Bier maken en drinken in Zwevegem

Page 1

' ;-v1^¥|r

J

V^*?7',!-'-'-"-'-

W&-. LJ-*-*'?

. *'' j •"

^••-•:---

'&&%•••:•.••'

%'&Zï -' •j S -*

'jvv'V A/^//^ 55.^»vV'^7*wv*v*



BIER MAKEN EN DRINKEN IN

ZWEVEGEM Een inventaris van de brouwerijen, cafĂŠs en eetgelegenheden binnen de grenzen van de deelgemeente Zwevegem



VOORWOORD Dit is een lustig boek, over bier brouwen, verkopen (en uitdrinken) in de vroegere gemeente Zwevegem, plus een paar drankgelegenheden op Heestert en Sint Denijs, die meegingen met de parochie Knokke. Het boek is het resultaat van veel collectief werk en is allicht nog vatbaar voor aanvullingen of verbeteringen. Er stond in het oude Zwevegem dan ook een recordaantal aan cafés, cafeetjes en sluikcafeetjes, en in die tientallen en tientallen namen is een foutje snel gemaakt. Maar we hebben ons best gedaan. In een eerste deel schetst Jaak Bataille een beeld van de gewezen Zwevegemse brouwerijen. Het tweede deel geeft alle inlichtingen die nodig zijn om zelf een vaatje bier te brouwen. In een derde deel volgt dan de lijst van de ‘bierwinkels’ die we gevonden hebben, heel ruim genomen. Het vierde deel, over het Internationaal Streekbierenfestival, mocht natuurlijk niet ontbreken. En in een vijfde deel, tenslotte, brengt André Velghe een heel aantal spreuken en gezegden samen die verband houden met alles wat bier betreft. Iedereen die geholpen heeft om deze uitgave zo compleet en rijk mogelijk te maken danken we van harte. Een ‘tournée générale’ durven we niet aan, uit schrik dat we te veel mensen zouden vergeten. Maar in gedachten zeggen we: ‘schol’ of ‘santé’ of ‘ip de gezoondheid’! De auteurs Jaak Bataille, geboren te Zwevegem op 27 december 1938.

Jan Deloof, geboren te Zwevegem op 7 mei 1930.

Gepensioneerde bediende van Bekaert. Publiceerde een drietal fotoboeken over oud Zwevegem.

Gepensioneerde van Bekaert en oud-redactielid van Ons Erfdeel. Publiceerde verschillende boeken over Bekaert en Zwevegem, en over Bretoense en Zuid-Afrikaanse literatuur.

Luc Vanassche, geboren te Zwevegem op 28 mei 1950.

André Velghe, geboren te Oostende op 30 juni 1946.

Inspecteur van politie op rust. Publiceerde samen met André Velghe een zestal (foto)boeken over de Zwevegemse politie, de wijk Knokke en de wielrenners Marcel Kint en Willy Truye

Hoofdcommissaris van politie op rust. Publiceerde samen met Luc Vanassche een zestal (foto)boeken over de Zwevegemse politie, de wijk Knokke en de wielrenners Marcel Kint en Willy Truye



I.

OVER BROUWERIJEN EN BROUWERS TE ZWEVEGEM


Avelgemstraat - 1) brouwerij Demeestere, 2) ’t Pluimke en 3) ‘t Haantje

1910 - huwelijk van brouwer Hector Demeestere en Lisa Beert. – zie tekst hiernaast. 6


België staat nog overal ter wereld bekend om zijn diversiteit aan streekbieren, maar in de gezellige ‘vroegere jaren’ waren er nog oneindig veel méér, want elk dorp had toen zijn eigen brouwerij. En als je over een ‘grotere gemeente’ sprak, waren daar altijd meerdere brouwerijen te vinden. Naar het eind van de negentiende eeuw toe vormde Zwevegem daar geen uitzondering op. Toen waren er hier (volgens de nijverheidstelling van 1891) niet minder dan vier brouwerijen:  Brasserie Hector Demeestere & Co., Rue d’Avelghem 2  Brasserie Aimé De Pape, Rue d’Ooteghem 13  Brasserie Henry Sobry, Rue d’Ooteghem 21  Brasserie Aloïs Sobry, Rue d’Ooteghem 97

Brouwerij Bafcop Veruit de belangrijkste brouwerij van Zwevegem is echter die van Cyrille Bafcop geweest, die gegroeid is uit de Brouwerij Hector Demeestere (sinds 1918-19) en in 1933 opeens veel groter geworden is door de overname van de Brouwerij Aloïs Sobry. Om het verhaal van de Brouwerij Bafcop te kennen leze men dus hieronder het relaas over de brouwerijen van Hector Demeestere en Aloïs Sobry.

Brouwerij Hector Demeestere Deze brouwerij was gelegen op de Plaats van Zwevegem, in de hoek van de Otegemen Avelgemstraten, daar waar nu het parkeerterrein ligt van ‘Nicolas en Virginie’. Bij de brouwerij hoorde ook herberg ‘Het Damberd’, en in dit gebouw is nu de winkel ‘Nicolas en Virginie’ zelf gehuisvest. Volgens onze gegevens was ene Vanrobaeys brouwer en eigenaar van voor 1880. Zijn weduwe Nathalie Vanderplancken overleed in 1881. Hector Demeestere was er in 1891 eigenaar en brouwer. Hij was geboren in 1854. In 1911 stond hij geregistreerd als ‘brouwer en herbergier’. In de beginjaren van de twintigste eeuw was Cyrille Bafcop, die klerk was bij notaris Vandevenne, zijn boekhouder. Cyrille Bafcop woonde daar in 1900 trouwens al in als kostganger. Hij werd stilaan door zijn werkgever ook in alle technische knepen van het vak ingewijd. In 1913 vertrok Cyrille Bafcop met zijn vrouw, Margriet Gerniers, en dochtertje Isabelle naar Astene, maar keerde in 1919 naar Zwevegem terug, waar in datzelfde jaar zijn zoon Charles werd geboren en hij de brouwerij van Hector Demeestere overnam. Hij ging in het complex van de brouwerij wonen, Avelgemstraat 1, maar hield er geen café. Vooraan had je toen de woning met het bureau, erachter de eigenlijke brouwerij. Naar verluidt was mevrouw Bafcop de grote baas op het bureau (en wie het mensdom kent denkt erbij: en dus zeker ook wel in de woning). Cyrille Bafcop bleef daar brouwen tot in 1933. Toen nam hij de gebouwen van de brouwerij Aloïs Sobry aan het kanaal over, verhuisde zijn installaties naar daar, ging er wonen en sloot de oude brouwerij Demeestere. Tot op dat ogenblik werd deze brouwerij commercieel ook ‘Brasserie Le Damier’ genoemd, wat natuurlijk de Franse naam is van ‘Het Damberd’ (zie in de lijst van de cafés, onder Avelgemstraat 1).

7


Brouwerij Henri Sobry/Mostaert

Paul Sobry - gemeenteraadslid vanaf 17 november 1894, en schepen vanaf 15 oktober 1899 tot aan zijn dood in 1933

Cyrille Bafcop ((1878-1940), stichter van de brouwerij Bafcop te Zwevegem, voorzitter van de Vereniging van de Brouwers van het Kortrijkse, gemeenteraadslid van Zwevegem.

8

Charles Bafcop - (19171954)


Behalve een eerste foto die de oude brouwerij Demeestere in beeld brengt, tonen we in verband hiermee nog een tweede merkwaardige foto: het huwelijk in 1910 van de toen al niet meer zo jonge brouwer Hector Demeestere. In het midden zitten de brouwer en zijn bruid Lisa Beert. Ze zijn geflankeerd door links Cyrille Bafcop en rechts Gustaaf Beert, de vader van de bruid. Op de tweede rij herkennen we Valère Demeestere (die van de Demeesterestraat) met zijn echtgenote en een paar brouwersknechten, van wie de rechtse Aloïs Dervaux is en verder Alberic Cottenier, uitbater van Café Sint Sebastiaan juist naast de brouwerij, zijn vrouw Diete en hun dochtertje Paula, die later bekend stond als “Pola van ’t Statheus”. Op de bovenste rij herkennen we nog als tweede van rechts Charles Decuypere uit Café Den Hovenier in de Kasteelstraat. De foto werd genomen op de binnenplaats van de brouwerij.

Brouwerij Aimé De Pape Amper vijftig meter verderop in de Otegemstraat stond de brouwerij De Pape, waarvan de bedrijfsgebouwen achter café Het Oud Gemeentehuis lagen. Die gebouwen hebben na 1938 lange jaren dienst gedaan als brandweerarsenaal. Waarschijnlijk is dit de oudste van de in 1891 bestaande Zwevegemse brouwerijen. De eerste sporen ervan zijn immers terug te vinden in de wezenregisters van de achttiende eeuw, die ons vertellen dat een zekere Joannes Deleersnijder rond 1770 zowel de herberg Het Gemeentehuis als de brouwerij erachter in eigendom had. Bij zijn overlijden zette zijn weduwe, geboren Isabella Clara Willaert, de zaak voort en hertrouwde later met Dominicus De Pape uit Kuurne. Volgens ‘De geschiedenis van Sweveghem’ (L. L. Bekaert – 1927) was deze Dominicus De Pape in het jaar 1800 de eerste Zwevegemnaar die beschikte over een ‘sjieze’ (een sjees). Tijdens de gevechten in 1814 tussen de Fransen en het oprukkende Pruisische leger komen brouwerij en herberg een paar maal in de belangstelling. In 1900 was een afstammeling, Aimé De Pape, de uitbater, en dat bleef hij tot in 1919. Aimé De Pape was gehuwd met een dochter Vanrobaeys, een familie met aanzien, die in de onmiddellijke omgeving woonde. Alfred Vanrobaeys nam de brouwerij in 1919 over en brouwde er verder bieren van hoge gisting tot in 1930. Om de groeiende concurrentie het hoofd te kunnen bieden werd vanaf 1930 overgeschakeld op bieren van lage gisting, maar Vanrobaeys heeft dat niet lang kunnen volhouden en weldra was de brouwerij alleen nog een depot van de brouwerij Verhaeghe uit Vichte. In 1935 kwam ook hieraan een einde en toen in 1938 de Zwevegemse brandweer werd gesticht, werden de gebouwen – zoals reeds vermeld – het eerste arsenaal.

Brouwerij Henri Sobry Ook deze brouwerij was gelegen vooraan in de Otegemstraat, een paar huizen voorbij het huidige café ‘Shakespeare’, waar nu een flatgebouw te vinden is. Op deze plaats stond behalve de brouwerij ook een herberg. Brouwerij en herberg werden vermeld onder de commerciële naam ‘Brasserie La Maison Rouge’ of ‘Brouwerij Het Roodhuis’. Later werd deze naam veranderd in ‘Malpertus’ en tenslotte in ‘Het Brouwershof’ (zie in de lijst van de cafés onder Otegemstraat 24-26).

9


1) Brouwerij Bafcop - ca 1945 - op de voorgrond 2) De Kaai

Brouwerij Bafcop, loskaai, electriciteitscentrale en weverij La Flandre

1946 of 1947 - op de achtergrond de oude 'Au Pavillon' en de brouwerij Bafcop

10


Ook deze brouwerij moet oud zijn geweest, want ze werd al in 1790 uitgebaat door Sieur Clement van Dommele, “zijn domicilie ter usantie van bierbrouwerije hebbende”. In 1891 was de brouwer er dus Henri Sobry. Eigenlijk had zijn vrouw (Julie Verriest, een zus van Hugo Verriest, de paster van te lande) die brouwerij geërfd van haar moeder, de van oorsprong Zwevegemse Caroline Vanackere. Henri Sobry behoorde tot een belangrijke landbouwersfamilie en stond dan ook bij zijn huwelijk nog bekend als landbouwer. Maar hij werd daarna dus brouwer. Hij had blijkbaar geen opvolgers; zijn zoon Karel droeg op 17 april 1900 zijn eremis op als priester van het bisdom Brugge. Henri verhuisde eind februari 1908 met zijn vrouw naar Deerlijk en de brouwerij werd verkocht aan de familie Gaston en Gudule Mostaert Cousyn, die van Roesbrugge kwamen. De eerste wereldoorlog werd deze brouwerij fataal. De Mostaerts verdwenen uit Zwevegem en na de oorlog is er waarschijnlijk geen bier meer gebrouwen. Tussen 1920 en 1932 deden de gebouwen alleen nog dienst als stapelplaats voor bieren die elders werden gebrouwen. Hier kwam dan het café Malpertus tot stand (zie boven).

Brouwerij Aloïs Sobry Deze brouwerij was gelegen aan de oostkant van het kanaal Bossuit-Kortrijk, werd in 1933 door Cyrille Bafcop overgenomen en stond daarom later algemeen bekend als de ‘Brouwerij Bafcop’. Een document van 1875 vertelt ons dat een zekere Leopold Buyssens de toelating had bekomen om voor zijn brouwerij water te betrekken uit de vaart. Aangezien de telling van 1891 geen gewag maakt van een brouwerij Buyssens mogen we aannemen dat Alois Sobry toen de genoemde Buyssens als brouwer aan het kanaal was opgevolgd. Aloïs Sobry behoorde tot dezelfde familie als de bovenvermelde Henri Sobry: ze waren kozijns van elkaar. Toen Henri op 19 januari 1869 in Deerlijk trouwde met Julie Verriest was Aloïs trouwens zijn getuige. Later zijn ze dus concurrenten geworden. Aloïs Sobry was behalve brouwer ook gemeenteraadslid van Zwevegem, vanaf 17 februari 1867, en werd schepen op 21 januari 1888. Hij stierf op 2 september 1893 en zijn zoon Paul nam de brouwerstaak over, maar ook de ambten: hij was gemeenteraadslid vanaf 17 november 1894, en schepen vanaf 15 oktober 1899 tot aan zijn dood in 1933. Hij was dus nagenoeg 35 jaar lang schepen en diende onder drie burgemeesters: Theophiel Toye, Leon Leander Bekaert en Leon Antoon Bekaert. Hij werd echter wél de laatste brouwer van de familie. Toen hij in 1933 verongelukte nam Cyrille Bafcop de zaak over, verliet zoals gezegd de vroegere brouwerij Demeestere aan de Plaats en vestigde de brouwerij Bafcop definitief aan het kanaal. Cyrille Bafcop had als brouwer al gouden zaken gedaan, maar was nog gelukkiger toen een erfenis uit het Poperingse in het jaar 1929 hem vele miljoenen en tientallen herbergen in de schoot wierp. Hij had dus de nodige middelen om de oude bedrijfsgebouwen Sobry uit te bouwen tot een moderne brouwerij. Dat gebeurde, en Cyrille Bafcop werd een figuur met aanzien in de wereld van de West-Vlaamse brouwers. Hij bracht het overigens tot voorzitter van de Vereniging der Brouwers uit het Kortrijkse. Cyrille Bafcop verongelukte in zijn brouwerij in het jaar 1940 en de zaak ging over naar zijn zoon Charles en zijn dochter Isabelle, die gehuwd was met handelaar Lemahieu uit 11


Kortrijk. Charles Bafcop zou nog blijven brouwen tot in 1954, toen ook hij door een ongeval om het leven kwam: er was brand ontstaan in zijn slaapkamer. De zaak werd voortgezet door Isabelle, die echter niet meer zelf brouwde en de brouwerij omvormde tot een bierdepot voor andere brouwerijen. De zaak verviel nogal snel en de gebouwen stonden geruime tijd leeg. Ze verdwenen bij de verbredingswerken aan het kanaal in de jaren 1970 en dat was meteen het einde van alle vier de brouwerijen in Zwevegem.

Otegemstraat - 1) De Kaai, 2) Brouwerij Bafcop en 3) Au Pavillon

Etiketten van de brouwerij Bafcop

12



II. HET BROUWPROCES



Moderne technieken hebben het brouwproces verfijnd. De kwaliteit van het bier blijft constant, de productiviteit ligt hoger, de hygiëne is gegarandeerd. Door de voortdurende aandacht en toewijding van de brouwer krijgt de bierliefhebber vandaag een klasseproduct in zijn glas. Een overzicht van het brouwproces. 1. MALEN EN BROUWEN Het mout wordt gemalen en geplet: 'schroten' noemt de brouwer dat. Daarna wordt het moutmeel of 'schroot' in de maischkuip of beslagkuip gestort en met 1auw water vermengd. Vroeger gebeurde dat door urenlang in de beslagkuip te roeren. Vandaar dat de 'roerstok' nu nog altijd het symbool is van het brouwersberoep. In de moderne brouwerijen zorgt een automatisch roerwerk in de kuip voor het voorzichtig omroeren van het beslag. In de grote koperen brouwketels brengt de brouwer het beslag stapsgewijs naar een temperatuur van 75°C. Door die werkwijze gaat hij de oplosbare bestanddelen van het mout oplossen en het zetmeel in oplosbare suiker (maltose) omzetten. We onderscheiden twee brouwmethodes: de infusiemethode en de decoctiemethode. Bij de infusiemethode voegt men stelselmatig heet water bij het beslag, tot 75°C - vooral bij het brouwen van bieren van hoge gisting (o.a. de Belgische speciaalbieren) gaat men zo te werk. Bij de decoctiemethode pompt men een deel van het beslag over naar een 'maischketel’ waarin het tot 100°C verhit wordt. Daarna gaat het opgewarmde beslag terug naar de kuip en stijgt de temperatuur van bet gehele beslag automatisch. De decoctie kan tot driemaal toe herhaald worden. Vooral bij de bereiding van bieren van lage gisting (o.a. Belgische pilsbieren) past men de decoctiemethode toe. 2. FILTRATIE EN KOKEN Het versuikerd beslag dat nu bereikt is, krijgt even de tijd om te rusten en is dan aan filtering toe. De bodem van de kuip fungeert als een soort zeef en houdt het moutafval tegen, terwijl het wort wegloopt en opgevangen wordt. Het moutafval noemt men ook ‘draf’ en wordt gecommercialiseerd a1s veevoeder. Vervolgens gaat het wort gedurende ongeveer 60 tot 150 minuten aan de kook in de kookketels. Door dat koken bepaalt de brouwer exact de densiteit of het stamwortgehalte van zijn bier. Hij voegt er nu ook de gewenste hoeveelheid hop aan toe om het bier zijn specifiek aroma te geven. Het koken zorgt ook voor bet steriliseren van de vloeistof en de vernietiging van de enzymen. 3. ZUIVERING, KOELING EN GISTING Na het koken verwijdert men door bezinking of centrifuge de hop die het bier op smaak gebracht heeft en gaat men over naar de afkoeling van bet brouwsel. Het wort loopt over afkoelbuizen of door platenkoelers, waarna het belucht wordt: zuurstof is immers nodig voor de vermenigvuldiging van de gist. De temperatuur van het wort is gedaald tot 8°C en klaar voor de gistingskuip. De gisting zet de vergistbare suikers om in a1coho1 en koolzuur: wort verandert in bier. Bij bieren van hoge gisting ligt de optimale vergistingstemperatuur tussen 15 en 25°C en duurt de gisting vier tot zes dagen. Bieren van lage gisting vragen zes tot acht dagen bij 5 tot 10°C.

15


4. LAGERING Het uitgegiste bier verlaat de gistingskuipen en vloeit naar de lagertanks. De smaak is echter nog wat jong -men noemt het ’jongbier’ - en de helderheid staat nog niet op punt. Het lageren gebeurt in reusachtige lagertanks en duurt van veertien dagen tot drie maanden, afhankelijk van het biertype. De temperatuur bedraagt ongeveer 0°C. Tijdens de lagerperiode rijpt het bier en verfijnt de smaak. De gist bezinkt en het brouwsel wordt helder. En tenslotte wordt het bier verzadigd door een secundaire gisting. 5. FILTRATIE Na het lageren is het de beurt aan het filteren. Door de filtreermethodes wordt het bier gezuiverd van gistcellen en andere zwevende bestanddelen. Maar bovenal krijgt het bier zijn kristalheldere glans. Sommige speciaalbieren blijven ongefilterd en hebben een troebel uitzicht. Vooral bij de witbieren en vele speciale bieren met hergisting op de fles is dat het geval. 6. AFVULLING Het bier is drinkensklaar en wordt gepasteuriseerd, maar... het moet nog in fles, blik of vat. De tijd dat het bottelen handmatig gebeurde, ligt ver achter ons. Duizenden flesjes per uur worden gereinigd en gaan de bottellijn in. De flessen worden op druk gebracht, gevuld, en afgesloten met een capsule of kroonkurk. Het vullen is eigenlijk ‘meer dan vullen’, want de flesjes lopen over, zodat vermeden wordt dat het bier in de fles met de 1ucht in contact komt. Daarna komt het etiket op de fles en gaan de flessen in kratten of kartonnen verpakkingen. Bij blikjes gebeurt de behandeling op nagenoeg dezelfde wijze. Voor het vullen van vaten verloopt alles wat eenvoudiger. Brouwerijen gebruiken vandaag geen houten vaten meer, ze zijn nu gemaakt uit roestvrij staal. Daardoor zijn de vaten hermetisch gesloten en is de hygiëne gevrijwaard. Tegenwoordig kunnen tankauto's met helderbiertanks het bier ook direct in het bierreservoir van een café leveren. Het transport is dan gekoeld en het bier blijft onder koolzuurdruk.

16


AANTAL BROUWERS IN BELGIĂ‹*

*

Jaar

Aantal brouwers

Productie (in 1.000 hectoliter)

1900

3223

14617

1910

3349

16019

1920

2013

10408

1930

1546

16099

1939

1120

12488

1950

663

10140

1960

414

10110

1970

232

13015

1980

143

14291

1990

126

14141

1995

115

14528

1999

112

14575

2000

113

14734

2001

117

14966

2002

118

15696

2003

115

15650

2004

115

17409

Bron: Nationale Bank en Belgische Brouwers

17



III.

CAFÉS EN ANDER VOLKSVERMAAK



Het overzicht dat hier volgt steunt op de bevolkingsregisters van 1900, 1910, 1930 en 1948 waaruit alle personen werden genoteerd die toen als ‘herbergier’ of ‘herbergierster’ bekend stonden. Dat register vermeldt geen namen van herbergen, maar wel het toenmalige juiste adres van die herbergiers. Door een gelukkig toeval is ook een lijst (met de hand geschreven) van vermoedelijk vlak na 1914-1918 bewaard gebleven en ons overgemaakt door zowel Roger Deschepper als Walter Vanden Heede. Daarin staan 100 herbergnamen vermeld, samen met het adres en de toenmalige café-uitbater. Het is duidelijk dat deze lijst niet alle herbergen bevat, maar misschien de herbergiers die meededen aan een of andere festiviteit. Het kan ook dat er een tweede blad heeft bestaan, dat verloren is gegaan. Anderzijds zijn eveneens oude herbergen te vinden in de ‘Schets ener toponymie van de gemeente’ in Sprokkelingen uit Zwevegem’s verleden (deel II) van Alberik Ovaere. Op basis daarvan heeft hij in de jaren 1968-1970 een reeks korte bijdragen over toen al verdwenen en toen nog bestaande cafés gepubliceerd in het Parochieblad, waaruit we hebben geput. Tenslotte zijn ook officiële gegevens uit onder meer de kiezerslijsten van april 1979 en november 1989 overgenomen. Wat hier volgt is een combinatie van al die bronnen, aangevuld met een hele waslijst van inlichtingen die werden aangebracht door heel veel verschillende mensen. We vernoemen alfabetisch de talrijke personen die ons belangrijke informatie hebben verschaft:                         

Luc Caulier Gaby De Cock Laurent Dejonckere (heel veel informatie over het hele dorp) Marcel Delbeke Giovan Deloof Yvan Devlaminck (streekbierenfestival) Therese Devos - Delgat Lucien D’Haene (+) Myriam Dumortier (over de vaart) Jeannette Gevaert Denise Hostens Marcel Houpline Raf Houpline Rik Lazou Lucien Maes (uit Den Anker) Michel Malfait (voor de Kreupel) (+) Erik Notebaert Georgette Rommens Abel Soens - Clapuyt Olga Vandenherke (tal van wetenswaardigheden over de ‘Plaatse’) de gebroeders Vangheluwe (uit Den Dinsdag) Roger Vanoverbeke (de hem bekende oude en huidige cafés in de Otegemstraat) Claude Vermaut Willy Verschuere Hervé Weedaege


We zijn hun en de talloze anderen die ook een woordje aan het boek toevoegden veel dank verschuldigd. Ook de illustratie is van veel kanten aangebracht, vooral door Jaak Bataille, Luc Vanassche, Remi Vanloosveldt, André Velghe. Die oude foto’s dragen natuurlijk enorm bij tot de charme van deze publicatie. Een raadgeving voor het vlot gebruik van het boek: voor zover het nog bestaat is het huidig huisnummer van het (vroegere) café vermeld. In dit verband betekent een vraagteken bij de straatnaam dat de plaats van een vroeger café onbekend is of erg moeilijk aan te duiden. De straten zijn alfabetisch gerangschikt en kant per kant beschreven, eerst de onpare en dan de pare kant, zodat de lezer als het ware kan meewandelen op het trottoir. Bovendien is achteraan ook een klapper op de cafénamen opgenomen, zodat elk afzonderlijk café makkelijk op te sporen is. Afgesloten 31 maart 2009.


Aantal Jaar 1932 1937 1947 1978 1982 1987 2008

: : : : : : :

aantal 149 122 101 46 48 42 53

Bij het aantal voor 2008 dient vermeld dat hierin ook werden geteld: 14 restaurants (inclusief: meeneemchinees, pitta en pizzeria), 4 frituren, 5 cafetaria van verenigingen (schietstand, tennis, zwembad, St. Paulus en jeugdcentrum De Brug) en de op 31 december 2008 vier leegstaande zaken.

Waar? In 1644 werd een herberg vermeld, ‘Het Groeningh Huys’, waarvan we de ligging niet kennen. Deze herberg ressorteerde onder ‘d’heerlyckhede van Casteele’. Een andere onbekende ligging is ‘West Medele’, in 1762 vermeld als hofstede, brouwerij en herberg. Iets te maken met hoeve ‘Te Medele’ aan de huidige Bekaertstraat, naast het sportcomplex? Op de plaats van Zwevegem, niet ver van de kerk, stond ‘De Gouden Appel’ (vermeld in 1747, 1774 en 1779). Matthijs Vercoutere, zoon van Matthijs, bouwde deze herberg in 1747. In 1774 is de uitbater zijn schoonzoon Antonius-Albertus Deblauwe. Bij dit drankhuis hoorde een bolspel. ‘De gouden Appel’ wordt niet meer vermeld in het jaarboek van 1790. Nog ‘op de plaetse van Sweveghem’ stond in 1685 café ‘Sint Hubrecht’. Het behoorde toe aan de wezen van Pieter Vandenberghe en Margareta Demets, maar werd uitgebaat door Jacques Madou. Nauwkeuriger situering vooralsnog niet mogelijk, maar het is bekend dat ‘alle vergaderingen van de wet’ er plaatsvonden, zodat ‘Sint Hubrecht’ wel eens een vroegere naam van het ‘(Oud) Gemeentehuis’ kan zijn geweest. Misschien ook op de plaats: ‘De Sleerin’ (de sleer-in, de glij-in, waar men makkelijk binnen glijdt), een café dat een eerste keer vermeld werd in 1777. Francis Holvoet, zoon van Joos, kreeg de toelating de ‘Sleer-in’ uit te baten, die stond “nevens het Kerckhof tot Zweveghem”. Een andere herberg ‘De Sleer-in’ stond op de Kreupel, zie onder Bellegemstraat.

Albert- en Leopoldstraat RESTAURANT ALBERT

Albertstraat 25

Jules Maertens van het ‘Damberd’ in de Kouterstraat (en daarvoor van de ‘Populier’ in de Hinnestraat – zie onder die twee herbergen) bouwde kort voor de tweede wereldoorlog een nieuw restaurant en kosthuis in de Albertstraat. Eigenlijk is het vooral kosthuis geweest en was het restaurant meer bestemd voor de kostgangers. Verschillende jonge gasten die in de elektriciteitscentrale kwamen werken zijn daar kostganger geweest. Daar is nu ‘Lust Autorijscholen’ gevestigd, huis nummer 25. 23


Albertstraat 27 –hoek Leopoldstraat – 1) Saint-Georges, 2) Restaurant Albert 3) In het Paradijs in de Otegemstraat - ca 1938

Albertstraat 27 – zelfde plaats als hierboven - 7/5/2008

Avelgemstraat 1 - Het Damberd - links ca 1920 – rechts ten tijde van de uitbating door Yvonne Delaey – L-R: ??, Cyriel Desloovere , Jules Depestele, Jackie D'Haene, José D'Haene (kind), ??, Yvonne Delaey, Maurits Dheedene, ??, ??

24


SAINT-GEORGES

Albertstraat 27

Nieuw gebouwd door Georges Barrezeele en echtgenote Gabrielle Hellin omstreeks 1935. Daar stond vroeger niets. Ze waren er ook de enige uitbaters van, want na Georges Barrezeele is het daar geen café meer geweest. Nu flatgebouw, Albertstraat 27, op de hoek met de Leopoldstraat. Het gebouw heeft nog altijd het oorspronkelijke uitzicht.

Avelgemstraat In de Avelgemstraat was er in de Franse tijd (omstreeks 1800) een herberg ‘De Koffiepot’, uitgebaat door Pieter Derycke. De ligging ervan is niet bekend.

Onpare kant HET DAMBERD

Avelgemstraat 1

In 1664 werd ongeveer op dezelfde plaats het veel groter ‘Het Schaeck’ vermeld. Die naam betekent trouwens ook ‘het damberd’. Deze herberg werd nog eens vermeld in 1790, met Jacobus Verbaeys als eigenaar. Omstreeks 1880 was het ‘Damberd’ zowel een brouwerij als een herberg (zie het deel over de brouwerijen). De zaak werd uitgebaat door Hector Demeestere en ook wel aangeduid als ‘Brasserie Le Damier’, wat trouwens niets anders is dan de Franse versie van ‘Het Damberd’. Hector Demeestere stond in 1910 geregistreerd als brouwer en herbergier. In 1910 droeg het complex ook al het huisnummer 1. Hector Demeestere werd in 1919 als brouwer opgevolgd door Cyrille Bafcop, die getrouwd was met Margriet Gerniers. Dit gezin woonde er tot 1933, maar het ‘Damberd’ was in hun tijd geen herberg, alleen brouwerij. Na Cyrille Bafcop woonde er een Vanglabbeke in het ‘Damberd’, die er weer café gehouden heeft tot (en met?) de tweede wereldoorlog. Van 1948 tot 1953 zijn Camiel Eeckhout en Melanie De Tollenaere het ‘Damberd’ komen uitbaten, daarna Yvonne Delaey, moeder van de kleurrijke exwielrenner Jackie D’Haene, die zich bijvoorbeeld voor de gemeente heel verdienstelijk heeft gemaakt door op vrijwillige basis zout te strooien, bij ijzel en sneeuw, aan de gevaarlijke bocht bij de trappen van de kerk. Van 1967 tot 1972 volgden Michel en Marcella Vanhessche - Sablain, die dan vertrokken naar het ‘Wijkhuis’ in de Harelbeekstraat. Het oude herberggebouw werd mooi gerestaureerd door de gewezen Bank van Roeselare en nadien nog weer aangepast voor de winkel ‘Nicolas en Virginie’. Waar vroeger de brouwerij stond is nu het parkeerterrein van die winkel aangelegd.

‘T PLUIMKE

Avelgemstraat ?

In 1910 was dit nr. 3. In 1900 bewoond door Gustaaf en Marie-Louise VantieghemDemeire. Na hen kwam Naardje Libbrecht. Werd gesloopt om de brouwerij Demeestere (later Bafcop) te kunnen uitbreiden.

‘T HAANTJE

Avelgemstraat ?

In 1905 stond deze kleine herberg naast het 'Pluimke'. De uitbaters waren Adolf en Marie Louise Nottebaert - Libbrecht. Dit ‘Haantje’ heeft niet lang meer bestaan en werd opgeslorpt door de brouwerij Demeestere.

25


Avelgemstraat – 1) Brouwerij Demeestere, 2) ’t Pluimke en 3) ‘t Haantje – ca 1907

Avelgemstraat –1) De Drij Koningen en 2) In den Anker – 1921

Avelgemstraat – 1) In de Sterre, 2) ’t Haantje, 3) Den Maandag, 4) Den Dinsdag en 5) Den Bonten Os - 1904

26

Avelgemstraat – uittreksel uit plan van 1905 met aanduiding van ‘Au Damier’(Het Damberd), ‘In ’t Pluimke’, ‘In ’t Haantje’, ‘In den Anker’, ‘In de Sterre’, ‘In den Nieuwen Haan’, ‘In den Engel’ en ‘In den Hert’


DEN DOBBELEN ARENT

Avelgemstraat ?

Lang geleden was het vijfde huis links van de straat ‘Den dobbelen Arent’. In 1790 was dit café eigendom van Pieter Jozef Roose, in 1807 van Jan Roose. In 1807 was dat ‘dobbele’ uit de naam verdwenen, want dat herinnerde te veel aan de Oostenrijkers, terwijl de Fransen hier toen baas waren. Een middenstander is een middenstander, nietwaar.

Noot: Op een ansichtkaart van 1910 is mooi te zien dat er voorbij de Brouwerij Demeestere twee huizen stonden die volgens een latere ansichtkaart, van 1920, in die tussentijd gesloopt en opnieuw opgetrokken werden. Dat is hoogstwaarschijnlijk voor de eerste wereldoorlog gebeurd, tussen 1910 en 1914. In de nieuwe huizen was dichtst bij de kerk de kledingwinkel van Henri en Emma Cardon – Maes te vinden, en daarnaast de winkel en herberg ‘Den Anker’, uitgebaat door Henri en Marie Maes - Huysentruyt. In de winkel van Henri Cardon was later ‘Nicolas en Virginie’ gevestigd (tot ze verhuisden naar nummer 1). Het huis van Cardon is in 2008 afgebroken om een toegang te maken naar het nieuwe parkeerterrein tussen Avelgem- en Leopoldstraat. Het huis waarin ‘Den Anker’ te vinden was staat er nog en was tot voor kort de kruidenierszaak ‘De Panda’.

IN DEN ANKER

Avelgemtraat 9

Deze herberg bestond al voordat de bovenvermelde verbouwing tussen 1910 en 1914 plaatsvond. In 1900 en 1910 was de uitbaatster Sophie Tarras, de weduwe van Jan Maes. Ze had drie kinderen: Adolf, Emma (getrouwd met Henri Cardon) en Henri. Deze Henri trouwde met Marie Huysentruyt en kwam bij zijn moeder inwonen. Sophie Tarras is namelijk op het einde van haar leven blind geworden. Als je ‘Den Anker’, nieuwe versie, wilde binnengaan kwam je eerst in een klein driehoekig portaal. Links was er een deur naar de winkel in koloniale waren en rechts een deur naar de herberg. Op de eerste verdieping was er boven het café een zaaltje waar feesten konden worden georganiseerd en waar ook maaltijden geserveerd werden bij begrafenissen. Nog op de eerste verdieping was er een ander zaaltje waar bolders aan de slag konden gaan. (Omstreeks 1900 was ‘Den Anker’ het lokaal van boldersmaatschappij ‘De Ware Belgen’). Het moet eerder een soort bollen naar kegels zijn geweest en niet de traditionele ‘bolletrog’. Daarvoor was er boven zeker geen plaats en ook het koertje achter het gebouw was te klein voor een ‘bolletrog’. Helemaal boven, op zolder, was er een hele installatie van balken en planken voor het organiseren van hanengevechten. Volgens Lucien Maes (zoon van Henri en Marie) was ‘Den Anker’ samen met café ’t Hooge, iets verderop naar de molen, het trefpunt bij uitstek voor de ‘hanencombats’. In de kelder stond een aantal vaten bier. Merkwaardig is dat de buren niet alleen pinten kwamen drinken in ‘Den Anker’, maar ook kruiken en kannen kwamen vullen in de kelder, om mee te nemen naar huis. ‘Den Anker’ was dus ook een soort meeneem-café en dit ondanks het feit dat ze vijftig meter verder ook bij Brouwerij Bafcop terechtkonden. Zover als zoon Lucien zich kan herinneren kwam het bier in ‘Den Anker’ niet van Bafcop maar van Brouwerij De Pape, toen reeds Vanrobaeys, in de Otegemstraat. Achter het huis liep een wegeltje dat in verbinding stond met de borduurschool van Firmin Sabbe, toen eigenlijk al meer een regelrechte werkplaats. En vandaar was er een verbinding met het wegeltje naar de Avelgemstraat. Het was in de jaren 1920 nog de 27


Avelgemstraat - Marcella Delbeke, echtgenote van Gerard Tytgat, voor café Den Maandag (1), In den Anker (2), In de Sterre (3) en Julienne Planckaert voor haar café ’t Haantje (4)

Avelgemstraat 13a – ‘t Haantje – 1987 – rechts: detail

Avelgemstraat 13 – ‘t Haantje - Julienne Planckaert (moeder van Claude Vermaut) met belastingontvanger Maurice Kempinaire (13 juli 1941)

28

Avelgemstraat 15 - In den Engel


gewoonte dat de meisjes van de borduurwerkplaats/-school om vier uur via dat wegeltje en de achterdeur ‘Den Anker’ binnenstapten om er hun koffie te drinken. Lucien Maes is in 1947 getrouwd met Gilberte Seynhaeve uit Oostrozebeke en het jonge paar is drie jaar lang bij zijn ouders gaan inwonen in het linkergedeelte van ‘Den Anker’. Het café werd gesloten en de winkel verhuisde van het linker- naar het rechtergedeelte. In de jaren 1980-90 was hier de kruidenierswinkel ‘De Panda’ gevestigd. Nu is het een gesloten huis.

IN DE STERRE

Avelgemstraat 11

Reeds vermeld in 1761 (eigenaar Joseph Roose), 1768 (eigenaar Ludovicus Xaverius Vanackere), 1779, 1790 (eigenaar Clement van Dommele) en 1807 (uitbater Louis Vanacker). In 1910 was dit nr. 11, met als uitbater Gentiel Staelens, afkomstig van KnokkeZwevegem. Deze man was echter in de eerste plaats slager en ging een slagerij uitbaten in de Kortrijkstraat 1 (toen algemeen bekend als Numero Een, de straatnaam hoefde niet). Na de oorlog ging hij naar het ‘Neerhof’ in de Harelbeekstraat, maar hield daar nooit café (zie aldaar). Later werd de ‘Sterre’ van 1925 tot 1935 uitgebaat door D’Hespeel George, een “grote trommelaar” van fanfare De Ware Vrienden. Hij was gehuwd met Anna Malfait. Na D’Hespeel kwamen Gerard Libbrecht en Georgina Devos. In 1940-45 deed de ‘Sterre’ een tijdje dienst als magazijn voor de ravitaillering. Dit magazijn verhuisde na korte tijd naar de overkant, naar het gebouw waar nu de Werkwinkel te vinden is. Daarna, omstreeks 1948, werd de ‘Sterre’ opengehouden door Norbert Lefevre (befaamd voetballer en een zoon uit café ‘De Reisduif’, Avelgemstraat) en Denise Verkaemer. Het gebouw raakte meer en meer in verval en werd in 1953 gesloopt om in het nieuwe ‘Haantje’ opgenomen te worden.

‘T HAANTJE IN DEN NIEUWEN HAAN

Avelgemstraat 13

In 1905 was deze herberg al bekend, maar onder de naam ‘In den nieuwen Haan’. Toen het oorspronkelijke ‘Haantje’ (naast het ‘Pluimke’) ophield te bestaan werd dat 'nieuwe' in de naam al snel achterwege gelaten. In 1910 was dit ook nr. 13, met Pieter Loncke, weduwnaar van Silvie Vandenbulcke, als uitbater. Hij was ook wever en uitgever van borduurwerk. Zijn dochter Zulma huwde met onderwijzer Georges Couckuyt, die op logement was in ‘Het Burgerwelzijn’, aan de andere kant van de Avelgemstraat (zie aldaar). Zeker sinds januari 1929, en tot in 1963, baatten (Camiel) Georges en Julienne Vermaut - Planckaert het ‘Haantje’ uit. Het was in hun tijd zonder meer een van de best draaiende cafés van Zwevegem. Lucien Maes, zoon uit ‘Den Anker’, weet het nog heel goed te vertellen: “Hoe dikwijls is Julienne ’s avonds laat niet naar de winkel gekomen in ‘Den Anker’ om flessen wijn en korte drank te kopen. Ze was weer eens uitverkocht !” 29


Avelgemstraat –In den Engel (1), In den Hert (2) en In’t Gouden Kruis (3), dat hier reeds schilderszaak was - ca 1920

Avelgemstraat 17 – Pizzeria Zwevegem - Shwari Djavid Ahmad (zaakvoerder), Ghamrani Linda en Fazal Razaq (werkt in keuken)

Avelgemstraat 15 – ‘t Postje - 1985 - voorheen ‘In den Engel’

30

Avelgemstraat 23 – 1987 – De vroegere ‘In den Hert’ en het latere hotel Sachsen


Na Georges en Julienne kwam hun zoon Claude, samen met zijn vrouw Bernice Vyncke (van 1963 tot 1970). Vanaf 1970 werd het ‘Haantje’ uitgebaat door een dochter van bierhandelaar Sobrie. Laatste uitbaters: van 1 mei 1987 tot februari 1988: Lydie Vanrobays van 17 maart 1988 tot 1 december 1988: Marc David en Ginette Lenoir van 30 januari 1989 tot 5 juni 1990: Regina Hille van 15 mei 1991 tot in 1994: Walter Werbrouck In 1994 hield ’t Haantje op te bestaan als café.

’T POSTJE IN DEN ENGEL

Avelgemstraat 15

Deze herberg werd in 1900 en 1910 uitgebaat door het gezin Remi en Maria Staelens Vanschaemelhout. Hij stond geregistreerd als katoenscheerder en zij als herbergierster. Na hen kwam Alfred Nuyttens (de vader van Laura) het café uitbaten. Hij was de eerste die er ook een kapsalon openhield. Hij verhuisde circa 1928 naar de Deerlijkstraat. Latere uitbaters: - vanaf circa 1928: het gezin Julien en Marie Elisa Careelman - Verbeke. Hij was eerst wever in de firma Demuynck (Avelgemstraat. Die gebouwen worden thans gedeeltelijk gebruikt door de Volle Evangeliekerk). Na zijn dagtaak was hij ook coiffeur voor heren en dames. Op de duur had hij zoveel klanten dat het onmogelijk werd na zijn dagtaak iedere gegadigde te knippen en hij stopte met weven. - 1948 – april 1985: zoon Albert Careelman volgde Julien op en was net als zijn vader en net als Frits Nuyttens tegelijk kapper en cafébaas. Albert was getrouwd met Simonne Glorieux. ‘Den Engel’ werd in juli 1964 omgedoopt tot ’t Postje, omdat de mannen van de post daar bij wijze van spreken ‘de zulle platliepen’. - vanaf 5 april 1986 uitgebaat door: Liliane Duhamel en Eric Sabbe - vanaf 1 januari 1989: Jenny Windels - vanaf 9 januari 1999 tot 31 mei 2000: Corinne Reyntjes Vanaf 31 mei 2000 was ’t Postje geen café meer.

PIZZERIA ZWEVEGEM IN ‘T GOUDEN KRUIS

Avelgemstraat 17

In 1910 was dit ook nr. 17, en de uitbater was Remi Baert, die ook huisschilder was. In de volksmond heette zijn zaak trouwens “Baertie Skildereirs”. Zijn vrouw heette Clementina Vangheluwe. Ze zijn getrouwd in 1875 en we mogen aannemen dat Remi meteen begonnen is met het café en de schilderszaak. Later was het alleen nog een schilderszaak, voortgezet door schoonzoon Octave Hostens. Begin 2007 werd hier een pizzeria geopend, met als zaakvoerder Shwari Djavid Ahmad en Ghamrani Linda. De grote baas woont in Antwerpen.

31


Avelgemstraat 21 – Taverne Sachsen – 2008 – rechts Eveline Vandorpe en Kimberley Dewachter

Avelgemstraat (nu hoek Tweemolensstraat) - 1) In den Luchtbal, 2) De Groenselier, 3) De Reisduif, 4) In ’t Hooge en 5) De Stenen Molen (bakkerijDekeyzer) - panorama ca 1942

Avelgemstraat - De Reisduif - ca 1950

32


TAVERNE SACHSEN

Avelgemstraat 21

In 1910 werd op nr. 21 een herberg uitgebaat door een zekere Jules Dedeurwaerder, die ook hovenier was. Hij was weduwnaar van Louise Bentein. De naam van het café is ons niet bekend. Er hebben ook nog twee oudooms van Gomar en Maria Caes gewoond (ooms van hun moeder Emma Verniers), maar toen was het geen café. Nadien is Joël Toye in dat gesloten herenhuis komen wonen, waar hij (en later zijn weduwe) logies verschafte aan kostgangers. Onder meer Gerard Desmet, koster, was hier een tijd op logement. Vanaf 22 juli 1988 werd het weer café, namelijk de ‘Taverne Sachsen’, die uitgebaat werd door Karola Hönemann en Gustaaf Derycke. Na Karola volgde van 1 januari 2008 tot augustus 2008: Willy Libeer. Sinds 23 augustus 2008 wordt de ‘Sachsen’ uitgebaat door Eveline Vandorpe en Kimberley Dewachter.

IN DEN HERT (WEG)

Avelgemstraat 23

Dit café stond op de plaats waar nu het ‘Hotel Sachsen’ staat. Reeds vermeld in 1790 (uitbaters: de wezen van Jan Romboud) en 1807 (uitbater: Jan Baptist Barbe). Bij de stichting in 1891 van de fanfare‘De Ware Vrienden werd ‘Den Hert’ hun stamlokaal. Eugenia Ravestein was er de officiële waardin, haar man Leander Verkest stond geregistreerd als koopman/leurder. Op de dinsdag van Zwevegemkermis kwam de fanfare, of althans een deel ervan, altijd muziek spelen op de heel brede stoep voor het café. In 1910 was dit Avelgemstraat nr. 23, net als nu, met als uitbaatster Virginie Haerinck, die getrouwd was met Victor Lambrecht. Volgens de lijst van na 1918 en ook nog in 1920 was het café op dat ogenblik overgenomen door Camiel (Octaaf?) Devos en Barbara Holvoet. Zij kwamen van ‘Het Leeuwke’. Hij was ook kruidenier. In 1921 verhuisden zij naar Kortrijk. Later nam Jules Demeire, die ook veekoopman was, de uitbating over. Na Jules Demeire is André Laevens er komen wonen en heeft er een kolenhandel uitgebaat. Vermoedelijk was het dan al geen café meer. André Laevens heeft zijn woning tenslotte verkocht aan de eigenaars-uitbaters van ‘Taverne Sachsen’ naast de deur en die hebben hun zaak toen uitgebreid met het huidige ‘Hotel Sachsen’.

IN DEN LUCHTBAL (WEG)

Avelgemstraat ?

De ‘Luchtbal’ werd vanaf circa 1875 gerund door het echtpaar Henri Verfaille - Verbaeys. Hij was ook schrijnwerker en een zoon uit café ‘Den Hoopliepoop’ in de Avelgemstraat (zie aldaar). Henri vertrok kort voor 1890 naar café ‘De Kroone’ aan de kerk (zie aldaar), omdat hij er een beter atelier ter beschikking had. In 1910 was de uitbaatster van de ‘Luchtbal’ Victorine Mignon, een française van Halluin, gescheiden van Gustave Malfait. Ze kwam van de Blokellestraat. Rond 1930 woonde het gezin Cyriel Libbrecht en Marie Elodie Malfait in de ‘Luchtbal’. Daarna kwam Anna Libbrecht er wonen (1952).

DE GROENSELIER (WEG)

Avelgemstraat ?

In 1900 en 1910 heette de uitbaatster Marie Bertha Glorieux. Haar man was Theofiel Decraene, die geregistreerd stond als hovenier. Vóór 1930 heeft Remi D’haene de zaak in haar geheel overgenomen. Dezes vrouw heette Silvie Desauw. 33


Avelgemstraat aan de Stenen Molen – 1) Au Pigeon d’Or, 2) In ‘t Hooge en 3) In het Kanon - ca 1920

Avelgemstraat – De reke van ‘In het Kanon’ kort voor de afbraak rond 1966.

Avelgemstraat 53 - Bistro ’t Verdiep - 2008 – uitbaters Henri en Nancy Peers – Verduyn met zoon Bjorn als kok.

Avelgemstraat 53a (hoek Ommegangstraat) - Den Hoopliepoop – links – toestand ca 1913 - rechts bakkerij Decraene na verbouwing van de woning

34


DE REISDUIF (WEG)

Avelgemstraat ?

Lag op de noordelijke hoek van Avelgemstraat en Leopoldstraat. De uitbaters waren aan het begin van de twintigste eeuw de familie Decraene - Demeyere. Ze werden opgevolgd door het gezin Opsomer (omstreeks 1920). Gerard Demeire, zoon uit het ‘Hooge’ aan de overkant van de straat, trouwde met de dochter van de ‘Reisduif’ en ging dit café openhouden. Daarna kwamen Gustaaf Lefevre en Alice Opsomer, wier zoon Norbert (‘Bère Fevers’) kort na de tweede wereldoorlog een van de vedetten was van voetbalclub Zwevegem Sport. ‘De Reisduif’ was vooral in de jaren na de tweede wereldoorlog een heel bekend duivenlokaal. Het café werd laatst uitgebaat door Armand Curvers en Jeannine Kint in 1954. De drie voorgaande cafés lagen ongeveer waar nu de voortuin van appartementsgebouw Hoogenbries te vinden is, pal aan de Avelgemstraat. Die hele hoek, vanaf ‘De Luchtbal’ tot het ‘Kanon’ (hieronder beschreven), was op het einde van de negentiende eeuw eigendom van de brouwerij Vancauwenberghe van Tiegem.

IN HET KANON (WEG)

Avelgemstraat ?

In 1910: nr. 39. Vanaf 1890 en zeker tot 1920 was de uitbater: Jan (Felix) Demeyere, echtgenoot van Marie Christiaens. Hij was ook landwerker en katoenscheerder. Ter hoogte van de Stenen Molen, maar aan de andere kant van de weg. Van 1936 tot 1958 waren de uitbaters Cyriel en Emma Manderick – Modde. Na 1958 vermoedelijk geen café meer, hoewel de Zwevegemse studenten er een tijdlang hun eigen stamlokaal hadden, dat ze omdoopten tot Het Nieuw Kanon. Ze organiseerden er kleinkunstavonden (circa 1964). Ze verhuisden begin 1971 naar de Bar Moeder Zwevegemse, een vervallen koeiplekske aan de Koutermanstraat (zie aldaar).

IN HOLLAND (WEG)

Avelgemstraat ?

In 1900 werd ‘Holland’ uitgebaat door Emma Lommens, maar het was haar man, Albert Bossuyt, die met de eer ging lopen: een bericht in de ‘Gazette van Kortrijk’ van januari 1900 heeft het over een wafelenbak bij Albert Bossuyt, die echter geregistreerd stond als dagloner en fabrieksarbeider. Terwijl Emma waarschijnlijk de last van de herberg torste… Albert en Emma vertrokken op 1 juli 1909 naar Roemenië. Neem dus maar aan dat Albert in ‘La Flandre’ werkte, dat toen ‘expatriates’ naar dat land stuurde. (Zie ook café ‘Roumanie’ in de Deerlijkstraat). Van vóór 1910 tot na 1930 was de uitbater August Vandemeulebroucke (ook draadtrekker), die getrouwd was met Pauline Deweerdt. Vanaf 1933 werd het Remi Matton (ook loodgieter en winkel), die getrouwd was met Zulma Soens. Ze waren de ouders van de loodgieters Antoon en Leon Matton, die elk een zaak hadden in de Otegemstraat. ‘Holland’ was zeker in de jaren kort na de tweede wereldoorlog een bekend duivenlokaal.

BISTRO ’T VERDIEP

Avelgemstraat 53 bus 3

Open sinds april 2002 met als uitbaters Henri en Nancy Peers – Verduyn.

DEN HOOPLIEPOOP

Avelgemstraat 53a

Vermeld in 1790. Lag op de hoek met de Ommegangstraat. Op een prentkaart van 1913 is te zien dat de voordeur eigenlijk op de Ommegangstraat uitgaf, zodat dit hoekhuis 35


Avelgemstraat 53a – Den Hoopliepoop – nu Bakkerij Schoonooghe - 28/4/2008

Avelgemstraat - Het vroegere ’t Lammeke - 1985

Avelgemstraat 77 - De Nieuwe Steenbakkerij - kort na 1900 en anno 2008 36


misschien wel meeging met die straat. Maurice Decraene heeft dat oude huis verbouwd voor zijn bakkerij (1927), met de voordeur pal op de hoek van beide straten. In elk geval ligt na verdere verbouwingen de huidige bakkerij Schoonooghe nu zo dat ze meegaat met de Avelgemstraat. Het was zeker nog café in 1852, het geboortejaar van Henri Verfaille (zie onder De Luchtbal en De Kroone). Het was zijn moeder, Johanna Delbeke, die het café openhield. In de omgang werd ze Wanneke genoemd, vanwege haar kleine gestalte. Ze verkocht er bier en ‘dreupels’. Ze heeft geleefd tot 1892, maar toen was Den Hoopliepoop zeker al een tijd geen café meer. Misschien sinds haar zoon Henri omstreeks 1875 naar De Luchtbal trok. Toen de vermelde foto gemaakt werd in 1913 was het dus al lang geen café meer. Toen woonden daar Hector en Marietje Maes. Zij leefden van het tuinieren op de grond aan de overkant.

’T LAMMEKE

Avelgemstraat 69

Reeds vermeld in 1807 (uitbater Jan Matton) en in 1850. In 1910 was dit nr. 53, met zeker tot 1920 als uitbaters Gustaaf Parent – Maria Serrurier. Gustaaf was ook boomoplegger. Rond 1930, en tot in 1947, kwamen Maurice en Odylle Sablain - Theerlynck er wonen. In maart 1947 betrok het gezin Michel Sagaert dit huis, maar Michel sloot het café. Er kwam een winkel in de plaats.

DE NIEUWE STEENBAKKERIJ DE VOERMAN (?)

Avelgemstraat 77

Volgens het bevolkingsregister van 1900 was Elvina Sagaert, die er geboren was, hier herbergierster. Haar man (Henri) Aloïs Vandewalle stond geregistreerd als meester steenbakker. Ze hadden het café 'De Nieuwe Steenbakkerij' gedoopt. Dit was een van de huizen in de bocht van de Avelgemstraat vlak tegenover de plaats waar de Oude Bellegemstraat in de Avelgemstraat uitkomt. Eigenlijk waren Aloïs, zijn echtgenote Elvina Sagaert en hun drie dochters Clara, Helena en Elisa als herbergiers begonnen in de Ommegangstraat in een niet nader genoemde herberg. Kort na 1900 bekwam Aloïs de toelating om een open veldoven uit te baten op een stuk grond naast de omwalde hoeve op de hoek van de Avelgemstraat en de Oude Bellegemstraat, die toen nog de Bellegemstraat heette. Die omwalde hoeve lag op de site van de Garage De Linde (lange tijd ook Esso-pompstation), zodat we de veldoven Vandewalle ongeveer kunnen situeren op de parking van het kleine winkelcentrum iets verderop (met o.m. De Spar en Zeeman). Aan de overkant van de Avelgemstraat liet Vandewalle zijn nieuw huis bouwen, waarin hij dus een herberg inrichtte onder de naam 'De Nieuwe Steenbakkerij'. Het café zou na 1910 ook enige tijd 'De Voerman' hebben geheten, maar is nu reeds tientallen jaren een gesloten huis. Het gebouw staat er nog in nagenoeg ongewijzigde toestand.

HET LEEUWKE

Avelgemstraat 101

In 1910 was dit nr. 61, met volgens het register Camiel Devos en Barbara Holvoet als uitbaters (ook kruidenier). Zij verhuisden naar ‘In den Hert’, Avelgemstraat 23. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen: Theofiel Desmedt. De naam Leeuwke is ‘verhuisd’, zie ‘Au Cornet de Chasse’ hieronder. 37


Avelgemstraat 107 – ‘t Leeuwke op 10/5/2008 met uitbaatster Nancy Verstraete

Avelgemstraat 117 – de vroegere’In de Steenbakkerij’

Avelgemstraat 119 – St. Arnout

Avelgemstraat 119 – Sint Arnout - links: ca 1930, midden: St. Arnold anno 1986 en rechts: de vroegere Sint Arnout thans dierenspeciaalzaak op 13/05/2008

38


‘T LEEUWKE Avelgemstraat 107 HOF VAN COMMERCE - DEN HOVENIER - AU CORNET DE CHASSE In 1910: nr. 65, uitbater Charles Derveaux en Hermina Rohaert (ook timmerman). Rond 1930 woonden Cyriel en Anaïs Coussement – Baert daar. Hij was ook kruidenier en hovenier. Ze werden opgevolgd door Jozef Coussement - Vanhalewyn, tot circa 1960. Zou ook een tijd ‘Hof van Commerce’ en ‘Den Hovenier’ geheten hebben en had daarna een hele tijd een Frans uithangbord. Daar is nu frituur ‘t Leeuwke gevestigd. Deze naam, die in de volksmond verwees naar de hele wijk, werd aangenomen nadat Het Leeuwke van de Avelgemstraat 101 stopte. We kunnen dus zeggen dat ’t Leeuwke enkele huizen opgeschoven is. Dat in Het Leeuwke ook hanengevechten werden georganiseerd blijkt uit een navolgend persartikel. Latere uitbaters : 1967-1978: Lionel Vandecasteele en Zoë Ovaere van 1985 tot eind 1987: Joël Saelens en Rosita Desmet vanaf 29 december 1989: Marc Parker en Rita Verfaille vanaf 1 april 2002: Veronique Quidousse en Björn Vergote vanaf 5 juli 2003: Nancy Verstraete

IN DE STEENBAKKERIJ

Avelgemstraat 117

Over deze herberg hebben we geen andere gegevens kunnen terugvinden dan de bevolkingsregisters van 1910 en die vertellen ons dat de kinderen Dolphens toen de uitbaters waren van een herberg die gelegen was aan het huisnummer 73. De naam van de herberg verwees duidelijk naar de open veldoven van August Elslander die in 1891 aan de overkant van de straat lag. We weten dat Sint Arnout in datzelfde jaar 1910 het huisnummer 75 droeg en dus bestaat er weinig twijfel over dat 'In de Steenbakkerij' gevestigd was in het heel oude huisje dat nu nog langs de Avelgemstraat staat, vlak voordat je aan Sint Arnout komt. Bij een veldoven moeten veel stenen geladen worden. Dat betekende in 1900-1910 een gedurig op- en afgaan van paarden en karren. Als je nu goed toekijkt naar de gevel van het nog bestaande huisje, zie je nog de ijzeren ringen in de muur zitten waaraan de paarden konden worden vastgemaakt. Het feit dat Alois Vandewalle aan 't Lammeke zijn herberg bij zijn veldoven in 1902 'De Nieuwe Steenbakkerij' doopte, mag ons ook laten veronderstellen dat 'In de Steenbakkerij' toen reeds moet bestaan hebben en dus waarschijnlijk uit het einde van de negentiende eeuw dateert.

SINT ARNOUT ST. ARNOLD

Avelgemstraat 119

Dit is een historische herberg, afspanning voor trekkende lieden, waar men paarden kon uitspannen en kon overnachten. In 1762 wordt ze vermeld als een ‘hofstede wesende herberghe’, eigendom van Ignatius Vande Maele, maar gepacht door Pieter De Meire. Ook nog geciteerd in 1779, 1790 en 1818.

39


Uit de lokale pers: (bron niet gekend) ZOË DEELT VAN DE (HANEN)BROKKEN Je herinnert je Zoë nog wel, de waardin van ‘Het Leeuwke’ te Zwevegem, waar in een lokaal naast de herberg nu en dan ‘preuvingen’ met vechthanen worden gedaan. En je weet ook nog wel dat Zoë met zes van haar klanten veertien dagen geleden op het matje van de korrektionele rechtbank te Kortrijk werd geroepen onder betichting dat in haar etablissement op 7 juni 1974 niet alleen preuvingen, maar echte kampen met gespoorde hanen werden gehouden. Iets dat, zoals men weet, in ons dierbaar vaderland ten strengste verboden is. Deze week heeft de rechtbank in dat proces uitspraak gedaan en, op één man na, aan iedereen een fikse boete van 3.000 fr. opgelegd.

Waren er echter twee die toegaven, de anderen loochenden en zwoeren heilige eden dat zij alleen maar gepreufd hadden. Een was er zelfs die beweerde dat hij met heel het spel niets te maken had, Dat was Gerard B. tegen wie de verbalizanten nochtans als een zeer bezwarend feit hadden genoteerd dat er twee gekwetste hanen in de koffer staken van zijn auto die voor “Het Leeuwke” stond geparkeerd. “Dat bewijst niets”, zei Gerard. “Ik ben deze namiddag met mijn hanen naar een concours geweest in ‘Le Chateau d'Or’ te Herseaux, op Frans grondgebied. Ik heb twee keren gewonnen en ‘t zijn die twee hanen die in mijn koffer zitten. Mocht ik hier misschien geen pintje komen drinken om mijn zegepraal te vieren?” Dat mocht Gerard natuurlijk wel. En aangezien er geen speld van twijfel tussen zijn plausibele uitleg te krijgen was, sprak de rechter hem vrij.

Werden Zoë’s klanten vervolgd omdat zij een dierengevecht hebben ingericht, de bazin werd daarenboven nog eens extra beticht omdat zij “in een voor het publiek toegankelijk lokaal, willens en wetens en gewoonlijk, spelen heeft toegelaten, die aanleiding geven tot overdreven inzetten en weddingschappen, zelfs dan wanneer zij hoegenaamd geen toegangsprijs heeft, noch enig ander voordeelbrengend feit bedrijft”. Zo stond het letterlijk in de dagvaarding geformuleerd. Maar meester Leysen, die Zoë verdedigde, betwistte dat. Het enig “voordeelbrengend feit” dat zij in haar café bedrijft, is pintjes tappen. “Van zogezegd overdreven inzetten en weddingschappen is er, in elk geval voor haar, helemaal geen sprake" zei de advokaat

Diezelfde vrijspraak had meester Leysen ook voor Zoë gevraagd. “Als de waardin toelating geeft om te preuven, dan betrouwt zij op de goede faam van haar klanten”, aldus de advokaat. Als er die dag in haar lokaal toch echte gevechten plaats grepen, dacht de verdediging dat zij daar hoegenaamd geen medeschuld aan had. Maar de rechter oordeelde daar klaarblijkelijk anders over, aangezien hij iedereen, behalve dus Gerard, over dezelfde (hanen)kam heeft geschoren, ook de waardin en ook Romain M. die niets anders heeft gedaan dan de chronometer vasthouden om de kampduur te bepalen. Zelfs dat mag dus blijkbaar niet en wordt als mededaderschap aangezien.

en hij kreeg daarin nog gelijk ook. Nadat rechter Mayeur volle veertien dagen de tijd heeft genomen om daarover na te peinzen, heeft hij Zoë op dat punt vrijgesproken.

Bij zijn vonnis heeft de rechter alleen onderscheid gemaakt voor degenen die nog helemaal niets op hun kerfstok en dus een nog volkomen vlekkeloos strafregister hadden. Voor hen werd de straf voorwaardelijk gesteld. Wat toevallig als gevolg had dat degenen die schuld bekend hebben, hun boete niet moeten betalen, terwijl degenen die mordicus elke wetsovertreding loochenden, effektief de 3.000 ballekens zullen mogen neertellen. Maar wie zegt dat zij er, innerlijk, allemaal niet wat blij om zijn dat ze er nog zo goedkoop van afgekomen zijn.

Evenmin echter als haar klanten ging de waardin van ‘Het Leeuwke’ vrijuit wat de hanenkampen zelf betreft. Het kon moeilijk worden verwacht dat de rechter ook daarvoor zijn ogen zou toedoen, vermits twee liefhebbers ronduit bekend hebben dat zij op die bewuste dag hun hanen gespoord hebben laten vechten. Trouwens de pluimen en het nog warme bloed dat de BOBmannen op de mat in Zoë’s lokaal hadden gevonden, logen er niet om.

40


‘Sint-Arnout’ kwam in de geschiedenis terug toen koning Willem van Oranje-Nassau in 1829 naar Zwevegem kwam. Hij liet zijn koets daar stilhouden en ging te voet de goederen van de familie Nassau bezoeken, de huidige Kasteelhoeve (waar de historische ingang nog te zien is). De heren van Nassau waren inderdaad eigenaar van het toen al afgebroken kasteel van Zwevegem, dat ze echter nooit zelf bewoonden. Uit een proces-verbaal van 25 maart 1859 leren we dat er aan Sint Arnout een tolbarrière geplaatst was, bediend door Felicia Ranson, echtgenote van Charles Gevaert, de waard van Sint Arnout. Het proces-verbaal heeft het over een onverlaat uit Stasegem, een zoon van Jan-Baptist Foulon, die doorgereden was zonder de tol te betalen. Begin 1900 waren August Hinnekens en Octavie Verhamme de uitbaters. De man was ook kolenkoopman. Nog in het zelfde jaar 1900 en in 1910 waren de uitbaters Benno Dermaut (ook kolenkoopman) en zijn vrouw Euphrasie Ottevaere. Hij was de herbergier, terwijl zij geregistreerd stond als kruidenierster. Sinds april 1919 was de uitbater Jozef (August) Clement, alom bekend als ‘Skaopie’. Hij kreeg die lapnaam omdat de tweede echtgenoot van zijn moeder schaapherder was. Hij was in 1940-45 nogal berucht als smokkelaar. Na zijn overlijden in 1972 hield zijn weduwe Julia Toulouse de herberg nog open tot 1986. ‘Sint-Arnout’ werd enkele jaren terug ingrijpend gerestaureerd en is thans een dierenspeciaalzaak.

DE BARAKKE WILLEM TELL

Avelgemstraat 121

‘De Barakke’ werd in 1900 bewoond door Julie Vergracht, maar in 1910 werd deze herberg (toen Avelgemstraat nr. 77) volgens het register uitgebaat door Hermina Lommens, de moeder van Jeroom en Daniël Bossuyt. Volgens de lijst van na 1918 was het toen al Camiel Vandenbroucke. Dat is niet zo verwonderlijk, want Hermine Lommens trok in die periode naar ‘De Nieuwe Barakke’ in de Ommegangstraat. De uitbaatster in 1927 was Marie Vanhoutte. Vanaf augustus 1929 stond Maurice T’Joens, die ook meubelmaker was, bekend als de baas van ‘De Barakke’, maar de feitelijke uitbaatster was Celesta De Tollenaere, zijn vrouw. Maurice overleed in 1967. Celesta hield het café in haar eentje open, maar eind 1970 stopte ze ermee. Er kwam meteen een nieuwe uitbater in de persoon van Willem De Roose, die de naam veranderde in ‘Willem Tell’. In 1972 hield hij het op zijn beurt voor bekeken. Intussen had de naam ‘Willem Tell’ geen voet aan de grond gekregen en bleef de benaming ‘De Barakke’ in zwang. Na De Roose kwamen Luc en Elisabeth Pinte – Marysse (1975-1982). Is nu restaurant en sinds 1984 uitgebaat door Hedwin Kindt. ‘De Barakke’ was het lokaal van de vinkenmaatschappij ‘Hoop op de Toekomst’ van bij het ontstaan van de vereniging tot in 1972. Jaarlijks vond daar de huldiging plaats van de koning en kampioen van de maatschappij.

IN HET MOLENTJE (WEG)

Avelgemstraat ?

In 1910: nr. 109. Vanaf 1880 was de uitbater (Jan) Frans D’hondt (hij was ook molenaar en handelaar in lijnzaadmeel). Hij stond in Knokke bekend als Sêske de Mulder. In het 41


Avelgemstraat 121 - De Barakke

Avelgemstraat 121 - De Barakke - links: Erik Sabbe, Hartwig Vierstraete, dienster ??, Jonny Vancauwenberghe, Marcel Vanriest en Leon Depraetere aan het feest - rechts: anno 1987

Avelgemstraat 121 - De Barakke - anno 2008 – De uitbater Hedwin Kindt wil zijn foto niet in het boek.

42


boek over de Zwevegemse molens staat een en ander te lezen over deze eigenaardige man. Volgens de lijst baatte zijn vrouw het café uit; zij heette Spekkerelle. Beiden zijn in februari 1918 overleden met nauwelijks 10 dagen verschil. Nadien was het geen café meer. Stond op de plaats waar nu de ingang te vinden is naar de serres van Cottenier.

IN ‘T KLOEFKE (WEG) IN DE KLOEFKAPPERIJ

Avelgemstraat ?

Vóór 1904 was er op Knokke geen lagere school. Er bestonden alleen twee leer- en werkscholen, een in ’t Kloefke en een in Sinte Katherine (het huidige Harlekijn – zie aldaar). Van 1872 tot 1880 woonden Karel Lodewijk (Charles Louis) Putman en Pharaïlde Leenaert in deze herberg. In die periode werkte Putman bij Jan Lietaer in de Kleytsmidse (aan de huidige Sint-Arnoutstraat). In 1880 zijn ze naar de overkant van de straat gaan wonen, waar hij zelfstandig smid werd en Pharaïlde café hield (zie De Smidse). In 1890 heette de uitbater van het ‘Kloefke’ Petrus Deplae, echtgenoot van Eugenie Bostyn. In 1910 was dit huis nr. 115, en de uitbater was Jan Deplae, die ook klompenmaker was. Het ‘Kloefke’ werd rond 1937 uitgebaat door Jules en Adriana T’Joens – Vancauwenberghe; later volgden Achiel Daenens en Joanna Dejaegere. De naam ‘Kloefkapperij’ werd blijkbaar te lang bevonden en evolueerde naar ‘In ’t Kloefke’. Dit was jarenlang het stamlokaal van de bloeiende hondenclub ‘De Vliegende Hond’ en van de wielerclub van Knokke. Deze laatste vereniging werd in 1934 opgericht door de Knokse fietsenhandelaars Victor Defruytier en Theodoor Peelen, met ‘In de Wachtzaal’ als lokaal. In 1936 sloot ze aan bij de B.W.B. en kreeg ze een bestuur in de ware zin van het woord, met Achiel Naert als voorzitter, Richard Deldaele als ondervoorzitter, Victor Defruytier als penningmeester en Firmin Dhondt als secretaris. Van dan af werd ‘In ’t Kloefke’ hun nieuw lokaal.

IN KNOKKE (WEG)

Avelgemstraat ?

Reeds vermeld in 1685, 1779 en 1790 (toenmalig eigenaar: Joseph Clarysse). In 1900 en 1910 was de uitbater Camiel Vlieghe (ook bakker en kruidenier), die getrouwd was met Nathalia Denutte. Na Camiel kwam zijn dochter Margriet, echtgenote van Theofiel Leroy (rond 1930). Laatst uitgebaat, van voor 1947 tot ca 1962, door dochter Jeanette Leroy, echtgenote van Daniel Leconte. Was in Knokke bekend als: ‘Vlieghens Café’ of ‘Te Vlieghens’. Het lag tegenover de Orveiestraat en was ook het lokaal van een boogschuttersclub. De dinsdag van Knokke-kermis was er een boogschieting achter het café (dezelfde dag was er tevens een wielerwedstrijd voor juniors). De voorgaande drie cafés verdwenen in 1962 toen de Avelgemstraat in Knokke aan de noordkant verbreed werd, dus aan de binnenkant van de bocht in de weg. Het is nog duidelijk te zien waar de ‘grote weg naar Brussel’ vroeger lag.

UILENSPIEGEL

Avelgemstraat 171

Dateert van oktober 1954. Jules en Adriana T’Joens – Vancauwenberghe kwamen er wonen nadat zij de ‘Sportkring’ uitgebaat hadden aan de westkant van de straat, aan het oude stuk kalsijde in de bocht (Klein Avelgemstraatje). ‘Uilenspiegel’ werd van 1970 tot juni 2004 uitgebaat door Gilbert en Rita T’Joens – Vanneste, die daarna vertrokken 43


Avelgemstraat - In ’t Kloefke - Hondenclub 'De Vliegende Hond' van Zwevegem-Knokke – 1954

Avelgemstraat – In ’t Kloefke - De 'Sportvrienden - achteraan: Achiel Daenens (uitbater), Jerome Naert, Arthur Raepsaet, Charles Vandenberghe - 2de rij: Jeanne Piccavet (echtgenote uitbater), Jozef Depraetere, ? Verbeke, Marcel D’Haene, Lievin Cooleman, ??, Richard Dendauw, Norbert Vandendriessche, Hilaire Cottenier - 3de rij: Gustaaf Baert, Frans Deldaele, André Devos, Marcel Vancauwenberghe, Noël Callewaert, Michel Lefevere, Georges Vandenbogaerde, Gustaaf Coussement, - zittend: Richard Deldaele, Georges Yserbyt, Charles Bafcop, Jozef Leenknecht, Germain Seynaeve – foto van voor 1954.

Avelgemstraat - In Knokke (te Vliegens) 44


naar de ‘Pallieter’ in de Otegemstraat. Vanaf 15 mei 2004 is de uitbaatster Caroline Verbeke (echtgenote Patrick Hellebosch).

FRITUUR ’T STEKKERKE

Avelgemstraat

Van 1998 tot 2005 uitgebaat door Jean-Marie Vandenbogaerde en sinds 20 april 2005 door Kurt Deweer.

IN DE WACHTZAAL (WEG)

Avelgemstraat ?

Aanvankelijk werd dit café uitgebaat door Alberic Baert, een zoon uit de Hoogmolen te Heestert. Pelagie Derveaux, zijn eerste vrouw, stierf in 1923. Hij hertrouwde met Germana Verbrugghe. Na 1930 kwam het gezin Victor en Anna Defruytier – Devos over van café ‘De Drie Linden’ op de grens met Sint-Denijs. Wanneer precies is niet bekend, maar ze waren zeker reeds de uitbaters in 1934. In dat jaar immers stichtten de twee Knokse fietsenhandelaars Victor Defruytier en Theodoor Peelen de wielerclub 'De Sportvrienden Knokke' en het lokaal werd aanvankelijk bij Victor zelf gevestigd in café ‘De Wachtzaal’, waar hij ook zijn fietsenzaak en herstelplaats had. De eerste wedstrijd die de nieuwe club organiseerde was een wedstrijd voor onafhankelijken en die werd gewonnen door Marcel Kint. Victors zoon Gaby werd zelf ook wielrenner. In 1936 sloot de club aan bij de Belgische Wielerbond en toen werd er een bestuur in de echte zin van het woord samengesteld. De club verhuisde toen ook naar een nieuw lokaal: café ’In ‘t Kloefke’ (zie aldaar).Het café heette in de volksmond 'Freuters', zolang de Defruytiers het uitbaatten. Dat was tot in 1946, toen ze uitweken naar Anvaing. Na hun vertrek kwam er een kleding- en hoedenwinkel, uitgebaat door Andrea Gabriel. De woning werd afgebroken in 1962 voor de verbreding van de Avelgemstraat.

COCO

Avelgemstraat 193

Ingericht in een vroegere rij woningen van ondermeesters van de pannenfabriek aan de overkant van de weg, mooi verbouwd tot restaurant. Sedert 21 april 1994 uitgebaat door Catharine Holvoet, echtgenote van Danny Devos.

IN DE PANNEBAKKERIJ IN DE VILLA ZULMA

Avelgemstraat 197

Van 1919 uitbater Camiel Eekhout – Melanie De Tollenaere. Later (van voor 1930 tot juli 1971) Jeroom en Emma Naert – Vervaeke, de ouders van politieagent Amedé Naert. Naar verluidt heette dit café eerst ‘In de Villa Zulma’. De uitbaters van de oorspronkelijke ‘Villa Zulma’ verhuisden naar het café ernaast, ‘Au Bon Coin’, maar namen hun uithangbord mee. Na Jeroom Naert was het geen café meer.

DE WELLUST Avelgemstraat 199 IN DE VILLA ZULMA - AU BON COIN - BELLE-VUE ? Dit café is het best bekend geweest onder de naam ‘In de Villa Zulma’. Vanaf 1914 tot na 1930 werd het uitgebaat door Camiel en Marie Sidonie Vermeulen - Vandemeulebroucke. Na hen kwamen tot 1937 Gustaaf Vandeghinste en Godelieve Depraetere. 45


Avelgemstraat 212 - Café Sportkring - Noël Vandenbogaerde en echtgenote Monique T'Joens, Roger Demeire en echtgenote Simonne T'Joens

Avelgemstraat 212 - Sportkring

Uilenspiegel - links in 1963 - L-R: Rita Vanneste, Jeannette T' Joens, Adrienne Vancauwenberghe, Simonne T' Joens, Gilbert T'Joens - rechts: Rosette Naessens aan de tap

Avelgemstraat 171 - Uilenspiegel - 2008 –rechts: uitbaatster Caroline Verbeke

46


Het werd in de periode van de Tweede Wereldoorlog uitgebaat door Zulma Vermeulen en haar man, Adolf Depraetere. Daarna volgde het gezin Michel Vanhoutte en Elodie Merlier, en dan, van 1955 tot 1957, André Noreilde (zelfstandig soepbedeler), die getrouwd was met Emilienne De Meester. De naam was mogelijk een tijdje (wellicht vóór 1957): Belle-Vue. Van 8 augustus 1957 tot 13 april 1959 uitgebaat door Yvette Teirlinck, echtgenote Valère Brunswijck. De naam werd toen veranderd in ‘De Wellust’. Na hen kwamen Albert Notebaert – Bernice Gailliaert, die stopten in maart 1964. Daarna was het geen café meer. Er wordt verteld dat Yvette Teirlinck er vertrok toen men haar café niet meer zag staan door de hoge berm die aangebracht werd voor het aanleggen van de nieuwe Knokkebrug.

DE KAAI (WEG)

Avelgemstraat ?

Was gelegen bij het begin van de Ellestraat. Vanaf 1904 heette de uitbater Juliaan Gevaert (was ook kruidenier en kolenhandelaar). Zijn vrouw heette Maria Gabriëls. Later, in 1948, volgde André Peelen, velomaker.

HET (H)ELLEKEN (WEG)

Avelgemstraat ?

Helemaal aan het eind van de straat, over de brug, aan de grens met Heestert; ongeveer waar nu de nieuwe Kanaalweg langs het kanaal op de Avelgemstraat/Keiberg uitkomt. Reeds vermeld in 1685. De naam zal wel iets te maken hebben met de namen van de Ellestraat in Zwevegem en de Hellekenlos in Heestert. In Zwevegem dus zonder en in Heestert met H. Uitbaters: Louis Vandenberghe; Achiel Delobelle (1900-1940). Het eigenaardige van dit café was dat de voorgevel zich op Moen en de gelagzaal op Knokke (Zwevegem) bevond. Wie te lang wegbleef van een begrafenis kon beweren dat hij het lijk had moeten vergezellen van Knokke tot Moen. Hij had dan in ’t Elleke de afstand van de voordeur naar de toog afgelegd. Pare kant

HET BURGERWELZIJN

Avelgemstraat 16

In 1900 en 1910 was dit nr. 16, met als uitbater Frederik Dheedene (die ook slachter en veekoopman was). Zijn vrouw heette Marie Ducatteeuw. Het huis dateert van 1866 en werd gebouwd door de voornoemde Frederik Dheedene. Als herberg heeft het de eerste wereldoorlog niet overleefd, maar de slagerij heeft vier generaties Dheedene gekend. Momenteel is daar de traiteurzaak Pata Negra gevestigd. Voor de eerste wereldoorlog was ‘Het Burgerwelzijn’ niet alleen herberg, maar ook een logementshuis. Verschillende jonge mannen die naar Zwevegem kwamen werken hebben er een tijd verbleven. Vooral onderwijzers: Jules Claeys (eerst onderwijzer, daarna gemeentesecretaris), Gomar Caes sr., Camiel Vandermarcke, Georges Couckuyt (die trouwde met Zulma Loncke uit het ‘Haantje’, aan de overkant van de straat), Camielke Ryckebosch (die trouwde met een dochter des huizes, Zulma Dheedene) en vermoedelijk ook Gilbert Libbrecht.

47


Avelgemstraat - 1) In de Wachtzaal, 2) In de Kuiperij - ca 1930 –Vrouw in deurgat is Rachel Decraene, echtgenote van Marcel Vienne.

Avelgemstraat – Frituur ’t Stekkerke – uitbater Kurt Deweer

Avelgemstraat 193 - Coco met de vroegere 'In de Villa Zulma' en 'In de Pannebakkerij'- rechts: uitbaatster Kaat Holvoet, Ann Holvoet (zus Kaat) en Sharon Devos (dochter Kaat)

48


PIZZERIA PAPA PAOLO

Avelgemstraat 18

In dit huis, dat in 2008 grondig werd verbouwd, was in 2004/2005 enkele tijd een pizzeria gevestigd, met de bovenvermelde naam. De recente verbouwing is nog niet helemaal afgewerkt, maar zo te zien komt daar geen horeca-zaak meer.

DE DRIJ KONINGEN

Avelgemstraat 24

Reeds vermeld in 1790, met Joseph Cours als eigenaar. Aan de westkant van de straat, in de laatste woonst voor de Kasteelstraat (daar is nu de Werkwinkel gevestigd). Eulalie Blancke was er rond 1900 de uitbaatster van, terwijl haar man, Gustaaf Coopman, beenhouwer, slachter en veekoopman was. De brede poort naast het huis gaf toegang tot het weverijtje dat Staf Coopman samen met Julien Demuynck in 1907 opstartte achter zijn herberg. Het lijkt aannemelijk dat Coopman op dat moment gestopt is als beenhouwer en herbergier. Later zijn Coopman en Demuynck elk hun eigen weg gegaan. Het weverijtje van Staf Coopman heeft het niet overleefd, Julien Demuynck werd de stichter van de grote weverij verder in de Avelgemstraat, intussen toch ook gesneuveld. Het voorste gedeelte van die gebouwen wordt nu gebruikt door de Volle Evangeliekerk. Achter de gebouwen van de hoek van Avelgem- en Kasteelstraat is duidelijk te merken dat dit een heel oud stukje Zwevegem is, al is reeds een en ander afgebroken. Noot over de drie volgende herbergen : ‘De Maandag’, ‘Den Dinsdag’ en ‘Den Bonten Os’ waren drie aaneenpalende, heel oude huizen op de hoek van de Avelgemstraat en de huidige Kasteelstraat. Ze werden samen gesloopt in 1951. Er was al langer sprake van deze afbraak vanwege de al te smalle toegang naar de Kasteelstraat. Vooral René Vanneste had problemen om zijn dorsmachine uit zijn hangaar vooraan in de Kasteelstraat de Avelgemstraat op te loodsen (vandaag de dag is die hangaar een vervaarlijk uitziende bouwval). Maar in 1951 kwam alles plots in een stroomversnelling. Men wilde die oude huizen en die smalle doorgang absoluut weg om de eretribune te plaatsen voor de grote feestelijkheden van dat jaar: de viering van 25 jaar burgemeesterschap van Leon A. Bekaert en van 25 jaar activiteit als gemeenteraadslid van Alberic Vanhaverbeke. ‘De Maandag’ stond dichtst bij de Plaats en reikte tot ongeveer aan het vluchtheuveltje-met-elektriciteitspaal dat nu de toegang naar de Kasteelstraat in tweeën deelt. Odiel Verbrugge heeft toen een nieuwe winkel gebouwd op de plaats van de vroegere ‘Bonten Os’ plus ongeveer de helft van de vroegere ‘Dinsdag’. De andere helft van de ‘Dinsdag’ en de hele ‘Maandag’ verdwenen van het toneel.

DEN MAANDAG (WEG)

Avelgemstraat ?

In 1910 was dit nr. 58, met als uitbaatster Virginie Deschuyter, weduwe Dekimpe (was ook naaister). Dan volgden (rond 1930) Aloïs en Elisa De Coene - Deschutter (de ouders van Juulke en Maurice De Coene).Hier werd voetbalclub S.K. Zwevegem opgericht in 1924, met de reeds genoemde Julien Demuynck als voorzitter en Marcel Barrezeele als secretaris. Het stamlokaal werd echter ‘Au Chalet’, Otegemstraat, het ouderlijk huis van de secretaris. Kort voor of tijdens de tweede wereldoorlog kwamen Gerard en Marcella Tytgat – Vanderbeken in ‘De Maandag’ wonen. De ramen werden aangepast om een etalage te

49


Avelgemstraat 197 & 199- 1) In de Villa Zulma en 2) In de Pannebakkerij - ca 1930

Avelgemstraat - Het (H)Elleken - ca 1945

Avelgemstraat 16 - Café-Beenhouwerij Het Burgerwelzijn (D’Heedene) – helemaal links Sint Sebastiaan (ook beenhouwerij) (ca 1920) 50


maken voor de potten en de pannen waarmee ze ook de markten deden. Hun herberg en winkel was alleen buiten de markturen open. Dat ze erin slaagden daar te wonen met vijf of zes kinderen en bovendien winkel en café te houden … het lijkt onbegrijpelijk. En toch, was het café maar open buiten de markturen, het draaide bijzonder goed en er werd plezier gemaakt als nergens elders. Gerard en Marcella hebben heel hard gewerkt. Ze ‘gaan nie moeten were keren’, zoals men dat zegt, maar er heeft ook niemand zoveel leute gehad als dat koppel en hun caféklanten.

DEN DINSDAG

Avelgemstraat 26

In 1910: nr. 60. De uitbater was (Frans) Alfons Coussement, die ook smid was. In 1930 volgden Aloïs Naessens en Ilonie Lecoutere hem op. Na hun huwelijk in 1935 kwamen Achiel en Germaine Vangheluwe – Opsomer daar wonen. Hij was schoenmaker en werkte met een ‘domestiek’, een tijdlang zelfs met twee. Hij bleef dit doen tot in 194647, maar is dan bij Bekaert gaan werken. Het inkomen als zelfstandige woog niet op tegen de lonen bij Bekaert, plus het kindergeld als loontrekkende: hij had zes kinderen. Daarmee ging het café echter wel flink achteruit. Veel mensen die vroeger hun schoenen brachten of herstelde schoenen kwamen halen dronken gemakkelijk ook ‘nen dreupel’. Het was wel een café van Verhaeghe in Vichte, maar er zijn waarschijnlijk meer dreupels geschonken dan pinten. Nadat Achiel bij Bekaert ging werken kwam er duidelijk minder volk over de vloer.

DEN BONTEN OS

Avelgemstraat 28

Bewoond door Achiel Verbrugge, die ook zinkbewerker was. Hij was getrouwd met Irma Dejaeghere. Achiel stierf in 1929. Hij werd in 1935 opgevolgd door zijn zoon, loodgieter Odiel Verbrugge, die intussen getrouwd was met Germaine Dutoit. Het was er café en winkel van ijzerwaren en keukenbenodigdheden. Na de tweede wereldoorlog kwam er veel jeugd naar ‘Den Bonten Os’, want de broers Jules en Willy en hun zuster Mariette brachten die mee. (Terwijl ‘De Maandag’, ‘Den Dinsdag’ en het ‘Haantje’ aan de overkant van de straat uitgebaat werden door jonge gezinnen met kinderen).

DE GISTKUIP

Avelgemstraat 44

In 1900 woonden hier Emiel en Alice Gaeremijn-Verrue. Hij was kloefkappersbaas, winkelier in schoenen en ‘tapper’. In 1910 was dit het huis nr. 78, met als bewoonster Alice Verrue (haar man overleed in maart 1903). Het is daarna geen café meer geweest, maar een gistwinkel. Sylvere Vanhuysse, die heel veel heemkundige documentatie over Zwevegem heeft bijeengebracht, werd in maart 1909 in de onmiddellijke buurt geboren en heeft het altijd gehad over de gistwinkel met inrijpoort van Theo Matton. Hij vermeldde nooit het bestaan van een café. Daar is nu fietsenhandel Truye gevestigd.

IN ’T HOOGE (WEG)

Avelgemstraat ?

Van vóór 1910 tot na 1930 was de uitbater Odilo (Odiel) Demeire, die ook peerdenknecht en koerwerker was. Hij was getrouwd met Elisa Sablain. Zijn zoon Maurice werd de latere wijkburgemeester van de Lindewijk. In de jaren 1920 hield Gerard Demeire, ook een zoon van Odiel, aan de overkant van de straat café ‘De Reisduif’ open. Café ‘In ’t Hooge’ is blijven bestaan tot in of na 1951. 51


Avelgemstraat - 1) Den Maandag, 2) Den Dinsdag, 3) Den Bonten Os

Avelgemstraat – 1) Den Maandag, 2) De Drij Koningen. De drie vrouwen tegen de gevel van Den Maandag zijn Germaine Opsomer (uit Den Dinsdag), Maria Verbeke (uit Den Engel) en Marcella Delbeke (van Den Maandag)

Avelgemstraat – 1) In ‘t Hooge, 2) De Stenen Molen (bakkerij Dekeyzer) - ca 1930 – op de hoek de kapel van Sint Rochus – De twee mannen bij de electriciteitspaal zijn: Gerard Demeire, zoon uit ‘In ’t Hooge’ en Albert D’haene, zoon uit ‘De Groenselier’ aan de overkant van de straat. 52


Naast In ’t Hooge stond de kapel van Sint Rochus, die dienst deed als rustplaats voor het Heilig Sacrament tijdens de processies.

DE STENEN MOLEN ? (WEG)

Avelgemstraat ?

Was gelegen aan de linkerkant van de kapel van Sint-Rochus. In 1910 was dit huis nr. 90, met als uitbater Alfred Dhuyvetter, die ook bakker was. Vanaf 1919 was de uitbater Hector Matton. Zou De Stenen Molen geheten hebben. Dit werd later de bakkerij Dekeyzer. Zoals bijna de hele buurt daar was dit een eigendom van brouwer Vancauwenberghe van Tiegem. De brouwer eiste dat het ook als herberg open zou blijven, maar huurder Dekeyzer weigerde halsstarrig bier te verkopen, al stond er een toog en een glazenrek. Dit schilderachtige hoekje, met bakkerij Dekeyzer, kapel van Sint-Rochus en café ‘In ’t Hooge’, werd gesloopt voor de verbreding van de Avelgemstraat. Daar worden nu de nieuwe flatgebouwen Palladio en Vignola gebouwd.

AU PIGEON D’OR (WEG)

Avelgemstraat (± nr. 62)

In 1910 was dit nr. 96, met als uitbaatster Marie Debouck, weduwe Jan Vanhoenackere, die er al in 1900 woonde en er bleef tot na 1930. Ze luisterde naar de bijnaam Marie Suljaen. Vanaf 1932 tot in december 1957 woonden daar Jeroom en Elza Kint – Dekens. Jeroom was een zoon van Gustaaf Kint uit het ‘Vlaamsch Huis’ in de Ommegangstraat, en een broer van Jeanne Kint uit ‘In de Vos’ (Vandevennestraat). Vroeger stond er tussen de Stenen Molen en de Avelgemstraat een rij lage huisjes. De Pigeon was het tweede, te beginnen van de kant van de kerk. Zie pagina 34.

PRESTIGE DE ZONNEBERGEN (HOTEL)

Avelgemstraat 162

Was een tijdlang café en feestzaal. Daarna Hotel Club Prestige. In een advertentie van 26 maart 1992 in ‘Atlas’ wordt reclame gemaakt met de volgende wervende tekst: ”Onze hostessen ontvangen u in onze nieuwe club: - exclusief kader - verzorgde bediening - grote parking - kamerverhuur.” Uitbaters : van 13 juni 1984 tot 30 april 1989: Gerda D’Hondt en Freddy Verschelde vanaf 1 mei 1989: Hilde Boogmans en Ghislain Doom vanaf 1 mei 1991: André Crevits en Dina Denijs Is in 2008 afgebroken om plaats te maken voor een appartementsgebouw.

DE FAUBOURG (WEG)

Avelgemstraat ?

Van vóór 1880 tot in 1910 (toen huisnummer 124) werd deze herberg uitgebaat door Ferdinand en Sophie Ryckoort - Brunel. Ferdinand stond geregistreerd als houtkoopman, landbouwer en tapper. Vanaf 1910 tot in 1919 kwam Henri Lefevre, weduwnaar van Sidonie Deplae, daar wonen. Hij was behalve herbergier ook landbouwer. Na Hen53


Avelgemstraat 162 – De Zonnebergen - Prestige - 1987 – rechts advertentie Atlas 26/3/1992

Avelgemstraat (hoek met de Kastanjeboomstraat) - de vroegere ‘De Faubourg’

Avelgemstraat ?, Naam? - huis Sablain-Vandekerkhove - in 1910: nr. 130, uitbater Petrus Vandekerkhove.

54


ri Lefevre waren de uitbaters Theophiel en Emma Laly - Depraetere, van maart 1919 tot circa 1930. Dit huis stond op de hoek met de Kastanjeboomstraat. Het café stopte einde jaren twintig van de vorige eeuw, doch het is een publiek geheim dat Germaine Laly er van 1938 tot ca. 1970 nog ‘in den duik’ wel eens bier verkocht aan het personeel van de steenbakkerij Valere Demeestere, die daar vlak bij lag (nu onder meer het asiel Dierenbescherming der Leiestreek). ‘An de Faubourg’ was een gebruikelijke aanduiding voor de plaatsenaars, die betekende : ‘helemaal vooraan in Knokke’. Het huis heeft lang leeg gestaan en heeft intussen de baan geruimd voor het gemeentelijk containerpark.

NAAM?

Avelgemstraat ?

In 1910: nr. 130. Van 1880 tot 1916 was de uitbater Petrus Vandekerkhove, die ook katoenwever was. Hij was getrouwd met Mathilde Delrue. Als je uit de richting van Zwevegem-centrum kwam moet dit huis al voorbij de steenbakkerij van Valère Demeestere gestaan hebben.

DE TIMMERMAN

Avelgemstraat 200

Wijlen Marcel Devos heeft voor dit café ook ergens de naam ‘In Sint-Jozef’ genoteerd. In 1910 was dit nr. 134, met Gustaaf en Marie Matton – Depriester als uitbaters. Gustaaf was ook timmerman. Het was tegelijk een kruidenierswinkel en bleef veel langer winkel (tot 1970) dan café.

SPORTKRING

Avelgemstraat 212 + 214

Van 1947 tot 1954: Jules T’Joens (voordat hij het voornoemd café ‘Uilenspiegel’ oprichtte, nu nr. 171). Hij kwam van het ‘Kloefke’ (zie aldaar). ‘De Sportkring’ stond in een voor auto’s doodlopende zijweg, het Klein Avelgemstraatje.

HET ZWIJNTJE

Avelgemstraat 226

Was herberg en beenhouwerij en werd voor 1880 uitgebaat door Camiel Delrue – Marie Furnier.

DE SMIDSE (?)

Avelgemstraat 228

In 1880 uitgebaat door Charles Louis Putman, smid en ‘tapper’. Hij overleed in 1907. In 1910 was dit huis nr. 142, bewoond door zijn weduwe, Pharaïlde Leenaert.

HET STOOFKE

Avelgemstraat 230

In 1880 was de uitbater Charles Delrue. In 1910 droeg dit huis het nr. 144, en de uitbater was Henri Putman. Hij was ook smid, zoon van Charles Louis voornoemd en getrouwd met Irma Decock. ‘Het Stoofke’ was café tot in 1926.

NAAM?

Avelgemstraat ?

Uitbater Aimé Decock.

55


Avelgemstraat – 1) In ‘t Kloefke, 2) St. Katherine, 3) Het Stoofke, 4) De Smidse, 5) Het Zwijntje, 6) De Timmerman

Avelgemstraat 236 - St. Katherine - later Las Vegas (rechts)

Avelgemstraat 236 - vraag van Paul Pillaert dd. 16 januari 1967 om naam van herberg ‘St. Katherine' te wijzigen in 'Las Vegas' naar aanleiding van de opening van de feestzaal 56


HARLEKIJN ST. KATHERINE - LAS VEGAS

Avelgemstraat 236

In 1790 werd hier ‘Sinte Marguerite’ vermeld, met Petrus Brunel als eigenaar. Later is de naam ‘St. Katherine’ geworden. Het eerste onderwijs op Knokke werd blijkbaar in deze herberg en in ’t Kloefke gegeven. Daarbij worden figuren genoemd als de Oude Siska, Peetje Devos en Miel Deschamps. Maar dat onderwijs werd er al veel langer georganiseerd. De eerste officieel erkende onderwijzer was namelijk Joannes Clarysse, in 1842. Later wordt er melding gemaakt van Louis Hoet, in 1853. In 1900 waren de uitbaters van het café de voornoemde Petrus (Peetje) Devos – Rosalie Vandendriessche. Van 1926 tot 1934 woonde het gezin Camiel Piccavet daar, maar het was toen geen herberg. Vanaf 1934 tot ca. 1960 was het er in elk geval opnieuw café, uitgebaat door Richard August Noreilde – Marie De Tollenaere (in de volksmond: Sarries). Hij werd opgevolgd door Paul en Oriette Pillaert - Noreilde, die het café begin 1967 omdoopten tot ‘Las Vegas’. In 1997 werd de naam nog eens veranderd tot ‘Harlekijn’. Uitbaters : vanaf 1 januari 1989: Christine Pillaert – Lieven Caby vanaf 1 november 1997 tot in 2002: Christine Vandenbulcke daarna Jean Veys vanaf 2 maart 2006: Marguerite Platteau 2008: Sylvia Demeyer en Xavier Callewier

D’N DAKAR CENTRAL(E)

Avelgemstraat 240

De eerste uitbaters waren Georges Vandenbogaerde – Suzanne (Jeanne) Beyens. Met feestzaal. Jeanne Beyens huwde in 1932 met Philemon Naessens, zoon van Aloïs uit ‘Den Dinsdag’. Het koppel ging in Vichte wonen en begon er een schoenwinkel en schoenenherstellingsdienst. Na het vroegtijdig afsterven van Philemon hertrouwde zij met Georges Vandenbogaerde. Ze woonden korte tijd in de Kastanjeboomstraat 1 en gingen vandaar naar de Orveiestraat waar ze een schoenwinkel opstartten. In 1958 bouwden ze op de hoek van de Avelgemstraat met de Maria Bernardastraat een nieuwe schoenwinkel. Na vijftien maanden schoof de schoenwinkel naar achter en begonnen ze het café. Uitbaters: 1965-1967: Joël Verschuere – Marcella Hostens 1967-1968: Julien Claeys – Laurette Adam 1969 tot november 1997: André Henri Baert en Yvette Teirlinck van begin 1998 tot 31 maart 2000: Yvette Teirlinck vanaf 1 juli 2000: Caroline Teirlinck en Antoon Vandenheede vanaf 21 februari 2003: Danny Libbrecht, die er D’n Dakar van maakte.

D’HALVE MAAN

Avelgemstraat ?

In 1891 was de uitbater Désiré Vanschaemelhout, die ook ‘metser-baas’ was. Hij was gehuwd met Mathilde Moreau, die overleed in 1903. In 1910 was dit huis nr. 160, en de 57


Avelgemstraat 236 – Harlekijn - 2008 - rechts: uitbaters Sylvia Demeyer en Xavier Callewier

Avelgemstraat 240 – Central(e) - links in 1960 – rechts: Yvette Teirlinck en André Baert

Avelgemstraat 240 – D’n Dakar - 3/5/2008 - uitbater Danny Libbrecht

58


bewoner was nog altijd Désiré Vanschaemelhout. (In het register staat ‘herbergier’ tussen haakjes. Is hij als herbergier met pensioen gegaan?)

CAFÉ DE LA GARE LA GARE - DEN BASCUUL

Avelgemstraat 254

In de volksmond Den Bascuul. Hier stonden oorspronkelijk twee cafés: La Gare en D’Halve Maan. Het geheel werd verbouwd tot één café. In 1859 kreeg Bruno Loncke, geregistreerd als herbergier, de toelating om op dit adres een broodbakkerij te beginnen. Was rond 1890 nog steeds bakkerij, uitgebaat door de ouders van Maurice Decraene: Adolf en Lisa Decraene. Werd overgenomen door Marcel en Rachel Vienne - Decraene, die verhuisden naar de overkant van de straat. In 1929 kwam de familie Camiel Libbrecht – Camilla Raepsaet naar ‘La Gare’. Van 1959 tot 1969 werd het café opengehouden door Yvette Teirlinck. En van 1969 tot 1975 volgden Honoré en Berenice Vandevelde - Depraetere. Stond aan het verdwenen stationnetje van Knokke. Is nu winkel Rossinante.

IN DE KUIPERIJ

Avelgemstraat ?

Vanaf 1895 tot 1925 bewoond door Jules en Marie E. Vanwynsberghe - Naessens. Hij was geregistreerd als kuiper en tapper. In Knokke werden ze ‘Kuiperkes’ genoemd. Zij vertrokken naar Beveren-Leie. Een latere uitbater heette Leenknecht. De ‘Kuiperij’ stond voorbij de spoorweg, ongeveer waar nu de Pannebakkersstraat uitmondt in de Avelgemstraat.

Beekstraat Wijlen Marcel Devos heeft ergens in zijn uitgebreide heemkundige verzameling gewag gemaakt van een café ‘Het Vlasfacteurke’ in de Beekstraat. We hebben niet kunnen achterhalen waar het gelegen was.

HET RODE PAARD

Beekstraat 1

Op de linkerhoek met de Oude Bellegemstraat. In 1920 waren de uitbaters Victor en Eudoxie Van Bruwaene – Huys. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren dit Fons Van Bruwaene (in de volksmond Foons Berwaene) en zijn zusters Maria en Clara Van Bruwaene. Foons Berwaene was een getalenteerd zanger en bracht in die moeilijke jaren vaak toch stemming in ‘Het Rode Paard’, als liedjeszanger, waarbij hij zichzelf begeleidde met geïmproviseerd slagwerk (emmer, ijzeren deksels enz.) Het was telkens feest voor heel de wijk van het Bakkerietje. En dit deed hij niet alleen in het eigen café, maar vaak ook in andere drankgelegenheden. Hij kon het niet laten. Het is geen café meer sinds half 1967.

NAAM?

Beekstraat ?

Tegenover huidig nummer 38 staat nog het huis van André Debrabandere. Iets verderop zou ‘Skete Merisse’ café gehouden hebben.

HET HAANTJE

Beekstraat 57

Met Jeroom Callewaert als uitbater. Het laatste huis van Zwevegem. 59


Avelgemstraat 254 –links: Café de la Gare - rechts: - La Gare in 1985

Avelgemstraat 254 – Café de la Gare

Avelgemstraat - De Kuiperij - eind jaren 1950

Beekstraat 1 – Het vroegere ‘Het Rode Paard’

Beekstraat 52 – Het vroegere ‘De Drie Kaven’

60


DE LAMPE

Beekstraat 38

Van 1896 tot 1910 waren de uitbaters Edward en Juliane Verspaille – Delrue, die van Bellegem kwamen en er ook naar terug gingen. Volkse naam van de latere uitbater: Miele Lampe. Ongeveer huidig huisnummer 38.

DE DRIE KAVEN

Beekstraat 52

Van voor 1888 tot 1910 was de uitbater Jules Opsomer (ook dagloner en katoenwever). Zijn vrouw heette Louise Vandenbroucke. Voor en tijdens de tweede wereldoorlog werd ‘De Drie Kaven’ uitgebaat door Maurice en Madeleine Legrand-Breye, een echtpaar dat afkomstig was van Kortrijk. Ze zijn begonnen met naast het café ook een winkel open te houden. Een echte buurtwinkel voor de mensen van die hoek. Daarna hebben Maurice en Marie Vandemeulebroeke – Decraene café en winkel overgenomen, tot circa 1965. In hun tijd werd de kruidenierswinkel een Végé-winkel. Vanaf 1965 werd de zaak voortgezet door hun dochter Cecile en haar man, Raoul Decuypere. Ze waren ook bekend als uitmuntende rietvlechters voor stoelzittingen. Is geen café meer sinds oktober 1972.

Bekaertstraat CAFETARIA GEMEENTELIJKE SCHIETSTAND

Bekaertstraat 11

Sinds 27 april 1979, datum waarop de gemeentelijke schietstand officiëel werd geopend, wordt de cafetaria uitgebaat door de schuttersvereniging Sint Barnabas.

CAFETARIA GEMEENTELIJK TENNISCENTRUM

Bekaertstraat 13

De ‘Wire Tennis Club’ werd binnen de firma Bekaert gesticht op 15 maart 1951 en startte haar activiteiten in de Blokkestraat. Halfweg de jaren 1960 verhuisden de activiteiten naar de Bekaertstraat en in 1971 werd het clubhuis opengesteld.

FRITUUR ’T FRIETJE Bekaertstraat FRITUUR HARRY EN MONIQUE – FRITUUR DRIES Deze frituur rechtover het zwembad werd op 1 oktober 1980 geopend door Dries Spincemaille, die voorheen zijn frituur had op de hoek van de Otegemstraat met de Stokerijstraat (waar thans Frituur De Brug gevestigd is). Na hem hielden Henri (alias Harry) en Monique Coucke – Vanhessche de frituur open van 1 november 1983 tot 30 april 2005. Sinds 1 mei 2005 zijn de uitbaters: Mario Waelkens en Nathalie Vercruysse.

CAFETARIA GEMEENTELIJK ZWEMBAD

Bekaerstraat 4

Sinds 19 maart 1977, datum van de officiële opening van het zwembad.

TE PLAOTIES

Bekaertstraat ?

Tot het sportcentrum werd gebouwd stond een klein huisje op de plaats waar nu de busparking te vinden is, dus niet ver van de Keibeek. Het huisje dat oorspronkelijk meeging met de Harelbeekstraat en slechts via een wegel te bereiken was, kwam na de 61


Bekaertstraat 11 - Gemeentelijke Schietstand

Bekaertstraat 13 - Gemeentelijk Tenniscentrum

Bekaertstraat – Frituur ’t Frietje – uitbaters: Mario Waelkens en Nathalie Vercruysse

Bekaertstraat 4 – Cafetaria van het Gemeentelijk Zwembad

62

Bekaertstraat – Te Plaoties


verlenging van de Bekaertstraat (van de Deerlijkstraat tot aan de Kortrijkstraat) langs de Bekaertstraat te staan. Het is er tot na 1980 blijven staan, omdat de bewoners Michel en Gabrielle Deplae (ongehuwde broer en zus) hardnekkig weigerden het huis te verlaten, ook al moesten ze zandzakjes aan de voordeur leggen om bij elke regenvlaag het water buiten te houden. Het was er geen echt maar wel een sluikcafé. De naam was afgeleid van de familienaam Deplae.

Bellegemstraat Het stuk Bellegemstraat op de Kreupel heette (veel) vroeger de Magerstraat. Onpare kant

IN ’T HUIS VAN COMMERCE

Bellegemstraat 21

Voor de tweede wereldoorlog was dit het allereerste huis aan de zuidkant van de huidige Bellegemstraat. Het was een laag huisje gedekt met stro. De eerste uitbater die nog met zijn naam bekend is was een zekere Bossuyt uit Bellegem. De volgende uitbaters waren, reeds van vóór 1930, Camiel (Milie) Verschuere en Margaretha Holvoet. Camiel was een broer van Fons uit ‘de Kwakkel’, van Marcel uit ‘Den Haas' en van Remi uit de ‘Sportwereld'. Omstreeks 1936-38 werden belangrijke herstellingswerken aan het oude huis uitgevoerd en werd het ’Hof van Commerce’ gedekt met opvallend groene pannen. Het was steeds een café waar veel kaarters kwamen, maar ten tijde van Milie Verschuere kwam de hele Kreupel daar ook biljarten. Het was namelijk het enige café op de Kreupel waar een biljart stond. Van februari 1967 tot september 1970 werd het café uitgebaat door Leon en Georgette Plets-Soetens, maar het ‘draaide’ niet meer als vroeger. Daarna is Michel Caby er komen wonen, die er een gesloten huis van maakte.

NAAM?

Bellegemstraat ?

In 1910 was dit nr. 43, met als uitbater Aloïs Callens (was ook boomvelder). Zijn vrouw heette Elodie Devos.

HET WIT PAARD

Bellegemstraat ?

Uitbater Henri Nuyttens – Ida Pauwels (+ 1921). Hij was wever en herbergier. Huis voor de schrijnwerkerij Weedaege.

NAAM?

Bellegemstraat ?

In 1910: nr. 47, uitbater August Verriest (ook koeidrijver).

ZWART PAARD

Bellegemstraat 67

In 1900 en 1910 was de uitbater Felix Malfait, die ook smid was. Hij was getrouwd met Leonie Moreau. Na zijn dood in 1931 kwam zijn zoon Gaston hem opvolgen. Die was eveneens smid en getrouwd met Maria Casier, dochter van Augustin, uit de ‘Vlaamsche Smidse’, Kortrijkstraat 14. Werd ook wel café ‘De Smisse’ genoemd. Dit was tot na de tweede wereldoorlog wellicht de bekendste smidse van Zwevegem. Het was er altijd heel druk voor het beslaan van paarden en de Malfaits waren ook bekend voor hun hoepels voor karrewielen. 63


Bellegemstraat 21 – In ‘t Huis van Commerce

Bellegemstraat - De Bouw

Bellegemstraat 67 - Zwart Paard - 1987

Bellegemstraat 46 – de vroegere ‘De Loreley’ - 1987

64

Bellegemstraat 48 - ’t Ovenbuur


Latere uitbaters : - van 1954 tot 1983: André en Marie-José Vroman – Soens. Marie-José was de dochter van Gerard Soens (Rarie Tjoenies), handelaar in oud ijzer, die van ’t Gevelke’ in de Kapelmilanenstraat kwam. - september 1984 – december 1985: Lionel en Gisèle Blauwblomme – Vercaemer. - vanaf 15 maart 1987: Myriam Soenen Het gebouw werd omstreeks 1994 afgebroken. Het stond op de plaats waar nu de broodautomaat staat van de Bakkerij Soens en op het tuintje ernaast.

DE LEERZE

Bellegemstraat ?

In zijn Woordenboek der Toponymie vermeldt Karel Duflou ‘een huis, voorheen school’, gelegen langs de Bellegemstraat, bij het begin van de Koutermanstraat. Daar zou een zekere Triene les gegeven hebben. Het is niet zeker dat dit een herberg geweest is, maar omdat het huis een naam had, ‘De Leerze’, is dat ook niet uit te sluiten.

DE BOUW

Bellegemstraat 85

In 1900 en 1910 waren de uitbaters Gustaaf en Ida Catteloin - Derycke (ook winkelier en kolenkoopman). Ze bouwden de herberg in 1893-94. Hij was afkomstig van Sint-Denijs, zij uit de boerderij aan de overkant van de straat. Het was er herberg, boerderij, kruidenierswinkel en kolenhandel. Ze bleven er wonen tot 1935, en verhuisden toen naar de Albertstraat in Zwevegem. Daarna kwam Adolf Lefevre er wonen. Hij was wat de mensen noemden een ‘koeifacteur’. Dat wil zeggen: hij ging rond bij de boeren om te zien of ze iets te koop hadden (beesten, graan…) en probeerde dat elders te verkopen. Hij kreeg uiteraard zijn percentje. Hetzelfde gebeurde ook in zijn café: als de boeren van het ronde iets te verkopen hadden kwamen ze dat vertellen aan zijn vrouw achter de toog en Adolf zorgde ervoor dat het verkocht werd. Weer tegen een percentje, natuurlijk. In de tijd van Adolf Lefevre was ‘De Bouw’ ook een café waar ze ‘met de hanen speelden’. Het waren niet direct groots opgezette ‘combats’, maar het waren de lokale boeren ondereen die op hun hanen wedden en ze lieten vechten. Op Adolf Lefevre, die eind 1940 vertrok naar ‘Den Bascule’ in de Otegemstraat, volgde Louise (Wieze) Laverge, die getrouwd was met ‘sleunsemersjang’ Joseph Verhelst. Joseph stierf in 1942. Wieze ging in de zomer ook rond met ijskreem en heel de meimaand stond ze met een snoepkraam aan de Kapel Milanen. Wieze werd opgevolgd door Pierre Vroman, een fietsenhandelaar uit Bellegem, en dit tot ergens aan het einde van 1949. Het is het laatste huis van Zwevegem, op de grens met Bellegem. Links, aan de Bellegemstraat, was de deur die toegang verschafte naar de paardenstallen. Pare kant

DE LORELEY

Bellegemstraat 46

‘De Loreley’ heeft als café bestaan van 11 december 1961 tot rond eind 1978 en werd gebouwd en uitgebaat door Michel D’Hoop en Alice (Lieske) Demeire, die van de ‘Meibloem’ kwamen (zie aldaar). Het is vandaag de dag een krantenwinkel.

65


Bellegemstraat 48 – ‘t Ovenbuur– de zaal en chef Jean-Marie Winne

Bellegemstraat 70 - De Kreupel - ca 1938

Bellegemstraat 148 - De Kwakkel anno 1930 en rechts Panorama in 1987

66


‘T OVENBUUR

Bellegemstraat 48

Van 1 februari 1988 tot 30 september 2001: Jean-Marie Winne – Monique Waignein, die kwamen van ’t Ovenbuur in de Kwadepoelstraat 51, waar zij reeds sinds 1 februari 1979 werkzaam waren. ’t Ovenbuur was een van de betere restaurants in de regio en mocht van 1983 tot de stopzetting in 2001 pronken met één Michelinster.

DE KREUPEL

Bellegemstraat 70

Café ‘De Kreupel’ of ‘Het Kreupelken’ werd vermeld in 1664, 1764 en 1787. Het lag recht tegenover de Kreupelstraat (nu ongeveer huis met nummer 70). In 1910 was dit huis nr. 40, met als bewoner (Henri) Remi Houpline (ook landbouwer; hij woonde hier van in 1904 tot omstreeks 1934). Zijn eerste vrouw heette Sidonie Debrabandere, die stierf in 1912. Remi Houpline hertrouwde het jaar daarop met Emma Hostens. De laatste uitbaters van ‘De Kreupel’ waren Michel en Alida Soens-Sabbe (van 1934 tot circa 1936). Toen zij ‘De Kreupel’ sloten is Arthur Algoet begonnen met ‘De Nieuwe Kreupel’ (zie aldaar). Het gebouw van de ‘oude’ Kreupel werd einde 1970 afgebroken.

DEN GROENEN THUYN

Bellegemstraat ?

Stond in de onmiddellijke buurt van het ‘Kreupelken’. Oudste vermelding in het landboek van 1602. In 1685 is Guillaume Holvoet er eigenaar van, en in 1790 Joannes de Mullie van Kortrijk. Werd nog genoemd in 1826, maar het is niet bekend wanneer deze herberg opgehouden heeft te bestaan.

DE SLEER-IN

Bellegemstraat ?

Stond ook niet ver van het ‘Kreupelken’. Voor het eerst vermeld in 1602, later nog in 1642, 1676 en 1695. We hebben geen verdere inlichtingen over de datum waarop deze herberg de deuren sloot, maar er mag worden aangenomen dat het vóór 1777 was, aangezien in dat jaar een andere ‘Sleer-in’ geopend werd aan het kerkhof van Zwevegem.

NAAM?

Bellegemstraat ?

In 1910 was dit huis nr. 44, twee huizen verder dan het ‘Kreupelke’. Het is dus best mogelijk dat het hier gaat om een van de twee voorgaande herbergen, ‘Den groenen Thuyn’ of ‘De Sleer-in’ (of zelfs om allebei). Die twee dateren namelijk van erg veel vroeger. In elk geval was de uitbater in 1910 Camiel Vanhessche (was ook bakker, schoenmaker en kruidenier). Jan, de zoon van Camiel, zette in 1920 de herberg voort. Vanwege dat ‘schoenmaker’ waren deze mensen bekend als ‘Skoeties’. Ze woonden daar nog in 1940, maar we zijn niet zeker dat het toen nog café was.

DE NIEUWE KREUPEL

Bellegemstraat ?

Was café van circa 1936 tot 1946 en werd uitgebaat door Arthur en Anna Algoet – Avet, ouders van Frans Algoet. Ze begonnen met de ‘Nieuwe Kreupel’ nadat café ‘De Kreupel’ gesloten werd door Michel en Alida Soens - Sabbe, de laatste uitbaters ervan.

67


Bellegemstraat 148 – Panorama op 15/5/2008 met uitbaatster Annie Bauwens

Blokellestraat 26 – In deze woning was vroeger In de Leeuw van Vlaanderen - 23/4/2008 – onder: Blokellestraat - 1912 of 1913 - staande bovenaan links: Rudolf Vandewalle en Amedée Tack. Dan volgen vijf onbekenden en verder Maurice Vervaecke, Julien Loncke, Oscar Tack en nog een onbekende – daarvoor: André Vandewalle, Achiel Vanherve, twee onbekenden, René Loncke, Demeyere, nog twee onbekenden, en Marie Louise Depoortere uitbaatster van ‘De Leeuw van Vlaanderen’. De accordeonist vooraan links was haar zoon Arthur Depoortere.

68


PANORAMA DE REISDUIF - DE KWAKKEL

Bellegemstraat 148

In 1910 was dit huis nr. 60, en de uitbater was Aloïs Vandoorn, die ook wever was. Deze herberg heette aanvankelijk ‘De Reisduif’. In 1947 kwam Fons Verschuere met echtgenote Romanie Verfaille er wonen. Fons was een broer van Camiel van het ‘Huis van Commerce’, Marcel uit ‘Den Haas’ en Remi van de ‘Sportwereld’. Het was een tijdje geen café meer, tot de brouwerij Malfait het huis kocht van de brouwerij Bafcop. Het huis moest opnieuw café worden. Vanaf 1953 werd de naam veranderd in ‘De Kwakkel’: Fons was namelijk een verwoed kwakkelliefhebber (‘kwakkel’ is Zwevegems voor ‘kwartel’) en heeft op de Kreupel de reeds bestaande kwakkelliefhebberij nog meer leven ingeblazen. Hij was een specialist in het vángen van kwakkels, want de kunst bestond er niet zozeer in kwakkels te kweken maar gevangen kwakkels in leven te kunnen houden. Kwakkels vangen was dé passie van Fons. Hij had een ‘kwakkelbeen’ waarmee hij de roep van de vrouwtjes heel goed kon nabootsen en aldus gemakkelijker mannetjes kon vangen. Zijn gevangen kwakkels zette hij doorgaans ook uit op boerderijen in het rond, zodat je op de Kreupel vrijwel nergens kon komen zonder een kwakkel te horen roepen. Het was er echt wel Kwakkelgem. Na het vertrek van Fons in mei 1961 heeft zijn dochter Paulette Verschuere het café verder gerund tot 29 januari 1971. Daarna, van januari 1971 tot 5 april 2001, dus ruim dertig jaar, was de officiële uitbater Marie (Mieke) Dooms, echtgenote van Laurent Nuyttens. De huidige naam is ‘Panorama’, vanwege de ligging. Vanaf 18 oktober 2001 wordt het uitgebaat door Annie Bauwens. Het is er ook duivenlokaal. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog hadden de mensen van de Kreupel gevraagd om een eigen kapel, om er de zondagsmis te kunnen bijwonen. Dit leidde in 1949 tot een eerste stap: onderpastoor Deblonde legde een bus in die de mensen op zondag van de Kreupel naar de Sint-Amanduskerk in het centrum bracht. Maar dat was maar een noodoplossing, want de rit moest betaald worden en het kon toch niet dat de gelovigen moesten betalen om hun zondagsplicht na te komen. De gedachte aan een eigen kapel werd sterker en sterker, en in december 1959 werd daarover een eerste vergadering gehouden in café ‘De Kwakkel’, onder leiding van onderpastoor Daniël Verhelst. Drie weken later, op 17 januari 1960, droeg hij de eerste zondagsmis op in de garage van de Kreupelschool. Ter inlichting: Café ‘De Groene Wandeling’, juist op grondgebied Bellegem, heette in de volksmond ‘In den Transporté ’.

Blokellestraat ’T EZELKE

Blokellestraat ?

In 1900 waren de uitbaters Gustave Malfait en Victorine Mignon. De vrouw was afkomstig van Halluin en vertrok later naar ‘De Luchtbal’ in de Avelgemstraat (zie aldaar).

69


Blokkestraat 5 - Ons Huis – links in 1927 en rechts zoals het gebouw er nu uitziet

Leon Devrieze, echtgenoot van Germaine Catteeuw, uitbaatster van Ons Huis sinds 1927. In 1938 de eerste verkozen socialist in Zwevegem.

Blokkestraat 13 - The Shadow - 26/04/2008 – rechts: uitbaatster Myriam De Troeyer

Deerlijkstaat 19 – ’t Nieuw Park - Na de tweede wereldoorlog was er in café Het Nieuw Park, bij Henri Carrette een bloeiende kaartersdub. Dit is de kampioenenviering van de uitbater die toen blijkbaar ploeg vormde met mevrouw Michel Migneau. Op de eerste rij zitten:??, ? Steelandt, Marcel Thienpont, mevrouw Michel Migneau, uitbater Henri Carrette, Michel Matton, Michel Migneau, Andre Vandendorpe en Robert Buckens. Op de tweede rij staan: Nestor Moreau en zijn echtgenote Lisa, Erik Quintyn, mevrouw Goethals, Ballekens, Gentiel Beyens, Magda Ovaere, Goethals, Agnes Declercq, de echtgenote van Norbert Lefevere, ? Lefevere, ??, Cyriel D'Haene en Julien Maertens. En achteraan: Norbert Lefevere, Michel Demeyere, Georges Barrezeele, Remi Delaere (de vader van Celesta), Michel Lefebvre en Maurice Rigolle.

70


IN DE LEEUW VAN VLAANDEREN

Blokellestraat 26

In 1910 droeg dit huis het nr. 14b. De uitbater was Jules Vandekerkhove, die ook wever in elastieken was. In 1912-13 was de uitbaatster Marie Louise Depoortere. Misschien was zij de echtgenote van de vermelde Jules Vandekerkhove. In 1920: Marie Bossuyt (° 1866, + 1955), weduwe van Vandekerkhove Charles. In 1930 en tot juni 1939: Remi en Erma Vandemeulebroucke – Adams. Van 1939 tot na 1948: Marie Hombecq, weduwe van Robert Van de Vijver. In 1952: Gerard Decoene – Godelieve Beert 1956-1960: Stefaan Beernaert – Bertha Vermeulen 1960-1962: Richard Vancoster – Lefevre Aurora 1962-30 september 1972: Henriette Depotter, echtgenote van Arthur Timmerman. Daarna was het geen café meer. Blijkbaar is dit nooit een sterk café geweest en de uitbaters hebben elkaar steeds in snel tempo opgevolgd.

Blokkestraat ONS HUIS

Blokkestraat 5

Vanaf 1923 tot ca 1928 woonden op dit adres Julien Careelman en Maria Verbeke. Hij was geregistreerd als herbergier, barbier en katoenwever. Ze verhuisden naar ‘De Engel’ in de Avelgemstraat. De naam van het café, toen zij daar woonden, is onbekend. Na de eerste wereldoorlog begon het socialisme ook in Zwevegem vaste voet aan de grond te krijgen. Het zou echter nog duren tot in 1938 vooraleer Leon Devrieze er zou in slagen een eerste socialistische zetel in de gemeenteraad te veroveren. Ondertussen was echter in 1927 in de Blokkestraat de socialistische coöperatieve 'Ons Huis' opgericht in de voormalige herberg van Julien Careelman. De herberg en de winkel in koloniale waren werden uitgebaat door Germaine Catteeuw, de echtgenote van Leon Devrieze, die zelf bode was bij de socialistische mutualiteit. Meteen werd 'Ons Huis' ook het eerste partijlokaal van de Socialistische Partij te Zwevegem. Tijdens de tweede wereldoorlog werden alle coöperatieven door de Socialistische Partij van de hand gedaan. Dat gebeurde te Zwevegem in de loop van het jaar 1940. André Maes kocht het gebouw toen aan. Het werd wel verder verhuurd aan de Socialistische Partij van Zwevegem en 'Ons Huis' bleef ook verder hun partijlokaal tot in het jaar 1955. Thans is het een flatgebouw.

THE SHADOW DE SPORTMAN - VAYA CON DIOS

Blokkestraat 13

Uitbaters: in 1952: Maurice Dinnecourt - Margareta Craeynest. Later (1957-1961) Gerard Broucke - Vancauwenberghe, die van café Den Arend in de Kortrijkstraat kwamen, en daarna (1961-1967) Robert Declercq – Godelieve Degroote, (1967-1973) Denise D’Hoop en Maurice Lanneau, (1974-1976) Marcel Dejan – Godelieve Vlieghe, (1976-1979) Georges Destaercke – Verhofstadt Christiane, (1979-1981) Irma Rogge, (1982-1984) Silvain Faveere. Heette vanaf februari 1991 Vaya con Dios, met uitbaters Kathleen Vermeulen en Bart Blondeel, tot januari 1995. Later: van 26 januari 1995: Caroline Konings en Diego Oroir. 71


Deerlijkstraat 19 – ‘t Hoekske - links in 1978 en rechts in 2008

Deerlijkstraat 19 – ‘t Hoekske - Jannick Vanhaverbeke en Marnix Saelens

Deerlijkstraat – Het vroegere ‘In Roumanie’ 1987

Deerlijkstraat 197 - Billy Bop’s - 22/4/2008 72


Heet nu The Shadow en werd van half 2001 tot half 2002 uitgebaat door Diego en Cindy Vlaeminck –Devallé. Sinds 16 augustus 2002 is de uitbaatster Myriam De Troeyer.

Deerlijkstraat De Deerlijkstraat was vroeger helemaal anders ingedeeld. Feestestraat (van aan het Th. Toyeplein tot eind van het klooster St. Niklaas), Oude Pastorijstraat (van klooster tot Blokkestraat) en Esscherstraat (vanaf Blokkestraat tot de grens met Deerlijk). Onpare kant

’T HOEKSKE ’T NIEUW PARK

Deerlijkstraat 19

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Silvie Devos, weduwe Urbain Vanneste. Na haar volgde haar zoon Urbain Vanneste jr. en Marie Adrienne Dierick, die huwden op 5 augustus 1922 en later verhuisden om een paar huizen verder een schoenwinkel open te houden. Van 1935 tot eind 1938 kwamen Prosper en Margaretha Lietaer – Verschelde daar wonen. Later Baert – Thienpondt en daarna Henri Carrette – Decuypere (jaren 50 van de vorige eeuw). Vanaf 1 december 1987 uitgebaat door Krista Callewaert. Was vanaf die datum ’t Hoekske. Latere uitbaters : vanaf 17 juni 1995: André Vandenbogaerde vanaf 1 januari 1997: Marie-Rose Naert vanaf 1 februari 2001: Marnix Saelens en Monica Baert vanaf 20 november 2003: Marnix Saelens en Jannick Vanhaverbeke.

BILLY BOP’S

Deerlijkstraat 197

(vroegere hofstede Libbrecht) - Startte op 17 april 1991. Begin 2004 failliet gegaan.

IN HET VISSCHERSHOF (WEG)

Deerlijkstraat ?

Van 1895 tot 1902 waren de uitbaters Theophiel Vanassche en Julie Engelbeen. Hij was katoenwever en zij herbergierster. In 1910: Esscherstraat 7, uitbater Henri Verschuere. Er zijn aanwijzingen dat Hippolyte Pannecoucke, alias de beruchte ‘Plietie Pannekoke’, daar gewoond zou hebben van 1928 tot eind 1935. Hij was herbergier en timmerman.

SAS 7 (WEG)

Deerlijkstraat ?

Tegenover ‘Den hoogen Tuin’. De sasmeester van sas 7 was een tijdlang Charles Vanbiervliet. We weten niet of hij dit café ook uitbaatte. In januari 1952 waren Godelieve Alsberghe – Marcel Dewitte de uitbaters. Werd in de jaren 1960 ook uitgebaat door Michel Vercruysse en Anna Vanhoutte. De laatste uitbater was Henri Claeys, die eveneens buschauffeur was. Werd afgebroken in 1989.

73


Deerlijkstraat - Sas 7 – 1985

Deerlijkstraat 6 - Stanley - 2008 - Paul Cheung Chunyu – Remy Chau Hauman

Deerlijkstraat 80 - De Esser – links: 1968 - Firmin Verbrugge, Gerard Velghe en Octaaf Windels – rechts: toestand op 22/4/2008

74


NAAM? (WEG)

Deerlijkstraat ?

In 1910: Esscherstraat 9, uitbater Ferdinand Theofiel Eggermont. Hij was algemeen bekend als Krente en hij was ook opzichter van landwerken. Zijn werkvolk werd “Krentens bende” genoemd. Dit café moet ergens gestaan hebben waar later de vlasfabriek van Deknudt kwam, dus aan de noordkant van de straat, juist voorbij het kanaal.

IN ROUMANIE

Deerlijkstraat ?

In 1910: Esscherstraat 21, uitbater Alois Manderick (was ook timmerman). In 1920 was de uitbater Raymond Planckaert. Hij was geregistreerd als herbergier, likeurverkoper en vlasbewerker. Omstreeks 1930 vermoedelijk al geen café meer, wel winkel. De naam ‘Roumanie’ verwijst naar de eerste Zwevegemse ‘expatriates’, die voor het textielbedrijf La Flandre in Roemenië een bedrijf gingen monteren en opstarten in 1908 en 1911. De zoon des huizes, Theophiel Manderick, en zijn echtgenote Zulma Dekimpe waren immers toonaangevende figuren geweest onder die 'expatriates'. Het is bijgevolg ook waarschijnlijk dat het café voor 1908 een andere naam had. Door de naam van het café werd later die ganse hoek in de volksmond 'an Romanje' genoemd. Pare kant

STANLEY ROYAL THAÏ

Deerlijkstraat 6

Eerste uitbaters vanaf december 1991: Vu Dinh Luan – De Bilde Andrée (Royal Thaï) – daarna gedurende korte tijd nog twee andere uitbaters en vanaf 13 augustus 2004: Paul Cheung Chunyu – Remy Chau Hauman (Stanley – Chinees specialiteitenrestaurant)

IN ’T PARK

Deerlijkstraat 18

In 1910: nr. 30, uitbater Jozef Devos (hij was ook smidsgast). Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen Raymond Thienpont. Later (zeker in 1930) was het metselaar Jules Holvoet; zijn vrouw heette Georgina Derycke (joost mag weten waarom, maar die mensen stonden bekend als ‘Pretties’).

DE ESSER

Deerlijkstraat 80

Deze herberg werd reeds vermeld in 1846. Vanaf 1895 werd ‘Den Esscher’ bewoond door Leo en Justine Rigole-Depraetere. In 1910 was dit Esscherstraat 2, met als uitbater Theophiel Coudyser, die ook wever was. Volgens de lijst van na 1918 woonden daar toen Firmin Vandebuerie en Alida Sablain, die er zeker tot na de tweede wereldoorlog bleven. Hij stond ook geregistreerd als timmerman. Zijn zoon Sylvère was een bekend voetballer en ging rond voor de liberale ziekenbond. We weten niet of Sylvère het café nog open heeft gehouden. Vanaf 1949 was Adrienne Delft, echtgenote van André Vanhoutte, de uitbaatster. Zij sloot het café in 1983.

75


Deerlijkstraat 80 - De Esser - 1983 – Cafébazin Adrienne Delft (2de van links) schenkt de laatste pintjes bij de sluiting van het café - Rosa Vanhoutte, Romain Windels, André Vanhoutte, Luc Glabeke, Eddy Codier

Deerlijkstraat – Deze woning tegen het kanaal was ‘In den Hoogen Tuin’ - 22/4/2008

Drielindenstraat 5 - Boereleute – 22/08/1997 – Joost Meersch & Claudine Callens

Drielindenstraat 4 – Trekteurke - 2008 – Verschuere Carl, Ampe Liesbeth, Minne Stephanie, Lohengrin George, Vergote Joke (bazin), Depamelaere Gunther

76


IN DEN HOOGEN TUIN

Deerlijkstraat 110

In 1900 en 1910 was de uitbater Charles Deschuytere (was ook pareerder), die getrouwd was met Stephanie Vanhoutte. Ze woonden daar al sinds 1889. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen Edmond Maes. Uitbaters in 1930 en 1936 waren Maurits Caby en Alice Faveere. Latere uitbaters: tot november 1955 : Michel en Laura Caby – Libbrecht. Hij was ook kleermaker. vanaf 1956: Yvonne Schoof, echtgenote van mijnwerker Gerard Declercq jaren 1960: Maurice en Elvire Billemont. ‘Den Hoogen Tuin’ werd op 1 november 1959 het lokaal van de vissersvereniging De Dijkbreukelingen (ze kwamen over van café ‘Sebastopol’, Otegemstraat – zie aldaar). Die rare naam verwees naar de dijkbreuk van juli 1959, die de hele vaart deed leeglopen tussen de Otegemstraat in Zwevegem en de Meersstraat in Moen.

IN DEN LEEGEN TUIN (WEG)

Deerlijkstraat ?

In 1910: Esscherstraat 12, uitbater Eduard Vandorpe (volgens het register – was ook timmerman). Volgens de lijst van na 1918 was het toen Alberic Kerkhove. Lag over het kanaal, aan de zuidkant van de Deerlijkstraat. Alberic Kerkhove heeft er later ook een weverij gebouwd.

Drielindenstraat ( Sint Denijs) DE BOERELEUTE

Drielindenstraat 5

Begon op 1 mei 1997 en is eind 1998 gestopt. Uitbaters waren Joost Meersch en Claudine Callens. Was enkel open op vrijdagavond, zaterdag en zondag.

TREKTEURKE

Drielindenstraat 4

Marc Vergote opende het ‘Trekteurke’ op 1 mei 1985. Het was vroeger een smidse. Wordt sinds 13 jaar uitgebaat door Barry en Joke Mestdagh - Vergote. Joke is de dochter van Marc.

DE DRIE LINDEN

Drielindenstraat 6

Was ook fietsenhandel. Hier woonde de familie Fruythier voordat ze café ‘In de Wachtzaal’ (Avelgemstraat, Knokke) gingen uitbaten. Zie aldaar. Na Fruythier was het nog een tweetal jaren een verdoken café van Zoë Vandenbulcke, echtgenote van Charles Vanderschelden. Was in 1946 geen café meer.

Ellestraat IN DE NIEUWE KLOKKE

Ellestraat ?

In 1900 (nr. 5) en 1910 (nr. 11) werd deze herberg opengehouden door August en Sidonie Favril - Hostens. August was ook meester-kleermaker en handelaar in ellegoederen.

77


Ellestraat 88 – Toerist – vroeger en zoals de woning er op 3/5/2008 uitzag.

Evangelieboomstraat – Voorheen ‘Den Evangelieboom’ - 1986

Harelbeekstraat - 1) De Harmonie, 2) In ‘t Pluimke, 3) In het Neerhof - 1921

78


Op te lossen raadsel: In de Gazette van Kortrijk van januari 1900 wordt dit café gesitueerd in de Ommegangstraat: ”In de Nieuwe Klokke, Ommegangstraat, bij herbergier August Favril: wafelenbak.” En ibidem, 21 juli 1900: “Zondag 22 juli in de Nieuwe Klokke bij herbergier August Favril: bolling voor eene pikke en eenen baarkoek voor ’t mannenvolk en eene kapote en een voorschoot voor ’t vrouwvolk. Dus liefhebbers van bollen, allen er naartoe en deze die ’t spel niet en kunnen mogen daar ook zijn. Groote pinten en goed bier, bocs enz. ’t Zal lekker zijn. Elk zegge het voort.” Als het in de Ellestraat was, moet het in elk geval helemaal vooraan geweest zijn.

TOERIST

Ellestraat 88

Godelieve Nolf, weduwe van Georges De Cock, uit het Visschershof aan de Oude Lettenhofstraat, kwam dit café in 1956 uitbaten. Haar dochter Gabriëlle trouwde met voetballer Frans Hugelier en samen hebben die ook de Toerist gerund van 1964 tot 1969. Daarna was het geen café meer.

Evangelieboomstraat (heette vroeger, samen met het huidige Laatste Oortje: ‘de Weg van Kortrijk naar Sint-Denijs’) DEN EVANGELIEBOOM

Evangelieboomstraat 2

Aan de grens van Kortrijk, Bellegem en Zwevegem. Voor het eerst als herberg vermeld in 1685, maar de naam is veel ouder. Hij was al bekend in 1479 en zou voortspruiten uit een oud gebruik: toen eeuwen geleden de Kruisprocessie uitging op Sint-Marcusdag ontmoetten de mensen van Kortrijk, Bellegem en Zwevegem zich daar, tegen hun gemeenschappelijke grens. Daar lazen ze samen luidop het evangelie volgens Sint Marcus, waarna iedere gemeenschap naar haar eigen kerk terugkeerde. (Alberik Ovaere). Vanaf 1927 werd deze herberg uitgebaat door Aloïs en Maria Jacques-Ysenbaert. Na de dood van Aloïs in 1934 bestond het gezin uit moeder Maria, zoon Gaston en dochter Lena (die nooit getrouwd is). Gaston Jacques werd door de boeren in de wijde omtrek erg ge-waardeerd om zijn metselwerk en andere stielvaardigheden. Was hij geen officieel metselaar, toch was geen opdracht hem te moeilijk, geen karwei onmogelijk op te lossen. Het café was eigendom van de brouwerij Facon van Bellegem. Na de familie Jacques is het verder uitgebaat door Henri Van Looy, die de laatste uitbater was. Na hem was het geen café meer. ‘Den Evangelieboom’ was in de twintigste eeuw een typisch boerencafé. Net als in de oude dagen kwamen de boeren uit het ronde (Bellegem, Kortrijk en Zwevegem) er samen om te kaarten en te bollen (kegelspel).

NAAM?

Evangelieboomstraat ?

In 1910 was dit een hoevetje plus herberg aan de Weg van Kortrijk naar Sint-Denijs nr. 4, dus juist naast ‘Den Evangelieboom’, met als uitbater Camiel Vanschamelhout (was ook wever). Het kan na 1910 niet lang café meer zijn geweest, want de ouders van Her79


Harelbeekstraat - 1) In het Neerhof, 2) ‘t Boldershof en 3) De Vlasbloem – ca 1935

Harelbeekstraat – In het Neerhof - Cooleman Jeroom, Elisa Willems en dochter Marcella – jaren 1940-1950

Harelbeekstraat - In het Neerhof - De wielerfanfare in 1949.

Harelbeekstraat - De Snep (witte woning rechts) 80


vé Weedaege zijn daar komen boeren in 1938, en die hebben nooit café gehouden. Zelfs hun voorgangers herinnert Hervé zich niet als cafébazen. Het hoevetje is nog net zichtbaar links op onze foto van ‘Den Evangelieboom’.

Harelbeekstraat Onpare kant

IN HET NEERHOF

Harelbeekstraat 11

In 1900 werd de herberg 'In het Neerhof’, toen Harelbeekstraat 9, uitgebaat door Aloïs Vervenne en zijn vrouw Marie Lucie Clauws. Het was toen zeker nog een laag gebouw met alleen een gelijkvloerse verdieping. Dat zien we op onze eerste foto over de Harelbeekstraat die dateert uit 1921. Na Vervenne kwam het echtpaar Maurice Vanhede - Alida Vandekerkhove en die bleven er tot in 1933. Ze werden opgevolgd door Marie(te) Vandermeulen - Lorré. Ons tweede beeld van de Harelbeekstraat dateert uit ca. 1935. De herberg blijkt in het begin van de jaren dertig helemaal vernieuwd of zelfs afgebroken en herbouwd te zijn, want op deze tweede foto zien we een gebouw met een verdieping. Wellicht is die herbouw er gekomen bij de uitbaterswissel in 1933, maar daarvoor bestaat er geen bewijs. In de oorlogsjaren is Jeroom Cooleman, getrouwd met Elisa Willems, de herberg komen uitbaten van 1942 tot 1949 en later begon hij met een legerstock. In 1949 was hier het lokaal van de Wielerfanfare gevestigd. In dat jaar vierde deze vereniging haar vijftigjarig bestaan en uiteraard werd er een groepsfoto gemaakt voor het stamlokaal. Dit beeld brengen we op onze derde foto. Toen schonk men er nog bieren van Anglo-Belge. Later werd het gebouw de beenhouwerij, winkel en bierhandel van Gentiel Staelens en zijn zoon Marcel. Daarna was het nog een aantal jaren de beenhouwerij Toye. Het gebouw is nu afgebroken en heeft plaats gemaakt voor een appartementsgebouw.

‘T BOLDERSHOF

Harelbeekstraat 25

Nieuw gebouwd door voornoemde Maurice Vanhede (circa 1932). Vroeger slechts landbouwgrond met hoge bomen er rond. Daarna achtereenvolgens uitgebaat door schoonzoon en dochter Frans en Andrea Algoet – Vanhede (rond 1948 tot april 1979) en hun dochter Claudine. Vanaf 1 april 1984 wordt het ‘Boldershof’ uitgebaat door Jozef Cloet en Dorine Bossuyt. Tegenwoordig het lokaal van een heel aantal verenigingen, met een zaal voor bijvoorbeeld begrafenismaaltijden. Pare kant

DE VLASBLOEM

Harelbeekstraat 2

De uitbater was in 1910 Gustaaf Clement, die ook timmerman was. Zijn echtgenote was Marie Delrue. ‘De Vlasbloem’ was in het begin van de twintigste eeuw een van de meest populaire café’s van Zwevegem. Het was ook een van die herbergen waar er steeds een gezellige drukte heerste. Geen wonder: Gustaaf Clement en Marie Delrue hadden vier mooie dochters en dat scheelde een stuk! Die dochters, Zoë, Martha, Anna en Alida zijn dan ook vaak alle vier op groepsfoto's voor en in het café te zien. Buiten tegen de muur stonden er vroeger paardenbakken met ringen in de muren om er de 81


Harelbeekstraat – ‘t Boldershof - boven anno 1986 en onder anno 2008 met uitbater Jozef Cloet

Harelbeekstraat 68 – boven: Wijkhuis in 1985 82


paarden aan vast te binden. Als de boevers er met hun paarden voorbijkwamen, wisten die paarden waar ze moesten stoppen. Je moest nooit 'ouw' roepen, ze stopten vanzelf. Vandaar dat er in die herberg steeds veel volk was. Bovendien is ‘De Vlasbloem’ steeds het lokaal geweest van meerdere maatschappijen en verenigingen, die desgewenst voor hun vergaderingen gebruik konden maken van een aansluitend zaaltje, dat op onze foto nog net rechts van het café te zien is. Voor alles heeft ‘De Vlasbloem’ echter naam gemaakt als een stamlokaal voor duivenmelkers. Vanaf 1935 werd het café overgenomen door dochter Martha, die getrouwd was met Achiel Vandeplassche. Was geen café meer in 1986.

DE LEEUW

Harelbeekstraat 6

Geen gegevens gekend.

IN ‘T PLUIMKE

Harelbeekstraat 20

In 1910: nr. 26, uitbater Camiel Herman. Later zijn dochter: Marietje Derycke – Herman. In 1942 volgden Remi en Marie Louise Scherpereel - Beyaert, die in de tweede wereldoorlog hun zoontje Palmer verloren door fataal luchtafweergeschut.

DE HARMONIE

Harelbeekstraat 20

In 1910 was dit nr. 28, met Leo Glorieux als uitbater (was ook plafonneerder - volgens het register). Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater reeds Theofiel Serrurier, die er woonde tot 1940-1945 (was ook thuiswever). Hij was getrouwd met Sophie Moreels. Om een of andere reden werd hij Skrietie genoemd. In 1928 stichtte deze Skrietie of zijn zoon samen met postbode Gerard Viellers een orkestje dat op verschillende feestelijkheden ging optreden. Gerard verzorgde het slagwerk, Skrietie was accordeonist. Het café zelf zou in de jaren 1920-1930 het lokaal geweest zijn van de fanfare De Ware Vrienden, waar ook gerepeteerd werd. Pluimke en Harmonie zijn samen opgegaan in het huis dat nu nr. 20 draagt

DE SNEP

Harelbeekstraat 52

Was reeds herberg in 1850. In 1910: nr. 42, uitbater Pieter Mullie (was ook winkelier). Denk aan het vroegere gezegde: ie ligt an Piere Meliets, voor: hij is overleden, hij ligt op het kerkhof. Het kerkhof van Zwevegem-Centrum ligt daar namelijk vlak achter. Thans is daar het huis naast de Bandencentrale Rubonit te vinden.

DE NIEUWE SNEP

Harelbeekstraat 56

Heeft bestaan in de jaren 1940. Michel Derycke had er ook een bierhandel. Vóór hem zou er naast het café ook een bakkerij geweest zijn.

PIZZA GARDEN WIJKHUIS - CASSIS

Harelbeekstraat 68

‘Het Wieckhuys’ werd vermeld in 1790 als herberg, maar reeds in 1664 als akker: “tlant van Jan Holvoet genaemt het wiechuys”. In de volksmond ‘De Wieke’.

83


Harelbeekstraat 68 – Pizza Garden in 2008 (tussendoor ook Cassis) met het huidige team: Lefevre Jean Claude, echtgenote en zaakvoerster Smedt Christina, zoon Guillaume en dochter Geneviève Lefevre

Harelbeekstraat – 1949 – Inhuldiging pastoor Hillewaere – 1) De Harmonie, 2) In ‘t Pluimke

Hinnestraat – Jules Demeyere voor café ‘De Populier’ - ca 1930

Hoogstraat – Het Strooien Stadhuis

84


In 1900 werd deze herberg opengehouden door Emiel en Amelie Vandenbroucke Moreau. Emiel was ook ‘houtkapman’ (sic). In 1910: nr. 58, uitbater Gustaaf Vandenbroucke (ook houtkoopman), die ongehuwd bleef. Uitbaters na Gustaaf Vandenbroucke: Gustaaf Lefevre (ook vlaskoopman), Leopold en Zulma Lefevre – Bossuyt (voor 1920 tot na 1930), Jozef en Margriet Decraene – Vandekerkhove (voor 1947 – 1960), Lionel Declercq – Irene Blondeel (1960-1962), Daniël Deconinck – Yvonne Grall (1962-1966), Erik Beernaert – Irene Dupont (1967-1972). Van 1972 tot 1984: Marcella Sablain, echtgenote van Michel Vanhessche, die van ‘Het Damberd’ in de Avelgemstraat kwamen. Bij wijze van grap heeft het ‘Wijkhuis’ (erg) kortstondig het uithangbord ‘Den Beeteboom’ gedragen. Uitbater ‘Jefke Craene’, die een zeer bekwaam tuinman was, was een keer bijzonder trots op een appel, die naar hij beweerde zo groot was als een ‘beete’. En ’t was nog waar ook. Geestigaards plukten de appel en vervingen die door een ‘reuzebiet’. Ze pasten voor de gelegenheid ook nog het uithangbord aan en herdoopten het ‘Wijkhuis’ tot ‘Den Beeteboom’. Werd in 1987 de snackbar Cassis, met als uitbaters: vanaf 27 november 1987: Irene Dupont en Erik Beernaert vanaf 3 maart 1988: Marie-Claire Persijn en Lucien Demuynck vanaf 13 juli 1993 tot begin 1999: Gian Piero Casula en Sonja Deblieck. Werd verbouwd tot de huidige Pizza Garden en wordt sinds juni 2007 uitgebaat door Jean-Claude en Christina Lefevre – Smedt, die van de Otegemstraat 133 kwamen, waar nu een groentenhandel is. Het is naar dit toponiem ‘De Wieke’ dat de grote vergaderzaal van de bibliotheek is genoemd, op aangeven van wijlen Werner Casier, die deze naam heeft ingestuurd bij een publieke rondvraag. De bibliotheek ligt daar namelijk dichtbij.

HET WIT HUIS

Harelbeekstraat ?

Geen nadere gegevens bekend dan dat het stond waar nu de woning is van het gezin Antoon D’haene – nr. 94.

HET DRANKHUIS

Harelbeekstraat ?

In 1910: nr. 80, uitbater Camiel Laverge, weduwnaar van Elisa Damman (ook schrijnwerker). Van 1898 tot na 1910 deed hij dit met zijn dochter Marie.

HET ZWART ZWIJNTJE

Harelbeekstraat ?

In 1900 was dit nr. 7. De uitbaters waren toen Achiel Spincemaille en Helena Delneste. Achiel was slachter en in 1903 vertrokken ze naar Amerika. In de Gazette van Kortrijk van 21 juli 1900 stond te lezen: “bolling voor een baarkoek voor ’t mannenvolk bij boerke Spincemaille, herbergier in ’t Zwart Zwijntje, Harelbeekstraat. Elk zegge het voort. Niemand mag ontbreken. ’t Bier zal lekker zijn en grote kaven.” Elk zegge voort dat we niet nauwkeurig weten waar dat Zwart Zwijntje stond.

85


Hoogstraat - ’t Balladehof –2008 – rechts: Anouschka Hoste, Pedro Verbeke en Rooske Broeckaert (in de volksmond Rooske van de Chevalier in Bellegem)

Hugo Verriestraat 39 – Breugel(nu Pamperke) - 23/4/2008

Kapel Milanenstraat - ca 1932 - het echtpaar Petrus en Marie Vanhoutte - Deleersnijder met hun kinderen - achteraan: Marcel, Zoë, Celina, Michel, Marcella - vooraan: Madeleine, Petrus, Clara, Marie Deleersnijder, Frans en Rachel voor De Congo 86


Hinnestraat DE POPULIER

Hinnestraat 18

In 1910 was dit huis nr. 10 (later 14), en de uitbaatster was Adèle Delobelle, echtgenote van Jules Demeyere, timmerman. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen echter: Oscar Maertens (vader van Jules en Jeroom en nog 15 andere kinderen, waarvan er elf volwassen werden). De broer van Oscar, Tuur Maertens, was in het wielermilieu van de jaren 1920 manager van jonge renners uit de streek van Zwevezele, waar hij woonde. Ook Oscar Maertens was trouwens afkomstig van Zwevezele, waar hij geboren werd. Regelmatig stuurde Tuur enkele van zijn jonge renners naar kermiskoersen in Zwevegem en omliggende en die renners kwamen dan doorgaans logeren bij Oscar in ‘De Populier’. Zo ging het steeds voor de renners uit die tijd. Bij gebrek aan eigen transportmiddelen en aan goede verbindingen waren ze verplicht logies te zoeken waar ze gingen koersen. Het gezin Maertens heeft het café maar verlaten nadat de dochters uitgehuwelijkt waren. Wat die dochters betreft, ze heetten: Martha, Godelieve, Emma, Emerence, Marie, Madeleine enz. Van de kinderen was Jules de oudste en Godelieve de jongste. Volgens de telling van 1920 waren de uitbaters Lodewijk Martens en Berlinde Vandewalle.

Hoogstraat (Sint-Denijs) De Hoogstraat is opgenomen omdat dit hoekje van Sint-Denijs deel uitmaakt van de parochie Knokke. ’T BALLADEHOF ‘T BOERHOF

Hoogstraat 15

De boerderij, eigendom van de familie Decock, werd in 1969 verkocht aan notaris Frank Denys. Eerst werd het hof gebruikt als buitenverblijf en begin de jaren 1970 werd het verbouwd tot restaurant met feestzalen. Het kreeg eerst de naam ’t Boerhof, maar die naam mocht niet behouden blijven en het werd ‘t Balladehof. Uitbaters: 1970-1994: mevrouw Frank Denys-Matthys. Daarna stond het leeg tot 11 september 1999. Toen werd de uitbating overgenomen door Rooske Broeckaert (in de volksmond Rooske van de Chevalier in Bellegem) en Pedro en Anouschka Verbeke – Hoste.

’T HOOGE

Hoogstraat 6

Dit café stond aan de voet van de steile helling, aan de oostkant van de straat. De uitbaters waren: 1919: Georges en Alice Vanhoenacker – D’Haene 1946: Alphons en Marie-Rachel D’Haene – Orroi Nadien: Cyriel en Anna D’Haene – Putman. De herberg sloot in 1962.

87


Kapelmilanenstraat – De Congo - woensdag 25/10/1961 – Ziekenbezoek - 1 Patrick Marnette, 2 Erik Debaere, 3 Pastoor Vandemoortele, 4 Marcella Desplancke, 5 Frans Vanhoutte, 6 Madeleine Vanhoutte, 7 Marcella Vanhoutte, 8 Frans Dooms, 9 Marie Leen Vanhoutte, 10 Julia Dutoit, 11 Julienne Vanhoutte, 12 Rachel Vanhoutte, 13 Gentiel Depraetere, 14 Carlos Vanhoutte, 15 Edwin Debosschere, 16 Marnick Marnette, 17 Georges Vanhoutte, 18 Celina Vanhoutte, 19 Monseigneur Desmet, 20 Petrus Vanhoutte, 21 Arlette Coolsaet, 22 Marie Claire Vanhoutte, 23 Clara Vanhoutte

Kappaertstraat – Het vroegere ‘In den Transvaal’ - 1986

88

Kappaertstraat - De Meibloem - Rachel Depoorter, uitbaatster van het café in haar deurgat rond 1950


HET STROOIEN STADHUIS

Hoogstraat 10

Deze herberg is al heel lang verdwenen. In 1884 werd ze uitgebaat door Emiel en MarieLouise Vanhoutteghem – Devolder. We weten niet waarom het café die ironische naam had gekregen.

DEN HAZE

Hoogstraat 26/28

Een paar honderd meters verder dan het hierboven genoemde Balladehof, in de richting van Sint-Denijs, stond een tweewoonst aan de andere kant van de straat, en een van die twee huizen was de herberg ‘Den Haze’. Uitbaters: In 1880: Karel Vandemaele In 1920: Achiel en Maria Verscheure – Libbrecht, alias Latte Verscheure en Marja van den Haze In 1940: Cyriel en Martha Vandenborre – Putman. De herberg sloot rond 1950. Cyriel Vandenborre heeft als metselaar de pannenfabriek in Knokke (nu al een hele tijd weer gesloopt) helpen bouwen en is daarna bij Bekaert gaan werken. Ook ‘Den Haze’ was een café waar veel met de hanen werd gespeeld. De vermelde tweewoonst is gesloopt en ongeveer op die plaats staan nu de huizen nr. 26 en 28. De gegevens komen deels uit het boekje van de paster van St.-Denijs over de herbergen aldaar en deels van Roger Vandenborre en Hervé Weedaege.

Hugo Verrieststraat BREUGEL

Hugo Verriestraat 49

Op de hoek met de Rodenbachstraat. Dateert van 1957. Eerste uitbaters: Albrecht en Paula Rubrecht – Moerman (van 22 november 1957 tot 2 april 1959). Daarna Marcel en Bertha Vandorpe – Gunst, Lucien en Monika Vansteenkiste - Vandekerkhove, Daniël en Yvonne Deconinck – Grall, Willy en Jacqueline Demuynck - Vandenborre, Antoon en Rita Chantrie – Dekimpe en nog anderen. Altijd van korte duur. Was na februari 1975 geen café meer en werd in 1977 door dierenarts Jozef Godderis en in januari 1985 door huisarts Hans Magerman betrokken. Is thans in gebruik als kinderopvang ’t Pamperke

Italiëlaan CAFETARIA VAN SINT PAULUS

Italiëlaan

Uitgebaat vanaf 1985 door André d’Haese en Christine Christiaens. Later door Didier Waelkens .

89


Kortrijkstraat 15 - De Zwaan - Fernand en Annie Feys – Feys – 2008

Kortrijkstraat 15 - De Zwaan - 1967 - De Zwaantjes voor café De Zwaan in de Kortrijkstraat - 1 Omer Vanessche, 2 ?; 3 Guy Callens, 4 Bernard Broucke, 5 Willy Truye, 6 Willy Debrouwere, 7 Luc Verhaeghe, 8 ? Waegebaert, 9 ?, 10 Dion Bovyn, 11 ?, 12 Gilbert Broucke, 13 ?, 14 Valère Lefevre, 15 Elisé Vandeghinste, 16 ?, 17 ? Tytgat, 18 Gilbert Vandeghinste, 19 ?, 20 Fernand Janssens, 21 Caroline Truye, 22 Antoon Truye

90


Kapel Milanenstraat ’T GEVELKE

Kapel Milanenstraat 9

In 1910 was dit huis nr. 9. In 1900 en 1910 waren de uitbaters Leo Terrie en Apollonia Gheysens. In de tellng van 1920 stond de zoon Adolf vermeld als herbergier. In de jaren dertig was de uitbaatster: Jetse Trie (afgeleid van Juliette Terrie) met haar twee broers Adolf en Felix. Voor de tweede wereldoorlog was het al een oud wijveke dat zich echter veel jonger wilde voordoen dan het was en dat zich daarvoor op een al te opvallende manier schminkte. Latere uitbaters : Tot 1954: Gerard Soens (Rarie Tjoenies) 1957-1960: Gilbert Vancauwenberghe – Antoinette Pot 1960-1962: Rachel Vanhuysse – Emiel Vancamelbeke Van 8 okt. 1963 tot 18 maart 1964: Charles Vanderschelden – Zoë Vandenbulcke. Daarna was ’t Gevelke geen café meer.

DE CONGO

Kapel Milanenstraat 34A

Stond aan een zijweg van de straat achter de Kapel Milanen. In 1910: nr. 16, met als uitbater Achiel Sablain (was ook ijzerdraadwever). Rond 1930 volgden Petrus (Emiel) en Marie Leonie Vanhoutte - Deleersnijder (grootouders van inspecteur van politie Carlos Vanhoutte), tot 1938. Daarna was het geen café meer. Uit Wakken bereikte ons een ontvangstbewijs uit 1896, waarbij H. Savlain (sic), herbergier tot kapelle bij Laene (resic), de som van 21 frank moest betalen voor de aankoop van bier bij de Wakkense brouwerij. De briefdrager heeft op het ontvangstbewijs genoteerd: “Verklaart onmogelijk te kunnen betalen. Zal toekomende zomer betalen.” Commentaar uit Wakken: “Van geen keure dat ze in Zwevegem rijk worden.”

DEN HAZE

Kapel Milanenstraat 14

In 1900 was dit nr. 15. Met als uitbaters Charles Louis Kindt en Elisa Desmet. Hij was ook katoenwever. Het gaat hier om de grootvader van de wielrenners Marcel en Leon Kint (let op de andere schrijfwijze van de naam).

Kappaertstraat NAAM?

Kappaertstraat ?

In 1910 was dit huis nr. 12, met als uitbater Augustin Messiaen, die ook landbouwer was. Zijn vrouw heette Clementina Opsomer. In 1920 was zijn weduwe Clementine herbergierster en landbouwster.

IN DEN TRANSVAAL

Kappaertstraat ?

In 1910: nr. 34, met als uitbater Charles Louis Baert (ook wever). Hij was getrouwd met Marie Louise Demeulemeester. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen een zekere Planckaert.

91


Kortrijkstraat 49 - In de Kuipery

Kortrijkstraat – In ’t Wielke

Kortrijkstraat – uittreksel uit plan van 1849 met aanduiding van 1) In den Uil (Le Hibou), 2) In St. Eloy en 3) De Zwaan (Le Cygne)

Kortrijkstraat – De vroegere ‘In den Beer’ - 1987

Kortrijkstraat 147 - De Mollevanger - 1987

92


DE MEIBLOEM

Kappaertstraat 24

Stond voorbij de eerste draai rechts, komend van de Otegemstraat. De woning werd door Raymond en Rachel Demeire - Depoortere gebouwd rond 1928. Na korte tijd hielden ze een kruidenierswinkel open. Pas na de oorlog, in 1945, begonnen ze een café, dat ze openhielden tot 1951. Na hen hielden Michel en Alice D’Hoop – Demeire (hun dochter) het café open van oktober 1951 tot december 1961. Ze bouwden in die tijd een nieuwe woning in de Bellegemstraat, café de Loreley. Ze hielden er café tot rond eind 1978. Na hen kwam in de ‘Meibloem’ een Delvoye en daarna nog voor korte tijd een zekere Monique … (van Kortrijk) Het was een herberg waar veel jong volk kwam en waar het er vaak luidruchtig aan toeging.

Kastanjeboomstraat DE ZANDBARAKKE

Kastanjeboomstraat 3

In 1910 was dit nr. 3 van de Kastanjeboomstraat, en de uitbater was Jules Balcaen, die ook als wever geregistreerd stond.

IN DE JAGER

Kastanjeboomstraat 9

Werd van 1897 tot 1910 uitgebaat door Camiel Vermeulen, die ook katoenwever en jachtopzichter was. Zijn vrouw heette Marie Vandemeulebroucke.

DE CICHOREI (DE CHICOREI?)

Kastanjeboomstraat 25

Geen verdere gegevens.

DEN AST

Kastanjeboomstraat 27

Was het laatste huis voor de huidige visput. Werd rond 1920 uitgebaat door Emiel (Camiel) Naert, in Knokke Mamie Naert genoemd. Hij was behalve herbergier ook ijzerdraadtrekker (tiens …). Zijn vrouw heette Emma Vandemaele. Later werd het huis bewoond door Maurice Houpline. Er stond een cichorei-ast naast. Ieder jaar was er een tonnenkoers voor nieuwelingen, met start aan het café tot aan café ’t Rozeke in de Comminnestraat, voorbij het sparrenbos, daar rond de ton en terug.

Kasteelstraat DEN HOVENIER (WEG)

Kasteelstraat ?

Aan het einde van de straat links. Uitbater omstreeks 1910: Charles Decuypere. In de jaren 1940 woonden daar Cesar Coudijzer met zijn echtgenote en twee dochters. In de telling 1948 staan Rafaël Tack en Noëlla Sablain vermeld als uitbaters. Na 1952, een Beernaert en einde van de jaren 1950 Gerard Vandemeulebroeke en Helene Balcaen. Dit huis verdween met de aanleg van de Lindelaan.

93


Kortrijkstraat 151 –boven: ’t Huizeke (vroeger) en onder: ’t Hemelhuizeke - 2008 – uitbaters: Jo en Nancy De Clercq – Dubrulle

Kortrijkstraat – uittreksel uit plan van 1849 met aanduiding van 1) ‘Au Soleil’, 2) ‘In den Beer’ en 3) ‘De Koopman’

94


Kortrijkstraat Onpare kant

DE ZWAAN

Kortrijkstraat 15

In 1910: huisnummer 13, uitbater Gustaaf Lefevre en Alice Opsomer. Hij was ook vlashandelaar. ‘De Zwaene’ werd reeds vermeld in 1685 en 1779. In 1790 was de eigenaar Augustinus Deblauwe. Het was een belangrijke herberg-afspanning, vandaar de binnenplaats en de stallen. Bij het café hoorde ook een tijdlang een bascule. Latere uitbaters: Mielke Oosterlynck en Alida Alsberghe (Mielke was verzekeringsagent), hun dochter Alice (Liesk’eut de Zwaene, getrouwd met Guustje Rommens), Willy Truye (wielrenner) en Paula Verschuere, in wier tijd (1958–1969) de wielertoeristenclub ‘De Zwaantjes’ er werd opgericht en er zijn lokaal had. Na Willy Truye was het restaurant en werd uitgebaat door Karel Reynaert van 1973 tot 1976. Sinds juni 1977 wordt het restaurant uitgebaat door Fernand en Annie Feys - Feys. Was tussen de twee wereldoorlogen het vergaderlokaal van de Vossen (Vlaamse Oudstrijdersbond). In dezelfde periode ook lokaal van de hondenclub ‘De Herdershond’. Van 1963 tot 1966 lokaal van de vinkenzetters ‘De Rechtzinnige Tekenaars’.

IN ST. ELOY (WEG)

Kortrijkstraat 25

In 1900 en tot na 1930 was de uitbater Gustaaf Decuypere, die getrouwd was met Emma Vanoutryve. Hij deed ook de markten met stoffen e.a. textielproducten en gebruikte daarvoor een stootkar. Stond naast de Keibeek, recht tegenover café ‘Den Uil’.

IN DE KUIPERY (WEG)

Kortrijkstraat 49

Dit goed bezocht café had een uithangbord met ‘In de Kuipery’, maar algemeen werd het ‘De Keupe’ genoemd. ‘De Keupe’ stond recht tegenover het huis dat nu nummer 52 draagt. In een ‘Liste des Etablissements Industriels’ van 1889 wordt in de Kortrijkstraat de kuiperij van Charles Duvivier vermeld. Is er enig verband met dit café? In 1910 was dit het huis nummer 31, en de uitbaters heetten Leander Verkest en Eugenie Ravestein, die van ‘In den Hert’ in de Avelgemstraat kwamen. Leander was ook pannendekker. Oscar en Augusta Verfaille - Decuypere, oom en tante van Olga Vandenherke, baatten 'De Kuipery' uit in de twintiger jaren, zeker vanaf 1923 maar misschien ook eerder. Oscar was ook timmerman. Ze pachtten aan Bafcop. Ze hebben de herberg uitgebaat tot ze in 1934 een nieuw huis lieten bouwen in de Leopoldstraat. Latere uitbaters : Van voor 1947 tot eind 1962: Gentiel Maes – Gabrielle Vandenbroucke. Het café werd daarna nog tweemaal kort gedurende enkele maanden uitgebaat. ‘De Keupe’ was vinkenlokaal van de ‘Rechtzinnige Tekenaars’ van 1929 tot 1963. Het was geen café meer sinds eind 1966 en is daarna opgegaan in het complex van Delhaize. 95


Kortrijkstraat - 1) In den Uil en 2) De Vischmijn - De grote overstromingen van 1937.

Kortrijkstraat - Willy Truye (2de van rechts) voor café In den Uil in de Kortrijkstraat

Kortrijkstraat - De Bodega Jeannine Verstraete ca 1957

Kortrijkstraat – In den Uil in 1986 (twee jaar voor de afbraak)

Kortrijkstraat - 1) De Vischmijn, 2) De Zwaan - ca 1910 96


DEN HAAS

Kortrijkstraat 73

In 1910: huisnummer 37. Tot na 1930 waren de uitbaters Honoré en Marie Verkest - Opsomer. Hij was ook getouwopsteller. Marie overleed in 1934. Later volgden, van voor 1947 tot eind juni 1966: Marcel Verschuere – Clothilde Lamaire. Hij was een broer van Camiel van ‘In het Huis van Commerce’, Alfons uit de ‘Kwakkel’ en Remi van de ‘Sportwereld’. Was na Marcel Verschuere geen café meer.

IN ’T WIELKE

Kortrijkstraat ?

In 1900 en 1910 waren de uitbaters Gustaaf en Emma Bossuyt - Beyls. Hij was ook wever. Hij overleed in 1918.

NAAM?

Kortrijkstraat ?

In 1900 waren de bewoners: Henri Vyncke en Barbara Verthez. In 1910: nr. 65, uitbater Jules Lottin (was ook koopman in ellegoederen). Jules en zijn echtgenote Georgette Benoit vertrokken in 1913 naar Herseaux. Dit café moet vermoedelijk reeds op de wijk Losschaert hebben gelegen.

DE KOOPMAN (WEG)

Kortrijkstraat ?

In 1920 kwam wagenmaker Deodatus Vromant in deze herberg wonen, maar sloot dadelijk de zaak om plaats te hebben voor zijn wagenmakerij; later huismeubelen en nog later garage René Libbrecht. Is afgebroken.

IN DEN BEER (WEG)

Kortrijkstraat ?

In 1910: nr. 69, uitbaters Richard Vanbraekel en Maria Terras. Richard, die ook bakker was, overleed in 1912. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen Theodore Dekimpe, die beestenhandelaar was en hertrouwd met de weduwe Maria Terras. Zijn zoon Noël Dekimpe volgde hem op, maar hield niet langer café. Noël Dekimpe was getrouwd met Marie-Josée Vanhede, dochter uit het Boldershof in de Harelbeekstraat. Ze hielden rond 1955-60 de bakkerij Matton open in de Otegemstraat, tot Noël bakker werd in een coöperatieve in Brugge.

DE MOLLEVANGER (WEG) Kortrijkstraat 147 AU SOLEIL – RUSTIEKSKE – JOY RIDE – ROUTE 66 - RINUS In 1910: nr. 71, uitbaatster Marie-Louise Callens (was ook borduurster). Volgens de lijst van na 1918: Octaaf Cnudde en Marie Eulalie Dewaele. Zij vertrokken naar Harelbeke in 1925. In de volksmond heette deze herberg: ‘De Zeunne’. Kreeg later de naam ‘De Mollevanger’, van maart 1979 tot april 1982 uitgebaat door Frans De Moor – Francine Decraene (ook taxi). Heeft nog veel meer namen gehad alvorens te verdwijnen. Latere uitbaters : vanaf 4 oktober 1986: Vera Haeke (Mollevanger) vanaf 15 juli 1987 tot 28 september 1988: Nathalie Coornaert (Mollevanger) van eind 1988 tot juni 1989: Paul Techel (Rustiekske) vanaf 26 januari 1990: An Destatsbader (Rustiekske) 97


Kortrijkstraat 28 - Au Jambon – anno 2008 (links) en ca 1910 (rechts)

Kortrijkstraat 38 - Den Arend - Boven: ca 1930 - LR: Maria Byttebier (echtgenote van schilder Vlieghe), ??, ??, RafaĂŤl Byttebier, Octaaf Byttebier (met pijp), op de auto Walter Vlieghe Woonden naast Den Arend en hadden depot van brouwerij Demets.

Kortrijkstraat 38 - Den Arend vroeger en rechts in 1986 98


vanaf 15 mei 1991 tot 15 februari 1992: Gina Van Autreve (Joy Ride) vanaf 1 juli 1992: Eddy Vandeweghe (Joy Ride) vanaf 3 februari 1993: Geert Ryckebosch (Joy Ride) daarna Els Vandermeersch en Dominique Hellin (Route 66) vanaf 1 oktober 1995: Philip Ervyn (Route 66) vanaf 29 december 1995: Marc Steeland (Route 66) vanaf 15 februari 1997 tot december 1997: Dine Speybrouck. Werd dan de Rinus, met uitbater Bjorn Vergote, maar is uiteindelijk in 2008 afgebroken. Droeg bij de afbraak het huisnummer 147.

’T HEMELHUIZEKE ’T HUIZEKE

Kortrijkstraat 151

Restaurant eerst uitgebaat door Francis Vandererfven (’t Huizeke) en sinds juni 1997 uitgebaat door Jo De Clercq - Nancy Dubrulle (’t Hemelhuizeke). Pare kant

DE BODEGA Kortrijkstraat 14 DE VLAAMSCHE SMIDSE (SMESSE?) - DE VISCHMIJN In 1910: nr. 10, uitbater Augustin Casier (was ook smid). Hij was getrouwd met Elodie Vanbiervliet. Deze ‘Guustie Kezier’ had een kroostrijk gezin; dat was toen natuurlijk niet abnormaal. Twee dochters (Julia en Alma) bleven ongetrouwd en hadden jarenlang een bekende winkel van ellegoederen en andere textielwaren in het eerste stuk van de Otegemstraat (‘te Kezierkes’). Guusties dochter Maria trouwde met Gaston Malfait uit café en smidse ‘Het Zwart Peird’ op de Kreupel. In de smidse van Guustie had een grap kwalijke gevolgen voor het slachtoffer: ‘voor de leute’ had iemand elektriciteit gestoken op een vijlstok. Nietsvermoedend ging de jonge Gentiel Moreau aan die werkbank iets verrichten en kreeg een serieuze klop. Van de weeromstuit verloor hij al zijn haar en zou voortaan een pruik dragen. In 1930 hield de weduwe van Guustie het café nog altijd open. Het kreeg op 23 juli 1937 de naam ‘De Vischmijn’. Tijdens de tweede wereldoorlog werd daar op bepaalde dagen haring uitgedeeld aan de bevolking. In 1945 werd alles er kort en klein geslagen door plunderaars. Uitbaters toen: de familie Zeno Coussement. Werd in 1946 ‘De Bodega’, met de familie Raphael en Margaretha Snoeck - Demoor. Hij was ook beenhouwer. Een zoon was voetballer en speelde in Zwevegem in 1947-48. Jozef Verstraete, echtgenoot van Germaine Glorieux, volgde in 1956 zijn oom Raphael Snoeck op als herbergier (en als beenhouwer) (1956-1968). De laatste uitbaatster was Simona Samijn (1970-1973). Geen café meer na mei 1973. Daar is nu de schilderszaak van Paul Deconinck gevestigd.

IN DEN UIL (WEG)

Kortrijkstraat tussen 14 en 22

Reeds vermeld in 1631, 1664, 1779 en 1790 (eigenaars in dat jaar: de kinderen van Jan Rombaut). Volgens de telling der industriële vestigingen van 1891 werd deze zaak toen uitgebaat door het echtpaar Gustaaf en Julia Gaeremyn-Terryn. Het was er ook petroleumdepot. In 1910 was dit huis nr. 16. Gustaaf en Julia waren nog altijd de uitbaters, maar nu 99


Kortrijkstraat 88 - De Hekseketel - 10/5/2008 – rechts: uitbaters Peter De Potter en Caroline Vandenberghe

Kortrijkstraat 92 - De Bolle –zoals het in het begin was en rechts anno 2002

Kortrijkstraat 92 - De Bolle – links: ? Vanhemmens, Omer Busscher, Jan Tytgat, Marcella ? (moeder Jan Tytgat), José Vandeplassche, ? Vandenbroucke, Luc Delabie, Mariëtte Vandenbroucke (uitbaatster) – rechts: bij het 105-jarig bestaan – Roger Vandewalle, Denise Loncke, Jan Maertens, Luc Vandewalle, uitbaatster Mariëtte Vandenbroucke, Jacques Vandenbroucke, ??, Claudine Moreels en Nico Vandenbroucke 100


werden ze vermeld als herbergiers en kruideniers. Later, omstreeks 1948, volgden hun schoonzoon en dochter: Arthur Verbrugghe - Mietje Gaeremyn (ook loodgieter en kruidenierszaak). Na hen kwam hun zoon Roger Verbrugghe, getrouwd met Euphra Geeraert. Toen ze weduwe werd hertrouwde ze met Fernand Maertens. Het was toen al geen café meer. Den Uil wordt ook vermeld bij de aanstelling van Theofiel Toye tot burgemeester in september 1887: “Ontvangst van de nieuwe burgemeester aan Den Uil. Grote geestdrift van het volk, meestal blijde gezichten. Enige die groen lachen en hier en daar een troepke dat van ver staat te kijken en niet lacht. Drie toespraken: een door de pastoor, een door de voorzitter van den Katholijken Bond en een vanwege de Weversgilde. Twee prachtige bouquets en een antwoord van de nieuwe burgemeester.” (Gazette van Kortrijk)

AU JAMBON

Kortrijkstraat 28

Werd in de volksmond ‘D’Hespe’ genoemd. De bekende herberg ‘Au Jambon’ in de Kortrijkstraat werd van ca. 1900 tot na 1930 uitgebaat door August Decuypere die er ook slachter was. Vandaar misschien wel de naam van de herberg. In Zwevegem kende men hem als 'Guustie Keuppers'. Zijn vrouw, Marie Philomene Hellyn, was een van de belangrijkste uitgeefsters van borduurwerk in de gemeente en veel vrouwen en meisjes werkten voor haar in loondienst. Guustie Keuppers was ook 'duivenmarchand', wat dat ook moge betekenen. In alle geval, als duivenmelkers zieke duiven hadden, had Guustie altijd wel een of ander wondermiddeltje. In Guusties tijd zocht heel de buurtschap van de Kortrijkstraat vaak zijn ontspanning in 'Au Jambon'. Buiten de dorpsherbergen was die ontspanning in die tijd haast niet te vinden. En dat Guustie in zijn kleine, eenvoudige herberg veel sfeer wist te scheppen, dat bewijzen de talrijke groepsfoto's van voor de eerste wereldoorlog die je ervan terugvindt: voor of in het café, in de werkplaats, in de lochtink ... Doodgewone zondagnamiddagen waarop de buren wat amusement gingen zoeken in de Jambon. Men praatte, men lachte en haalde fratsen uit, tot er plots iemand riep: “Me gaen ne keer ne foto maoken”. Ja, zo moet het gegaan zijn. Gelukkig werden er heel veel van die schitterende foto's voor ons bewaard door Irene Voet, die ook in die buurt leefde. Na Guustie en Marie is een van hun zonen er nog een tijdje slager geweest. In 1939 was Jerome Dewitte er elektrieker en herbergier.

AU FAUCON

Kortrijkstraat 32

In 1910: nr. 32, uitbater Aimé Croubele en Thérèse Declercq. Hij was ook schilderbehanger. Zij overleed in 1919. Tegen 1930 wellicht al geen café meer.

DEN AREND

Kortrijkstraat 38

In 1900 en tot na 1930 was de uitbaatster Marie-Louise Verfaille. Ze was de weduwe van Jules Rommel, maar hertrouwde met René Demoor. Ze overleed in 1936. In de jaren 1940-1945: Aloïs Vancauwenberghe en Elisabeth Bijttebier. In de jaren 1950 volgden schoonzoon en dochter Gerard Broucke - Vancauwenberghe, die nadien verhuisden naar café ‘De Sportman’ in de Blokkestraat. Was een tijdlang bakkerij Délice.

101


Kortrijkstraat 92 - De Bolle - links anno 2008 en rechts uitbaters Vincent en Barbara Delaere – Victor bij de foto op de toog van de vroegere uitbaatster Mariette Vandenbroucke

Kortrijkstraat 98 – Frituur Whoepi – rechts: uitbaters Jurgen en Sophia Maes – Vanmarcke

Kortrijkstraat - In de Wisse – links: jaren 1960 - Irene Vervaeke, Yvette Favere, Lairke Vyncke, Willy Sablain, Lucienne Vuylsteke, Silvain Favere, Ghislain Favere, Julia Craeynest, Jeroom Favere, echtgenote van Lairke, Georges Debrouwere (vooraan midden)

102


DE HEKSEKETEL

Kortrijkstraat 88

Sinds 1 juli 1996: restaurant, uitgebaat door Peter De Potter en Claudine Vandenberghe.

DE BOLLE

Kortrijkstraat 92

Café De Bolle werd in 1892 opgebouwd door Camiel Vandenbroucke (1859-1940) en zijn echtgenote Marie Vancraeynest (1868-1957). Camiel was ook scheerder in La Flandre. ‘De Bolle’ was een eenlaagswoning met de gevel naar de straatkant en voor de herberg was er een enorme bolletrog aangelegd. Vandaar ook de naam 'De Bolle'. In 1910 waren beide echtgenoten nog steeds de uitbaters en de herberg had toen het huisnummer 66. Omstreeks 1936 hebben ze er een gebouw van twee verdiepingen van gemaakt. Na de dood van Camiel in 1940 heeft Marie de zaak verder uitgebaat tot aan haar dood in 1957. Ze deed dat samen met haar dochters Zoë, die ongehuwd bleef, en Mariette die gehuwd was met Michel Vanleynseele. Na de dood van Zoë in 1981 bleef Mariette ‘De Bolle’ verder runnen tot aan haar dood in 2001. Ze had tot op het einde een vast clientèle van kaarters. Sinds 1 februari 2004 is De Bolle een bistro-restaurant, uitgebaat door Vincent en Barbara Delaere - Victor.

FRITUUR WHOEPI DE BEKER

Kortrijkstraat 98

‘De Beker’ werd gebouwd door de Tiegemse brouwerij Vancauwenberghe. De eerste uitbaters waren Robrecht en Agnes Boonaert – Laverge van 1956 tot 1959. Werd daarna uitgebaat door Jozef en Martha Vyncke – Santens (1959-1963). Was een tijdlang geen café en is sinds 1 februari 1995 frituur Whoepi geworden, uitgebaat door Jurgen en Sophia Maes – Vanmarcke.

PUSSYCAT (WEG) IN DE WISSE

Kortrijkstraat ?

In 1910: nr. 76, uitbaters August(in) Houpline en Marie-Louise Vandeginste. Hij was ook strodekker. In de jaren 1930-40 uitgebaat door Arthur en Maria PlanckaertHoupline en in de jaren 1950-1959 door Jozef en Martha Vyncke – Santens, die daarna naar ‘De Beker’ in de Kortrijkstraat gingen. Na Jozef Vyncke kwamen eerst melkboer Ghislain en Lucienne Favere – Vuylsteke en daarna Roger en Marie-José Dupont – Truye (schoonbroer en zus van wielrenner Willy Truye) Werd later het kabberdoeske Pussycat. Van 1974 tot 1976 was de uitbaatster hiervan Marie-Hélène Canaux, toentertijd woonachtig in de Losschaertstraat in Heule. Na haar volgden er telkens gedurende korte periodes en meestal van Franse nationaliteit meerdere uitbaatsters. De laatste in de rij was Marie-Christine Mihoubi van 1980 tot 1983. Stond ergens op het parkeerterrein tussen de huidige huisnummers 136 en 142 en droeg bij de sloop in juli 1983 het huisnummer 140.

103


Kortrijkstraat - hier was In de Wisse en de latere Pussycat gelegen.

Kortrijkstraat 184 - 1938 - Huldiging te Zwevegem na het Wereldkampioenschap in Valkenburg - hier voor café 'In de Losschaert'

Kouterstraat 38 – In het Damberd of‘’t Damberd - ca 1945 en anno 1986

Kouterstraat 38 – In het Damberd anno 2008 met rechts uitbaatster Sofie Roose

104


IN DE LOSSCHAERT

Kortrijkstraat 184

Deze herberg heette vroeger ‘Den Abeel’ en werd onder die naam vermeld in 1723, 1779 en 1790. Van 1725 dateert de vermelding “eene herberghe ghenaemt den Loskaert, alias den Habeel”. ‘De Losschaert’ werd ook vermeld in de Gazette van Kortrijk van 17 september 1887, bij de aanstelling van Theofiel Toye tot burgemeester: “Aan den Losschaert ontmoette ik den ruitersstoet, die den burgemeester tot in Kortrijk ging afhalen. Rond de vijftig mannen te peerde, proper gekleed en met chapeau montant, en eene lange, lange reeks rijtuigen. Zij mogen zich gemakkelijk in de stad gaan toonen: zij zullen er eere van halen, zei ik aan mijn eigen.” In 1900 was Hector Dumortier herbergier in de ‘Losschaert’, titel die in 1905 overging op zijn vrouw Marie Deboiserie. Hector stond ook vermeld als koopman in kolen. Deze Hector Dumortier was de broer van de molenaar op de houten molen, die trouwens 'Mertier ze Meulen' werd genoemd. Na de eerste wereldoorlog is Hector met zijn dochter Marie-Louise en enkele knechten de boer beginnen opgaan met een dorsmachine. Die werd in de eerste jaren na de oorlog aangedreven door een stoomketel op wielen, die met paarden ter plaatse werd gebracht. Die eerste stoomketel was van Duitse makelij en was na de oorlog als oorlogsschade verworven. In 1937 is de kolenzaak dan voortgezet door Marcel Laridon, die gehuwd was met Hectors dochter Marie-Louise. Ze baatten tegelijk ook het café uit. Heeft intussen opgehouden te bestaan als herberg.

HET HOFJE

Kortrijkstraat ?

Moet ergens aan de Losschaert gelegen hebben, uitgebaat door een Vandenbroucke (foto fanfare Sint Cecilia 1874).

Koutermanstraat DE KATTEKNOK

Koutermanstraat 18

Rond 1905 werd de 'Katteknok' bewoond door Maria en Anna Soens. Het was er toen winkel, bakkerij en café. Tot voor enkele jaren woonde de familie Soens daar nog (niet verwant met de mensen van de huidige bakkerij Soens aan de Bellegemstraat). Het was er nog winkel, maar geen café meer.

BAR MOEDER ZWEVEGEMSE (WEG)

Koutermanstraat ?

Dit was een koeiplekske, bewoond door de familie Mullie, waar de Zwevegemse studenten vanaf 1971 hun Bar Moeder Zwevegemse inrichtten, eerst in het schuurtje, daarna in het hele doeningske. Dat was louter privé. Is na zijn studententijd in puin gevallen en opgeruimd.

Kouterstraat IN HET DAMBERD

Kouterstraat 28

In 1925 werd dit café uitgebaat door Jules Maertens. Jules is op die plaats ook begonnen zijn eerste radio’s te verkopen. In hetzelfde 1925 werd voetbalploeg S.V. Sweveghem opgericht. Het ‘Damberd’ was zowat het stamlokaal van deze ploeg. Hun terrein lag aan de overkant van de straat

105


Kwadepoelstraat 51 – boven links: ‘t Ovenbuur, zoals het vroeger was met Jean-Marie Winne en Molenberg met Filip Bogaert – onder rechts: Olivier Vandendriessche en uitbater-kok Filip Bogaert

Laatste Oortje 15 - De Geit - ca 1928 met op de foto: Albert Vanassche, Aloïs Vanassche, Kamiel Verstraete (boerenknecht), Marcel Vanassche

106


(waar nu de gemeenschapsschool te vinden is). De spelers gingen zich in het ‘Damberd’ omkleden en verfrissen. Kort voor de tweede wereldoorlog is Jules Maertens uitgeweken naar de Albertstraat, om er restaurant ‘Albert’ te runnen. In 1938 en 1939 werd de zaak uitgebaat door Julia Labeeuw. In 1939 waren de uitbaters Gerard Degroote en Juliana Vanneste. Hij was vlasfacteur en drankslijter. Toen zijn Julien Decnudde en Afra Vancauwenberghe het ‘Damberd’ komen uitbaten. Zij kwamen uit de ‘Plas’ in de Otegemstraat, nr. 145. Degroote en Decnudde ruilden blijkbaar van café doch niet van vrouw. Onze ansichtkaart, die uitgegeven werd door de tabakszaak van Georges Duvilliers vlak naast het ‘Damberd’, dateert van 1945 of 1946. De naam van Jules Maertens is dus nog meerdere jaren na zijn vertrek op de gevel van het café blijven prijken. Latere uitbaters : 1953-1954: Cyriel Nolf – Ivonna Vanhalst 1954-1969: Albert Labie – Jacqueline Malfait 1969-1971: Marcel Naessens – Godelieve Decoster 1972: Freddy Paermentier – Jenny Verhaeghe van 1974 tot 1977 kwamen Willy Goemaere – Marcella Vandevenne. De man leidde in de jaren 1960-1970 een aardig orkestje. 1982-1985: Marc Himpens – Ivette Wastijn Officiële uitbaters vanaf 1 juni 1985: Pascal Michel Jamart en Sofie Roose.

Kwadepoelstraat MOLENBERG ‘T OVENBUUR

Kwadepoelstraat 51

Restaurant. In 1973-1979 uitgebaat door Christiaan Callens. Van 1 februari 1979 tot 30 januari 1988: Jean-Marie Winne – Monique Waignein (onder de naam: Ovenbuur). Ze gingen van hier naar ‘t Ovenbuur in de Bellegemstraat 48 en namen dus de naam van het restaurant mee. 1988-1995: Guido Mistiaen (Molenberg). vanaf 1996: Filip Bogaert (Molenberg)

AU MONTEUR DE MEERSCH - SPORTWERELD

Kwadepoelstraat 12

In 1910 droeg dit huis het nr. 8, en de uitbaters waren Honoré Verschuere en Emma Debreyne. Honoré was ook scheerder en later monteur, vandaar de naam van zijn café. In deze herberg werd begin 1923 de vereniging van vinkenzetters ‘De Rechtzinnige Tekenaars’ gesticht. Honoré Verschuere was een van de stichters en ‘Au Monteur’ bleef hun lokaal tot de waard in 1929 in de Kortrijkstraat ging wonen. Toen verhuisde het lokaal naar ‘In de Kuipery’ (zie aldaar). Volgens gegevens van wijlen Marcel Devos heette dit café in 1932 ‘De Meersch’.

107


Laatste Oortje 15 - De Geit - 2008 - Vanessa Delcroix en Tempelton Walkowiak

Omgeving van De Linde rond 1930. In het huisje konden de wandelaars naar de kapel Milanen een verfrissing nemen.

Ommegangstraat – ‘t Pauwke Desmet Prudent, dochter Nadia en echtgenote Vindevogel Gabrielle

Ommegangstraat 29 – ‘t Pauwke - links in 1987 en rechts op 23/4/2008

108


Rond de wereldoorlog kwam Remi Verschuere (geen familie van Honoré Verschuere) er wonen en het café werd de ‘Sportwereld’. Remi was een broer van Camiel van het Huis van Commerce, Alfons van de Kwakkel en Marcel uit Den Haas. In 1944 wilde de bende die ‘De Vischmijn’ in de Kortrijkstraat geplunderd had daarna beginnen bij Remi Verschuere, maar Monique Bekaert, dochter van de burgemeester, slaagde erin de plunderaarsbende op andere gedachten te brengen. De ‘Sportwereld’ hield na de oorlog op café te zijn toen de familie Beernaert er kwam wonen. De Verschuerkes ‘verwisselden toen van huis’ met Tuurke Beernaert, die een beetje verderop woonde in ‘Reentjes Reke’, zoals de nog bestaande rij huizen aan de westkant van de Kwadepoelstraat door de buurt werd genoemd. Door die ruil waren de huizen beter aangepast aan de grootte van de twee gezinnen. Verstandig bekeken van die mensen.

DE SNUKPIERE

Kwadepoelstraat ?

De bovenvermelde Marcel Devos heeft ergens ook gewag gemaakt van een café in de Kwadepoelstraat nr. 30, met als naam: ‘De Snukpiere’. Bij het horen van die naam schiet iedereen in de lach, maar niemand kan het nog situeren, ook al omdat het nummer 30 van Marcel zijn tijd wel niet meer overeen zal komen met het huidige nr. 30.

Kwadestraat (Heestert) DEN BREEMEERSCH

Kwadestraat 30

Stond op Heestert, maar de parochie Knokke strekte tot daar. Momenteel woont Laurent Depraetere in deze woning.

Laatste Oortje DE GEIT

Laatste Oortje 15

‘De Geete’ is al vermeld in 1790, met als eigenaar Francis Vanneste. In 1910 was dit huis nr. 17 aan de Weg van Kortrijk naar Sint-Denijs, en de uitbater heette Hector Callens (was ook vlashandelaar). Van 1920 tot ongeveer 1930 werd ‘De Geit’, alias ‘De Geete’, uitgebaat door Aloïs Vanassche - Marie Libbrecht. Daarna kwam Richard Matton en dan tot rond 1944 zijn zoon Achiel. In hun tijd was dit landelijk café echt een lokaal van hanenvechters. Er werden niet alleen geregeld hanenkampen georganiseerd, maar het was ook een bekende plaats om hanen te ‘preuven’ (aanleren hoe ze moesten vechten). Later uitgebaat door de familie Vandevelde en vanaf 1 mei 1981 door John Deroo. Vanaf 9 september 1988 door Johan Vandorpe en Danielle D’Haene. Is sinds de zomer 2006 overgenomen door Katrien Masselis maar wordt opengehouden door Tempelton Walkowiak en Vanessa Delcroix.

NAAM?

Laatste Oortje ?

In 1910 was dit nr. 23 aan de Weg van Kortrijk naar Sint-Denijs, met als uitbater (Adolf) Jules Decuypere, die ook landwerker was. Verdere gegevens hebben we niet gevonden. Gewezen café ’t Laatste Oortje en restaurant De Muyshond liggen op Sint Denijs. 109


Lettenhofstraat LETTENHOF

Lettenhofstraat 5

In 1902 en later tot omstreeks 1920 was deze historische boerderij, bij het binnenkomen rechts, ingedeeld in huizen. In een ervan was het café Lettenhof, bewoond door Camiel Clauws en Clementia Naert. Hij was katoenwever en zij was de feitelijke herbergier. Later is Jules Dewitte daar weer beginnen boeren. Boerden er na hem: Albert Lateur en Guido Lateur.

Lindelaan Een paar honderd meter voorbij de Stenen Molen staat de oude linde die haar naam gaf aan de hele Lindewijk. Bij die linde stond vroeger het huisje met strodak van Emmaatje Bulcke (eigenlijk Vandenbulcke), echtgenote Terryn. De Lindelaan is van recente datum: samen met de Acacialaan en de andere lanen van de Lindewijk werd ze pas rond 1950 aangelegd. Voordien was er, in plaats van het eerste deel van de Acacialaan en het eerste deel van de Lindelaan, alleen een veldweg, van aan de Stenen Molen tot aan de Oude Bellegemstraat, tegenover de huidige Kruiswegstraat. Maar het doeningske van Emmaatje Bulcke werd in 1910 meegerekend met de toenmalige Bellegemstraat, nu Oude Bellegemstraat geworden (kun je nog volgen?) en het adres was toen: Bellegemstraat nr. 2. In dit doeningske, dat ook een winkel was, kon je allerlei versnaperingen kopen om de ‘lange’ tocht naar de Kapel Milanen op te vrolijken. Een herberg in de echte zin van het woord was het niet, al werd er hardop gefluisterd “dajje d’r ook ‘n peentje koste nuttigen.” En dat wisten die van de Kreupel maar al te goed. Voordat er een busdienst werd ingelegd om de mensen van de Kreupel op zondag naar de mis in het centrum te brengen en de misgang dus nog te voet of met de fiets moest gebeuren, was de bescheiden woning van Emmaatje een vaste stopplaats op de weg terug naar huis. En dat was niet om versnaperingen te kopen.

Ommegangstraat IN DE COIFFEUR – BIJ RENÉ

Ommegangstraat 27

Werd uitgebaat door René en Marie Houpline - Tytgat. Stond links op de hoek met de Kouterstraat. Moet gestart zijn omstreeks 1950; daarvoor was het alleen kapperssalon. Hun zoon André koerste in die dagen en wellicht daarom werd het café opgestart. Het is café geweest tot 18 oktober 1961.

‘T PAUWKE

Ommegangstraat 29

In 1900 en 1910 waren de uitbaters Jules en Leontine Vercoutere - Viellers. Hij was ook handelaar in kolen. In de jaren 1920 hadden Gaston en Clara Rombout - Vercoutere reeds ’t Pauwke overgenomen. Vermoedelijk was Clara een dochter van Jules Vercoutere. Gaston was geboren in 1887 en was afkomstig uit Gent. Hij stond geregistreerd als herbergier en ijzerdraadbewerker. In 1908 was hij gehuwd met Clara die te Zwevegem geboren was in 1890. Zij hebben ’t Pauwke zeker dertig jaar lang uitgebaat tot in het begin van de jaren 1950. In de tijd van Gaston en Clara Rombout – Vercoutere werden in het ‘Pauwke’ veel duivenvluchten georganiseerd. 110


Zij werden opgevolgd door een zekere Martha, die afkomstig was uit 'De Lustigen Boer' te Harelbeke. Volgens oudere bewoners van deze wijk kon ze “zeengn leek ne liester”. Maar zo heel lang heeft ze niet gezongen want in 1954 vertrok ze naar Harelbeke om de cantine van voetbalclub Racing Harelbeke open te houden. Reeds in 1954 werd ze opgevolgd door Prudent Desmet en Gabrielle Vindevogel, die het café hebben uitgebaat tot in 1965. Daarna kwam er een heel snel verloop van cafébazen, met als eerste van hen: Leon Derycke – Ivonne Vermeulen (1965-1967). Volgden nog: 1967 – 1969: Albert Goesaert – Adrienne Coussement 1969 – 1970: Richard D’hoop – Denise Vandendorpe 1970 – 1971: Roger Gailliaert – Godelieve Pauwels 1972 – 1984: Gilbert Demeyere – Celina Kindt 1984 – 1987: Martine Moerman vanaf 13 april 1987: Marc David en Jeannette Lenoir vanaf 17 maart 1988: Annie Belaen vanaf 14 juli 1988: Williame Hocedez, echtgenote Ronny Manderick van 1 juli 1991 tot 4 december 1991: Pascale D’Hooghe vanaf 18 november 1991: Luc Verschuere oktober 1992: Jeannine Verschaeve september 1994: Brigitte Derycke vanaf 1 oktober 1994: Williame Hocedez van 1 april 1995 tot eind november 1995: Viviane Dewijn en Raymond Vermeersch van 1 december 1997 tot november 1999: Nathalie Vermeersch In de Sprokkelingen van Albriek Ovaere is te vinden dat pastoor Van Coppenolle en landbouwer Petrus Raepsaet, prins van de Sint Eligiusgilde, elkaar in 1730 een proces aandeden. Petrus beloofde een kapel te bouwen als hij dat proces won en dat deed hij. De bestuursleden van de gilde waren uitzinnig van vreugde en na de uitspraak hadden ze twee dagen nodig om vanuit Kortrijk weer in Zwevegem te geraken. Onderweg deden ze alle herbergen aan. Sylvere Vanhuysse heeft deze inlichtingen nog aangevuld: “Raepsaet heeft woord gehouden en bouwde die kapel op zijn eigen grond die gelegen was in de bocht van de Ommegangstraat, daar waar de Ellestraat begint, aan de overkant van die Ellestraat rechtover Café Het Pauwke. Die kapel moet er iets meer dan honderd jaar gestaan hebben en moet omstreeks 1840 verdwenen zijn.” Maar toen de kapel verdween werd het O.L. Vrouwbeeldje in een nis geplaatst in de zijgevel van ‘Het Pauwke’. Het was al flink door de tand des tijds aangevreten en het waaide tot overmaat van ramp tijdens een zware storm in 1949 uit zijn nis. Er bleven alleen scherven van over. De buren wilden echter niet dat alles in de vergetelheid zou raken en in 1950 werd een nieuw beeld gemaakt, naar het oude model, en in een nieuwe stenen kapel geplaatst, echter aan de overkant van de straat, waar ze nu nog te zien is. Zou het kunnen dat de oorspronkelijke kapel verdween bij een herbouw rond 1840 van ‘Het Pauwke’ en dat daarom in de gevel speciaal een nis werd aangebracht? Een nis kap je immers niet zomaar in een bestaande buitenmuur. ‘Het Pauwke’ zelf zou wel eens heel oud kunnen zijn. In elk geval wordt al een herberg ‘De Pauw’ vermeld in 1685, maar we kennen er de juiste ligging niet van. Het valt niet uit te sluiten dat het om dezelfde herberg gaat, maar het kan ook ‘De Pauw’ in de Otegemstraat betreffen (zie aldaar).

111


Otegemstraat: Links: 1) 'De Stalen (Hand)Boog' van Helena Vandeplassche, 2) 'De Jager'(huis met donker uithangbord), waar Jules Beunnens de uitbater was. Het volgende uithangbord was dit van 3) ‘De Meerlaan’ van Verbrugghe (ca 1910) – Rechts: ‘De Stalen (Hand)Boog - 1937

Otegemstraat 5 - Likeurwinkel en bierhandel Vanmarcke – op de foto links is nog het voorste deel van de paardenkar zichtbaar – rechts Marie-José Vanmarcke in de winkel

Een typische bierwagen op de binnenplaats van de Vlaamsche Brouwerij te Lauwe omstreeks 1920 zoals die regelmatig naar Zwevegem zal zijn vertrokken. 112


IN DEN OLIFANT

Ommegangstraat 31

In 1900 en 1910 heetten de uitbaters Victor en Euphrasie Bossuyt – Decuypere. Zij was de herbergierster, hij was peerdengeleider en later ijzerdraadtrekker. In 1930, maar misschien al van ervoor en zeker tot eind 1968, waren de uitbaters Gustaaf (Stafke) Blomme en zijn vrouw Leonie Archie. Stafke en Leonie gaven logies aan losse gasten (metserdienders en zo), maar verhuurden soms ook kamers aan gezinnen die er langere tijd inwoonden, zoals Aloïs en Clemence (Manse) Vandenbulcke-Moreau in het begin van de jaren 1950. In de tijd van Stafke Blomme waren er vaak hanengevechten die veel volk lokten naar de zolder van het café. Op die zolder werd tijdens de kampen danig gerookt, zo erg zelfs dat de buren de tabaksrook tot in hun huis konden opsnuiven. Na Stafke Blomme werd het café nog een zestal maanden opengehouden door Gaspar Soetens en Simonne Ketels, tot de sluiting einde januari 1970. Daar woont nu kunstschilder Joël De Rore.

NAAM?

Ommegangstraat 37

Droeg in 1910 het huisnummer 8. De uitbater was toen Henri Sablain (was ook wever). Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog bewoond door Jerome en Maria Vandenbroucke - Byttebier (‘Zeroom of Zeromie eut de Bolle’). Het was officieel geen café meer, maar Maria verkocht in haar voorplaats wel ‘dreupels’ en pinten, net als in een herberg. Dat vertelde men toch …

IN DE NIEUWE BARAKKE

Ommegangstraat 39

In 1910 was dit nr. 6 met als uitbaatster Marie Eugenie Desimpelaere, die ook spellewerkster was. Volgens de lijst van ca. 1918 was de uitbaatster toen Hermina Lommens geworden. Dit wordt bevestigd door de volkstelling van 1920, die eveneens Hermina Lommens als uitbaatster opgeeft. Zij was geboren te Zwevegem in 1865 en overleed in 1930. In 1910 baatte ze nog café De Barakke aan de Avelgemstraat uit. Vandaar is ze uitgeweken naar de Ommegangstraat en het is dan ook waarschijniijk dat zij de naam ‘De Nieuwe Barakke’ invoerde en dat het cafe ten tijde van Marie Desimpelaere een andere naam droeg. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog woonde daar Jerome Bossuyt (een broer van Daniël Bossuyt uit de Kaai, Otegemstraat). De volksmond noemde Jerome ‘Zeromie eut de Brakke’, net zoals Jerome Vandenbroucke ‘Zeromie eut de Bolle’ werd genoemd. Het was in zijn tijd geen café meer, maar men verkocht er wel sterke drank in flessen. De flessen stonden uitgestald achter de voorruit, hoewel het anders een gesloten huis was.

HET VLAAMSCH HUIS

Ommegangstraat 49

In 1910 was dit nr. 2a. De uitbater was Gustaaf Kint (meest Stafke Bulcke genoemd). Zijn dochter Jeanne trouwde met Jerome Deschutter en ging met deze laatste in de Vandevennestraat café ‘In de Vos’ uitbaten. Stafkes zoon Jeroom is de ‘Pigeon d’Or’ in de Avelgemstraat gaan openhouden. Stafkes andere dochter, Irène (meestal ‘Spinette’ genoemd), hield ‘Het Vlaamsch Huis’ verder open na de tweede wereldoorlog. Ze trok naar verluidt nogal veel ‘oude jonkmans’ aan in haar café. Het is geen café meer sinds 12 maart 1968. 113


Otegemstraat 37 - De Verpozing- 17/09/2008 en uitbaters Yvan en Martina Ruysschaert – Wittevrongel

Otegemstraat - In het Paradijs - 1930 - stoet Bekaert 50

Otegemstraat 41 - K-Fee De Beer - 23/4/2008

Otegemstraat 81 – Hof van Brabant en ‘t Hof – 1986 en op 10/4/2008

114


Stafke Bulcke zat met onder meer Stafke Blomme van Den Olifant in het bestuur van de wijkkermis.

Otegemstraat Deze straat volgde vroeger gedeeltelijk een ander traject dan nu: ze kwam bv. achter café Den Doorn voorbij in plaats van ervoor. Dat café lag dus eerst aan de noordkant, en pas na het rechttrekken van de straat lag het aan de zuidkant ervan. Dat deel van de weg naar Otegem heette toen trouwens Couvent- of Conventstraat. Onpare kant

DE GOUDEN LEEUW (WEG)

Otegemstraat ?

Stond vooraan links. Eerste vermelding in 1774, met Guillielmus Roose, zoon van Joannes, als eigenaar. Hij was er, volgens het landboek, in 1790 nog eigenaar van.

DE STALEN (HAND)BOOG

Otegemstraat 3

Hier woonde vroeger bakker Urbain Vanneste. Na hem kwam Petrus Vandeplassche, geboren te Zwevegem in 1850, die getrouwd was met Eugenie Dekeyzer (1846-1910). Petrus was herbergier en hovenier. Vermoedelijk zijn na de dood van hun moeder zoon Aimé en dochter Helena Vandeplassche de uitbaters van het cafe geworden. Aimé was in de eerste plaats echter scheerder en handelaar in ellegoederen en het was vooral Helena, geboren in 1886, die de klanten in de herberg bediende. In 1910 droeg het cafe het huisnummer 7. In 1930 werd het huis aangekocht door de modiste Rachel Decraene, echtgenote van Edmond Desmet, met de bedoeling het oude gebouw te slopen en er een nieuw huis te bouwen. Helena Vandeplassche weigerde echter halsstarrig te verhuizen en werd er gewoon uitgezet (alle meubelen op straat). Uiteindelijk is Helena op 10 december 1930 naar K.ortrijk uitgeweken en werd het nieuw huis gebouwd. Dan moet het café opgehouden hebben te bestaan.

LIKEURWINKEL EN BIERHANDEL VANMARCKE Otegemstraat 5 Waar zich nu de apotheek Goossens bevindt was van 1920 tot circa 1975 de likeurwinkel en bierhandel Vanmarcke te vinden. De zaak werd gesticht door Cyriel Vanmarcke en Marie Eulalie Devos, die daarvóór in ‘Den Ronden Trap’ hadden gewoond (zie ook aldaar). Het is waarschijnlijk de enige ‘bieraftrekkerij’ van Zwevegem geweest. Het bier kwam aan in grote vaten van de brouwerij Bafcop en van de Vlaamsche Brouwerij, wellicht beter bekend als de brouwerij Frik van de familie Christiaens te Lauwe. Het werd gebotteld in flessen met machinekurken (met slot van ijzerdraad) en flessen met gewone kurken. Hun kurkmachine is nu te bezichtigen in het Heemkundig Museum van Moen. Cyriel Vanmarcke overleed omstreeks 1928 en zijn weduwe zette het bedrijf voort samen met hun kinderen (alfabetisch) Gerard, Marie-José, Maurice en Rachel. ‘Vanmarckens’ was in al die jaren een vaste waarde geworden voor drinkend Zwevegem. We vonden dat dit oude, vertrouwde huis niet mocht ontbreken in onze lijst. Hoewel het er nooit café is geweest, werd daar op zondagmorgen toch menige koffie met of zonder ‘dreupel’ geschonken: wie van ver kwam met de fiets (van de Kreupel, de Losschaert of de Kappaert bv.) kon er zijn of haar stalen ros stallen en na de mis wat energie opdoen voor de terugweg. 115


Otegemstraat 41 - K-Fee De Beer - Kurt Coucke

Otegemstraat 81 – ‘t Hof - Geert en Lien Vandenhende - Matton

Otegemstraat 79 - De Gistkuip - links in 1985 en rechts op 10/4/2008

Otegemstraat 85 - In den Ronden Trap - ca 1920 116


DE JAGER

Otegemstraat 13

In 1910 was dit huisnummer 15. De uitbater was Jules Beunnens, geboren te Heestert in 1867 en daar in 1889 gehuwd met Elodie Vandekerckhove. Het echtpaar is vanuit Heestert naar café De Jager gekomen op 28 april 1910. Vermoedelijk was hij hier de eerste uitbater. In de telling van 1910 staat Jules als herbergier en als bakker geregistreerd. Maar belangrijker was dat hij in de achtertuin van De Jager in een atelier is beginnen weven samen met zijn zonen Remi, Henri en Rafaël. Deze weverij moet tussen 1910 en 1920 opgericht zijn want de volkstelling van 1920 vermeldt Jules Beunnens als bakker, herbergier, kruidenier en nijveraar. Uit dit klein atelier in de achtertuin is tijdens de tweede generatie de belangrijke weverij Beunnens Gebroeders ontstaan aan de Kouterstraat. Die broers zijn later elk hun eigen weg gegaan. In de volkstelling van 1930 is op deze site geen spoor meer te vinden van een café. De weverij daarentegen werkte toen aan de Otegemstraat reeds met werknemers. De dubbele ingangsdeur die nu nog te zien is was de ingang voor de werknemers. Tevens werden langs daar alle toeleveringen binnengebracht en de afgewerkte stukken naar buiten gevoerd. Nadat de familie Beunnens uitgeweken was naar een grotere werkplaats aan de Kouterstraat, werd dit de stoffenwinkel van Albert Beunnens, kleinzoon van Jules en zoon van Remi. Tot voor kort was dit de bloemenzaak van Thomas Vandewalle, achterachterkleinzoon van Jules Beunnens.

DE MEERLAAN

Otegemstraat 15

Café De Meerlaan stond vlak naast café De Jager. In 1900 werd De Meerlaan uitgebaat door Gustaaf Vanhaesebrouck (Zwevegem 1863-1904) en zijn vrouw Adèle Vanassche, geboren in Vichte in 1867. Na de dood van Gustaaf in 1904 bleef Adèle de herberg verder uitbaten en in 1907 hertrouwde ze met pannendekker Remi Van Schaemelbout, die toen 43 was. In 1910 waren zij nog samen de uitbaters en droeg De Meerlaan het huisnummer 17. In 1920 vinden we in de officiele tellingen geen spoor meer van deze herberg. Volgens gegevens van wijlen Sylvère Vanhuysse, zou de herberg De Meerlaan na Van Schamelbout-Vanassche nog een tijdje uitgebaat geweest zijn door de familie Verbrugge. Het was vermoedelijk een zoon (of een neef?) uit deze familie, Robert Verbrugghe, die in de jaren 1925-30 de zaak overnam, de herberg onmiddellijk sloot en er begonnen is met zijn fietsenhandel en fietsenherstellingsplaats.

DE VERPOZING

Otegemstraat 37

Open vanaf 15 september 2008 en uitgebaat door Yvan en Martina Ruysschaert – Wittevrongel.

K-FEE DE BEER DE BEER

Otegemstraat 41

Van 1960 tot 1966 werd ‘De Beer’ uitgebaat door Camiel en Irena Myny - Verbrugghe (ouders van Erik en Gerrit Myny). Reed ook met een taxi. van 1967 tot 1978: Albert en Nicole Devolder – Huyse 1978-1980: Yvan Volcke (van de Wervikse folkgroep The Swig Shift) 1980 – 1982: Werner en Christiane Callebaut – Wijffels Nu K-Fee De Beer, met als opeenvolgende uitbaters : 117


vanaf oktober 1985: Dirk en Marijke Buyze - Deschutter vanaf 22 maart 1991: Yves Allegaert vanaf 1 mei 1991: Yves Allegaert en Danny Dewyn vanaf 19 mei 1995: Yves Allegaert en Bart Wyckaert van maart 1996 tot 24 april 2000: Bart Wyckaert en Petra Himpe vanaf 24 april 2000: Sabine Cosaert en Kurt Coucke.

IN HET PARADIJS (WEG)

Otegemstraat tussen 41 en 43

In 1910 was dit nr. 25, en de uitbaatster was Melanie Dekeyser (ook schoenenwinkel). Haar moeder, Sophie Callewaert, woonde daar mee. Later kwam Michel Thienpont (geboren circa 1912, stiefvader van Zoë van Jules Maertens). In de tijd van Michel Thienpont had het cafeetje de roep een vrolijke bedoening te zijn. Late drinkers konden er nog altijd terecht als de andere herbergen al lang gesloten waren. In 1940 kwam de familie Verriest daar wonen, maar het ‘Paradijske’ werd afgebroken voor de aanleg, in 1941-1942, van de Sint Niklaasstraat, die daar in de Otegemstraat uitkomt.

NAAM?

Otegemstraat ?

In het straatgedeelte tussen de Sint Niklaasstraat en 't Strontstraetse moet er vroeger ook een herberg gestaan hebben, waarvan we de naam niet konden terugvinden. Van voor 1910 tot na 1930 werd ze uitgebaat door Adèle Viellers. Zij was geboren in 1872 en stond bekend als herbergierster en borduurster. Ze was een eerste keer gehuwd geweest met Gustave Hellyn die overleed in 1899, en hertrouwde in augustus 1906 met Honoré Thienpont, die geregistreerd staat als wever en drankslijter. In 1910 was dit café gevestigd op nr. 47, dit is 11 huizen verder dan 't Paradijske. Ook in 1920 en 1930 droeg de herberg het nummer 47.

DE GISTKUIP BARCHOCK - IN DE GIS

Otegemstraat 79

In 1910 was Marie Louise Matton de uitbaatster van De Gistkuip, die toen het huisnummer 81 droeg. Ze was geboren in 1861 en gehuwd met Jan Baptist Ameye, die echter reeds in datzelfde jaar 1910 overleed. Marie Louise heeft de zaak dan zelf verder uitgebaat en we vinden haar als herbergierster terug in 1920 en 1930. Ze verkocht ook gist - vandaar de naam van de herberg - en ellegoederen. Marie Louise overleed in 1944. Het café was in 1910 nog niet zo heel oud. Uit de vroege geschiedenis van de firma Bekaert weten we dat het bedrijf begon in 1880 in een loods die gelegen was aan de Oude Pastorijstraat, ongeveer tegenover de plaats van de latere hoofdingang aan de Bekaertstraat. Aanvankelijk maakte men enkel prikkeldraad, krammen en veren. Pas in 1894 is men begonnen met het draadtrekken zelf en daarvoor werden twee Duitse gezinnen naar Zwevegem gehaald, het gezin van Fritz Esser en dat van Heinrich Rötger, beter gekend als ‘Henri den Deuts’. Die twee gezinnen werden gehuisvest in twee kleine huisjes die gelegen waren tussen de Otegemstraat en het eerste fabriekje van Be-kaert aan de Oude Pastorijstraat, precies op de stukken grond waarop later de herbergen ‘De Gistkuip’ en ‘Het Hof van Brabant’ zouden komen te staan. De twee herbergen stonden er dus zeker niet in 1894 en waarschijnlijk zullen de Duitse families er ook nog wel een paar jaren gewoond hebben alvorens die huisjes werden afgebroken om plaats te maken voor de twee herbergen. 118


Wij weten niet precies wanneer Marie Louis Matton haar café heeft overgelaten, maar vermoedelijk was dat in 1938. Ze werd in ‘De Gistkuip’ opgevolgd door het gezin Camille Soens - Octavie Avet, de schoonouders van Rogier Prevost. Camiel en Octavie zijn getrouwd in 1938. Vandaar dat we mogen aannemen dat zij in 1938 gestart zijn en ze zijn ‘De Gistkuip’ blijven uitbaten tot in juni 1965. Octavie werd algemeen ‘Fietj’eut de Gistkeupe’ genoemd en was wat men in Zwevegem waarderend ‘een dulle’ noemt. Zowel in ‘De Gistkuip’ als in ‘Het Hof van Brabant’ (hierna vermeld) konden de arbeiders van Bekaert hun fiets stallen. Bij Fietje gebeurde dat in de herberg zelf, volgens haar instructies. Je moest niet proberen het anders te doen dan zij zei. In de twee cafés stonden tegen het einde van de werktijd de pinten in rijen klaar. Vooral de mannen die niet met de fiets kwamen maar met een van de ingelegde bussen hadden bijzonder weinig tijd voor een pintje, maar ze kregen voorrang. Hoe Fietje en haar buurvrouw van ‘Het Hof van Brabant’ het klaarspeelden om toch nog een beetje schuim op de wachtende pinten te behouden? Het was een kwestie van nauwkeurige timing. Latere opeenvolgende uitbaters : 1973 – 1976: Lucien Claerhout – Brigitte Vandemeulebroecke 1979 – 1980: Martin Debacker – Françoise Lorthiau vanaf november 1979 - 1986: Willy Devrieze van juli 1988 tot december 1988: Francis Maes - Carine Demeyere vanaf 14 februari 1989 tot 1 juli 2008: Patrick Wanseele – Inge Parker Werd door de jongeren omgedoopt tot het beter bekkende ‘De Gis’.

‘T HOF HOF VAN BRABANT

Otegemstraat 81

Net zoals De Gistkuip, kan dit café niet voor 1894 ontstaan zijn (voor uitleg hierover: zie ‘De Gistkuip’). In 1910 werd het Hof van Brabant uitgebaat door Jozef Soens en Emma Maertens. Jozef was ook wever. Hij is overleden in 1914 en Emma, die geboren was in 1861, heeft het café verder uitgebaat tot ze in 1927 naar Wielsbeke is uitgeweken. Toen moet ze opgevolgd zijn door Adiles Claerhout, geboren in Pittem in 1870, die getrouwd was met de bekende accordeoniste Fanny Vanhabost, geboren te Nukerke in 1876. Zij waren toen al een tijdje Zwevegemnaren want ze kwamen van de herberg ‘De Spiegel’ (later ‘Au Damier’) in de Otegemstraat voorbij het station (zie aldaar). Vanaf 1954 waren Etienne Moerman en Paula Dekimpe de uitbaters en na Etienne's dood in 1973 heeft Paula de zaak alleen verdergezet, minstens tot in 1979. Na Paula heeft dochter Martine Moerman het café nog opengehouden tot ze in 1984 naar ’t Pauwke ging. Volgende uitbaters: vanaf januari 1986: Jeannine Vanmeenen en Jacques Leleu vanaf maart 1995: Vincent Delaere vanaf 20 november 1996: Ilse De Pessemier – Tom Vandenhende vanaf 25 februari 1999: Christ Van Hove daarna Koen Vanheuverswijn van 1 mei 2002 tot juli 2004: Antoon Vanhede vanaf 1 mei 2005: Geert en Lien Vandenhende - Matton, in ’t Hof. Nu is de naam afgekort tot ’t Hof’. 119


Otegemstraat 87 – Valkenburg en later als Frituur Dirk

Otegemstraat 97 – Café Taxi in 1987 – rechts: Roger Holvoet, Madeleine Lommens (uitbaatster), Camila Leenaert, Roger Maes en zijn echtgenote Mariette Vandemeulebroucke (uitbaters van café De Sportvriend)

Otegemstraat 113 -Voorheen ‘In den Tap’ 1987

Otegemstraat - De Sportvriend - 1987

120


IN DEN RONDEN TRAP

Otegemstraat 85

In 1910: nr. 87, uitbater (Camiel) Cyriel Vanmarcke en zijn vrouw Marie Eulalie Devos. Hij was op dat ogenlijk ook draadtrekker. Ze zijn in 1920 begonnen met een eigen zaak: bierhandel en likeurwinkel Vanmarcke aan het begin van de Otegemstraat (zie ook aldaar). Dat het in 1920 was weet hun jongste kind Raphael, later onderwijzer en schoolhoofd, bijzonder goed. “Mijn broer Michel was van 1920 en ik heb het hem heel dikwijls horen zeggen,” lacht hij. “Michel zei altijd: ik ben verwekt in ‘De Ronden Trap’ en geboren aan de kerk.” In datzelfde jaar 1920 zijn katoenscheerder Aimé Desauw (° Zwevegem 1876) en zijn echtgenote Emilie Raepsaet (° Moen 1881) de Ronden Trap komen uitbaten. Naar verluidt zijn ze er maar enkele maanden gebleven. Na 1930 en tot in 1959 volgden Emile Balcaen en Madeleine Dierick, die uit een café in de Oude Bellegemstraat kwamen (maar we weten niet uit welk café). De vogelpikclub en de karabijnschutters hadden toen hun lokaal in ‘De Ronden Trap’. Aanvankelijk werden er bieren van Bafcop verkocht, waar Emile ook biervoerder was, later bier van de brouwerij Malfait, Kuurne. Emile bleef voor Bafcop werken tot 1940, werd toen transporteur en kolenhandelaar. Het huis werd in 1959 verkocht aan Bekaert en was geen café meer. Is thans ‘Het Scharnier’, een dagcentrum voor schoolgaande jeugd.

IN DE WANDELING - VALKENBURG FRITUUR DIRK

Otegemstraat 87-89

In 1900, 1910 en 1920 was de uitbaatster van de ‘Wandeling’ Justine Deblauwe, weduwe Ivo Putman. Ze was ook bakkerin. De zaak werd algemeen de ‘bakkerij van Stienekes’ genoemd. Vanaf 1927 tot na 23/6/1931 waren Gustaaf en Margriet DetollenaereVanheule de uitbaters. Later volgde Michel Decuypere, en tenslotte, van eind maart 1936 tot in 1938, Cyriel en Julia Berton-Eggermont, die van Kortrijk kwamen. Misschien stond er toen een ‘kleine’ in de naam: ‘In de kleine Wandeling’. In elk geval verhuisden Cyriel Berton en zijn vrouw naar de overkant van de straat, naar ‘In de nieuwe Wandeling’ (nu Droopy’s, Otegemstraat 122, zie aldaar). De reden is duidelijk: wielrenner Marcel Kint kocht de gebouwen van de ‘Wandeling’ op. Na zijn overwinning in het wereldkampioenschap wielrennen op de weg (in 1938 te Valkenburg in Nederlands-Limburg) lieten Marcel Kint en zijn echtgenote Suzanna (Jeannot) Putman in 1939 op de plaats van de ‘Wandeling’ een nieuw café bouwen, dat ze uiteraard ‘Valkenburg’ doopten. De tweede wereldoorlog werd een lelijke streep door Marcels wielercarrière als prof en na de oorlog heeft Marcel op de weg maar weinig grote koersen meer gewonnen, enkel nog de Elfstedenronde en Gent-Wevelgem in 1949, met daarnaast ook meerdere zesdaagsen. In 1951 hield hij het ook op de piste voor bekeken en in zijn café ‘Valkenburg’ startte hij een fietsenhandel op. Maar wat begon als een kleine herstelwerkplaats groeide uiteindelijk uit tot een heus fietsenfabriekje, in zoverre zelfs dat hij in april 1956 zijn café en woning in Zwevegem vaarwel zegde en in Kortrijk begon onder de naam “Marcel Kint - Fietsen in ’t Groot”, zoals het bordje aan de Proosdijstraat het vele jaren liet zien. Na het vertrek van Marcel Kint kende ‘Valkenburg’ veel snel opeenvolgende uitbaters, waaronder: 121


Otegemstraat - In den Tap en Sportvriend – links ‘De bolhoeden’ - 1937/1938 - ??, Georges Couckuyt, Georges Vandeghinste, Robert Bossuyt, onbekende toeschouwer, Gerard Lapeau, Albert Herman, Jozef Demeyere, Frits Nuyttens (vermoedelijk), Jules Vanbelle - rechts in 2008

Otegemstraat 105 – Frituur Chaplin – uitbaters: Steve en Sabine Dewaele – Vandemoortele

Otegemstraat – 1921 - 1) Sint Antonius 2) Georges, 3) In den Gouden Appel, 4) In de Reisduif

122


- 1959–1966: Silveer Geeraert – Maria Vandevelde - 1966–1972: Roger Vandemeulebroecke – Marguerite Foulon - 1980–1982: Lionel Blauwblomme – Marie-Gisèle Verkaemer (was toen frituur) Daar is thans een computerwinkel gevestigd.

TAXI

Otegemstraat 97

Daar woonde Remi Demoor (uiteraard ook taxi) rond 1948. De uitbating stond op naam van zijn vrouw Madeleine Lommens, vanaf 1953. Op 1 januari 1994 stopte de uitbating.

FRITUUR CHAPLIN

Otegemstraat 105

De frituur werd geopend op 17 mei 1995 en wordt sinds die datum uitgebaat door Steve en Sabine Dewaele – Vandemoortele

COLPAERT

Otegemstraat ?

Tussen de Deerlijkstraat en de Otegemstraat liepen verschillende landweggetjes, die allemaal werden opgeslokt door Bekaert. Een eerste weg begon aan De Ronden Trap, een tweede aan Den Tap. Ze kwamen verderop bij elkaar. Circa 1900 stonden daar nog drie woningen, bewoond door Opstoel, Colpaert (later Vanlaeken) en Joannes Delneste, alias Wantje Delneste, de facteur. De woning in het midden was café en heette Café Colpaert. We hebben op de volgende bladzijde een kaartje bijgevoegd, want het is anders nauwelijks uit te leggen. Zoals gezegd: we gaan niet proberen uit te leggen waar dit café precies stond tussen de huidige Deerlijk- en Otegemstraten: bekijk het kaartje maar. In 1900 woonde daar Honoré Colpaert, schoenmaker en herbergier, getrouwd met Emma Viellers, leurster in kruidenierswaren. In 1910 was de uitbater Eduard Vanlaeken (ook peerdenknecht).

NAAM?

Otegemstraat ?

Camiel Verhaeghe en Marie Storme woonden in een hoevetje (zie kaartje nr. 2). Daar zou het rond 1900 ook café geweest zijn. De twee cafés die nu volgen stonden ongeveer waar nu de nummers 113 en 115 te vinden zijn (appartementen). De volgorde van de huizen was na de Tweede Wereldoorlog: 109 Desmet (Den Tap), 111 Verplaetse, 113 Coppens, 115 Lefevere (Den Bascule), 117 Julien Bleuzé, 119 Paul Dheygere (beenhouwer en herbergier).

IN DEN TAP

Otegemstraat 113

In 1910 was dit huis nr. 109, met uitbater Benignus Devos. Rond de tweede wereldoorlog werd ‘den Tap’ uitgebaat door Arthur Desmet, alias ‘Turie eut den Tap’. Het was er ook kolenhandel. Twee zonen volgden hem op: van voor de volkstelling van 1947 tot in 1959 Hendrik Desmet – Maria Dekimpe, en daarna van 1959 tot 1974 Marcel Desmet – Anna Seyns. Stond op de hoek van de binnenweg die hierboven werd vermeld, aan de kant van de verdwenen spoorweg. Werd onbewoonbaar verklaard in 1989 en afgebroken in 1994.

123


Kaartje met

Kaartje met de aanduiding van de eerste inplanting van gebouwen van de firma Bekaert (pijl) en situering van een aantal gebouwen in de omgeving ervan. o.m. de cafĂŠs Colpaert, Naam? (Hoevetje Verhaeghe), In den Ronden Trap en In den Tap 124


DEN BASCULE

Otegemstraat 115

In 1910: nr. 115, uitbater Amedée Vanoutrive (was ook verzekeringsagent en commissionaris). Na hem kwam wellicht Jules Messiaen, tot in 1916, maar zijn naam valt ook bij Café Georges hierna. De ware toedracht is niet duidelijk. In 1926: Marie Demeyere. Daarna volgde het gezin Adolf Lefevre, dat in 1940 overkwam van ‘De Bouw’ aan de Bellegemstraat. Zoon Germain Lefevre werd als voetballer een vedette bij Zwevegem Sport en hield met echtgenote Andrea Lamont ‘Den Bascule’ open van 1952 tot 1962. Voor dit café was er een weeginstallatie in de straatweg, vandaar de naam. Tussen de huidige appartementen 113 en 115 aan de ene kant en het huis waar de Gouden Appel gevestigd was (zie hieronder) aan de andere kant, staat nu nog maar één woning, de gewezen winkel Step-in. In 1910 waren hier echter twéé cafés te vinden, namelijk de twee eerstvolgende:

NAAM? (SINT ANTONIUS?) (WEG)

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 119. De uitbater was Paul Dheygere, die gehuwd was met Alida Vanhoenacker. Hij was ook beenhouwer. Paul D'Heyghere was iemand die er altijd geerne bij was, steeds paraat om iedereen poetsen te bakken en allerlei fratsen uit te halen.

KAFEE PODIUM (WEG) GEORGES - SPORTVRIEND

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 121, uitbater (register) Georges Beddeleem (was ook timmerman). Volgens de lijst: Remi Demets. Later omgedoopt tot De Sportvriend. Latere uitbaters: van 1972 to 1982: Pascal Beulque – Yvette Verhulst vanaf december 1982 tot 1987 uitgebaat door Marguerite Foulon en Michel Vandeghinste. vanaf februari 1992 ook even uitgebaat door Patrick Wanseele en Inge Parker, onder de naam Kafee Podium. Tijdens de Eerste Wereldoorlog misschien uitgebaat door Jules Messiaen, maar zie de opmerking bij Den Bascule hiervoor. Jules Messiaen verhuisde daarna naar Bellegem. Rond 1920 zou hier pannendekker Pieter Delneste gewoond hebben. Werd afgebroken in 1994.

IN DEN GOUDEN APPEL

Otegemstraat 127

Dit is een andere ‘Gouden Appel’ dan de herberg die in 1747 gebouwd werd niet ver van de kerk van Zwevegem. Jules Callens – Marie Lucie Vandewalle lieten op deze plaats een handelshuis optrekken dat herberg, winkel en varkensslachterij was. Hij betrok zijn nieuwe woning in 1904. In 1910 droeg het huis nr. 123. De uitbater is dan nog Jules Callens, die ook vermeld wordt als kruidenier en vooral aardappelhandelaar.

125


Otegemstraat 144 & 135 (Statieplaats) - 1) Café (Hôtel?) du Casino en 2) Hôtel de la Station, 3) Huis van Commerce, 4) De Gouden Appel

Otegemstraat 145 –In de Plas (Degroote = Peutie) (1938 of 1945)

Otegemstraat 145 - In de Plas - De man die de duif voedert is Julien Vanhoutte (Vanhoutse mee s‘n strootie hoedse’).Hij verbergt gedeeltelijk Gerard De Groote (ofte Peutie) 126


Was na 1920 geen café meer. Wel was er een grote magazijnpoort waarboven een verdieping werd bijgebouwd. Marcel Meerschaert, de schoonzoon van Jules Callens, had hier zijn slagerij. Paul, de zoon van Marcel, dreef er nadien een papierhandel met drukkerij.

HUIS VAN COMMERCE

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 125, uitbaatster (Pauline) Victorine Demessemaeker, weduwe Aloïs Callens. Haar zoon Remi, getrouwd met Jozima Deganck, maakte van dit café een echt duivenlokaal (vanaf circa 1930). Daarna werd Remi’s zoon er garagehouder. Dit café was het Zwevegemse duivenlokaal bij uitstek. Hier werd het transport georganiseerd voor fondvluchten. Er werden ook granen, aardappelen en duivenvoer verkocht. Het is nu het buurtwinkeltje ’t Limoentje.

CARICIBO Otegemstraat 135 HÔTEL DE LA STATION - CAFÉ DE LA GARE – ROOSENDAAL – TABOURETTE DROP-IN! Van vóór 1910 tot na 1930 waren de uitbaters Gustaaf en Sidonie Demeire - Debreyne (ook commissionaris in granen en paarden), de ouders van Jeroom Demeire. In hun bovenzaaltje werd eind 1929 het Davidsfonds van Zwevegem boven de doopvont gehouden. Het was ook het vergaderlokaal van de boerenbond. Het werd ook wel ‘Café de la Gare’ genoemd en later ook nog café ‘Roosendaal’ en ‘Tabourette’. Voordat het de ‘Tabourette’ werd is het van 1942 tot 1967 geen café geweest, maar beenhouwerij Raepsaet. Deze Raphael Raepsaet was getrouwd met ‘Mariëtje uit den Engel’ (Mariette Careelman. ‘Den Engel’: zie Avelgemstraat 15). Uitbaters: 1967-1973: Robert Snauwaert – Annie Raepsaet vanaf 31 maart 1994 : Xavier Callewier (Tabourette) (In die tijd was er boven het café een snack - restaurant ‘De Talore’, dat bereikbaar was via een trap aan de buitenkant van het gebouw.) vanaf 15 mei 1996 tot 2001: Jan Dooms (Drop-in). laatste uitbaatster: Lieselot Vereecke (Caricibo) De allerlaatste naam was korte tijd ‘Caricibo’. Heeft uiteindelijk plaats moeten maken voor een appartementsgebouw.

TRAVERKE Otegemstraat 145 IN DE PLAS - CHARLY’S PUB – BOSSUWÉ – STOOFPOTJE In 1910: nr. 133, uitbater Vital Verschelden en Marie Deprez. Hij was ook kamslager. Zij zijn allebei in 1928 overleden. Vanaf 1927 waren de uitbaters Charles (Julien) Decnudde – Afra Vancauwenberghe. In hun tijd was ‘De Plas’ het lokaal van de Zwevegemse liberalen. Zij ruilden van café met Gerard De Groote en trokken naar ‘Het Damberd’ in de Kouterstraat. Toen kwam, van 1939 tot 1968, Gerard De Groote, wijd en zijd bekend als ‘Peutie’. Zijn vrouw heette Juliana Vanneste. Peutie was grensarbeider en herbergier. In zijn tijd schonk men er bier van de Zwevegemse brouwerij Bafcop. De naam zou 127


Otegemstraat 145 - Traverke (23/4/2008) – rechts: uitbaatster Christine Vanhulle

Otegemstraat – Het Bierhuis – Henri Casier en Emma Vandebuerie (foto voor WO I)

Otegemstraat 153 – Au Damier – rechts toestand in 2008 128


verwijzen naar een vijver, den Duivenplas, gelegen waar later het (nu weer verdwenen) station werd gebouwd. Heeft herhaaldelijk een andere naam en bestemming gekregen. Uitbaters : vanaf 1972 tot 1976: Willem De Roose en Laurette Vandorpe (Charly’s Pub) 1976 - 1996: Bernard Bossuwé - RitaVanherseele (Bossuwé) vanaf 1 januari 1996: Christine Theunynck en Johan D’Haene (Stoofpotje) vanaf 24 mei 2001: Marie-Therese Verscheure en Marino Depraetere (Traverke) dan gedurende een drietal maanden: een zekere Valerie vanaf 1 maart 2007: Christine Vanhulle

HET BIERHUIS

Otegemstraat ?

In 1910 was dit nr. 135, met als uitbater Henri (Hendrik) Casier, die ook handelaar in oude metalen was en in verzekeringen deed. Hij was getrouwd met Emma Vandebuerie. Henri Casier was aanvankelijk mekanicien in de Weverij La Flandre. Na een ongeval met blijvende werkonbekwaamheid, en om in de behoeften van zijn gezin te voorzien, werd hij ‘oud-ijzermarchand’. Deze handel startte hij in een lokaal naast café ‘De Plas’, alias ‘Peuties’. Enkele jaren later ging hij zich daar schuin tegenover vestigen, liet het oude gebouw naast 'Peuties' afbreken en gebruikte het braakliggend terrein als stortplaats voor oud ijzer. Hij zal wel nooit vermoed hebben dat dit bedrijf zou uitgroeien tot wat het thans geworden is: het bekende Casier Recycling aan ‘Deerlijk Stasie’. Maar door de afbraak van zijn eerste verblijfplaats is de herberg 'Het Bierhuis' mee van de kaart verdwenen. Nu ongeveer apotheek Seynaeve.

AU DAMIER IN DEN SPIEGEL

Otegemstraat 153

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Fanny Vanhabost, getrouwd met blikslager, loodgieter en elektricien (Adilis) Odiel Claerhout. Fanny was een bekende accordeoniste. Ze verhuisden naar het ‘Hof van Brabant’. De ‘Spiegel’ werd na Claerhout een tijdje uitgebaat door Julien Vandenbroucke – Alice Maes.Hij bouwde rond 1931 ‘Café Central’ en ging daar wonen. De ‘Spiegel’ werd in 1932 ‘Au Damier’, met uitbaters Gustaaf Detollenaere en Margriet Vanheule. Ze schonken er vooral Export Vandenheuvel. Uitbaters: 1957 – 1970: Gabriël Dubus - Julia Delombaerde 1970 – 1975: Gebhard Bernardi - Yvonne Jonckheere Was na de sluiting van het café van 1978 tot 1983 een electrohandel en is thans een handel in bureau-artikelen ‘Buro-Technics’.

129


Otegemstraat - 1) Café (Hôtel?) du Casino en 2) Hôtel de la Station, 3) In de Plas, 4) Café Au Damier (vroeger In den Spiegel)- (1938)

Otegemstraat 159 – Rollegem, latere Petrus Pub - vluchtelingen 1940

Otegemstraat 159 – links: Francorchamps (1978), rechts: The Petrus Pub (28/4/2008) 130


THE PETRUS PUB IN ROLLEGEM - FRANCORCHAMPS – PETRUS

Otegemstraat 159

In 1910: nr. 147, uitbater Alfons Callens (was ook scheerder). Hij was dat rond 1930 nog altijd. Zijn eerste vrouw was Romanie Dhuyvetter, die in 1919 overleed. Alfons Callens hertrouwde met Rosalie Vansteenkiste. In augustus 1929: Jeroom Busscher – Rachel Callens. Later, van 1953 tot 1962, kwamen Noël Vanhoutte en Alice Tack dit café (met feestzaal) overnemen. Heeft veel afwisseling gekend. Uitbaters : van 1963 tot 1967: Adolf Decock - Marie-Louise Desplenter van 1966 tot 1970: Silvain Favere - Monique Decock van 1975 tot eind 1979: Gaston Verbaeys (Francorchamps) 1979 - 1981: Ronny Bradt - Inge Decloedt (Francorchamps) 1983 – 1989: Vandamme Marcel - Benoit Kira vanaf 27 oktober 1989 - 1994: Hedwige Verstraete (Petrus) van 1994 tot april 1997: Marc Callewier - Jenny Debels van 1 januari 1997 tot april 1999: Rita Ampe en Willy Lateur (Petrus) van 1 augustus 1999 tot begin 2002: Viviane Dewyn (Petrus) vanaf 1 februari 2003: Marleen Verhamme en Dirk Vlaeminck (Petrus) Is momenteel verkocht en lijkt te worden verbouwd.

HONG KONG CITY

Otegemstraat 171a

Werd gedurende een tweetal jaren opengehouden door ene Ken & Lisa. Staat schijnbaar leeg sinds eind december 2008.

HET VOLKSHUIS

Otegemstraat 179

Vanaf 1955 lokaal van de socialisten (zie: Ons Huis in de Blokkestraat). Was laatst een bakkerij. In 1993 geen café meer. Uitbaters: 1957 – 1963: André Vanhede - Godelieve Lagage. 1963 – 1980: Zulma Sobrie, echtgenote Firmin Preneel 1981 – 1984: Laurent Balcaen - Laurette Preneel 1984 – 1986: Erik Vanhede - Christiane Wyffels 1987 – 1992: Martine Timmerman, echtgenote Albert Merlier.

PITTA MUSTI

Otegemstraat 181

Wordt sinds 2000 uitgebaat door Mustafa Gül.

LISBONA

Otegemstraat 185

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Emma Wannègue, de vrouw van getouwopsteller Gustave Beert. Zij overleed in 1920. Was ook een tijdje schoenenwinkel. Het stond op de hoek met de Blokkestraat, kant van het kanaal. ‘An Lisbona’ was een veelgebruikte plaatsaanduiding. Later woonde daar begrafenisondernemer Libor Vanbesien.

131


Otegemstraat 171a – Hong Kong City

Otegemstraat 203 – Café Waregem – L-R: Michel Coquerelle, Carlos Piepers, dienster ?, ??, Lucien Bossuyt, Christiaan Blomme, dienster ?, Antoine Vangheluwe, Romain Baert, Stefaan Voet, ??, Renaat Vanhede, Luc Coquerelle, Noël Dewaegheneire

Otegemstraat 179 – Het Volkshuis - 1987

Otegemstraat 185 – het vroegere Lisbona - 1987

Otegemstraat 181 – Pitta Musti – personeel: Eukhan Celik en Hakan Celik 132


WAREGEM COURRIER COLOMBOPHILE

Otegemstraat 203

De uitbaters waren, van vóór de volkstelling van 1947 tot in 1959: Jules Coucke - Anna Simoens, de ouders van Frans Coucke. Jules was ook kleermaker. Daarna volgden Aloïs Vroman - Germaine Vandevelde, en van 1962 tot 1966: Liliane Dooms, echtgenote van Roger Deprez. Nadien werd de naam gewijzigd in ‘Waregem’ Latere uitbaters: Marcel Demey - Ludwina Labarque Noël Dewaegenaere - Denise Halsberghe Pauwels Godelieve Peulders Gorgonie. Geen café meer na 1977 en thans bewoond door het gezin Carlos Lapierre - MarieThérèse Debels.

DE STERRE IN ST. LOUIS

Otegemstraat 213A

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Clemence Pauwels, de echtgenote van katoenwever en landwerker Petrus Faveere. Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater toen Alfons Ysenbaert. Het café droeg onder Alfons Ysenbaert de naam ‘De Sterre’. Hij werd dan ook ‘Foons Sterries’ genoemd. Vanaf juni 1939 tot na 1948 hebben Maurice en Margriet Dinnecourt - Craeynest daar gewoond, tot ze verhuisden naar de Blokkestraat, in ‘De Sportman’. In de Otegemstraat 213A is nu de zaak van Jan Lanneau te vinden.

DE PAUW

Otegemstraat ?

Stond ongeveer waar zich de gewezen fabriek Favril bevond. Nu onder meer LavergeVanhoutte.

NAAM?

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 175, uitbater Camiel Coopman (ook landwerker).

FRITUUR DE BRUG FRITUUR DRIES

Otegemstraat 267a

Halfweg de jaren zeventig van de vorige eeuw was de eerste uitbater van de frituur: Dries Spincemaille. Hij verlegde op 12 oktober 1980 zijn activiteiten naar de Bekaertstraat rechtover het zwembad. Sinds 4 april 1984 werd het Frituur De Brug met als uitbater Lieven Avet. De frituur stond gedurende de bouwwerken van de nieuwe frituur op de andere hoek van de Otegemstraat met de Stokerijstraat, waar nu een speelpleintje is. Sinds 1 januari 2003 is de nieuwe frituur open met uitbaters Lieven Avet, Inge Avet en Jozef Demeyere.

133


Otegemstraat – Frituur De Brug – boven: toestand voor 1/1/2003 – onder: de huidige frituur met de uitbaters Jozef Demeyere, Inge Avet en Lieven Avet (uitbater sinds de opening)

Otegemstraat 269 – In deze woning was ‘Het Riethof’ en ‘Café du Progrès’ gevestigd 22/4/2008 134


HET RIETHOF CAFÉ DU PROGRÈS

Otegemstraat 269

Van vóór 1910 tot na 1930 waren de uitbaters (Karel Lodewijk) Louis Putman, in het Zwevegems ‘Wiete Putman’, en Marie Eudoxie Deprez. Wiete was ook bakker en kruidenier. Dit waren de schoonouders van wielrenner Marcel Kint. Het ‘Riethof’ werd van 1957 tot 1963 uitgebaat door Omer Vanneste en Honorine Verkest, de ouders van bakker Gaby Vanneste. En van 1964 tot 1966 door Simonne Messiaen, echtgenote Bleuzé. Er waren daar 7 zonen. Nadien volgde nog Irène Curvers met Werner Planckaert. Het huis werd van 1975 bewoond door het gezin van fotograaf Odo Vanmeenen - Ghislaine Demuynck. Wordt eind april 2009 café ‘De Stokerie’. Uitbaters: Geert en Lien Vandenhende - Matton

I.P.TENDE Otegemstraat 271 LA CANTINE (DE LA FABRIQUE) - REMBRANDT Van vóór 1900 tot na 1930 werd de ‘Cantine’ uitgebaat door Alberta Vanoutryve, de vrouw van vlashandelaar Camiel Planckaert. Hij overleed in 1934. Staat tegenover de ingang van het gewezen textielbedrijf La Flandre (nu ontmoetingscentrum De Brug). De arbeiders van dat bedrijf kwamen er hun drank en een droge of natte haring kopen, voor bij hun boterham. In 1920 kostte een haring met aardappelen in de schil tien centiemen, dezelfde prijs als voor een glas bier. Na Camiel Planckaert kwam de familie Victor Vanoutryve, die eenvoudige maaltijden bleef serveren voor het personeel van La Flandre. 1954 – 1969: Justus Bleuzé - Marcella Goesaert 1969 – 1971: Clara Malfait (weduwe Demeulemeester) 1972 – 1979: Oscar Planckaert - Anna Lampaert (kwamen van Lugano – zie verder) Het was Guido Nuyttens die de naam Rembrandt invoerde. Vanaf 8 juni 1979 baatten hij en zijn vrouw Nicole Sobrie de Rembrandt uit. 1 april 2008: de naam verandert in ‘Kaffee I.P. Tende’ en de uitbating geschiedt door Patrick Wanseele – Inge Parker die van de Gistkuip komen.

SEBASTOPOL

Otegemstraat 277

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Leonie Dewaegenaere, de vrouw van machinist Gustaaf Vandenbroucke. Hij stond ook een tijd bekend als handelaar in schoenen en vuurstoker. Volgens de lijst van na 1918 werd hij opgevolgd door Petrus Detollenaere. Rond 1930 woonden daar Robert en Elisa De Wulf – Detollenaere. Later nam het gezin Delrue – Dolphens daar zijn intrek. Op 1 november 1959 werd de vissersvereniging De Dijkbreukelingen hier gedoopt. Aan de wieg stonden Alidor Decock, Daniël Nuttin, Richard D’Hoop, Cesar Coudyser, Jeroom Eggermont, Odilon Vervaecke, Julien Vandorpe, Honoré Decock en Michel Vercruysse. Na korte tijd weken ze uit naar Den hoogen Tuin aan sas 7 (Deerlijkstraat). Voor de naam van de vereniging: zie Den hoogen Tuin. Uitbater van 1954 tot 1968: Richard D’hoop - Denise Vandendorpe. 135


Otegemstraat 271 - La Cantine (de la Fabrique)

Otegemstraat 271 – Vroeger La Cantine (de la Fabrique) en latere Rembrandt respectievelijk in 1987, op 22/04/2008 en in december 2008 als I.P.TENDE met uitbaatster Inge Parker

136


DE NIEUWE KAAI (WEG)

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 203, uitbater Camiel Lapauw en Marie Renilde Vandewalle. Hij was ook wever. Hij bleef er tot 1930 en vertrok dan naar Harelbeke. In 1930 kwamen Prosper Speleers en Alice Claerhout. Hij was pannendekker en herbergier. Werd later uitgebaat door wielrenner Lionel Vanbrabandt. Dit café stond langs het kanaal, enkele tientallen meter van de brug in de Otegemstraat. Het werd gesloopt voor de verbreding van het kanaal.

INTERLUDE

Otegemstraat 289

In de huidige woning van Dr. Frank Vandevelde werd eind de jaren 1970, begin de jaren 1980 gedurende korte tijd een bar uitgebaat. De uitbaatster was Liliane Viaene, de vriendin van de toenmalige Nopri-uitbater Guillaume Beert.

DE PANNE

Otegemstraat 293

In 1900 en 1910 werd ‘De Panne’ uitgebaat door Louise Soens, echtgenote van August Eggermont. Ze waren er in 1892 begonnen. Louise was ook kruidenierster en August was ook dagloner, kruidenier en voerman voor La Flandre. Hij trok een paar dagen per week met paard en wagen naar Gent met afgewerkte stukken. Rond 1930 was Louise weduwe geworden, maar hield ‘De Panne’ nog open als kruidenierster en drankslijtster. ‘De Panne’ werd daarna lange jaren uitgebaat door de familie Maurice en Rachel Nuyttens - Eggermont, van circa 1928 tot eind 1959. Aurore Nuyttens, dochter des huizes, trouwde met voetballer André De Bouserie. Zij was officieel uitbaatster van 1959 tot 31 december 1992. Van december 1996 tot 2000 waren Marino Marreel en Sofie Neve de uitbaters, vanaf 2000 gedurende korte tijd Sofie Neve alleen. ‘De Panne’ sloot in 2001.

IN PRINS ALBERT

Otegemstraat 295

In 1910: nr. 207, uitbater Pieter (Arthur) Dekimpe (ook voerman en handelaar in kolen). Er was een feestzaal bij. Werd tot eind 1939 nog uitgebaat door Marie Planckaert, de weduwe van Pieter Dekimpe. Is nu een bankkantoor.

WERKMANSKRING

Otegemstraat 297

Van 1906 tot na 1930 was de uitbater Bruno (Richard) Viaene, die ook boomoplegger en sigarenhandelaar was. Zijn vrouw heette Marie Irma Velghe. Werd van 1950 tot 1961 opengehouden door Joris (Georges) en Diane Devolder - Brouckaert. Toen Georges de zaak opende was er door brouwer Verhaeghe een zaal achteraan bijgebouwd en daar stichtte Georges samen met Octaaf Sabbe de club ‘Reg-Park’ waar aan culture physique werd gedaan. Reg Park was de naam van een Engelse bodybuilder. Georges gaf er samen met Roger Verbrugge les. Na enkele jaren was er onenigheid in de club en kwam er een afscheuring die leidde tot de stichting van Apollo Fitness Club met Roger Verbrugge. Georges verhuisde na de Werkmanskring naar Kortrijk waar hij de Far-West ging openhouden. Was vermoedelijk geen café meer na 1961. 137


Otegemstraat 277 – links: De vroegere Sebastopol - 28/11/2008 – rechts: De Dijkbreukelingen voor Sebastopol.

Otegemstraat 279 - De Nieuwe Kaai – links in 1985 toen het reeds geruime tijd geen herberg meer was – rechts in 1952.

Otegemstraat 279 - De Nieuwe Kaai - Lionel Vanbrabandt met Jobke Furnière'

Otegemstraat 289 – Interlude, nu de woning van Dr. Frank Vandevelde - 22/4/2008

138


RIVA

Otegemstraat 299

Hier woonden van 1942 tot na 1948 Justus en Marcella Bleuzé – Goessaert. Na hen was de uitbater Jooris (Georges) en Gabrielle Windels - Houpline. Geen café meer sinds 1964.

AMERIKA WAARDAMME

Otegemstraat 307

Vanaf 1936 was de uitbater Leopold Tack, getrouwd met Emilie Manderick, die in 1939 naar ‘D’Halve Maan’ verhuisde (aan de kerk). Hij was biervoerder en drankslijter. Er was een feestzaal bij ‘Café Amerika’. De uitbater was in 1945: René Sobrie, bierhandelaar. Nu is daar Coiffure Cindy gevestigd.

LUGANO (WEG)

Otegemstraat ?

Zo gedoopt door wielrenner Germain Derycke, vanwege zijn tweede plaats (na Fausto Coppi) in het wereldkampioenschap in Lugano (1953). Zijn vrouw heette Yvonne Vanglabeke. Hij baatte het uit van 1954 tot 1958. 1960 – 1963: Aloïs Vandenbulcke - Martha Algoet (ouders van Bernard Vandenbulcke) 1966 – 1967: Maurice Bleuzé - Simonne Messiaen. 1967 – 1972: Oscar Planckaert - Anna Lampaert 1973 – 1975: Pauwels Godelieve In 1976 was het geen café meer en in 1978 kwam loodgieter Bernard Vandenbulcke daar wonen. Het geheel werd gesloopt bij de aanleg van de rotonde aan het begin van de Stedestraat.

HET PARADIJS KLEIN PARIJS

Otegemstraat 351

Van 1898 tot na 1930 uitgebaat door Camiel en Victorine (Lucie) Malfait – Vlieghe. Hij was ook kruidenier en bakker. Vandaar dat dochter Irene, getrouwd met Adrien Vanhessche, ook wel bekend stond als ‘Rèneke Bakkers’. Er werden in ‘Klein Parijs’ geregeld hanengevechten gehouden. Van 1937 tot 1970 volgde de familie Gustaaf Vanhoutte - Marie Merlier. Het was toen geen bakkerij meer. In 1972 was de uitbaatster van ‘Het Paradijs’ Augusta Velghe, echtgenote Roger Manderick. Van 8 september 1972 tot 7 september 1974 werd het café gesloten. Het is daar nu geen café meer.

IN DE KAPPAERT (WEG) DE OUDE KAPPAERT

Otegemstraat ?

Dit was een heel oude herberg, want ze werd reeds vermeld in 1745, 1767, 1779 en 1790. In dit laatste jaar heette de eigenaar Joseph Clarysse. In 1910 was dit nr. 231.

139


Otegemstraat 293 - De Panne - 15 augustus 1941 - Aurore Nuyttens met haar moeder Rachel Eggermont

Otegemstraat 293 – De Panne - 1987

Otegemstraat - Juniorenkoers op de Kappaert - 1) Café Amerika en 2) Lugano - jaren 1950-1960

Otegemstraat – Werkmanskring – Joris Devolder (Georgske) - uitbater van 1950 tot 1961 en stichter van Reg-Park club voor powertraining en culture physique.

Otegemstraat 307 – Café Amerika

Otegemstraat – de vroegere Lugano - 23 juli 2000

140


In 1900 en 1910 was de uitbaatster Therese Deruyck, de vrouw van voerman en kolenhandelaar Jan Berton. Volgens de lijst van na 1918 had Jules T’Joens het café overgenomen en hij bleef er zeker tot in 1936. Zijn vrouw was Irma Deruyck. Hij was monteerder, kruidenier en herbergier. Hij overleed in 1940. Later volgde Robert Turf (‘De oude Kappaert’). Voordat er openbaar vervoer was organiseerde Jules T’Joens van hieruit kleine reizen met een janplezier (char-à-bancs) naar bv. Tiegem of de Kluisberg. Het gebouw werd in 1983 onbewoonbaar verklaard en afgebroken in januari 1986. Juist over de (Oude) Kappaert lag De Peckepuyt, voor het eerst als café vermeld in 1723, maar allang verdwenen.

DUIVENKRING (WEG) IN SOUTH OMAHA

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 233a of bis, uitbater Honoré Beuselinck (ook slachter). Opgevolgd door Aimé en Marie Madeleine Demets - Dejonckere (ook beenhouwerij). Dit echtpaar trouwde in Zwevegem in september 1901. Kort na hun huwelijk emigreerden ze naar Omaha (Nebraska, VSA). Hun enige dochter Elvina (Vina) Demets werd daar geboren in 1913. In november 1919 zijn ze naar Zwevegem teruggekeerd en hebben daar het café van Honoré Beuselinck overgenomen. Ze hebben het om voor de hand liggende redenen de naam ‘In South Omaha’ gegeven. Ze konden bovendien ‘Raskes Reke’ kopen (d.w.z. de rij huizen van de kleine Raes), aan de Otegemstraat, juist voor de Kappaertstraat. Deze huizenrij werd gebouwd door de weverij La Flandre, waarvan de stichter Jean Raes heette. Hij was klein van gestalte en werd daarom in Zwevegem algemeen ‘Raske’ genoemd (naar de Franse uitspraak van Raes). ‘Raskes Reke’ werd door die aankoop ‘Metties Reke’. Vina Demets, de dochter, is later getrouwd met Marcel Laverge (ook kruidenier en kolenhandel) en heeft het café samen met haar man verder uitgebaat (na 1930), maar onder de naam ‘Duivenkring’, want het café was intussen ook duivenlokaal geworden. Ze werden opgevolgd door zoon Tony Laverge, die echter het huidige Laverge Cleaning in de Kappaertstraat oprichtte en het café sloot. Geen café meer in 1985.

IN DE KLEINE KAROTTE

Otegemstraat ?

Van vóór 1910 tot na 1930 was de uitbater Camiel Lottin (was ook wever), die in juli 1891 getrouwd was met Silvie Cosaert. Hij overleed in 1935.

‘T GOELEVEN

Otegemstraat 419

Uitgebaat door de familie Lottin. Rond 1948 woonden daar Maurice en Zulma NaertVanglabeke. Daarna nog uitgebaat door Achiel Decan.

IN BLOEMFONTEIN

Otegemstraat ?

Van vóór 1910 tot na 1930 waren de uitbaters Remi en Elodie Beyls - Vanmeerhaeghe (was ook metselaar). ‘Bloemfontein’ lag helemaal te lande. Werd rond 2004 afgebroken en vervangen door een nieuw woonhuis.

141


Otegemstraat - De Oude Kappaert

Otegemstraat – Duivenkring

Otegemstraat – Voorheen Bloemfontein - 1986

Otegemstraat 459 – Voorheen De Karotte - 1987

Otegemstraat 419 – ‘t Goeleven

142


CAFÉ BELGE

Otegemstraat ?

In 1900 en 1910 uitgebaat door ? Cosaert, de vrouw van katoenwever Jules Decraene. Zij huwden in 1896.

DE KAROTTE

Otegemstraat 459

Vermeld als ‘De Krote’ in 1764, 1779 en 1790, met Franciscus de Bode als eigenaar. Van 1898 tot na 1930 uitgebaat door Zulma Cheyns (+1942), echtgenote van vlaskoopman Rudolf Derveaux (+1935). Pare kant

SEBAS SINT SEBASTIAAN

Otegemstraat 2

Van 1838 tot 1873 stond op die plaats een ouderlingengesticht voor mannen en vrouwen, gesticht door de weduwe Hasaert – Myl(le). Toen het huidige rustoord Sint Amand in gebruik werd genomen, werd het gesticht afgebroken en kwam er een herberg voor in de plaats. Volgens de telling der industriële vestigingen van 1891 baatte Theophiel Vandenberghe hier toen zijn beenhouwerij uit, en vermoedelijk was het toen ook al café. In 1903 werd Sint Sebastiaan het lokaal van de schuttersgilde met die naam. Achter de herberg stond de liggende gaaipers. Voordien had de schuttersgilde haar lokaal in Den Handboog, Feestestraat (zie Th. Toyeplein). Het zou dus kunnen dat café Sint Sebastiaan voor 1903 een andere naam droeg. In 1910 was dit ook nr. 2, met als uitbater Alberik Cottenier (in Zwevegem: Briekie Kootnier – was ook slachter en slager). Zijn vrouw was Elodie (Diete) Vanwynsberghe. Alberic was afkomstig van Marke, waar hij geboren was in 1874. Zijn echtgenote Elodie was een Zwevegemse en was geboren in 1873. Wellicht kwamen Alberic en Elodie naar Sint Sebastiaan vanaf 13 november 1901, dag waarop zij trouwden. Hun dochter Paula werd er geboren in januari 1905. Paula zou later, in 1926, de uitbaatster worden van café Het Oud Gemeentehuis, iets verderop, en twee jaar later trouwde ze met elektrieker Laurent Ghistelinck, geboren in 1902. Alberic en Elodie Cottenier zijn als uitbaters van Sint Sebastiaan na 1930 opgevolgd door de gezusters Paula (° 1893) en Madeleine Decuypere (° 1895). Kort na de tweede wereldoorlog, meer bepaald in 1947 ruilden de gezusters Decuypere van woning met Laurent Ghistelinck en Paula Cottenier. De gezusters Decuypere gingen ‘t Oud Gemeentehuis uitbaten en Paula keerde met haar echtgenoot terug naar het ouderlijk café. Sint Sebastiaan werd toen echter als herberg gesloten en volledig ingericht als electrozaak. Het was geen café meer tot hun dochter Isabelle, die getrouwd was met Jacques Dumon, café Sint Sebastiaan in januari 1975 weer opende en uitbouwde tot een van de best lopende cafés van Zwevegem. Vanaf januari 2003 is de uitbater Sammy Vercant. De naam is hedentendage ingekort tot Sebas.

CAPPUCCINO Otegemstraat 10a GEMEENTEHUIS - OUD GEMEENTEHUIS - KAM-KAM - SIU’S GARDEN – PALLIETER

De verre oorsprong van dit café is niet bekend, maar zie wat hierboven werd gezegd over ‘Sint Hubrecht’. Rond 1750 woonde hier Pieter-François Willaert met zijn vrouw 143


Otegemstraat – Foto van voor 1914 – De wielerfanfare voor 1) Sint Sebastiaan. In de achtergrond 2) De Stalen (Hand)Boog. Uiterst rechts stuk gevel van 3) Het Damberd

Otegemstraat 2 - Sint Sebastiaan boven links ca 1900 en boven rechts anno 1987 - onder Sebas anno 2009 met uitbater Sammy Vercant 144


Catherine Montens. Hun zoon Pieter-Joseph Willaert (die notaris was) overleed in 1772; hij was getrouwd met Marie-Thérèse De Leersnijder. Als pachter van de herberg wordt op dat moment vermeld Joannes De Leersnijder, broer van Marie-Thérèse en getrouwd met de zuster van notaris Willaert. ’t Bleef in de familie. Joannes De Leersnijder stierf in 1782; zijn weduwe, Isabella Willaert, zette de zaak voort en hertrouwde met Dominicus De Pape uit Kuurne, de eerste Zwevegemse eigenaar van een sjees. Verdere vermeldingen van het café (als Het Stadhuis) en van Dominicus De Pape dateren van 1779 en 1780. De familie De Pape bleef eigenaar van de brouwerij en vermoedelijk ook van het café tot 1919. Heel oude foto's van de dorpsplaats te Zwevegem tonen aan dat de herberg tot omstreeks 1900 geen bovenverdieping kende en een gelijkvloers gebouw was. Pas tussen 1904 en 1910 is de bovenverdieping erbij gekomen. Bij het begin van de twintigste eeuw was afstammeling Aimé Leon De Pape brouwer en gemeentesecretaris. Hij was geboren in 1824 en gehuwd met Marie Louise Vanrobaeys, een dochter uit een belangrijke Zwevegemse familie die een herenhuis bewoonde een paar huizen verder. Aimé Leon De Pape overleed te Zwevegem in januari 1903 en werd als brouwer opgevolgd door zijn zoon Aimé Frans De Pape, geboren in 1873. Zoals eerder gezegd zijn de brouwerij en de herberg in juli 1919 overgegaan naar Alfred Vanrobaeys, geboren te Oostrozebeke in 1879 en een neef van zijn voorganger. Het bleef ook hier weer in de familie. De gegevens van de volkstellingen leren ons echter dat zowel Aimé De Pape als zijn zoon en later zijn neef Alfred Vanrobaeys wel de achterliggende brouwerij uitbaatten maar nooit zelf de uitbaters waren van het café, in alle geval niet na 1900. Wat hun woonplaats betreft, vinden we ze allemaal steeds terug in de herenwoning een paar huizen verder aan dezelfde kant van de straat. Het café werd in hun tijd dus altijd verpacht. Bij het begin van de twintigste eeuw was het ‘Gemeentehuis’ het lokaal van het liberaal muziek ‘Sinte Cecilia’. In 1900 en 1910 was de uitbaatster Marie Adèle Gaeremyn, weduwe Octaaf Dheygere, toentertijd in Zwevegem bekend als ‘Dèle van ’t statheus’. Ze stond geregistreerd als hotelhoudster. Zij was geboren in 1854 en reeds weduwe sinds 1899. Paula Cottenier volgde Dèle op in 1926, woonde er een paar jaar alleen en trouwde in 1928 met elektricien Laurent Ghistelinck. Ze hielden dit café open tot 1947. In dat jaar verhuisden zij naar de hoek van de Avelgem- en Otegemstraat en ze werden opgevolgd door de gezusters Paula en Madeleine Decuypere (zie hierboven voor hun woningruil: ‘Oud Gemeentehuis’ versus ‘Sint-Sebastiaan’). Toen ‘Sint-Sebastiaan’ onder Laurent Ghistelinck ten gevolge van die ruil ophield café te zijn werd het ‘Oud Gemeentehuis’ het lokaal van de schuttersgilde Sint Sebastiaan. Enige jaren later weken ze uit naar het ‘Boldershof’, Harelbeekstraat, maar keerden later terug naar het ‘Oud Gemeentehuis’, tot dit in 1972 een restaurant werd. Tenslotte werd ‘De Kaai’ (Otegemstraat) het lokaal van deze schuttersgilde. De gemeenteraad bleef hier zetelen tot in 1930 en daarna werd het café natuurlijk ‘Het Oud Gemeentehuis’. Het was in het ‘Oud Gemeentehuis’ dat het middagmaal werd opgediend na de lijkdienst voor Leo Leander Bekaert, op 29 oktober 1936. De gebouwen van de voormalige brouwerij werden in 1938 ingenomen door de plaatselijke brandweer, in dat jaar gesticht. Na de gezusters Decuypere volgden de uitbaters elkaar snel op. In de jaren 1964-1966 waren dat Jeroom Baert - Laurette Opsomer. 145


Otegemstraat 10a – Gemeentehuis, midden Oud Gemeentehuis in 1965, rechts: Siu’s Garden in 2002

Otegemstraat 10a - Cappuccino - Mia Fernandez en dochters Amelie (links) en Delphine (rechts) – anno 2008

Otegemstraat - Volkshuis - Vanhessche Remi - Laevens Emma (° 19/4/1877 - + 29/9/1940) met zonen Jozef en Clothaire

146


Van 1972 tot 1984 was het een restaurant (‘Oud Gemeentehuis’), uitgebaat door Willy Vanderper - Christine Fiems. Was daarna vanaf 1984 een Chinees restaurant, eerst Kam-Kam en daarna vanaf 1988 Siu’s Garden, dat echter ophield te bestaan in 2004. Nadien werd het voor korte tijd opnieuw geopend als café door Gilbert T’Joens, onder de naam ‘Pallieter’. Sinds 20 augustus 2007 wordt de ‘Cappuccino’, zoals de zaak nu heet, als bistro en tearoom uitgebaat door Maria Fernandez en haar dochter Amelie Glorieux.

SHAKESPEARE VOLKSHUIS - ’T WIT PAARD

Otegemstraat 18a

In 1910: nr. 22, met als uitbater Leo Loncke. Het Volkshuis was het lokaal voor veel katholieke verenigingen. Daar richtte onderpastoor Pius Snick, verantwoordelijk voor de landbouwersbevolking, op 6 mei 1900 de Raiffeisenkas op, in 1902 drie syndicaten (het Kweeksyndicaat voor Geiten op 5 september, het Kweeksyndicaat voor Konijnen op 20 september en de Maatschappij van Onderlinge Bijstand tegen de Sterfte der Geiten op 7 november). Deze laatste werd ook Sint Corneliusgilde genoemd. Er wordt gezegd dat deze verenigingen zeer bloeiend waren en overal eerste prijzen in de wacht sleepten. Op 25 juli 1903 stichtte Snick in het Volkshuis ook nog het Kweeksyndicaat voor Hoornvee, alias de Sint-Elooisgilde, en op 23 juni 1904 de Hofvogelkweekers. Ook de Patronage der Jonge Lieden op zondagnamiddag vond in Leo Loncke's tijd plaats in ’t Volkshuis’. In die jaren werden de jonge mannen in toom gehouden in de patronage. Onder toezicht van de geestelijke overheid werden daar gezelschapsspelen georganiseerd zoals kaarten, bollen, biljarten enz ... Alles vond plaats in de tuin van ‘Het Volkshuis’ of in de parochiezaal daarachter. Die was in 1895 onder impuls van pastoor Nuytten gebouwd. Daar konden de jongelui zelfs een glaasje bier of limonade drinken. Hier speelde ook regelmatig de toneelgilde 'Kunst en Genoegen' met als belangrijkste acteurs Henri Maes, Henri Cardon, Gomar Caes, Gentiel D'Heedene, Jules Verstraete, Jules Decuypere en Jules Vandeghinste. Na Leo Loncke moet Hendrik Carrette nog enige jaren het Volkshuis uitgebaat hebben. Hij was bediende en herbergier, geboren te Kortrijk in 1889 en in september 1912 in Zwevegem gehuwd met Juliana Decuypere. Wellicht is het echtpaar er reeds in 1912 komen wonen, maar hiervoor hebben we geen bewijs. In alle geval waren zij nog de uitbaters in 1920, maar niet meer in 1930. Vermoedelijk heeft het allemaal na de eerste wereldoorlog niet lang meer geduurd want we weten dat in de jaren 1920 de gemeenteschool te klein geworden was en dat twee onderwijzers hun klaslokaal toegewezen kregen in Het Volkshuis. Later werd deze site omgebouwd tot een onderpastorie en hier hebben de onderpastoors Creupeland en Dewulf gewoond. Naar verluidt hebben Remi en Emma Vanhessche – Laevens in de jaren 1920/30 in het conciërgehuis gewoond, links aan de ingang van de eigenlijke feestzaal. Na hen kwamen daar hun zoon Clothaire en zijn vrouw Gerarda Deplae. Het zou wel eens kunnen dat die daar (veel?) drank verkocht hebben in de periode dat het vooraan aan de straat geen café meer was. Heropend als ’t Wit Paard na de tweede wereldoorlog. Uitbaatsters: Therese en Christine Baert, en dan van 1952 tot 1983: Hervé en Christine Weedaege - Baert. In de tijd van de gezusters Baert en van Hervé Weedaege - Baert was ’t Witte Paard bij uitstek het lokaal van alle boeren- en middenstandersorganisaties. Vanaf 1 juni 1987 uitgebaat door 147


Otegemstraat 18 – ‘t Wit Paard - rechts in 1986

Otegemstraat 18a - Shakespeare - 2008 - Geert Vancauwenberghe en Viviane Sablain

Otegemstraat – links: ‘t Brouwershof - ca 1955 – rechts: ‘t Brouwershof en Au Chalet

148


Jacky Vergote. Daarna van 30 juni 1990 tot 31 december 1991 door Jozef Blauwblomme en Claudine Algoet, die stopten voor de afbraak. Werd dan grondig verbouwd en is sinds 7 oktober 1994 de ‘Shakespeare’, met nummer 18a en uitgebaat door Sylvie Goemaere (Peter Vancolen). De uitbating is in 2008 overgegaan naar Geert Vancauwenberghe en Viviane Sablain. Staat sinds september 2008 over te nemen, maar is eind februari 2009 nog steeds open.

’T BROUWERSHOF MALPERTUS

Otegemstraat 24-26

Deze site was oorspronkelijk een brouwerij die in 1790 eigendom was van Clement van Dommele. Omstreeks 1892 en tot in 1908 werd de brouwerij uitgebaat door Henri en Julie Sobry-Verriest. Julie Verriest was afkomstig uit Deerlijk en in 1908 is het echtpaar naar Deerlijk uitgeweken en werd de brouwerij overgenomen door Gaston Mostaert en Gudula Cousyn. Gaston was in 1874 geboren in Watou maar voordat ze naar Zwevegem kwamen woonde het echtpaar in Roesbrugge. Bij ons werd Mostaert geregistreerd als brouwer en als kolenhandelaar. Bij het echtpaar woonde ook Gastons broer Ernest Mostaert in. Ook hij staat geregistreerd als brouwer. In geen enkele telling is er sprake van ‘herbergier’. Wellicht was er hier tot aan het vertrek van de Mostaerts ook geen herberg. De brouwerij opereerde onder de commerciële naam: ‘Brasserie La Maison Rouge’, ‘Brouwerij het Roodhuis’, maar deze naam heeft geen sporen nagelaten in het Zwevegems uitgaansleven. De algemeen bekende naam van de herberg die open bleef na het sluiten van de brouwerij – of die misschien precies toen ontstond - was Malpertus. Gudula Cousyn is in 1918 overleden maar Gaston Mostaert hertrouwde in 1923, nog steeds in Zwevegem, met Ursula Decock uit Hulste. Wellicht was dit huwelijk de aanleiding om korte tijd daarop Zwevegem te verlaten. De Mostaerts zijn hier gebleven tot in augustus 1924 en zijn toen naar Ieper uitgeweken. In dezelfde maand augustus 1924 is meubelmaker Georges Barrezeele, geboren te Kortrijk in 1905, getrouwd met Gabrielle Hellyn uit Zwevegem en samen zijn ze de (al of niet reeds bestaande) herberg Malpertus komen uitbaten. Georges had er de eerste radio op Zwevegem die voor het publiek speelde. Hij werd door de geestelijkheid aangemaand hem de zondagvoormiddag tijdens de missen wat stiller te laten spelen. Veel volk kwam naar zijn radio luisteren (en vergat misschien naar de mis te gaan). Het was in die periode ook het lokaal van de voetbalvereniging S.V. Zwevegem. Na Georges Barrezeele kwam het gezin Georges Vanwynsberghe - Planckaert Malpertus uitbaten vanaf 20 oktober 1937, maar niet voor erg lang wegens de vroegtijdige dood van de vrouw. Reeds voor de tweede wereldoorlog beschikte Malpertus over een zaal waarin manifestaties van zeer uiteenlopende aard werden georganiseerd. Zo werd hier in 1938 de elfjuliviering georganiseerd door de Zwevegemse afdeling van het V.N.V., met sprekers als Frans Strubbe uit Kortrijk, Emiel Casier uit Zwevegem en volksvertegenwoordiger Jef Devroe uit Brugge. Op 21 februari van datzelfde jaar voerden de Christen Vlaamse Speelgezellen uit Gent onder leiding van Marcel Schumacher het toneelspel in vijf bedrijven 'Europa 1938' van Leo Steen op. Het programmablad vermeldde als toegangsprijzen 6 Fr. voor de eerste rang en 4 Fr. voor de tweede rang.

149


Otegemstraat 28 - Au Chalet (helemaal links)

Otegemstraat – 1) Au Chalet, 2) Brouwerij Mostaert (later Malpertus), (ca 1913)

Otegemstraat 34 – ‘t Zweerd (2) en brouwerij Mostaert (3) (later Malpertus) - helemaal links De Gouden Pluim (1) (later drukkerij Martin) - ca 1903 – Au Chalet bestond nog niet.

Otegemstraat 64 – In ‘t Boldershof - 1935 150


Vanaf 1940 kwam het gezin Gomar en Julia Vandendorpe - Dujardin er wonen. Toen werd de naam ‘Het Brouwershof’. Gomar was eigenlijk voerman. Het café interesseerde hem niet erg, wel de grote gebouwen van de voormalige brouwerij. Onder de oorlog werden die een tijdlang gedeeltelijk gebruikt door de Duitsers, die er vier paarden in onderbrachten, in twee stallen. In de zaal boven vonden allerlei activiteiten plaats, zoals toneel en zang, onder meer ten voordele van Winterhulp. Na de bevrijding waren het de Canadezen die meteen beslag legden op de bijgebouwen. In die vrolijke dagen organiseerde brouwer Charles Bafcop in de zaal elke zondag een bal waar zelfs Kortrijkzanen op afkwamen. Ook na de tweede wereldoorlog bleef de zaal van Malpertus aantrekkelijke programma's brengen voor de Zwevegemse bevolking. Jarenlang heeft Bobbejaan Schoepen de feestzaal laten vollopen voor zijn optredens. In de jaren voordat de televisie er kwam, waren er haast jaarlijks machtige sportavonden waarin sportjournalist André Blancke als moderator optrad. Naast de plaatselijke sportvedetten kwamen er sportlui met een internationale faam zoals Briek Schotte, Freddy Chavez en Cyriel Delannoit, en werden er sportfilms getoond. Er vonden ook andere activiteiten plaats. Zo was er van 7 tot 9 september 1963 een vogeltentoonstelling door de Vogelvrienden, en op zondag 11 december 1966 een Sinterklaasfeest voor “alle ingeschreven kinderen van Oud-Strijders” (organisatie: Nationale Strijdersbond). Van november 1947 tot april 1949 hebben Marcel en Margriet Vanhoenacker - Coolsaet hier gewoond. Ze kwamen van Kortrijk en zijn na een goed jaar ook naar Kortrijk teruggekeerd. Hij was fietsenmaker, zij herbergierster. Daarna hielden Marcel en Emma Yserbyt – Delaere, uitbaters van 1949 tot 1963, behalve het café ook een frituur open. De laatste uitbaatster was Marie-Jeanne Debusschere, en dat van 1964 tot 1969. De woning werd gesloopt in augustus 1970 en is nu flatgebouw, met beneden schoenhandel Faveere.

AU CHALET

Otegemstraat 28

Als we oude postkaarten uit de jaren 1904-1905 eens goed bekijken, dan stellen we vast dat er op de plaats van café Au Chalet en van de woning van Jerome Claeys naast de Brouwerij Mostaert alleen een open onbebouwde ruimte lag, afgebakend door een muur die vermoedelijk met de brouwerij meeging. Tegen 1910 was die open ruimte volgebouwd en vinden we als eerste uitbaatster van Au Chalet: Octavie Byttebier, echtgenote van Raphael Tack. De woning droeg toen het nummer 24 A. Pas later zou het nr. 26 worden. Na de eerste wereldoorlog zijn Gustaaf Loncke en Marie Vanwynsberghe (Marie Frak) enkele jaren de herberg komen uitbaten. Gustaaf Loncke was een van de eigenaars van de Schrijnwerkerij Loncke aan de Blokkestraat, die nog steeds bestaat, zij het nu op een industrieterrein. Hij was oud-strijder en in zijn tijd werd Au Chalet ook het lokaal van de Zwevegemse oud-strijders. Hier in Au Chalet is zijn dochter Norbertine Loncke geboren, later de oprichtster van de bekende Zwevegemse lingeriezaak ‘Perfecta’. Ze werd naar haar eigen zeggen geboren ‘de zeundag binst d’hoogmesse’. Gustaaf Loncke is er maar enkele jaren gebleven en werd kort na 1920 opgevolgd door Emiel Barrezeele (1873-1937), afkomstig uit Alveringem, die in 1900 te Kortrijk getrouwd was met Philomene Dujardin, geboren te Heule in 1874. Zij waren de ouders van Juulke, Marcel en Guustje Barrezeele. Ten tijde van Emiel Barrezeele werd ‘Au Chalet’ het lokaal van de voetbalploeg S.K. Zwevegem. Zoon Marcel was immers de secretaris van die club. 151


Otegemstraat 64 - Century - 2008 – Rosa Tuyttens

China Garden - Otegemstraat 66 – uitbater He Bin

Otegemstraat 78 - In de Gouden Pomp - (Clara De Donder) zoals het er rond 1930 uitzag. 152


Van 1932 tot 1944 werd de ‘Chalet’ uitgebaat door Adolf en Paula Vanglabeke - Reylandt. Adolf was in 1899 geboren te Heestert en stond ingeschreven als magazijnier en drankslijter. Voor deze periode spreken de bronnen mekaar echter tegen want we vinden op hetzelfde adres eveneens twee andere uitbaters: van 1936 tot 1945 Theophiel Vandersteene en Augusta Flora Adams (die ondertussen ook nog in de Kwadepoelstraat en de Deerlijkstraat hebben gewoond) en van 1940 tot 1942 Aloise Vandecasteele en Marie Louise Deplae. In 1946 was de uitbaatster Marie-Louise Vanovertvelt, echtgenote Vanherreweghe. Het café werd afgebroken in 1970 en is nu een deel van een appartementsgebouw.

HET ZWEERD

Otegemstraat 34

In 1900 en 1910 werd dit café uitgebaat door Melanie Vandekerkhove, de vrouw van Modest Seynaeve, die brouwersgast was. Nadat hun zoon Jules (‘Zuul eut ’t Zweird’), die schilder was, de zaak overgenomen had is het café gesloten, waarschijnlijk kort na de eerste wereldoorlog. Toen het nog café was, had ’t Zweerd’ alleen maar een gelijkvloerse verdieping.

CENTURY

Otegemstraat 64

Kwam op de plaats waar vroeger kapper Toine Vanliefde woonde en werkte. Vanaf 1 juni 1993 uitgebaat door Rosa Tuyttens, die voorheen gedurende 4,5 jaar ‘De Gilde’ openhield.

CHINA GARDEN

Otegemstraat 66

Meeneemchinees. Uitbaters: van 12 november 1993 tot 2001: To Kan Fu en Annick Candry van oktober 2001 tot 2005: Sin Wai Man en Meng Meijuan de huidige uitbater sinds februari 2005 is He Bin.

IN ‘T BOLDERSHOF

Otegemstraat 70

In 1900 en 1910 was de uitbaatster Josephine Creupeland, geboren te Moorsele in 1867. Zij stond geregistreerd als wasvrouw en herbergierster en was in 1897 getrouwd met Gustaaf Bossuyt (1871-1947). Zij was ook de tante van de latere onderpastoor Jozef Creupeland. Gustaaf Bossuyt was eerst dagloner en later meesterknecht bij de weverij Glorieux, die lag aan de Ommegangstraat tegenover de Ellestraat, nu Caby Doe het Zelf. Net als veel anderen, die bij Glorieux werkten, begon Gustaaf in 1929, samen met zijn zonen Georges en Maurice, met een eigen weverij. Die stond in Kuume, maar het kantoor werd gevestigd in Gustaafs nieuwe woning aan de Kouterstraat, waar hij kort na 1930 met zijn gezin ging wonen. In 1930 baatte Gustaaf echter nog steeds Het Boldershof uit. De naam van het café laat het al uitschijnen: in zijn tijd was ‘t Boldershof in alle geval een belangrijke rendez-vousplaats voor boldersverenigingen en voor bolderswedstrijden. Katoenscheerder Medard Greniers uit Otegem en zijn vrouw Gabrielle Dupont uit Harelbeke zijn in juli 1932 ‘t Boldershof komen uitbaten en zijn terug vertrokken in december 1936. Zij werden vanaf februari 1937 opgevolgd door het gezin Arthur Decraene - Godelieve Boutelgier die van Rollegem kwamen. Arthur was ook houtbewerker en 153


Otegemstraat-Ommegangstraat – 1) In de Klokke, 2) ‘t Boldershof - 1903

Otegemstraat 88 - Den Doorn - De Volksmacht - Welvaart - na 1922 – rechts: 1952 – doortocht van de Mechaegelstoet met links naast De Volksmacht de paardenslagerij Tijtgat.

Otegemstraat 88 – Den Doorn in 1986

154


heeft ‘t Boldershof uitgebaat tot in 1960. Daarna kwamen tot in 1975 Albert Bataille en Denise Lapeau. Nu is daar de parfumeriezaak Venusia gevestigd.

IN DE GOUDEN POMP IN DE FONTEIN

Otegemstraat 78

In 1900 en 1910 heette de uitbaatster Euphrasie Laverge, echtgenote van blikslager en zinkbewerker Polydoor Vandaele. Volgens de tellinggegevens van 1920 moeten ze in december 1916 opgevolgd zijn door Alfons Byttebier, geboren te Otegem in 1890, die eveneens geregistreerd staat als zinkbewerker en herbergier. (Of kwam hij daar alleen inwonen? Hij was immers pas 16!) Fonske Byttebier was de broer van Maria Byttebier die getrouwd was met Jeroom Vandenbroucke (Zeromie eut de Bolle) en die in de Ommegangstraat woonden In mei 1922 is Fonske Byttebier getrouwd met Clara De Donder, geboren te Deerlijk in 1892, en zij opende naast het café een winkel van gleierwaren, potten en pannen. Na de dood van haar man in oktober 1930 heeft Clara nog vele jaren haar zaak alleen verdergezet. In haar winkel kon je álles kopen en in de herberg ernaast was iedereen thuis. Ook de Zwevegemse studenten hadden er na de tweede wereldoorlog jarenlang hun lokaal. Ze tapten er ’s nachts zelf hun pinten, als Clara al lang te bed lag. Het is niet bekend of de rekening altijd klopte.

IN DE KLOKKE (WEG)

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 54, uitbater Adolf Maes (ook meesterknecht). Reeds vermeld in 1846. Verdween door de verbreding van het begin van de Ommegangstraat. Adolf Maes bouwde er een gesloten woning. Lag op de hoek van die straat met de Otegemstraat, kant van het kanaal.

DEN DOORN DE VOLKSMACHT - WELVAART – DE GILDE

Otegemstraat 88

Van 1629 en 1633 dateren vermeldingen van een hoeve “ghenaemt den Haem, nu den Doorne”. Een eerste vermelding als herberg is te vinden in 1768, bij het overlijden van Ludovicus Xaverius Vanackere, die ook genoemd wordt als brouwer. In het landboek van 1790 wordt Clement van Dommele geciteerd als eigenaar. Hij was ook eigenaar van brouwerij De Pape. Volgens de berichtgeving in de katholieke ‘Gazette van Kortrijk’ was Den Doorn op het einde van de negentiende eeuw eerder liberaal gezind. Het jaar 1887 was een verkiezingsjaar en kort voor die gemeentelijke verkiezingen was burgemeester Karel Francis Vandevenne schielijk overleden. De naweeën van de schoolstrijd en het plotselinge wegvallen van de belangrijkste liberale voorman zorgden voor een ommekeer in de gemeentelijke politiek. Na 57 jaar liberaal bewind wonnen de katholieken voor de eerste maal en zou met Theophiel Toye een katholiek burgemeester worden. Volgens ‘De Gazette van Kortrijk’ was al wie op die verkiezingsavond in den ‘Doorn’ was, getuige van zware liberale dreigementen ten opzichte van de katholieken. Deze liberale gezindheid wordt bevestigd door het feit dat in 1899 Evarist Callens en Arthur Minet in ‘Den Doorn’ een 'Corps van Trompetters' stichtten, waaruit later de liberaalgezinde Wielerfanfare groeide. Bij die stichting waren er circa 25 leden en het lokaal was … Den Doorn. De eerste voorzitter was Paul Staelens, de eerste secretaris de 155


Otegemstraat 88 - Den Doorn (De Gilde) links in 1994 en rechts in 2008

Otegemstraat 98b - Den Toog - 2008 - Samira Lampe en Kathleen Vanhaeverbeke

Otegemstraat 102 - Gambrinus - links: Lydie De Cnudde, Georges Nuttin, Georgetje Rommens rechts toen er nog cinema was.

156


genoemde Evarist Callens, de eerste dirigent de eveneens genoemde Arthur Minet. Dat waren inderdaad notoire liberalen. Rond 1900 woonde daar Henri Gyselinck, bakker en herbergier. Hij was weduwnaar van Elodie Devlaminck. Hij werd algemeen “Baaske eut den Doorn” genoemd. Zijn zoon Georges was in 1899 een van de stichters van het Trompetterskorps, waaruit enkele jaren later de Wielerfanfare ontstaan is. In 1910 was dit huis nr. 58, en de uitbater was nog dezelfde Henri Gyselinck (stond toen bekend als bakker, kruidenier, verkocht sterke dranken). Op het einde van de negentiende eeuw begon de katholieke beweging het verenigingsleven te organiseren. Vooral hun huizen voor de arbeiders, de zogeheten Gilden, zijn in dit kader het vermelden waard. Doorgaans kregen die huizen dus de naam ‘De Gilde’, meestal met café en feestzaal. In Zwevegem vermeldde het opschrift in 1922 ‘De Volksmacht’, wat gold voor de Welvaartwinkel en voor de herberg. Maar bij de Zwevegemnaars bleef de naam ‘Den Doorn’ in gebruik. In 1924 werd op de voute van de toenmalige ‘Doorn’ de KAV gesticht, in de volksmond 'de vrouwenbond', die al snel 500 leden zou tellen. Na Henri Gyselinck zouden na de eerste wereldoorlog Jules en Romanie Vantroys – Herman de uitbaters zijn geweest, tot ze naar Brussel vertrokken. Jules was een broer van veldwachter Gustaaf Vantroys. Van 1930 tot 1948 kwam het gezin Julien en Julia Deschynck – Lapeau. Julien overleed in 1948 en vanaf datzelfde jaar kwam het gezin René en Alphonsine Bossuyt - Moreau. Na hen volgden de uitbaters elkaar nogal snel op, o.a. Georges Verhaeghe (1955-1962), Jeroom Delbeke (1962-1967), Adolf Decock Marie-Louise Desplenter (1969-1970), Alex Devriese (1969-1971), Ronny Nollet - Maria Soetaert (1971-1973), Lievin Lefebvre - Rosette Verhaeghe (1973-1976), Etienne Vanpraet - Andrea Vanhaute (1976-1985), Ronny Wyckaert - Mia Baert (van 11 augustus 1985 tot 29 februari 1988), Janique Dubus - Jean-Marie Tanghe (van 3 maart 1988 tot december 1989, Rosa Tuyttens van 15 december 1989 tot de sloping op 1 september 1994). Na de sloping is ‘Den Doorn’ een vergaderzaal geworden in het complex van de KWB. Officiële uitbater ervan, vanaf 1 februari 1996: Antoon Crommelinck. Het is ook in ‘Den Doorn’ dat het fenomeen 'Vanhoutse mee s'n strootie hoedse' het levenslicht zag tijdens de verlofweek van 1955. De guitige schoenmaker Julien Vanhoutte uit de Otegemstraat stond al jaren voor zijn fratsen bekend. In die tijd begonnen de meeste mensen met vakantie en op reis te gaan en Julien wilde zijn buren wijsmaken dat ook hij met vakantie naar het buitenland zou vertrekken. In lichte zomerkledij en met een strohoed op het hoofd liep hij door de Otegemstraat met een grote 'valieze' waarop in krijt het woord 'TYROL' was geschreven. Hij was toen wijkburgemeester van Otegemstraat 1 en het was zijn bedoeling in deze uitrusting alle herbergen van zijn wijk aan te doen, vanaf de kerk tot aan het station. Waar hij ook verscheen, overal kende de strohoed een opvallend succes. Toen hij halverwege zijn rondgang ook in 'Den Doorn' belandde, volgde het hoogtepunt. Vele vrienden waren daar reeds samengekomen, en gezien het Juliens stamcafé was, voelde hij zich daar werkelijk in zijn element. Bij een imitatie van Maurice Chevalier en zijn liedje “Prosper, Hoepla Boem” kreeg hij iedereen rond zich en toen ontstond die merkwaardige weddenschap. Men daagde Julien uit van dan af elke dag die strohoed te blijven dragen en dit tot Kerstmis. Inzet: een vaatje bier. Het werd een wedstrijd van een tegen allen, want iedereen lag natuurlijk op de loer om Julien zonder strohoed te betrappen. Maar Vanhoutse won zijn weddingschap met glans. Meer zelfs, hij ging er mee door en men zag hem nooit meer zonder strohoed, ook thuis niet in zijn schoenmakerij. 157


Otegemstraat 102 – Gambrinus – rechts: Frans Vandenberghe, Frans Faveere, Antoinette Vandebuerie en Georgetje Rommens 158


Later kreeg die strohoed zelfs nog een grotere betekenis. Als bestuurslid van de voetbalclub Zwevegem Sport reisde hij samen met zijn mascotje Marc Dendauw overal met zijn ploeg mee en dit tot ver buiten de provincie. Vooral tijdens de winterperiode en bij barslecht weer was die man met zijn strohoed voor niet-Zwevegemnaren een vreemde verschijning. Maar in Zwevegem stelde men zich daar al lang geen vragen meer bij. Iedereen wist dat Julien de laatste uitslag van Zwevegem Sport in krijt op de zwarte rand van de strohoed schreef. Kwatongen beweerden dat de cijfers veel groter en duidelijker geschreven waren bij een overwinning dan bij een nederlaag, maar ja, men zegt zoveel. En trouwens, waarom ook niet? Zo is Vanhoutse de legende ingegaan. Hij bleef zijn strohoed dragen tot aan zijn dood. Julien overleed op 24 juni 1963, amper 49 jaar oud.

DE TOOG CLUB - CENTURY

Otegemstraat 98b

Benedenverdieping van een recenter flatgebouw. Heeft andere namen gehad, bv. ‘Club’ (vóór 1984). Opeenvolgende uitbaters: 1973 – 1976: Wilfried Depauw – Françoise Eggermont 1976 – 1978: Ivan Vanwijnsberghe – Annie Desmet 1978 – 1983: Arnold Withouck vanaf 1 mei 1984: Jozef Vanbellinghen (Century) vanaf 1 oktober 1992: Xavier Callewier (Century) vanaf 1 januari 1995: Jurgen Beunnens (Century) vanaf 1 juni 1998: Gina Depraetere en Alain Vermeulen (Toog) vanaf 1 maart 1999: Jean-Pierre Vanassche en Jeannine Vindevogel (Toog) 2003: Jeannine Vindevogel (Toog) vanaf april 2004 tot februari 2007: Marie-Rose Messiaen in 2008: Samira Lampe en Kathleen Vanhaeverbeke

GAMBRINUS (WEG)

Otegemstraat 102

Op de plaats waar later Café Gambrinus stond, zou er aanvankelijk een kant- en gordijnenwinkel gestaan hebben. Wellicht werd die uitgebaat door de familie Delanoye. In alle geval woonde Gaspard Delanoye, die in 1914 musiceerde bij het orkest 'De Jonge Beren', op de site van de latere Gambrinus. Het café moet begonnen zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw, met een deftige heer aan het roer (typische cafébaas uit die jaren), daarna kwamen in 1930 Henri Carrette – Juliana Decuypere en van 1935 tot 1938 Norbert Volon en Marie Louise Dekyvere. Pas vanaf juli 1938 het gezin Robert Follet en Antoinette Vandebuerie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, en tot omstreeks 1960, was er achter dit café een bioscoopzaal. Bij de beschietingen bij de inval van de Duitsers in mei 1940 werd er in Zwevegem heel wat schade geleden. De oude kantoorgebouwen van Bekaert stonden in lichterlaaie en de cinemazaal van Gambrinus aan de overkant van de straat was zwaar beschadigd. Uit een brief van 30 oktober 1943 blijkt die bioscoopzaal uitgebaat te zijn geweest door Dociel Yserbyt-Van Kesel van Kortrijk. In het hoofd van de brief zijn Robert en Antoinette Follet doorstreept. In de brief vraagt Dociel aan het gemeentebestuur van Zwevegem betaling van 1750 frank voor de huur van de zaal, voor de “vijf vertoo-

159


Otegemstraat - 1) Café Moderne, 2) Bacchus, 3) Gambrinus 1934 - juniors te Zwevegem - 74 deelnemers - Marcel Kint kwam met grote voorsprong alleen toe voor Jules Lowie.

Otegemstraat 106 - Piet Hein 1987

Otegemstraat 120 – links in 1965 als De Gouden Schaar- rechts ‘t Brouwershuis met uitbaatster Caroline Vanroy – december 2008

160


ningen van films voor de Duitsche Dienststelle F.P. 21649 D.” Het lijkt erop dat Robert en Antoinette niet rechtstreeks zaken wilden doen met de bezetter. Zoon Harold Follet heeft met zijn vrouw boven en achter het café een befaamd hotelrestaurant opengehouden. Het hele complex werd afgebroken op 25 januari 2000 en droeg bij de afbraak het huisnummer 102. Nu is die plek deel van een parkeerterrein naast het gemeentehuis.

PIET HEIN (WEG) AU SON DE L’ACCORDEON – BACCHUS

Otegemstraat 106

Van 1935 tot kort voor de tweede wereldoorlog werd ‘Bacchus’ uitgebaat door Henri en Juliana Carrette - Decuypere, de ouders van Roger Carrette. Latere uitbaters: het gezin Julien en Julie Vandendorpe-Bulteel, met twee dochters. ‘Bacchus’ moet in die tijd ook logies hebben verschaft aan vreemdelingen die in Zwevegem kwamen werken. Zo heeft Paul Ferrard, die van 1940 tot begin de jaren vijftig directeur was van de elektriciteitscentrale, korte tijd in ‘Bacchus’ gelogeerd. Het café heette in de jaren vijftig: ‘Au son de l’accordeon’, met als uitbaters de familie André Debue - Godelieve De Keyster (1954-1955). Zij kwamen van Roubaix en de vrouw speelde accordeon. Latere uitbaters: Albert Bauwens – Marie-Therese De Keyster (circa 1955), Roger Vandemeulebroecke Marguerite Foulon (1962–1966), Laurette Balcaen (1966–1969), Jean-Pierre Debaere Marguerite Bettremieux (1969–1974), Johnny Vancauwenberghe - Marie-Rose Herman (1974–1976), Alexander Verniers – Marie-Louise Vanhecke (1976–1980), Thierry Franssens – Maureen Berigt (1980–1982), Eric Debleekere – Ginette Verbeke (1984–1985), laatste uitbaatster: een zekere Claudia. In zijn nadagen heette het café nog even ‘Piet Hein’. Is nu een deel van het parkeerterrein waar ook de Gambrinus heeft gestaan. Droeg bij de afbraak het huisnummer 106. De nummering uit 1910 van de volgende vier oude cafés plaatst ons voor raadsels. Waar lagen ze ten opzichte van de latere Gambrinus en eventueel de Bacchus? Waren twee ervan te beschouwen als voorgangers van Gambrinus en Bacchus? Lagen ze tussen het huidige gemeentehuis en de Kouterstraat? Het tracé van de Otegemstraat is daar sterk gewijzigd, zoals hierboven aangestipt, zodat dit raadsel moeilijk op te lossen valt.

AU CHASSEUR BELGE

Otegemstraat ?

In 1910 was dit nr. 74. Omstreeks 1900 waren de uitbaters Jules Soens en Leonie Simoens. Hij was kleermaker en herbergier. Omstreeks 1910 uitgebaat door Marie Sylvie Deweerdt, de vrouw van wever en later vuurstoker Henri Loncke.

A LA CONCORDE

Otegemstraat ?

Omstreeks 1900 waren de uitbaters Charles Matton – Marie Dewaele. Zij gingen er weg in 1905. 161


Otegemstraat 122 – links: Keller in 1987 – rechts: Droopy's - 28/4/2008

Otegemstraat 126 - Huldiging van Marcel Kint, wereldkampioen 1938 voor links: 1) ’t Vlaamsch Huis, midden: 2) café ‘Frak’ en rechts: 3) 'In St. Eloy’

162


In 1910: nr. 78 met als uitbaatster Antoinette Verniers.

IN DE ZALM

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 80, uitbater Henri (Hendrik) Decuypere (ook handelaar in vlees).

IN ST. JOZEF

Otegemstraat ?

In 1900 waren de uitbaters Charles Deneve – Francisca Verschuere. Hij was timmerman en herbergier. In 1910: nr. 82, uitbater Theofiel Lapeau (was ook handelsreiziger in schoenen).

MODERNE

Otegemstraat 118

In 1910 was dit nr. 88. Van vóór 1910 tot na 1930 was Octaaf Soens de uitbater (was ook kleermaker en accordeonist). Zijn vrouw heette Adriana Vercruysse. De dochters speelden piano in het café. Daarna kwam Leon Cosaert, schoonzoon van Octaaf Soens (getrouwd met dochter Germaine).

‘T BROUWERSHUIS DE GOUDEN SCHAAR - CASINO

Otegemstraat 120

Werd lange tijd, zeker sinds 1929 en tot 1961 uitgebaat door het gezin Gomar en Julia Vanwynsberghe - Devos, schoonouders van bakker Marcel Putman en fotograaf Aimé De Preester. Gomar was wever. 1963-1971: Denise Vercaemer, echtgenote Lefevre Norbert (die uit ‘De Sterre’ kwam) 1972-1974: Brigitte Derycke 1975: Dirk Lebon – Diana Geeraert 1975–1976: Willy Bouckaert – Huguette Dujardin 1978–1979: Micheline Busine (Casino) 1981–1983: Christian Lippens – Christine Isebaert 1984–1987: Carine Vandenborre vanaf 9 oktober 1987: Carine Verslype en Johan Vervaeke (Brouwershuis) vanaf 1 juli 1989: Jean-Pierre Kai en Christine Vandenbulcke daarna Anja Callens en Bjorn Buyssens half 2007 tot eind augustus 2008: Annick Vandelanotte Vanaf 1 oktober 2008 uitgebaat door Caroline Vanroy (komt van restaurant De Zwaan te Stasegem).

DROOPY’S Otegemstraat 122 AU CORNET D’OR - RUBENS - DE NIEUWE WANDELING – KELLER - LA BOUM In 1910: nr. 110, uitbater Remi Tack (was ook klompenmaker). Na hem een zekere Ovaere. Dit café werd voortdurend herdoopt. Het heeft ook de ‘Nieuwe Wandeling’ geheten, van 1938 tot 1958 uitgebaat door Cyriel en Julia Berton –Eggermont. Die kwamen van ‘De Wandeling’ aan de overzijde van de straat (zie onder Wandeling/Valkenburg, Otegemstraat 87/89). Later de ‘Rubens’, de ‘Keller’ en ‘La Boum’. De laatste naam in de reeks is ‘Droopy’s’ (april 2008). 163


Otegemstraat 126 - Frak - 1935 - L-R: ??, Daniël Bossuyt, Celina Delobelle, Gerard Vanoverbeke, ??, Leon Kint, Marcel Kint, ??, ??

Otegemstraat 158 - Sportwereld

Otegemstraat 126 - Frak - Gustaaf Simoens, uitbater in 1910. Hij overleed in 1928.

Otegemstraat 156 – Pitta Kurt - 2008

Otegemstraat 168 – Central anno 2008 – rechts: de uitbaters Christa Greniers en Jonas Saelens 164


Uitbaters : - 1958–1960: Oktaaf Waelkens – Elisabeth Coucke - 1960–1962: Stefaan Beernaert – Bertha Vermeulen - 1962–1964: Rudy Declercq – Yvonne Schoof - 1967–1974: Klara Gielegem - 1980–1987: Alanzo Parmentier – Jeannine Peulders (Keller) - vanaf 1 juli 1988: Inge Waegemaekers en Peter Verheyden (Keller) - vanaf 1 januari 1994: Sylvie Vermendel, Tom Vandenhende, Wim Desmet (La Boum) - vanaf 8 februari 1997: Wim Desmet (La Boum) - vanaf 23 september 2005: Charline Gantois en James Landuyt (La Boum) - Droopy’s, met uitbater Charline Gantois. Sinds augustus 2008 staat het leeg en is het over te nemen

IN ST. ELOY

Otegemstraat 124

In 1910: nr. 112, uitbater August Claeys (was ook smid). Daarna Osimon en Marie Devos - Delaey, loodgieter, en vanaf 1932 Joseph en Maria Gevaert - Eggermont. Later: de fameuze Julien Vanhoutte, ook schoenmaker (zie zijn verhaal onder ‘Den Doorn’). Is nu schoenmakerij Rudi Franssens.

FRAK

Otegemstraat 126

In 1910 werd ‘Café Frak’ (toen huisnummer 114) uitgebaat door Gustaaf Simoens (was ook timmerman en vleeshandelaar). Zijn echtgenote is jong gestorven en liet hem achter met vier kinderen: Camiel, Georges, Maria en Anna. Gustaaf (gestorven in 1928) is daarna hertrouwd met Elvina Ysenbaert, die later beter bekend werd als 'Vina Frak'. Het werd er de zoete toeval voor een aantal weeskinderen die er opgenomen werden. In 1933 is Vina Frak dan met haar gezin uitgeweken naar een gesloten huis aan de Kouterstraat. In 1933 kwamen dan Bertje en Celina Delobelle. Bij hen woonde de renner Marcel Kint in. Toen Marcel Kint een wereldvedette werd, werd zijn naam op de voorruit van het café aangebracht en dan nog wel verkeerd geschreven als ‘Marcel Kindt’ (verzachtende omstandigheid: de naam van zijn grootvader werd ook met –dt geschreven). Henri Carrette en Julienne Decuypere, die van de ‘Bacchus’ kwamen, zijn de laatste uitbaters geweest van 1940 tot circa 1948. Na Carrette was het geen café meer.

’T VLAAMSCH HUIS

Otegemstraat 128

Van vóór 1910 tot na 1930 was de uitbater Aimé Vangheluwe (+ 1939). Hij was ook wollewever en later ook kolenhandelaar. Zijn vrouw heette Marie Decock. Dit was een ‘Daensistisch’ lokaal, waar een zaaltje bij hoorde, met de naam ‘Vlaamsche Werkmanskring’ of ook nog ‘De Vlaamsche Broederliefde’. Er werd toneel in gespeeld, onder meer door Het Vlaamsche Volkstooneel (echt waar. We kunnen het ons niet goed meer voorstellen: zulk een befaamd gezelschap in zo’n kleine zaal). Na Aimé Vangheluwe woonden Joseph en Maria Gevaert-Eggermont daar, die het café sloten maar er winkel hielden. Daar is nu de winkel van Jeannette Gevaert te vinden, met bijgebouwen tot in de Kouterstraat.

165


Otegemstraat 252 - De Kaai

Otegemstraat - Au Pavillon – boven in volle glorie en onder bij de afbraak van brouwerij Bafcop en Au Pavillon in september 1980

166


IN ZEEBRUGGE

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 122, uitbater Leopold Lefevre (was ook zwingelaar en vlashandelaar).

IN DE REISDUIF

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 124, uitbater Adelard Leperre (was ook rekenplichtige en verkocht likeuren). Uitbaters in 1936: Gustaaf Lefevre – Alice Opsomer. Beide voorgaande cafés moeten al vroeg gesloten huizen zijn geworden.

CAFÉ (HÔTEL?) DU CASINO

Otegemstraat 144

Ook aan het kleine Zwevegemse stationnetje was indertijd het hotelwezen present. In 1900 en 1910 was ene Elodie Staels uitbaatster van ‘Hotel du Casino’, vlak aan het station. Ze was de weduwe van Odo Matthys. Vermoedelijk zal er aan een hotel in Zwevegem te weinig verdiend geweest zijn om aan de kost te komen zodat haar opvolger, smid Grillet, naast het hotel een eigen smidse uitbaatte. Kort voor 1930 nam het gezin Eugene Moelants – Eudoxie (Sietje) Parent zowel het hotel als de smidse over. Eugene Moelants was er jarenlang een bekende smid.

PITTA KURT

Otegemstraat 156

Was open van begin 2002 tot halfweg 2008. Staat sindsdien leeg. De uitbaters waren Mavzer Hülya en Kurt Juliede.

SPORTWERELD

Otegemstraat 158

Gebouwd door Emile Casier, geboren in 1866 en getrouwd met Marie Eudoxie Vandenbroucke. In 1900 stond hij geregistreerd als smidsgast en zijn vrouw als herbergierster. Van vóór 1930 hield zijn zoon Maurice Casier de ‘Sportwereld’ open samen met zijn vrouw Gabrielle Hellyn. In 1948 stond hij geregistreerd als handelsreiziger en herbergier. Maurice volgde wielrenner Marcel Kint op al zijn verplaatsingen. Werner Casier, een neef van Maurice, ging daarna in de Sportwereld wonen, maar het was zijn echtgenote, Beatrix Bossuyt, die de officiële uitbaatster was, van januari 1958 tot eind 1991. Beatrix was een dochter van Daniël Bossuyt (zie De Kaai, Otegemstraat).

CENTRAL

Otegemstraat 168

Dit café werd rond 1931 gebouwd door Julien Vandenbroucke, een zoon uit café Sebastopol, Otegemstraat. Hij dreef dit café met zijn tweede vrouw, Julia Demuynck. Hij had daarvoor met zijn eerste vrouw ‘Au Damier’ opengehouden (zie aldaar). Julien was een groot wielerliefhebber en ook een van de vroege eigenaars van een radio op de gemeente. Tijdens de Ronde van Frankrijk vergastte hij de wielerliefhebbers al heel vroeg op nieuws. Hij plaatste dagelijks een bord buiten voor het café, waarop het verloop en de uitslag van de rit met krijt waren neergeschreven. Julia heeft het café in haar eentje uitgebaat tot aan haar dood op 5 juni 2004. Veel volk kwam er toen wel niet meer over de vloer. Haar beste dag beleefde ze een paar weken voor haar dood, toen het Davidsfonds van Zwevegem in ‘Café Central’ zijn jaarlijkse

167


Otegemstraat 350 – Restaurant Kappaert

Otegemstraat - De Ruste – Romanie Waelkens in het deurgat

Otegemstraat - De Ruste –het personeel - staand: Leona Vandecasteele, ?? en ?? (koks), Rielke Deprez - zittend: Romanie Waelkens, Zoë Ovaere, Noël en Lionel Vandecasteele

168


‘Nacht van de geschiedenis’ liet doorgaan. Van vijf uur in de namiddag tot na middernacht zat de ‘Central’ die dag stampvol. Dat had ze al tientallen jaren niet meer beleefd. ‘Café Central’ is weer open sedert 2 december 2005, uitgebaat door Rita Greniers en Jonas Saelens.

DE HARP

Otegemstraat 236-238

Jeugdcafé in ontmoetingscentrum De Brug (meer bepaald in de vroegere directeurshuizen van de gewezen fabriek La Flandre).

DE KAAI (WEG)

Otegemstraat ?

In 1920 stond hier nog de meubelmakerij Lefevere, maar het was toch al café tijdens de tweede wereldoorlog. Het werd van begin 1927 tot na 1948 uitgebaat door Robert en Elisa De Wulf - Detollenaere. Daniël en Arnoldina Bossuyt – Daenens kwamen er na de oorlog (eind 1949) in wonen. Na hen werd ‘De Kaai’ uitgebaat door zijn zoon Armand, getrouwd met Nelly Soens, vanaf 1957 tot begin 1989. Armand was garagist. Toen werd het gebouw onteigend voor de verbreding van het kanaal. Hun dochter Dorine drijft nu café ‘Het Boldershof’ in de Harelbeekstraat. Toen het ‘Oud Gemeentehuis’ restaurant werd, werd ‘De Kaai’ het stamlokaal van de schuttersgilde Sint Sebastiaan. ‘De Kaai’ werd afgebroken in de zomer van 1991.

AU PAVILLON (WEG)

Otegemstraat ?

Van vóór 1910 tot na 1930 was de uitbater Modest Vanderhauwaert (was ook kruidenier en wever). Zijn vrouw heette Marie Elisa Messiaen. Stond langs het kanaal, voorbij de brouwerij van Bafcop, aan de vroegere laad- en loskaai van Bekaert. Van de ‘Pavillon’ liep een aardeweg door naar de Bitterreke en verder. De Bitterreke lag tegenover de elektriciteitscentrale en had te lijden van de ‘bitter uit de kave’ (het roet uit de schoorsteen) van die centrale. De ‘Pavillon’ werd in 1980 afgebroken bij de verbreding van het kanaal. Latere uitbaters: voor 1947 tot 1961: Jerôme Dewitte – Clara Cottenier 1962 – 1967: Ludwig Verbeke – Marcella Opsomer

DE RUSTE (WEG)

Otegemstraat ?

Café met feestzaal. In 1910 was dit nummer 172, met Ivo Maes als uitbater. Hij was ook magazijnier. Vanaf 1913 werd deze herberg opengehouden door Jules en Eugenie VandecasteeleAder. Hij overleed in 1907. Na Jules en Eugenie kwamen Michel en Romanie Vandecasteele – Waelkens. Na de dood van Michel Vandecasteele hertrouwde Romanie met Kamiel Buckens (metselaar). Romanie baatte ‘De Ruste’ gedurende 36 jaar uit, tot in 1967. De laatste uitbaters waren van 1969 tot oktober 1973 (met een kleine onderbreking) Henri en Olga Ghyselinck – Gevaert. Afgebroken in 1983 om de nieuwe brug over het kanaal te kunnen aanleggen. Stond ergens beneden de nieuwe kanaalbrug.

169


Oude Bellegemstraat 25 – In den Nieuwen Kruisweg vroeger, anno 2002 onder links en anno 2008 onder rechts

Oude Bellegemstraat 20 - Het Stenen Huis - 10/5/2008 – en uitbaatster Gisella Soens

170


IN DE SUIKERIJ (WEG)

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 174, uitbater Adolf Laverge (was ook landbouwer en cichoreidroger). Volgens de lijst van na 1918 was Louise Buysens toen de uitbaatster. Het was tegelijk een hoeve, juist over de ‘Ruste’. Later kwam de familie D’Heygere daar wonen, maar het was vanaf toen geen herberg meer. Afgebroken bij de verbreding van het kanaal en de bouw van de nieuwe brug.

DE BLAUWE KROONE (WEG)

Otegemstraat ?

In 1779 en 1790 vermeld als ‘De blouwe Croone’, met Joannes Vervaecke als eigenaar. Stond aan de huidige Otegemstraat, pare kant, nog vóór men aan de Kappaert kwam.

IN DE NIEUWE KAPPAERT

Otegemstraat 318

In 1910: nr. 178, uitbater Adolf Vanhoutte (was ook slachter en veekoopman). Van 1914 tot 1929 heetten de uitbaters Robert Vandevijvere – Marie Hambeck. Hij was veekoopman en herbergier. De beenhouwerij–café werd later, zeker tussen 1934 en 1948, uitgebaat door Achiel Lanneau, die getrouwd was met Elodie Demets.

DE SPORTVRIEND IN DE NIEUWE SMIS

Otegemstraat ?

In 1910: nr. 180, uitbater Jules Lottin – Marie Louise Viaene. Hij was ook smid. Werd in 1932 ‘De Sportvriend’, met de familie Medard en Yvonne D’Haene - Delaey, de ouders van wielrenner Jackie (zie onder het ‘Damberd’, Avelgemstraat). In de volksmond zei men ‘bij Rausies’. Nadien kwam zetelgarnierder R. Baert er wonen, en daarna de voornoemde Jackie D’Haene. Het is nu een verkoopcentrum van tegels.

KAPPAERT

Otegemstraat 350

Van 1 september 1995 tot 17 juli 2006 : restaurant uitgebaat door Luc Noreilde en Nadine Delobelle.

Oude Bellegemstraat Noot: De Oude Bellegemstraat heette tot een stuk in de twintigste eeuw nog de Bellegemstraat, want het eerste stuk van de Bellegemstraat (van de Avelgemstraat tot voorbij de Kapel Milanen) was nog niet aangelegd. Het nummer 1 van de toenmalige Bellegemstraat was de omwalde hoeve Malfrere (waar nu de garage De Linde staat), nummer 3 het huisje van Edmond Sagaert en op nummer 5 woonde nog een Malfrere. Het nummer 7 tenslotte was de hierna vermelde ‘Nieuwe Kruisweg’. Onpare kant

IN DEN NIEUWEN KRUISWEG

Oude Bellegemstraat 25

In 1900 en 1910 werd de herberg die later als ‘Den Nieuwen Kruisweg’ bekend stond (toen Bellegemstraat 7) uitgebaat door metselaar Henri Terryn en zijn vrouw Sidonie Dedeurwaerder. De ligging van een eventuele ‘oude’ Kruisweg is ons niet bekend. Misschien heette de herberg toen gewoon ‘De Kruisweg’ en werd ze pas later ‘Den Nieuwen Kruisweg’. 171


Oude Bellegemstraat 50 – ‘t Bakkerietje - 1939

Oude Bellegemstraat 50 – ‘t Bakkerietje links anno 1985 en rechts anno 2008

Oude Lettenhofstraat 2 - links L-R: Honoré De Cock (met koe), Gentiel Nolf, Mariette De Cock (kind), Zulma Derycke, Godelieve Nolf, Gabrielle Nolf en Camiel Nolf – rechts: deze woning was ‘In het Visschershof’ - 1986

172


In het begin van de jaren 1930 werd dit café uitgebaat door Alidoor Decock - Magdalena Vanhoenacker, die in september 1935 verhuisden naar Bissegem. In februari 1938 was Julie Dewitte, echtgenote van Julien Houpline, de uitbaatster. Vanaf 1939 hebben Achiel Raepsaet en zijn echtgenote Maria Magdalena Coussement de zaak overgenomen. Volgens onze gegevens hebben ze er zeer lang gewoond, zeker tot in de jaren 1960. Misschien waren zij ook de laatste uitbaters. Toen Hans Hostens er in de jaren 1960-70 kwam wonen was het geen café meer. In 2004 werd het oude gebouw afgebroken en vervangen door een moderne nieuwbouw.

NAAM?

Oude Bellegemstraat 87

Dit café, waarvan we de naam niet konden terugvinden, lag in 1910 aan de toenmalige Bellegemstraat (nummer 19), thans de Oude Bellegemstraat. Het werd toen uitgebaat door Theophiel Hostens die ook wever was. Het café lag aan de zuidkant van de nog bestaande kerkwegel die leidde van de wijk Bakkerietje naar de Kapel-Milanendreef en zo naar het centrum. Aan de noordkant van die kerkwegel lag later de schrijnwerkerij Deslee en is nu de bvba Turpijn gevestigd. Waarschijnlijk was het al geen café meer sinds de jaren 1935-40.

NAAM?

Oude Bellegemstraat 89?

In 1910 was dit Bellegemstraat nr. 23, met als uitbaters Henri Deplae en Philomene Daenens. Moet vlakbij het vorige café gelegen hebben, maar was zeker tegen 1940 geen café meer. Pare kant

NAAM?

Oude Bellegemstraat (nu Lindelaan)

In 1900 en 1910 werd het huisje van Pieter Vandenbulcke en Rosalie Tieberghien bij de toenmalige Bellegemstraat gerekend. Hij stond geregistreerd als schoenmaker, kruidenier en tapper. Het adres was Bellegemstraat nr. 2. Na hen (rond 1930) woonde hun dochter daar: Emma Vandenbulcke, vrouw Wilferd Terryn. Dit latere pseudo-cafeetje wordt behandeld onder de Lindelaan. Blijkbaar stond dit adres in 1900 toch aangeschreven als café. Later was het alleen nog een gesloten huis, maar Emmaatje bleef kennelijk ‘in den duik’ wat drank verkopen aan misgangers van de Kreupel en KapelMilanengangers.

HET STENEN HUIS

Oude Bellegemstraat 20

Dit café was in 1900 en 1910 bewoond door Jules Callens en zijn vrouw Elodie Vantieghem, die er begin april 1898 toekwamen. Het adres was toen: Bellegemstraat nr. 10. Jules stond geregistreerd als dagloner, koopman in kolen en herbergier. Later trok dit gezin naar de Kouterstraat, naar een hoevetje dat ongeveer stond waar nu de gemeentelijke Parkschool staat. Jules Callens bleef boeren en steenkool verkopen, maar hield daar geen café meer. Wel deed hij ook een soort van pakjesdienst voor de mensen. Hij had een opvallend wit paard, dat even bekend was als hijzelf. Zijn paard lag zelfs aan de oorsprong van een Zwevegems gezegde: als iemand te veel dwaze streken uithaalde zei men “ze gaan hem nog wegdoen met de witten van Callies.”

173


Oude Lettenhofstraat 8 - Den Beiaard - vinkenmaatschappij ‘Hoop op de Toekomst' – jaren 1950 - De liefhebbers zijn v.l.n.r.: ??, ??, Arthur Desimpelaere, ??, Georges Barrezeele, Jeroom Tarras, Richard Verspaille, ??, Alfons Addijns, Camiel Naessens en ??.

Oude Lettenhofstraat 5 - de vroegere ‘In den Ondank’ -12/05/2008

St. Amandstraat 1 – Sif (Jozef) Vandenberghe de smid uit De St. Amandskring

St. Amandstraat 1 - Sint Amand - 28/4/2008 – rechts: uitbaatster Rita Vanhoe

174


Rond 1930 werd het ‘Stenen Huis’ uitgebaat door Idonie Leenaert, weduwe van Jules Balcaen. Vanaf 1933 namen Octaaf en Pauline Leenaert - Pypaert de zaak over. Octaaf werkte eigenlijk bij Bekaert, maar was daarnaast ook cafébaas en wat de mensen noemden ‘lapmeester voor honden en katten’. Zeg maar een soort dierenarts zonder diploma. Zijn specialiteit was het afsnijden en goed laten genezen van hondenstaarten. Vroeger wilden alle boeren blijkbaar een hond met een kort staartje. Later, en zeker van voor de volkstelling van 1947 tot in juni 1972, werd de zaak voortgezet door hun dochter, Rachel Leenaert, echtgenote van Leon Vanwymelbeke. Het is altijd een druk bezocht café geweest, waarin meerdere verenigingen hun thuis vonden. Sinds 1988 wordt het ‘Stenen Huis’ uitgebaat door Gisella Soens en Adrien Timmerman, die er wonen sinds februari 1974.

‘T BAKKERIETJE

Oude Bellegemstraat 50

De zaak werd opgericht in 1870 door Charles Vanoutryve. In 1910 was ze gevestigd aan de toenmalige Bellegemstraat 22 en Charles was naast cafébaas ook bakker en kruidenier. Zoon Alfons zette de zaak voort (de bakkerij, de winkel en het café). In 1938 nam Maurice Verschuere de zaak over en in 1958 werd hij er opgevolgd door zijn zoon Etienne en zijn vrouw Francine Laevens. Vanaf 1 januari 1990 zette kleinzoon Etienne jr. de zaak voort, maar eind 1995 werd het café gesloten. Het is nu alleen nog een bakkerij. Het ‘Bakkerietje’ is steeds een bekend kaarterscafé geweest, maar in de dagen van Bakkerietje-kermis werden er kort voor en na de oorlog vaak ook bals georganiseerd in het zogenaamde ‘leemkot’. Bakkers gebruikten in die dagen vaak lemen om te stoken en ’t Bakkerietje’ had een leemkot dat groot genoeg was om er een bal in onder te brengen voor de wijkbewoners.

Oude Lettenhofstraat IN DEN ONDANK

Oude Lettenhofstraat 5

In 1910: nr. 35. In 1900 waren de uitbaters Camiel Clauws – Clemence Naert. Hij was ook wever. In 1911 kwamen Désiré Decock en Marie Louise Leenaert. Ze vertrokken in 1946 naar Moen. Na hen kwamen Marcel en Godelieve Demuynck - Michels (1946-1953). Dan Etienne en Denise Bonne – Bettens, Walter en Rebecca D’hondt en misschien ook nog Gilbert Geeraert. In 1957 waren de uitbaters René Vandersteene en Julia Bettens.

IN HET VISSCHERSHOF

Oude Lettenhofstraat 2

In 1910: nr. 18, uitbater Camiel Desmet (ook zwingelaar). In 1935 tot na 1948 waren de uitbaters Adolf (Camiel) en Zulma Nolf – Derycke. Hun dochter Godelieve Nolf, weduwe Georges Decock, volgde hen op maar verhuisde naar de ‘Toerist’ in de Ellestraat.

DEN BEIAARD (WEG)

Oude Lettenhofstraat 8

In 1910: nr. 8. In 1900 en 1910 heette de uitbaatster Emma Callewaert, de vrouw van katoenwever (Timotheus) Désiré Staelens. Later kwam Victor Vanhoolandt daar wonen. Van 1946 tot 175


Stokerijstraat - In het Stokerytje - onder: Hector Caveye (links) en Julien Dejonckere maken zich voor ‘In het Stokerytje’ klaar om de koffers van Gustaaf Caveye met de kortewagen naar de statie in Zwevegem te brengen

176


na 1948: Anna Vanhoolandt, die getrouwd was met Jeroom Vandekerkhove. Daarna Julien en Gerarda Steckx - Brakelaere. (Gerarda had de bijnaam Vitrine Steenput: ze was ooit met haar gezicht in een ‘vitrine’ gevallen en had daar een litteken aan overgehouden). Het was er ook winkel. In 1958 kwamen Marcel Vanhaverbeke en Margriet Degrande, een gezin met elf kinderen. Stond over de vaart, juist beneden de vaarttalud aan de verdwenen ophaalbrug. Afgebroken bij de verbreding van de vaart in de jaren zeventig.

Oude Molenstraat DE WARANDE (WEG)

Oude Molenstraat 26

In 1910 was ‘De Warande’ gelegen aan het nummer 2 van de Oude Molenstraat, meer bepaald op de hoek met de voetweg naar de Oude Bellegemstraat. De zaak werd uitgebaat door Desiré Vanhoutte, die ook metsersgast was, en zijn vrouw Febronie Lanneau, Diete in de omgang. Zij hebben het café uitgebaat tot in 1947, toen ze vertrokken naar Lauwe. Hun zoon heeft dan langs de voetweg, naast het café, een gesloten huis gebouwd en het café gesloten. Hij was boer, hovenier, wever, klompenmaker en velomaker. Geen wonder dat hij geen tijd meer had om pinten te tappen.

NAAM?

Oude Molenstraat ?

In 1910: nr. 4, uitbater Jules Vandekerkhove (was ook wever).

Paul Ferrardstraat Indertijd was dit maar een wegeltje en maakte het deel uit van de Blokellestraat.

DE PAPPOT

Paul Ferrardstraat ?

Van 1896 tot na 1910 werd deze herberg betrokken door Charles Louis T’Joens en Gudule Desmet. Over de eigenaardige naam van het café werd het volgende overgeleverd: ze hadden in de kelder een vaatje bier liggen en de dochter des huizes moest daar een paar pintjes gaan tappen in een kan. Ze riep naar haar moeder: “Maar er staat hier nog iets in die kan.” Waarop moeder antwoordde: “Giet het in de pappot.” Dat was in die dagen genoeg om een herberg een naam te geven.

Salembierstraat HÔTEL DU NORD

Salembierstraat 16

In 1910: nr. 16 (register) Gustaaf Mahieu (was ook landwerker). Volgens de lijst: Richard Vermeulen. Een afstammelinge verklaart dat het daar nooit café is geweest en dat de naam alleen voortkomt van een gelegenheidsbord dat een vrolijke spuiter op zekere dag had gemaakt, maar dat lijkt toch in tegenspraak met het register en de lijst. In elk geval was de naam zeker als grap bedoeld en werd er drank geschonken aan liefhebbers van de hanenkampen die er plaatsvonden.

CASINO DE PARIS

Salembierstraat ?

Zou helemaal te lande gelegen hebben, aan een zijwegel van de Salembierstraat. Is niet vermeld in het register van 1910 en niet op de lijst van 100 cafés. Ook deze naam lijkt op een grap te wijzen. 177


Th. Toyeplein – D’Halve Maan

Th. Toyeplein - D'Halve Maan - Elf novemberviering - ca 1920

Theofiel Toyeplein (Feeststraat 2) - De Kroone - Louis Dewinter (° St. Denijs 1829) - Julia Verheust (°Zwevegem 15/12/1822) - herbergier in 1880 – Julia is naar Menen vertrokken in 1900 178


DE WANDELING

Salembierstraat ?

Stond tussen de draaiput (verdwenen door de verbreding van het kanaal in de jaren 1970) en de boerderij Meersman, dus helemaal te lande.

Sint Amandstraat IN ST. AMAND DE ST. AMANDSKRING

Sint Amandstraat 1

In 1910: Oude Pastorijstraat 1. Uitbater: Octaaf Cnudde (volgens het register ook verwer). Na 1918 woonde daar Jozef Neirynck. Later werd dit café ‘De St. Amandskring’, bij Jozef Vandenberghe, hoefsmid (Sif de smed). Sinds 1977 is de uitbaatster Rita Vanhoe, echtgenote van Roger Ampe.

IN DE DRIJ KONINGEN (WEG)

Sint Amandstraat ?

In 1910: Oude Pastorijstraat 2, uitbater Eduard Vanlaeken. Dat moet hier ergens in de buurt zijn geweest.

Stedestraat IN DE NIEUWE WANDELING

Stedestraat 5

In 1900 werd deze herberg uitgebaat door Petrus en Mathilde Tack-Clement. Petrus is gestorven in 1907. In 1910 was dit huis nr. 5 en de uitbater heette Emiel Ravelingien (was ook wever). Volgens de lijst van na 1918 was de uitbater op dat moment Gustaaf Mahieu.

ST. HUBERT

Stedestraat ?

De uitbaters waren in 1900 Ivo en Augusta Vanderbeken-Verschuere. In 1910 was dit huis nr. 11, met als uitbater Victor Laevens (was ook landwerker en zwingelaar). Na 1918 heette de uitbater Henri Vanhamme.

Stokerijstraat IN HET STOKERYTJE (WEG)

Stokerijstraat ?

Reeds vermeld in 1850. Volgens de telling der industriële vestigingen van 1891 werd dit café uitgebaat door Remi Decock, die ook drankstoker was. In 1910 was dit Stokerijstraat nr. 2, en de uitbater heette Adolf Dolphens (was ook scheerder). In 1927 baatte zijn weduwe Silvie Bossuyt het café uit. Is al lang als café en woning verdwenen.

Theofiel Toyeplein D’HALVE MAAN (WEG)

Theofiel Toyeplein ?

Wie weet hoe de vroegere kerk van Zwevegem er uitzag, weet meteen dat café ‘D'Halve Maan’ precies stond waar het moest staan: vlak tegenover de enige uitgang van de kerk. Je kon als het ware vanuit de kerk in het café geraken zonder nat te worden als het regende. De hele buurt is nu grondig gewijzigd. Niet alleen de kerk die nu aan die kant geen uitgang meer heeft, maar ook de site waar ‘D'Halve Maan’ stond, en dat was on179


Th. Toyeplein - 1946 – 1) Jongensschool, 2) In de Trombone, 3) In den Handboog – de twee jongens vooraan: Antoon Verschuere en André Hostyn

Th. Toyeplein – In den Handboog (1) en In de Trombone (2) - rechts staat de Generale Bank (gewezen Banque de Courtrai), op de plaats waar tot 1918 De Kroone te vinden was.

180


geveer waar nu de gebouwen aan het Theofiel Toyeplein 1 tot 5 te vinden zijn, maar meer vooruit naar de kerk toe. In 1900 en 1910 was het adres: Feestestraat 2, en was barbier Fons Hellyn (+ 1940) er de uitbater. Zijn vrouw heette Marie Moreels. Barbier en herbergier waren twee beroepen die in die tijd nogal eens samenvielen. Tussen de twee wereldoorlogen werd hij opgevolgd door Gustaaf Hellin, die eveneens barbier was. Men verkocht er bieren van de brouwerij Verhaeghe uit Vichte. In 1939 werd Gustaaf Hellin er opgevolgd door Leopold en Emelie Tack – Manderick. Hun zoon Maurits werd een bekend motocrosser. Zij waren afkomstig van café ‘Waardamme’ in de Otegemstraat (zie aldaar). ‘D’Halve Maan’ is circa 1960 afgebroken.

DE KROONE (WEG)

Theofiel Toyeplein 4

Feestestraat 2: in 1880: Louis Dewinter (° St. Denijs 1829) - Julia Verheust (°Zwevegem 15/12/1822). Julia is naar Menen vertrokken in 1900. In 1910: nr. 4, uitbater Henri en Irma Verfaille - Verbaeys (was ook schrijnwerker). Kwamen kort voor 1890 van De Luchtbal in de Avelgemstraat naar De Kroone. Hun zoon Oscar was ook schrijnwerker en heeft na 1918 jarenlang zijn boterham verdiend met de heropbouw in het Ieperse. Hij opende een eigen schrijnwerkerij in de Leopoldstraat, maar hield nooit café. De Kroone was het geboortehuis van Faro De Winter, de latere pastoor van Bekegem, die niet bang was om enkele schetsen over Zwevegemse volksmensen te publiceren in een sterk West-Vlaams gekleurde schrijftaal. Zondag 9 augustus 1891 (Ommegang) was De Kroone het toneel van de allereerste bijeenkomst van de nieuwe katholieke fanfare (De Ware Vrienden), in enkele weken tijd opgericht; dirigent: Jules Decuypere. Om 4 uur in de namiddag waren alle muzikanten hier bijeen om van hieruit hun eerste defilé door de straten van Zwevegem te houden. Rond 5 uur sloeg de trom verzamelen en kon de feestelijke optocht beginnen. Er werd voor de woning van burgemeester Toye een serenade gespeeld. (Gazette van Kortrijk, 9 augustus 1891) De hele doening, café en schrijnwerkerij, werd op allerheiligenavond 1918 door Duits geschut vanop de Kluisberg zwaar beschadigd. Café en grond waren eigendom van de brouwerij Tack uit Kortrijk, die de grond (want veel meer bleef er niet van over) verkocht aan de toenmalige Banque de Courtrai, die er een agentschap op bouwde. Later werd de Banque de Courtrai overgenomen door de Bank van de Société Générale. Nu Fortisbank. De twee volgende cafés, Handboog en In de Trombone, stonden ergens waar nu het Funkafee staat, Th. Toyeplein 6.

IN DEN HANDBOOG (WEG)

Theofiel Toyeplein ?

In 1910: Feestestraat nr. 8, uitbaatster Clémence Vandekerkhove, weduwe Matton (was ook bakkerin). Was vermoedelijk omstreeks 1930 al geen café meer. Zoon Raymond en dochter Clara Matton, beiden ongehuwd gebleven, hebben de zaak voortgezet, de eerste als hovenier, de tweede als winkelierster in koloniale waren. Als zij gestopt zijn hebben Gaby en Blanche Baert - Eggermont de zaak overgenomen en in dezelfde combinatie voortgezet.

181


DE KOEKE AN ’T HERTE - HET DIENEN TEGEN ZIEKTEN Uit “Sprokkelingen uit Zwevegem’s verleden”, derde deel, door ere-onderwijzer Alberik Ovaere. ”Meester Briek” verwijst eerst naar een artikel van Dr. C. De Borchgraeve in “Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring Kortrijk” (jaargang 46-48 – deel XXII, p. 318 tot 322). Het is niet duidelijk wat van De Borchgraeve komt en wat van Ovaere. Deze laatste schrijft niet zonder ironie: ”Na lezing van de verhandeling (van De Borchgraeve), daarbij voegend hetgeen we zelf over dit gebruik weten, kunnen we volgende wetenswaardigheden over dit oude volksgeloof mededelen. Met de vooruitgang der geneeskunde is een der meest bekende ziekten uit onze streek aan het verdwijnen, namelijk de “koeke”. Te Zwevegem zegt men “kooke” en meer naar het zuiden toe “kouke”. Volgens de bijgelovige volkswijsheid behoorde deze ziekte tot de bevoegdheid van de zogezegde “koeketasters” en van de “dienderswijvekes”, gezien zelfs een geleerde dokter er niets kon aan verhelpen; dat had men hem op de universiteit niet wijsgemaakt! Men kon de koeke krijgen door een groot verdriet, door een geweldige vrees of een verschot, door brand die zich in het lichaam vergaart. Maar men kon ook de koeke gezet zijn. Iemand die “iets kon” had het op u gemunt, hij had het “kwade oog” of zoiets; hij hoefde alleen maar te willen en ge zat met de koeke: ge waart hem “gezet”. Maar wat is eigenlijk deze ziekte? Een soort gespannen zijn in de maagstreek onder de ribbenkas, vergezeld van een gemis aan eetlust en een gevoel van zwaarte: de koeke “steekt”. Wat moest men in zo’n geval doen? De “koeketaster” of het “koekewijf” raadplegen. Die waren in zulke gevallen de specialisten. Ze hadden hun kennis opgedaan bij hun vader of moeder, of bij een of ander familielid, gewoonlijk een oude grootmoeder of tante. Soms ook wel bij een bejaard wijveke in de buurt, dat geen naastbestaanden meer had en toch niet wilde dat haar wetenschap voor het nageslacht verloren ging. Men werd daar onderzocht, betast, en volgens het soort koeke dat vastgesteld werd, moest men ergens gaan “dienen”. Was het de “droge koeke”, men zond u naar Zwevegem of naar Wannegem. Indien het evenwel de “waterkoeke” was, dan kwam er nog bij dat men op het water “gepakt” was, en dan was Sint-Eloois-Vijve de aangewezen plaats. In het ergste geval, “de koeke aan ’t herte gespan’ “, moest men in twee plaatsen gaan dienen en dat nog wel over de grens, te Marcq en te Marquette bij Rijsel. Hoe moest men het bij dit dienen aan boord leggen? Men had eerst te zorgen voor een lint, een paar koeken (gewoonlijk nam men prinsekoeken, die daardoor de naam “dienderskoeken” kregen) en één of twee kaarsen. Dit alles was te verkrijgen in een of andere winkel dicht bij de kerk. (Noot: in ons geval dus in Den Handboog) Men deed zijn gebeden voor het altaar van Sint-Dominicus (Noot: sinds enkele jaren verdwenen; maakte plaats voor een winterkapel. Er is wel nog een glas-in-loodraam met een Dominicus die boeken laat verbranden. Niet echt iets om trots op te zijn) en als er een priester in de kerk aanwezig was, kwam hij u zegenen met de relikwie van de heilige, u en het lint en de koeken, die ge vóór u uitgespreid hadt. Dan kondt ge uw gift aan de kerk schenken en uw kaarsen laten branden ter ere van de heilige. Het lint en één van de koeken naamt ge mede voor de zieke thuis. Wat er met de andere gebeurde, ik geloof dat de misdienaars daar meer over weten! 182


In de negentiende eeuw, en tot 1903, was de Handboog het gildehuis of lokaal van de schuttersgilde Sint Sebastiaan. In dat jaar week de gilde uit naar café Sint Sebastiaan op de plaats, aan het begin van de Otegemstraat (zie aldaar). Omstreeks 1930 was dit de bakkerij waar de speciale koeken werden verkocht om in de kerk bij de H. Dominicus te gaan dienen tegen “de koeke aan ’t herte”.

IN DE TROMBONE (WEG)

Theofiel Toyeplein ?

In 1910 was het adres: Feestestraat nr. 14, en de uitbater was Camiel Declercq, die ook timmerman was. Hij was getrouwd met Marie Silvie Adins, die trouwens de ‘officiële’ herbergierster was. ‘Mielk’eut de Trombone’ heeft het café gesloten bij de inval van de Duitsers in 1914, zo vertelt zijn kleinzoon Antoon Vandenborre, omdat hij geen trammelant met zijn dochters wilde. Al die Duitse soldaten die in de jongensschool aan de overkant van de straat gelegerd waren. Hij heeft alles ingezet op zijn timmermansvak en werkte later met meerdere knechten. Niettemin bleven hij en zijn gezin nog tientallen jaren in de volksmond aangeduid met ‘eut de Trombone’. Dit café moet aan het begin van de twintigste eeuw een tijdje het lokaal geweest zijn van de Wielerfanfare, alias de Veloclub.

FUNKAFEE DOLLAR - DE GILDE

Theofiel Toyeplein 6

Jongerencafé met snookerzaal. Gevestigd in de vroegere meubelzaak Vandoorne. Na de stopzetting van de meubelzaak in 1994 trokken de Christelijke Mutualiteiten en het café ‘De Gilde’ daar tijdelijk in tijdens de bouwwerken in de Otegemstraat. Daarna werd het café ‘Dollar’ gedoopt met als uitbater sinds 1 mei 1996: Dirk Beunens. Van 2004 tot 2006 werd de zaak uitgebaat als ‘Funkafee’ door Geert Seynaeve en sinds 2006 zijn de uitbaters Tony en Claudia Alsberghe – Seynaeve. Claudia werkte reeds voor Geert Seynaeve in de zaak. Boven het café is een boksclub gevestigd.

Vandevennestraat Vóór 1920 was dit de Kleine Hinnestraat

IN DE VOS

Vandevennestraat 45

In 1910: nr. 90, uitbater Constant Deschutter (zoons: Jeroom, Cyriel en Gerard). Na zijn huwelijk met Jeanne Kint bouwde Jeroom Deschutter een nieuw café annex schrijnwerkerij (nu huis nr. 19) dat hij ook ‘In de Vos’ doopte.

Winkelstraat DE VREDE

Winkelstraat 38

Staat aan de grens met Kortrijk. Volgens de telling van 1900 zijn Camiel en Marie Moreeuw - Vanherreweghe in januari 1902 in ‘De Vrede’ komen wonen. Hij stond geregistreerd als herbergier en katoenwever. Ze kwamen terug uit Amerika (Omaha, Nebraska). In 1910 was dit huis nr. 16, met 183


En nu de drie voorgeschreven rondgangen omheen de kerk, onderwijl biddend en vooral beginnen langs de rechterzijde bij het buitenkomen, anders hielp het niet. Dit was het begin van de noveen of de negen dagen. De volgende dagen werden de gebeden thuis gedaan of in de eigen kerk. Het lint werd de patiënt om de lenden gesnoerd en de meegebrachte koek knabbelde hij langzaam op, iedere dag der noveen een stukje. Meestal was het “koekewijveke” terzelfder tijd “dienderswijveke” en deed ze dit alles in uw plaats, natuurlijk mits een vergoeding, die niet mocht vastgesteld of aangevraagd worden, maar vrijwillig moest geschonken worden. Indien ge echter zelf gingt dienen en ge maakte van de gelegenheid gebruik om bij een familielid of een kennis een bezoek af te leggen, dan niets aanvaarden zonder er voor te betalen, al was het maar een gering sommetje. Spijts alle voorzorgen gebeurde het toch dat de zieke na de noveen niet genezen was; dan maar alles overdoen. Misschien had men de eerste keer de ommegangen in de verkeerde richting gedaan!”

Th. Toyeplein 6 - Funkafee - 28/4/2008 en uitbaters Tony en Claudia Alsberghe – Seynaeve

Winkelstraat - De Vrede – links: Camiel en Marie-Louise Reeuws – Van Eeckhout, ca 1948 Rechts de woning anno 2008 184


als toenmalige uitbaters Augustin Vandenborre en Eudoxie Hallaert. Hij was ook verver en wever. Dit echtpaar vertrok in 1927 naar Heestert. Na hen baatte Constant Vandenborre ‘De Vrede’ even uit, maar in 1930 was hij al opgevolgd door Aloïs en Henriette Chiers - Vandenbroecke, die in 1936 naar Kortrijk verhuisden. Hierna werd ‘De Vrede’ uitgebaat door René en Maria Arckens – Piepers. Van januari 1939 tot juni 1953 heetten de uitbaters Camiel en Marie-Louise Reeuws – Van Eeckhout. Ze kwamen van Kortrijk (’t Hoge) en zijn ook naar Kortrijk teruggekeerd. Van juni 1953 tot september 1957 werd ‘De Vrede’ opengehouden door Helena Zulma Wijmelbeke, echtgenote Arthur Kesteloot. Omstreeks 1950 was deze herberg erg in trek. Camiel en Marie-Louise Reeuws hadden acht kinderen. Hij was werkzaam in de smidse van Lambrecht in Kortrijk, maar had thuis ook een werkplaats. Hij werkte niet voor derden, maar met zo’n gezin was er altijd wel iets te maken of te herstellen in of om het huis. Camiel Reeuws en zijn zoons waren blijkbaar geboren organisatoren. Zo organiseerden ze rond de bevrijding een wielerwedstrijd voor de kinderen van de buurt, glansrijk gewonnen door Ginette Maes, die echter ziedend van woede de prijs weigerde omdat de andere kinderen te veel zeurden dat ze ‘gezuurd’ had. Er heerste in die tijd in de hele streek ook een rage van pogingen om het wereldrecord accordeonspelen of het wereldrecord slagwerk te breken, en de Reeuwsen waren er als de kippen bij om ook in ‘De Vrede’ zulke pogingen te laten plaatsvinden. Misschien was het Mauriske Dinnecourt van de ‘Sportman’ in de Blokkestraat die aan de slag was, misschien was het een Mazure uit Kortrijk, misschien was het nog iemand anders, maar in elk geval heerste er een enorme ambiance. ‘Bère Follet’ van de ‘Gambrinus’, met zijn witte kiel en zijn deukhoed, trakteerde er rond zijn oren en de jeugd kwam er massaal op af. Toen het ernaar uitzag dat het wereldrecord zou sneuvelen werden er al bloemen aangebracht, maar ze zijn nooit uitgereikt: Jackie Dhaene uit het ‘Damberd’ (die natuurlijk constant ter plaatse was) heeft die bloemen voor de stunt opgegeten. We hebben ook weet van iets helemaal anders: een notariszoon was thuis weggelopen en hield zich een tijdje schuil in ‘De Vrede’. Ook dat nog.

Wulfsberg NAAM?

Wulfsberg 14

In 1900 was Francis Meesseman de molenaar van de Wulfsbergmolen. Hij was echter ook herbergier. Zijn vrouw heette Emma Vervaeke. In 1910 was dit nr. 7, met als bewoner Hector Dhaenens, die in het register niet meer als herbergier vermeld staat, maar alleen nog als molenaar.

185


186


IV. HET INTERNATIONAAL STREEKBIERENFESTIVAL


Persvoorstelling editie festival 2003 met het festivalbier (voorloper Unicum) Filip De Clercq, Pascal Buyck, Alain Van Houtte, Michaël Vanden Heede, Johan Nijs, Yvan Devlaminck, Wim Dekoker, Willy De Clercq

Half oktober 2003 - MPI De Hoge Kouter – Tijdens de uitreiking van de trofee voor de beregoedbierwedstrijd van het festival 2003 werden door de VZW twee door hen aangekochte kano's geschonken aan de kanoclub Sobeka - Willy De Clercq (voorzitter), Siglinde Casier (secretariaat), Ludwina Heytens (penningmeester), Dorian Saelens (namens Sobeka kanoclub), André Van Assche (bestuurslid VZW), Michaël Vanden Heede en Yvan Devlaminck (ondervoorzitter)

188


15 Augustus. Het hele Toyeplein in het centrum van Zwevegem staat vol tenten en bezette tafels en stoelen. Geen alledaags gezicht, maar voor de Zwevegemnaren ook geen rariteit. Sinds 2001 al lokt het Internationaal Streekbierenfestival op 14 en 15 augustus namelijk duizenden mensen. Elk jaar komen 12000 tot 15000 bezoekers genieten van het beste dat (onder meer) de Belgische brouwerijwereld te bieden heeft. Elk jaar presenteren ongeveer 35 brouwerijen hun gamma, geregeld gebruiken brouwers het festival in Zwevegem om hun nieuwe bier aan het grote publiek voor te stellen. Het Internationaal Streekbierenfestival is geen bierfestival zoals de andere. Duizenden bierliefhebbers noteren, zodra ze hun nieuwe agenda hebben, dan ook “Zwevegem” bij 14 en 15 augustus.

EEN APART FESTIVAL De meeste bierfestivals zijn typische proeffestivals die zich specifiek richten op bierliefhebbers en –kenners. Dat is niet zo in Zwevegem. Het Internationaal Streekbierenfestival is in de eerste plaats geconcipieerd als een gezinsfestival, waar natuurlijk bierliefhebbers, maar ook hun kinderen en andere familieleden zich amuseren. Dat het Zwevegems festival internationaal is, staat buiten kijf. Bezoekers komen niet alleen uit België, maar ook uit Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië... Bovendien kwamen de 103 brouwerijen die tot en met de editie 2008 in Zwevegem zijn geweest uit 12 verschillende landen. Behalve België zijn dat Frankrijk, Nederland, Duitsland, Engeland, Ierland, Tsjechië, Roemenië, Australië, Canada, de VS en Slowakije.

EEN BEETJE GESCHIEDENIS Yvan Devlaminck, bierproever en –liefhebber, en lid van diverse bierverenigingen, was op zoek naar de oorsprong van de bieren Zwevegems Blond en Zwevegems Bruin. Die werden bij brouwerij Paeleman uit Wetteren gebrouwen voor vzw De Ploatse, een vzw die verschillende handelaars uit de Zwevegemse Otegemstraat verenigde. Zo kwam Yvan eind 2000 terecht bij de voorzitter van vzw De Ploatse, Willy De Clercq. Yvan speelde al jaren met het idee om iets rond bier te organiseren en Willy was op zoek naar een nieuw evenement dat de handel in Zwevegem nieuw elan moest geven. Enkele gesprekken later, eind februari 2001, was het Internationaal Streekbierenfestival geboren. Datum en locatie werden vastgelegd, een vijftiental mensen waren bereid mee hun schouders onder het project te zetten. Willy had het organisatietalent, Yvan kende zijn weg in de brouwerijwereld en dankzij de steun van brouwers, verenigingen, marktkramers, kermislieden en sponsors werd het kleinschalig opgevat festival een topper. Niet minder dan 7000 mensen vonden die eerste keer hun weg naar het Toyeplein, meer dan drie keer meer dan gehoopt. Het eenvoudige concept was een succes: een ruim aanbod van streekbieren – in normale glazen, niet in kleine proefglaasjes, veel kinderanimatie en lekker eten, goed voor het hele gezin. Ondanks het succes waren niet alle leden van vzw De Ploatse overtuigd van het evenement. Uiteindelijk werd vzw De Ploatse ontbonden en werd een nieuwe vzw opgericht om het festival te kunnen blijven organiseren: vzw Flanders Events. De aanpak werd jaar na jaar professioneler en ook de volgende Internationale Streekbierenfestivals werden een schot in de roos. Dat was mede te danken aan de leden van Flanders Events

189


14-15 augustus 2007 – sfeerbeelden

Bestuur 2007 - vooraan: Christa Desmet, Bart Duprez, Herlinde Vandromme, Delphine Rijckoort, Steffi Vanbossel, Stefaan Dendoncker, Mariette Vandeburie - achteraan: Pascal Buyck, Johan Rollez, Alain Van Houtte, Kris Tavernier, Kurt Decuyper, Yvan Devlaminck, Johan Nijs, Stijn Desmedt, Kurt Willandt, Jean Marie Rijckoort, Siglinde Casier, Henk Derveaux - ontbreken op de foto: Brigitte Ameye, Koen Ameye, Mieke Callens, Jan Decaluwé, Steven Deleersnijder, Jonas Demeulemeester, Fréderique Eggermont, Johan Ghekiere, Jeffrey Moyaert, Patrick Rigole, Steven Rijckoort, André Van Assche, Els Vanbossel, Christ Vandeghinste, Marc Van Der Weeën

190


vzw, de medewerking van talloze verenigingen zoals HOP (Heerlijk Objectief Proeven), Sobeka Kanoclub, Chiro Zwevegem, KSA Zwevegem, Knokkeboem, KAJ Zwevegem en Knokke, Zimbru... Ook de samenwerking met het gemeentebestuur en de Technische Dienst, de brandweer, de politie en het Rode Kruis verliep (en verloopt) steeds beter. In 2005 nam Willy om persoonlijke redenen ontslag als voorzitter en stapte hij uit de vereniging. Yvan nam het roer over, met in zijn bestuursteam Siglinde Casier, Alain Van Houtte en Johan Rollez. Eind 2007 werd het bestuur versterkt met Pascal Buyck en Delphine Rijckoort. Johan zette na het festival van 2008 een stap terug, maar hij blijft meewerken als één van een veertigtal actieve leden die maandelijks samenkomen om het volgende festival voor te bereiden.

EEN UNICUM In 2004 besloot het bestuur om Zwevegem zijn eigen streekbier te geven. Zwevegems Blond en Zwevegems Bruin waren met De Ploatse verdwenen en er waren al lang geen brouwerijen meer in Zwevegem. Enkele amateur-brouwers, leden van Flanders Events vzw, ontwikkelden een recept en brouwden een amberkleurig bier. Het overheerlijke brouwsel kreeg de naam Unicum en het werd gelagerd in de kelder van de SintAmanduskerk. Unicum werd zo het eerste en enige kerkenbier ter wereld. Het bier kende een dermate groot succes dat nauwelijks twee jaar later al een blonde versie werd aangeboden op het festival. Ondertussen kan het bier om praktische redenen niet meer worden bewaard in de kerk. Toch wordt nog vaak ‘kerkenbier’ gebruikt om naar Unicum te verwijzen.

BEREGOED BIER EN DE GOUDEN GLAZEN Elk jaar worden op het Internationaal Streekbierenfestival via de BeregoedBierwedstrijd de beste bieren verkozen in vier categorieën: de Doordrinkers, de Zoethouders, de Voorzichtige Degustatiebieren en de Geprononceerde Degustatiebieren. Die verkiezing is uniek omdat niet een vakjury, maar wel het grote publiek beslist wie wint. De winnaars van de Beregoed-Bierwedstrijd krijgen sinds 2005 tijdens een schitterende gala-avond een Gouden Glas uitgereikt. De Uitreiking van de Gouden Glazen vindt elk jaar plaats in aanwezigheid van brouwers, partners van Flanders Events vzw, persmensen en hoogwaardigheidsbekleders. Een Gouden Glas is een trofee om mee uit te pakken, een beloning voor jarenlang hard werken, een trofee waar de winnende brouwerijen trots op zijn.

191



V.

SPREEKWOORDEN, GEZEGDEN EN ANDERE

BIERPRAAT



LEVEN IN DE BROUWERIJ

Actie, al dan niet met gezelligheid of plezier na een stille saaie periode. IN DE HEMEL IS GEEN BIER, DAAROM DRINKEN WE HET HIER WIJN OP BIER IS PLEZIER, BIER OP WIJN IS VENIJN. Heeft niks te maken met de volgorde van het drinken van bier en wijn. Wie in de Middeleeuwen sociale promotie maakte, kon zich wijn veroorloven, wie daalde op de sociale ladder schakelde over op bier. ZE DRONKEN EEN GLAS, DEDEN EEN PLAS EN ALLES BLEEF ZOALS HET WAS. Veel praten, maar niets besluiten. ZIJ HEBBEN VOOR DE VESPER EEN PINTJE GEDRONKEN Zij zijn voor het huwelijk met elkaar naar bed geweest, zodat het eerste kind te vroeg geboren wordt. HIJ IS VAN DE BROUWER ZIJN HOND GEBETEN. Hij is een bierdrinker. HIJ IS BOVEN ZIJN BIER. Hij heeft teveel gedronken. BIER EN BARMHARTIGHEID KOMEN BIJ ELKAAR. Als je teveel gedronken hebt heb je sneller medelijden met iedereen. DAT IS KLEIN BIER. Dat is relatief onbelangrijk. DAT IS GEEN KLEIN BIER. Dat is toch wel belangrijk. HOLLE VATEN KLINKEN HET HARDST. Domme mensen voeren vaak het hoogste woord. UIT EEN ANDER VAATJE TAPPEN. Het anders aanpakken. Het over een andere boeg gooien. EEN HUIS VOL DOCHTERS IS EEN KELDER VOL ZUUR BIER. Daar blijf je mee zitten. ZICH MOED INDRINKEN. Alcoholische drank (bijvoorbeeld bier) tot zich nemen om meer moed te krijgen alvorens men een moeilijke of riskante taak onderneemt. JE VANGT MEER ALCOHOLISTEN MET BIER, DAN MET RANJA Variant op: Je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn ALS DE WIJN IS IN DE MAN, IS DE WIJSHEID IN DE KAN. WIE HET ONDERSTE UIT DE KAN WIL, KRIJGT HET LID OP DE NEUS. Wie te begerig is, krijgt vaak niets. Deze spreuk refereert aan het drinken van bier uit een pul met een deksel. DE ZOETE INVAL. Het gebeurde weleens dat in een brouwerij iemand tijdens het werk in de beslagkuip of de brouwerskuip viel. Dat noemde men de zoete inval. HET IS HIER NET DE ZOETE INVAL. Hier komen continu mensen over de vloer. 195


EIGEN BIER SMAAKT HET BEST. Er gaat niets boven wat je zelf maakt. HET VALT IN DUIGEN. Er komt niets van terecht. De duigen zijn de houten delen van het vat, die in elkaar vallen als de hoepels niet goed sluiten. DE ROERSTOK AAN DE WILGEN HANGEN. Het (brouwers-)vak verlaten, om iets anders te gaan doen. TEGEN DE KLIPPEN OMHOOG DRINKEN. Héél veel drinken. UIT DE BAND SPRINGEN. Zich eens onttrekken aan de dagelijkse regels en wetten. Dit gezegde is afgeleid van het 'uit de band springen' van houten biervaten. Dat gebeurde als de hoepels het niet meer hielden. VECHTEN TEGEN DE BIERKAAI. De potige jongens, die met gemak de zware houten biervaten op hun stoere schouders droegen waren natuurlijk in hoofdzaak aan de bierkaai te vinden. Men kon beter geen ruzie maken met deze gespierde kerels, dat was al bij voorbaat een verloren gevecht. Het beschrijft een hopeloze bij voorbaat verloren strijd. ZO ZAT ALS EEN PATAT. Wordt gezegd als iemand een glaasje teveel op heeft. EEN BIER OP PUNT ZETTEN. (vaktaal?) DIE KASTELEIN SCHRIJFT MET DE RIEK. Deze cafébaas 'verschrijft' zich bij het opmaken van de rekening, en bedriegt zo zijn gasten. EEN STUK IN DE KRAAG ... Veel gedronken. (een stuk = veel) BUITEN DE WAARD REKENEN. Geen rekening houden met de mening van een ander. IN DE AAP GELOGEERD ZIJN Op de hoek van de Amsterdamse Zeedijk lag Herberg 't Aapje Het was er niet echt schoon en de bezoekers vertrokken er vaak met vlooien ALLEEN VOOR BIER KOMT DE AAP UIT DE MOUW WETEN WAAR ABRAHAM ZIJN BIER HAALT IK HEB MEER UIT ALCOHOL GEHAALD DAN ALCOHOL UIT MIJ. (I have taken more out of alcohol than alcohol has taken out of me. – Winston Churchill, 1874-1965) WAAR DE BROUWER ZIT, KAN DE BAKKER NIET ZITTEN. Iemand die veel gedronken heeft hoeft niet te eten. Er wordt ook wel beweerd dat 1 glas bier gelijk staat aan twee sneden brood. Dit heeft betrekking op de calorische waarde van bier. Waar veel bier gedronken wordt, kan niet goed gegeten worden. BIER ZONDER ALCOHOL IS ALS EEN BEHA AAN EEN WASLIJN: HET BESTE IS ER UIT.

196


HET IS BEKLONKEN De zaak is rond, geregeld, in orde. ALS HET BIER OP IS, BLIJFT HET BEZINKSEL IN HET GLAS Bij het einde van het werk ziet men pas de gebreken TE BIER GAAN Uitgaan, pret maken VAN ENEN BIERE DRINKEN Hetzelfde lot ondergaan (middeleeuws spreekwoord) DAAR HELPT GEEN BIERHUIS TEGEN. Daar is niets tegen te doen. HIJ STUDEERT IN DE BIERKAN Een student die liever bier drinkt dan leert. BIERKERKE De kroeg LUIDEN VAN DE BIERKLOK Het luiden van de bierklok kondigt het sluiten van de herbergen aan. BIERVLIEGE Drinkebroer EEN BIERWAGEN Een lange, vervelende toespraak BIER MAAKT BLIND KOUD BIER MAAKT WARM BLOED Een paar glaasjes per dag is gezond. In Vlaanderen: vechtpartij na drinkgelag. EEN BODEMLOOS VAT Het is verloren moeite geld daaraan uit te geven. HET IS NIET MEER DAN EEN BOON IN DE BROUWKETEL Hij heeft geen invloed op de zaak. Iets onbenulligs. BOVEN JE BIER ZIJN Teveel gedronken hebben HET BOVENSTE AFDRINKEN Het belangrijkste tot zich nemen PRAISED IS THE MOTHER WHO GIVES BIRTH TO A BREWER (William Shakespeare) EEN MAN DIE HET NIETS KAN SCHELEN WELK BIER HIJ DRINKT, KAN HET NET ZO GOED NIETS SCHELEN WELK BROOD HIJ EET. (Michael Jackson, 1924, Engelse schrijver) IEMAND EEN BIER BROUWEN Een plan beramen ten nadele van een ander EEN GOED CAFÉ OM DE HOEK IS BETER DAN EEN VERRE BROUWERIJ BROUWERS BIDDEN OM GOEDE TIJDEN, BAKKERS OM DURE TIJDEN Iedereen denkt allereerst aan zichzelf DOBBELEN EN DRINKEN BRENGT ARMOE De naam van een schilderij van Brueghel 197


DOOD BIER Verschraald bier, niet meer schuimend bier. IEDEREEN SPREEKT VAN MIJN DRINKEN, MAAR NIEMAND VAN MIJN DORST. VAN DE DRANK GLIMMEN Teveel op hebben. De Romeinen wreven hun huid in met bier voor de mooie glans EEN DRONKEMANS GEBED DOEN Heimelijk je geld tellen om nog een biertje te kunnen betalen WAAR GEDRONKEN WORDT, VALLEN DRUPPELS EEN DUIT IN HET GLAASJE DOEN Een wezenlijke bijdrage leveren aan het oplossen van een probleem HIJ IS IN HET EENDENBIER GEVALLEN Hij is in het water gevallen. ALSOF ER EEN ENGELTJE OVER JE TONG PIEST Gezegde bij een lekker drankje EEN FLESSENTREKKER Oplichter. Als een vat bier 'op flessen' wordt getrokken, blijft een leeg vat achter ’T BIER IS NIET VOOR DE GANZEN GEBROUWEN Gezegde en goed excuus om nog een glaasje te nemen. Drink het bier op voordat het verschraald is. DAAR WORDT IETS GEBROUWEN Daar wordt iets heimelijks bekokstoofd, er worden plannen gesmeed. ALS DE GERST ZICH STRIJKT, HEEFT DE BOER ZICH VERRIJKT Zodra de aren vol zijn, weet de boer dat hij winst maakt DRINK, DAN BEDERF IK. DRINK IK NIET, DAN STERF IK. BETER GEDRONKEN EN BEDORVEN DAN NIET GEDRONKEN EN TOCH GESTORVEN. ’T BIER NIET OPDRINKEN VOORDAT HET GETAPT IS GLAASJE OP, LAAT JE RIJDEN Gezegde voor iemand die teveel heeft gedronken en zich door iemand anders met de auto laat rijden HIJ HEEFT TE DIEP IN HET GLAS GEKEKEN ’S AVONDS DRINKEN MET DE MACHT, ’S MORGENS ’T BIER IN DE GRACHT ONDERZOEK AAN DE UNIVERSITEIT VAN HARVARD HEEFT UITGEWEZEN DAT BIER VROUWELIJKE HORMONEN BEVAT. ALLE GETESTE MANNEN BEGONNEN NA TIEN PINTEN TE ZEUREN EN KONDEN NIET MEER AUTORIJDEN. DE HOOGTE HEBBEN Hij heeft genoeg gedronken ZONDER HOP KUN JE GEEN BIER BROUWEN Om iets tot een goed einde te brengen, moet je over de middelen beschikken. JONG BIER MOET GISTEN Uitgelaten gedrag van jongelui excuseren.

198


ALS HET BIER IS IN DE MAN, DAN IS DE WIJSHEID IN DE KAN Als iemand veel gedronken heeft (vroeger werden bier en wijn uit een kan geschonken) en zijn kan leeg heeft, dan is zijn wijsheid gelijk aan de inhoud van de kan: leeg. Ofwel: verwacht van dronkaards geen verstandige woorden. IN KANNEN EN KRUIKEN Alles klaar, alles O.K. HET WAS ECHT EEN BIERDOP OP Z’N KANT EEN KATER IS IETS WAT IN HET HOOFD ZIT, DAT JE DE AVOND ERVOOR VERGAT TE GEBRUIKEN. DE KERK IS NABIJ, MAAR DE WEG IS BEIJZELD. DE KROEG IS VER WEG, MAAR IK ZAL VOORZICHTIG LOPEN. (Russisch spreekwoord) BIER DRINKEN ALS EEN KOE Luidruchtig bier drinken WAER BIER GEBROUWEN WORDT DAER WORDT GEEN KWAEDT GEBROUWEN. TUSSEN PINT EN LIPPEN IS NOG PLAATS VOOR EEN ONGELUK Op het laatste moment gaat er vaak nog iets verkeerd. BIER IS EEN GOEDE DIENAAR, MAAR EEN SLECHTE MEESTER VOOR EEN MAN IS EEN ZEVENGANGENMENU EEN HOTDOG EN ZES FLESJES BIER. MOEDER STAAT IN DE KEUKEN DE KANNEN TE SPOELEN. ZUS IS IN DE PANTRY HET BIER AAN HET SPOELEN. VADER STORT IN DE KELDER DE HOP IN EEN TEIL. JOHNNY HOUDT OP DE VERANDA EEN OOGJE IN HET ZEIL. (Amerikaans droogleggingsliedje uit de jaren 20) DE MOND VAN DE MENS DIE VOLLEDIG GELUKKIG IS, IS GEVULD MET BIER. (oude Egyptische wijsheid) EEN BIERTJE IN DE MORGEN IS EEN DAG ZONDER ZORGEN. EEN GLAASJE OP Z’N TIJD, HOUDT DE MOT UIT DE MAAG Matig gebruik van alcohol kan geen kwaad. MOTOR MET ZIJSPAN Kopstoot: glas bier met een borreltje ernaast KLEINE PULLETJES HEBBEN GROTE OREN. ZE DRONKEN EEN GLAS, ZE PIESTEN EEN PLAS EN LIETEN DE ZAAK ZOALS ZE WAS. Veel praten, maar niets besluiten PIJN IN HET HAAR HEBBEN Een kater na teveel bier NIETS IS ZO DUUR ALS DE EERSTE PINT. Na een glas, volgen er nog heel wat meer. HET LEVEN IS NET ALS ’N PUL BIER: HET KAN VOL EN HET KAN LEEG ZIJN, MAAR ZO LANG JE PUL BIER VOL IS, KAN JE LEVEN NOOIT LEEG ZIJN! (Hagar, strip) ZE PRATEN OVER GLAZEN EN PULLEN. DE KATER IN DE PUT VINDEN. WIE HIER DRINKT OM TE VERGETEN, GELIEVE EERST AF TE REKENEN. 199


EEN VAT MET REPEN EN AL DRINKEN. Drinken tot je scheel ziet HIJ BETERT ZICH AS SCHARREBIER OP DE TAP. Iemand die van kwaad tot erger vervalt. Scharrebier wordt als het afgetapt is, nog dunner en schraler. GEEN GOUD ZONDER SCHUIM Al is iets nog zo goed, er mankeert altijd wel wat aan. GEEN BIER ZONDER SCHUIM. WIE ’T ONDERSTE UIT ZIJN GLAS WIL KRIJGEN, KRIJGT HET SCHUIM OP ZIJN NEUS. MET Z’N NEUS IN DE SCHUIMKRAAG VALLEN. EEN SLAAPMUTSJE Een laatste drankje nemen voor vertrek of slapen EEN FLES SOLDAAT MAKEN Een fles openmaken en leegdrinken WIE NIET STERK IS VOOR Z’N TWINTIGSTE, KNAP VOOR Z’N DERTIGSTE, WIJS VOOR Z’N VEERTIGSTE EN RIJK VOOR Z’N VIJFTIGSTE – AAN ZO IEMAND IS ZELFS BIER NIET BESTEED. (Duits spreekwoord) DE HAND DIE HET GLAS HEFT VOOR EEN TOAST ZOU NIET MEER MOETEN STUREN. TAPTOE BLAZEN De tap is 'toe'. Er wordt geen bier meer geschonken. Gesloten. TONNELIKKERS Een scheldnaam voor Brusselaars HIJ DRINKT ALS EEN TRECHTER Hij consumeert erg veel alcoholische drank. EEN ‘UI’ TAPPEN Een mop vertellen, tappen. DAT BIERTJE HEB JE ZELF GEBROUWEN EN NU MOET JE HET OOK UITDRINKEN. Je hebt jezelf in moeilijkheden gebracht, draag zelf de consequenties. UIT EEN ANDER VAATJE TAPPEN Het anders aanpakken, over een andere boeg gooien. EEN VAATJE ZUUR BIER Een ongehuwde dochter van boven de 25, een oude vrijster. ALS ’T VARKEN ZAT IS, GOOIT HET DE BAK OM. Stank voor dank WAT IN ’T VAT ZIT, VERZUURT NIET. Uitstel is geen afstel, wat je bewaart kan later nog gebruikt worden. HET DRINKEN HEEFT MEN HET EERST GELEERD NOG EERDER DAN HET ETEN. DAAROM MOET MEN UIT DANKBAARHEID HET DRINKEN NOOIT VERGETEN. HET IS AL TE LAAT HET VAT TE VERKUIPEN ALS HET BIER IN DE KELDER ZWEMT. ZOALS DE WAARD IS, VERTROUWT HIJ ZIJN GASTEN. Hoe je over anderen denkt, hangt af van de wijze waarop je jezelf beoordeelt . 200


ONDER WATER ZIJN. Zeemansterm: aan de zwier zijn HIJ IS IEMAND DIE WATER DRINKT Een persoon zonder geduld en geen tijd heeft tot het bier gebrouwen is. BIER ALS WATER DRINKEN WIE HET WATER NAAR DE LIPPEN VOELT STIJGEN, KAN NOG ALTIJD OM BIER VRAGEN. GOED BIER IS BETER DAN SLECHTE WIJN. GOEDE WIJN IS NOG GEEN BIER. OUDE WIJVEN, ZUUR BIER. Oude vrouwen zouden minder aangename trekjes gaan vertonen. WAAIT ER SCHUIM VAN UW PINT, DAN IS ER WIND. ALCOHOL IN DE WONDEN STROOIEN. ZOET GEDRONKEN, DUUR BETAALD. Herbergbezoek is vaak duur. ER ZIJN TWEE REDENEN WAAROM EEN MAN NAAR EEN CAFÉ GAAT: ÒF HIJ HEEFT GÉÉN VROUW, ÒF HIJ HEEFT ER WEL EEN. DRINKEN HALVEERT JE LEVEN, MAAR JE ZIET DUBBEL ZOVEEL WIJ DRINKEN OM TE VERGETEN, MAAR ONZE ZORGEN KUNNEN ZWEMMEN WEETJES:  De naam ‘kaberdoesjken’ voor een drankgelegenheid, waar wel eens meer geserveerd wordt dan een gewone pint of verfrissing, is een verbastering van ‘Cabaret Douze’. Tijdens de Franse bezetting, in de 18de en 19de eeuw, gaf de Franse overheerser aan elke soort drankgelegenheid een nummer. De zaken met de ‘slechtste’ reputatie kregen het laatste nummer 12, en werden geregistreerd als ‘Cabaret Douze’… In de Vlaamse volksmond werd dit algauw ‘kaberdoesjken’.  Leo Bekaert, geboren te Zwevegem in 1797, en bekend als stoffenhandelaar huwde (in zijn 1e huwelijk) in 1815, op achttienjarige leeftijd, met herbergierster Coleta Vanackere. Leo Leander, een zoon uit het tweede huwelijk van Leo, werd de stichter van het wereldconcern dat we allemaal kennen.

201



INDEX OP DE CAFÉNAMEN Abeel ...................................................... 105 AMERIKA ........................................ 139, 140 Anker ............................................. 26, 27, 28 Arend ................................................. 98, 101 AST ............................................................ 93 Bacchus............................................ 160, 161 Bakkerietje ....................................... 172, 175 Balladehof ............................................ 86, 87 BAR MOEDER ZWEVEGEMSE ................. 105 BARAKKE ............................................ 41, 42 BARCHOCK ............................................. 118 BASCULE ................................................. 125 BASCUUL ................................................... 59 Beer ........................................ 92, 94, 97, 117 Beiaard ............................................. 174, 175 BEKER...................................................... 103 BELGE ...................................................... 143 BELLE-VUE ? ............................................. 45 Bierhuis ........................................... 128, 129 BIJ RENÉ.................................................. 110 Billy Bop’s ........................................... 72, 73 Bistro ’t Verdiep .................................. 34, 35 BLAUWE KROONE .................................. 171 BLOEMFONTEIN.............................. 141, 142 Bodega ................................................. 96, 99 Boereleute ............................................ 76, 77 BOERHOF .................................................. 87 Boldershof .............. 80, 81, 82, 150, 153, 154 Bolle ......................................... 100, 102, 103 BON COIN ................................................. 45 Bonten Os ...................................... 26, 51, 52 BOSSUWÉ ................................................ 127 Bouw.................................................... 64, 65 BREEMEERSCH ........................................ 109 Breugel ................................................ 86, 89 Brouwershof .................................... 148, 149 Brouwershuis .................................. 160, 163 BURGERWELZIJN ................................ 47, 50 Café (Hôtel?) du Casino .......... 126, 130, 167 CAFETARIA VAN SINT PAULUS ............... 89 CANTINE (DE LA FABRIQUE).......... 135, 136 CAPPUCCINO .................................. 143, 146 CARICIBO ................................................ 127 CASINO ................................................... 163 CASINO DE PARIS................................... 177 CASSIS ................................................ 83, 84 Central ............................................. 164, 167

CENTRAL(E) ........................................ 57, 58 Century ................................... 152, 153, 159 Chalet....................................... 148, 150, 151 CHARLY’S PUB ........................................ 127 CHASSEUR BELGE................................... 161 CHICOREI .................................................. 93 China Garden .................................. 152, 153 CICHOREI .................................................. 93 CLUB ........................................................ 159 COCO................................................... 45, 48 COIFFEUR ................................................ 110 COLPAERT ....................................... 123, 124 CONCORDE ............................................. 161 Congo................................................... 86, 91 CORNET D’OR ........................................ 163 CORNET DE CHASSE................................. 39 COURRIER COLOMBOPHILE................... 133 DAKAR ................................................ 57, 58 Damberd .................. 7, 24, 25, 26, 104, 105 Damier ..................................... 128, 129, 130 Dinsdag ......................................... 26, 51, 52 DOBBELEN ARENT .................................... 27 DOLLAR .................................................. 183 Doorn....................................... 154, 155, 156 DRANKHUIS .............................................. 85 Drie Kaven .......................................... 60, 61 DRIE LINDEN ............................................ 77 Drij Koningen ....................... 26, 49, 52, 179 DROOPY’S ............................................... 163 Droopy's .................................................. 162 DROP-IN!................................................. 127 DUIVENKRING ................................ 141, 142 ELLEKEN .............................................. 47, 50 Engel ........................................ 26, 28, 30, 31 Esser .............................................. 74, 75, 76 Evangelieboom ..................................... 78, 79 EZELKE ...................................................... 69 FAUBOURG .......................................... 53, 54 FAUCON .................................................. 101 FONTEIN.................................................. 155 Frak .......................................... 162, 164, 165 Francorchamps ................................ 130, 131 FRITUUR ’T FRIETJE ............................ 61, 62 FRITUUR ’T STEKKERKE ..................... 45, 48 Frituur Chaplin ............................... 122, 123 FRITUUR DE BRUG ......................... 133, 134 Frituur Dirk .................................... 120, 121


FRITUUR DRIES ................................ 61, 133 FRITUUR HARRY EN MONIQUE............... 61 Frituur Whoepi ............................... 102, 103 FUNKAFEE ....................................... 183, 184 Gambrinus ...................... 156, 158, 159, 160 GARE ........................................... 59, 60, 127 Geit .......................................... 106, 108, 109 GEMEENTEHUIS ............................. 143, 146 GEMEENTELIJK TENNISCENTRUM .... 61, 62 GEMEENTELIJK ZWEMBAD .......... 61, 62, 64 GEMEENTELIJKE SCHIETSTAND ........ 61, 62 Georges ............................................ 122, 125 GEVELKE ................................................... 91 GILDE.............................................. 155, 183 GIS .......................................................... 118 GISTKUIP .................................. 51, 116, 118 GOELEVEN ...................................... 141, 142 Gouden Appel ............... 23, 122, 125, 126 Gouden Kruis ...................................... 30, 31 GOUDEN LEEUW .................................... 115 Gouden Pluim ......................................... 150 Gouden Pomp .................................. 152, 155 Gouden Schaar ................................ 160, 163 Groene Wandeling ................................ 69 GROENEN THUYN .................................... 67 Groeningh Huys .................................... 23 Groenselier .......................................... 32, 33 Haantje .......................... 6, 25, 26, 28, 29, 59 HAAS ........................................................ 97 HALVE MAAN .......................... 57, 178, 179 Handboog ........................................ 180, 181 HARLEKIJN ......................................... 57, 58 Harmonie ...................................... 78, 83, 84 HARP ....................................................... 169 HAZE ................................................... 89, 91 Hekseketel ........................................ 100, 103 Hemelhuizeke ...................................... 94, 99 Hert ............................................... 26, 30, 33 Hoekske................................................ 72, 73 Hof ........................................... 114, 116, 119 Hof van Brabant .............................. 114, 119 HOF VAN COMMERCE ............................. 39 HOFJE ...................................................... 105 HOLLAND ................................................. 35 HONG KONG CITY ........................ 131, 132 Hooge ................................ 32, 34, 51, 52, 87 Hoogen Tuin ....................................... 76, 77 Hoopliepoop ............................................... 34

HOOPLIEPOOP .......................................... 35 Hoopliepoop ............................................... 36 Hôtel de la Station ................... 126, 127, 130 HÔTEL DU NORD ................................... 177 Hovenier ........................................ 9, 39, 93 HUIS VAN COMMERCE ...... 63, 64, 126, 127 Huizeke ................................................ 94, 99 I.P.TENDE..................................... 135, 136 INTERLUDE ..................................... 137, 138 JAGER ........................................ 93, 112, 117 Jambon ............................................... 98, 101 JOY RIDE ................................................... 97 Kaai ............................... 10, 12, 47, 166, 169 KAFEE PODIUM ...................................... 125 KAM-KAM .............................................. 143 Kanon .................................................. 34, 35 KAPPAERT............................... 139, 168, 171 Karotte ..................................................... 142 KAROTTE ................................................ 143 KATTEKNOK ........................................... 105 Keller ............................................... 162, 163 K-Fee De Beer.......................... 114, 116, 117 KLEIN PARIJS.......................................... 139 KLEINE KAROTTE................................... 141 KLOEFKAPPERIJ ........................................ 43 KLOEFKE ....................................... 43, 44, 56 Klokke .............................................. 154, 155 KNOKKE.............................................. 43, 44 Koffiepot ................................................. 25 Koopman ............................................. 94, 97 Kreupel ................................................ 66, 67 Kreupelken .............................................. 67 Kroone ............................................. 178, 181 Krote....................................................... 143 Kuiperij ......................................... 48, 59, 60 Kuipery................................................ 92, 95 Kwakkel ............................................... 66, 69 LA BOUM ................................................ 163 Laatste Oortje ....................................... 109 Lammeke .............................................. 36, 37 LAMPE ....................................................... 61 Las Vegas ............................................ 56, 57 LEEGEN TUIN ........................................... 77 LEERZE ...................................................... 65 LEEUW ....................................................... 83 Leeuw van Vlaanderen ........................ 68, 71 LEEUWKE ...................................... 37, 38, 39 LETTENHOF............................................. 110


Likeurwinkel en bierhandel Vanmarcke . 112, 115 LISBONA ......................................... 131, 132 Loreley ................................................. 64, 65 Losschaert ........................................ 104, 105 Luchtbal ............................................... 32, 33 LUGANO .......................................... 139, 140 Maandag.................................. 26, 28, 49, 52 Malpertus................................. 11, 149, 150 Meerlaan.......................................... 112, 117 MEERSCH ................................................ 107 Meibloem ............................................. 88, 93 Moderne .......................................... 160, 163 Molenberg ....................................... 106, 107 MOLENTJE ................................................ 41 Mollevanger ........................................ 92, 97 MONTEUR ............................................... 107 Muyshond ............................................. 109 Naam? ...... 54, 55, 59, 63, 67, 75, 79, 91, 97, 109, 113, 118, 125, 133, 173, 177, 185 Neerhof .......................................... 78, 80, 81 Nieuw Kanon ......................................... 35 Nieuw Park ......................................... 70, 73 NIEUWE BARAKKE ................................. 113 NIEUWE KAAI ................................. 137, 138 NIEUWE KAPPAERT ................................ 171 NIEUWE KLOKKE ..................................... 77 NIEUWE SMIS ......................................... 171 NIEUWE SNEP ........................................... 83 Nieuwe Steenbakkerij .......................... 36, 37 NIEUWE WANDELING .................... 163, 179 Nieuwen Haan .................................... 26, 29 Nieuwen Kruisweg.......................... 170, 171 OLIFANT ................................................. 113 Ondank ............................................ 174, 175 Ons Huis ............................................. 70, 71 Oud Gemeentehuis .................. 9, 143, 146 OUDE KAPPAERT ........................... 139, 142 Ovenbuur ...................... 64, 66, 67, 106, 107 PALLIETER............................................... 143 PANNE ............................................. 137, 140 PANNEBAKKERIJ........................... 45, 48, 50 Panorama ...................................... 66, 68, 69 PAPPOT ................................................... 177 Paradijs.............................. 24, 114, 118, 139 PARK ......................................................... 75 PAUW ...................................................... 133 Pauwke ............................................ 108, 110

Pavillon ............................... 10, 12, 166, 169 Peckepuyt .............................................. 141 PETRUS .................................................... 131 Petrus Pub ....................................... 130, 131 Piet Hein.......................................... 160, 161 Pigeon d’Or ......................................... 34, 53 Pitta Kurt ........................................ 164, 167 PITTA MUSTI .................................. 131, 132 PIZZA GARDEN ................................... 83, 84 PIZZERIA PAPA PAOLO ............................ 49 Pizzeria Zwevegem.............................. 30, 31 PLAOTIES ............................................ 61, 62 Plas .......................................... 126, 127, 130 Pluimke .......................... 6, 25, 26, 78, 83, 84 Populier ............................................... 84, 87 Postje ................................................... 30, 31 PRESTIGE............................................. 53, 54 PRINS ALBERT ........................................ 137 Progrès............................................. 134, 135 PUSSYCAT ....................................... 103, 104 Reisduif .......................... 32, 35, 69, 122, 167 REMBRANDT ................................... 135, 136 RESTAURANT ALBERT ....................... 23, 24 Riethof ............................................. 134, 135 RINUS ........................................................ 97 RIVA ........................................................ 139 RODE PAARD ...................................... 59, 60 Rollegem .......................................... 130, 131 Ronden Trap ............................ 116, 121, 124 ROOSENDAAL ......................................... 127 Roumanie............................................. 72, 75 ROUTE 66 .................................................. 97 ROYAL THAÏ ............................................. 75 RUBENS ................................................... 163 Ruste ................................................ 168, 169 RUSTIEKSKE .............................................. 97 Saint-Georges ...................................... 24, 25 SAS 7 ................................................... 73, 74 Schaeck .................................................... 25 SEBAS .............................................. 143, 144 SEBASTOPOL ................................... 135, 138 Shadow ................................................ 70, 71 Shakespeare ............................... 9, 147, 148 Sint Amand ............................................. 174 Sint Antonius .......................................... 122 SINT ANTONIUS? ................................... 125 Sint Arnout ......................................... 38, 39 Sint Hubrecht ......................................... 23


Sint Sebastiaan .................... 9, 50, 143, 144 Sinte Marguerite ..................................... 57 Sint-Jozef .................................................. 55 SIU’S GARDEN ............................... 143, 146 Sleerin...................................................... 23 SLEER-IN ................................................... 67 SMESSE?.................................................... 99 SMIDSE ............................................... 55, 56 Snep..................................................... 80, 83 SNUKPIERE ............................................. 109 Soleil .................................................... 94, 97 SON DE L’ACCORDEON .......................... 161 SOUTH OMAHA ..................................... 141 SPIEGEL........................................... 129, 130 Sportkring ........................................... 46, 55 SPORTMAN ............................................... 71 Sportvriend ..................... 120, 122, 125, 171 SPORTWERELD ....................... 107, 164, 167 ST. AMAND ............................................ 179 St. Amandskring ............................. 174, 179 St. Arnold............................................ 38, 39 St. Eloy ................................ 92, 95, 162, 165 ST. HUBERT ............................................ 179 ST. JOZEF ................................................ 163 St. Katherine ....................................... 56, 57 ST. LOUIS................................................ 133 Stalen (Hand)Boog .................. 112, 115, 144 Stanley ................................................ 74, 75 Steenbakkerij ....................................... 38, 39 Stenen Huis..................................... 170, 173 Stenen Molen ................................ 32, 52, 53 Sterre ..................................... 26, 28, 29, 133 Stokerytje ........................................ 176, 179 STOOFKE ............................................. 55, 56 STOOFPOTJE ........................................... 127 Strooien Stadhuis ................................ 84, 89 SUIKERIJ ................................................. 171 TABOURETTE .......................................... 127 Talore ..................................................... 127 Tap .................................. 120, 122, 123, 124 Taverne Sachsen.................................. 32, 33 Taxi ................................................. 120, 123 TIMMERMAN ...................................... 55, 56 Toerist ................................................. 78, 79 Toog ................................................. 156, 159 Transporté ............................................... 69 Transvaal ............................................ 88, 91

TRAVERKE ...................................... 127, 128 Trekteurke ........................................... 76, 77 Trombone ........................................ 180, 183 Uil ................................................. 92, 96, 99 UILENSPIEGEL .................................... 43, 46 Valkenburg ...................................... 120, 121 VAYA CON DIOS ...................................... 71 Verpozing ........................................ 114, 117 VILLA ZULMA............................... 45, 48, 50 Vischmijn ............................................ 96, 99 VISSCHERSHOF ........................ 73, 172, 175 VLAAMSCH HUIS ................... 113, 162, 165 VLAAMSCHE SMIDSE ............................... 99 Vlasbloem ............................................ 80, 81 Vlasfacteurke .......................................... 59 VOERMAN................................................. 37 VOLKSHUIS .................... 131, 132, 146, 147 Volksmacht ...................................... 154, 155 VOS ......................................................... 183 VREDE ............................................. 183, 184 WAARDAMME ........................................ 139 WACHTZAAL ...................................... 45, 48 WANDELING ................................... 121, 179 WARANDE .............................................. 177 Waregem ......................................... 132, 133 WELLUST .................................................. 45 Welvaart .......................................... 154, 155 WERKMANSKRING ......................... 137, 140 West Medele ........................................... 23 Wieckhuys ............................................... 83 Wieke ....................................................... 83 Wielke .................................................. 92, 97 Wijkhuis .............................................. 82, 83 WILLEM TELL ........................................... 41 Wisse ....................................... 102, 103, 104 WIT HUIS .................................................. 85 WIT PAARD .............................. 63, 147, 148 ZALM....................................................... 163 ZANDBARAKKE ........................................ 93 ZEEBRUGGE ............................................ 167 Zeunne ..................................................... 97 ZONNEBERGEN ................................... 53, 54 Zwaan ..................................... 90, 92, 95, 96 ZWART PAARD ................................... 63, 64 ZWART ZWIJNTJE ..................................... 85 Zweerd............................................. 150, 153 ZWIJNTJE............................................. 55, 56



--. - . Jl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.