Thermometer Architectuurcentrum Aorta Š Het hele jaar zet Aorta de thermometer in de stad. De Thermometer Cartesius Lab volgt de ontwikkelingen van bedrijventerrein Cartesiusweg. Een binnenstedelijk bedrijventerrein met grootstedelijke kansen en ambities. De thermometer wordt begeleid door een gastcommentator – die reageert op actuele ontwikkelingen in het Cartesiusgebied. Die commentator is Denise Vrolijk. Zij is journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening en stedenbouw en werkt voor vaktijdschrift S+RO. Aanvullend worden gastauteurs gevraagd hun visie op de transformatie van bedrijventerrein Cartesiusweg te geven. De blogs worden aan het einde van het jaar gebundeld en gepresenteerd aan de stad.
OP ZOEK NAAR INSPIRATIE
DENISE VROLIJK // JUNI 2012
OP ZOEK NAAR INSPIRATIE Tractieweg 41, Cartesiusgebied Utrecht. Een mooi voorbeeld van tijdelijk anders bestemmen. Hier huist de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) met het ateliergebouw. Achter de ramen vele achterkanten van kunstwerken in wording. Binnen de sfeer van creativiteit, maken en dingen in ontwikkeling – op een losse manier. Struikel niet over stukken hout, een kinderwagen en laat je niet verleiden door de heerlijk pasta’s die in een geïmproviseerde keuken klaarstaan voor de lunch.
Nee, wij gaan een hokje verder: naar een klein zaaltje met collegestoeltjes (met van die leuningen die een tafeltje vormen eenmaal neergeklapt voor je neus). Een heel andere sfeer, dat moet gezegd. Achterin keurige broodjes, koffie, thee en sap. Voorin de zaal de onvermijdelijke beamer. Wat doen we hier? In deze bubbel van ernst tussen alle creativiteit? We gaan in gesprek over de plannen voor het Cartesiusgebied, tijdens een door Architectuurcentrum Aorta georganiseerde middag.
Leen de Wit (gemeente Utrecht) geeft een korte toelichting op de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier, de naam
waarmee de gemeente het westelijk deel van het Cartesiusgebied wil onderscheiden van de driehoek aan de overzijde van de Cartesiusweg. Het gebied moet transformeren tot creatieve zone. Een stadsgeoriënteerd werklandschap waar de pioniersgeest, ambachtelijkheid en industriële bedrijvigheid hand in hand gaan. Waar stap voor stap kansen die zich voordoen worden benut. Niet omschreven in een ruimtelijk kader, maar via een ruimtelijk perspectief. Een ‘leidraad’ die prozaïsch is vervat in het ‘Het verhaal Werkspoorkwartier 2025’.
Onder de toehoorders raadsleden, ondernemers, ambtenaren, bewoners en natuurlijk ook partijen met prachtige plannen – één zelfs al klip en klaar gevat in een maquette. ‘Soms moet je je nek uitsteken,’ zegt Bas Pickkers (Pickkers Consult). Eén van de geestelijk vaders achter Connecting Cartesius. Een club ontwikkelaars en communicatiedeskundigen die dolgraag het pand aan de Tractieweg 50 zou herontwikkelen, nu de gemeente het in de verkoop zet.
Pickkers en consorten willen hier graag het kantoor van de eenentwintigste eeuw realiseren. Dat lijkt meer op een kroeg of een bovenkamer en is zeker geen kille verzameling bureaus. Het gaat volgens Pickkers om: ‘Denken, doen, maken, vernieuwen en zijn. Kortom, om een inspirerende plek.’ Zo’n ‘Broedplaats
3.0’ is vooral productieruimte voor materiële en immateriële goederen, zoals ze dat in Vlaanderen zo mooi weten te zeggen. Het is niet alleen mooi gezegd, maar strategisch ook zeer handig. In het gebied gelden, op grond van regionaal beleid, namelijk restricties voor de ontwikkeling van nieuwe kantoren. Door de omschrijving van de zuiderburen kan de kantoorfunctie, die ook bij de creatieve industrie onvermijdelijk is, mooi onder de noemer ‘creatieve bedrijvigheid’ (horeca, atelier, productie, kleinschalige bedrijvigheid) worden weggezet.
Want, hoewel de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier rept over een werklandschap, volgens de huidige regelgeving passen kleinschalige kantoren hier niet. Dat dit de verkoopbaarheid van de panden en het rendement van de investeerders beperkt, zit Wim Pot (Bedrijvenkring Cartesius en Pot Verhuizingen) goed dwars. Ook de focus op sec binnenstedelijke bedrijvigheid is voor ondernemers niet aantrekkelijk, meent hij. Juist de bereikbaarheid op nationaal niveau (Utrecht ligt tenslotte heel centraal in het land, redeneert Pot) is voor transportbedrijven een cruciale factor. Leen de Wit legt uit dat voor die nationale focus andere bedrijventerreinen beter gesitueerd zijn, denk aan Lage Weide, Papendorp... Feit is nu eenmaal dat het Cartesiusgebied door de uitbreiding van de stad steeds meer in het hart van Utrecht is komen te
liggen. Dat maakt het gebied ook kwetsbaar en daarom moet je keuzes maken, aldus De Wit.
Het Cartesiusgebied zou volgens die gedachtegang meer aan de omliggende wijken gekoppeld moeten worden, zodat er ook ’s avonds meer te beleven is. Maar die levendigheid zal niet van nieuwe bewoners komen; de functie wonen is hier namelijk uitgesloten. Een doorn in het oog van Jeroen van de Kraats (TCN). Hij vindt het te voorbarig om op voorhand niet te kiezen voor wonen. Daar kun je ook afspraken over maken, vindt hij: ‘Een levendige stadswijk, die 24 uur per dag aantrekkelijk is, kan bijna niet zonder bewoners.’ Roos de Haan (Wijkraad West) woont sinds kort in de Schepenbuurt, die grenst aan het Cartesiusgebied. Zij weet wel wat manieren om meer levendigheid op het terrein te krijgen: een aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte waar je als jogger, skater en fietser een lekker rondje kan maken. En een fijne verblijfsruimte aan het water. De oude insteekhaven is in potentie een prachtige plek, vindt Roos. Maar in de plannen ziet ze daar tot dusver niet veel van terug. Ook deze middag is voor haar verwarrend: de gemeente presenteert een visie, die nog moet worden vastgesteld door de gemeenteraad, en er staat al een kant-en-klare maquette van een plan dat misschien helemaal niet uitgevoerd gaat worden.
Achterin de zaal wordt instemmend geknikt en druk gemompeld. Het zijn de mannen van Fast Fabrications, het metaal- en lasbedrijf dat nu tijdelijk gehuisvest is aan de Tractieweg 50. Ze zijn haastig binnen komen schuifelen en willen de discussie voor geen goud missen. Ook zij hebben namelijk plannen met dit gebouw, vooral ook omdat ze er zelf graag willen blijven. Gezien de geschiedenis van het Werkspoorbedrijf en vanwege de gunstige ligging aan het water. Vol trots nemen ze de toehoorders mee naar de overkant van de straat en leggen uit wat ze van plan zijn: een deel van de ruimte (175 meter lang en 25 meter breed) hebben ze nodig voor hun productiewerkzaamheden, maar een ander deel kan prima worden verhuurd aan andere bedrijvigheid. De betrokkenheid en het enthousiasme zijn groot, het ontroert en prikkelt.
Helaas niet bij iedereen voor lange tijd. Als we in de bus stappen om te kijken hoe de voormalige fabriek van Maple Leaf Chewing Gum in Amsterdam door ontwikkelaar Lingotto is getransformeerd tot een hippe plek met allerlei soorten creatieve bedrijvigheid, blijkt de helft van de toehoorders al naar huis. Een gemiste kans om te leren van succesvolle initiatieven elders in het land. Hoe werd Lingotto’s oude en half afgebrande kauwgomfabriek een succes?
Hoe breng je zo’n ontwikkeling goed op gang en wat is daarbij de rolverdeling? Meer daarover een volgende keer…
Denise Vrolijk, april 2012