AKI 2015 Fine Art Painting

Page 1

S TART-UP

AKI FINE A RT PA I NTI NG 2015



S TART-UP

AKI FINE A RT PA I NTI NG 2015


...The future’s a blank page I pretended I was looking at the blank page I used to look in my mind for the unwritten page If my mind was empty enough I could see it I didn’t paint the plane I just drew this horizontal line Then I found out about all the other lines... Uit: Agnes Martin ‘The untroubled mind’ 1973


S TART-UP

Toen Nieuw Dakota me in het voorjaar van 2015 uitnodigde om als curator een groepstentoonstelling samen te stellen, was ik volop bezig met de begeleiding en voorbereiding van het eindexamen van een groep studenten van de afdeling Fine Art Painting aan de AKI in Enschede. Zoals de naam al aangeeft wordt er het kunstenaarschap benaderd vanuit de schilderkunstige traditie, in een hedendaagse context. Die traditie dient als basis en kader en verleidt juist daardoor tot het opzoeken van grenzen, tot verdieping en stellingname. Ze vormt als het ware het kompas van waaruit de artistieke positie kan worden bepaald.

AKI FINE A RT PA I NTI NG 2015

Wat is de relatie tussen een kotsende monnik, ergens in de Himalaya, een jonge Engelsman, Kim Jong Il, Willem van Oranje, een tweebenige haai met een erectie, de Griekse zanger Papaioannou en de heilige maagd Maria? Tussen een fietstocht door de weilanden, de dood van een prostituee, de verveling zelf, een uitgevouwen melkpak en een pijnlijke familiegeschiedenis? Op het eerste gezicht zou je zeggen dat die relatie niet bestaat, maar het zijn stuk voor stuk motieven in het werk van de 18 kunstenaars, wiens werk te zien is in de tentoonstelling Start-up, in Nieuw Dakota.


Die positie hoeft helemaal niet binnen het schilderen zelf te liggen. Kunstenaars als Nora Axnick, Lisanne Langenberg of Annelies Gesquièrre bedienen zich nauwelijks meer van het medium. Toch keren zij er regelmatig naar terug met nieuwe inzichten en invalshoeken. Interessant is daarbij de vraag hoe hun positie die van anderen beïnvloedt. Misschien wordt Mascha Peter erdoor gestimuleerd om nog soepeler te laveren tussen het schilderen en de fotografie. En wellicht werkt de fotografische benadering van Mascha weer door in de schilderijen van Maike Eilers, die vanuit de fotografie het licht en de abstractie in haar schilderijen opzoekt. Iets van háár houding lijkt kunstenaars als Carina Schüring of Eli Zegers ertoe aan te zetten het onderscheid tussen abstract en figuratief totaal te bagatelliseren. Zelfs kunstenaars als Glenn Plaisir, Claudia Schölling en het Duo yfv 247, van wie het werk er op het eerste gezicht totaal anders uitziet, dagen elkaar uit tot een principiële politieke stellingname in hun werk. En dwingen Claudia’s sociaal geëngageerde radicale blokprint schilderijen een kunstenaar als Kimon Kyrligitsis niet tot zijn kleurrijke ironie? En hoe verhouden zijn religieuze verwijzingen zich tot de haast sacrale, naar binnen gekeerde portretten van Caroline Krajenbrink? Maakt vervolgens haar houding misschien dat Suzanne Haarhuis zich met haar portretten nog meer stort op het vertolken van de verveling van haar generatie? De tentoonstelling Start-up toont paradoxaal genoeg verbanden door juist de tegenstellingen op te zoeken: tussen geraffineerd en rauw, tussen virtuoos en naïef, tussen sacraal subliem en politiek geëngageerd, tussen hemel en hel.


Start-over Wat betekent schilderkunst eigenlijk nog in een tijd, waarin de beeldende kunst niet meer door traditionele, stilistische of thematische ideeĂŤn wordt bepaald? Hoe kan een traag medium als schilderkunst relevant zijn in een tijd, waarin nieuwe media en communicatiemiddelen je in staat stellen om overal, op elk moment, waar je ook komt, direct beelden te maken en te delen? De vraag beantwoord zichzelf: Het simpele feit, dĂĄt een generatie, voor wie social media en smartphones even vanzelfsprekend zijn als de tv, zich bezighoudt met dit oude medium, maakt het interessant, hedendaags en relevant. Schilderkunst wordt steeds opnieuw geboren en manoeuvreert zichzelf telkens weer naar het centrum van de belangstelling, zowel institutioneel, commercieel, als kritisch. Maar waar ooit het vinden van een eigen stijl essentieel was, als niche in een modernistisch landschap van vernieuwing, lijkt dat nu niet langer aan de orde. Voor de huidige generatie schilders gaat het vooral om het zoeken, niet zozeer om iets nieuws te vinden, maar meer om te ontkomen aan wat er al is. De geschiedenis van de schilderkunst lijkt circulair, maar met steeds een nieuw palet aan opties. Wanneer je nauwkeurig kijkt naar alle verschillende uitkomsten van dat zoeken bij de deelnemende kunstenaars, ontstaan er patronen en connecties die hun werk onderling verbinden en betekenislagen toevoegen. Juist door het bewustzijn van de traditie, het medium en


z’n begrenzingen. Door uit te gaan van het bestaande en toch telkens weer nieuwe mogelijkheden op te zoeken binnen hedendaagse paradigma’s. Ik wil niet ontkennen dat ze individueel prachtig werk maken, maar het is de echo van hun verschillend ingenomen posities, die in het werk weerklinkt en die hen als generatie interessant maakt. Start-up Waar ligt nu de aandacht van deze nieuwe generatie? Hoe geeft zij die traditie een nieuwe zet? Tijdens je studie aan een academie is het belangrijk zowel een taal te veroveren, als je eigen stem daarin te vinden, en daarmee steeds opnieuw woorden te zoeken om te zeggen wat belangrijk lijkt. Er ligt daarom vanzelfsprekend veel nadruk op het individu. Die individuele benadering gaat uit van een associatieve manier om met beeld en inhoud om te gaan, waarbij alles een aanleiding kan zijn om nieuw werk te maken. Vaak is zo’n aanleiding sterk particulier, dicht op de huid, triviaal. Maar de inzet kan groot(s) zijn. Vanuit een persoonlijk engagement, met een besef dat het engagement aan meer raakt dan aan het persoonlijke alleen. Soms wordt daarbij over het hoofd gezien dat die individuele ontwikkeling plaatsvindt binnen een groep. Welke invloed heeft de dynamiek van de groep op die ontwikkeling? Hoe manifesteert zich een besef onderdeel te zijn van een generatie? De samenwerking met deze groep jonge kunstenaars maakte me steeds meer bewust van de bijzondere synergie,


die tussen hen was ontstaan. Het individuele werk toont een enorm rijke verscheidenheid aan benaderingen van thematiek, medium en houding, maar juist de dynamiek in de groep heeft het werk omhoog gestuwd; door elkaar uit te dagen, elkaars posities te bevragen en de intensiteit waarmee gewerkt is steeds te verhogen. Heeft de ene positie de andere nodig om zich beter te ontwikkelen? Weerklinkt de echo van de één door in het werk van de ander? Deze vragen zijn het uitgangspunt gaan vormen voor de tentoonstelling Start-up. Anders dan een ‘best of graduates-show’ toont Start-up één hele lichting kunstenaars, die samen is gevormd, binnen één afdeling, binnen één academie. Start-up vormt zo een startpunt, een tentoonstelling van uitgangspunten, waarmee de toekomst wordt ingegaan. We zijn bij deze tentoonstelling natuurlijk enkel getuige van de eerste stap in de carrière van deze jonge kunstenaars, maar de gretigheid en gedrevenheid die we zien geven ons een idee van het potentieel van deze individuen. We zien soms nog de schouders waarop geleund wordt, maar we ervaren tegelijkertijd ook de kracht van de ontdekking. Het plaatst ons als toeschouwer in een spannende positie, daar we de ernst van hun zoektocht herkennen, maar nog niet precies weten waarheen hij zal leiden. De toekomst is als een blanke pagina waarop nu de eerste lijn is gezet. A r ja n v a n Hel mond M a r jolei n R o t h m a n



N o r a A x n i ck Rein, Raus & Co. Front Desk, room installation fake marbel desk, led paper logo, chromatic love painting 2015



Unnamed

acrylverf, spuitverf, markers

150 x 150

2015

D u o _ y f v _ 247 J u l ia n Fr i cke & Da n i e l Wu n n



Ma i ke Ei le r s Twekkelo houtskool en krijt op doek 155 x 180 2015



Annelies Gesquièrre Mother’s bride bouquet Cut out (zwart papier, inkt op fotopapier) 70 x 50 2015



S uz a n n e H aa r h u is Lea olieverf op paneel 25 x 34

2014



H e le na H o o g e n r aa d I Am a Rock, I Am an Island olieverf op doek 170 x 190 2015



Caroline Krajenbrink Kristin droge naald op drinkpak 100 x 100 2014



K i m o n Ky r l ig i t sis Unholy collage en inkt op papier 30 x 22 2014



L is a n n e L a ng e n b e r g Bunny potlood op papier 21 x 27

2015



H a n n e s L i chte Chaos in rot und blau olieverf op doek 50 x 40

2015



Mas cha P e te r Human vs. Nature in rep en roer herfst, zon, 35mm film, 50 mm objectief 2015



G le n n P l a isi r Tweepersoonsbed, Bedspiraal potlood op papier 190 x 90 200 x 100 2014



P e te r P o h l ma n n NO olieverf op doek 100 x 100

2014



Cl a u d ia S ch รถ l l i ng Jezus acryl op doek 220 x 200 2014



C a r i na S ch 端 r i ng Reise olieverf op doek 55 x 80

2014



El i Ze g e r s Engel olieverf op doek 108 x 76

2015



S i r a Zi k a zonder titel olieverf op doek 140 x 180

2014


NO R A A X N I C K >

D U O Y F V 2 47 ha r r y b r u s ch e

POOPOPO S H I T + 3 zielen Nicht ein, nicht zwei, aber drei seelen im brust………………. Wie MUSEN The Empress The Jester Und der Hofmaler POOPOPO -----------------------------------------------------------3 maal Tot wie richt ik me? Tot u Keizerin van een steeds groter wordend en veel omvattend imperium waarvan de populatie zich in versneld tempo zal vermenigvuldigen en de aanwas van bewonderaars zich alsmaar uit zal breiden. Of

>

Tot u Hofschilder die als geen ander portretten op laat doemen uit de verf, zo fijn geschilderd dat ze aanraakbaar lijken en kan tekenen met lieve lust en zo raak en treffend als maar enkelen die u voor gingen. Of Tot u Nar die alles verstiert met grap en grol en daarmee juist het juiste wijst. Poopopo Ik richt me tot jou. Nora. En zeg nog eenmaal SHIT. ! Het was, is en zal goed zijn! Dat wat je deed, doet en gaat doen! SHIT.

ko e n ve r m e u l e

Volgens Martijn Sanders, verzamelaar wiens collectie onlangs groot in het Stedelijk Museum te zien was, is graffiti één van de interessantste stromingen uit de kunstwereld. Even leek het er volgens hem op dat jonge mensen die niets wisten van de officiële kunstgeschiedenis opgepikt zouden worden door de intellectuele kunstgeschiedenis. Hij noemde de treinen in New York onesthetische gebruiksgoederen die opeens totempalen werden, heel ontroerend. De graffiti en street-art zijn nog steeds springlevend, de uitspraken van Sanders dateren uit 1980, 35 jaar geleden. Welke kunststroming bestaat zo lang? Jullie zijn naar de kunstacademie gekomen en gaan op dit moment een geweldig uitdagende interactie met elkaar aan. Het is fantastisch om te zien hoe jullie op elkaar reageren en steeds op het scherpst van de snede een werk verder proberen te brengen. In het begin van de samenwerking was het soms moeilijk de kwaliteit van de ingreep te herkennen en zo


MAIKE EILERS

Het landschap als reflectie van de ziel. De schilderijen die je hier de afgelopen twee jaar hebt gemaakt liggen heel dicht bij de natuur ervaringen die je hebt gehad tijdens de lange wandelingen die je maakte met je hond. In deze korte tijd op de academie heb je, middels kiekjes die je maakte tijdens deze zoektochten, het werk weten te ontwikkelen van registratie naar verinnerlijking. Je landschappen hebben een oneindigheid. In het water, met zijn weerspiegelingen van takjes, blaadjes, onderwaterleven, bevindt zich van alles. We kunnen er alleen maar naar gissen. Op je Twekkelo atelier heb je je ontdaan van onnodige detaillering en is het werk autonomer en abstracter geworden. De letterlijke ruimte die je hier in je atelier op het platteland hebt gehad heb je weten in te zetten voor monumentaal werk. In de schilderijen is het stil, geen mensen, geen vogels, geen beweging. Je hoort je bloed stromen.

Er klinkt het ritme van de kleur van het licht, van de spiegelingen, van het inzoomen op een klein oppervlak. Ook kleuren die uit dromen komen. De vage sensatie van herinneringen. Een flard van het paradijs.

WORD-UP

werd een werk wel 20 keer overgeschilderd. Buiten de academie hebben jullie al een ‘leven’. Ik geloof en hoop dat de kunst die jullie hier op de academie en in de musea hebben leren kennen ervoor gezorgd heeft dat het eigen werk nu op een punt is aangekomen dat 1 + 1, 3 is geworden. Nu is het moment gekomen om buiten het verschil te gaan maken.

ko e n ve r m e u l e

ODE F ROM T U TOR TO ST U DEN T

>


SUZANNE HAARHUIS

A N N E L I E S G E S QU I È R R E >

kars persoon

Het is meer dan opvallend hoe het werk van Annelies Gesquièrre zich in de afgelopen drie jaar zo coherent heeft ontwikkeld. Al in het vroege begin was haar motief zo betekenisvol aanwezig dat het als een helder spoor alle onderzoeken heeft bepaald. Het is de verstilde precisie, het sublieme van het werk, dat de ethische betekenis van het motief bepaald. Het is overeenkomstig met wat Tarkovsky aangaande zijn werk noemde: ‘Een laten zien wat mensen verenigt, wat mij en ieder mens afzonderlijk met anderen verbindt.’ Het werk van Annelies bevraagt hoe ‘het ik’ in de tijd en in de relaties met anderen wordt gevormd. Het is de vraag naar identiteit, met het besef dat er op die vraag geen sluitend antwoord is. En juist door dit broze besef verkrijgt ieder werk zijn poëtische openbaring, het laat zien wat op geen enkele andere manier kan worden medegedeeld. Het gaat om veel meer dan het louter esthetische. Tijd, identiteit, familiegeschiedenis

>

en waarneming worden onderzocht. In de presentatie van de werken is sprake van een samensmelten van al die facetten, welke is gericht op een bijzondere gebeurtenis: de ontmoeting. In iedere ontmoeting verschijnt de ander als vraag. Het werk oriënteert zich, zoals in een ontmoeting, op de betrokkenheid van de toeschouwer. Zo is het werk een vraag waarop de toeschouwer antwoord kan geven. In een aantal aandachtige tekeningen zie ik de verschijning van een transparant kledingstuk. Het is of het de kwetsbaarheid van een identiteit bewaart welke zich maar voorzichtig aan mij mededeelt. Het werk nodigt mij uit te luisteren met het oog, het fluistert zodat ik beter ga luisteren. Ik zie gelijktijdig het afwezige en aanwezige, ik zie iets van de Ander zonder hem of haar te kennen, ik zie een grote aandacht voor het kleine moment, het hier en nu en datgene wat zich aan het tijdelijke verschijnen wil onttrekken. Is het die glimp van de Ander of mag ik zeggen een glimp van het oneindige ? Het gebeurt hier, terwijl ik kijk, steeds opnieuw.

a r ja n v a n h e l m o n d

Ik kijk naar een schilderij van een enigszins bleke jongen met lange lokken donkerblond haar. Hij lijkt in een plantenkas van een botanische tuin te staan. Overal om hem heen staan planten, maar het licht verraadt dat hij niet buiten is, maar ergens binnen. Hij lijkt op iemand die ik ken, iemand dichtbij, maar tegelijkertijd ook op een filmster of een bekende muzikant uit een tijdschrift. Het lijkt alsof Suzanne, (want het is een schilderij van jou natuurlijk) hem dichterbij heeft willen brengen. Het schilderij ziet eruit alsof ze de jongen, door hem te schilderen, beter wilde leren kennen; bijna alsof ze de geschilderde jongen wilde versieren, of sterker nog: alsof wij, de toeschouwer, verliefd op hem moeten worden. Toon je door het schilderen van een portret iets van het karakter, van de persoon die is afgebeeld, of projecteren we enkel eigenschappen van onszelf? Zou je verliefd kunnen worden op een schilderij? Verliefde mensen schijnen te gaan houden van alle dingen waar de ander ook van houdt.


H EL ENA HOOGEN R A A D >

In het geval van een schilderij is dat dus haast zoiets als verliefd worden op je eigen spiegelbeeld. Suzanne speelt met die mogelijkheid in haar portretten. Dat doet ze door de beelden die ze gebruikt goed te analyseren; vervolgens door zichzelf te identificeren met haar onderwerp, maar vooral door de verf de ruimte te geven om te verleiden. Kun je verliefd worden op een schilderij? Op een schilderij van Suzanne Haarhuis zeer zeker.

ko e n ve r m e u l e

Er wordt vaak beweerd dat in de kunst een verloren gegaan paradijs wordt herwonnen. Ook het werk van Helena zou je zo kernachtig samen kunnen vatten. Helena put uit de bron van het familiearchief, een voorbije zwart-wit wereld, met bijbehorende verhalen. Je zou ook kunnen zeggen dat ze op zoek is naar een andere werkelijkheid, anders dan de onze, liggend in het verleden en op een andere, paradijselijke plek, een eiland. Dit heeft ze gemeen met andere grote kunstenaars, o.a. Werkman, Gauguin, ze heeft daar uitvoerig over geschreven in haar scriptie. De droom over een eiland. Werkman droomde en verlangde, in de 2e wereldoorlog, naar het aards paradijs Tahiti. Hij raakte ook geïnspireerd door foto’s, van Graatsma, die er geweest was. Hij liet het paradijs zien in druksels. Niet het bekende, maar het onbekende paradijs, ergens waar nog geen mensen uit westerse landen geweest waren.

In het begin stonden Helena’s werken nog dicht bij de fotografische bron, maar door haar bijzondere, doortastende en vrije manier van werken ontstonden al snel de werken van de betoverende kleurrijke wereld van de eilanden die we nu kunnen bewonderen. Schilderijen waar je in kunt ronddwalen. Het zijn haar eilanden geworden.


C A RO L I N E K R A J E N B R I N K >

K I MO N K Y R L I G I T S I S

arjan van helmond

Met de ogen dicht, in zichzelf gekeerd, doods haast. De figuren in jouw werk zoeken contact met een plek, waar ze even los van de realiteit kunnen komen. Zo’n plek zit binnenin jezelf; en als we naar jouw figuren kijken, die soms ontspannen, vol vertrouwen, soms kwetsbaar, nerveus of weggekropen, hun ogen gesloten houden, dan dalen we zelf ook even af naar die plek. En jij brengt ons daar, door de manier waarop jij, hypergeconcentreerd, de figuren met bewerkelijke grafische technieken of met een simpel potloodje, tot leven wekt. De scherpe gereedschappen waarmee jij sporen trekt op papier, op zink, of op de meest onwaarschijnlijke ondergronden, doen ons geloven dat we zelf scherper kunnen zien; dat er meer details en vormen liggen verscholen in schaduwen, dan we hadden vermoed. ‘Krassen is kunst’, zegt mijn dochtertje van zes wel eens eigenwijs, als ze met de tong uit de mond een ondefinieerbaar organisme in felle kleuren aan het krassen is.

>

Maar in jouw geval is dat zeker waar: je hebt de laatste jaren onvermoeibaar in de meest verscheidene materialen gekrast. Krassen worden lijnen, arcerende lijnen vormen een vlak, een textuur, een emotie. De concentratie en de precisie van je werk, laten ons toeschouwers even ademloos, een moment gevangen tussen jouw wereld en de onze.

kars persoon

Het palet van Kimon Kyrligitsis is het veelzijdige en actuele landschap van de wedergeboorte van de Griekse tragedie. Op datzelfde palet ligt een berg verfresten als bij een eruptie van een vulkaan. Historische fragmenten van kunstwerken alsook politieke problematiek zijn met die vulkaanstroom meegekomen en vormen de contrasten van het werk. Twee grondkrachten weven in elkaar: de koele blik van Apollo en de ontroering van Dionysus. Apollo de god van van de vorm, de klaarheid, van de vaste contouren, en de individualiteit en Dionysus, de wilde god, van de grensvervaging, de roes, de extase en de orgie. Kimon gaat geconcentreerd en virtuoos met die contrasten om, zowel ruw als geordend. Hij weet het beeld constructief op te jagen tot het zijn eigen verhevigde werkelijkheid verkrijgt. Zijn blik, zijn denken en zijn spontaan handelen zijn verweven in een complexe gelaagdheid. Door dat eigenzinnig plaatsen, verbinden en ontbinden van vreemde werkelijkheden is het werk steeds een nieuwe gebeurtenis.


L I S A N N E L A NG E N B E R G >

Humor en ironie worden strategisch ingezet om verschillende politieke maar ook alledaagse fenomenen te bevragen. Ik herken de situatie van de individuele vrijheid en de vervreemding van de massa: het sociale dilemma. Maar het gaat hem niet om het verbeteren van de mensheid maar om het zichtbaar maken van betere mogelijkheden middels de onuitputtelijkheid van het creatieve proces. Het werk is een eigenzinnige bespiegeling over de betekenis van solidariteit en over hoe de democratie steeds opnieuw moet worden uitgevonden. Maar voor mij is het vooral ook de poëtische dynamiek van de voorstelling die het wint van welke gedachte ook, die steeds opnieuw betovert en ik besef hoezeer het hier ook gaat om de ervaring van het kijken zelf. A joy forever.

kars persoon

Arnon Grunberg schrijft in zijn essay ‘Het karwei van de vrijheid’ over de mens als constructie: ‘Als wij vrijheid als ideaal, serieus nemen moeten wij erkennen dat wij de potentie hebben iets anders te zijn dan wat wij nu zijn. Ik kan mij geen vrijheidsideaal voorstellen dat zich neerlegt bij de mens als weerloos product van het noodlot.’ En deze ‘potentie iets anders te zijn dan wat wij nu zijn’ herken ik in in het werk van L L, van Lisanne Langenberg. Who’s that girl? Alle facetten van haar werk: foto’s, tekeningen, attributen, zijn middels een scherpzinnige en inventieve regie, op poëtische wijze met elkaar verbonden. Het is een groot visueel spel waarin de vraag naar identiteit centraal staat. Het werk verwijst naar individuele rituele handelingen die zich vermengen met openbare en algemene rituelen. Ze zijn ontleend aan de glamour van haar pop-idolen maar ook aan de duistere kanten aan de rand van een samenleving. In het middelpunt van deze gelaagde en emotionele werken staat de eenzame ervaring van de enkeling. Ze staat op de grens tussen realiteit en

performance, tussen het werkelijke en het gespeelde, tussen intimiteit en openbaarheid. Ik zie het verlangen om door de glamour heen te breken om te tonen wat er werkelijk toe doet. Maar wat er werkelijk toe doet laat zich niet direct kennen en blijft verborgen tussen de plooien van het excessieve beeld, de plooien van obsessie en verleiding. Met een perfecte intuïtie richt Lisanne haar pijlen van een kwetsbare en zinnelijke ervaringswereld op iedere toeschouwer en dwingt deze tot deelname aan een uitzonderlijke gebeurtenis. Zowel in foto’s als in performances als b.v. ook in de vlijmscherpe tekeningen waarin we de transformatie zien van het wellustige in het serene, van het lichamelijke in het sacrale. De tekening toont niet alleen extase, de tekening is extase. En door deze tekeningen werd het voor mij duidelijk wat in al haar werken gaande is: een intensieve betrokkenheid bij wat het beeld representeert, een betrokkenheid als extase, als overgave. Ik zie hoe kwetsbare, bittere en existentiële vragen worden getransformeerd in een betoverend en betekenisvol beeldend proces.


H A N N E S L ICH TE >

MASCHA PETER

arjan van helmond

Ik herinner me goed de keer dat je een gedicht voorlas tijdens een werkschouw. Het was zwart en somber. Met zachte stem, liet je de deprimerende woorden over ons uitrollen. Aan het eind viel er een stilte, waarin ik koortsachtig probeerde te bedenken wat datgene wat je net voorlas, in godsnaam zou kunnen betekenen...Toen bekende je met een onschuldige kuchje en opgetrokken wenkbrauwen, dat het de in het Duits vertaalde tekst van een nummer van Black Sabbath was. Er werd gelachen, er was opluchting: je liet zien dat je een spel met ons speelde, dat je ons in je spel had betrokken. Echter tegelijkertijd bleef die eerder gevoelde emotie ook hangen, hij bleef voelbaar. In je schilderijen speel je datzelfde spel. Of misschien is spel niet het juiste woord. Je werkt vanuit de overtuiging dat een kunstwerk, een schilderij, niet één emotie of idee uitdrukt; nee, het is een object, bestaande uit vele lagen. Een object met de gelaagdheid en complexheid van een persoonlijkheid.

>

Het ‘spel’ dat je speelt, de vraag die je jezelf steeds stelt is: ‘Hoe kan ik die lagen blootleggen, hoe kan ik die lagen visualiseren en manipuleren?’ Soms werk je eindeloos in verflaag over verflaag, die steeds met een andere intentie en emotie zijn aangebracht. De laatste laag vormt dan letterlijk een huid, die alle eerdere emoties en ideeën onder zich verbergt. Alle andere lagen blijven voelbaar, zoals de betekenis van de woorden van het gedicht voelbaar bleven, nadat je er een nieuwe laag aan had toegevoegd. Het gaat er niet meer om wat je direct ziet, het gaat niet om een puur visueel voorstel, het gaat om een riskant psychologisch voorstel, vanuit je nieuwsgierigheid en de bereidheid een diepgevoelde emotionele band aan te gaan met de dingen die je maakt. Wat wil je als kunstenaar nog meer...

kars persoon

‘Het een kan niet zonder het ander bestaan’ schrijft Mascha Peter in een heldere en directe uiteenzetting over haar werk. Het kenmerkt die assertieve houding waarmee zij zich tot gebeurtenissen om haar heen verhoudt en ‘doorleeft’ in haar werk. Mäuschen, was ist Balance? is de ironische titel van een woonkamer installatie die treffend laat zien. Hoe kunst en leven in elkaar grijpen, hoe het proces van beleven en reflecteren in één stroom met elkaar worden verbonden. Mascha laat in haar werk zien hoe haar visuele poëzie weerstand kan bieden en een remedie is tegen het theoretische en instrumentele denken dat ons wil beheersen en onderwerpen. Nadrukkelijk brengt Mascha haar mascotte naar voren: Het geslepen glas, de lens. In het zinnebeeld van de lens wordt de constante aandacht voor dit stromen, dit verbinden van een veelheid in een niet gesloten eenheid voorgesteld. Die specifieke aandacht is bepalend voor de uiterst vitale beelden die mij als toeschouwer in zich op willen nemen, actief maakt en betovert.


GLEN N PL A ISI R >

Het proces wil en kan niet ten einde komen. Wat zij onder de loep neemt is de veelzijdigheid en relationaliteit in de voortgang van het bestaan. Het oog naar buiten, het oog naar binnen, altijd alert, sensibel en kritisch. Haar werk is letterlijk een bundeling van krachten, een dynamiek die zich aan het canvas heeft gehecht. Opvallend is hoe de autobiografische foto’s worden betrokken bij en zich onmisbaar voegen tussen de andere werken. Ze laat zien hoe alles in relatie staat en in wording is. Vorm en inhoud vallen samen in die metamorfose. Ik zie de noodzaak en de inventiviteit waarmee Mascha deze beleving van het ‘worden’ wil vieren in het werk. In naam van een sensibiliteit en aandacht voor het ‘concrete’, in naam van het zintuiglijke of zinnelijke, in naam van het lichaam en van alles wat ons nabij en dierbaar is, in naam van een levensgevoel waaraan je altijd voorbij lijkt te schieten zodra je over ‘waarheid’ spreekt.

ha r r y b r u s ch e

Het gedachtenvliegwiel En de eigen vraag De ontrafelaar De analist/analyticus De zoeker De poëtische blootlegger Het uitgestelde moment Van het uitgestelde moment De omkeerder De vertrager De treffer Gedreven door het niet aflatend ‘afvragend Kijken’ ligt bij het denken en door -denken het stuk- denken op de loer. En kan dat idee aan scherven/ aan diggelen vallen; het idee, het in het hoofd scherp geformuleerde concept. Het idee: Dat de wereld rondom bevraagt. In het grote en het kleine. In het mentale en het fysieke. In het alle dagelijkse en het bijzondere. Dat gebeurde veel en vaak. Verstrikt geraakt in teveel referenties en conventionele contexten. Waar je dan de uitvoering of het doorgaan van af liet hangen.

Materialisering werd er dan geroepen. Materialisering. Maak het werkelijk. Om niet de greep te verliezen. Niet de greep te verliezen op jouw ‘afvragend Kijken’. Dat je met je beeldantwoorden daarop ‘de wereld’ kan laten ZIEN. Een potlood en papier blijkt genoeg om je eigen gang te gaan. Om je kristalheldere denklijnen uit te zetten. Maar je deed meer…………. veel meer. Gaf de kijkers veel meer om te overdenken….. De vraag blijft of het (bij jou) gaat om ‘het teken aan de wand’ ! Daar zal je vragend spel in de doorgaande tijd over beslissen.


PET ER POH L M A N N >

C A R I N A S C H Ü R I NG

arjan van helmond

We weten allemaal dat angst een slechte raadgever is. Toch leven we steeds meer in een cultuur van angst, en wordt die ook steeds vaker gebruikt om ons te manipuleren en te misleiden. We zijn bang voor anderen, bang voor onveiligheid, voor geweld, terreur en dood; Er is angst voor onzekerheid, er is angst voor angst. Het lijkt alsof de angst steeds meer de menselijke conditie van deze tijd bepaalt. Maar hoe ziet angst er eigenlijk uit? Kan angst schoonheid bevatten? Wat is de essentie ervan? Wanneer en hoe manifesteert het zich het meest in ons? En welke structuren creëert het in ons denken, in onze beeldcultuur, in onze maatschappij? Met deze vragen houdt Peter Pohlmann zich bezig in zijn werk. Van beelden die direct uit het horrorgenre zijn geleend tot onschuldige foto’s van zonnebloemenweiden, alles wordt getoetst aan zijn vocabulaire van de angst. Met de schildertechnische precisie van een hartchirurg ontleedt hij zijn bronmateriaal.

>

In zijn werk maakt datgene, wat voor ons het meest vanzelfsprekend en bekend lijkt, ons nog het meest nerveus. Hij zoekt het kantelpunt op waar het gewone ongewoon wordt, waar het humane grenst aan het inhumane, en elke vorm van schoonheid een diep gevoelde bedreiging uitstraalt. Hiermee appelleert Peter niet alleen aan onze persoonlijke angsten, maar legt onze collectieve angst-cultuur kritisch onder zijn haarscherpe loep.

a r ja n v a n h e l m o n d

Kijken naar een werk van Carina Schüring is als verdwalen in een onbekend landschap. In eerste instantie word je getroffen door een leegte, of beter door een onbekendheid. Je ervaart kleuren, vlakken, texturen en lijnen. Er begint een vermoeden te spelen dat je het zou moeten herkennen. Je kent die plek toch, of dat beeld? Maar doordat alles met zo’n hoge concentratie is weergegeven, kun je niet vertrouwen op je eigen vermogen hoofd- en bijzaken te scheiden. Je ervaart eenzelfde intensiteit in alle details, elk deel van het schilderij is met een enorme precisie beroerd. Dan, langzaam, begint het landschap zichzelf bloot te geven. Is het wel een landschap? Is die lijn niet eerder de ruggengraat van een figuur? Is die schaduw geen hand? Is die horizon niet de scheidingslijn tussen een boven- en onderlip? En dan kruipt het onder je huid, dan wil je het begrijpen.


C L AU D I A S C H Ö L L I NG >

Weinigen kunnen zichzelf zo in verbinding brengen met hun werk als Carina. Hoe ver de abstractie ook is doorgezet, haar werk gaat over verhoudingen, of beter misschien relaties, tussen mensen en mensen en mensen en dingen: Leven versus dood, planten versus water versus rotsen, stilte versus geweld. Haar werk heeft niet zozeer als doel een verhaal te vertellen, maar veel meer om een moment te laten ervaren. Een moment in al zijn gelaagdheid en met al zijn mogelijke oplossingen. Het kijken zelf levert daarbij de emotionele sleutel. Die leegte daar onder die arm, wie is daar weg? Wie is daar zo aanwezig, door juist niet te zijn afgebeeld? Ben ik het zelf? Al kijkend verdwaal ik en al kijkend vind ik mezelf terug. De leegte vult zich, vult zich met betekenis, steeds opnieuw.

ha r r y b r u s ch e

Schoonheid en Umwelt in het vizier Het werk komt voort uit een gevoelde en bijna dwingende noodzaak tot verbeelden. Komt voort uit een betrokken in contact staan met de ‘umwelt’. Het is niet alleen door je kijken rondom. Van waaruit je je beelden schept. Het komt van dieper. Veel dieper. Het komt vanuit een werkelijk doorleefde overtuiging. Een overtuiging die doet leven . Die doet verbeelden. Waarbij……

De verbeelding wordt ingezet als instrument. Duidend. Maar nimmer wijzend! Daarvoor is al het werk te onafhankelijk, autonoom en op zich zelfstaand . En blijft de verbeelding aan de macht! Schoon, schurend,wringend. Veelzeggend en oproepend. In de stille indrukwekkende samengestelde beelden. Het is voor wie het wil verstaan. Het is voor wie het wil horen…….. Luister maar!


EL I ZEGER S

SIRA ZIKA >

ko e n ve r m e u l e

Een kunstenaar is een drachtig dier waar beelden inzitten die eruit moeten. Dit is een uitspraak van de Brabantse boer en kunstenaar Leon Adriaans. Ik moest bij het lezen van deze uitspraak denken aan Eli. Eli’s werk komt voort uit een oerkracht. Vanuit de natuur en religieuze motieven probeert hij een nieuwe, persoonlijke beeldtaal te ontwikkelen. De nadruk licht op het ontstaansproces, net zoals bij de Brabantse tegenhanger van de Arte Povera, ‘ De zware van Nelleclub ‘waar Adriaans deel vanuit maakte. Ze streefden naar het maken van zuivere kunst. En dat doet Eli ook. Vaak hebben we gesproken over het feit dat je als kunstenaar in je handelen verder kunt zijn dan in je denken. Eli weet intuïtief diep bij zijn oerbronnen te komen. In twee jaar Twekkelo heeft Eli een bijzondere innerlijke wereld weten op te roepen, waarbij hij steeds het inslijten van clichés, of zoals hij het zelf noemde ‘ een trucje ‘ heeft proberen te vermijden.

>

Op deze manier heeft hij werken kunnen maken die inhoudelijk verbonden zijn en uiterlijk een eenheid vormen door het consequent aangegane experiment. Hij heeft voor zichzelf de ruimte gemaakt om zowel grafisch figuratief als abstract coloristisch te kunnen werken. Deze beelden ‘moesten’ eruit komen.

ha r r y b r u s ch e

Het moment dat ik tevoorschijn schilderde. Ik schilder: ik bewoon mijn doek, ik maak het me eigen, ik loop het door. Ik verblijf er. Ik zet stappen. Vele stappen voorwaarts en even zovele of nog meer terug. Ik gooi de dingen overhoop. Hoe vaak gooi ik de dingen wel niet overhoop. Tot het staat en dan staat het. De tijd en de ruimte zijn dan gevangen in de blik van het moment dat vasthoud. Voor hoe lang. Dat doet er niet toe want tijd en ruimte vloeien samen. Het zijn geen voorstellingen die voorstellen. Het is de tijd die ik schilder! Ik zorg voor donkerte dat licht kan geven. Ik zorg voor oponthoud, voor een oppervlakte die uit de diepte komt en verschijnt. Ik trek de voorstelling uit de verf op aldus Sira. Treffender en beter kan het eigenlijk niet worden gezegd.


S TART-UP

Mijn dank is groot, Arjan van Helmond

AKI FINE A RT PA I NTI NG 2015

Toen ik in het voorjaar van 2015 werd gevraagd om een voorstel te doen voor een groepstentoonstelling bij Nieuw Dakota, had ik niet kunnen vermoeden wat een enorme onderneming het zou worden en ik ben dan ook zeer erkentelijk voor alle hulp, artistiek, logistiek, financieel en mentaal, zonder welke deze tentoonstelling niet had kunnen plaatsvinden. Via deze weg wil ik iedereen die heeft meegewerkt hartelijk danken. Om te beginnen dank ik Tanja Karreman en Agnes Voskamp van Nieuw Dakota voor alle hulp. Mique, Danila en Daniela dank ik voor hun vertrouwen. Ik dank Geert-Jan Mulder voor zijn gulle hartelijkheid en steun. De gemeente Enschede wil ik danken voor hun financiÍle ondersteuning. Daarnaast gaat een hele bijzondere dank uit naar Lisanne en Annelies, die mijn klankbord en fantastische assistentes zijn geweest. Mirjam Leppers voor het prachtige ontwerp, Petra Groen en Ina Bode voor hun extra inzet om de tentoonstelling en deze publicatie mogelijk te maken. Eli Zegers voor het model staan voor de omslag. Carina voor haar driving skills. Mijn geweldige collega’s Harry, Koen, Kars en Marjolein voor hun hulp en samenwerking. Harry en Vera voor hun genereuze bruikleen. Alle mensen van de AKI die een extra stap hebben moeten maken. Mijn vrouw Alia voor haar geduld en natuurlijk alle deelnemende kunstenaars voor het beschikbaar stellen van hun werk en voor hun inzet.



Ruimte voor Hedendaagse Kunst Nieuw Dakota biedt ruimte aan hedendaagse kunst op de NDSM-werf in Amsterdam Noord. We programmeren tentoonstellingen, organiseren speciale evenementen en realiseren tijdelijke projecten in de openbare ruimte. We richten ons op nationale en internationale samenwerkingen met kunstenaars, curatoren, galeries en instellingen. Projecten komen tot stand na zorgvuldig overleg, door samenwerking en verdieping. Op deze manier levert Nieuw Dakota een vernieuwende, afwisselende en stimulerende bijdrage aan het culturele klimaat van Amsterdam en ver daarbuiten.

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Enschede, Geert Jan Mulder en AKI Academy of Art & Design



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.