9 minute read

Bosgroepenreis 2022 Expeditie in de Roe- meense bossen!

Next Article
Blablablaadjes

Blablablaadjes

Bosgroepreis 2022: Expeditie in de Roemeense bossen!

Na twee jaar uitstel was het in juni 2022 eindelijk zover! De bosgroepenreis trok met een dertigtal “bosmensen” naar de Karpaten in Roemenië om te kijken naar de bossen, en hoe bos daar beheerd wordt. Onder hen ook Tom, Guy, John en Paul van de Bosgroep Antwerpse Gordel. De voorbereiding en begeleiding waren in handen van Filip en Hannes van Inverde, en de plaatselijke Viorel Timisescu, een bosbeheerder van Romsilva in het Neamt County Forest District.

Advertisement

Het fantastische reisgezelschap!

Het ANB in Roemenië?

Romsilva is de overheidsdienst die de Roemeense bossen beheert, zeg maar het Roemeense ANB. In heel het land bezitten en beheren ze 4 miljoen ha bos, wat ongeveer 65% van het Roemeense bosareaal is. In Neamt County Forest District, een bosrijke provincie met bosindex 35%, beheert Romsilva ongeveer 200.000ha bos. Hiervan is 23% in eigendom van private eigenaars en lokale besturen, de rest is in overheidshanden. De reis richt zich dus op het bosbeheer door Romsilva. De bossen in Neamt County bestaan hoofdzakelijk uit fijnspar, zilverspar en beuk, de typische soorten die voorkomen op grotere hoogtes zoals in de Karpaten. Er is zo’n 55.000ha Natura2000-gebied en natuurreservaat in deze provincie.

Tabula rasa: progressieve eindkap

Voor iemand die niet elke dag actief is in bosbeheer, is het soms wat moeilijk om door al de bomen het bos te zien. Al die verschillende beheermethoden, vaak moeilijk uit elkaar houden, laat staan te beoordelen welke methode in welke omstandigheden gewenst is. Romsilva zet sterk in op natuurlijke verjonging. We bezochten verschillende percelen waar dit duidelijk zichtbaar was. Om voldoende ruimte te maken voor natuurlijke verjonging, gebeurt de eindkap in enkele opeenvolgende kleinere kappen. Een eerste kap creëert “ogen”, openingen van eenmaal de boomhoogte, terwijl een tweede kap deze ogen groter maakt tot driemaal de boomhoogte. De derde kap is een eindkap van alle resterende bomen. Met dit systeem verjongen ze hun bossen op 25 tot 35 jaar. Als regel stelt Romsilva dat er op minimum 70% van de oppervlakte voldoende natuurlijke verjonging aanwezig moet zijn alvorens men kan overgaan tot de eindkap. Is dit niet het geval, dan moet de eindkap uitgesteld worden tot er bijvoorbeeld een succesvol mastjaar optreedt. Extra aanplanten wordt tot een minimum herleid, plantsoen wordt opgekweekt in hun eigen kwekerijen en van wildbescherming is er geen sprake. Bestanden krijgen bij Romsilva een score die weergeeft welke bomen er groeien en wat de doelsamenstelling is. Een bestand heeft bijvoorbeeld als doel “zes beuk, drie zilverspar, één diverse hardhoutsoort” wat zoveel betekent als het streven naar 60% beuk, 30% zilverspar en 10% andere (hardhout)soorten.

Hoewel het kapsysteem voor ons Vlaamse Bosgroepers soms wrang aanvoelt, zullen we tijdens onze reis leren dat het bosbeheer in de Karpaten evenwel gebaseerd is op natuurlijke processen en duurzaam bosbeheer. Naast natuurlijke verjonging wordt ook gebruik gemaakt van vaste ruimingspistes. De ruimingspistes zijn op kaart ingetekend maar anders dan bij ons zijn er geen vaste afstanden tussen de pistes. De pistes richten zich dan ook meer naar het reliëf en kunnen wel tot 100 m uit elkaar lig-

Landschap aan de voet van de Karpaten © Paul Van den Bossche

gen. Het volledige bosareaal van Romsilva in Piatra Neamt is ook FSC gecertificeerd. Het maakt ons alvast benieuwd naar wat exact in de nationale FSC standaard staat, want zaken als (dik) dood hout en habitatbomen waren zo goed als nergens te zien.

Dubbel schalmen, dubbel plezier

We staan nu aan een padje dat recht omhoog tegen een steile helling op het bos in loopt. We klauteren naar boven en weten vanaf nu dat de Roemeense woorden “steil” en “niet zo ver” net iets anders betekenen dan in het Nederlands. Het valt ons op dat alle bomen op twee plaatsen geschalmd zijn: eenmaal op borsthoogte en dan nog eens aan de voet van de boom. De boom wordt afgezaagd net boven de schalm aan de voet, die blijft dan zichtbaar voor controle na exploitatie. Viorel licht ons toe hoe de controlesystemen bij Romsilva in elkaar zitten. Het is een complex systeem waarbij de boswachters grote verantwoordelijkheid dragen indien er overexploitatie plaatsvindt. Boswachters geven geëxploiteerde volumes op een tablet in die dan direct via de cloud naar een centrale databank worden gestuurd. Hierdoor kunnen houtvolumes tot op de vrachtwagens gecontroleerd worden en wordt illegale houtkap verhinderd. Momenteel wordt zelfs geëxperimenteerd met het plaatsen van een chip in elke boomstam, benieuwd hoe dat verder gaat evolueren want dat heeft ook een prijs.

Maar waar gaat al dat hout naartoe? In Roemenië wordt ongeveer 19.000.000m3 hout per jaar geoogst. Het grootste deel van het hout wordt geëxporteerd via de Zwarte Zee. De beuken gaan veelal richting Egypte of het oosten. Het naaldhout vertrekt via Oostenrijkse zagerijen naar o.a. Japan, China of de VS. Romsilva heeft zelf ook een zagerij waar 1.500.000m3 per jaar verzaagd kan worden. Over het hele land wordt 5.000.000m3 verzaagd en de rest verlaat Roemenië als rondhout. Momenteel is er geen houtverwerkende industrie meer in het land om het hout te verwerken tot hoogwaardige producten. Het verdwijnen van die plaatselijke lokale keten is natuurlijk jammer, omdat daarmee ook een belangrijk deel van de toegevoegde waarde elders wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt er ook heel wat hout door de lokale bevolking als brandhout benut. De prijzen van het hout leken ons toch op een behoorlijk niveau te liggen. De vergoedingen voor het handwerk in de bossen liggen duidelijk lager dan bij ons, wat wellicht verklaart dat het moeilijker wordt om uitvoerders voor het diverse werk te vinden.

Plaatselijk te gebruiken brandhout, à la Lars Mitting © Paul Van den Bossche

Paardenkracht in de bergen

In een jong bestand zien we twee paarden aan het werk die een vroege dunning helpen uitvoeren. Het is een erg geaccidenteerd terrein, en de paarden, toch een kleiner formaat dan onze Brabanders, moeten stevig werken om de afgezaagde bomen onderuit en de helling op te trekken. © Tom Vets

Imposant oerbos

We bezoeken ook een 1064ha groot oerbos waar er al sinds 1875 een nulbeheer van kracht is. Enkel de omliggende graslanden worden om de twee jaar gemaaid teneinde de successie te stoppen. De totale opstand wordt geschat op een 460–520m3 per hectare en het volume dood hout wordt geschat op meer dan 30m3 per hectare. In het gebied zouden naast allerhande wilde fauna en een gezonde berenpopulatie ook drie lynxen actief zijn. Het oerbos bestaat voornamelijk uit fijnspar, den, beuk en taxus. Sommige exemplaren zijn tot meer dan 200 jaar oud, 50m hoog en hebben een diameter van 140cm.

B&B: beer en bizon

De bosgroepreizigers wilden beren in de natuur zien. ‘Neen’, verzekerden de plaatselijke bosbeheerders ons, ‘dat wil je niet’. Getuige daarvan enkele foto’s van door beren aangevallen collega’s, gruwelijke wonden! Daarbij moet je niet enkel de bek vrezen, maar zeker ook de klauwen aan hun poten. Het dichtst dat we bij een beer zijn gekomen was een recente pootafdruk in de modder aan de kant van de weg.

Bizons dan maar! Deze Europese bizon, eigenlijk moet je wisent zeggen, was uitgestorven in het wild, maar ook in Roemenië is er een herintroductieplan. Dat plan houdt in dat er wisents worden gekweekt in een groot park, waarvan er jaarlijks een aantal in het wild worden uitgezet. Momenteel leven er meer dan 70 wisents vrij in de bossen in Neamt County en er werden al een 20-tal kalveren in de natuur geboren. ’s Winters worden de kuddes wel nog bijgevoederd met mineralen en zout. De wisents mogen voorlopig niet bejaagd worden, maar op termijn zou dat eventueel wel toegelaten worden. Soms komen de wisents in de buurt van de lokale dorpen. Boeren kunnen een compensatie krijgen wanneer wisents schade hebben veroorzaakt. Via educatie in de scholen tracht Romsilva een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak te creëren voor de aanwezigheid van de wisents in het landschap. De bedoeling is dat deze wisents zich uiteindelijk ook gaan vermengen met deze in Polen en Oekraïne. In het park zelf konden we een aantal behoorlijk tamme exemplaren bewonderen, op 5m afstand, achter draad. Een

Rijke flora in het bos o.a. dankzij het vele dode hout © Paul Van den Bossche

beetje teleurstellend dus voor zij die mee waren met de bosgroepenreis in Polen, waar we wisents in het wild hebben gezien, zonder draad, maar gelukkig op wat grotere afstand.

Kwaliteitsvolle eik for dummies

Waar we tot nu toe op een hoogte van 600-800m boven de zeespiegel vertoefden en prachtige voorbeelden van fijnspar, beuken en zilversparren bossen zagen, gaan we nu richting een iets lager gelegen gebied waar de eik op de voorgrond komt. We stoppen eerst aan een 15 jarige verjonging van eik en beuk, 12 ha groot, allemaal ontstaan uit natuurlijke verjonging. Ook hier is dit het resultaat van progressieve eindkappen om de natuurlijke verjonging zich te laten doorzetten. Het bestand staat vol mooie rechte eikjes en waarbij de dichte stand de natuurlijke takreiniging optimaal in de hand werkt. Het recept om deze kwaliteitsboompjes te bekomen is om niet onder de 80% kroonsluiting te komen. Op die manier blijft het bestand dicht genoeg en is de onderlinge concurrentie groot genoeg. Anderzijds moeten de eiken wel regelmatig bevoordeeld en vrijgesteld worden om meer schaduwtolerante en ongewenste soorten geen kans te geven en om de hoogte/diameter verhouding op peil te houden. Lange slanke stammen zijn namelijk een probleem bij hevige sneeuwval en daarvan krijgen ze heel wat gedurende de Roemeense winters. Het is trouwens deze sneeuwval die de natuurlijke verjonging vrijwaart tijdens exploitaties. Er wordt pas geëxploiteerd als er veel, ideaal <30 cm sneeuw ligt. We zijn allemaal onder de indruk van dit mooie resultaat. De zuiveringen die in deze fase van het beheer plaatsvinden zorgen voor kleine dimensies van hout wat als brandhout verkocht wordt. Ze krijgen hiervoor een prijs van 25-30 euro/m3, niet slecht.

Met de volgende stop nemen we een sprong in de tijd en zien we een eikenbestand waarbij de laatste eindkap nog dient plaats te vinden. De eiken zijn er 170 jaar, hebben geen bijzonder grote kronen maar zijn naast waterlot wel van goede kwaliteit. De prijzen die men voor deze eiken krijgt bij verkoop langs de weg liggen tussen de 300-400 euro/m3 . Wat vooral in het oog schiet is de overvloedige dichte verjonging die in het bestand aanwezig is. De soortenrijkdom in dit bestand is enorm met lindes, esdoorns, eik, beuk, haagbeuk, kers,… Het begin van een soortenrijk bestand? Neen, dat toch niet. Geen plaats voor de linde of andere soorten die commercieel niet belangrijk zijn, de focus ligt hier duidelijk op economisch gewin. De boswachters demonstreren hoe ze in deze verjonging met de hand (of met het kapmes) te werk gaan om de soortensamenstelling te sturen en de eikenverjonging te bevoordelen. Lindes en esdoorns worden geknikt aan een sneltempo. Dat het snel moet gaan moet wel als je weet dat je 200 euro/ha krijgt voor dit werk. In dit bestand wordt, zoals overal, gewerkt met vaste ruimingspistes die soms wel tot wel 160m uit elkaar kunnen liggen!

We besluiten met een pintje in de hand dat we sterke staaltjes bosbouw zagen: economisch bosbeheer gestoeld op natuurlijke processen en duurzaamheid, die Roemenen kunnen er wat van!

Eikenbos, op wat lagere hoogte, met veel natuurlijke verjonging © Tom Vets

Auteur: Lode Corluy met dank aan Paul Van den Bossche, Hannes Cosyns, Lotte Van Nevel, Sander Van Daele, Bram Coupé en Tom Vets voor tekst en foto’s.

“Wilde” bizons in het park © Paul Van den Bossche

This article is from: