Verpleegkundigen! Talent in Amsterdam UMC
Een werkdag op... de CCU Zo kijken we naar... ons beroep Meekijken via... Instagram 1.
voorwoord
“
Trots op de verpleegkundigen van Amsterdam UMC!
”
Wat mooi dat we een Amsterdam UMC-magazine voor, door en met verpleegkundigen uitbrengen in ‘The Year of the Nurse and the Midwife 2020’. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft dat thema bepaald, onder andere ter ere van de tweehonderdste geboortedag van Florence Nightingale, op 12 mei 2020. Een extra goede reden dus om stil te staan bij het belang van het verpleegkundig beroep en de ontwikkeling van het vakgebied. En bij de essentie van het werk van verpleegkundigen in ons Amsterdam UMC. We zijn tegelijk een oude en een jonge organisatie. Oud, omdat beide locaties ons een uitgebreide voorgeschiedenis geven. Met daarin vele voorbeelden van verpleegkundigen die voor patiënten, collega’s, de organisatie en de omgeving veel betekend hebben. Jong, omdat Amsterdam UMC pas op 7 juni 2018 formeel is ontstaan. De echte kracht van ‘samen sterk’ als nieuw UMC zijn we nog maar net aan het ontwikkelen. Voor verpleegkundigen een kans om opnieuw veel te betekenen voor patiënten, nieuwe collega’s en de jonge organisatie.
Ik snap wel dat fuseren, en veranderen in het algemeen, niet voor iedereen iets vrolijks is. Je persoonlijke voorgeschiedenis, en die van je afdeling en je team, bepaalt je referentiekader voor trots. En vrijwel iedere verpleegkundige is echt trots op haar of zijn afdeling en team. Dus is het heus niet vanzelfsprekend makkelijk wanneer je bijvoorbeeld in ons lateralisatieprogramma aan de slag gaat met het inrichten van een nieuwe afdeling en een nieuw team. Trots op het heden kán de toekomst in de weg staan. Maar ik ken verpleegkundigen ook als professionals die bij uitstek in staat zijn om mee te denken over de toekomst, over wat goede verbeteringen zijn voor de patiëntenzorg, de opleiding en in steeds grotere mate ook voor de wetenschap. Er zijn al veel verpleegkundigen die daar tijdens het samenvoegen van de afdeling of bij andere veranderingen voorbeelden van hebben gegeven. Beste verpleegkundige van Amsterdam UMC, Florence Nightingale ontwikkelde verpleging en verzorging als vakgebied. Wij ontwikkelen nu met elkaar het nog jonge Amsterdam UMC. Jij ook! Voel je dus vooral uitgenodigd om binnen Amsterdam UMC je vakgebied verder te brengen. Jezelf te ontwikkelen, of samen met collega’s kwaliteitsinitiatieven te starten. Bij te dragen aan onderzoek en wetenschap. En zie het harmoniseren en integreren vanuit beide locaties én vanuit diverse vakgebieden als een kans voor samen leren, samen sterk. Namens de raad van bestuur laat ik jullie graag weten dat we trots op jullie zijn. Dank voor jullie bijdrage aan de ontwikkeling van Amsterdam UMC!
Karen Kruijthof Namens de raad van bestuur van Amsterdam UMC
2.
Inhoud Pag. 4
Visie…
We ontwikkelen het vak
Pag. 6
Interview…
Het bijzondere pad van Carola McDonald
Pag. 10
Master Critical Care-verpleegkundige i.o...
Monique Groot
Pag. 13
Drieluik…
Verpleegkundigen promoveren
Pag. 16
Lactatiekundige...
Patricia Knook-de Geus
Pag. 18
Reportage…
De werkdag van Donja Tukker
Pag. 22
Vrijwilliger Stichting Ambulance Wens...
Daphne Broers
Pag. 24
Opleiden…
Alles wat aandacht vraagt kost tijd
Pag. 28
Verpleegkundig adviseur en stafadviseur...
Noor Rouw en Peter Vink
Pag. 30
Social Media…
Wat doe je eigenlijk precies?
Pag. 34
Hemofilieverpleegkundige...
Caroline Valk
Pag. 36
Techniek en ICT…
Pioniers in het ziekenhuis
Pag. 40
Spreken in China...
Arianne ten Klooster
Pag. 43
Colofon
3.
visie
Visie op Verpleegkunde in Amsterdam UMC
We ontwikkelen het vak
De verhalen in dit magazine gaan over verpleegkundigen in Amsterdam UMC waar we allemaal trots op kunnen zijn. Ze geven op een eigen manier invulling aan de verpleegkunde. Sommigen hebben daardoor een bijzondere loopbaan gevolgd, anderen gebruiken juist hun vrije tijd ervoor. Allemaal staan ze stevig in hun vak. Het zijn vernieuwers of ze zorgen juist voor stabiliteit. Het is maar een greep, want er zijn nog veel meer sterke verpleegkundigen die een voorbeeldfunctie vervullen in Amsterdam UMC.
Is dat dan anders dan in andere ziekenhuizen? Ja, toch meer dan je zou denken. Werken in een universitair medisch centrum (UMC) maakt dat er andere en ook extra vragen gesteld worden aan de verpleegkundige. Als we ervan uit zouden gaan dat geneeskunde gaat over de aandoening en de behandeling ervan, dan kun je zeggen dat verpleegkunde gaat over de gevolgen voor de patiënt van die aandoening en behandeling. Dat vormt een geheel. Het past bij een UMC dat de medische behandelmogelijkheden door wetenschappelijk onderzoek steeds veranderen en verbeteren. Door bijvoorbeeld digitale ontwikkelingen gebeurt dat nu met een pittige snelheid. De verpleegkunde moet dat tempo bijhouden, anders mist de patiënt goede aansluitende zorg. En dus moeten we naar onze processen kijken, zoals medicatie, veilig werken met apparatuur
of voorlichting geven. Eigenlijk kan de verpleegkunde de medische zorg alleen goed volgen als het beroep ‘academiseert’: onderzoek doen naar hetgeen in ons vak toegevoegde waarde heeft, en wat aangepast moet worden. Dat gebeurt nu nog niet genoeg. Als gevolg daarvan blijven bepaalde problemen bestaan. Denk aan de kennis over omgaan met ernstig zieke dementerenden, blijvende registratielast of ontslaginformatie die in de ogen van de patiënt niet voldoet. Tegelijkertijd zorgen de veranderingen in de zorg ervoor dat de patiënt kort bij ons aanwezig is en daarom meer behoefte heeft aan iemand die weet hoe zijn zorgpad er door de hele keten heen uitziet. Werk aan de winkel dus. Zo vinden we in Amsterdam UMC dat we moeten kunnen zien en vertellen wat de resultaten zijn van onze verpleegkundige zorg. Dat hoeft niet
4.
allemaal ‘highbrow’ te zijn, het gaat juist vaak om zaken als preventie van delier of ervoor zorgen dat de patiënt goed inzicht heeft in zijn ziekteontwikkeling. Wezenlijke zaken. Daar kan het elektronisch patiëntendossier ons bij helpen: dataverzameling kan ook de verpleegkunde verbeteren. Visie op verpleegkunde in Amsterdam UMC We willen graag vooruit met ons beroep. Dan moet je wel weten waar je staat en in welke richting je wilt bewegen, anders is het moeilijk de goede energie te ontwikkelen. Verpleegkundigen in Amsterdam UMC hebben samen de ingrediënten aangedragen die zij als basis zien van hun visie op verpleegkunde. Daar zijn sterke punten uit naar voren gekomen.
Een verpleegkundige in Amsterdam UMC: ∞ Is competent* voor het verlenen of organiseren van de meest complexe verpleegkundige zorg, evenals voor generalistische zorg. Wanneer je als verpleegkundige dagelijks met hooggespecialiseerde verpleegkunde bezig bent, is het niet vanzelfsprekend dat je ook een goede generalist kunt blijven. Samen zorgen we voor complete zorg. ∞ W erkt met compassie, heeft persoonlijke aandacht voor de patiënt. Neemt wat de patiënt belangrijk vindt als uitgangspunt in het werk. Ondersteunt de patiënt bij de regie op zijn leven. ∞ Is een sterke teamspeler, voor wie interprofessioneel samenwerken en leren vanzelfsprekend is.
∞ I s erop gericht de zorg verder te verbeteren; vindt ontwikkelen en veranderen een normaal onderdeel van het werk en stuurt dit zelf aan. Kan onderzoek inzetten voor het verpleegkundig proces en kan kennis overdragen. Het komt erop neer dat het team een verpleegkundig proces neerzet met kwaliteit van topniveau. Competenties en bevoegdheden vullen elkaar aan voor de beste kwaliteit. Verpleegkundigen ontwikkelen hun ‘eigen kleur’ daarin. Een forse uitdaging, zeker wanneer we dit allemaal van ‘de’ verpleegkundige van Amsterdam UMC verwachten. Hier gaan we dan ook niet van uit, maar denken eerder aan een professioneel team voor het verpleegkundig proces met een goede mix aan competenties. Daarmee ontstaan er mogelijkheden voor individuen om
5.
uit te blinken en hun talenten goed in te zetten. Gebruikmaken van diversiteit dus, op meerdere vlakken. Ook verschil in opleiding is daarin heel waardevol. De komende jaren werken we samen verder aan de ontwikkeling van de verpleegkunde. Amsterdam UMC is echt een goede werkplek voor verpleegkundigen die meer uit hun beroep willen halen. Namens de Verpleegkundig Directeuren van Amsterdam UMC,
Gerda Berkhout, verpleegkundig directeur Vrouw-Kindcentrum Kareliene Pouw, verpleegkundig directeur Hartcentrum *We hebben een competentieset voor verpleegkundigen in Amsterdam UMC vastgesteld
interview
Carola en Valentijn 6.
