STAND IN DE STAD // HET DEBAT IN DE STAD 2012
ARCHITECTUURDISCUSSIE IN DE PROVINCIE UTRECHT
2 // Aorta #12
‘Wanneer we de pretentie hoog willen houden dat architectuur meer is dan overigens volstrekt respectabele vakken zoals stukadoor of behanger dan moet dat tot uiting komen in een maatschappelijk-culturele betekenis.’ Herman Hertzberger // Augustus 2012 //
Aorta #12 // 3
4 // Aorta #12
Een onmisbare schakel tussen ‘de architectuur’ en ‘het publiek’? Waar voorheen vooral de overheid verantwoordelijk was voor maatschappelijke investeringen in de stad is tegenwoordig een steeds belangrijker rol weggelegd voor marktpartijen. Woningcorporaties, ontwikkelaars en bedrijven investeren niet meer alleen in vastgoed, maar ook scholen, zorg-voorzieningen, infrastructuur en openbaar groen. Daarnaast wordt de stedeling steeds sneller geïnformeerd en neemt de roep om zelfbeheer en burgerinitiatieven toe. Via digitale media worden stadsbewoners vaker bij stedelijke ontwikkelingsprocessen betrokken. In de stedelijke ontwikkeling nieuwe stijl liggen kansen voor open processen waarin gebruikers van de stad (al dan niet via digitale media) kunnen participeren. Met deze veranderende tijd en de minder prominente rol van architectuur als culturele waarde in het rijksbeleid, verandert ook de rol van de architectuurcentra mee. Als platform in Utrecht verkent Aorta nieuwe mogelijkheden om de toekomst van het publieke belang in de stedelijke omgeving meer dan ooit te blijven vertegenwoordigen, te verbinden, te inspireren, te informeren, te agenderen en te activeren. Aorta zal sociale media en data steeds meer gebruiken om de stem van de gebruiker en handelende partijen van de stad te laten horen. In het jaarprogramma 2012 nam Aorta hier al een voorschot op door gebruik te maken van blogs voor de actuele vraagstukken. Deze bundel ‘Debat over de stad’ bevat een retrospectief van de architectuurdiscussie in 2012 vanuit verschillende perspectieven in de stad en regio, en vormt de blauwdruk voor de publicatie van het jaarlijkse programma van Aorta in de toekomst. Het jaarboek van Aorta wordt hiermee steeds meer een tijdsbeeld van de discussie door de jaren heen. Maar vormt ook het startpunt voor de architectuurdiscussie van de toekomst. De centra zelf zijn inmiddels een onmisbare schakel geworden tussen ‘de handelende partijen’ en ‘het publiek’. Ze bieden een podium voor het gesprek tussen gebruikers van de stad en omgeving, de architectuurliefhebbers, architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, ontwikkelaars, beleidsmakers en kunstenaars.
Eveline Paalvast, directeur December 2012
Aorta #12 // 5
Stationsplein Oost // Ector Hoogstad Architecten, in samenwerking met Buro Sant en CO (landschapsontwerp) en Royal Haskoning (engineering)
‘Debat over de stad’ bevat een retrospectief van de architectuur discussie in 2012 vanuit verschillende perspectieven
6 // Aorta #12
‘Een tijdsbeeld van de discussie door de jaren heen. Maar vormt ook het startpunt voor de architectuurdiscussie van de toekomst’
Aorta #12 // 7
8 // Aorta #12
INHOUD INLEIDING 004
CO-CREATIE // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
010
‘Community Architecture’// Henk van der Woude (REMAKE)
012
‘Geef nieuwe energie!’// Roelof Bleker, Ambassadeur zelfbouw
014
‘Meerwaarde van zelfbouw’// Anne Seghers (Studio Papaver)
016
‘Woonwensen centraal stellen is méér dan particulier opdrachtgeverschap’// Anne Seghers (Studio Papaver)
018
‘Terug naar de woonkwaliteit: CPO als middel’// Vincent Kompier (onderzoeker in Berlijn)
020
‘Een gevarieerde wijk lukt alleen in Cocreatie// Han Schraders (Stedenbouwkundige gemeente Utrecht) 022 ‘De loze belofte van zelfbouw en de rol van particulieren in de stadsontwikkeling’// Anne Seghers (Studio Papaver) 024 ‘Het lef hebben om los te laten’// Leen de Wit (Projectleider Veemarkt Gemeente Utrecht)
026
‘Zelfbouw: geen bijrol maar hoofdact in Almere’// Adri Duivesteijn (Wethouder Ruimtelijke Ordening Almere)
028
Ideeënprijsvraag Veemarkt // pilot cpo
032
‘Een ontwerp voor jou!’ // presentaties cpo (Architectencafe+Aorta)
034
HERGEBRUIK VASTGOED // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
038
‘Herbestemming is de nieuwe bouwopgave’// Frits van Dongen (Rijksbouwmeester)
040
‘Probleemeigenaar gezocht’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
042
‘Stappenplan’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
044
‘Waardeverandering leegstaande kantoren’// Jan Wijnand Groenendaal (WKG architecten)
046
‘Leegstand in Papendorp’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
048
‘De viskar als trekker’ // Mark Hendriks in gesprek met Zineb Seghrouchni (Studio Papaver)
050
‘Kantorentop’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
052
‘Belastingkantoor’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
054
‘Smak Geld’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
056
‘Fris geluid’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer) in gesprek met Klaas Beerda (gemeente Utrecht) 058 ‘De geheimen van Lage Weide’// Mark Hendriks in gesprek met wijkagent Erik Schep (Lage Weide)
060
‘Slapen op een kantorenpark’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)
062
‘De Leegstandskaart als structuurvisier’// Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl (temp.architecture)
064
‘Technasium: Kansen voor leegstand’ // MOB vormgeving & educatie
066
CARTESIUS LAB // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
070
‘Nieuw voer voor urban pioneers’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)
072
‘Op zoek naar inspiratie’// Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)
074
‘Profiteren van het moment’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)
076
‘Stukje bij beetje’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)
078
‘Magische Grens’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Erik Uitenboogaard (hoofdcurator Cartesiusmuseum)
080
‘Meer dan een intermezzo’// Anne Seghers (studio Papaver)
082
‘DIY vraagt om een nieuwe mindset’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)
084
‘Bruggenbouwers’ // Vriendinnen van Cartesius
086
‘Onduidelijke spelregels’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Willem Buunk (fractievoorzitter VVD) 088 ‘De nieuwe stoommachine van Cartesius’ // Vriendinnen van Cartesius
090
‘Laat het gewoon gebeuren’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Jeroen van de Kraats (TCN)
092
Aorta #12 // 9
‘Leren luisteren’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Casper Schuuring (GENT&MONK)
094
‘Kracht niet met het badwater weggooien’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) 096 Transformatie van een bedrijventerrein
100
Nieuwe visie nieuwe kansen / verbinden van krachten
102
VERKNOOPTE STAD // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
106
Stadsdebat stationsgebied
108
‘Razend complexe gebiedsontwikkeling ontrafeld’ // Anne Luijten 110
KRIMP // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
118
‘Transitions’ // Aorta i.s.m. Fotodok
119
WELSTAND // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
120
Welstandstoezicht in de toekomst’ // Aorta i.s.m. Commissie Welstand
121
PROGRAMMEER DE PROVINCIE // HET DEBAT IN DE REGIO Stand van zaken 2012
124
Stadsrand // veel meer dan rafelrand, restruimte of rommelzone
126
Urban Trajectories // van huisdeur tot bestemming
128
Nieuwe generatie // nieuwe stad
130
CULTURELE EVENEMENTEN Kunstuitdaging 136 Meet you in 2040
136
DARE #7 // Make a Difference!
136
Open Monumentendag // Groen van toen
137
Turkije-Nederland 400 jaar
137
Dag van de Architectuur // Architectuur en voedsel
138
CITYZINE Stedelijk Panorama Utrecht // DNA van de stad
140
UAR Utrecht // Uithof en ondergronds
140
Beeld van een stad
141
Kinderrondleiding Stadhuis Utrecht
141
Rondleidingen algemeen
142
OVER AORTA Website
146
Publicaties 148 Jaarcijfers
150
Bereik 152 Visie
154
Koers 2011-2013
155
Medewerkers
156
Sponsoren en subsidieverstrekkers
157
Colofon
159
10 // Aorta #12
CO-CREATIE // HET DEBAT IN DE STAD
Aorta #12 // 11
Stand van zaken 2012 Bij Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) geven particulieren in een collectief hun eigen huisvesting vorm. Internationaal, waar gesproken wordt van bouwgroepen, heeft dit al een grote vlucht genomen. In Nederland is het nog een betrekkelijk jong fenomeen. CPO heeft zich al bewezen door te zorgen voor een gevarieerder woningaanbod en een betere afstemming op de vraag. Het geeft mogelijkheden voor vernieuwing bijvoorbeeld op het gebied van collectieve voorzieningen, duurzaamheid, meer committment en betrokkenheid van bewoners. Naast de roep om meer zeggenschap door bewoners, vormt CPO ook een nieuwe markt voor de traditionele partijen. De provincie Utrecht helpt CPO te realiseren met ondersteuning en subsidieregelingen. In januari 2012 besloot de gemeente Utrecht tot een CPO pilotproject: de herontwikkeling van het Veemarktterrein aan de Sartreweg in Utrecht. Daarmee neemt Utrecht een grote stap in het mogelijk maken van collectief én particulier opdrachtgeverschap.
Achtergrond Eind 1965 werden de toenmalige veemarkten verplaatst van het marktcomplex aan de Croeselaan naar de Voorveldse polder, het huidige Veemarktterrein. Inmiddels heeft de veemarkt Utrecht alleen nog een paardenmarkt op maandag. De runder- en schapenmarkt zijn verhuisd naar Bunnik. De dinsdagse automarkt op het Veemarkt-complex kwam na opening van het nieuwe complex in 1970 tot bloei, en is één van de grootste automarkten in Europa. Op 1 april 2012 sloot de Veemarkt en is gestart met de voorbereidingen van het terrein voor de transformatie naar woningbouw.
De discussie De gemeente Utrecht wil op de plek van het huidige Veemarktterrein een unieke woonwijk maken. De behoefte aan nieuwbouwwoningen in Utrecht is groot. Het terrein biedt goede mogelijkheden om hierin te voorzien. De ligging van het Veemarktterrein is gunstig en er is plaats voor zo’n 500 woningen. Het moet een toonaangevende duurzame wijk worden. De gemeente Utrecht heeft zich ten doel gesteld minimaal 10% van de woningen in (collectief) particulier opdrachtgeverschap te realiseren. De eerste bouwvelden zijn inmiddels uitgegeven. De bouwvelden X en Y zijn bij voorrang bestemd voor (C)PO-projecten. De Gemeente Utrecht heeft nu het voortouw genomen met het bij elkaar brengen van (C)PO-ers voor deze bouwvelden. Maar hoe breng je aanbod en vraag samen? De vereniging Veemarkt benaderde Aorta met de vraag of Aorta een rol kon spelen in het bewust maken van architectonische mogelijkheden voor toekomstige (collectief) particuliere opdrachtgevers van deze wijk. Aorta organiseerde een ideeenprijsvraag en droeg zo bij aan de ideevorming over de mogelijkheden tussen vraag en aanbod voor het Veemarktterrein in Utrecht. Daarnaast volgde Aorta in 2012 de discussie rondom (C)PO en de ontwikkelingen daarvan in Utrecht.
Waar staan we nu? De ontwikkeling van de Veemarkt ligt mooi op schema. De sloop is bijna afgerond, en begin januari wordt gestart met het bouwrijp maken van het veemarktterrein. De ontwikkeling van de diverse bouwvelden is in volle gang. Ook voor de eerste particuliere kavels die in de verkoop zijn gebracht is veel belangstelling.
12 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 1
Community Architecture Buro voor architectuur REMAKE Bouwen met en door bewoners zit in de oorsprong van
Over deze manier van ontwikkelen is, op grond van ons
architectuur, maar is ten tijde van de kwantitatieve
onderzoek, met stelligheid te zeggen dat er sprake is
bouwopgave naar de achtergrond verdwenen. De crisis
van een kwaliteitsverbetering in vergelijking met
in de bouwwereld zorgt voor een versnelde transitie van
traditionele ontwikkelprocessen. Die kwaliteit heeft voor
een kwantitatieve naar een kwalitatieve bouwmarkt en
alle projecten een verschillend accent. Dat accent kan
hierbij zijn de wensen en meningen van bewoners
programmatisch, architectonisch of stedenbouwkundig
cruciaal. Door deze ontwikkeling is de aandacht voor
zijn, maar het kan ook duurzame maatregelen of bijzon-
community architecture sterk gegroeid. Maar wat is het
dere voorzieningen betreffen. Alle projecten hebben,
nu eigenlijk en welke kansen biedt dit aan architecten,
op een abstracter niveau echter ook overeenkomsten.
de hele bouwmarkt en eerst en vooral aan bewoners?
Ten eerste hebben de eindgebruikers, die soms tot de initiatiefnemers behoren, bij alle projecten een grote tot
De meest gangbare definitie van community architecture
zeer grote mate van zeggenschap. De grote betrokken-
is: ‘Architecture carried out with the active participation of
heid die dat vereist leidt tot een gevoel van ‘ownership’;
the end users.’ (Wates & Knevitt, 1987) Het belangrijkste
men voelt zich verantwoordelijk voor de eigen leefom
kenmerk van community architecture is dat die tot stand
geving. Ten tweede is in alle projecten het gemeenschap-
komt door of met een collectief van toekomstige ge-
pelijke karakter een belangrijke component. Vaak zijn er
bruikers die gezamenlijk hun individuele en collectieve
gemeenschappelijk voorzieningen, een gemeenschap-
woonvraag realiseren. De woonvraag kan betrekking
pelijk ideaal of er is een gemeenschappelijk belang dat
hebben op de eigen woning maar ook op de woonom
wordt nagestreefd. Deze collectieve component heeft
geving en de lokale voorzieningen. De gebruikers willen
een sterke culturele lading die in verband gebracht kan
op deze wijze zeggenschap krijgen over de economische,
worden met de behoefte aan het derde overeenkomstige
programmatische, esthetische en sociale aspecten van
aspect; de identiteit. Deze identiteit komt tot stand door
het wonen. Een goed voorbeeld van community
intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen
architecture dat steeds meer voorkomt in Nederland is
maar vooral tussen de mede-gebruikers. Men gaat
het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO).
daarbij op zoek naar de gezamenlijke identiteit waardoor
Community architecture zien we echter ook steeds meer
een sociale context ontstaat. Ownership, identiteit en
ontstaan bij de transformatie en het beheer van be-
gemeenschappelijkheid leiden tot interactie tussen de
staande woongebieden. Bewoners en gebruikers worden
gebruikers en de woonomgeving. Er is daardoor meer
daarin een steeds grotere verantwoordelijkheid en
verantwoordelijkheid en zorg voor het eigen woonmilieu.
zeggenschap toegekend. Al in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd een In ons onderzoek naar community architecture staat
gebrek aan identificatiemogelijkheden en interactie
de vraag centraal of die zeggenschap leidt tot een
mogelijkheden met de omgeving geconstateerd. Die
verbeterde kwaliteit van de woning en woonomgeving.
kritiek was een reactie op de catastrofale gevolgen van
De overheid stimuleert eigenbouw omdat die wijken
de modernistische beginselen in de stedenbouw en
aantrekkelijker zou maken. Zeggenschap zou leiden
architectuur waarvoor de uitgangspunten werden vast-
tot een grotere betrokkenheid van de gebruikers bij de
gelegd door de CIAM in het Charter van Athene. Al in
eigen wijk. De woning en woonomgeving zouden beter
1953 werden de functionalistische uitgangspunten door
aansluiten bij het gewenste gebruik en de persoonlijke
een aantal architecten in twijfel getrokken. Het gebrek
beleving. Dit zou kunnen betekenen dat een wijk, die
aan identiteit dat het gevolg was van het reducerende,
met zeggenschap van de gebruikers tot stand komt ook
abstraherende en calculerende wetenschappelijke
sociaal sterker en fysiek duurzamer is.
denken vormt de kern van de kritiek. ‘Wonen’ zo stelde
Aorta #12 // 13
John Habraken destijds ‘is niets anders dan je identifi
steeds meer ‘producent’ en verplaatst zich naar de voor-
ceren met je omgeving’, het gaat er volgens hem ‘een-
kant van de productontwikkeling. Deze mogelijkheden
voudig om dat mensen iets moeten kunnen doen met
worden nog te weinig benut.
hun eigen omgeving en iets kunnen doen betekent keihard: verantwoording dragen voor de eigen omgeving’
Dan zijn er nog de veranderingen ten aanzien van ons milieu. Vanaf het rapport ‘De grenzen aan de groei’ van
Maar ook het ondemocratisch karakter van het ruimte-
de club van Rome tot aan de film ‘An inconvenient truth’
lijk ordeningsproces werd door hen bestreden. De kritiek
van Al Gore is er een groeiend milieubewustzijn dat
heeft tot zichtbare verandering geleid. De stedenbouw
vraagt meer verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid
en architectuur is contextueler geworden, er is meer
met de wereld om ons heen. Problemen moeten lokaal
aandacht voor het landschap en voor de cultuurhistori-
worden opgelost om afwenteling op mensen elders te
sche aspecten ervan, echter van democratisering van de
voorkomen. Verbondenheid, verantwoordelijkheid en
ruimtelijke ordening door zeggenschap is nog weinig of
zorg voor het eigen woondomein zijn de basis voor een
geen sprake.
duurzame leefwereld. Die verantwoordelijkheid moet veel meer door mensen zelf worden genomen. Daarvan
Toch is zeggenschap van steeds groter belang. Het is
zien we goede voorbeelden in community architecture.
de enige manier om aan de grote veranderingen die de laatste vijftig jaar in de samenleving hebben plaats-
De genoemde veranderingen kunnen niet door een
gevonden vorm te geven. Daarbij gaat het om sociale
centrale overheid worden aangestuurd, maar moeten
veranderingen. Het gezin is allang niet meer de belang-
bottom up worden georganiseerd. Zeggenschap in ruim-
rijkste woonvorm. Er hebben zich bovendien grote aan-
telijke ordeningsprocessen is daarbij noodzakelijk omdat
tallen immigranten in Nederland gevestigd met eigen
traditioneel gestuurde ontwikkelprocessen te weinig op
woonculturen. Dit levert een caleidoscopische veelheid
deze veranderingen kunnen inspelen, zoals gebleken is
aan woonvormen en mogelijke community’s op.
bij de ontwikkeling van de VINEX wijken. Onze studie laat
Daar komt bij dat de huurdersmarkt is verandert in een
zien dat bij community architecture meer kwaliteit wordt
kopersmarkt waarvan het eisenpakket zeer verschillend
ontwikkelt op het gebied van duurzaamheid, sociale
is. We zien deze verscheidenheid onvoldoende terug in
cohesie, ruimtelijke en programmatische variëteit dan
het woningaanbod.
bij traditionele ontwikkelprocessen.
Het gaat verder om technologische veranderingen.
Henk van der Woude // REMAKE
Mensen manifesteren zich op internet, maken hun eigen
Henk van der Woude is bouwkundige en eigenaar van REMAKE, buro
blog aan, reageren op wat er gebeurt in de samenleving
voor architectuur. Voor het inventariseren van de wensen van gebruikers
en creëren hun eigen content. Zij verenigen zich rond
hebben zij een eigen methodiek ontwikkeld. Eind 2012 presenteert
fora op basis van een gemeenschappelijk belang of een
REMAKE hun onderzoek naar Community Architecture in Nederland.
gedeelde interesse. Daardoor wordt de ‘consument’
www.remake.nl
Meer kwaliteit op het gebied van duur zaamheid, sociale cohesie, ruimtelijke en programmatische variëteit
14 // Aorta #12
CO-CREATie // blog #2
GEEF NIEUWE ENERGIE! Roelof Bleeker // Ambassadeur zelfbouw Na de vuurwerkramp in Enschede was ik verantwoordelijk voor de wederopbouw van 60 hectare gewonde stad. Honderden mensen hebben daar de kans gekregen hun eigen droom te bouwen. Als je nu door de wijk, Roombeek, loopt voel je de energie die dat oplevert. Mensen benutten de kans als ze de ruimte krijgen om hun droom te realiseren. Jong en oud, rijk en arm, wie wil had de kans. En wat is er mooier dan je eigen huis laten ontwerpen en bouwen? Niet alleen de meubels verschuiven in je woonkamer of investeren in een nieuwe keuken of badkamer, maar je hele huis kunnen indelen en alle materialen en kleuren zelf bepalen. Om er vervolgens nooit meer weg te gaan. Steeds meer gemeenten durven hun inwoners de ruimte te geven om zelf te bouwen. En niet alles vervolgens dicht te timmeren met voorschriften over rooilijnen, dakhellingen en kleur van de bak stenen. Daarbij is Roombeek baanbrekend gebleken. Volgens vriend en vijand is die wijk mooi geworden door ruimte te geven en op hoofdlijnen te sturen op beeldregie. Het is nog wel spannend of andere gemeenten echt serieus voor zelfbouw gaan of het als uiterste redmiddel tegen de (bouw)crisis zien. Als ambassadeur particulier opdrachtgeverschap tref ik inmiddels veel wethouders die er echt voor gaan. Die hun burgers die ruimte gunnen. Maar lukt het vervolgens? Worden er goede locaties aangewezen of alleen de plekjes die aan een ontwikkelaar niet waren te verkopen. Zijn de grondprijzen die gevraagd worden reëel of weerspiegelen die nog de financiële ambities van voor de crisis? Wordt er echt ruimte gegeven aan eigen keuzes voor architectuur, of is alles dichtgetimmerd? Als een kavel te koop wordt aangeboden, mag je dan ook echt bouwen of zijn er nog grote risico’s voordat het bestemmingsplan definitief is? Zijn de ambtenaren ook servicegericht of worden er vele loketten dichtgehouden? Particulier opdrachtgeverschap moet je niet alleen willen, je moet het ook goed organiseren! En dat lukt veel gemeenten (nog) niet. Krijgt zelfbouw in Nederland meer grond onder de voeten? De tijd zal het leren. Ik zet me ervoor in. En u? Houd het in de gaten! Op steeds meer plekken in het land wordt ruimte geboden. Benut die kans! Bouw uw droom en geef daarmee energie aan de stad! Zodat u nooit meer hoeft te verhuizen! Roelof Bleker // Ambassadeur Zelfbouw ministerie BZK Als Ambassadeur Zelfbouw voor het ministerie van BZK, stimuleert hij het particulier opdrachtgeverschap in de woningbouw richting gemeenten.
Aorta #12 // 15
Baugruppen Berlijn
Het is nog wel spannend of andere gemeenten echt serieus voor zelfbouw gaan.
16 // Aorta #12
CO-CREATie // blog #3
Meerwaarde van zelfbouw Anne Seghers // Studio Papaver “Dit lage raam in de douche hebben we zelf ontworpen.
Een veelgehoord tegenargument voor (collectief) parti-
Als je hier staat te douchen, dan kunnen mensen buiten
culier opdrachtgeverschap is dat het niet voor iedereen
alleen een stukje van je benen zien, van je knieën tot je
toegankelijk zou zijn, zowel uit financieel als sociaal
enkels. Maar als je in bad zit, kun je via datzelfde raam
oogpunt. Als je als zelfbouwer een kavel wilt kopen, blijk
wel zo het park in kijken.” Een raam ín de douche, dat
je een aanzienlijke voorinvestering te moeten doen die
kom je in een regulier gebouwd huis nooit tegen. Want
vaak niet meegefinancierd kan worden in de hypotheek.
de gedachte van ‘de bouwer’ is dat niemand een raam
Dat betekent dat je dus een flinke spaarpot moet heb-
in zijn douche wil. Dit vanuit privacy overwegingen. Maar
ben om aan particulier opdrachtgeverschap te kunnen
particulier opdrachtgeverschap maakt dit wel mogelijk.
beginnen. Je draagt dus ook zelf al het financiële risico
Logisch eigenlijk, want waarom zou iemand mogen
voor de bouw. De gemeente Almere heeft inmiddels wel
bepalen dat jij geen uitzicht op het park kunt hebben?
alternatieve financieringsmogelijkheden voor zelfbouwkavels, waardoor dit ook voor mensen met een lager
Vrijheid en zelf keuzes maken. Dat is de grootste meer-
inkomen toegankelijk is. Daarnaast is zelfbouw een
waarde die ‘zelfbouwers’ toekennen aan particulier
intensief, een vrij complex en voornamelijk lang traject.
opdrachtgeverschap. Niet enkel schuiven met meubels,
Je hebt te maken met bouwaanvragen, het aansturen
maar écht bepalen hoe je huis eruit ziet. De standaard-
van architecten en aannemers, het regelen van finan
concepten die de reguliere nieuwbouw domineren,
ciering, bestemmingsplannen, welstand en het maken
hebben bij zelfbouwprojecten dan ook plaatsgemaakt
van kostenramingen. Het is heel begrijpelijk dat de
voor unieke ideeën. Je zelfgebouwde huis is niet alleen
blanke hoogopgeleide bewoner dit niet als belemmering
anders dan andere huizen, het past precies bij hoe jij het
ziet, maar voor de bewoner met minder geld en kennis
wilt gebruiken. Het is een huis op maat.
is deze drempel waarschijnlijk een stuk hoger. Sommige mensen hebben immers heel wat andere dingen aan
Terugkijkend op het proces spreken alle zelfbouwers over
hun hoofd dan fantaseren over hun droomhuis.
een zwaar en intensief traject. Dat is te verwachten, want professionele bouwers hebben niet alleen ongelooflijk
Los van deze kritische kanttekeningen lijkt er toch
veel kennis van het bouwproces en een onuitputtelijk net-
een gunstig toekomstperspectief voor zelfbouw te
werk in de bouwwereld, maar ook jarenlange ervaring.
groeien. De traditionele bouwwereld ligt door de crisis
Dit ontbreekt bij de meeste zelfbouwers. Voor hen is het
noodgedwongen stil, waardoor er vrij baan is voor de
meestal de eerste – en vaak ook enige – keer dat ze een
zelfbouwers. Steeds meer gemeenten en ook woning-
bouwproces doormaken vanaf het kopen van bouwrijpe
corporaties zien hier een grote kans voor (collectief)
grond tot het kiezen van de mortel voor het voegwerk.
particulier opdrachtgeverschap. En dat is gunstig, want bij een grotere betrokkenheid met je eigen huis en buurt
Toch is er niemand die achteraf spijt heeft. Er is juist een
is iedereen gebaat. De angst bij veel gemeenten – en
intense dankbaarheid voor het resultaat. Iets waar je zelf
met name bij welstandscommissies – voor ‘Belgische
voor gezwoegd hebt, heeft een grotere waarde dan een
praktijken’ die uit zelfbouw zouden voortvloeien, moet
kant-en-klaar-pakket waar geen bloed, zweet en tranen
dan ook los gelaten worden. Want vergeet niet dat ook
in zitten. Die grote waardering blijkt ook uit het feit dat
grote delen van Nederland waar we nu uitermate trots
zelfbouwers veel minder snel geneigd zijn om te verhui-
op zijn in vroegere tijden via particulier opdrachtgever-
zen. De betrokkenheid bij het eigen huis en de buurt is
schap tot stand zijn gekomen. En daarnaast, Belgen zijn
ontzettend groot; beide zijn immers – letterlijk - eigen-
hele gelukkige mensen.
handig uit de grond gestampt. En daarin schuilt een ander verschil met de traditionele bouwwereld. Deze sector
Anne Seghers // Studio Papaver
is de betrokkenheid bij wat er gebouwd werd de laatste
Als stedenbouwkundige ontwerpt, onderzoekt en schrijft
jaren volledig kwijtgeraakt. Er heerste geen mentaliteit
Anne over de stedelijke dynamiek. Zij is tevens de mede-
om een huis te bouwen dat mensen in hun hart zouden
oprichter van Studio Papaver, bureau voor stedelijk
sluiten, maar er werd gebouwd om geld te verdienen.
onderzoek, ontwerp en theorie. www.studiopapaver.com
Aorta #12 // 17
Schootshuis Blauwkapel // Foto Rolf Reichardt
Iets waar je zelf voor gezwoegd hebt, heeft een grotere waarde dan een kant-en-klaar-pakket waar geen bloed, zweet en tranen in zitten. Bekijk hier verschillende filmportretten van zelfbouwers: http://particulieropdrachtgeverschap.arch-lokaal.nl/
Architectuurcentrum Aorta maakte enige tijd geleden ook een documentaire over zelfbouw in Utrecht: http://www. aorta.nu/publicaties/documentaire/het-wilde-dromen-2007/
;-) Over het woongeluk van Belgen: http://www.fedra. belgium.be/nl/mijn-wereld-en-ik/reportage/d/detail/huisthuisgevoel-geluk
18 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 4
Woonwensen centraal stellen is méér dan particulier opdrachtgeverschap Anne Seghers // Studio Papaver
“De gebruiker aan zet” en “Van woonconsument naar
Nu is het zo dat gemeenten massaal stimulerings-
woonproducent”. Deze slogans zorgden enkele jaren ge-
maatregelen voor particulier opdrachtgeverschap in
leden wellicht nog voor opgetrokken wenkbrauwen, maar
hun beleidsplannen hebben opgenomen. Want ook zij
tegenwoordig is de gedachte aan een grotere rol voor de
constateren dat de crisis de ‘traditionele’ bouwende
wensen van bewoners steeds minder uitzondering en
partijen vleugellam heeft gemaakt. De redenering is dat
steeds meer gemeengoed. Dat is goed. Want iedereen
zelfbouwers nog wel middelen hebben om woningen te
ziet dat massaproductie en eenheidsworst niet langer
bouwen. En onder het mom van ‘vraaggericht bouwen’
aansluiten bij de huidige markt. Een bouwproces waarin
en ‘het centraal stellen van woonwensen’ worden de
de woonwensen centraal staan, dat is de uitdaging.
zelfbouwers naar voren geschoven en verdwijnen de professionele bouwers meer naar de achtergrond. Maar
Het is goed om te beseffen dat er verschillende manie-
bereiken deze stimulerende maatregelen wel het ge-
ren zijn om tot dit vraaggerichte bouwproces te komen.
wenste effect, namelijk een bouwproces dat stoelt op
Particulier opdrachtgeverschap is een krachtige
woonwensen, als de aandacht zo eenzijdig uitgaat naar
methode waarin de gebruiker in het middelpunt staat
particulier opdrachtgeverschap?
en waarbij woonwensen de leidraad vormen. Maar het is slechts één methode; het is zeker niet de enige en
Want particulier opdrachtgeverschap is slechts één
ook niet altijd de beste manier. Want voor sommige
onderdeel binnen een vraaggericht bouwproces. En het
ruimtelijke opgaven is particulier opdrachtgeverschap
stimuleren van enkel deze ene vraaggerichte bouw
niet geschikt, bijvoorbeeld doordat de schaal van de
methode zal op de lange termijn niet leiden tot een
bouwopgave dusdanig groot is of wanneer er gebouwd
bouwproces waarin woonwensen centraal staan.
wordt voor een doelgroep die helemaal geen interesse
Enerzijds, zoals eerder al gesteld, omdat sommige
heeft om actief bij het bouwproces betrokken te worden.
bouwopgaven niet passen bij de schaal waarop
Voor dit soort opgaven is er dus nog steeds behoefte aan
particulier opdrachtgeverschap opereert en omdat
professionele bouwers, maar niet met de werkwijze die
sommige mensen niet actief bij het bouwproces betrok-
ze tot enkele jaren geleden hanteerden. Want bouwen
ken wíllen worden. Particulier opdrachtgeverschap
om snel geld te verdienen, werkt niet meer. Dat was wel
beslaat uiteindelijk dus maar een klein aandeel in alles
mogelijk in de sterk aanbodgestuurde markt van vóór de
wat er gebouwd wordt. Maar anderzijds belemmert de
crisis. Alles wat toen gebouwd werd, ging snel en voor
eenzijdige aandacht voor particulier opdrachtgever-
een hoge prijs van de hand. Maar wat nu niet aansluit bij
schap de omslag naar het vraaggericht ontwikkelen bij
de vraag, wordt simpelweg niet verkocht.
de grotere, professionele bouwers. Zo lang zij ‘buiten spel’ blijven staan in de huidige, vraaggerichte markt, krijgen zij niet de kans en de prikkel om deze omslag te maken. Terwijl zij juist degenen zijn die bij de grotere opgaven nodig zijn.
Aorta #12 // 19
De meer traditionele bouwende partijen moeten zich het vraaggericht overtuigend aanleren en het zich eigen gaan maken, tot in de vezels. Want anders loert het gevaar dat het hele woonwens-denken bij deze partijen feitelijk niet meer is dan een afleidingsmanoeuvre tot de crisis ten einde is, waarna ze weer op de oude voet verder kunnen. En dat is wat niemand wil. Het centraal stellen van woonwensen moet dus werkelijk in de haarvaten van de professionele bouwers gaan zitten, wil het ook na de crisis beklijven. Anders is particulier opdracht geverschap niet meer dan een laatste strohalm in de crisis, een overbruggingsmechanisme, in plaats van een zeer sterk voorbeeld van een type projectontwikkeling dat altijd al gewenst was maar waarvoor nooit veel ruimte was in de markt. Het is dus van groot belang om ook andere vormen van woonwensgericht bouwen te onderzoeken en uit te proberen. Manieren die bedacht, uitgeplozen en toegeÍigend worden door de professionele bouwers van voorheen. Want daarmee zorg je dat woonwensgericht bouwen een antwoord is op meerdere ruimtelijke opgaven dan enkel de kleinere schaal waarop particulier opdrachtgeverschap een antwoord heeft. En daarmee zorg je dat de aandacht voor deze aanpak niet verslapt op het moment dat er weer meer economische voorspoed komt. Alleen dan kunnen woonwensen echt serieus genomen en geborgd worden. Anne Seghers // Studio Papaver Als stedenbouwkundige ontwerpt, onderzoekt en schrijft Anne over de stedelijke dynamiek. Zij is tevens de medeoprichter van Studio Papaver, bureau voor stedelijk onderzoek, ontwerp en theorie. www.studiopapaver.com
Het is goed om te beseffen dat er verschillende manieren zijn om tot dit vraaggerichte bouwproces te komen.
20 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 5
Terug naar de woonkwaliteit: CPO als middel Vincent Kompier // onderzoeker & publicist woonachtig in Berlijn
Sneller? Nee. Goedkoper? Ook niet per se. Mooier? Ja,
waar je wilt zijn. Die, naast technische, ook vooral
dat wel. En duurzamer? Zeker. Dat zijn kernwoorden die
functionele kwaliteit heeft en die zich niet beperkt tot
van toepassing zijn op CPO-projecten in Duitsland. Daar
een hip of modieus (of juist traditionalistisch, wat eigen-
bestaat de traditie om samen te bouwen – dus zonder
lijk nog modieuzer is) architectonisch jasje.
projectontwikkelaar, kostendeskundige, constructeur, doelgroeponderzoeker, makelaar en allerlei andere
Het gros van het nieuwbouw-woningaanbod laat nog
tussenlagen die in Nederland het bouwen zo duur en
immer een beperkte manier van leven toe: dat van een
nodeloos ingewikkeld maken – al veel langer. Waar
gemiddeld gezin met twee kinderen, waarvan de ouders
komt deze traditie vandaan? En wat valt er van te leren
de grootste slaapkamer innemen, het oudste kind de
voor de Nederlandse – en dus ook Utrechtse – situatie?
middelste kamer en het jongste kind de kleinste kamer. Bijna alle woningen (op halalwoningen na) worden op-
Eigenlijk is daar een heel simpel antwoord op. Wie in
geleverd met een woonkamer met leefkeuken, die het
Duitsland binnen het bestaande aanbod niet datgene
onmogelijk maakt om koken en wonen van elkaar te
kan vinden wat hij zoekt, gaat zelf aan de slag. Dat doen
scheiden. Zelf wil ik, nu ik de degelijke Duitse woning
zij al zo’n dertig jaar. Waarom kunnen zij die ideale
ken, nooit meer in mijn leven zo’n Hollandse living met
woning niet in het bestaande aanbod vinden? Omdat in
design-kookeiland. Niemand hoeft te zien hoe ik de
Duitsland, net als in Nederland, de afgelopen veertig
pannenkoeken terug in de pan mik nadat zij bij het keren
jaar de focus vooral op productie en kwantiteit heeft
een tijdelijke tussenlanding op de vloer gemaakt hebben.
gelegen. Als het al over kwaliteit ging is vooral de technische kwaliteit van de woningen benadrukt. De woon-
Zonder gekheid; de mogelijkheid in Nederland om je
kwaliteit, ofwel de vraag: hoe wonen we eigenlijk en
woning naar eigen wensen en leefpatronen te ontwer-
hoe heeft ons leven het wonen veranderd? is nauwelijks
pen en in te delen is bijna onmogelijk. Hordes stylistes
beantwoord in de bouwproductie.
en leefstijlonderzoekers hebben de afgelopen jaren een waaier aan leefstijlen ontwikkeld die door architecten
Nu zult u zeggen: “wat is er dan mis met de woon
in verschillende woonsferen (kasteel, grachtenpand,
kwaliteiten in Nederland? Niets toch? Mijn dak lekt niet
countryhuis met veranda) en architectuur zijn vertaald.
en de voordeur tocht niet, dus wat is het probleem?”.
Deze manier van werken beperkt zich tot de buitenkant.
Dat is waar. De technische woonkwaliteit van Neder-
Dat een gemiddeld gezin inmiddels met de laptop/tablet
landse woningen is over het algemeen goed. Hoewel op
op schoot televisie kijkt, en dat een gemiddeld gezin
duurzaamheid de gemiddelde Duitse woning de Neder-
meerdere hobby’s kent; daar heeft het gemiddelde huis
landse woning flink achter zich laat. Meer marktwerking
zich nog lang niet aan aangepast. En heeft u wel eens
in de woningbouw heeft niet datgene opgeleverd wat je
de gemiddelde tuin in een gemiddelde nieuwbouwwijk
bij het begrip ‘markt’ zou verwachten: een verhoging
bekeken? Gemiddeld is daar 90% betegeld, met hier en
van het aanbod, een grotere keus in kwaliteiten (dus ook
daar een pot met wat gemiddeld groen erin, want een
‘slechte’ kwaliteit, die dan minder kost) of kwalitatief
gemiddeld gezin heeft nul tijd om een tuin te onder
betere woningen voor minder geld. In het aanbod blijft
houden.
datgene ontbreken waar veel behoefte aan is: een goede woning, die meer is dan techniek. Die ook een plek is
Aorta #12 // 21
Vincent Kompier // Planoloog en demograaf in Berlijn Vincent Kompier is planoloog en demograaf. Als onderzoeker heeft hij jarenlang gewerkt bij architectuur-, onderzoeksbureaus en de overheid. In 2008 is hij naar Berlijn verhuisd waar hij dagelijks blogt over de dagelijkse ruimtelijke ordening in Berlijn. www.vincentkompier.de
Terug naar Duitsland. Wat laten de woningprojecten die
Dit zelf bouwen laat zien dat een nieuwe manier van
in CPO zijn ontwikkeld zien? Dat generieke en specifieke
ontwikkelen en wonen in opkomst is. Overigens veel
kwaliteiten in een goede balans worden vermengd.
minder idealistisch en veel meer pragmatisch dan
Generiek wil zeggen: goede lichttoetreding, afgestemd
menigeen denkt: ook bij zelfbouwers is rendement een
op de plek; mooie en ruime hallen en gangen (waar je
niet onbelangrijk doel. Toch staat niet de verkoopbaar-
jas niet subiet van de kapstok valt als je ‘m net uitge-
heid van de woning voorop, maar het maken van een
trokken en opgehangen hebt en je je wilt omdraaien; die
eigen plek waar je je thuisvoelt. En als je je thuisvoelt,
beroemde Nederlandse gang). Kwaliteiten als energie-
hoef je ook niet om de zes jaar te verhuizen. Met het
zuinigheid, ruimtelijkheid in de woning, gebruiksgemak
zicht op een vastgelopen woningmarkt die voorlopig
als opbergruimte voor fietsen en kinderspeelgoed,
niet losgetrokken wordt een prettig vooruitzicht. Een
(gemeenschappelijke) ruimte voor hobby’s, logés of
woonvorm waar de woonconsument van louter passief
een sauna worden als vanzelfsprekend in de zelfbouw
opsouperen wat anderen voor hem bedacht hebben
projecten mee ontworpen. Daarnaast bouwen zij opval-
transformeert tot bewoner. Een tevreden bewoner,
lend duurzaam, want zij betalen zelf de energierekening
omdat hij zelf heeft bijgedragen aan het creëren van zijn
en doen daartoe bij aanvang andere investeringen in
ideale woonplek.
duurzaamheid. Het opleggen van (bovenwettelijke) duurzaamheidsverplichtingen aan zelfbouwers is dan ook als een teken te zien dat veel Nederlandse gemeenten de intenties van zelfbouwers nauwelijks begrijpen en serieus nemen.
Wie in duitsland binnen het bestaande aanbod niet datgene kan vinden wat hij zoekt, gaat zelf aan de slag. Dat doen zij al zo’n dertig jaar.
22 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 6
Een gevarieerde wijk, levendig en verrassend voor iedereen, lukt alleen in co-creatie Han Schraders // Gemeente Utrecht
Waar staan we nu met de Veemarkt? Er wordt op dit
de openbare ruimte en een maximale flexibiliteit ten
moment ontworpen aan diverse bouwvelden binnen het
aanzien van woningtypologieën en volumina binnen de
plangebied. Individuen hebben een optie op een bouw-
bouwvelden, dat is het streven. Het beeldregieplan is
kavel en een ontwikkelaar heeft, samen met een
gemaakt als inspiratiebron en het biedt bewoners en
corporatie, een drietal architecten opdracht geven om
hun architecten een handvat voor het woningontwerp.
samen met de toekomstige bewoners een ontwerp te
Het beeldregieplan is dus geen “toetsdocument”. Daar-
maken voor ongeveer 40 woningen in een bouwveld.
naast is het zo geregeld dat de welstandscommissie,
Daarnaast zijn er twee initiatieven voor een CPO-groep
op basis van het beeldregieplan, een supervisor heeft
bezig met de ontwerpen voor een bouwcluster voor
gemandateerd om ontwerpen goed te keuren.
respectievelijk 10 en 20 woningen. De ontwikkelingen zijn gestart.
Het bestemmingsplan is flexibel en globaal maar geeft wel de mogelijkheid voor het verlenen van een bouw-
Hoe zijn we hier gekomen? Bij de start van het plan
vergunning. Dit laatste is essentieel. Het kan niet zo zijn
proces diende zich de vraag welk type document we
dat initiatiefnemers na hun ontwerp nog eens een jaar
zouden gaan opstellen, als handvat voor het ontwikkelen
proceduretijd moeten afwachten.
van een woonwijk van ongeveer 10 hectare, voor ongeveer 550 woningen. De gemeente Utrecht heeft samen
Co-creatie of particulier opdrachtgeverschap, is een
met Bureau Dolte een Stedenbouwkundig Programma
houding. Van de initiatiefnemer of de toekomstige bewo-
van Eisen (SPVE) gemaakt. Vanaf het begin hebben we
ner, de betrokken ambtenaren maar ook ontwikkelende
daar belanghebbenden en geïnteresseerden bij betrok-
en bouwende partijen. Samenwerken met toekomstige
ken. De vraag die wij ons zelf en de participerende groep
bewoners om een gevarieerde woonwijk te realiseren
als eerste hebben gesteld is: “Hoe ziet deze woonwijk er
vraagt om een zorgvuldig proces dat is afgestemd op de
over 25 jaar uit?”. Dat heeft zes kernkwaliteiten voor de
vraagstukken die je onderweg kan tegenkomen. Als er
wijk opgeleverd. Deze kernkwaliteiten zijn de basis voor
bij deze partijen het plezier ontstaat om in de Veemarkt
het SPVE, het bestemmingsplan en het beeldregieplan.
aan de slag te gaan, gaat er iets ontstaan. Als dit concept in Utrecht niet lukt, lukt het nergens. Vooralsnog merk
Ruimte voor initiatief en een gevarieerde wijk met iden-
ik dat het beschikbare materiaal (het bestemmingsplan,
titeit zijn twee van deze kernkwaliteiten. Dat is dus het
het SPVE en het beeldregieplan) maar ook de methodiek
doel. Toekomstige bewoners betrekken – in welke vorm
van gronduitgifte, dit plezier nog niet in de weg staat. In
dan ook – bij het ontwerpen van hun eigen woning en da-
deze fase van plannen maken merk ik dat de flexibiliteit
gelijkse woonomgeving is dan het juiste middel. Als je de
die we in onze kaders hebben geborgd voldoende is.
inbreng van toekomstige bewoners serieus neemt, moet
De eerste schetsen genereren de dialoog en het plezier
je flexibiliteit bieden waar het kan en zekerheid bieden
dat we hadden gehoopt. De volgende stappen zijn de
waar het moet. Het SPVE biedt beide. Functioneel en
definitieve ontwerpen en bouwactiviteiten.
ruimtelijk is er flexibiliteit. Deze flexibiliteit levert een handvat voor een goede fasering, biedt maatwerk voor
Han Schraders is Adviseur stedelijke ontwikkeling
plannen op korte en langere termijn en geeft houvast bij
gemeente Utrecht, afdeling Stedenbouw.
het maken van een functioneel ontwerp voor de openbare ruimte gebaseerd op een matenplan. Duidelijkheid in
Aorta #12 // 23
TUssenruimte // Inja Architecten en An Architect
Co- creatie of particulier opdrachtgeverschap, is een houding. Van de initiatiefnemer of de toekomstige bewoner, de betrokken ambtenaren maar ook ontwikkelende en bouwende partijen.
24 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 7
De loze belofte van zelfbouw en de rol van particulieren in de stadsontwikkeling Anne Seghers // Studio Papaver in gesprek met Wouter Veldhuis (MUST)
Collectief particulier opdrachtgeverschap herbergt een
gaat van een groot aantal dwingende regels en
belofte voor een wezenlijk andere manier van stads-
voorwaarden. Bewoners hebben bij zelfbouwprojecten
ontwikkeling. Maar de huidige vorm waarop collectieve
alleen zeggenschap over hun eigen woning. Daarin is
zelfbouw in Nederland wordt ingezet, lost deze belofte
inderdaad sprake van ‘woonvrijheid’. Maar ze hebben
bij lange na niet in. Dit is de vaststelling van Wouter
geen zeggenschap over dingen die de woonomgeving
Veldhuis, stedebouwkundige en directeur van het
bepalen. En juist de kwaliteit van de woonomgeving is
bureau MUST stedebouw en tevens coördinator van de
wat een woning, plek en buurt duurzaam maakt. De
opleiding Stedebouw aan de Rotterdamse Academie van
manier waarop zelfbouw op dit moment georganiseerd
Bouwkunst.
wordt, gaat dus helemaal niet over samen een wijk of een stuk stad maken. Het gaat over zelf je individuele
“De vraag hoe je met particulieren een stuk stad maakt,
huis bouwen, binnen een soort Vinextypologie met een
is ontzettend interessant. Daar ligt een kans voor een
daaraan gekoppelde grondpolitiek en planningslogica.
hele andere, meer organische, vorm van stedelijke ontwikkeling. In de ‘traditionele’ stadsontwikkeling wordt
De collectieve zelfbouwprojecten Landhof in Eindhoven
immers gewerkt met grote investeringen aan de voor-
en de Contreie in Oosterhout illustreren dit. Hier lagen
kant van ontwikkeltrajecten: het bouwrijp maken van
kansen voor bewoners om zelf een wijk te ontwikkelen.
grote lappen grond, het aanleggen van wegen, kabels,
Met dat idee hebben wij als bureau de plannen gemaakt,
leidingen en riolering en het inrichten van de openbare
waarbij we nadrukkelijk streefden naar het loslaten
ruimte. Maar bij zelfbouw, met particulieren als finan-
van allerlei eisen die normaliter van bovenaf – door de
ciers, ontbreken de middelen om deze voorinvesteringen
gemeente – worden opgelegd. Bewoners kregen hier de
te kunnen doen. Het geld komt uit veel meer kleinere
kans om zelf een fijne woonomgeving te creëren, pas-
en verschillende portemonnees. De investeringen die
send bij de eigen woonwensen. Het resultaat valt tegen.
particulieren doen, gebeuren schoksgewijs, in kleinere
Wij dachten te werken aan bijzondere wijken die door
stapjes, passend bij het eigen tempo waarmee particu-
de inbreng van de bewoners ook op de lange termijn
lieren willen bouwen. Zelfbouw vraagt dus eigenlijk om
waardevol zijn. Maar de kopers/bewoners hebben een
een andere manier van grondpolitiek, met een ander
hele andere agenda. Zij willen simpelweg zo goedkoop
financieringsmechanisme.
mogelijk bouwen, met een grote focus op het woongenot bínnen de vier muren. Ze voelen geen verantwoordelijk-
Als ik kijk naar de projecten die nu via zelfbouw tot
heid voor een goede collectieve buitenruimte. Dat zien
stand komen, zie ik helemaal geen nieuwe manier van
zij toch als iets wat de gemeente voor zijn rekening moet
stadsontwikkeling. Want wanneer je met zelfbouw écht
nemen. Want het geld dat je als bewoner investeert in
een stuk stad zou maken, zou dit betekenen dat je zelf
een mooie speelplek in de wijk, of in een fijn stuk groen,
de locatie kiest waar je je huis wilt bouwen, dat je zelf
kan je niet meer uitgeven aan mooie inbouwapparatuur
bepaalt hoe groot dit stuk grond is, dat je zelf beslist
in de keuken. Dat is de redenering. De meeste zelf-
welke energievoorziening je neemt en dat je vrije keuze
bouwgroepen zijn in de praktijk niets anders dan kleine
hebt op het vlak van gebouwtypologie en functies. Maar
ontwikkelaars en zo gedragen ze zich ook als het gaat
dat is allemaal niet het geval in Nederland. Particulieren
om de collectieve ruimte. Dit gedrag wordt nog eens
kunnen kiezen uit lapjes grond die allemaal al verkaveld
versterkt door de kaders vanuit de gemeente en de
zijn, voor een prijs die vaak erg hoog is en vergezeld
adviseurs die hun begeleiden.
