5 minute read

Beter leven keurmerk

Sterrenparade

Jan Overeem is docent veehouderij en beheert het Poultry Innovation Lab (pluimveestal) bij MBO Aeres in Barneveld. Hij kan ons alles vertellen over het Beter Leven Keurmerk in de verschillende gradaties.

tekst en foto's Gemma Jansen

‘In het verleden produceerde een boer rechtstreeks voor de consumenten in de regio’, vertelt Jan. ‘Toen kwam er een tijd dat massaproductie werd gevraagd en gestimuleerd, waarbij vervolgens de producten over de hele wereld werden verkocht. Nederland bedrijft de meest effciënte veehouderij ter wereld, dus met de minste input wordt hier de meeste output behaald. We bevinden ons op een tweespalt momenteel; hoge effciency is beter voor het milieu. Maar hoe zit het dan met dierenwelzijn? Neem het snelgroeiende vleeskuiken als voorbeeld, met zijn snelle groei en bijbehorend hoge rendement, dat daardoor minder goed kon lopen. Hiertegen ontstond een door dierenwelzijnsorganisaties aangewakkerde discussie en het snelgroeiende vleeskuiken werd in de winkels vervangen door een duurzamere kip. Nederland was ook een van de eerste landen met een kooiverbod voor leghennen. De rest van Europa volgde. Scharrelkippen deden hun intrede en er kwamen nog meer eisen voor dierenwelzijn, vertaald in de verschillende Keurmerken.’

uIT DE AnOnIMITEIT

Voor zowel de pluimvee, als voor het melkvee en de varkens zijn keurmerken van belang. Jan: ‘Zonder keurmerk produceer je als boer als het ware in de anonimiteit. Werken met een keurmerk betekent dat een product boven de massa wordt uitgetild en een meerwaarde heeft. In Nederland moeten ook zonder keurmerk alle Nederlandse producten voldoen aan de eisen van de wet, maar daarnaast stellen de meeste keurmerken bovenwettelijke eisen aan het houden van dieren. In mijn optiek haalt een keurmerk het beste uit een boer, omdat hij meer wordt gedwongen na te denken over het welzijn van zijn dieren en over een gezonde aarde. Ik heb gemerkt dat vooruitstrevende boeren sneller overgaan tot een keurmerk; jezelf profleren als ondernemer met een keurmerk wordt steeds belangrijker.’

“Zonder keurmerk produceer je als boer als het ware in de anonimiteit. Werken met een keurmerk betekent dat een product boven de massa wordt uitgetild en een meerwaarde heeft.”

HOE MEER STERREn, HOE DIERvRIEnDELIjkER

Omdat je veel producten in de supermarkt koopt en niet rechtstreeks bij de boer, is zelf informatie inwinnen over dierenwelzijn lang niet altijd mogelijk. Het Beter Leven keurmerk helpt je daarmee, door inzichtelijk te maken hoe goed er voor het dier achter je product is gezorgd. Zo weet je waarvoor je kiest. En, hoe meer sterren, hoe diervriendelijker de productie. Het Beter Leven Keurmerk is een initiatief van de Dierenbescherming. Samen met de verschillende sectoren hebben zij het Beter Leven Keurmerk ontwikkeld en voorwaarden hiervoor opgesteld. Daarna is het keurmerk toegespitst per sector. Doel is dat we voor de dieren een omgeving creëren waarin ze weer meer hun natuurlijk gedrag kunnen laten zien.

STERREn

Beter Leven Keurmerk is er in de gradaties 1*, 2* en 3*. In de praktijk van de pluimveehouderij betekent het bijvoorbeeld dat er per vierkante meter een bepaald aantal dieren gehouden mag worden; een lager aantal dan in de gangbare pluimveehouderij. Jan vertelt dat er gewerkt wordt met een bedrijfsgezondheidsplan. “Strooisel in het kippenverblijf bestaat uit materiaal met een losse structuur waardoor legkippen kunnen bodempikken, scharrelen en stofbaden, dus kunnen voldoen aan hun natuurlijke behoeften. Om die reden wordt ook elke dag minimaal twee gram graan/voer per leghen als verrijkingsmateriaal gestrooid. Alle eisen zijn in te zien op de website van de Dierenbescherming. Vanaf 1 januari 2023 hebben de grote supermarkten met de verschillende dierenwelzijns- en milieuorganisaties afgesproken, dat zij alleen nog maar vlees inkopen met minimaal de kwalifcatie 1* Beter Leven. Als boer wil je in ieder geval het beste doen voor je dieren, maar je wilt daarvoor ook betaald krijgen. Het is immers een economische activiteit. Er is altijd een discrepantie bij het Beter Leven Keurmerk: minder dieren in de stal betekent normaliter minder

geld, dit moet wel gecompenseerd worden door een meerwaarde in de prijs van het product.”

CALAMITEITEn

Steeds meer bedrijven stappen momenteel over naar een Beter Leven 1*-keurmerk. Die stap is minder groot dan van 1* naar 2*. Jan: ‘In het laatste geval worden er nog zwaardere eisen gesteld aan de beschikbare ruimte en is er in de stal nog meer verrijkings- of afeidingsmateriaal voor de dieren aanwezig. Bij het Beter Leven Keurmerk 3* moeten de dieren ook buiten lopen. In het geval van pluimvee worden momenteel de regels van het Beter Leven Keurmerk overruled door de wettelijke regels aangaande de al sinds maart heersende vogelgriep. Hierdoor moeten alle kippen momenteel in hun stal blijven. Daardoor voldoen de eieren van het Beter Leven 2* en 3* niet aan de eisen en verliezen dan ook in de handel hun meerwaarde. Dat betekent dat je er als boer minder voor krijgt betaald, terwijl je wel in het Beter Leven Keurmerk hebt geïnvesteerd en je je houdt aan de regels. Voor wat betreft biologische eieren is geregeld dat ondanks calamiteiten als vogelgriep de prijs voor de eieren gegarandeerd wordt. Hiermee is momenteel weer iets anders aan de gang; de economie komt knarsend tot stilstand, het leven wordt voor iedereen duurder en dat zie je vrijwel meteen terug in de afzet van biologische eieren en vlees.’

OnAFHAnkELIjk

De eisen voor wat betreft het Beter Leven Keurmerk zijn gebaseerd op welzijnsproeven. Jan: “daarin wordt het gedrag van de kippen nauwlettend geobserveerd. Meer aanbod van afeiding, bijvoorbeeld in de vorm van graankorrels, zorgt er bijvoorbeeld voor dat kippen drukker en een groter gedeelte van de dag in de weer zijn. Dit soort waarnemingen is vertaald in regelgeving voor het Beter Leven Keurmerk. Als een boer een contract tekent om Beter Leven-eieren te produceren moet-ie zich aan de regels houden. Jaarlijks vindt een controle van de IKB plaats, dit staat voor Integrale Ketenbeheersing. Hierin moet bijvoorbeeld een pluimveehouder facturen kunnen laten zien van aangekocht graan en ander strooisel. Deze grote controle wordt van tevoren gemeld, daarnaast vinden steekproefsgewijs controles plaats. Er is gekozen voor een onafhankelijke controlerende organisatie, waarmee de sector wil laten zien open en transparant te zijn.”

kEuzE

Jan: “Het is voor een gezonde toekomst heel belangrijk om een balans te vinden tussen effciënt en voor iedereen betaalbaar voedsel of te produceren met de kringloopgedachte: goed voor mens, milieu en dier. Door een keuze te bieden en dit te vertalen in een keurmerk, kunnen consumenten zelf bepalen wat zij willen. Zij kunnen kiezen voor een keurmerk dat past bij hun beleving over hoe voedsel geproduceerd moet worden. Mensen die het zich kunnen veroorloven kiezen voor duurder voedsel met een keurmerk. Mensen met een lager besteedbaar inkomen zullen eerder kiezen voor gangbaar geproduceerd voedsel. Iedereen moet tenslotte kunnen eten.” ♦

This article is from: