Bol & Teelt november - Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Page 1

Bol& Teelt Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN Expertisecentrum Bloembollenteelt gaat verder Lelies telen in het mooie Twente Markhorst Bloembollen Het maken van goed substraat! Het vak dat Van Egmond Potgrond verstaat

Verduurzamen waar het kan

Opnieuw ligt een Bol&Teelt vol nieuws, duiding en achtergrond voor u. Duidelijk mag zijn dat onze sector letterlijk ‘bol’ staat van de ontwikkelingen.

Interessant is het verhaal van Marcel Markhorst, lelieteler en bestuurslid van de KAVB die vertelt over de uitdagingen waar hij met zijn bedrijf tegenaan loopt. Met name op het terrein van onkruid- en aaltjesbestrijding. Minstens zo interessant is het interview met Wim Balder over samen werken in de Coöperatie. Naar mijn mening kan het aanstekelijke out of the box denken van Wim anderen inspireren.

De praktijk is voor ons leidend. De redactie ging daarom opnieuw op pad, deze keer met de adviseurs Dennis van der Schans en Henri Daling om de lelieteelt in Drenthe te bekijken. En omdat de amaryllisteelt mag rekenen op een groeiende belangstelling, besteden we in dit nummer speciale aandacht aan deze ‘kleine’ teelt. Dat de potgrond de afgelopen tijd duurder is geworden, dat merken kwekers. In dit nummer vertelt Van Egmond Potgrond over de oorzaken en hoe zij hierop inspelen.

Het woord duurzaamheid komt ook in dit nummer veelvuldig naar voren. Met elkaar kijken we naar wat mogelijk is, maar ook wat op dit moment nog niet mogelijk is. We moeten daar alert op zijn. Zeker is dat we dat we met het Expertisecentrum Bloembollenteelt inzetten op nieuwe mogelijkheden en kansen. U kunt lezen dat we flink uitbreiden met onze onderzoekscapaciteit. En dat is goed nieuws voor iedereen.

Voorwoord
Colofon: Bol&Teelt is een uitgave van Agrifirm-GMN Redactie Frank van den Hoek en Eline Klaver, Agrifirm-GMN Tekstbijdragen Dennis Meijaard, Dennis van der Schans, Henri Daling, Marcel Markhorst, Gerbrant Schilder, Mitch Schoorl, Wim Balder, Jonne van der Hulst, John Vriend, Thijs Wester, Peter Klaver, Jan Koopman, Henry Withaar, Luc van Gent Interviews en tekstredactie Douwe Soepboer, Reach Brand Storytellers Ontwerp en opmaak Robert Luttikholt, Reach Brand Storytellers Fotografie Marcel Witte, Eline Klaver, Rick Meinen Studio Drukwerk Damen Drukkers. Inhoud Lelies telen in het mooie Twente Op pad met Henri en Dennis Bij Expertisecentrum Bloembollenteelt gaan we verder 4 8 12 16 06 Samen in de coöperatie Out of the box in een uitdagende markt 07 Op weg naar een gezonde en duurzame bollenteelt Een fabrikant aan het woord 10 Teelt in beeld Amaryllis: een teelt met perspectief 11 Productontwikkelingen 14 Techniek en toekomst Is loofdoding met elektriciteit realistisch voor in de bloembollenteelt? 15 Productontwikkelingen 18 Een team van specialisten Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt 19 Agenda bijeenkomsten 3 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN Een goed substraat maken is een vak

Lelies telen in het mooie Twente

Brucht is een klein dorp onder de rook van Hardenberg (Twente). In de regio floreert de lelieteelt. Marcel Markhorst ‘rolde’ in 1999 in de contracteelt. Nu, 23 jaar later teelt zijn bedrijf zo’n 80 ha lelies. Een kleine helft op contract. Het andere deel verwerkt Markhorst in eigen beheer.

DDat Marcel bloembollenteler zou worden, was zeker geen een-tweetje. “Mijn vader had een machinefabriek en mijn moeder had een klein bedrijf met fokvarkens. Maar mijn interesse lag meer bij de plantaardige kant. Al tijdens mijn schoolperiode startten we met akkerbouw. Als akkerbouwer begon ik met het telen van aardappelen, kruiden en vollegrondsgroente. In 1999 ben ik met de lelie contractteelt begonnen. Dat lag me. Ik kon er veel instoppen maar kreeg er ook veel voor terug. Mijn contractgever was altijd heel open. Zijn klanten bezochten regelmatig ons bedrijf. Dat bleek later een groot voordeel. Want in 2009 ging mijn contractgever failliet. ‘’Hoe nu verder’, was de vraag die ik mezelf stelde. Dat ik veel afnemers kende, bleek toen een voordeel. Ook kon ik een aantal cultivars overnemen en starten met een eigen kraam.”

Gestage maar continue groei

Door de jaren neemt het areaal toe, tot de huidige 80 ha nu, maar door de groei kwam het bedrijf steeds meer klem qua ruimte. Marcel: “Rondom de eigen locatie uitbreiden was lastig. In 2014 kon ik een bedrijf van een collega teler overnemen. Daardoor hebben we nu twee locaties. ‘Thuis’ verwerken we het plantgoed. Daar zijn we een groot deel van het jaar mee bezig. Op onze tweede locatie aan de andere kant van het dorp wordt het geoogste product verwerkt. Eigenlijk is die situatie ideaal. Maar als ik eerder grond rondom mijn thuiskavel had kunnen bijkopen, dan had ik die keuze nooit gemaakt.”

Grond, rotatie en aaltjes Grond is schaars en lijkt door allerlei maatregelen alleen maar schaarser te worden. Hoe gaat Markhorst Bloembol-

len daarmee om? Marcel: “We telen 1 op 6 lelies om problemen met Fusarium en vrijlevende aaltjes zo veel mogelijk te voorkomen. Om dat mogelijk te maken is het nodig dat we veel grond ruilen en huren. Ook kiezen we ervoor om zelf diverse andere gewassen te telen. Dat geeft ruimte. De graanteelt biedt ons bijvoorbeeld prima mogelijkheden om daarna Tagetes (Afrikaantjes) te telen. Feitelijk is dat de enige teelt/groenbemester die we hier effectief in kunnen zetten tegen vrijlevende aaltjes. Dit jaar heb ik er zo’n 20 hectare kunnen zaaien. Verder zijn wij natuurlijk altijd op zoek naar geschikte grond.

Ik voorzie dat grond nog schaarser gaat worden, mogelijk ook omdat melkveehouders door het beperken van derogatie zelf meer grond willen aanhouden.”

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 4 Klant aan het woord
Markhorst Bloembollen

Markhorst bloembollen

Teelt: lelies met daarbij granen, gras, maïs, kruiden en pioenen Hoofdgewas lelies: deels contract en deels kraam in eigen beheer.

Ik kreeg de ruimte om ‘te spelen’

KAVB-bestuurslid

Als bestuurslid bij de KAVB draagt Marcel zijn steentje aan de bollenteelt bij. “Ik vind het belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over nieuwe ontwikkelingen. Dat is niet altijd leuk. Ik zie hierdoor vaak ook scherper de bedreigingen waarmee we als sector te maken hebben. Maar het biedt me wel de kans daarop in te spelen. Het bestuurschap kost me veel tijd, maar het levert me ook veel op. Het helpt me om in te spelen op de toekomst.”

Handmatige onkruidbestrijding

Marcel teelt inmiddels 23 jaar lelies. Hij stelt vast dat de markt voortdurend verandert en het aantal boeren vermindert. “Als lelieteler heb je daarbij steeds minder effectief ‘gereedschap’ voor een gezonde economische teelt. De meeste zorgen maak ik mij over de onkruidbestrij-

ding. Hoeveel tijd we nu al kwijt zijn aan handmatig wieden. Dat is bijna niet vol te houden. Maar je kunt je niet permitteren om percelen te laten vervuilen. Je gewas wordt dan door een langere bladnatperiode gevoeliger voor vuur, maar ook voor luizen en virusoverdracht. En natuurlijk gaat onkruid ten koste van opbrengst.”

Nieuwe inzichten met Totaal Gewasaanpak

Marcel volgt nieuwe ontwikkelingen op de voet. Markhorst Bloembollen neemt mede daarom ook deel aan de Totaal Gewasaanpak van Agrifirm-GMN. Op een van de leliepercelen worden voortdurend metingen uitgevoerd. Al deze data worden verzameld en vergeleken zodat we straks meer datagestuurd kunnen telen. Marcel: “Om heel eerlijk te zijn: voor mij is de Totaal Gewasaanpak nog redelijk

abstract. Maar ik verwacht dat het onze teelt belangrijke nieuwe inzichten gaat opleveren.”

“Wat ik zeker belangrijk vind, is dat we blijven investeren. Ikzelf heb bijvoorbeeld dit jaar een perceel behandeld met een biologisch middel tegen vrijlevende aaltjes. Het is hartstikke duur, maar ik wil ervan leren. Dat leren kan ik niet alleen. Ik heb een spiegel nodig voor mijn eigen handelen. Dat is de belangrijkste reden dat ik klant ben bij Agrifirm-GMN. Natuurlijk ben ik ook kritisch op de prijs van producten. Maar uiteindelijk geven kennis en advies voor mij de doorslag. Altijd.”

5
Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Out of the box in een uitdagende markt

Binnen de ledenraad van Agrifirm zijn de diverse sectoren vertegenwoordigd. Tulpenbroeier Wim Balder zit in de ledenraad namens de sector bloembollen. Hij vertelt over zijn drijfveren en over lastige marktomstandigheden die hij ook zelf ondervindt.

WWim Balder (64 jaar), steekt van wal met een aantal ingrijpende besluiten die hij nam. “Voorheen kweekte ik 20 hectare tulpen met daarnaast broeierij. Ik werd steeds ongelukkiger door de druk van buitenaf. Ook het werken met buitenlandse krachten lag mij niet. Daarom heb ik acht jaar geleden mijn kraam verkocht. Wel ging ik verder met de broeierij. Zo kon ik met een kleine club vaste mensen werken. Ik voelde me daar beter bij. Dit jaar heb ik opnieuw een belangrijk besluit genomen. Ik stop een jaar met broeien in verband met hoge kosten voor gas, potgrond en arbeid. De risico’s worden mij te groot. Ik kijk het daarom een jaar aan. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ik een fout besluit neem. Want dat zou betekenen dat mijn collega’s, ondanks de uitdagende omstandigheden, wel een goed belegde boterham weten te verdienen.”

Van elkaar leren Wim Balder zit nu ongeveer vier jaar in de ledenraad. Wat zijn je ervaringen? “In de eerste plaats merk ik dat er in de

ledenraad heel goed wordt geluisterd naar wat leden vinden. Dit in tegenstelling tot wat ik binnen andere ledenraden heb ervaren. Agrifirm is echt een cöoperatie die haar leden serieus neemt. Zelf vind ik het belangrijk om van anderen te leren en ervaringen uit te wisselen. Met elkaar lukt het beter om tot oplossingen te komen. Dan overvalt mij bijvoorbeeld ineens de gedachte dat stikstof als kunstmest razend duur is. Terwijl er zo veel

Bloembollen onder vergrootglas

overschotten van zijn. We hebben elkaar, maar zeker ook de wetenschap nodig om oplossingen te vinden. Dat is ook vaak mijn motto: blijf optimistisch en blijf denken in mogelijkheden.”

Over wat andere sectoren van de bloembollensector kunnen leren, heeft Wim ook zijn gedachten. “De gewasbescherming in de bloembollenteelt ligt onder een enorm vergrootglas. We zijn altijd een innovatieve sector geweest. Dat zie je nu ook. We werken hard om de teelt duurzamer te maken. Ik ben van mening dat we daarbij geen concessies moeten doen aan kwaliteit, zeker niet op het terrein van Fusarium en virus. Ikzelf ben aangesloten bij Ecotulips. Dat is een club van telers onder regie van Wageningen University & Research (WUR) die zich inzet om een multiresistente tulp te ontwikkelen tegen zuur (Fusarium), virus (TBV) en Botrytis. Dat ben ik blijven doen, ook na het stoppen van mijn kwekerij.” Waarop hij vervolgt. “Wat ik hiermee wil zeggen, is dat we met elkaar moeten blijven zoeken naar oplossingen. Out of the box denken en met gedurfde nieuwe ideeën komen, dat helpt niet alleen de bloembollensector verder. Ook andere sectoren in de landbouw kunnen we met onze innovaties inspireren.”

Samen in de coöperatie Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 6
Blijf optimistisch en blijf denken in mogelijkheden

Op weg naar een gezonde en duurzame bollenteelt

De bloembollensector is relatief klein. Europees en ook in Nederland. Maar het economisch belang van de sector is groot. Willen we dat behouden, dan moeten we blijven samenwerken. Agrifirm-GMN zoekt die samenwerking. Een belangrijke partner is fabrikant BASF. We spreken af met Jan Koopman.

Jan Koopman (1965) werkt vrijwel zijn hele werkzame leven al in de bollenteelt. Sinds vijf jaar is hij technisch productadviseur en cropmanager bloembollen. In die functie heeft hij veel contact met de adviseurs van Agrifirm-GMN. Jan Koopman: “Voor mijn werk ben ik geregeld te vinden op het Expertisecentrum Bloembollenteelt in Breezand. BASF maakt hier dankbaar gebruik van de onderzoeksfaciliteiten en -expertise. Mijn collega Kurt van der Plas is verantwoordelijk voor de proeven. Ik vind de samenwerking met Agrifirm-GMN ideaal. We bundelen zo direct onze kennis. Heel belangrijk vind ik. In de bloembollensector heb je elkaar nodig.”

Eigen proeven

In Breezand heeft BASF dus eigen proeven. Jan vertelt graag meer over hoe dat is ontstaan. “BASF is van oudsher sterk aanwezig in de bloembollensector. Met herbiciden, fungiciden en insecticiden. Willen we die positie behouden met nieuwe toelatingen, dan moeten we daarin investeren, temeer

men in proefopzetten van Agrifirm-GMN. We zien daaruit mooie resultaten naar voren komen, vaak gecombineerd met middelen van onze collega-producenten. Want ook dat is samenwerken.”

Meer groene middelen

Jan vervolgt: “Vroeger had BASF de slogan The chemical company. Tegenwoordig is dat We create chemistry wat veel meer aansluit op het maken van verbindingen. De verbinding tussen producenten, adviseurs, telers en de samenleving richt zich tegenwoordig meer en meer op vergroening en verduurzaming. Ik ben trots op onze nieuwe groene middelen waaronder Toreda®, maar ook een binnenkort te verwachten nieuw groen middel tegen vuur met interessante nevenwerkingen. Vooralsnog met een KUG-toelating waardoor het nog niet in lelie en tulp kan worden ingezet. Maar ook chemisch blijven we ontwikkelen met inachtneming van de hoge eisen voor toelatingen. Begin 2023 kunnen we (hoogstwaarschijnlijk) een nieuw middel tegen vuur introduceren. Echt een aanwinst voor de bloembollenteler.”

Fabrikant aan het woord
7 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
Jan Koopman verzorgt een presentatie voor klanten van Agrifirm-GMN tijdens de Expertisedag in Breezand.

Op pad met Henri Daling en Dennis van der Schans Jongens van de praktijk

In het noorden van Drenthe, in Vledder ligt een van de proefvelden van Agrifirm-GMN. Terwijl de mist nog over het land hangt, doen adviseurs Henri Daling en Dennis van der Schans hun ronde op dit Drentse proefveld. Ze vertellen: “Het zijn vooral de proeven in de praktijk, die ons helpen om klanten goed te adviseren.”

Onkruidbeheersing

Henri en Dennis zijn samen werkzaam in Oost-Nederland,. “De klanten die wij adviseren zijn hoofdzakelijk actief in de lelie- en tulpenteelt”, vertelt Henri. “Maar de laatste jaren zien we vooral ook een sterke toename in het areaal pioenen. Verder ondersteunen we in kleinere teelten als krokus, gladiool en narcis.”

Een van de grotere uitdagingen in de bloembollenteelt is volgens de mannen de onkruidbeheersing. “Afgelopen tijd zijn er behoorlijk wat middelen weggevallen,

zoals Asulam®, Pyramin® en Chloor IPC”, legt Dennis uit. “Hier in het oosten is het organische stof gehalte in de bodem meestal een stuk hoger dan in het westen van Nederland. Dat zorgt er voor dat de gewassen het hier goed doen. Maar de andere kant van de medaille is dat we met een hoge onkruiddruk te maken hebben. Hier op het proefveld in Vledder testen we met het Expertisecentrum Bloembollenteelt diverse middelen om kennis op te doen die we straks kunnen inzetten. We testen middelen die wachten op een toelating, maar ook middelen die in andere

teelten worden toegepast en waarvan de verwachting is dat die van waarde kunnen zijn in de bloembollenteelt. Deze onderzoeken leveren veel nieuwe inzichten op.”

Waarnemen en samenwerken

Ondanks de afstand is er volgens Henri veel samenwerking met collega’s en telers uit het westen. “Natuurlijk zijn er verschillen tussen deze gebieden. Maar juist door kennis te delen en ervaringen uit te wisselen kunnen we klanten nog beter adviseren is mijn overtuiging.”

Aan het begin van het seizoen starten de

8 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN Op pad met

mannen met preventieve schema’s die waar nodig worden aangepast aan de actuele situatie. Dennis daarover “Ik loop in het teeltseizoen door de bollenpercelen met aandacht voor de groei, ziekte- en onkruiddruk en voeding. Op basis van de waarnemingen die ik dan doe, passen we waar nodig, en natuurlijk in overleg met de klant, schema’s aan en informeer ik collega’s.”

Passie voor teelt en mechanisatie

“We zijn het vak eigenlijk ingerold”, vertelt Henri. “Allebei komen we vanuit de praktijk. We hebben gewerkt voor bloembollentelers en loonbedrijven. Die kennis en ervaring, daarvan maken we nu ook nog gebruik bij onze klanten. De passie voor teelt en techniek zit er gewoon ingebakken. We hebben allebei onze eigen klanten, we vullen elkaar goed

aan en weten wat we aan elkaar hebben. Ik ben een echte teeltman en Henri houdt zich meer bezig met acquisitie.” Henri vervolgt: “Bedrijven worden steeds groter en complexer, dit maakt het werk uitdagend en leuk. Aan het einde van het jaar kijken we samen terug. En als je dan ziet welke resultaten we hebben behaald, dan is dat best wel tof.”

Grenzen aan verduurzamen

Een half uurtje van het proefveld in Vledder ligt in Westerveld een van de proefvelden uit het project Duurzame Bloembollenteelt Drenthe. Agrifirm-GMN is een van de deelnemende partijen. Dennis: “Op dit proefveld is in lelies een vuurproef door ons uitgevoerd. We hebben daarbij gekeken hoe we met zo min mogelijk milieubelastingpunten ziekte en onkruid onder controle kunnen houden.

Het linkerdeel van het perceel is met een standaardschema gespoten. Rechts is ingezet met een alternatief schema met minder milieubelastingpunten. Tot begin september zag je eigenlijk nog niks in de velden, maar dit verschil is nu als zwart en wit. Het linkerdeel staat nog helemaal groen en rechts (het alternatief) is volledig afgestorven. We kunnen als sector zeker nog stappen maken als het gaat om het verduurzamen van de teelt. Maar op dit moment zit daar nog wel een grens aan. Dat is hier duidelijk te zien.”

9 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
Bedrijven worden steeds groter en complexer, dit maakt het werk uitdagend en leuk.
links Dennis van der Schans en rechts Henri Daling.

Amaryllis: een teelt met perspectief

De amaryllisteelt neemt al een aantal jaren in omvang toe. Waar liggen de uitdagingen in deze teelt? Agrifirm-GMN en het Expertisecentrum duikt graag dieper in op deze ‘kleine’ teelt. Met als doel? De teelt verder helpen.

De teelt van amaryllissen maakt een opmars door. Steeds meer telers, zowel bollen- als bloementelers pakken deze teelt er als bijteelt bij. Jonne van der Hulst, adviseur bij Agrifirm-GMN is nauw bij de teelt betrokken. Hij vertelt: “De opmars komt mede doordat er de laatste jaren veel gekruist wordt met ‘koudbloedige’ amaryllis soorten die op onze zandgronden goed te telen zijn”.

Bemestingsonderzoek

In de amaryllisteelt zijn nog niet alle ins en outs uitgekristalliseerd. Onderzoek is daarom hard nodig. Jonne daarover: “Vorig jaar zijn we gestart met een bemestingsproef en we zagen toen direct al mooie verschillen in opbrengst tussen de verschillende objecten. Dit jaar hebben we de bemestingsproef herhaald. We zagen het hele groeiseizoen standverschillen. Sommige veldjes stonden schraler en lichter door een lichtere (suboptimale) bemesting. De bollen gaan we afbroeien om ook daar eventuele verschillen vast te stellen. Ook die resultaten koppelen we terug naar onze klanten.”

Screening herbiciden

Naast de bemestingsproef was er dit jaar ook een screeningsonderzoek met verschillende herbiciden.

Jonne hierover: “We hebben de laatste jaren bij kwekers, dus in de praktijk, al verschillende bodemherbiciden getest. We weten hierdoor welke basis goed werkt. Dit jaar hebben we op de proeftuin ook nog een aantal na-opkomst toepassingen gescreend. Dit is van belang om te weten welke correctiebespuitingen we eventueel nog kunnen uitvoeren. Ook met deze proeven hopen we de teelt van amaryllis verder te helpen.”

Meer informatie?

Heeft u teeltspecifieke vragen? Naast Jonne van der Hulst zijn ook de Agrifirm-GMN adviseurs Klaas Troost en Jan Willem van der Meer betrokken bij de teelt van amaryllis. Hun contactgegevens vindt u op www.agrifirmgmn.nl/ onze-adviseurs

Bol& Teelt | Agrifirm-GMN 10 Teelt in beeld

Product, veiligheid en innovatie

Update gewasbeschermingsmiddelen

Regelgeving en toelatingen van middelen veranderen continu. Onderstaand twee actuele aanpassingen:

Primus met de werkzame stof florasulam heeft een KUG toelating gekregen in onder meer bloembollen en -knollen en vaste planten, met uitzondering van lelie en tulp. Wilt u meer weten over de toepassing? Neem dan contact op met uw adviseur.

Het etiket van Roundup® Ultimate is gewijzigd. Vanaf 5 november 2022 gelden er nieuwe regels. Hoe gaan we nu om met glyfosaat en de nieuwe etiketten? Uw adviseur kijkt graag met u mee wat er in uw situatie verandert.

Heeft u vragen over bovenstaande of andere middelen? Vraag het uw adviseur of neem contact op met onze klantenservice via 088 474 70 00.

Winterbespuitingen voor de deur Tips van

Gerbrant Schilder

De winter staat voor de deur en daarmee ook de eerste bespuitingen. Waar moet u op letten? Adviseur Gerbrant Schilder deelt graag een aantal tips.

“In met name de tulpenteelt hebben we, behalve tegen grassen, geen mogelijkheden meer om na opkomst nog volvelds bespuitingen uit te voeren. Slechts enkele producten, zoals Goltix® SC en Goltix® WG kunnen worden gebruikt in de padenspuit. De toepassing met bodemherbiciden is daarom enorm belangrijk, zeker in tulpen.

Middelenkeuzes en doseringen voor de winterbespuiting hangen af van omstandigheden en grondsoort. Toegelaten middelen zijn Stomp® 400 SC, Spectrum® , Wing® P, Dual Gold® (niet op zandgronden) en Goltix® SC. Middelen als Spectrum®, Wing® P en Dual Gold® zijn inspoelingsgevoelig.

Dit vergt dus extra aandacht. Stem samen met uw adviseur af wat u dit jaar het beste in kunt zetten.

Hoe licht is de grond? Hoeveel organische stof is er aanwezig? Wat is de ontwikkeling van de bollen? Hoe zit het met de vochtigheid van de bodem? En wat zijn de weersvoorspellingen? Allemaal vragen waar u rekening mee moet houden tijdens de winterbespuiting. Op lichte gronden kunt u nu een bodemhechter als Grounded® en Concrete® meespuiten om het risico op inspoeling te beperken.

Let ook op hoe de grond erbij ligt. Op kleigrond kunnen er kluiten liggen en kan het nodig zijn om vanuit twee richtingen te spuiten om schaduwwerking tegen te gaan. Roundup® Ultimate kan worden gecombineerd met het spuiten van bodemherbiciden.”

GMN Crop ontwikkelt door!

Er komen voortdurend functies bij in GMN Crop. Met nieuwe applicaties worden registratie, rapportage en samenwerken nog beter en makkelijker. Het vernieuwde dashboard springt het meest in het oog. Het kunnen aanmerken van favorieten in de productselectie lijst, maakt het invoeren een stuk gemakkelijker. Nieuwe rapportages geven nieuwe inzichten. En het invullen van de standaard gewasbeschermingsmonitor voor bloembollen kan nu ook in GMN Crop.

Het nieuwe dashboard wordt als startpagina van het registreren, en dus van

het dagelijkse werk, ingericht. Het geeft een overzicht van de percelen en van de uitgevoerde en geplande taken (ofwel werkzaamheden). In de nabije toekomst wordt het dashboard uitgebreid met informatie over ‘ziektedruk’ en ‘optimaal spuitmoment’. Dat helpt bij het plannen van de optimale productmix en het beste spuitmoment. Dat wordt met de beperkte beschikbaarheid van producten, steeds belangrijker.

Meer weten over GMN Crop? Kijk op www.agrifirmgmn.nl/gmn-crop en vraag uw gratis proefperiode aan.

11 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
In diverse (kleinere) gewassen zijn er meer middelen beschikbaar vanwege KUG toelatingen. Denk aan Devrinol® 45SC, AZ 500 en Goltix® Queen. Vraag uw adviseur naar de mogelijkheden.

Het maken van goed substraat! Een vak dat Van Egmond Potgrond verstaat

In de bloembollenteelt is de juiste samenstelling van de potgrond de basis voor een succesvolle teelt. Sinds jaar en dag werkt Agrifirm-GMN samen met familiebedrijf Van Egmond Potgrond in Amsterdam. Johan van Egmond is van de vierde generatie Van Egmond. Hij runt het bedrijf samen met zijn vader Lysia en zijn neef Cor-Jan.

PPrecies 25 jaar geleden verhuist Van Egmond van Oegstgeest naar een locatie in de Amsterdamse haven. Johan: ”Een plek aan het water is voor ons belangrijk. Veel grondstoffen worden in bulk via zeeschepen aangevoerd. Met deze locatie behalen we belangrijke logistieke voordelen. Zoals iedereen op onze website kan lezen, zijn we sterk in potgrond en in grondstoffen. Ik kan me niet anders herinneren dat we samenwerken met Agrifirm-GMN.”

Samen ervaringen uitwisselen “Als je kijkt naar de bollenteelt, dan leveren wij potgrond voor drie doeleinden. Aan broeiers voor de snijteelt, voor de pottenteelt en inpaksubstraat voor met name lelies en pioenen. Ondernemers zijn vaak al tientallen jaren klant bij ons. Wij stellen de klant in alles centraal, dat levert ons denk ik veel trouwe klanten op.

Als we starten met leveren bij een nieuwe kweker, dan kijken we op locatie naar alle componenten die een rol kunnen spelen. Denk aan de omgeving (is het een oude of nieuwe kas bijvoorbeeld), het type teelt, de cultivars, maar bovenal luisteren we naar de wensen van de klant omtrent structuur, pH- en EC- waarde en het vochtpercentage. Voor ons is de samenwerking met de adviseurs van Agrifirm-GMN die bij de kweker op het erf komen, heel belangrijk. We zien dat zij voortdurend investeren in kennis van bodem, meststoffen en toevoegingen. Door te sparren en ervaringen uit te wisselen, versterken we elkaar en helpen we de kweker verder.”

Verschuiving in grondstoffen

Van oudsher is turf veruit de belangrijkste grondstof voor onze potgrond. Dat is aan het verschuiven door ontstane twijfel

over het duurzame karakter van turf. Bij de winning komt namelijk CO2 vrij. Johan daarover: “Ik vind enige nuancering op zijn plaats. Elke grondstof die we gebruiken, kent een mate van milieubelasting. En turf is door de jaren heen zeer effectief gebleken. Dat betekent niet dat wij niet verder kijken. Momenteel putten we uit een tiental basisgrondstoffen waaronder kokos, bark, perlite, klei en natuurlijk turf. Veel potentie zien wij in houtvezels die we sinds kort in eigen huis produceren. Maar turf blijft voorlopig nodig om de unieke eigenschappen en kwaliteiten.”

Johan vervolgt: “Om ook in de toekomst betrouwbare leveringen veilig te stellen, is het belangrijk dat we nu al alternatieven ontwikkelen en onderzoeken. Dan kunnen we later snel schakelen, bijvoorbeeld als bepaalde grondstoffen in de toekomst onbetaalbaar dreigen te worden.”

Producten assortiment Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 12

Onrustige markt van potgrond De prijs van potgrond is de laatste tijd behoorlijk gestegen. Volgens Johan is hiervoor een reeks oorzaken aan te wijzen. “Om te beginnen is telen op potgrond heel erg efficiënt. Op een relatief klein oppervlak behaal je een hoge opbrengst. Met het schaarser worden van geschikt teeltoppervlak wordt telen op potgrond populairder. Schrik niet, maar de ver-

Op een relatief klein oppervlak behaal je een hoge opbrengst

Nieuwe menglijn

Sinds kort werkt Van Egmond met een nieuwe (tweede) menglijn. Hiermee is Van Egmond potgrond in staat tot op de liter nauwkeurig recepten te maken. Bovendien kan snel worden geschakeld en kunnen ook kleine charges probleemloos worden geproduceerd. Kwaliteit en flexibiliteit zijn hierdoor gegarandeerd met vergaande beloftes inzake een snelle en flexibele levering. Mede ook dankzij eigen transportfaciliteiten.

wachting is dat de vraag naar potgrond tot 2050 met maar liefst 400 procent kan toenemen. Tegelijk hebben we nu te maken met een oorlog in Europa. Het wegvallen van grote markten als Rusland en in mindere mate Oekraine heeft veel impact. Voeg daaraan toe de duurdere meststoffen en veel hogere transportkosten, dan wordt wel duidelijk waar die prijsstijgingen vandaan komen. Het is aan ons om er

alles aan te doen om de prijs voor de kweker zo laag mogelijk te houden. Door goed in te kopen. Maar vooral ook door te innoveren en te zoeken en te experimenteren met alternatieve grondstoffen. Zoals we nu al met houtvezels doen. Dat we daarbij de samenwerking blijven zoeken met zowel de kweker als Agrifirm-GMN, dat vinden wij vanzelfsprekend.

13 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Techniek en toekomst

Loofdoding met elektriciteit Realistisch voor in de bloembollenteelt?

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen binnen de land- en tuinbouw staat onder druk. Niet alleen in de bloembollenteelt, maar ook in andere sectoren verschraalt het middelenpakket. Zo worden middelen voor chemische loofdoding in aardappelen steeds schaarser. Nufarm (fabrikant van gewasbeschermingsmiddelen) en crop. zone (machinebouwer) willen daarop inspelen. Zij ontwikkelden NUCROP, een methode voor elektrische loofdoding. Met grote voordelen. Voor de aardappelteler, maar wellicht ook voor de bloembollenteler...

NUCROP elektrische loofdoding

NUCROP is een nieuwe techniek. Een spuitboom, voorop de tractor sproeit een geleidingsvloeistof (VOLT.FUEL) over het gewas. Achter de tractor wordt daarna met elektrische geleiders stroom aan het gewas toegediend. Met deze behandeling worden alle groene plantdelen die worden geraakt, snel en effectief gedood. De behandeling is residuvrij, er is geen wachttijd en sluit aan bij de milieudoelen voor 2030.

Onderzoek lelies

Wat heeft deze nieuwe techniek de bloembollensector te bieden? Dat vroeg Dennis van der Schans, teeltadviseur bij Agrifirm-GMN zich af. “We wilden meer weten en we benaderden daarom Maatschap Joling uit Westerveld met de vraag om mee te werken aan een proef. Dit leidde in 2021 tot een eerste kleinschalige proef met één cultivar. Een week na de

Resultaat na 1 week

Met dit goede resultaat uit 2021 in gedachten, werd dit jaar gekozen voor een grootschaliger aanpak. Dennis daarover: “Dit jaar proberen we deze techniek op meerdere soorten. De lelies het meest dichtbij de akkerrand hebben we eind september behandeld. Enkele weken later zagen we al verschil. Na het rooien beoordelen we de kwaliteit van de bol. Ook broeien we de bollen weer af, net als in 2021, om zo eventuele afwijkingen vast te kunnen stellen.”

Leren en de mogelijkheden benutten Heeft deze techniek de toekomst? Dat is natuurlijk de hamvraag. “Nu is dat nog lastig te zeggen. We kunnen veel leren van technieken als deze uit andere teelten”, vertelt Dennis. “Ik vind het belangrijk om deze vernieuwende techniek op de voet te volgen. Ik ben benieuwd naar de resultaten dit jaar.”

Bol& Teelt | Agrifirm-GMN 14
behandeling zag je de plant al afsterven. Nadat de bollen waren afgebroeid, zagen we geen verschil in kwaliteit.”
Bol &

Product, veiligheid en innovatie

Nieuw GLB beleid:

wat betekent dat voor de teler?

In 2023 veranderen de regelingen van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) met als doel de landbouw verder te verduurzamen. Vanaf 31 december 2022 vervallen de betalingsrechten van het huidige GLB. Deze worden vervangen door de basispremie en de eco-regeling.

GLB 2023

Het nieuwe GLB beloont boeren en telers die zich inspannen voor verduurzaming met subsidies. De regeling bestaat uit een basispremie en een additionele basispremie voor de eerste 40 hectare. Daar bovenop is er een extra bedrag per hectare

te verdienen via de eco-regeling op basis van eco-activiteiten.

Basispremie

De bloembollenteler kan een basispremie ontvangen (met de aanvulling over de eerste 40 hectare) wanneer deze voldoet aan de volgende voorwaarden (conditionaliteiten):

• Bufferstroken van minimaal 3 meter langs watervoerende sloten. Bij kleine/ smalle percelen mag een smallere bufferstrook aangehouden worden.

• Langs droge sloten een bufferstrook van minimaal 1 meter.

• In het najaar, op kleigrond, een minimale bodembedekking van 80% van

het areaal.

• Jaarlijkse gewasrotatie op minimaal een derde deel van het totale areaal.

• Minimaal 4% niet productief areaal en landschapselementen.

Eco-regelingen brons, zilver of goud

Om de noodzakelijke punten te behalen voor de eco-regelingen brons, zilver of goud, moeten er vaak economisch minder rendabele keuzes worden gemaakt. Voor persoonlijk advies omtrent de eisen voor deze regeling kunt u contact opnemen met de specialisten van Agrifirm Exlan via mineralenadvies@agrifirm.com.

GLB en 7e actieprogramma

Nitraatrichtlijn

De inhoud van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN) krijgt steeds meer vorm. Veel nieuwe wet- en regelgeving, zoals de breedte van de bufferstrook, rustgewassen op zanden lössgrond en vanggewassen, komen overeen met de voorwaarden voor de basispremie van het GLB. Het aanmelden voor de basispremie kan de teler daarom voordeel bieden.

Van 1 december 2022 tot 31 januari 2023 kunt u uw bedrijf aanmelden voor het GLB van 2023. RVO stuurt hiervoor een uitnodiging. Kijk voor meer informatie op www.agrifirmgmn.nl/glb-2023.

Per 1 januari 2023 vervalt de huidige licentie KBA (Knaagdier Beheersing Agrarische bedrijven) en kunnen agrariërs, als zij geen actie ondernemen, niet langer knaagdieren beheersen met behulp van rodenticiden. Voor agrarische ondernemers zijn er vanaf deze datum twee opties.

Zelf blijven doen

Voor bedrijven die op het eigen bedrijf zelf de mogelijkheid willen behouden om de knaagdierbeheersing uit te voeren en zelf rodenticiden in te kopen en te gebruiken, is certificeren per 1 januari 2023 verplicht (inclusief jaarlijkse audit). Ook is er de verplichting om personeel aanvullend te scholen. Voor aanschaf van rodenticiden moet u kunnen aantonen dat u in het bezit bent van licentie IPM-KBA.

Plaagdierbestrijder inhuren

De tweede optie is het inhuren van een professionele plaagdierbestrijder die opgeleid en geaccrediteerd is. Laat u tijdig informeren door een erkend plaagdierbestrijder omtrent kosten en mogelijkheden alvorens u een besluit neemt.

Samenwerking Agrifirm en Rentokil Agro

Agrifirm heeft contact gelegd met Rentokil Agro, een gecertificeerd bedrijf met een landelijke dekking en een speciale agro-af deling. Agrarische ondernemers kunnen er terecht voor de plaagdierbeheersing. De keuze voor een ander gecertificeerd bedrijf is natuurlijk ook mogelijk.

Korting op installatie

Leden van Agrifirm ontvangen bij Rentokil Agro 50% korting op de installatiekosten (plaatsen lokaas systeem en opmaken digitale logboek). Deze actie geldt tot 1 juli 2023. Met de QR code kunt u direct een vrijblijvende inspectie aanvragen bij Rentokil Agro.

Agrifirm-GMN
Knaagdierlicentie! Wat gaat u doen in 2023?
Brons € 60,Zilver € 100,Goud € 200,Additionele basispremie eerste 40 ha €54,Basispremie eerste 40 ha €220,GLB premie

Dennis Meijaard over het Expertisecentrum Bloembollenteelt

Wij gaan verder

Onderzoek & innovatie
& Teelt | Agrifirm-GMN 16
Bol
Van boven naar beneden en van links naar rechts: Thijs Wester, Peter Klaver, Jeannette Warmerdam, Dennis Meijaard, Roos de Wit en Susanne Berbee

Het Expertisecentrum Bloembollenteelt heeft een sleutelrol bij een verantwoorde en economische teelt voor de bollenteler. Nu en in de toekomst. De onderzoeksactiviteiten zijn recent flink uitgebreid met een tweede vestiging in Breezand en door het aantrekken van nieuwe medewerkers. Dennis Meijaard vertelt over het waarom van recente ontwikkelingen.

“Met het samengaan van Agrifirm en GMN twee jaar geleden is tegelijkertijd ingezet op het intensiveren van onderzoek. Het voormalige Innoventis hebben we toen getransformeerd naar het Expertisecentrum Bloembollenteelt. Met die naam benadrukken we de combinatie van onderzoek, praktijk en samenwerking. Nadrukkelijk betrekken we telers bij alles wat we doen. Dat dit wordt gewaardeerd zien we bijvoorbeeld tijdens de enorme belangstelling voor onze open dagen, ook tijdens coronatijd. Dat is denk ik ook een van de krachten van ons Expertisecentrum. Als teler krijg je direct toegang tot proeven die het verschil kunnen maken.”

Milieu-impact

Niet voor niets zet Agrifirm-GMN in op verdere intensivering van het onderzoek. Dennis daarover: “Telers worden meer en meer afgerekend op milieu-impact. Dat lijkt soms vaag, maar één ding is zeker en de Farm to Fork-strategie is daarin duidelijk: het gebruik van chemische middelen zal verder worden beperkt, of we nu willen of niet. Met ons Expertisecentrum willen we inspelen op die verandering. Dat betekent in de eerste plaats dat we in onze proeven op zoek gaan naar middelen en mogelijkheden om de milieu-impact te verlagen met onder andere groene middelen, biostimulanten en meststoffen. Er zijn veel producten op de markt. Maar welke producten werken onder welke omstandigheden? En welke combinaties zijn het meest effectief?

Wij willen er antwoorden op vinden met ons onderzoek. Chemie laten we zeker niet achter ons. Denk bijvoorbeeld aan onkruid- en luizenbestrijding. We kunnen gewoonweg nog niet zonder. Daarom besteden we ook veel aandacht om toelatingen te verkrijgen voor werkzame stoffen en middelen die al beschikbaar zijn voor andere gewassen. Onderzoek op dit terrein blijft van groot belang.”

We willen het onze klanten makkelijk

maken

Dennis vervolgt: “We zijn ons heel goed bewust dat de vele ontwikkelingen in de branche voor telers amper zijn bij te houden. We krijgen die vraag regelmatig: ‘ik wil wel aan de slag, maar waar moet ik beginnen?’ Niet zozeer dat mensen die vraag gaan stellen, maar dat mensen stappen gaan maken. Ik zie dat als een belangrijke missie voor ons. De vraagstukken zijn groot en complex. Om de juiste antwoorden te vinden is veel onderzoek nodig. De uitdaging is om vanuit dat onderzoek een onafhankelijk, bruikbaar - en niet onbelangrijk - een betaalbaar advies te destilleren. Daarom vinden we het zo belangrijk dat telers onze proefvelden bezoeken. Het geeft vertrouwen als je zelf kunt zien wat de impact is van (combinaties) van nieuwe en bestaande middelen en technieken.”

Stip op de horizon

De beschikbaarheid van chemie heeft de

landbouw en ook de bloembollenteelt veel gebracht. Nu die beschikbaarheid terugloopt, worden de uitdagingen om teelten vrij van ziekten en onkruiden te houden, veel groter. Dennis: “Dat is de reden dat we bij Agrifirm-GMN verder kijken en inzetten op de Totaal Gewasaanpak. Daarin gaan we een stap verder door te streven naar ideale omstandigheden voor het gewas. Feitelijk kijk je naar alle componenten die de teelt beïnvloeden. Denk aan eigenschappen van de grond, bedrijfshygiëne, de keuze van cultivars, bemesting, weer en voorspellingen en gewasbescherming. Op dit moment doen we op meerdere plekken in Nederland onderzoek waarbij we diverse data verzamelen en met elkaar vergelijken. Mijn stip op de horizon is dat telers in de toekomst veel meer datagestuurd gaan telen. En ook hier geldt dat we dit zo praktisch en toegankelijk mogelijk willen maken voor onze klanten.”

Een korte vooruitblik op de nieuwe proeven

Het Expertisecentrum Bloembollenteelt werkt dit najaar aan de proefopzetten voor het komende seizoen. Bij het maken van de keuzes komen de knelpunten die telers ervaren uitgebreid aan bod. Onkruid is uiteraard opnieuw een speerpunt. Maar ook bolontsmetting, waar we de nodige middelen zijn kwijtgeraakt, mag rekenen op veel aandacht met mogelijk nieuwe alternatieven. De etiketten van een aantal middelen tegen Rhizoctonia wijzigen. Daarom gaan we komend seizoen ook de nieuwe etiketdoseringen in onze proeven opnemen. Verder testen we nieuwe mogelijkheden in de galmijtbestrijding en worden er in onze proeven diverse groene middelen, biostimulanten en basisstoffen getest op hun mogelijkheden.

17 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Agrifirm-GMN

Eén team met vak- en gewasspecialisten

Advies en teeltbegeleiding is in de eerste plaats mensenwerk. Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt. Ze informeren u over actuele ontwikkelingen op het gebied van toelatingen, meststoffen, wetgeving en andere topics die in de sector spelen. Ook beschikken zij over de meest recente onderzoeksresultaten van het Expertisecentrum Bloembollenteelt. Daarbij kiest elke adviseur voor eigen specialisaties op het terrein van gewasbescherming, bemesting of biostimulanten. Maak hieronder kennis met twee van onze adviseurs:

Luc van Gent

Ik ga 110% voor mijn klanten

Als jongen van 17 jaar begon Luc in het bedrijf van zijn vader. “We hadden zowel in Voorhout als in Julianadorp een locatie van waaruit we grondontsmetting en ook handel deden. Uiteindelijk heb ik het bedrijf met twee broers overgenomen. In de jaren daarna waren er een aantal overnames tot in 2019 toen het bedrijf GMN samenging met Agrifirm.” Van concurrenten naar collega’s in één bedrijf, dat is best een opgave zou je denken. Luc: “De onderlinge samenwerking tussen de adviseurs is goed. En ik heb het zelf ook erg naar mijn zin. Stoppen, daar denk ik nog niet aan.” Klantcontact staat bij Luc hoog in het vaandel. “Ik ga 110% voor mijn klanten. Dat begint altijd met een goede onderlinge klik. Daarna komt de advisering en pas dan volgt een eventuele order. Luisteren naar wat de klant wil, dat vind ik het allerbelangrijkste.”

John Vriend De afwisseling maakt mijn werk leuk

John is opgegroeid tussen de bloembollen en altijd werkzaam geweest in deze sector. “Mijn ouders hadden tot eind jaren negentig een eigen bollenbedrijf en nadat zij zijn gestopt, ben ik eigenlijk altijd blijven hangen in de sector”, vertelt John. “Eerst ben ik gaan werken bij een exportbedrijf, maar ondertussen werk ik alweer tien jaar bij Agrifirm.” Van tulpen tot lelies en van gladiolen tot pioenen. John heeft een mooie mix van teelten en kwekers in zijn portfolio. “Veel klanten zijn actief in West-Friesland, maar ik reis regelmatig klanten met een reizende bollenkraam achterna, om hen ook elders in het land te ondersteunen. De afwisseling tussen diverse regio’s, de verschillende teelten en het menselijk contact maken mijn werk extra leuk.”

Teeltadviseurs

Agrifirm-GMN is de specialist in de bloembollenteelt met een groot aantal teeltadviseurs en (gewas)specialisten. Op de website www.agrifirmgmn.nl maakt u kennis met hen.

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 18

Ontmoeten om met elkaar kennis te delen

Water

U komt ons de komende tijd tegen tijdens meerdere bijeenkomsten. En op onze eigen locaties organiseren we zelf activiteiten. Na het succes van vorig jaar, staan komende winter de schuurbijeenkomsten opnieuw op het programma. Het thema is ‘Water’. Want over water is veel te doen. We werken er dagelijks mee en zijn er ook sterk van afhankelijk. Als het niet over de beschikbaarheid gaat, gaat het wel over de kwaliteit. Kortom, genoeg invalshoeken voor interessante bijeenkomsten.

Keuzes maken

Ontmoeten om zo met elkaar kennis te delen, dat bent u van ons gewend. Vaak betreft het één-opéén contacten tussen adviseur en teler maar ook zijn er regelmatig open dagen of bijeenkomsten. En hier gaan we mee door. Ook aankomende winter ontmoeten en informeren wij u graag.

In onze aanwezigheid maken we keuzes. Zo zijn we er in januari niet bij als standhouder tijdens de SMTB in Vijfhuizen. Dat is nieuw, we waren immers altijd een trouwe deelnemer. Het was een lastige maar bewuste keuze. Want wij denken dat wij op andere evenementen en bijeenkomsten nog beter onze kennis met u als bloembollenteler kunnen delen. En dat is waar het uiteindelijk om gaat.

Informatiebijeenkomst pioen

Dit jaar slaan Agrifirm-GMN en CNB opnieuw de handen ineen en nodigen u graag uit voor de informatiebijeenkomst pioen op donderdag 24 november bij CNB in Bovenkarspel. De middag staat in het teken van ontwikkelingen in de pioenenteelt. CNB verzorgt de aftrap van de middag waarna de Agrifirm-GMN adviseurs u bijpraten over actualiteiten op het gebied van gewasbescherming waarbij de focus ligt op vergroening. Royal FloraHolland gaat kort in op de ontwikkelingen in de pioenenmarkt en LTO legt uit wat de regelgeving zoals het 7e actieprogramma nitraat en GLB voor invloed hebben op u als pioenenteler. Daarnaast zijn er diverse stands aanwezig waar u bij diverse partijen informatie kunt inwinnen over relevante onderwerpen. Kortom: een interessante bijeenkomst die u als pioenenteler niet mag missen.

Aanmelden voor deze bijeenkomst is verplicht. Op www.agrifirmgmn.nl/informatiebijeenkomst-pioen vindt u meer informatie en kunt u zichzelf aanmelden.

Expertisedag lelie

Afgelopen jaar is er in de lelieteelt veel onderzoek gedaan naar de inzet van biostimulanten. Ook de kookproef in diverse cultivars is weer uitgevoerd. Daarnaast zijn er veel nieuwe inzichten opgedaan. Onder andere in het onderzoek naar virus, onkruid en woekerziek. De jaarlijkse Expertisedag lelie staat in het teken van de proefuitslagen. We delen de meest interessante inzichten aan de hand van proef- en opbrengstresultaten. Noteer daarom alvast de datum, 22 december, in uw agenda. Meer informatie en de uitnodiging voor deze dag volgt.

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 19
22 december
24 november

Vestiging in beeld Venhuizen

Op een praktijkperceel in Venhuizen doet Agrifirm-GMN al een aantal jaren proeven in de pioenenteelt. De pioen is een meerjarig gewas en om die reden wordt gekozen voor praktijkproeven. Samen met het Expertisecentrum Bloembollenteelt worden er diverse onkruidbestrijdingsproeven (bodemherbiciden en rijenbespuiting), bemestingsproeven en middelenonderzoek tegen Botrytis uitgevoerd.

De teelt van pioen is een relatief jonge teelt, waarin het middelenpakket snel veranderd. Deze proeven dragen bij om onze adviezen nog beter te optimaliseren en te onderbouwen.

Onderzoeklocaties Praktijk onderzoeklocaties Servicepunt AgrifirmGMN Servicepunt Agrifirm 02 Andijk 03 Anna Paulowna 04 Schagerbrug 05 Breezand 06 Julianadorp 07 Lutjebroek 09 (HLB) Vlagtwedde? 11 Heemskerk 13 Venhuizen 15 Diverse locacties in Limburg 08 Slootdorp 14 Breezand (2) 16 Voorhout 17 Zwaagdijk 18 Vledder 17 Zwaagdijk 22 Breezand 23 Julianadorp 25 Voorhout 26 Horst 27 Heemskerk 28 Limmen 19 Den Burg - Texel 20 Emmeloord 21 Margraten 16 17 18 2 3 4 6 7 8 11 13 19 20 21 23 25 26 1 5 Hoofdkantoor Agrifirm 01 Apeldoorn 27 28
13 14 22 24 9 15

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.