3 minute read
De passie van
DE PASSIE VAN ArIENA VOgEl
“Het is nogal wat; dat je met een achternaam als de mijne, katten fokt”, lacht Ariena Vogel. “Vaak begin ik mijn lessen op school met deze mededeling, dat breekt het ijs.” Ariena geeft praktijklessen in de dierenspeciaalzaak op onze school, ze verzorgt lessen over katten én ze fokt Maine Coons.
“Katten fokken is mijn passie”, vertelt Ariena. “Het is een prachtige hobby. Ik fok twee of drie nesten per jaar. Ik heb momenteel drie poezen en een kater, allemaal Maine Coons. Ik vind alle katten geweldige dieren, maar de Maine Coon heeft toch wel mijn hart gestolen.”
DIEREnSPECIAALzAAk
Ariena werkt al sinds 1999 bij ons opleidingsinstituut. “Het werken in een dierenspeciaalzaak houdt veel meer in dan verkopen. Wij vinden het belangrijk dat onze studenten de vaardigheid aanleren om klanten op een vriendelijke, deskundige manier te ontvangen en te woord te staan. Gastheerschap noemen we dat; ook wel bekend als hospitality. Met de ontwikkeling van deze zogenaamde softskills zijn wij hier op school in de dierenspeciaalzaak eigenlijk al jaren bezig. Klantcontact, klachtenbehandeling, maar ook hoe je een verkoop tot stand brengt, dat zijn belangrijke zaken die de studenten hier leren.”
vERkOCHT
Naast in de dierenspeciaalzaak geeft Ariena ook lessen op het gebied van voeding en gedrag van katten, zowel bij Aeres MBO Barneveld als Aeres Training Centre Barneveld. Je begrijpt dat dat nogal wat raakvlakken heeft met haar hobby. “Mijn man Jan – die trouwens werkt bij het Aeres Training Centre Barneveld en Aeres Training Centre International – en ik begonnen een jaar of dertig geleden met een rasloos katje van de boerderij. Ik was het van huis uit niet gewend om huisdieren te hebben en ik werd direct verliefd op de kat. We wilden graag gaan fokken, daarom maakten we de keuze voor een raskat. Toen ik eenmaal een Maine Coon had gezien, kon er voor mij geen twijfel meer over bestaan welk ras dat dan zou moeten worden. Het zal rond 2000 zijn geweest dat wij onze eerste Maine Coon kregen, en toen was ik verkocht.” Ariena vertelt dat ze de passie van het kattenfokken deelt met haar echtgenoot. “Jan vindt het geweldig om de genetica van de ouderdieren uit te pluizen, we doen het echt samen. We gaan naar kattenshows en hebben als fokdoel om zo dicht mogelijk bij de rasstandaard van de Maine Coon te blijven. De Maine Coon is een natuurras, ik vind dat dat moet blijven zoals het oorspronkelijk was. Het lastige is vaak dat elke fokker met zijn eigen ogen naar ‘zijn’ ras kijkt. Vaak laten fokkers zich leiden door commentaar dat ze op shows krijgen. Stel dat een keurmeester zegt dat een bepaalde Maine Coon grotere oren moet hebben, moet je je afvragen: wat is dan groot? Als je niet uitkijkt gaan fokkers zich richten op de fokkerij van katten met vleermuisoren. Dat geldt ook voor het formaat van de Maine Coon. Er zijn mensen die vinden ‘hoe groter, hoe beter’, maar daar ben ik het niet mee eens. Die zogenaamde XXL-katten hebben vaak nogal wat problemen met hun gezondheid. Ik vind dat je als fokker de gezondheid van je dieren en hun nakomelingen op de eerste plaats moet zetten.”
ALS jE HET DOET, DAn MOET jE ‘T gOED DOEn
Met het oog op haar cattery haalde Ariena ook zelf haar vakbekwaamheidsdiploma ‘Houder van honden en katten’. Dat heb je nodig als je bedrijfsmatig honden of katten fokt, en dat doe je al als je meer dan twintig dieren per jaar fokt. Ariena: “In mijn cattery kom ik daar niet aan, maar in principe kun je al als bedrijfsmatig fokker beoordeeld worden wanneer je kittens verkoopt aan mensen die niet tot je familie of vriendenkring behoren. Sowieso denk ik dat het een goede zaak is om als fokker goed opgeleid te zijn. Als je het doet, dan moet je het goed doen. Een ander voordeel van deze opleiding is dat ik me daardoor nóg beter kan inleven in onze cursisten. Ik kan echt tegen iedereen zeggen: Ik heb de meest fantastische baan van de wereld. Ik heb van mijn werk mijn hobby gemaakt, en andersom.” ♦
