What’s up
Takuya Kuroda
Langzaam maar zeker Blue Note heeft een nieuwe protegé: Takuya Kuroda. De in Brooklyn woon achtige Japanse trompettist is een bekend gezicht in José James’ band. Het was James die hem stimuleerde het album Rising Son te maken, wat hij produceerde.
wennen aan mijn rol als bandleider.” Uiteraard verliep alles soepel en regisseerde James vanuit de controle kamer. Kuroda: “José produceert echt goed; hij weet wat hij wil, wat hij doet en wat belangrijk is voor het concept.”
Meta fo o r
Rising Son is Kuroda’s vierde album, maar de eerste release onder een label. De trompettist verwijst bij het woordje ‘son’ naar ‘sun’: een “Maak iets waarvan je weet metafoor voor het verloop dat mensen hun hoofd niet van zijn carrière. “De zon stil kunnen houden”, zei José komt langzaam op; zo is ook James tegen zijn vriend mijn carrière verlopen. Ik ben Takuya Kuroda (33). Toen de nu tien jaar in New York. Het zanger tijdens het toeren kost veel tijd en energie om naar de composities van de resultaten te leveren.” De trompettist luisterde, raakte geschiedenis van Kuroda is hij dusdanig enthousiast, dat opmerkelijk: in 2003 kwam hij het wilde produceren en hij met gebrekkig Engels en ook wilde helpen het onder zonder muzikale opleiding Blue Note te releasen. En dat naar de VS. Hij werd toege is gelukt! Rising Son is een laten op Berklee’s Summer krachtige plaat vol afrobeats, school en studeerde vervol hiphopinvloeden en arrange gens aan The New School of menten in een modern jazz-, Music (Manhattan). “Ik had soul- en r&bjasje. De jaren in bigbands en combo’s bescheiden Japanner dook gespeeld en mezelf leren samen met de lezen, maar les en muzikanten van solfège kende ik James’ band de studio in “De zon komt langzaam niet. Het eerste op; zo is ook mijn jaar was zwaar, (Solomon carrière verlopen” ik had geen Dorsey vrienden, (bas), Nate communiceerde Smith (drums), moeilijk en begreep de Kris Bowers (piano) en cultuur niet. Langzaam vond Corey King (trombone)). “Ik ik mijn weg. In 2006 kwam was zenuwachtig, want ik José tegen….” ondanks dat ik de jongens James zingt ook een van haver tot gort ken, was interpretatie op Roy Ayers’ de voorbereidingstijd mini Everybody Loves The maal. Ik wist niet hoe ze Sunshine, wat hij live toepast zouden reageren op mijn in zijn eigen Park Bench muziek. Daarnaast moest ik
14 M A A RT / A P R I L 2 0 1 4
People. Verder is Green & Gold, toegevoegd, ook van Ayers. “Het album had een cover nodig, dus hebben we mijn favoriet hergearran geerd.” Een andere gast is Lionel Loueke, die op Afro Blue glanst. Kuroda speelde zes jaar bij het Akoya Afrobeat Ensemble. “Ik was nieuwsgierig naar deze muziek. Het was een enorme
www.jazzism.nl
uitdaging, want die ritmen en ‘taal’ leer je niet op school. Ik was verkocht, daarom hoor je deze stijl op mijn plaat.” Kuroda neemt binnenkort afscheid van James’ band in Japan om zelf te gaan toeren. “Ja, de cirkel lijkt rond. Ik ben José enorm dankbaar. Ik kan het nog niet geloven.” Angelique van Os