Frankenstein en de jeugdzorg in Amsterdam

Page 1

FRANKENSTEIN WAS MAAKBAAR DUS KAN HIJ OOK WORDEN AFGEBROKEN Reflecties op het jeugdbeleid in Amsterdam

Anton Noë


Reacties van proeflezers: “HET KLOPT NIET” Dat is ook zo, een aantal feiten, omschrijvingen en aannamen zijn mogelijk niet helemaal correct, volledig of up-to-date. Maar er staan geen leugens in. Het is een discussiestuk en niet een onderzoek. Waarschijnlijk is er niemand die een kloppende, volledige en onweerlegbare werkpraktijkbeschrijving kan ontwikkelen uit de losse pols. “NU HEBBEN WIJ HET GEDAAN” Nee! Niemand is schuldig. Niemand kan verweten worden niet zijn uiterste best te hebben gedaan om de problematiek onder controle te krijgen. Noch de professionals uit de werkpraktijk noch de bestuurders hebben schuld. Echter, heel veel goede dingen doen heeft niet geleid tot een goede Amsterdamse jeugdzorg. Net zoals de echte Frankenstein is ook het Amsterdamse jeugdbeleid een samenraapsel van verschillende onderdelen die allemaal een verschillend DNA hebben. Dit leidt tot één groot emotioneel en onberekenbaar monster dat vooral met zichzelf in conflict is.

Kinderen eerst: Met 90% van de kinderen gaat het prima. Zij worden straks gezonde, zelfstandige en betrokkenen volwassenen. Het gaat goed met de Nederlandse jeugd, de gelukkigste jeugd in Europa, misschien wel in de wereld. Dit gegeven maakt het des te nijpender om de minder gelukkige kinderen, soms zelfs doodongelukkige kinderen die in alle opzichten worden bedreigd in hun ontwikkeling en wiens kwaliteit van leven ernstig wordt ondermijnd met alle middelen die we hebben te ondersteunen en uit hun benarde situatie te helpen. Het gaat niet om het prijskaartje: Het college van B&W van Amsterdam weet hoeveel geld er omgaat in het jeugdbeleid (300 miljoen exclusief onderwijs). De gedachte dat dit teveel is moet direct worden verworpen; “wat mag een kind kosten?” De echte vragen zijn: “Is het genoeg?”, “Waar gaat het geld precies naar toe?”, “wordt het goed besteed?”, “Wat komt er van terecht?”. Het college wil het effect kunnen beoordelen. Alleen maar gelukkige kinderen: Uiteindelijk wil het college uitsluitend nog gelukkige kinderen in Amsterdam. Het is te makkelijk om deze politieke ambitie terzijde te leggen als metafoor of illusie. Cynisme in de stad (Amsterdam niet vreemd) leidt zelden tot daadkrachtige verbeteringen. Het is al zeker geen wishfull thinking. Het is een krachtige politieke visie, een duidelijke ambitie en concrete doelstelling. En dat is nodig! Niet om het probleem op de politieke agenda te krijgen, daar zit het al jaren, maar om het probleem in de werkpraktijk opgelost te krijgen.

“WE HEBBEN HET ALLEMAAL AL GEREGELD” Er zijn inderdaad veel initiatieven; het elektronische dossier, de G-4 afspraken, de prestatieindicatoren, de ketenregisseur, de ouder-kindcentra en ga zo maar door. Het probleem is dat ook hier veelal sprake is van conflicterend DNA en dit was nu net het belangrijkste kenmerk van het echte creatuur van Frankenstein.

VTO expertiseteam

Altra De huisarts

kraamzorg Jeugd GGZ

MOC Jeugdgezondheidszorg

Opvoed steunpunt

DWI Spirit

Pantar Maatschappelijk werk

jeugdzorg

opvang

Audiologisch centrum


Offensief besturen

BEL A.

Incasso, politie en hulpverleners

BEL B.

Bekenden en familie

“Bij gezinnen met meervoudige problemen zijn veel hulpverleners kind aan huis. Maar ze weten het niet van elkaar.

“ff geld?... ff werken!”

It takes a village to raise a child”.

“Knok voor een sterke eerste lijn bij het bestrijden van schooluitval”.

Naar school NU !!!

Less is more: De jeugdzorg staat traditioneel hoog in het politieke ambitiespectrum van de PvdA bewindvoerders in Amsterdam. Dit is niet anders voor de “nieuwe ploeg” die in mei 2007 is aangetreden. Het project “Kinderen Eerst” vloeit voort uit de wens om het merk– en meetbaar beter te doen. Minder pijn, minder schade en minder structureel kinderleed. De oplossing schuilt niet in nog meer programma’s, projecten, speerpunten, initiatieven, doelgroepdifferentiatie of zelfs mensen. Hiermee zouden de erfgenamen van Frankenstein alleen maar verder bouwen aan het monster. De oplossing schuilt in de simpele term “less is more”. Let op! Niet minder geld. Niet minder mensen. Wel minder schakels, belanghebbenden en bureaucratie. Minder papier en minder vergaderen. Het kind mag geen pijn hebben, het monster wel: De jeugdzorg gaat zichzelf niet veranderen. Hoeveel heidesessies en vergaderingen zijn nodig? Veranderen van buitenaf”? Het is de ultieme droom van veel adviesbureaus, zoals vroeger het GVB dat was, maar werkt het? Tot nu toe niet. Zoals wel vaker geldt ook hier; “ieder complex probleem verdient een eenvoudige oplossing”: het monster moet gewoon weg. Dat gaat pijn doen maar alleen bij het monster zelf en bij diegenen die zich veilig voelen achter de afschuwelijk brede schouders van het monster. We kijken te veel naar binnen Amsterdam ontbeert transparantie; machtsposities zijn onduidelijk, geldstromen niet inzichtelijk. Op dit moment wordt minder dan 50% van de energie van die honderden jeugdzorgprofessionals besteed aan directe, kind– en kindomgevinggerelateerde jeugdzorg. Het gaat vooral over geld, rapportages, afstemming, regeltjes, planningen (wie-doet-watwanneer-hoe?) enzovoort. Kortom niet het kind maar de organisatie en verdeling van het werk, het geld en het werkveld staan centraal. “Zeg monster, ga jij eens even weg”: Dat gaat niet lukken door met het monster te gaan praten. De politiek moet zelf de regie nemen over het proces. Niet alleen in voornemens, maar ook in uitvoering ervan. De mensen en professionals die nu gevangen zitten in het monster mogen weer naar buiten. Naar de ouders en de kinderen die ze nodig hebben. De weerstand van het monster is groot en vervaarlijk. Die weerstand is opgedragen door de politiek. In de afgelopen decennia hebben die het institutionele monster gecreëerd (instellingen, programma’s, projecten en organisaties) en hebben de bewakers van het monster aangewezen. Dat wil zeggen, ze hebben de bestuurders benoemd die verantwoordelijk zijn om te voldoen aan de programmaeisen, de gestelde budgetten en de jaarlijkse rapportages die


Ramingen: Kinderen: 154.500 (0-18) Bedreigde kinderen: 7.725 kinderen in intensief jeugdzorgtraject: 3100 Geld (ex onderwijs, kinderopvang): €300 miljoen per jaar Mensen (ex onderwijs, kinderopvang): ca. 3500 professionals in de uitvoering.

De situatie is ‘out of control’. Centraal thema in de aanpak is dat overheden weer in staat zijn om regie te voeren, dit wil zeggen te sturen en beslissen. De tijd is NU rijp: Er zijn er die echt anders willen en eisen. Er is zelfs een sentiment van “het monster eruit of ik eruit”. In de uitvoering is brede steun voor nieuwe wegen. Samengevat:  

Jeugdzorgaanbieders: 5 Diensten centrale stad: ?? (waarschijnlijk allemaal)

Stadsdelen: 14 Welzijnsinstanties: 15+ = GGD (in verschillende rollen), thuiszorg, gezondheidscentra, artsen, onderwijs, Raad voor de Kinderbescherming kinderopvang, woningbouwcorporaties, AMW, bureau jeugdzorg (in verschillende rollen) enz.

Algemene zorgaanbieders: Diverse GGZ’s verslavingszorg, Verstandelijk gehandicaptenzorg etc.

Kernkolommen: 5  Politie & Justitie  Onderwijs  Welzijn  Gezondheidszorg  Jeugdzorg Geld per kind: € 38.834,95 (Landelijk is 2,5% van de kinderen fundamenteel bedreigd in ontwikkeling. 10% Heeft problemen in opvoeding of bij het opgroeien. In de grote steden ligt dat hoger. Als 5% van de kinderen in Amsterdam in enige vorm specifieke ondersteuning ontvangt kost dat dus elk jaar € 38.834,95) Monsters: 1

 

De complexiteit is dermate groot dat niemand het overzicht heeft over het geheel. Er is geen zicht op effectiviteit en efficiency (wel op sommige deelonderwerpen, maar niet over het geheel). Ouders, kinderen en beroepskrachten zitten in structuren die ze niet begrijpen, worden geconfronteerd met een wirwar aan hulpverleners en instanties en kunnen onvoldoende vorm geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. De overheden hebben geen overzicht op gelden en outcome. De politiek kan voortdurend niet écht uitvoeren wat ze wil. Er is in beleidsstukken een hele schijnwereld ontstaan, waardoor het lijkt alsof er gebeurt wat de politiek wil. Intussen blijkt dagelijks dat dit niet écht het geval is.

Voorgestelde 3-fasenaanpak: 1. Het monster ontleden; drie maanden. Van Frankenstein naar fee; gewoon goed en eenvoudig; drie maanden. Bestuurlijke en operationele reorganisatie; twee jaar.


Eerst het monster ontleden: Toen Frankenstein zijn monster creëerde deed het dit met de stoffelijke resten die hij op diverse begraafplaatsen vond, met lijken dus. Dit heeft tot een wezen met veel verschillende DNApatronen geleid. Deze morbide vergelijking gaat misschien niet helemaal op, maar we willen wel de lijken uit de kast halen. De stoffelijke resten wegsnijden uit het monster. Amsterdam wil een transparante en kindgerichte jeugdzorg met één DNA patroon.

“Kinderen eerst…” niet alleen voor het jeugdzorgbeleid maar ook en vooral bij het verjagen van het monster.

Geef ons een zwaard: Het onderzoek wordt met mandaat uitgevoerd, tenminste in opdracht van de verantwoordelijke wethouders bij voorkeur in opdracht van het college. De (politieke) verantwoordelijkheid mag niet naar een onderzoeker worden afgeschoven.

Stap 1, Het ontleden van het monster: (benodigde tijd voor de ontleding, 3 maanden)

Om het monster te laten verdwijnen moet het eerst ontleed worden. Hierbij staat het kinddossier centraal. Uitgangspunt is het inzichtelijk maken van de obstakels in het jeugdzorgproces; van input, via aanpak tot output.  Als input wordt aangemerkt de beschikbare middelen, vooral geld, maar ook de inzet van de juiste M/V op het juiste dossier.  Als aanpak kan worden aangemerkt de achtereenvolgende stappen en/of fasen die in het behandeltraject van het kind zijn doorlopen. Tijdens de analyse zal de beheersbaarheid, planmatigheid van het traject en daarmee het anticiperend vermogen van de hulpverlening aan de orde komen. In hoeverre worden kansen gemist of over het hoofd gezien om een toenemende of voortdurende zorgzwaarte te voorkomen?  Als output is aan te merken het beoordeelbare effect dat werd bereikt, bijv. vermindert recidive gedrag, een voltooide opleiding, arbeidsmarktparticipatie enz. We voeren een terugkijkende = retrospectieve = ontleding uit, vanaf een gedefinieerd eindpunt. Dit eindpunt kan “de Koppeling” zijn maar kan eventueel ook een fase verder in het traject liggen (reïntegratie, opleiding, Pantar). De ontleding is in hoge mate kwantitatief, facts not feelings. De relatie wordt gelegd tussen geldstromen, activiteiten en individuele kinderen. Hiermee krijg je de dubbelingen in beeld, en weet je wat er beschikbaar is. HOE Bij het eerdergenoemde eindpunt wordt allereerst een dossierverdeling naar stadsdeel gemaakt waarna een willekeurige selectie van dossiers plaatsvindt. Tenminste 4 en maximaal 8 per stadsdeel, bij voorkeur een gelijk aantal dossiers per stadsdeel. Vervolgens wordt een retrospectieve trajectanalyse uitgevoerd waarbij steeds verder in het dossierverleden van de cliënt worden gespeurd. Deze retrospectieve analyse hoeft niet noodzakelijkerwijze worden beëindigd bij de aanmaak van het eerste dossier (dat kan worden aangemerkt als de intrede van de cliënt in het jeugdzorgcircuit). Een trajectretrospectie die voorbij de datum van aanmaak 1ste dossier gaat zal inzichtelijk maken of de mantelzorgers (meestal de ouders) van de cliënt bepaalde signalen hebben afgegeven (bewust of onbewust) die wel dan niet zijn opgemerkt door de hulpverlening en die wel dan niet een preventief hulpverleningstraject had kunnen opstarten. Voorbeelden van dergelijke signalen zijn oudergerelateerd (een opvoedingshulpvraag, een verslavingsprobleem, huiselijk geweld, een langdurig werkeloosheidsprobleem) en kindgerelateerd (frequent schoolverzuim, een kleine diefstal, weglopen enz.).


Onderzoek: Een ander woord voor “nog even niets doen”. Frankenstein heeft een onderzoekscultuur.

Stap 2, Kindprocessen gewoon goed en simpel:

Doorlichten van de organisaties: —> Veel werk (fijn voor de uurtje/factuurtje business)

WIE A. Visionair panel Een beperkte groep, kwalitatief TOP! Hierbij te betrekken: denkers uit politiek (boven de partij), zorg, jeugdzorg en bedrijfsleven. Visionairs met denkvermogen en autoriteit. Landelijke erkende en bekende frontlopers. B. Structuur en processenpanel Hierbij betrekken: structuurkenners uit de Amsterdamse jeugdzorg, organisatiedeskundigen uit academische wereld en de praktijk. C. Werkpraktijkpanel Kinderen, ouders, zorgverleners uit alle gelederen van de Amsterdamse jeugdzorg.

(proeftuin regie 3 maanden)

De gewenste situatie wordt in kaart gebracht. Hierbij wordt vanuit de bestaande politieke beleidskaders (kind eerst) gewerkt aan een werkbare strategie voor de Amsterdamse jeugdzorg en van hieruit naar een kindgerichte werkpraktijk.

—> fragmentarisch Best practice” voor allemaal? Nou weet u, dit is Amsterdam.

tijd geld

papier systemen regels informatie

Eerst dus het beleid, de regie op casusniveau. Niet steeds meer nieuw beleid als antwoord op slecht beleid. Daar wordt het niet beter van. We zullen kijken naar bestuurslagen, dat doet pijn. We denken aan resultaatmeting op output We betrekken “het veld” DMO, stadsdelen , bureau jeugdzorg, GGD, zorgkantoor,

Waar gaat ‘t over? communicatie

De procesontleding

instantie

Op tijd?

Wie was erbij ?

Hoe snel?

ier Doss kind

Welke signalen? En daarvoor ?

Werd samen gewerkt?

De dossierretrospectie

HOE Je hebt maar één kans om het monster voorgoed weg te jagen. Dus niet met maar tegen het monster. Niet vanuit de stelsels maar van buitenaf.

Wie was Erbij ?

HOE NIET: “Voor je het weet zit je in Frankenstein”. De neiging om de inhoud te adresseren is voor veel volwassenen welhaast onbedwingbaar. Natuurlijk gaat het om het kind. Echter in dit cliché schuilt ook dogmatiek; “ik doe mijn ding met mijn kinderen in mijn veld”. Dit neigt naar het negeren van Frankenstein. Daar gaat ie niet door weg. De inhoud is bekend. De mensen in het veld zijn professionals. Ze willen wel maar kunnen vaak niet. Vertel ze niet hoe ze zorg moeten verlenen. Vertel ze dat ze zorg moeten verlenen.


Hoe eet je een olifant? Stukje bij beetje.

Eerst het monster de deur uit, dan het huis opknappen: Een reorganisatie van het monster is niet de oplossing. Het monster moet gewoon weg, het huis uit. Daarna kan het huis weer worden opgeknapt.

Stap 3, Houdt afstand van het monster en hou het monster op afstand: Het proces dient objectief, enigszins afstandelijk en gekaderd te worden uitgevoerd met een nadrukkelijke focus op de werkpraktijk. Het ontlopen van Frankenstein stelt speciale eisen aan de vivisectiespecialisten. Niet de inhoud maar processtappen, de interacties tussen de diverse instanties en de informatievoorziening dienen op een bijna klinische manier te worden “gediagnosticeerd”. Het huis van Frankenstein: De oplossing schuilt niet in een megareorganisatie van het Amsterdamse jeugdzorggebouw, een volledige verbouwing van het huis of zelfs grote verhuisacties. Echter, het gebouw jeugdzorg zou wel een keer mogen worden teruggebracht naar wat het ooit was; een gebouw met ruime vertrekken en een open architectuur. Weg dus met de systeemwandjes breek ze eruit. Weg ook met de verlaagde schrootjesplafonds (de vele project-, programma-, initiatief-, doelgroep-, en wijkfinancieringen het gaat immers om het kind en niet om de budgethouders). Weg met de vele afgeschermde kamertjes en de kamerbewoners die elkaar in de gangen niet groeten of herkennen. Weg ook met al die verschillende aanbouwschuurtjes in de achtertuin. Weg dus ook met de vele dooltuinen en het labyrint aan gangetjes, trapjes en corridors waar niemand de weg meer kent. Alhoewel het gebouw ruimte zal bieden aan het zelfde aantal bewoners, zal het aantal conciërges en huismeesters afnemen. Creëer een gebouw met open ruimtes, collectieve middelen, talenten op de juiste plaatsen, begrepen en gedragen beleid, en grote ramen die uitnodigen om naar de stad te kijken en daar betekenis te vinden i.p.v. krakkemikkige muren die dwingen om voortdurend binnen te zoeken.

 Het fundament is al gelegd, dat zijn de honderden professionals die met onbeteugelde energie en betrokkenheid in het veld werken.

Kon je ons vinden?

Deden we wat nodig was?

Waren we op tijd?

Had je ons nodig?

De ouderenquête

 Het dak is in orde, de beleidsmatige kaders zijn immers ontwikkeld.

 De draagmuren staan, deze bieden duidelijke functionele kaders aan de kerninstanties die betrokken zijn en blijven bij de jeugdzorg (onderwijs, politie, welzijn, justitie).


Beleid omzetten naar werkpraktijk Organisaties renoveren en vernieuwen van - Analyse Via - Architectuur Naar - Verbouwing of nieuwbouw

Wie gaan dat doen? Capaciteit: Het probleem is veelomvattend er is veel capaciteitsinzet nodig om er de vinger achter te krijgen. Een ontleding van het monster vergt veel mankracht. Dus: we betrekken bij de analyse en de implementatie studenten uit Amsterdam.

≠ 1 grote moloch Caseload normering per Medewerker EN per organisatorische eenheid Minder Heilige huisjes

1 proces: van signalering tot Preventie. PR en pers campagne

Minder vriendjespolitiek

Minder opperhoofden

Snel resultaat

(inter-)nationale Best practise analyse

Politiek tactiek Tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door

Werkveld tactiek Informatiesystemen die op elkaar aansluiten

Kwaliteit: Web-enabled Het probleem is ook complex, NIET technisch complex, want iedere adviseur kan wel een bedrijfskundige en beleidsmatige oplossing bedenken. Betrokkenen in het veld hebben diverse varianten hiervan tot vervelens toe aan mogen horen. m.a.w. tijdens de interventie in de jeugdzorg Amsterdam gaat het mishandelen van kinderen gewoon door

Dus: zorg dat er niks gebeurt dat verwijtbaar is aan de interventie / het project

Tijdelijke capaciteit is nodig om te zorgen dat het gewoon goed gaat. (studenten die proceskwaliteit bewaken)

Budget en doelfinanciering Kind ≠ instelling

Geldstromen die op kindwelzijn en niet langer op instellingsbehoud zijn geënt.

Geldstromen die op kindwelzijn en niet langer op instellingsbehoud zijn geënt.

Het ligt gevoelig: Het probleem is tactisch complex. Bestuurders zullen moeten vertrekken of genoegen moeten nemen met een tak lager in de boom. Dit vereist de inzet van landelijke toppers die in staat zijn om gevoelige en vlijmscherpe analyses en onweerlegbare conclusies te presenteren. Sport en ontspanning Verenigingen Clubs Cultuur Religieuze groepen Scholing Leerwerkweg Preventie Geldstroom Scholing Regulier onderwijs Ondersteuning bij Provincie VSO Leer werkplek opvoeding Rijk SO Teen moeder opvang Gemeente MLK Voorlichting Stadsdeel ZMLK GGZ WMO Werk/Opleiding Aanbod MOK AWBZ Stages HALT HBO Bureau Jeugdzorg Doelgroep MBO Jeugd GGZ VG Universiteit Projecten KJP Jeugdzorg Trauma Aanbod Combinatie Mishandeling BJZ Criminaliteit Aanbod Justitie Gezondheid GGD Huisarts consulentenbureau

GGZ Maatschappelijk werk Huisarts

begin waar het het meest pijn doet


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.