuk vindt. Je hebt tijdens je werk namelijk met collega’s te maken, én met bezoekers. Je moet kunnen samenwerken, een bijdrage kunnen leveren aan een fjne werksfeer, maar ook mondig zijn, bezoekers te woord staan. Kijk, het is heus niet zo dat iedereen die hier werkt graag een voerpraatje houdt. Maar wat wij graag willen is een team waarin verschillende kwaliteiten vertegenwoordigd zijn en medewerkers elkaar aanvullen. Wij werken met 45 dierverzorgers en het liefst wil je dat je team bestaat uit een aantal mondige mensen, maar ook uit medewerkers die fysiek sterk zijn, oudere mensen met rust en ervaring, aangevuld met jongeren met frisse ideeën. Een gemêleerd team, bestaande uit mensen die van zowel mensen, als van dieren houden.”

vAn DIEREn HOuDEn

Rolf vertelt dat een dierverzorger dieren niet alleen leuk moet vinden, hij moet ze ook echt kennen. “Je moet dieren kunnen lezen, er feeling mee hebben. Dat leer je tijdens stages en je werk; sommige dingen kun je nu eenmaal niet in boeken zetten. Als jij een vogeltje wat bol op zijn stok ziet zitten, of die ene hyena die gisteren als eerste ging eten en nu wat op de achtergrond blijft, een giraffe die ‘anders’ uit haar ogen kijkt of een zebra die vandaag andere mest heeft. Dat zie je door goed te observeren tijdens de verzorging en het schoonmaken, maar het is ook een kwestie van gevoel. Dat gevoel moet in de basis aanwezig zijn. Echt naar dieren kijken, dat kun je alleen als je van dieren houdt.”

wELzIjn

Enkele tientallen jaren geleden werd er, ook in dierentuinen, heel anders gedacht over welzijn van dieren dan vandaag de dag. Rolf: “De lat ligt nu veel hoger en dat is een goede zaak. Vroeger dachten mensen: als een dier eet en zich voortplant dan zal het wel goed zijn, maar zo zit dat natuurlijk niet. Wij zijn hier bezig met de vraag of onze dieren ‘gelukkig’ zijn, hoe we ze een zo mooi mogelijk leven kunnen bieden. Wij willen het welzijn van onze dieren meten, aantoonbaar maken, en laten zien dat we daarin bij wijze van spreken elk jaar een stapje verder gaan. Twintig jaar geleden kregen giraffen paardenbrokken, nu is er speciale voeding voor praktisch elke diersoort. We zijn bezig met verrijking en beweging, trainen de dieren zodat we ze kunnen verzorgen of behandelen zonder dat dat veel stress oplevert. Een olifant bijvoorbeeld: die wil je vanwege de grote risico’s niet even plat leggen om zijn voeten te verzorgen. Tegenwoordig leren we hem – door middel van beloning – om zijn voet op te tillen en door het hek te steken. Dat heeft allemaal met welzijn te maken en dat vinden we ontzettend belangrijk.”

“Echt naar dieren kijken, dat kun je alleen als je van dieren houdt.”

vEILIgHEID

Rolf: “Als verzorger in een dierenpark ben je constant bezig met veiligheid. Hier mag je niet denken dat je een verblijf hebt afgesloten, je moet het zeker weten. Je moet scherp zijn, kunnen improviseren, de dieren kennen, hun gedrag kunnen lezen. Wij hebben in principe geen direct contact met de dieren, werken bij de meeste diersoorten met de zogenaamde ‘hands off’ methode die ik al omschreef toen we het hadden over de voetverzorging bij olifanten, en ook tijdens het schoonmaken op de vlaktes moet je constant alert zijn. Ik zeg altijd: ‘Je dagrapport mag je rommelig invullen, maar op de werkvloer ben je gedisciplineerd.’ Weet je wat het is: als de geiten in de kinderboerderij ontsnappen dan is dat vervelend, maar best grappig. Wanneer dat met tijgers zou gebeuren is er niks grappigs meer aan.” ♦

Hoofd dierverzorging Rolf Veenhuizen

This article is from: