4 minute read

Dirk Vandenbussche aan het woord

“Bosgroepen zijn belangrijke voelsprieten op het terrein”

De laatste jaren staan bossen en bosuitbreiding meer centraal in het beleid van onze milieudiensten. We hadden een gesprek met Dirk Vandenbussche, werkzaam bij de Provincie Antwerpen als directeur van de dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid, over zijn rol binnen de Antwerpse bosgroepen.

Advertisement

Wat betekenen de bosgroepen binnen jouw dienst?

Ik heb met de bosgroepen verschillende linken. In eerste instantie als leidinggevende van de bosgroepcoördinatoren van de drie bosgroepen, waarbij de nadruk ligt op samenwerking en het kwalitatief organiseren van alle aspecten van een vzw. Daarnaast bieden we als dienst ook financiële ondersteuning om zo ons beleid vorm te geven. Heel wat thematische projecten rond biodiversiteit en bosuitbreiding worden gerealiseerd door de Antwerpse bosgroepen met provinciale subsidies. Verder ben ik bij enkele bosgroepen ook de afgevaardigde van de provincie in het bestuursorgaan. Een grote meerwaarde hiervan is dat ik hierdoor goed op de hoogte blijf van het reilen en zeilen van de bosgroepen zoals bijvoorbeeld de zorgen van grote en kleine boseigenaars, de motivatie van vrijwilligers, houtprijzen… Ik kom de Bosgroepen dus regelmatig tegen in mijn professioneel leven.

Bosgroepen maken het verschil met hun ‘schup in de grond’

Wat zie je als grootste meerwaarde van de bosgroepen als onderdeel van jouw dienst?

Bosgroepen staan voor realisaties op het terrein, voor hetgeen waar wij op onze dienst allemaal rond werken zoals biodiversiteit en klimaat. Het is een wisselwerking tussen theorie en praktijk waarbij bosgroepen de voeling hebben met het terrein op tal van milieu-onderwerpen. Binnen de bosgroepen wordt er veel kennis opgebouwd zoals de boomsoorten van de toekomst, mogelijk aanpak van de bodemkwaliteit, ... Met hun voelsprieten op terrein leveren zij ons waardevolle praktijkkennis rond het veranderende klimaat. Daarnaast spelen bosgroepen voor ons ook een essentiële rol in het verbinden van onze waardevolle landschappen in Vlaanderen, naast het beheerwerk in grotere natuurgebieden door andere instanties. In het buitengebied spelen private eigenaars een cruciale rol om de kwaliteit hiervan te verhogen, en laat dat net de sterkte zijn van de bosgroepen om aan de hand van een vertrouwensrelatie veel constructieve samenwerkingen en uitvoeringen te realiseren. Zo kan het beleid ook landen in het buitengebied. En natuurlijk zijn de bosgroepen voor ons ook echte terreinuitvoerders. Door hun aanpak weten ze het verschil te maken en de spreekwoordelijke ‘schup in de grond’ is nooit ver weg!

Hoe zie je de toekomst van de Antwerpse bossen?

Eén van hun uitdagingen lijkt me de kennis uit de praktijk, gecombineerd met de wetenschappelijke kennis, vertaald te krijgen naar hun boseigenaars en het terrein. De voorbije jaren zijn de externe uitdagingen van weersomstandigheden (te warm, te droog, te nat,..) tot het opduiken van tijdelijke plaagsoorten ons niet meer vreemd. Toch is het niet evident om hier gepast, en toch heel gericht op in te spelen in het beheer. Hoe zorgen we dat onze bossen een zekere weerbaarheid ontwikkelen om de volgende generatie in te gaan?

We zien duidelijk een groeiende nood om in het groen aanwezig te zijn.

Daarenboven zagen we in de voorbije periode ook een groeiende nood ontstaan om aanwezig te zijn in het groen. Meer en meer mensen zoeken de bossen op om te wandelen, fietsen, mountainbiken, spelen, geocachen, trails, ... Zijn we hier als bossen, als eigenaars en als maatschappij klaar voor? Wat komt er dan allemaal bij kijken, en hoe kan de bosgroep daar een nuttige rol in spelen? Beleving in het groen is een toenemende trend. Een bewuste keuze als provincie waarbij de bosgroepen een belangrijke rol in te spelen hebben, is het thema van bosuitbreiding. In ons nieuwe klimaatplan 2030 is dit een speerpunt waar we in samenwerking met de bosgroepen sterk op willen inzetten!

Wat zijn jouw ervaringen met de Antwerpse bossen vroeger en nu, zie je evolutie?

In onze eigen dienst komen bossen vooral voor in de verschillende vormen van beheerplannen die we maken voor gemeenten en waar intussen ook heel wat knowhow werd opgebouwd. Binnen het beleid valt het me op dat de voorbije jaren bossen veel sterker worden ingezet binnen het klimaatonderwerp. Waar vroeger de multifunctionaliteit van bossen gericht was op ecologie, economie en recreatie, gaat het belang van bossen nu veel verder in hun rol van CO2-captatie, hun rol in het fijnstofverhaal en de meerwaarde binnen zorg en gezondheid. Op terrein zie ik vooral aandacht voor meer variatie in de bossen op vlak van soorten, leeftijden, maatregelen ten voordele van de bodem, watercaptatie, ... Bossen krijgen dus een veel rijkere rol toebedeeld. Ook op het terrein zie je dat de bossen veranderen. Het klassieke beeld van open kempische naaldbossen wordt langzaam ingeruild voor bossen met meer ondergroei en gevarieerde bosranden.

Hoe beleef je zelf de bossen?

Beleving in de Antwerpse bossen in vriendenkring, levert me iedere keer wel weer de vraag op ‘wat is een bosgroep eigenlijk’? Een teken dat we rond communicatie nog heel wat stappen vooruit kunnen zetten! Van nature uit ben ik vooral een “landschapper”. Ik geniet ten volle van de variatie van opeenvolgende landschappen. De overgangen van bijvoorbeeld een beekvallei naar bos naar open natuur, daar laad ik mijn batterijen van op. In de bossen zelf recreëer ik als wandelend of op de mountainbike. Dan fiets ik regelmatig op het ‘geleverde werk’ van de bosgroepen in Geel-Bel.

Dankjewel Dirk voor je inzet en ondersteuning voor onze Antwerpse bosgroepen. We kijken uit naar een verdere constructieve samenwerking!

This article is from: