Portfolio
Fotograaf Henry Diltz
verbroedering als sleutelwoord Fotografie begon voor Henry Diltz als entertainment. Vanuit de losse pols registreerde hij alles tijdens tournees en feestjes en toonde dat via een slideshow op groot scherm. Hij had nooit gedacht dat hij vanaf 1966 daarmee zijn brood zou verdienen en tweehonderd platenhoezen en ontelbare promofoto’s zou produceren.
D
T e k s t: A n g e l i q u e va n O s
e jaren zestig in Los Angeles moeten een bijzondere tijd zijn geweest. Henry Diltz praat er vol passie over: “Er was altijd ergens een feestje. Veelbelovende folkartiesten die elkaar ontmoeten in de Troubadour Club, of een slideshowavond, waar we als jonge hippies wiet en waterpijp rookten en ik mijn foto’s liet zien. Verbroedering was het sleutelwoord.” De autodidact Diltz heeft met zijn fotografie talloze unieke en intieme momenten vastgelegd tussen muzikanten, zoals te zien is in zijn recente boek Unpainted faces (2011). Het document toont zijn ongepolijste zwart-witbeelden, geschoten in natuurlijk licht, zonder opsmuk. Het boek telt ruim 150 nonchalante portretten van alle grote folk- en rockiconen uit de jaren zestig en zeventig. Diltz werd geboren in Kansas City (1938), maar leefde als tiener voornamelijk in Europa. Zijn stiefvader was filmproducent voor het ministerie van Buitenlandse Zaken en nam hem overal mee naartoe. Uiteindelijk belandde hij in Honolulu,waar hij banjo en klarinet leerde spelen en in 1961, met Chip Douglas en Cyrus Faryar, The Modern Folk Quartet (MFQ) oprichtte. Al snel trokken ze naar LA, waar Diltz bevriend raakte met tijdgenoten als Graham Nash, Joni Mitchell, Neil Young, James Taylor, Stephen Stills, David Crosby, Jackson Browne en ‘Mama’ Cass Elliot. Laatstgenoemde vormde een sleutelrol in vele vriendschappen en samenwerkingen. Honderden elpeecovers Als lid van The Mamas And The Papas was Cass Elliot vaak te gast bij grote tv-shows. Begin jaren zestig ontmoette de zangeres diverse Engelse bands, zoals The Hollies en Cream, die ze uitnodigde voor een drankje bij haar thuis. “Cass
was ontzettend hartelijk. Daarnaast had ze een goed muzikaal gehoor. Zij koppelde Crosby, Stills & Nash aan elkaar. Ook was het Cass die Gary Burden, haar huisarchitect, overtuigde om samen met mij een albumhoes voor haar te ontwerpen. Ik ben Cass ontzettend dankbaar.” De liefde voor fotografie volgt in 1966, wanneer Diltz en zijn bandleden tijdens een tournee een tweedehands cameraatje kopen om de tijd te doden. “Omdat iedereen me vertrouwde, kon ik vrij mijn gang gaan. Toch had ik nooit gedacht dat ik mijn brood met muziekfotografie zou verdienen, laat staan dat ik met Gary honderden elpeecovers zou maken.” Diltz bleef muziekmaken, maar het accent verschoof langzaam naar fotografie. Het ging snel toen het populaire Teen Set Magazine een onbedoelde promofoto van Diltz met Buffalo Spingfield plaatste voor honderd dollar en kort daarna één van zijn prints werd uitgekozen voor het album Hums of the lovin’ spoonful. “Ik werd plotseling, door zowel bands als tijdschriften, gevraagd om promofoto’s te verzorgen. Toen Cass me in 1968 koppelde aan Gary ontstond er een samenwerking van ruim zes jaar. Gary was een kunstenaar. Ik toerde mee met artiesten om alles vast te leggen. Velen hadden een hekel aan de pers en lieten het fotowerk daarom graag aan mij over. Er is veel veranderd in veertig jaar, iedereen heeft het druk of is dood. De business is compleet anders. Sinds de jaren negentig speel ik weer met mijn oude band, we hebben zes albums uitgebracht in Japan. Gelukkig zie ik nog steeds een aantal oude vrienden, maar de magische, gebroederlijke sfeer is verdwenen. In mijn fotowerk zien mensen dat terug. Ik wil graag al die verhalen vertellen, boeken uitbrengen. Het leven is te kort.”
CHECK HENRY
Meer foto’s zien? Ga dan naar muziek.nl, henrydiltz.com en morrisonhotelgallery.com. Unpainted faces is online verkrijgbaar.
Muziek.nl 69
Los Angeles, 1969 “Dit is de coverfoto die is gebruikt voor het beroemde album Morrison hotel. De locatie werd bij toeval gespot en het leek de ideale plek om een religie te beginnen of een moordplan te beramen. Ik mocht er niet fotograferen, maar toen de baliewerker even verdween, greep ik mijn kans met slechts één rolletje.”
The Doors
1969 “Voor de shoot van het eerste album had Stephen Stills (midden) drie dure wolfparka’s gekocht. Zelf droeg hij de meest bijzondere, wat indirect verwijst naar zijn eigen rol. Hij was degene die in het begin bijna alle muziek schreef en instrumenten inspeelde. Het was een koude dag in de sneeuw, de jassen kwamen goed van pas.”
Crosby, Stills & Nash
1968 “Dit is zo’n typisch ‘Mama Cass-moment’: tijdens een picknick zong het nieuwe talent Joni Mitchell haar liedjes. Het was werkelijk prachtig en ik was al net zo onder de inruk als Eric Clapton die geïntrigeerd luisterde.”
Joni Mitchell, David Crosby, Eric Clapton en baby
Met telefoon, 1971 “Rolling Stone wilde Michael Jackson op de cover hebben. Ik had hem een paar keer ontmoet. Die dag was Michael fanmail aan het beantwoorden via de telefoon, wat ik een mooie, nonchalante sfeer vond om hem in beeld te brengen.�
Michael Jackson
Hollywood 1980 “Mijn vriend, popjournalist Stephen K. Peeples, had een interview met Tom en vroeg of ik zin had om mee te gaan. Hij werkte in een kantoortje aan filmmuziek voor Francis Ford Coppola’s One from the heart. Hij was volledig ongeorganiseerd en had alle bladmuziek op de grond gegooid.”
tom waits
eagles
Bij kampvuur, 1972 “Gary en ik probeerden voor een cover altijd een band of artiest in een andere setting te plaatsen. Weg van de drukte, managers en fans. Dit was een shoot voor het eerste album van Eagles, waarvoor we met de auto naar de Joshua Tree-woestijn reden en in de bergen sliepen.�
1979 ”Deze foto vind ik te gek vanwege de spontaniteit en de setting van het vliegtuigje. Tijdens de Barbarians-promotour van drie weken mocht ik bij toeval mee in een privéjet op weg naar het laatste optreden. We hadden 45 minuten lol met z’n drieën en probeerden elkaar te vermaken. Dat zie je.”
Keith Richards en Ron Wood
1975, cover Unpainted faces “Dit was een spontane actie tijdens een huizenjacht, niet bedoeld voor publicatie. In 1991werd het, zonder mijn toezegging, de cover van een Japanse uitgave van mijn werk. Ik flipte, bang dat Neils manager me de huid zou volschelden. Ik belde Neil, die er gelukkig om kon lachen, waardoor ik de foto later ook koos voor de Amerikaanse editie.�
Neil Young en rendier
Jackson Browne
in z’n Chevy, 1974 “Ik heb een passie voor auto’s en trucks. Hoe ouder, hoe meer persoonlijkheid. Dat geldt ook voor artiesten met dieren. Ik fotografeer beiden graag. Het is fotografisch gezien spannend, het vormt een soort natuurlijke frameing.”
1969 “Dit is één van mijn favoriete portretten vanwege de natuurlijke en sterke blik van James. Eigenlijk was het een lucky shot. James leunde tegen dit paaltje, wat met de afgebladderde schuur op de achtergrond een sterk beeld opleverde. Ik pakte mijn kleurencamera voor eigen gebruik. De manager wilde het gebruiken voor de cover van Sweet baby James.”
James Taylor