93
Rapenburg 19, Leiden
#
DE STRENG KATHOLIEKE SPAANSE KONING FILIPS II HEERST IN DE TWEEDE HELFT VAN DE 16E EEUW ALS EEN TIRAN OVER ZIJN EUROPESE RIJK. HET VOLK KOMT IN OPSTAND EN ER BREKEN IN DE NOORDELIJKE NEDERLANDEN RELLEN UIT. MET DE HEKSENJACHT OP PROTESTANTEN BEGINT IN 1568 DE TACHTIGJARIGE OORLOG.
1500
1600
1700
1800
1900
Hoe goed hun band is, blijkt wel als Buys op 6 juni 1573 tijdelijk wordt benoemd als plaatsvervanger van Willem van Oranje, mocht hem bij de strijd tegen de Spaanse legers iets overkomen. Paulus Buys woont op dat moment in Leiden, aan het deftige Rapenburg. Hier, op nummer 19, staan oorspronkelijk vier huizen die al vóór 1530 zijn samengevoegd tot een groot pand. Buys is de eerste van een lange rij beroemde bewoners. Hij geeft als pensionaris van de stadsregering juridisch advies aan de regenten van Leiden en hij vertegenwoordigt hen bij rechtszaken.
403
2000
Paulus Buys koopt diverse panden aan het Rapenburg. Hij is onder andere eigenaar van het perceel dat tot de Oude Varkenmarkt doorloopt en bezit van een kwart van het huizenblok tussen het Noordeinde en de Groenhazengracht.
‘Ik zal Japan niet eerder verlaten dan nadat ik een uitvoerige beschrijving van het land heb gemaakt‘
Prins Willem van Oranje is op dat moment stadhouder namens Filips II. Maar als bestuurder van Holland, Zeeland en Utrecht kan hij de wreedheden niet langer aanzien en hij keert zich tegen de Spaanse koning. De Leidse advocaat Paulus Buys is een vertrouweling van de prins, hij steunt Willem van Oranje door dik en dun.
Jonkvrouw Hester della Faille staat er na de dood van haar man
De steenrijke
in 1600 alleen voor.
koopman Daniel
De opvoeding van hun
van der Meulen woont
negen kinderen valt
vanaf 1592 aan het
haar zwaar.
Rapenburg. De portretten van Daniel van der Meulen en Hester della Faille zijn in 1583 geschilderd, vermoedelijk door de Vlaamse meester Bernaert de Rijckere.
De goudkust van Leiden
Het laatste nieuws
Een wereldimperium
Slachtoffer van de pest
Voor het huis op Rapenburg 19 betaalt Paulus Buys zo’n 900 gulden, dat is drie keer het jaarsalaris dat hij in Leiden verdient. En het blijft niet bij dit ene pand, want als belegging koopt hij nog een aantal huizen aan de Leidse goudkust. Dankzij handige investeringen wordt Paulus Buys ten slotte een van de rijkste inwoners van Leiden. In 1592 verkoopt hij zijn bezit voor 6400 gulden aan de uit Antwerpen afkomstige Daniel van der Meulen. De steenrijke koopman is dan net getrouwd met Hester della Faille, een jonkvrouw uit een oud, adelijk Belgisch geslacht. De protestantse Hester is net als haar man naar het noorden gevlucht, om te ontsnappen aan de Spaanse inquisitie.
Door zijn internationale contacten is Daniel van der Meulen goed op de hoogte van het laatste nieuws. Hij wordt door collega’s geroemd om zijn kennis, en niet zelden doet men een beroep op zijn netwerk. De Franse ambassadeur is bij hem kind aan huis. Hij komt vaak op het Rapenburg boeken lenen, want de Leidse koopman heeft via zijn buitenlandse contacten een interessante bibliotheek opgebouwd. De unieke collectie bestaat uit zo’n 1200 boeken over uiteenlopende onderwerpen. Een andere attractie zijn de vijf kamers met goudleerbehang. De kostbare wandbekleding heeft Van der Meulen uit Spanje geïmporteerd. Het behang is tot dan toe nauwelijks bekend in de Noordelijke Nederlanden.
Daniel van der Meulen verovert vanuit Leiden de hele wereld. Scheepsladingen linnen, wol, brandewijn, olijfolie, gember, specerijen, zeep, spiegels, metaal, haring en dierenhuiden vinden hun weg naar steden in West-Europa, aan de Oostzee, rond de Middellandse Zee, aan de Afrikaanse westkust, in Oost- en West Indië en Brazilië. Met zijn broer Andries en een zwager runt de bewoner van Rapenburg 19 ook nog De Nieuwe Napelsche Compagnie. De mannen exporteren met veel succes graan naar Italië, waar tegen het einde van de eeuw hongersnood heerst.
Tijdens hun huwelijk bevalt Hester della Faille bijna elk jaar van een zoon of dochter. Ook al is hun huis voor Leidse begrippen niet klein, het gezin heeft een chronisch gebrek aan ruimte. Gelukkig krijgt Daniel van der Meulen in 1596 de kans om het ernaast gelegen pand op nummer 21 te kopen. Hij betaalt zijn buurman 2750 gulden. De uit Gent afkomstige architect Lieven de Key krijgt de opdracht om de twee huizen tot een geheel te maken, met als doel ‘een heerlic gebouw ter eere ende tot verchieringe van deser stede’. Zelf kan Van der Meulen niet lang van zijn nieuwe ‘stadspaleisje’ genieten. In Leiden waart in het voorjaar van 1600 de pest rond en hij overlijdt na een kort ziekbed. De markante koopman wordt slechts 45 jaar oud.
404
Rijnsburch van Beveren, echtgenote van Willem Paets. Ze overlijdt net als haar Achtergevel Rapenburg 19 met de wapens
man in 1669 aan een
van de families Paets en Van Beveren.
mysterieuze ziekte.
haar andere kinderen naar familie in Utrecht, want ze vermoedt dat het meisje ook besmet is. Drie weken later sterft haar dochter inderdaad aan de pest. ‘Ick can my niet troosten in dit cruijs dat my God toesent’, zo schrijft Hester over deze nieuwe beproeving.
Lakzegel met het wapen van de familie Paets.
Hollands classicisme
Nadat de meeste van haar kinderen volwassen zijn, verkoopt Hester della Faille als eerste het buurhuis Rapenburg 21. In 1634 neemt ze definitief afscheid van Leiden en verhuist naar Den Haag. Het herenhuis op nummer 19 wordt voor 23.800 gulden verkocht aan mr. Willem Paets, burgemeester van Leiden. Hij laat het monumentale pand grondig verbouwen, voordat hij er met zijn echtgenote jonkvrouw Rijnsburch van Beveren intrekt. Er komt een L-vormige vleugel rond de binnenplaats en de achtergevel wordt in Hollands classicistische stijl opgetrokken. In het timpaan worden de alliantiewapens van de families Paets en Van Beveren afgebeeld.
Mr. Willem Paets, burgemeester van Leiden. Hij woont van 1634 tot zijn dood aan het Rapenburg.
Rijk maar ongelukkig
Hester della Faille zit na de dood van haar man in zak en as. Ze moet negen kinderen, in de leeftijd van 1 tot 15 jaar, opvoeden. Financieel hoeft ze zich gelukkig geen zorgen te maken. De bezittingen van Daniel van der Meulen zijn maar liefst 120.000 gulden waard. De weduwe krijgt weinig tijd om te rouwen. Haar 12-jarige dochter klaagt over hoofdpijn en gloeit van de koorts. Uit voorzorg stuurt Hester
405
KLM-huisje # 93 wordt op maandag 8 oktober 2012 onthuld. Het is het vierde KLM-huisje binnen de stadsgrenzen van Leiden.
Kopergravure Het Rapenburg met boot, Daniël Vrijdag (18e eeuw).
Een dodelijke epidemie
In 1669 wordt Leiden getroffen door een onbekende epidemie die duizenden slachtoffers maakt. Het drinken van ‘brack, stinckent water en het bier daeruit gebrouwen’ blijkt de oorzaak. Ook de bewoners van Rapenburg 19 worden doodziek. Rijnsburch van Beveren is een van de eerste slachtoffers
die aan de mysterieuze ziekte overlijdt, acht dagen later bezwijkt haar man. Nadat het echtpaar is begraven, maken hun drie kinderen de gang naar de notaris. De afwikkeling van de erfenis neemt veel tijd in beslag. Rapenburg 19 wordt getaxeerd op 30.000 gulden. Uiteindelijk gaat Jacob Paets, de jongste zoon, in het ouderlijk huis wonen.
Het tuinfeest bij de familie Paets wordt in 1677 geschilderd door Jan Steen. Hij maakt het doek ter gelegenheid van een verloving. Op de achtergrond is de achtergevel van Rapenburg 19 te zien. Op het kussentje links staat het wapen van de familie Paets. De pauwen op het bordes zijn een teken van eeuwige trouw, de bellenblazende kinderen op de trap verwijzen naar het prille geluk. Het schilderij wordt op de European Fine Art in Maastricht in 1989 voor 2 miljoen gulden te koop aangeboden.
406
Op een van zijn buitenlandse reizen maakt Johan Meerman kennis met het werk van de Engelse societyarchitect James Wyatt. De beroemde Engelsman ontwerpt voor het huis in Leiden in 1788 een stijlvol stucplafond. Het heeft de allure van ‘koninklijke pracht en smaak’, zoals Johan Meerman dat in Engeland heeft gezien.
Een nieuw uiterlijk
Geld moet rollen
Deze koopman heeft jarenlang in Oost-Indië gewoond en is net teruggekeerd in zijn geboortestad Leiden. Van Bergen van der Grijp laat het huis compleet verbouwen. Rapenburg 19 krijgt daardoor zijn huidige uiterlijk, met aan de grachtzijde een hoge lijstgevel, met barokke ornamenten en een bordes. Na het overlijden van Johannes van Bergen van der Grijp wordt het huis in 1784 eigendom van de stadspensionaris Gijsbert van Staveren.
Een erudiete cosmopoliet
Als Jacob Paets in 1709 overlijdt, blijft Rapenburg 19 nog een generatie in het bezit van de familie. Willem Paets Jacobsz, de kleinzoon van de vroegere burgemeester van Leiden, neemt als laatste telg zijn intrek in het pand. Na zijn dood wordt het huis in 1752 voor 18.100 gulden verkocht aan Johannes van Bergen van der Grijp.
Van Staveren wordt voor 19.200 gulden de nieuwe eigenaar. Vier jaar later blijkt dat hij met de aankoop een geweldige belegging heeft gedaan. Johan Meerman, een jonge, reislustige advocaat en een gepassioneerd verzamelaar van boeken, heeft zijn zinnen gezet op Rapenburg 19. Geld speelt geen rol, want na het overlijden van diens vader heeft hij een fortuin geërfd. Meerman betaalt uiteindelijk 30.000 gulden voor het huis. Gijsbert van Staveren maakt dus in vier jaar tijd een winst van maar liefst 10.000 gulden!
Johan Meerman
Anna Cornelia Mollerus
(1753 - 1815)
(1749 - 1821)
407
De nieuwe bewoner is niet de eerste de beste. Als kind valt Johan Meerman op door zijn intelligentie en nieuwsgierige aard. Hij vertaalt op zijn tiende al een blijspel van Molière, dat ook nog wordt uitgegeven. Vier jaar later gaat het wonderkind rechten studeren aan de universiteit van Leipzig. Johan Meerman voltooit uiteindelijk zijn studie in Leiden en reist daarna maandenlang door Europa, waar hij kennis maakt met een groot aantal geleerden en kunstenaars. Drie jaar voordat hij aan het Rapenburg gaat wonen, trouwt hij met de dichteres Anna Cornelia Mollerus. Johan Meerman wordt schepen van Leiden. Hij neemt zitting in de Provinciale Rekenkamer en is afgevaardigde in de Staten van Holland.
Avonturen van een bibliofiel
directeur-generaal van Wetenschappen en Kunsten. Hij stort zich als erkend bibliofiel met hart en ziel op de uitbreiding van de Koninklijke Bibliotheek. In enkele jaren tijd ziet de gerenommeerde bibliotheek haar collectie vertienvoudigen.
Tijdens de Bataafse Revolutie wordt door ontevreden burgers afgerekend met het ancien régime. Johan Meerman behoort tot het establishment en in 1795 wordt hij daarom uit zijn ambt gezet. Nu hij zeeën van tijd heeft, maakt hij met Anna een avontuurlijke reis door Denemarken, Zweden, Rusland, Polen en Pruisen. Het echtpaar trekt jarenlang van de ene naar de andere stad. De Leidse advocaat is verslaafd aan lezen. Tijdens hun reis bezoeken het echtpaar maar liefst zestig bibliotheken, die Johan Meerman in zijn dagboeken recenseert. Onderweg doorstaat het echtpaar ijzige kou, modderwegen, ongelukken met hun koets en personeel dat hen in de steek laat. Tot overmaat van ramp wordt Johan Meerman ook nog ziek, waardoor het echtpaar langdurig in Moskou moet blijven. Pas in september 1800 keren Johan Meerman en Anna Mollerus via Warschau en Duitsland terug naar Leiden.
Meerman is in zijn functie ook verantwoordelijk voor het pas geopende Koninklijk Museum, de voorloper van het Rijksmuseum. Hij beheert namens Lodewijk Napoleon het aankoopbudget. Johan Meerman zorgt ervoor dat twee belangrijke particuliere verzamelingen met topstukken van 17e eeuwse meesters worden aangekocht.
Het Koninklijk Museum
De revolutie in de Noordelijke Nederlanden is met de komst van de Fransen in een rustiger vaarwater beland. Napoleon Bonaparte heeft zich over de Republiek ontfermt en er een vazalstaat van gemaakt. Om de schijn van zelfstandigheid te wekken roept de keizer in 1806 het Koninkrijk Holland uit. Maar hij zet wel zijn broer Lodewijk Napoleon op de troon! Johan Meerman wordt door de nieuwe koning benoemd tot Johan Meerman laat zich in 1812 in Parijs portretteren door Robert Lefèvre, een schilder die diverse personen uit de entourage van Napoleon vereeuwigde.
408
Philipp von Siebold als jonge arts in dienst van het Nederlandse leger.
Philipp von Siebold met zijn medestudenten in 1815. Hij studeert medicijnen in het Duitse WĂźrzburg.
In dienst van de keizer
Ondertussen is Napoleon Bonaparte ontevreden over de manier waarop zijn broer het Koninkrijk Holland leidt. Hij ontslaat de koning, het land wordt een departement van zijn immense keizerrijk. Johan Meerman verhuist onder druk van Napoleon tegen wil en dank naar Parijs, waar hij als een van de zes Hollandse leden toetreedt tot de Franse Senaat. Rapenburg 19 in Leiden staat vanaf dat moment leeg en het pand wordt verhuurd. Pas na de val van Napoleon keren Johan Meerman en zijn vrouw deďŹ nitief terug naar Nederland. Hij overlijdt als stateloos burger in 1815. Rapenburg 19 wordt door de weduwe in 1822 verkocht, voor 14.050 gulden.
De nieuwe eigenaresse is Adriana de Witt. Ze is net als Anna Mollerus weduwe en woont tot 1832 aan het Rapenburg, daarna verhuist ze naar Haarlem en verhuurt het huis. Met Philipp Franz Balthasar von Siebold krijgt het opnieuw een bijzondere bewoner.
Pionieren in Japan
Philipp von Siebold komt uit een familie van artsen. Na zijn studie medicijnen treedt hij in 1822 in dienst van het Nederlandse leger. Von Siebold krijgt een baan als chirurgijnmajoor in IndiĂŤ, waar hij verantwoordelijk wordt voor de gezondheid van de Nederlandse troepen. De jonge arts werkt nog maar enkele maanden
in Batavia, als hij door de gouverneur naar Japan wordt uitgezonden. Dat land is vrijwel afgesloten van de rest van de wereld. Buitenlanders mogen op bevel van de sh gun Japan niet in, de enige contacten met westerlingen beperken zich tot een Nederlandse handelspost op een eilandje voor de kust van Nagasaki. Het verblijf van Philipp von Siebold op Deshima zal van grote betekenis blijken voor zowel Japan als Nederland.
De baai van Nagasaki, geschilderd door Kawahara Keiga (eerste helft 19 e eeuw). Links naast de schepen van de VOC ligt het kunstmatige eiland Deshima. Met deze handelspas geeft de sh gun de Nederlanders toestemming om handel te drijven met Japan.
Bekeringsdrift
Japan is tot de 19e eeuw een gesloten gemeenschap omdat eerdere contacten met buitenlanders tot onrust hebben geleid. Portugese handelaren zijn in 1543 de eerste westerlingen die in Japan voet aan wal zetten. Maar in hun kielzog reizen er priesters mee die de Japanners proberen te bekeren. De sh gun sluit daarom in 1639 de grenzen. De Nederlanders krijgen daarna het exclusieve recht om handel te drijven met Japan. Pas in 1853 gaan de grenzen voorzichtig open.
409
Plattegrond van Deshima, het schiereiland voor de kust van Nagasaki.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie mag twaalf keer per jaar een handelsreis naar Japan maken. Op de terugweg nemen de schepen goud, zilver en koper mee. Philipp von Siebold komt op 23 augustus 1823 aan op Deshima. Op het schiereilandje staan elf huizen voor de Nederlandse ambtenaren en hun Maleise bedienden, en een aantal pakhuizen. De bewoners mogen zonder vergunning niet naar het vaste land van Nagasaki. Andersom kunnen de Japanners het eiland ook niet bezoeken, tenzij ze tolk of prostituée zijn.
Aanleg unieke collectie
Philipp von Siebold wint als arts al snel het vertrouwen van de bewakers. Hij krijgt een pas om bij medische noodgevallen naar Nagasaki te mogen reizen. De Japanse artsen op het vasteland zijn onder de indruk van zijn kennis van de westerse geneeskunde en hangen aan zijn lippen. Studenten geneeskunde doen zich zelfs voor als tolk om in het geheim op Deshima colleges van Philipp von Siebold te volgen. De 26-jarige arts raakt op zijn beurt gefascineerd door de Japanse
cultuur. Zijn studenten helpen bij het opbouwen van een collectie gebruiksvoorwerpen en kunst, die hij in grote kisten naar Nederland stuurt. Von Siebold doet ook onderzoek naar de flora en fauna van Japan en verzamelt gedroogde bloemen, planten en zaden. Hij neemt zich voor om Japan niet eerder te verlaten dan nadat hij ‘een uitvoerige beschrijving van het land heeft gemaakt voor een Japans museum en alle mogelijke flora bijeen heeft vergaard’.
Philipp von Siebold geeft deze hortensia de Bij zijn verbanning in 1829 moet Philipp von
latijnse naam Hydrangea Otaksa. De bloem
Siebold zijn geliefde Kusumoto Otaksa en hun
is vernoemd naar zijn Japanse vrouw Otaksa
2-jarig dochtertje Oine in Japan achterlaten.
en is het symbool van de stad Nagasaki.
410
Sakura, het hondje dat Philipp von Siebold uit Deshima meeneemt naar Leiden. Het dier is na zijn dood opgezet en maakt deel uit van de museumcollectie.
Verdacht van spionage
Nadat hij vijf jaar op Deshima heeft gewoond, maakt Philipp von Siebold plannen om terug te keren naar Nederland. Maar in zijn bagage bevinden zich in het geheim gemaakte landkaarten, die de Japanse bewakers bij toeval ontdekken. Von Siebold wordt gearresteerd en verdacht van spionage. Na bijna een jaar lang gevangen te hebben gezeten, wordt hij verbannen. Philipp von Siebold mag zijn unieke collectie voorwerpen, de uitgebreide verzameling flora en (opgezette) fauna en zijn hondje Sakura meenemen. Hij reist via Batavia naar Leiden, waar hij in 1832 aan zijn levenswerk Nippon, Fauna Japonica en Biblioteca Japonica gaat werken.
Philipp von Siebold huurt aanvankelijk enkele kamers aan het Rapenburg 19, voor hem en zijn twee dienstbodes. Hij wil er zijn etnografische verzameling voor het publiek toegankelijk maken. Gedurende zijn verblijf in Japan heeft Von Siebold maar liefst 5000 objecten verzameld, en 2000 zaden, 12.000 gedroogde bloemen en ruim 7000 (opgezette) dieren. Koning Willem II koopt de enorme collectie aan, voor ongeveer 60.000 gulden. Met de eerste aanbetaling kan von Siebold in 1836 Rapenburg 19 aanschaffen, voor 13.000 gulden. De begane grond van het monumentale pand verhuurt hij aan de studentenvereniging Minerva, die het als sociëteit gebruikt.
De Japanse Lelie wordt door Philipp von Siebold in 1831 in Europa geïntroduceerd.
411
Philipp Franz von Siebold wordt in 1842 door koning Willem II in de adelstand verheven en is vanaf dat moment jonkheer.
Japansch Museum
Op de eerste verdieping opent Philipp von Siebold in 1836 zijn Japansch Museum. Het zijn niet de minste bezoekers die de uitzonderlijke collectie komen bekijken; naast veel wetenschappers komen ook koning Willem II, de Russische tsaar Alexander II en de Pruisissche koning Friedrich Wilhelm IV een kijkje nemen. De hoge gasten zijn overigens ook onder de indruk van het brutale Japanse aapje, dat von Siebold eerder als souvenir heeft meegenomen. Het dier zit in de achtertuin aan een boom gebonden. In de tuin groeien ook de uit Japan meegebracht zaden van de hortensia, Japanse lelie, azalea en blauwe regen. De soorten zijn tot dan toe nog onbekend in Europa.
ruimtegebrek elders ondergebracht. Twee jaar later koopt Reinwardt het huis voor 14.000 gulden. Hij blijft er met zijn vrouw tot zijn dood in 1854 wonen. De uit Antwerpen afkomstige Petrus de Raadt wordt de volgende eigenaar, hij gaat er niet zelfs wonen maar verhuurt de kamers. In 1862 komt het monumentale pand in het bezit van de Nederlandse staat. Daarna is het tot 2000 in gebruik als Kantongerecht. Nadat de rechtbank is verhuisd naar een nieuw onderkomen, worden er aan het Rapenburg grote plannen gemaakt‌
Recht aan Het Rapenburg
Vanaf 1845 verhuurt von Siebold het huis aan Caspar George Carel Reinwardt, een hoogleraar in de botanie. De etnograďŹ sche verzameling van Philipp von Siebold wordt wegens
412
Van 1863 tot 2000 is het kantongerecht gevestigd op Rapenburg 19.
Bij het staatsbezoek van keizer Akihito en zijn vrouw aan Nederland brengt het keizerlijk paar op 25 mei 2000 een bezoek aan het Japanmuseum SieboldHuis. Op straat maken ze spontaan een praatje met enkele studenten, wat heel ongewoon is in Japan. Het keizerlijk paar biedt het museum als geschenk een vaas aan, met de kiku no gomon (de keizerijke chrysant).
Bezoek Japanse keizer
In 2000 is het precies 400 jaar geleden dat het VOC galjoen De Liefde als eerste Nederlandse schip Japan bereikt. Ter gelegenheid daarvan worden in 2000 vierhonderd jaar handelsbetrekkingen met Japan gevierd. Een onderdeel van de festiviteiten is een tijdelijke tentoonstelling, in het voormalige woonhuis van Philipp von Siebold. De 19e eeuwse arts blijkt in Japan na al die eeuwen nog steeds een van de meest beroemde westerlingen. Ter gelegenheid van de herdenkingsjaar brengen de Japanse keizer Akihito en keizerin Michiko een bezoek aan Leiden. De tentoonstelling is een overweldigend succes en de plannen voor een Von SieboldHuis krijgen deďŹ nitief vorm. Na een grondige verbouwing opent het Japanmuseum SieboldHuis in 2005 deďŹ nitief zijn deuren voor het publiek.
Caspar George Reinwardt, hoogleraar in de botanie.
413