Cd's
Jonathan Jeremiah Oh Desire BMG VOCAL/FOLK/SOULPOP ***1/2 De cirkel is rond; Jonathan Jeremiah begint en eindigt zijn nieuwe album Oh Desire met een orkestrale compositie (die halverwege terugkomt in Seven). De sound en sfeer zijn typerend voor de hele plaat, waarbij strijkers, folkinvloeden en zijn soulvolle stem de rode draad vormen. De dertien stukken liggen in het verlengde van voorgangers A Solitary Man (2010) en het livealbum Gold. Niet vernieuwend, wel fraai uitgekristalliseerd. Na wereldwijde omzwervingen waarbij de Britse zanger onder meer op zoek ging naar zijn Indiase roots, nam hij het album op in de Londense Konk Studio van Ray Davies (The Kinks). Hier werkte hij met analoge tapes en wederom een grote band met strijkers. De plaat klinkt heerlijk laidback, puur en warm, vooral door de sixties-sound, de filmachtige strijkarrangementen en de directe zang. Oh Desire is een persoonlijk album waar Jeremiah terugkijkt op zijn jeugd, en zingt over ervaringen vanuit zijn eigen perspectief. De plaat telt een aantal pareltjes, zoals het genoemde Wild Fire, Arms, Walking On Air en Phoenix Ava. Sommige stukken kabbelen wat voort, zoals The Birds, Rising Up, de titeltrack en The Devil’s Hillside. Spannende wendingen of dynamiek ontbreken. Zonde, want de stukken hebben voldoende potentie. Angelique van Os
caspeler Giles Robson en riffmeester Filip Kozloski diepe indruk te maken met een lofzang op de fraaie Anna Marie, het stomende Ain’t No Forgetting dat voor de moshpit geschapen is, en het
donderende When That Final Storm Rolls. Het moet een waar genoegen zijn deze band live aan het werk te zien. Komende zomer krijgen we in onze zompige delta de kans. Dietmar Terpstra
Elina Duni Quartet
Marike van Dijk
Dällendyshe ECM Records MODERN JAZZ/WORLD ***** “Het fascinerende aan veel balkanmuziek is het idee dat je pijn overstijgt wanneer je erover zingt”, aldus de in Albanië geboren en in Zwitserland getogen zangeres Elina Duni. Het verklaart waarom de muzikale schoonheid op haar cd zowel tragisch als hoopvol klinkt. Dällendyshe is dan ook een meer dan waardige opvolger van haar ECM-debuut album Matanë Malit uit 2012. Opnieuw verweeft ze elementen uit de Europese jazz met Albanese folklore. Dat laatste komt vooral terug in de zang, waardoor de melodieën van Duni op een zeer prettige manier onvoorspelbaar blijven. Daarbij bouwt haar kwartet - met onder meer pianist Colin Vallon binnen de gelederen - een prachtige spanning op in nummer als Sytë, Unë në ködër en Nënë moj. Met twee steengoede albums op haar naam kan Elina Duni gerust een revelatie binnen de vocale jazz worden genoemd. Op 29 mei is ze live te horen in Paradox in Tilburg. Koen Graat
The Stereophonic Project BJU Records Brooklyn Jazz Underground MODERN JAZZ **** Dat Nederland naast goede solisten ook prima jazzcomponisten heeft, toont Marike van Dijk (1982). Haar tweede album, The Stereography Project, is een hoogstaand geheel geworden. De van oorsprong Friese saxofoniste werkt en studeert al enkele jaren in New York, waar ze dit krachtige ensemble formeerde. Haar acht stukken, geschreven voor vier strijkers en diverse blazers, doet filmachtig aan, soms romantisch en melancholisch, zoals in Jean Jacques en She’s Leaving Home (de enige niet zelfgeschreven track: Lennon/ McCartney) met de dromerige zanglijnen van bassist Ruben Samama. Er zijn ook momenten dat het ensemble gas geeft en modern en fris klinkt, zoals in Christmas, waarin sterke ritmen en thema-melodieën elkaar afwisselen. Uitvoerend speelt Van Dijk een bescheiden rol, wat op zich jammer is. Ze is slechts in drie stukken te horen. Ze heeft echter uitstekende ‘vervanging’: Ben van Gelder, Lucas Pino en Anna Webber
www.jazzism.nl
vullen de saxpartijen en solo’s aan. Ook is er een glansrol voor de getalenteerde trombonist Alan Ferber die in Christmas en 22e zijn kunsten toont. Het is duidelijk dat Van Dijk veel in haar mars heeft, zowel als componist als musicus. Hopelijk haalt ze het ensemble naar Nederland. Angelique van Os
Driss El Maloumi Makan Contrejour/V2 WORLD ****1/2 Dat de uit Agadir afkomstige oudspeler Driss El Maloumi tot een van de allerbesten van de wereld mag worden gerekend, bewees hij met zijn trio op de laatste Womex in Santiago de Compostella. Begeleid door het magistrale percussieduo dat bestaat uit zijn broer Said op daf, Iraanse zarb en cajon en Lahoucine Baquir eveneens op daftrommel, darbouka en req, dat hem stuwend en vooral in het dafgeroffel synchroon ondersteunt. Zo helpen ze mee om de verhaallijnen, die hij met het spel uit zijn ruimtelijk klinkende Arabische snaar- en tokkelinstrument weet te trekken, te laten fonkelen. Op Makan laat de tokkelaar zijn fantasie de vrije loop in een aantal
M E I / J UN I 2015 103