Cd's tekst en muziek op dit album prachtig samen en ontstond een boeiend geheel. Sjeng Stokkink
namen in deze box dus, maar dat maakt het juist weer leuker. Coen de Jonge
Anthony Joseph
Estrella Morente Autoretrato EMI Music Flamenco ****
Autorretrato (Zelfportret) is na Mujeres (2006) Morente's vierde album dat ze grotendeels met haar vader Enrique maakte, maar vanwege diens dood afrondde met Isidro Muñoz. Het opent met Pregón de las Moras, gecomponeerd door Michael Nyman, eerder klassiek dan flamenco, om te vervolgen met Lorca’s Seguirillas de Verdad met Paco de Lucia op gitaar. Met Tomatito, Vicente Amigo, Montoyita, de gebroeders Carmona (Ketama) is hij een van de grootheden op de flamencogitaar die Morente begeleiden. En dan zijn daar nog Pat Metheny en bassist/multi-instrumentalist Alain Pérez (in haar ode aan Celia Cruz) die zorgen voor een grote muzikale diversiteit die Morente tot grote hoogten opstuwt. In Cuba-Cái doet ze aan Gloria Estefan denken, in het slotstuk Adagio zingt ze een ontroerend duet met haar vader. La Estrella, La Habanera Imposible, Tangos Toreros en Canción del Bembón zijn de absolute hoogtepunten van een album dat verder reikt dan flamenco en waarop Estrella Morente de diepte in gaat! Rik van Boeckel
dubbel-cd van Keith Jarrett hebt doorstaan. Peace, Love, die groet brengt hij in de inlay ook nog. Hij is toch een meesterpianist, maar daarvan horen we op deze verzameling uit zijn knutselkamer heel weinig. Jarrett maakte deze opnamen in 1986 in een studio te New Jersey. Hard afspelen is zijn advies. Dat doen we dus maar, en dan horen we een hoop gepriegel op instrumenten waarmee we hem vrijwel nooit op
het podium zien staan: elektrische gitaren, fender bass, drums, tablas, percussie-instrumenten, blokfluit – en o ja, ook nog een piano. Plus twee Tandberg-recorders, want je weet maar nooit. Een krankjorum project, dat kun je ervan zeggen. Is dit dan ook een onbelangrijk album? Nou, historisch gezien, in het licht van een totaal oeuvre, misschien niet. Maar qua luisterplezier... Coen de Jonge
Time Naïve/PIAS poetry/funk/jazz **** De in Port Of Spain, Trinidad geboren en sinds 1989 in Londen wonende en lesgevende dichter/schrijver Anthony Joseph ging voor zijn vijfde album een samenwerking aan met Meshell Ndegeocello. Op het elf tracks tellende album Time – in vijf dagen opgenomen te Parijs – wordt de jazzpoetrytraditie van The Last Poets (check Michael X Narcissus) en Gil Scott-Heron (check Hustle To Live) op intrigerende wijze voortgezet. Ndegeocello schreef, arrangeerde en produceerde alle muziek op dit album, dat overwegend jazzy aandoet, maar ook knipogen naar calypso (check Kezi), Sly Stone (check Tamarind) en Talking Heads (check Shine) bevat. Naast Ndegeocello zijn onder meer Earl Harvin op drums, Roger Raspail op percussie en de machtige Magic Malik op dwarsfluit (check Alice Of The River) te horen. Dat veel van Josephs gedichten over vrouwen gaan (zoals onder meer over Malala, lang voor haar Nobelprijsnominatie, in
Girl With A Handgranade) is volgens hem toeval en wellicht de invloed van Ndegeocello. In ieder geval gaan
www.jazzism.nl
Takuya Kuroda Juke Joints 4 That’s All Right with Me’ JSP Records/Music & Words blues *** Duistere, rauwe tenten waren het, die juke joints. Geen plek waar je naar toe ging om een mooi boek te lezen. ‘Nobody wanted a lot of light in the first place’, vertelde de oude muzikant Howard Armstrong. Je kon zo ongezien tegen iemand aan schuifelen, ze zagen je oude kleren niet en ze merkten ook niet dat er wat was tussen jou en dat nuffige koormeisje. Eten, drinken, gokken, dansen en muziek, dat waren de ingrediënten voor deze gelegenheden. Muziek was uiteraard zeer belangrijk bij deze sociale trefpunten, eerst voornamelijk live, daarna ook vanuit de jukebox. Dit is al de vierde verzameling die Neil Slaven voor JSP heeft samengesteld. Veel werk van onbekende artiesten, die misschien eventjes de droom hadden van een grote toekomst. Vaak waren zulke plaatjes een probeersel van iemand met een platenmaatschappijtje. Gokken op een hit of een snel afscheid van de artiest. Weinig bekende
Rising Son Blue Note/Universal Jazz/soul/ r&b instrumentaal ****1/2 Hij was al vele malen te bewonderen bij de band van José James, maar nu staat Takuya Kuroda volledig zelf in de spotlights. En niet zomaar, want de Japanse trompettist, woonachtig in Brooklyn, brengt zijn vierde album (eerste onder een label) uit bij Blue Note! Rising Son is een sexy groovende plaat waarbij José James achter de knoppen zit. Ondanks dat de invloed van James duidelijk aanwezig is, zijn het de eigen composities, sterke solo’s en bewegelijke Afrobeatritmen die Kuroda zijn eigen signatuur geven. Niet alleen James is te horen (Everybody Loves The Sunshine, Roy Ayers), zijn hele band doet mee: Kris Bowers (toetsen), Solomon Dorsey (bas), Nate Smith (drums). Ook speelt Corey King (trombone) mee en heeft Lionel Loueke (gitaar) een bescheiden rol in het swingende Afro Blues. Rising Son is een toegankelijk album, waarbij je geen moment stil kunt zitten vanwege de aanstekelijke
M AART / AP R I L 2014 81