Over ambities, doorleren en bevlogen blijven:
Het bijzondere pad van... Carola McDonald
Ondanks het advies van de lagere school (huishoudschool) en dankzij de volharding van haar ouders ging Carola (48) naar de mavo. Het duurde dan wel vijf jaar, maar ze haalde haar diploma! Inmiddels zijn we bijna dertig jaar verder en heeft Carola McDonald haar Master of Science.
a
anvankelijk wilde Carola politieagent worden, maar toen ze van de mavo kwam was ze daar nog te jong voor. Haar jongste zus riep altijd dat ze verpleegkundige wilde worden en dat leek Carola ook wel wat. Zij en haar zussen kenden het ziekenhuis op hun duimpje; hun vader werkte tientallen jaren bij de technische dienst van VUmc en nam af en toe een van zijn dochters mee. Carola schreef een sollicitatiebrief en mede dankzij ‘een goed woordje’ van haar vader werd ze uitgenodigd voor een interview in 1990. “Toen werd ik pas echt enthousiast,” herinnert Carola zich. “De mensen die me het gesprek afnamen, inspireerden me echt. In maart 1990 ben ik met de opleiding begonnen, die toen drieënhalf jaar duurde.” Kinderneurologie Zoals vaker gebeurt bij artsen en verpleegkundigen viel ook bij Carola het kwartje tijdens de stages. “Op de kinderafdeling wist ik meteen: Dit is het! Er was na mijn opleiding niet direct plek op de kinderafdeling, dus ik ben eerst bij de interne
7.
geneeskunde gaan werken. Geen slechte keuze, bleek achteraf, want ik heb daar heel veel geleerd. In 1994 ben ik de kinderaantekening gaan doen en toen ik een jaar later klaar was, koos ik voor de kinderneurologie. Dat was het specialisme dat me het meeste aansprak. Ik vind het vooral leuk omdat het vaak erg complex is, dat ligt mij goed.” Verder specialiseren Inmiddels was de ambitie van Carola flink gegroeid. “Na een jaar of vier wilde ik eigenlijk wel hoofd worden,” blikt ze lachend terug. “Samen met een collega werkte ik een tijdje als ad-interimhoofd en dat beviel erg goed. Maar toen werd ik zwanger van mijn eerste kind en wilde ik me even richten op het moederschap. Daarom ben ik op dat moment niet gestart met de – vrij pittige – kaderopleiding.” Toch bleef het knagen bij Carola: ze wilde zich graag verder specialiseren en nog meer leren. Ze had toen al veel te maken met kinderen met spina bifida. Deze groep patiënten had enige tijd geen eigen coördinator, een functie die meestal werd vervuld door een kinderarts. Carola ervaarde dat als een gemis. Ze stapte naar de neuroloog en opperde de functie te laten invullen door een kinderverpleegkundige. “Hoe zie je dat voor je? Schrijf maar een profiel,” was het antwoord.
“
Ik ben op dit moment aan het nadenken om te gaan promoveren, alles kan!
”
“Dit is echt mijn ding” In het begin was het nog even zoeken naar de juiste balans. “Eerst werkte ik twee dagen als coördinator, terwijl ik daarnaast mijn diensten draaide. Dat bleek al snel te veel en bovendien: je hebt twee petten op, dat is moeilijk. Ik ben me meer en meer gaan richten op de rol van coördinator. Ik kon in die tijd mijn uren aanvullen als consulent door een continentieverpleegkundige te helpen, want zij had veel op haar bordje. Ondertussen heb ik nog twee opleidingen gevolgd: de continentie-opleiding en de stoma-opleiding.” Het meisje dat eerst niet zo goed was op school ontpopte zich tot een vrouw die het ene diploma na het andere haalt en bovendien nooit meer een onvoldoende scoort. “Ik heb de smaak gewoon helemaal te pakken, want dit is echt mijn ding.”
Een master? Ik? Dat zag ook de hoofdverpleegkundige van Carola. “Waarom ga je geen master doen?” Voor Carola was dat aanvankelijk een brug te ver. “Ik dacht dat ik dat niet Het opleidings- en carrièrepad van… zou kunnen. Ik heb drie keer nee gezegd, CAROLA MCDONALD maar uiteindelijk dacht ik: waarom niet? Mavo – Verpleegkunde A – kinVanwege mijn vooropleiding moest deraantekening – kinderverpleegik eerst een assessment doen. Dan kundige kinderneurologie – kinderword je een hele dag gedrild; je krijgt verpleegkundige consulent spina rekensommen, rollengesprekken, je moet bifida – stomaconsulent – contidriehonderd vragen beantwoorden… Aan nentieverpleegkundige – Master of het eind van de dag komt er een besluit Science verpleegkundig specialist of je mag deelnemen aan de opleiding. Vreselijk vond ik het, want het is toch Nieuwe functie creëren een momentopname. Gelukkig kwam ik “Zo zat ik na te denken over mijn eigen erdoor en mocht ik me inschrijven. Dat kon pas een jaar later, in functieprofiel,” vertelt Carola. “In het Erasmus MC werd deze september 2017. Sinds september 2019 mag ik me Verpleegkundig functie al ingevuld door een kinderverpleegkundige, dus ik heb Specialist, Master of Science (MSc) noemen.” Carola is trots, maar onder meer contact opgenomen met haar. Maar zelf had ik ook wel een goed beeld van de taakomschrijving. De zorg voor is ze ook klaar? “Ik zit na te denken over promoveren. Alles kan!” kinderen met spina bifida is heel complex omdat ze met veel specialismen te maken krijgen. Naast de neuroloog ook met Nog steeds bevlogen Hoe blijf je bevlogen? Carola: “Door uitdagingen te blijven een revalidatiearts, een uroloog, nefroloog, psycholoog en een maatschappelijk werker. Een coördinator is dus geen overbodige zien. Door het samengaan van de afdelingen moet ik voor mijn werk in het spina bifida-team nu bijvoorbeeld luxe. Wat overigens wel leuk is: naar aanleiding hiervan heeft ook Maastricht UMC deze functie zo ingevuld. Inmiddels zijn er regelmatig op beide locaties zijn. Dat is soms lastig, maar een stuk of vijf spina bifida-coördinatoren in Nederland.” Carola ik kan het ook zien als een uitdaging omdat het je blikveld moest overigens wel gewoon op de functie solliciteren. In 2001 weer breder maakt. Ik heb van mijn werkgever altijd kansen startte ze als de eerste Kinderverpleegkundig consulent spina gekregen om verder te komen en er is altijd naar mijn bifida in VUmc. ambities geluisterd. Daar ben ik enorm dankbaar voor. Ik wil ook in de nieuwe situatie een waardevolle bijdrage leveren.”
8.
quote
Competent Een hoge kwaliteit van zorg voor patiënten met complexe medische problemen * hard werken met liefde en plezier * ik ‘adem’ verpleegkundige zorg * een stapje harder lopen en je goed kunnen inleven * daadkracht, doorzettings- en incasseringsvermogen * focus op het verder ontwikkelen van interprofessioneel onderwijs * weten hoe te handelen bij problemen * trots om bij de afgestudeerden te horen * je kunt alle kanten op, je hebt zoveel diversiteit * werken vanuit verbinding, inhoud en realiteit, dicht op het proces * tussenpersoon voor de patiënt richting arts 9.
speeddate
“
Het mooie aan wetenschappelijk onderzoek is dat je het samen doet
�
Monique Groot is Master Critical Care-verpleegkundige in opleiding. Ze is 28 jaar en werkt vijf jaar in Amsterdam UMC. Ze heeft hier ook haar hbo opleiding tot verpleegkundige gedaan.
10.
1.
Waarom heb jij voor Amsterdam UMC als werkgever gekozen? “Hier wordt een hoge kwaliteit van zorg geboden aan patiënten met doorgaans complexe medische problemen. Ik vraag mij altijd af of de zorg voor deze patiënten nog beter kan en ik houd van afwisseling in mijn werk. Daar krijg ik energie van. Amsterdam UMC biedt veel doorgroeimogelijkheden. Ik mocht op de verpleegafdeling vaatchirurgie en urologie eerder de mecota-opleiding (meer coördinerende taken-opleiding) volgen en een opleiding voor seniorverpleegkundigen. Via de Master Critical Care (MCC) word ik nu opgeleid als IC-verpleegkundige met wetenschappelijke kwaliteiten. Eens per jaar is er plek voor een aantal collega’s om hieraan mee te doen. Amsterdam UMC is hierin onderscheidend in de markt.”
2.
Waarom is de masteropleiding belangrijk voor jou? “Er zijn twee groepen die kunnen starten met de MCC-opleiding: verpleegkundigen die de IC-opleiding willen volgen en van extra uitdaging houden en IC-verpleegkundigen die zich willen verdiepen in de wetenschap. Voor mij betekent het een nieuwe uitdaging die de mogelijkheid biedt om verpleegkundig onderzoek uit te breiden en de kwaliteit van zorg te verbeteren op de afdeling.”
3.
Op welke manier hebben jouw patiënten baat bij jouw opleiding? “Via de MCC kan ik kritisch naar de praktijk kijken en naar aanleiding daarvan onderzoeksvragen formuleren. Deze casussen kom ik zelf tegen tijdens mijn dagelijkse
11.
werk, maar ook mijn collega’s kunnen input geven. Via de uitwerking kunnen we uiteindelijk samen streven naar het verbeteren van de zorg.”
4.
Wanneer is jouw werkdag helemaal geslaagd? “Als ik weer een stapje verder ben met mijn onderzoek en opnieuw gemotiveerd ben door collega’s. Het mooie aan wetenschappelijk onderzoek is dat je het samen doet. Je kan zo veel leren van een ander. Er valt nog veel te behalen in het verpleegkundig onderzoek. We staan nog maar aan het begin.”
quote
Compassie iets mogelijk maken dat voor de patiënt belangrijk is * zorg geven aan een sterke vrouw zodat zij ondanks ziekte zelf iets kon doen voor haar kind * een grote eer om het vertrouwen te krijgen van de patiënt * deel uitmaken van intieme en emotionele momenten * bijdragen aan het gevoel van eigenwaarde van vrouwen * zonder veel moeite een patiënt geruststellen * een mooi, ontroerend moment dat ik nooit ben vergeten * de persoonlijke benadering van patiënten en medewerkers is prettig 12.
drieluik
Verpleegkundigen promoveren bij Amsterdam UMC Hoe kun je als verpleegkundige de zorg verbeteren? Dat kan bijvoorbeeld door wetenschappelijk onderzoek te doen. Deze verpleegkundigen zijn op zoek naar wetenschappelijke uitkomsten die de zorg naar een nรณg hoger plan kunnen tillen.
sla om => 13.
Mireille Dekker (46)
Rozalinde Klein-Blommert (51)
Jimmy Schenk (31)
werkt sinds oktober 2013 bij Amsterdam UMC. Sinds oktober 2017 doet zij promotieonderzoek op het gebied van infectiepreventie. “Na mijn hbo opleiding tot verpleegkundige ben ik me gaan specialiseren op het gebied van verloskunde. Infectiepreventie had mijn speciale aandacht daarom ben ik de opleiding Deskundige Infectiepreventie gaan volgen. Ik had zo de smaak te pakken dat ik vanuit de periferie op zoek ben gegaan naar een werkplek in een academisch ziekenhuis. Die vond ik bij VUmc. Mijn afdelingshoofd steunde mij in mijn ambitie om in mijn werkzaamheden het wetenschappelijk onderzoek en de dagelijkse praktijk met elkaar te combineren. Naast mijn werk als deskundige infectiepreventie ben ik aan de UvA een master Klinische Epidemiologie gaan volgen. Het was een pittige master; ik was best trots dat ik bij de 20 procent normatief afgestudeerden hoorde. Naast mijn werk en mijn gezin was het een flinke uitdaging! Toen ik dat gehaald had, zei ik: en nu wil ik promoveren ook! Mijn onderzoeksvraag richt zich erop hoe we verpleegkundigen zo goed mogelijk kunnen ondersteunen in het naleven van infectiepreventiemaatregelen. Mede dankzij de alliantie is er op de afdeling microbiologie ruimte om dit te onderzoeken.”
werkt sinds 2002 bij Amsterdam UMC; ze is ventilation practitioner op de Intensive Care Kinderen. “Ik heb de inservice opleiding tot verpleegkundige gedaan en de vervolgopleiding tot Kinderverpleegkunde. Daarna ook nog de opleiding tot KinderIC-Verpleegkundige. Op de afdeling IC Kinderen worden veel patiënten mechanisch beademd en dit heeft mijn bijzondere interesse. Beademing was een speerpunt op de afdeling waar ik toen werkzaam was. Een van de intensivisten deed veel onderzoek naar longmechanica en beademing. Om betere zorg te verlenen aan patiënten met mechanische beademing was er ook behoefte aan een specialisatie binnen het verpleegkundig team. Zo ontstond de functie van ventilation practitioner. Als ventilation practitioner ben je gespecialiseerd in de zorg voor patiënten die respiratoire ondersteuning nodig hebben. Dit houdt in dat je meedenkt met het (para)medisch beleid dat gevoerd wordt per patiënt, je scholing verzorgt en onderzoek verricht. We zijn met elkaar voortdurend op zoek hoe we de kwaliteit van zorg voor kinderen met ademhalingsproblemen kunnen verbeteren. Om ook goed wetenschappelijk onderzoek te kunnen uitvoeren heb ik een master Klinische Epidemiologie gevolgd aan de UvA. Tijdens mijn opleiding tot ventilation practitioner raakte ik geïnteresseerd in de rol van kooldioxide in het management van de mechanische beademing. Voor mijn masterthesis heb ik gekeken naar volumetische capnometrie, waarbij je het volume CO2 meet in de uitgeademde lucht. Door de alliantie zijn we nu met vier ventilation practitioners op de Kinder IC. Hierdoor is er voor mij nu tijd en ruimte voor promotieonderzoek.
deed vanaf 2010 de hbo opleiding tot verpleegkundige duaal bij Amsterdam UMC en kwam hier in 2014 in dienst. “Ik wilde altijd arts worden, al op de lagere school maakte ik een tekening van mezelf als dokter. Na uitloting ben ik eerst biomedische wetenschappen gaan studeren, maar dat was niks voor mij. Toen ontdekte ik hbo-V duaal. Ik wilde geen arts meer worden, want dit lag mij veel beter. Wel ben ik altijd op zoek gegaan naar de wetenschappelijke en intellectuele uitdaging die ik op de universiteit had leren kennen. Na een sollicitatie op de uitslaapkamer ben ik opgeleid tot recoveryverpleegkundige. Nog tijdens mijn opleiding heb ik, samen met een collega, zelf een studie opgezet, uit interesse. Ik was fulltime werkzaam op de uitslaapkamer, de PACU, en de studie ging over voeding. Twee anesthesiologen hebben ons geholpen en begeleid. We deden al het onderzoek en uitzoekwerk in onze eigen tijd. Ik vond het geweldig, maar mijn collega (en inmiddels goede vriend) koos een andere carrière; hij is via de Intensive Care uiteindelijk bij de ambulance gaan werken. De twee anesthesiologen zagen mijn enthousiasme en vroegen of ik naast recovery-verpleegkundige ook voor vijftig procent onderzoeksverpleegkundige wilde worden. Dat wilde ik, maar dan wilde ik ook graag de master Klinische Epidemiologie erbij doen. Dat mocht, maar ook weer naast mijn baan. Tijdens het tweede jaar van die master vroegen de anesthesiologen of ik wilde meeschrijven aan de artikelen en interesse had om te promoveren. Dat had ik zeker. Ik maak de stap naar stafadviseur Kwaliteit en Innovatie voor mijn divisie. Ik verruil dus voor het eerst het klinische werk met patiënten voor stafadviseurschap. Ik vind het een enorme uitdaging!"
14.
drieluik EEN FEEST DER HERKENNING
HET PROMOTIEONDERZOEK VAN…
Mireille Dekker
Mireille, Rozalinde en Jimmy praten verder over hun onderzoek. Ze ontdekken veel overeenkomsten in hoe zij het traject ervaren.
The effect of link nurse networks on compliance with infection prevention guidelines in acute care hospitals
“
Vanuit de periferie ben ik op zoek gegaan naar een werkplek in een academisch ziekenhuis
Mireille: “Hoe meer ik leerde, hoe meer vragen er juist in mij opkwamen. Het doel van een promotieonderzoek is natuurlijk om één van die vragen beantwoord te krijgen.” Rozalinde: “Precies, je wilt die onderzoeksvraag beantwoord hebben. De beademingsapparatuur waarmee sinds de alliantie wordt gewerkt, is veranderd. Deze apparatuur kan bepaalde dingen niet, waardoor ik tegen wat technische problemen aanloop. Sinds de alliantie hebben we echter ook technisch geneeskundestudenten in dienst. Dat is geweldig. Ik heb al gevraagd of ze willen meedenken.” Mireille: “Soms moet je een lange adem hebben.” Jimmy: “Het komt niet allemaal aanwaaien. Dan wordt wel eens gezegd, dat je geluk hebt. Maar ik moet er heel hard voor werken om dat geluk te pakken.” Rozalinde: “Vroeger kon je teamleider worden en als je het héél goed deed, werd je hoofd. Nu zijn er zoveel nieuwe opleidingsmogelijkheden.” Mireille: “In een academisch huis zijn zoveel mogelijkheden. Je hoeft het verpleegkundig domein niet te overstijgen, maar je kunt wel vooroplopen. Ik wil als zorgprofessional mijn steentje bijdragen aan een goede kwaliteit van zorg.” Jimmy: “Precies. Het werk wetenschappelijker maken, beter maken. Als verpleegkundige kun je ook heel breed georiënteerd zijn. Als ik arts was geworden, had ik jarenlang moeten studeren voor een specialisatie. Dat zeggen bevriende artsen ook wel eens tegen mij: ‘Jij kunt alle kanten op, je hebt zoveel diversiteit. Wij blijven altijd bij ons eigen specialisme.’ Die diversiteit, dat spreekt mij erg aan.” Rozalinde: “De markt ligt open, dat merk je ook. Aan de andere kant: omdat wij doorstuderen, worden we wel gedeeltelijk bij het bed weggetrokken. Dat voelt soms lastig, omdat er nu tekorten zijn.” Jimmy: “Ik heb dat helemaal natuurlijk, nu ik een functie als stafadviseur krijg. Er zijn mensen nodig en ik neem afstand. Maar ik doe dat om de bijdrage voor zorg aan het bed beter te maken. Uiteindelijk moet dat wat opleveren voor ons vakgebied.” Mireille: “Ik voel als werknemer de plicht om de beste zorg te leveren. Om de beste versie van mezelf te zijn. Het is fijn dat we een werkgever hebben die dat soort dingen mogelijk maakt.”
“ HET PROMOTIEONDERZOEK VAN…
Rozalinde Klein-Blommert Wat is de toepasbaarheid van volumetrische capnometrie in de klinische praktijk van mechanische ventilatie, met nadruk op hoe het inzicht kan geven in de longfysiologie en het kan ondersteunen bij de beademingsstrategie.
“
Om betere zorg te verlenen was er behoefte aan specialisatie binnen het verpleegkundig team
” HET PROMOTIEONDERZOEK VAN…
Jimmy Schenk Hypotensie tijdens én na operaties; wat is de incidentie en het effect, en wat kunnen we er aan doen?
“
Uit interesse heb ik, samen met een collega, zelf een studie opgezet
” 15.
speeddate
“
“Ondanks haar ziekte kon de moeder zelf iets doen voor haar kind, iets waar haar lichaam goed in was”
”
Patricia Knook-de Geus is 41 en is verpleegkundig consulent/coördinerend lactatiekundige IBCLC/NLG. Zij is vanaf 2008 werkzaam in Amsterdam UMC. Ze combineert haar werk in Amsterdam UMC met een eigen praktijk als lactatiekundige. Patricia heeft de inservice-opleiding tot A-verpleegkundige gedaan en daarna de opleiding tot Lactatiekundige IBCLC aan de Hogeschool van Utrecht.
16.
1.
Waarom heb je gekozen voor deze specialisatie? “Zorg rondom borstvoeding is regelmatig een uitdaging. Als verpleegkundige in een derdelijns ziekenhuis had ik vaak te weinig tijd, maar ook te weinig kennis om vrouwen optimaal te kunnen begeleiden. Ik ben lactatiekundige geworden om bij te dragen aan het gevoel van eigenwaarde van vrouwen en hun partners met betrekking tot het voeden van hun kind, of ze nu borstvoeding of flesvoeding geven. Samen met de patiënt en partner iets belangrijks mogelijk maken, ondanks de onmogelijkheden van de ziekenhuisomgeving en de situatie. Dat vind ik het mooiste aan mijn werk in Amsterdam UMC.”
2.
Wat is de wisselwerking tussen het werk bij Amsterdam UMC en je eigen praktijk? “Binnen Amsterdam UMC kom ik als lactatiekundige op alle afdelingen waar ouders en kinderen verblijven. Zo kom ik op de neonatologie, bij zieke zuigelingen, op de polikliniek en op de kinder-IC. Het werk is erg divers en afwisselend, maar altijd klinisch. Het gaat om zieke moeders, zieke zuigelingen. In mijn optiek moet een goede lactatiekundige ook buiten deze setting zorg kunnen geven. In mijn praktijk heb ik contact met gezonde zuigelingen en ouders. Op deze manier blijf ik het gezonde gestel zien, wat uiteraard ten goede komt aan de zorg die ik geef in een klinische setting. Andersom heeft dit ook meerwaarde. Vanuit mijn ervaring in het ziekenhuis weet ik hoe te handelen bij problemen en wanneer het belangrijk is om door te verwijzen.”
17.
3.
Welke patiënt is jou het meest bijgebleven? “Ik heb zorg mogen geven aan een hele sterke vrouw met een cervixcarcinoom tijdens de zwangerschap. Zij koos ervoor om ondanks de behandeling toch borstvoeding te geven. Haar baby werd per sectio geboren, de baarmoeder en tumor verwijderd en ze werd kort daarna bestraald. Om na de bestralingsperiode te kunnen voeden, moest ze de melkproductie blijven stimuleren door dag en nacht te kolven, terwijl de melk werd weggegooid vanwege de medicatie. Wat zij het belangrijkste vond was dat zij ondanks haar ziekte zelf iets kon doen voor haar kind, iets waar haar lichaam goed in was.”
reportage
De werkdag van...
Donja Tukker Donja Tukker werkt als verpleegkundige op de hartbewaking en eerste harthulp (CCU). Het specialisme cardiologie heeft vanaf de start van haar carrière haar bijzondere interesse gehad. Inmiddels vindt ze het ook erg leuk om zich met beleid bezig te houden en ze is ambassadeur van Amsterdam UMC. Donja was bestuurslid van Jong AMC en momenteel zit ze in de VAR, de Verpleegkundige Adviesraad, van het AMC. Donja volgt een master Zorgmanagement aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Wij lopen met haar mee op een drukke dag van haar werkweek.
Zorg verbeteren Donja is lid van de Verpleegkundige Adviesraad (VAR) van locatie AMC. Deze is op 6 maart 2018 geïnstalleerd door de Raad van Bestuur en Donja zit er vanaf het begin bij. De VAR vergadert om de week en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur, met steeds als doel om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg te verbeteren. “Toen ik in het bestuur van Jong AMC (bedrijfsnetwerk voor werknemers tot 35 jaar) zat, leerde ik het ziekenhuis kennen buiten mijn eigen afdeling. Eigenlijk werk je als verpleegkundige op een soort eiland – je afdeling – en zie je niet zoveel van de grote wereld daarbuiten. De traineeships, het bestuur, de beleidskant – ik vind dat allemaal heel interessant. Omdat ik wat meer voor de verpleegkundigen van ons ziekenhuis wil betekenen en juist deze beroepsgroep wil vertegenwoordigen, ben ik lid van de VAR geworden.” 18.
Twee besturen Ook locatie VUmc heeft een VAR, maar die bestaat al wat langer. Het is de bedoeling dat de twee besturen naar elkaar toe groeien. “Daar zijn we nog niet, maar we zetten wel veel stappen. Het dagelijks bestuur van beide VAR’s vergadert bijvoorbeeld elke zes weken met elkaar en om de drie maanden zitten beide besturen samen,” vertelt Donja.
Collega's Na de vergadering gaat Donja door naar de CCU. Samen met haar collega Saskia Brons – van den Brand, helpt ze een patiënt die daar net is opgenomen. “Een belangrijke regel is dat je altijd contact houdt met de patiënt. Bij de opname ben je vaak met z’n tweeën; de een is bezig met de techniek en de ander ontfermt zich over de patiënt. De patiëntenzorg zelf doe je daarna in principe alleen. Dankzij je ervaring kun je dan technische handelingen doen en tegelijkertijd een oog op de patiënt gericht houden. Je bent zelf verantwoordelijk voor je patiënt, maar we staan altijd voor elkaar klaar. We zijn wat dat betreft heel goed op elkaar ingespeeld. Dat voelen onze patiënten natuurlijk ook.”
19.
reportage Goede zorg “Ik ben CCU-verpleegkundige en in ons ziekenhuis werken veel verpleegkundigen met een specialisatie. Maar als verpleegkundige blijf je ook altijd een generalist. Dat is het leuke aan dit vak, vind ik. In het ziekenhuis liggen en dan vooral op deze afdeling: dat is een life event. Niemand is daarop voorbereid. Behalve goede zorg geven, proberen we het onze patiënten dus ook zo comfortabel mogelijk te maken.”
Ambassadeurs Toen Donja en haar collega’s bij de afdeling Communicatie hun voorgenomen plan opperden om een eigen Instagram-account op te zetten, waren ze op die afdeling net bezig met ‘het ambassadeurschap’. “Ze vroegen ons of wij met ons account ambassadeurs wilden zijn voor Amsterdam UMC en dat wilden wij wel. Op ons account @deviergezusters laten we zien wat we allemaal meemaken in ons vak. Het is educatief voor verpleegkundigen, maar we proberen het ook basic uit te leggen zodat de leek het snapt. Met af en toe natuurlijk een beetje verpleegkundige humor, dat hoort erbij.”
20.
Geslaagd Wanneer is je dag echt geslaagd?“ Dat klinkt misschien raar voor een verpleegkundige van de hartbewaking, maar mijn dag is geslaagd als mijn patiënt tevreden is. De patiënten maken voor mij echt het verschil. Als iemand bijvoorbeeld je naam nog heeft onthouden, tussen al die collega’s, dan vind ik dat heel bijzonder. Daarnaast zijn al mijn collega’s ook heel belangrijk voor het slagen van een dag. We werken hard, maar hebben het altijd gezellig met elkaar.”
Het opleidings- en carrièrepad van…
DONJA TUKKER (29) Donja volgde de hbo-V aan het Windesheim in Zwolle en kwam naar Amsterdam om bij Amsterdam UMC te gaan werken. “Dáár liggen de mogelijkheden,” had een cardioloog haar op het hart gedrukt bij haar laatste stage, en cardiologie had haar interesse. Na tweeënhalf jaar op de afdeling Cardiologie startte ze met de opleiding tot Cardiac Care (CCU-)verpleegkundige. Na een pre-master gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam volgt Donja momenteel een master zorgmanagement aan diezelfde universiteit. Donja was bestuurslid van Jong AMC en is momenteel lid van de Verpleegkundige Adviesraad, locatie AMC.
21.
speeddate
“
“Via wensambulance kan ik de laatste wensen van immobiele terminale patiënten in vervulling laten gaan”
”
Daphne Broers is 47 jaar en heeft in 1997 haar inservice-opleiding bij locatie AMC afgerond. Ze is nu meer dan twintig jaar werkzaam als verpleegkundige, met twee korte onderbrekingen waarin zij op Terschelling woonde en in het OLVG werkte. Naast haar werk op de afdeling interne geneeskunde is ze vrijwilliger voor de Stichting Ambulance Wens. 22.
1.
Waarom heb je gekozen voor dit vak en Amsterdam UMC? “Mijn moeder en zus werkten voor mij al in de zorg en hun verhalen spraken mij altijd aan. Ik heb mijn opleiding op locatie AMC gedaan en ben eigenlijk nooit meer weggegaan. Je moet hier hard werken, maar dat doe ik met veel liefde en plezier. Ik vind elke dag uitdagend. In een perifeer ziekenhuis krijg je veel minder mogelijkheden om met verschillende ziektebeelden om te gaan. Er gebeurt hier altijd veel op de afdeling. Ik ben nog lang niet uitgekeken.”
2.
Welke karaktereigenschappen heb je nodig voor dit werk? “Je moet niet bang zijn om een stapje harder te lopen en je moet je goed kunnen inleven. Als verpleegkundige ben je de
tussenpersoon voor de patiënt richting de arts. Maar je moet vooral veel plezier hebben in je werk, anders houd je het niet vol.”
3.
Wat doet de Stichting Ambulance Wens en hoe ben je gemotiveerd geraakt om je hiervoor in te zetten? “De Stichting Ambulance Wens rijdt met behulp van 270 vrijwilligers en zeven ambulances door heel Nederland. Zij laten de laatste wensen van immobiele terminale patiënten in vervulling gaan. Ik ben met ze in contact gekomen toen een terminale patiënt van mijn afdeling graag nog eens naar een voetbalwedstrijd van Ajax wilde. Via de wensambulance kon ik het vervoer voor hem regelen. Gemiddeld één keer per maand ben ik nu een hele dag op stap met patiënten die vervoer nodig hebben om een wens in vervulling te laten gaan.”
23.
4.
Welke patiënt van de wensambulance is jou het meest bijgebleven? “Een mevrouw wilde nog heel graag een rondvaart door Amsterdam maken. Wij zijn met haar meegegaan, maar de rondvaart was al binnen twee uur klaar, terwijl we de ambulance nog de hele dag beschikbaar hadden. We zijn toen ook nog met haar naar Zandvoort geweest en hebben een visje gegeten aan het strand. Ze genoot enorm en we hebben samen de zon onder zien gaan in zee.” Meer wensen zijn te volgen op Facebook: Stichting Ambulance Wens
opleiden
Doorgroeien
"Alles wat aandacht vraagt kost tijd, maar uiteindelijk levert het tijd op" Hoe kun je binnen Amsterdam UMC doorgroeien via opleidingen? Zowel Bart de Jong als Paul Doedens kan er uit eigen ervaring over adviseren: ze hebben allebei een bijzonder opleidingstraject afgelegd. En ze zijn niet klaar: Bart volgt een post bachelor Bedrijfskundig Zorgmanagement en Paul doet promotieonderzoek. Op beiden is ‘een leven lang leren’ van toepassing.
B
art en Paul kennen elkaar niet als ze elkaar ontmoeten voor dit interview en toch zijn het collega’s: beiden werken immers voor Amsterdam UMC. Bart op de locatie VUmc, Paul op locatie AMC. Bart
de Jong werd bijna twee jaar geleden verpleegkundig teamleider op de Acute Opname Afdeling (AOA), locatie VUmc. Een functie die goed bij hem past. Wat houdt zijn werk precies in? “We hebben op deze afdeling 24 bedden, die 24/7 geopend zijn. Patiënten komen binnen via de spoedeisende hulp of via een van de poliklinieken. Het verpleegkundig team staat de artsen van de verschillende specialismen bij en verpleegt de patiënten. Het team bestaat uit 35 medewerkers, merendeels verpleegkundigen die door mij worden aangestuurd,” vertelt Bart.
24.
Praktijkopleiding Acute Opname Afdeling Een hectische en dynamische afdeling dus. Onderwijs speelt er een grote rol, niet in de laatste plaats omdat Bart daar erg achter staat. Het is belangrijk dat mensen met de juiste opleiding op de juiste plaats ingezet kunnen worden. Bart heeft zelf verschillende opleidingen gevolgd en is vorig jaar begonnen met een post bachelor Bedrijfskundig Zorgmanagement. ”Een mooie kans die ik met beide handen heb aangegrepen.” Van verpleegkundige verschuift zijn aandacht
Het opleidings- en carrièrepad van…
PAUL DOEDENS (LINKS) Hbo Verpleegkunde – IC van de afdeling Psychiatrie Amsterdam UMC, locatie AMC – master Evidence Based Practice in Health Care – docent-onderzoeker Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam –promovendus op de afdeling Psychiatrie Amsterdam UMC, locatie AMC – Principle Nurse Educator
Het opleidings- en carrièrepad van…
BART DE JONG (RECHTS) Middelbare Laboratorium Opleiding (MLO, tegenwoordig: ROC-analist, klinische chemie en hematologie) – hbo-V – verpleegkundige op Acute Opname- afdeling/heelkunde/urologie – naar Amsterdam UMC,locatie VUmc, opleiding Intensive Care volwassenen – verpleegkundige op afdeling Intensive Care – verpleegkundig teamleider Acute Opname Afdeling VUmc –post bachelor Bedrijfskundig Zorgmanagement
naar management, iets wat hij erg leuk vindt. Omdat hij zelf ‘op de vloer heeft gestaan’ begrijpt hij de wensen van zijn team. Opleiden vindt hij een belangrijke taak binnen zijn functie om te faciliteren. “Een verpleegkundige moet een leven lang kunnen leren. Behandelmogelijkheden veranderen en verbeteren snel en een verpleegkundige moet dat bijhouden. Voor het verpleegkundig beroep in het algemeen is en blijft opleiden van belang, niet in de laatste plaats om verpleegkundigen te behouden voor de toekomst”. “Toen ik hier kwam, was er bijvoorbeeld
geen praktijkopleider voor de AOA-opleiding op de afdeling aanwezig. Dat is een van de eerste dingen die in gang zijn gezet. De verpleegkundigen die de AOA-opleiding volgen, kunnen zo beter worden ondersteund. In de eerste drie maanden van deze opleiding is de stof vrijwel gelijk aan die van de opleiding Spoed Eisende Hulp verpleegkundige, maar daarna richt de focus zich specifieker op deze afdeling. De gezondheidsproblematiek van onze patiënten is vaak heel acuut en ook heel breed, en dat vraagt specifieke kennis, inzicht en vaardigheden van verpleegkundigen.”
25.
Master Paul Doedens is sinds kort Principle Nurse Educator. In die hoedanigheid vervult hij een brugfunctie tussen het initiële verpleegkundig onderwijs en de beroepspraktijk in de organisatie. Dat Paul zelf in de zorg terecht is gekomen, is eigenlijk puur toeval. Hij koos na zijn vwo-diploma voor de zorg, omdat er familie van hem in de zorg werkte. De eerste twee jaar van hboVerpleegkunde vond hij erg abstract, maar vanaf het moment dat hij stages ging lopen, was zijn belangstelling gewekt. “Vanaf dag één was ik in de psychiatrische zorg
geïnteresseerd en een groot deel van mijn stages doorliep ik dan ook bij dat specialisme. Ik ben gaan werken op de gesloten opnameafdeling van de afdeling Psychiatrie, de acute opnamekliniek dus.” Na anderhalf jaar kreeg Paul een ‘academische honger’ en dat resulteerde in het volgen van de master Evidence Based Practice in Health Care. “Ik mocht eerst twee modules doen in het kader van het Minerva-traject en dat vond ik zó te gek dat ik vervolgens de volwaardige master mocht doen. Ik ben erg blij dat ik die kans kreeg.” Onderzoek doen, maar hoe? Toen hij was opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker wilde Paul daar ook iets mee doen, maar hij ontdekte dat er nog niet echt een structuur bestond voor verpleegkundige onderzoekers. “Om dat gefaciliteerd te krijgen, is best lastig. Je moet daar zelf je schouders onder zetten. Zo’n masteropleiding en een onderzoek kosten tijd en het drukt zwaar op je rooster. Daar wordt niet iedereen blij van.” Dat laatste is iets wat Bart als teamleider goed begrijpt. “In mijn huidige opleiding Zorgmanagement komt het ook aan de orde. Hoe faciliteren we opleidingen en hoe zetten we scholing in voor onze medewerkers? Je moet dat als teamleider goed kunnen inplannen in de dagelijkse praktijk. Dat is belangrijk. Ik kan niet alle mensen uit mijn team tegelijk een opleiding laten volgen, want er moeten ook nog genoeg collega’s zijn om een rooster rond te krijgen.” Paul knikt instemmend: “Ik ben ervan overtuigd dat het beter georganiseerd kan worden en als dat lukt, hebben we daar allemaal profijt van. Zo worden er bijvoorbeeld veel trainingen aangeboden waarvan een groot deel best geïmplementeerd kan worden in het initiële onderwijs.” Bart voegt eraan toe: “En wat dacht je van werkplekleren? Dan hoef je niet terug naar school. Opleiden vindt plaats op de werkvloer en de theorie kan beter aan de praktijk gekoppeld worden.” Paul: “Wat ik vooral belangrijk vind: het moet goed worden gecoördineerd, zodat iedereen er uiteindelijk profijt van heeft.”
“
Een verpleegkundige moet een leven lang kunnen leren
” Meer tijd Paul geeft inmiddels een dag per week les aan de Hogeschool van Amsterdam. Bovendien schrijft hij een proefschrift over agressie in de psychiatrie. “Het gaat over de invloed van personen en de omgeving op het ontstaan van agressie en het gebruik van de separeer. Behoorlijk complex, wil je een betrouwbare analyse krijgen.” En hij is in juli 2019 benoemd tot Principle Nurse Educator (PNE), als een van de vier op locatie AMC. Het ontwerpen, implementeren, evalueren en herzien van academische en permanente educatieprogramma’s voor verpleegkundigen behoort nu officieel tot zijn taken. “De PNE’s zijn gefocust op het verder ontwikkelen van interprofessioneel onderwijs. Het heeft natuurlijk allemaal te maken met tijd. Alles wat meer aandacht vraagt, kost aanvankelijk tijd, dat merk ik ook bij mijn eigen onderzoek. Maar ik blijf bij mijn stelling dat het uiteindelijk meer tijd zal opleveren.”
26.
Leren en ontwikkelen binnen Amsterdam UMC Mogelijkheden Leren en ontwikkelen maakt een belangrijk deel uit van het verpleegkundig werken in ons academisch ziekenhuis. Om te beginnen is de werkplek bij uitstek een rijke leeromgeving. Het verzilveren van leermogelijkheden staat hoog aangeschreven daarom zijn er tal van initiatieven om het leren te stimuleren. Denk aan Critical Incidents methoden, Vlogs, bedside teaching en academische leerwerkplaatsen. Extra rol Voor wie een extra rol wil vervullen zijn er verschillende mogelijkheden. Denk aan coördineren, stap naar seniorverpleegkundige, teamleider, verpleegkundig hoofd, verpleegkundig directeur. Voor al deze rollen zijn er ondersteunende programma’s. Specialiseren Wil je meer verdieping in je vak? Dan biedt Amsterdam UMC een brede waaier van specialisatiemogelijkheden gericht op specifieke patiëntengroepen of ziektebeelden. Van kortlopende trainingen tot beroepsbegeleidende master- opleidingen. Of loop je warm voor wetenschappelijk onderzoek? Dan is promoveren een optie binnen Amsterdam UMC. Verbreding Maar ook faciliteren wij verpleegkundigen die de verbreding zoeken door zich maatschappelijk in te zetten voor specifieke groepen zoals jongeren, migranten en/of ouderen.
quote
Teamspeler
een geslaagde dag is als ik ben gemotiveerd door collega’s * wetenschappelijk onderzoek doe je samen * leren van een ander * energie en trots overdragen aan collega’s * veel samenwerken en veel van elkaar leren * inzicht in handelen en denken van de ander * niet het contact met de werkvloer verliezen * ik laat me graag sturen en sta open voor feedback * de posts zorgen voor een wij-gevoel onder collega’s * een collega helpen die veel op haar bordje heeft * een klein team werkt nauw samen met de artsen * gezellig lunchen en lachen met collega’s * trots zijn op je vak en dat uitdragen * een opgeruimd, positief karakter is een handige eigenschap 27.
dubbele speeddate
1.
Waarom heb je voor een functie als stafadviseur gekozen? “Ik heb een missie aangaande verpleegkunde en de professionalisering ervan. Vanuit de positie aan het bed kan ik die niet voldoende uitdragen. Ik werk het best vanuit verbinding, inhoud en realiteit, dicht op het proces. Daarom wil ik niet het contact met de werkvloer verliezen. Dat helpt de professionalisering van het vak niet verder.”
2.
Welke karaktereigenschappen heb je nodig voor dit werk? “‘I practice what I preach.” Verder moet je altijd de stip op de horizon blijven zien. Je hebt daadkracht, doorzettings- en incasseringsvermogen nodig, organisatiebreed denken en het groter geheel zien, ook als je kleine stappen maakt. Maar het meest belangrijk is om het contact met de realiteit en anderen niet te verliezen!”
3.
Wat is je motivatie om te starten met een masteropleiding? “Als je zaken wilt aanpakken en verbeteren, heb je een goede basis nodig. Ik miste theoretische onderbouwing, dat maakte me onrustig. De masteropleiding geeft mij juist dat kader en laat mij zaken vanuit een breder perspectief zien. De opleiding biedt gelegenheid om bij anderen in de keuken te kijken, dat is zo waardevol en leerzaam. Overigens is het ook gewoon zo dat je moet laten zien wat je (aan)kan, voor je überhaupt de gelegenheid krijgt te groeien.”
Noor Rouw
is 40 en is zeventien jaar IC-verpleegkundige. Daarnaast is ze verpleegkundig adviseur bij Zorgsupport en programmaleider van het verpleegkundig meerjarenplan (5G’s) van Amsterdam UMC. In juni 2020 rondt ze haar masteropleiding ‘Kwaliteit en veiligheid in de patiëntenzorg’ af.
4.
Wanneer is je werkdag helemaal geslaagd? “Ik ‘adem’ verpleegkundige (IC-)zorg. Het beroep is zo ongelooflijk prachtig. Het geeft mij veel voldoening als een familie mij omhelst en dankbaar is voor wat ik voor hen en hun dierbare heb betekend, ook als zij afscheid hebben moeten nemen. Het is een grote eer dat zij mij het vertrouwen geven om deel uit te maken van zo’n intiem en emotioneel moment. Het realiseren van goede zorg geeft energie en trots. Ik hoop dat ik dat kan overdragen op mijn (toekomstige) collega’s. Ik word ook blij als ik een goed rapport heb geschreven voor de IGJ, of als kleine succesjes worden behaald binnen de doelen van het meerjarenplan.”
“
Het beroep is zo ongelooflijk prachtig
“
28.
1.
Waarom heb je voor dit vak gekozen en uiteindelijk een functie als stafadviseur? “Mijn moeder was verpleegkundige binnen Amsterdam UMC en zij inspireerde mij voor het vak. Na zes jaar vwo wilde ik graag aan het werk en daarom koos ik voor de duale opleiding. Het verpleegkundig vak is prachtig, maar ik wilde ook verder met wetenschap. Daarom heb ik de master EBP gevolgd om onderzoeker te worden. Vervolgens werd mij gevraagd om te promoveren. Dat was soms best lastig te combineren met de praktijk (promoveren deed ik in vrije tijd) en dus ik ging langzaam meer taken op mij nemen rondom kwaliteit en veiligheid. Toen deze functie beschikbaar kwam, was dit een mooie gelegenheid om zowel direct betrokken te blijven bij de patiëntenzorg als door te kunnen gaan met mijn promotieonderzoek.”
2.
Welke karaktereigenschappen heb je nodig voor dit werk? “Voor deze functie is het belangrijk om gevoel te hebben voor zowel de harde, strakke structuurkant van kwaliteit en veiligheid (denk aan wet en regelgeving, standaarden en normen, et cetera) als de zachtere, realistische praktijk. Je moet van beide kanten kennis hebben, kunnen inschatten waar het misschien botst en dan soms zo eigenwijs of bijdehand zijn dat je de regels ter discussie stelt omdat ze niet per se ten goede komen aan goede patiëntenzorg.”
Peter Vink
is 31 en Stafadviseur Kwaliteit en Veiligheid. Hij is opgeleid als hbo-verpleegkundige en is gespecialiseerd neuroverpleegkundige. Peter heeft zijn master Evidence Based Practice (EBP) en master Kwaliteit en Veiligheid in de Patiëntenzorg, en is promovendus. Inmiddels is hij dertien jaar werkzaam binnen Amsterdam UMC.
3.
Wat is je ambitie om je te blijven ontwikkelen? “Als stafadviseur heb je vooral een adviserende rol en moet je altijd maar afwachten of dat advies opgevolgd wordt. Ik vind het in elke functie belangrijk om inzicht te hebben in het handelen en denken van degene die je iets opdraagt of adviseert. Zodoende leek het mij goed (en leuk!) om te kijken hoe ik zelf bepaalde zaken op zou pakken als teamleider en hoe het is om zelf de balans te moeten zoeken tussen de dagelijkse processen en borging van kwaliteit en veiligheid.”
“
Inzicht in het handelen en denken van anderen
4.
Wanneer is je werkdag helemaal geslaagd? “Als ik niet alleen heb kunnen zorgen voor de dag van vandaag, maar ook voor de dag van morgen en (het liefst) komende week, maand of jaar.”
“
29.
30.
@thewakeup.sisters 10 december 2019 Vandaag is een bijzondere dag! Niet alleen is dit onze 100e post, maar vandaag mogen we ook bekendmaken dat wij in de decembereditie van het tijdschrift van @nursingvoorverpleegkundigen  staan. 2019 is voor ons een bijzonder jaar geweest, onder andere omdat we zijn begonnen met deze instagram. Van boven naar onder op de foto: Maaike Taal, Mandy Wilmink, Agnes Mandemaker
social media
Instagram-accounts geven inkijkje op afdeling...
“Wat doe je eigenlijk precies?” Buitenstaanders hebben niet altijd een duidelijk beeld van het werk van verpleegkundigen. Bovendien zijn de werkzaamheden ook afhankelijk van de afdeling waarop iemand werkzaam is. Zo gaat het er op de SEH heel anders aan toe dan op een kinderafdeling of de afdeling neurologie. Binnen Amsterdam UMC zijn er meerdere medewerkers die je met hun Instagram account mee laten kijken met de afdeling. Met de Instagram-accounts @thewakeup.sisters en @wiltudaareenpleisterop krijgen we een inkijkje op de Spoedeisende hulp, de SEH en de Post Anesthesia Care Unit, de PACU.
r
aad het PACU-geluid, Medication Monday, mini-colleges, Diagnose Dinsdag en af en toe wat gekkigheid of een challenge voor het goede doel: de Instagram-accounts @thewakeup.sisters (ruim vierduizend volgers) en @wiltudaareenpleisterop (ruim tweeduizend volgers) zijn de moeite van het volgen meer dan waard. De posts zorgen voor een wij-gevoel onder de collega’s van Amsterdam UMC, die het onderling vaak hebben over ‘ons account’. Ze brengen heel
31.
@thewakeup.sisters 17 december 2019 De winnaars van de alzheimer socks-winactie zijn bekend. De verschillende sokken symboliseren de verwarring waar mensen met alzheimer dagelijks mee kampen.
@wiltudaareenpleisterop 23 september 2019 Tetris challenge. Bedankt voor de nominatie Mirthe van Loon, Kaylee Goedhardt
@wiltdaareenpleisterop 13 april 2019 Oefenen met de hoovermat! Die wordt opgeblazen met lucht waardoor we een immobiele patiĂŤnt makkelijk kunnen overschuiven. Yvon Weijers, Catharina Sikkema
@wiltudaareenpleisterop 27 januari 2019 Deze week stellen wij ons (de masterminds achter dit account) graag voor. Mirthe is heel gelukkig als ze haar dienst met een goeie kop koffie kan beginnen. Mirthe van Loon
@wiltudaareenpleisterop 25 mei 2019 De headblocks! Ondanks dat ze gewoon heel mooi staan, worden ze alleen gebruikt om de nek te immobiliseren bij een mogelijke breuk. Esther Bartelds
social media veel vrolijkheid en geven inzicht in het dagelijks reilen en zeilen van het werk. Het is een heel mooie gedachte dat er nieuwe sollicitanten aankloppen bij Amsterdam UMC naar aanleiding van de posts die ze hebben gezien. Alle hens aan dek Maaike Taal en haar collega’s Mandy Wilmink en Agnes Mandemaker van de afdeling PACU vinden het leuk om via Instagram een tipje van de sluier op te lichten van hun beroep als verpleegkundige op de uitslaapkamer. Maaike: “Mensen hebben vaak wel een beeld wat er gebeurt op de Spoedeisende hulp en op de IC, maar de uitslaapkamer? Hoe vaak ik niet heb gehoord: ‘Hier word je wakker en krijg je een ijsje, dat is het toch?’ Heel soms is dat het inderdaad. Maar vaak ook zomaar niet. Dan is het echt alle hens aan dek en ogen in je rug. Dat willen we dus óók communiceren, zodat mensen een duidelijk beeld hebben over het werk op de afdeling.” Motivatie Hoe kun je zoveel mogelijk mensen motiveren om voor een baan als verpleegkundige te kiezen? Iedereen heeft hier een eigen voorgeschiedenis. Maaike wist zelf al op jonge leeftijd dat ze in de zorg wilde werken: als vijfjarige was ze al druk in de weer met een dokterskoffertje. Na het vwo wilde ze medicijnen gaan studeren. Om een grotere kans te maken op zo’n felbegeerde studieplaats had ze als scholier een pittige bijbaan op een gesloten afdeling voor dementerende bejaarden. Het hielp helaas niet, want Maaike werd twee keer uitgeloot. Na die tweede teleurstelling besloot ze te kiezen voor de hbo opleiding tot verpleegkundige. “Uiteindelijk maar goed ook, want ik denk dat ik in dit werk veel beter ben.” Met ‘dit werk’ bedoelt ze ‘verpleegkundige in acute en intensieve zorg’ Maaike is de verpleegkunde opleiding, AIZ-
“
De Instagramaccounts geven heel veel vrolijkheid en inzicht in het dagelijks reilen en zeilen
”
Het opleidings- en carrièrepad van…
MIRTHE VAN LOON (29) Vmbo-t – havo – hbo-V – afdeling interne, locatie AMC – opleiding Acute Opname Afdeling – algemeen verpleegkundige in de flexpool op Aruba – opleiding spoedeisende hulp, locatie AMC – verpleegkundige op de SEH, locatie AMC
Het opleidings- en carrièrepad van…
MAAIKE TAAL (28) Vwo – uitgeloot voor geneeskunde – twee jaar de universitaire bachelor Biomedische Wetenschappen aan de VU – hbo-V honoursprogramma AGZ Intensieve Zorg (AIZ) op de HvA –afdeling traumatologie en acute chirurgische unit, locatie AMC – High Care Recovery-opleiding aan de Amstel Academie – verpleegkundige op de Post Anesthesia Care Unit (PACU), locatie VUmc. Maaike geeft één dag per week les als gastdocent in verpleegtechnische vaardigheden op de Hogeschool van Amsterdam.
33.
variant gaan doen bij de Hogeschool van Amsterdam. Een opleiding die extra aandacht geeft aan acute en intensieve zorg. Ze volgde stages op de spoedeisende hulp, de intensive care en de cardiac care unit en kwam uiteindelijk terecht op de PACU. Dolfijnentrainster? Voor Mirthe was werken in de zorg helemaal geen vooropgezet plan: zij wilde het liefst dolfijnentrainster worden. “Tot ik een snuffelstage deed in het asiel, toen was ik meteen genezen. In die tijd werd ik zelf geopereerd aan mijn elleboog en zag de verpleegkundigen aan het werk. Ik moest een keuze maken en dacht: geinig, een beetje rondlopen in een wit pak. Dat leek me wel wat. Het kwam dus echt uit de lucht vallen.” Inmiddels is Mirthe enorm bevlogen en gepassioneerd, iets wat eigenlijk elk jaar nog toeneemt. Ze vindt het daarom leuk om haar enthousiasme te delen met anderen. “Met ons Instagram-account proberen we te laten zien wat het werk op de SEH inhoudt en waarom juist deze afdeling zo leuk is. Hopelijk motiveren we mensen de zorg in te gaan en ook collega-verpleegkundigen enthousiast te maken voor onze afdeling.” Meer dan een pleister Samen met zes collega’s beheert Mirthe het Instagram-account @wiltudaareenpleisterop. Veel vrolijkheid, maar ook bijzonder leerzaam. Zo is ‘Diagnose Dinsdag’ een populaire rubriek onder de volgers; aan de hand van een (röntgen)foto of een opsomming van klachten wordt gevraagd wat de diagnose zou kunnen zijn. “We moeten natuurlijk heel goed waken over de privacy van de patiënten, zodat de patiënt niet te herleiden is,” vertelt Mirthe. “En zo nu en dan is het wat bloederig, in dat geval waarschuwen we meestal even van te voren. Maar het is nou eenmaal de Spoedeisende hulp.”
speeddate
“
We vormen een klein team en werken nauw samen met de artsen
”
Caroline Valk is 52 en is hemofilieverpleegkundige. Ze is met de opleiding tot verpleegkundige gestart in september 1985 en werkt inmiddels 32 jaar in Amsterdam UMC. Met een onderbreking van twee jaar omdat ze één jaar in Parijs heeft gewoond en een aantal maanden door Azië heeft gereisd. 34.
1.
Waarom heb je voor dit vak of deze specialisatie gekozen? “Vanaf mijn zestiende wilde ik heel graag verpleegkundige worden. Na de A-opleiding heb ik de kinderaantekening gehaald, de neonatologieopleiding en de IC/CCUopleiding. Omdat ik steeds meer moeite kreeg met de wisseldiensten solliciteerde ik als hemofilieverpleegkundige. Een geweldige stap. Ik begeleid chronische patiënten, van baby’s tot de volwassenen leeftijd. We zijn een klein team en werken nauw samen met de artsen. Ik werk heel zelfstandig, doe een verpleegkundige poli, geef klinische lessen in de kliniek maar soms ook een presentatie op een internationaal congres. Uitdagingen die nieuw zijn en zeer inspirerend.”
2.
Welke karaktereigenschappen heb je nodig voor dit werk? “Omdat je met veel verschillende mensen te maken hebt, moet je je goed kunnen aanpassen. Ik heb een opgeruimd, positief karakter en ik merk dat dit een handige eigenschap is. Zonder veel moeite lukt het vaak om patiënten gerust te stellen.”
3.
Wanneer is je werkdag helemaal geslaagd? “Als de verhouding patiëntencontact en administratie 70/30 is, als ik net iets extra’s voor de patiënt heb kunnen doen, als ik zie dat mijn werk ertoe doet, wanneer ik gezellig geluncht heb met mijn collega’s en als er gelachen is.”
35.
4.
Welke patiënt is je het meest bijgebleven? “Als ik een keuze moet maken is dat een meisje van net 18 jaar met cystic fibrose. Ze lag aan de beademing maar was wel wakker. Terwijl ik haar samen met een collega aan het verzorgen was stond de televisie aan. Toen het nummer van Celine Dion ‘My heart will go on’ uit de film Titanic voorbijkwam, pakte ze de afstandsbediening. Ze zette het volume heel hard, de muziek klonk prachtig door de kamer en er stroomden dikke tranen over haar wangen. Ik vond het zo’n mooi, ontroerend moment dat ik het nooit ben vergeten.”
techniek en ict
Pioniers in het ziekenhuis De toekomst van het vak
Bij het verbeteren van de zorg spelen techniek en ICT een belangrijke rol. Onderwerpen die ook het vak verpleegkunde raken. Op die vlakken zijn de toekomstverwachtingen hooggespannen: de toegevoegde waarde wordt steeds groter. Daardoor is het, juist in een academisch ziekenhuis als Amsterdam UMC, vaak mogelijk een pioniersrol te spelen. Verpleegkundigen Mia Martens en Tim Bastiaanse grepen die kans met beide handen aan.
36.
Mia Martens De van oorsprong Finse Mia Martens heeft een indrukwekkend cv. Verpleegkundige informatica had al snel haar interesse: “Tijdens mijn hbo opleiding tot verpleegkundige stond dat echt nog in de kinderschoenen. De inzet van ICT maakt de verpleegkundige zorg een stuk beter en helpt bij het optimaliseren van de patiëntveiligheid. Het is wel zaak om de verpleegkundigen bij die ontwikkeling te betrekken. Zij vormen hier in het ziekenhuis de grootste beroepsgroep en hebben heel veel kennis in huis. Het is belangrijk dat ze gehoord worden.” Met behulp van ICT kan er heel veel tijd worden bespaard voor verpleegkundigen, daar is Mia van overtuigd. “We moeten met steeds minder mensen steeds meer complexe zorg leveren.” Het feit dat ze zelf verpleegkundige is en wekelijks nog aan het bed staat, sterkt haar in die overtuiging. “Ik weet hoe het is om dit werk te doen, maar ik weet óók wat op het gebied van ICT mogelijk is. Als je het goed regelt en efficiënt met middelen omgaat, levert het tijd op.” Kansen en mogelijkheden In de afgelopen twintig jaar is er op ICT-gebied enorm veel gebeurd en Mia was erbij. “In de medische wereld zijn er op digitaal gebied veel nieuwe ontwikkelingen geweest en nog steeds gaande. Als universitair ziekenhuis speel je dan ook een voortrekkersrol en zit je erbovenop. Ik heb het geluk dat ik daar op onze afdeling steeds bij betrokken ben geweest.” Natuurlijk heeft Mia de kansen en mogelijkheden ook met beide handen aangegrepen. Ze heeft ondertussen elke cursus en opleiding gevolgd die maar interessant is voor dit werk en gaat geregeld naar symposia. Ze vindt het geweldig om op dit vlak als pionier bezig te zijn en krijgt daarvoor ook alle ruimte. Zo is ze vorig jaar de master Health Informatics aan de UvA begonnen, als een van de weinige verpleegkundigen. En sinds begin dit jaar is ze, nu nog op projectbasis, begonnen als stafadviseur digitale zorg voor de Divisie Vrouw-Kind.
“
Als je efficiënt met digitale middelen omgaat, levert het tijd op
”
Het opleidings- en carrièrepad van…
MIA MARTENS
verbetering. Iets wat op een bepaalde afdeling geweldig geregeld is, kan natuurlijk overgenomen worden door een afdeling waar het minder loopt. En als je tegen problemen aanloopt, kun je kijken hoe de ander het doet. Je kunt veel van elkaar leren. Iemand speciaal op deze manier inzetten voor verpleegkundige informatica, is een nieuwe manier van werken in Amsterdam UMC. Ik denk dat het goed is om dit soort functies uiteindelijk ziekenhuisbreed te implementeren en samen te werken met onder anderen de momenteel nog te benoemen CNIO (Chief Nursing Information Officer, red.). Samen kunnen we ervoor zorgen dat de collega’s in hun werk optimaal ondersteund worden door de mogelijkheden die informatisering biedt, zodat patiënten en zorgprofessionals zelf daarvan profiteren.”
Vwo (internationale school) – geneeskunde (2 jaar) – hbo-V (instellingenvariant) – verpleegkundige vervolgopleiding Obstetrische & Gynaecologische Verpleging – discussiestuk: Is de O&G-verpleegkundige klaar voor de ICT? – applicatie Critical Care Obstetrie – leergang Seniorverpleegkundige, projectplan: Verloskamers papierloos – verpleegkundige Verloscentrum, locatie AMC – seniorverpleegkundige kwaliteit en innovatie – master Health Informatics UvA vanaf maart 2019 – stafadviseur digitale zorg Vrouw-Kind Centrum Amsterdam UMC vanaf januari 2020.
Van elkaar leren “Het is mijn taak om zicht te krijgen op de ontwikkelingen van en behoefte aan verpleegkundige informatica in het VrouwKind Centrum. Ik analyseer het gebruik en de ontwikkeling van digitale systemen en middelen in de verpleegkundige zorg binnen de divisie en doe voorstellen voor een plan van aanpak voor verdere
37.
38.
techniek en ict Tim Bastiaanse Tijdens de start van zijn hbo opleiding tot verpleegkundige op de HvA hoorde Tim Bastiaanse voor het eerst van het vak anesthesiemedewerker en over een pilot met een nieuwe opleiding voor die functie. Het sprak hem meteen aan. Pas toen hij de minor intensieve klinische zorg koos aan het eind van het tweede jaar, werd duidelijk dat de pilot ook werkelijk zou doorgaan en Tim wist niet hoe snel hij zich moest aanmelden. Deze nieuwe minor werd toen intensieve klinische zorg – anesthesie. “Ik ben aangenomen en het traject gaan volgen. De pilot is geslaagd en heet inmiddels hbo-VT richting anesthesie. Er is ook een hbo-VT richting operatieassistent.”
“
Net als met autorijden, eerst kilometers maken
”
Gevarieerd beroep De T staat voor technische stroom. Als anesthesiemedewerker heb je dan ook een vak waarbij veel techniek komt kijken. “Het gebruik van de apparatuur, de technische handelingen die je moet uitvoeren en waarbij je artsen ondersteunt, de berekeTIM BASTIAANSE (25) ningen van de medicatie; het zijn allemaal Havo – hbo-V – hbo-VT richting aspecten van je werk. En we voeren zelf anesthesie – medewerker anestheook medische handelingen uit als anesthesie locatie AMC. siemedewerker, denk aan intuberen (plaatsen van een beademingsbuisje, red.) of het bedienen van de beademingsmachine. Ik vind het heel leuk en afwisselend: je bent medisch, maar ook technisch worden. “Het is net als met autorijden, bezig. Je staat het grootste deel van de tijd je moet kilometers maken”. Hij heeft op de OK, maar je hebt ook te maken met volop plannen voor de toekomst. Welacute zorg. Ik ben bijvoorbeeld lid van het licht gaan werken op de ambulance, reanimatie- en traumateam. Die spanning, waar luchtwegmanagement en gemodie actie, dat vind ik mooi. Maar werken nitorde zorg eveneens van toepassing op de OK vind ik eveneens geweldig. Het zijn. Ondertussen is Tim zelf al ingezet beroep is erg gevarieerd; je komt door het om collega-anesthesiemedewerkers en hele ziekenhuis. Vandaag werkte ik mee op verkoeververpleegkundigen onderwijs te de OK bij een open hartoperatie, gisteren geven over anesthesie bij een hartopebij orthopedie, morgen misschien wel bij ratie. “Dat is wel even vreemd, dat je het een gynaecologische ingreep. Je kunt je moet gaan vertellen aan mensen die hier eventueel ook nog specialiseren in sedatie, al veel langer werken dan jij. Maar ik laat als sedatiespecialist mag je weer bepaalde me graag sturen en sta open voor feedhandelingen zelfstandig doen. Er zijn veel back. Het staat op dit moment nog in de mogelijkheden dus.” kinderschoenen, maar er wordt hard aan gewerkt. De eerste lessen zijn inmiddels Onderwijs geven gegeven. Iets anders is dat ik over een jaar Tim is nog niet zo heel lang bezig en wil ga meewerken bij het simulatielab, waar voorlopig eerst uren draaien en ervaren we scenario’s oefenen. We hebben hier
39.
een robot die we alles kunnen laten doen en die robot ga ik over een jaar leren besturen, en ik zal tevens de casuïstiek voorbereiden. Daar heb ik enorm zin in.” In de toekomst wil Tim graag de cardiocursus gaan volgen. Die is bedoeld voor zowel anesthesiemedewerkers als operatieassistenten die veel op de cardiochirurgie werken of dat willen gaan doen. Sommige vakken worden samen gevolgd en andere vakken apart. “Ze weten dat ik het graag wil en de mogelijkheid is er ook, dus zodra het kan en er plek is, kan ik dat gaan doen. Dat is zo leuk aan een universitair medisch centrum. Je kunt onderwijs volgen en onderwijs geven. En eventueel onderzoek doen. Veel samenwerken en veel van elkaar leren. Dat maakt het een spannende en uitdagende werkomgeving.”
speeddate
“
Ik vind de persoonlijke benadering van patiënten en medewerkers prettig
”
Arianne ten Klooster
is 48 jaar en is verpleegkundig teamleider. Ze heeft de hbo opleiding tot verpleegkundige en post-hbo Management gedaan en werkt sinds 1992 bij Amsterdam UMC. Omdat ze voor haar werk een congres in China mocht bijwonen, kan ze een vergelijking trekken met hoe het vak daar wordt uitgeoefend en hoe in Nederland. 40.
1.
Waarom heb je gekozen voor Amsterdam UMC? “Mijn stage op locatie VUmc was heel goed bevallen en de afdeling Oogheelkunde wilde me graag houden. Destijds was dat bijzonder omdat ik weinig praktijkervaring had en inservice opgeleide verpleegkundigen eerder werden aangenomen. Het was toen moeilijk om een baan te vinden. Ik vind de persoonlijke benadering van patiënten en medewerkers prettig in dit ziekenhuis en er zijn veel mogelijkheden voor opleidingen. Je kunt jezelf voortdurend ontwikkelen. De ziektebeelden van patiënten zijn complex. Zo hebben we op de afdeling waar ik nu teamleider ben, patiënten voor de urologie en vaatchirurgie die veelal geopereerd worden, maar ook veel nevendiagnoses hebben. Dit vind ik interessant en uitdagend.”
2.
Je bent uitgenodigd om in China uitleg te geven over de verpleegkundige ontwikkelingen in Nederland? Wat wilden zij weten? “Dr. Kak Khee Yeung, vaatchirurg van het Amsterdam UMC, gaat als chirurg, maar ook als spreker op het congres Endovascology vaker naar China. Tijdens dat congres is er ook altijd een dag voor verpleegkundigen. De verpleegkundigen in China wilden graag weten hoe wij werken en waren ook benieuwd naar onze verpleegkundige ontwikkelingen en onderzoeken. Daarnaast zijn we uitgenodigd voor een congres voor verpleegkundig leiders van andere ziekenhuizen in China, waar we ook onze speech mochten houden.”
3.
Zie jij overeenkomsten of juist verschillen tussen China en Nederland? “Er zijn veel overeenkomsten; ook in China werken verpleegkundigen met veel passie
41.
voor hun vak. Hun toewijding is groot. Verder zijn ze hoogopgeleid. Ze krijgen veel theorie en worden geschoold in onderzoeksvaardigheden. In het vierde en laatste jaar van hun opleiding gaan ze stage lopen. Wel lopen ze minder stage dan wij en zijn ze meer gericht op onderzoek en de ontwikkeling van hun beroep. Zijn ze eenmaal aan het werk, dan worden die aspecten voortgezet en ingepland in de werktijd. Verder merk ik dat verpleegkundigen trots zijn op hun vak en dat ook uitdragen. Met minder middelen dan wij kunnen ze veel bereiken. Hun afdeling is goed georganiseerd.”
4.
Waar zie jij jezelf over vijf of tien jaar? “Daar ben ik zelf ook benieuwd naar! Ik heb ambities om mezelf verder te ontwikkelen in het leidinggeven. Hoe dat verder gaat uitpakken zal in de toekomst blijken.”
quote
Verbeteren een missie en een visie op professionalisering * hoe meer ik leerde, hoe meer vragen er in mij opkwamen * borging van kwaliteit en veiligheid * techniek en ICT spelen een belangrijk rol bij het verbeteren van de zorg * optimaliseren van patiĂŤntveiligheid * je kunt jezelf voortdurend ontwikkelen * ik vraag mij altijd af of de zorg voor de patiĂŤnten nog beter kan * ook in de nieuwe situatie een waardevolle bijdrage leveren * wetenschappelijk onderzoek en de dagelijkse praktijk combineren * betere zorg verlenen aan patiĂŤnten met mechanische beademing 42.
Colofon Dit magazine verspreidt waardevolle verhalen van verpleegkundigen in Amsterdam UMC. Om elkaar te inspireren, om potentiële sollicitanten nieuwsgierig te maken, om rolmodellen zichtbaar te maken, om trots op ons beroep te zijn en meer. Het magazine is digitaal beschikbaar op www.werkenbijamsterdamumc.nl, dus verspreid het naar iedereen die dat leuk vindt. Verpleegkundigen in Amsterdam UMC verdienen deze aandacht omdat ze een belangrijke spil zijn in de zorg die we dagelijks met z’n allen geven. We hebben het voornemen om jaarlijks een magazine uit te brengen omdat er nog veel meer interessante verhalen zijn van verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Veel plezier met jaargang 1 en bedenk alvast of je een bijdrage hebt voor jaargang 2.
Namens de verpleegkundig directeuren,
Coördinatie
Ingeborg Goes,
was in handen van Manouk Backer
divisie 1 – Inwendige Geneeskunde
en Marissa de Kort van HR.
Joost van Galen,
Dank!
divisie 2 – Chirurgische Specialismen
Concept en realisatie
Kareliene Pouw,
Branding Media B.V.
divisie 3 - Hartcentrum
Marian Abeling
Gerda Berkhout,
Sarah Saarberg (interviews)
divisie 4 – Vrouw/Kindcentrum
Fotografie
Kareliene Pouw a.i.,
Nienke Elenbaas
divisie 5 - Neuro/Hoofd-hals
Grafisch ontwerp
Jeannet Steenbruggen,
Tein Lucasson
divisie 6/loc. VUmc - Operatiecentrum & IC
Design afbeelding
Caroline de Ridder,
Mark Lupker Creative Services
divisie 6/loc. AMC - Operatiecentrum & IC
43.
verbetering
compassie
competent
Visie op verpleegkunde Amsterdam UMC
teamspeler
Verpleegkundigen hebben gezamenlijk de elementen ‘competent, compassie, teamspeler en verbeteren’ aangeleverd voor de Visie op verpleegkunde in Amsterdam UMC. Het team levert gezamenlijk een verpleegkundig proces van topniveau. Daarbij wordt gebruik gemaakt van ieders talenten. Uitgave: © Amsterdam UMC, Meibergdreef 9, Postbus 22660, 1100 DD Amsterdam Oplage 4000 exemplaren. Maart 2020