Aorta #12 // 25
Collectief particulier opdrachtgeverschap herbergt een belofte voor een wezenlijk andere manier van stadsontwikkeling.
Landhof en de Contreie zijn exemplarisch. Het laat zien dat de projecten die nu via collectief particulier opdrachtgeverschap tot stand komen, geen nieuwe gebiedsontwikkelingen zijn. Het is gewoon knetterharde traditionele stadsontwikkeling, die enkel op een andere manier gefinancierd wordt. De motieven voor zelfbouw zijn simpelweg verkeerd. Voor veel bouwende partijen is particulier opdrachtgeverschap een manier om de bouwstroom op gang te houden en om de consument geld uit de zakken te kloppen. Voor veel particulieren is het een manier om zo goedkoop mogelijk zoveel mogelijk vierkante meters te kunnen bouwen. De belofte om met collectieve zelfbouw te werken aan een andere manier van stadsontwikkeling is groot. Maar de resultaten laten tot nu toe zien dat het een loze belofte is. En volgens mij kan die belofte momenteel ook niet worden ingelost. Niet zolang zelfbouw moet plaatsvinden binnen het systeem van de traditionele gebiedsontwikkeling. Het systeem is daar helemaal niet geschikt voor. Een andere reden waarom deze belofte geen werkelijkheid wordt, is omdat de groep particuliere zelfbouwers niet geëmancipeerd genoeg is om daad werkelijk aan de ontwikkeling van een wijk of stuk stad te werken. Zij voelen niet de verantwoordelijkheid voor een kwalitatieve openbare ruimte. Pas als zowel de overheden als de particulieren los komen uit het systeem van de traditionele stadsontwikkeling, zie ik openingen voor het inlossen van deze belofte. Eerder niet.” Op uitnodiging van gemeente Almere heeft MUST stedebouw in 2007 gewerkt aan een ontwerpend onderzoek hoe je met particulieren een stuk stad kunt ontwikkelen, op een manier die losgekoppeld is van de traditionele mechanismen in gebiedsontwikkeling. De resultaten zijn hier te lezen.
26 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 8
Het lef hebben om los te laten Leen de Wit // Projectleider Veemarkt gemeente Utrecht
In de Veemarkt vinden allerlei vormen van particulier
Vraaggericht ontwikkelen en allerlei vormen particulier
opdrachtgeverschap plaats: particulieren kopen er
opdrachtgeverschap vragen ook op politiek vlak om de
bouwkavels per strookjes van 60 centimeter, bouw
nodige flexibiliteit. Het vaststellen van een stedenbouw-
groepen kopen hele bouwvelden en professionele ont-
kundig programma van eisen, een bestemmingsplan,
wikkelaars geven vorm aan medeopdrachtgeverschap.
een beeldregieplan en een ontwikkelingsstrategie gaan eigenlijk allemaal over momentopnames. De volgende
Ik werk vanuit de gemeente Utrecht als projectleider
dag is de werkelijkheid buiten alweer veranderd. In
aan de ontwikkeling van de Veemarkt. Wat betekent dit
bovengenoemde plandocumenten zou het mogelijk
nu voor een gemeente? Een paar noties.
moeten zijn om te kiezen voor een subtiele combinatie van zekerheid en flexibiliteit. Dus dat enerzijds garanties
Centraal staat de verandering in de houding die nodig
vastgelegd worden, zoals wegprofielen en milieuregel-
is. Hebben we als gemeente het lef om los te laten?
geving, en dat er anderzijds de vrijheid is om in te spelen
Durven we in het ontwikkelingsstadium globalere be-
op de marktvraag, bijvoorbeeld via het veranderen van
stemmingsplannen vast te stellen, zodat het toekomstig
programma en functies van gebouwen. Ook politici en
gebruik niet volledig dichtgetimmerd is en zodat we nu
raadsleden zullen dan veel moeten oefenen in het
meer flexibiliteit faciliteren voor de toekomst? Kunnen
tussentijds bijstellen van plannen, voornemens en
we de neiging tot teveel sturen loslaten? Hoe gedetail-
principes. Want het kan dan gebeuren dat het steden-
leerd leggen we de beeldregieregels vast, hoe besteden
bouwkundig programma van eisen een bepaald pro-
we aan, hoe berekenen we de grondprijs en welke
gramma voorschrijft voor een specifieke plek, maar dat
contracten stellen we op? Elke dag is dit voor ons een
de ontwikkelingen in de markt vragen om dit programma
interessante zoektocht. Want loslaten, het organiseren
te veranderen. Denk bijvoorbeeld aan een bouwveld dat
van flexibiliteit en de traditionele rol van de gemeente
in het programma van eisen is bestemd voor grond
als toetser en hoeder van het algemeen belang, zijn
gebonden woningen, terwijl zich in de praktijk een
geen natuurlijke vrienden van elkaar. In allerlei in-
enthousiaste groep ouderen meldt die daar apparte-
strumenten zit de beheersing ingebakken, zoals in het
menten wil bouwen. Wat doe je dan? En mogen zij een
Bouwbesluit, de grondexploitatie, de bestemmings
voorkeurspositie of moet de gemeente de plek, conform
plannen en het woningbouwprogramma. Dit moet dus
de letter van de aanbestedingsregels, transparant aan
geleidelijk veranderen wil particulier opdrachtgever-
de markt aanbieden? Deze vragen en dilemma’s komen
schap een goede kans krijgen. Tegelijkertijd roept het
elke dag weer voorbij. Dit vraagt om een nauwe samen-
organiseren van meer vrijheid ook moeilijkheden op.
werking tussen projectleider van het bouwproject met
Want aan de ene kant wensen particuliere opdracht
de wethouder en de gemeenteraad.
gevers meer vrijheidsgraden, maar aan de andere kant willen de buren rechtszekerheid over hun omgeving. En dat alles in een context van een mondige samenleving. Het organiseren van flexibiliteit en rechtszekerheid vraagt dus om zeer goed nadenken vooraf en het strak vastleggen van de essenties Dus welke ruimtelijke kwaliteit moet minimaal gerealiseerd worden? En verder het lef hebben om los te laten wat losgelaten kan worden. We oefenen daar elke dag op.
Aorta #12 // 27
More CowBell // Zofa architecten
De gemeente heeft dus nog een lange weg te gaan. Maar Utrecht zet wel hele goede stappen in de juiste richting. En zo zijn er meer veranderingen voor de gemeente. Bijvoorbeeld bij de Veemarkt, waar we de supervisor het mandaat hebben gegeven om met alle particulieren en projectontwikkelaars de gesprekken te voeren over de bouwplannen. Hij toetst de bouwplannen al in een zeer vroeg stadium, al bij het schetsontwerp. En vervolgens ook bij het voorlopig ontwerp en bij het definitief ontwerp. Bij goedkeuring zet hij er een stempel op, ook namens Welstand. Alleen in geval van een meningsverschil wordt het bouwplan toch nog geagendeerd bij de Welstand, die dan een soort arbiter in hoger beroep wordt. Volgens mij is dit een goede werkwijze, die de kwaliteitsdiscussie weer de plek geeft waar die hoort: aan het begin van het proces en aan tafel bij de architect, opdrachtgever en de hoeder van de samenhang, in ons geval de supervisor. Loslaten is lef hebben, en heel goed vooraf nadenken. Maar loslaten betekent ook open staan voor verrassingen. Uit gemeentelijk onderzoek onder verhuisgeneigden in de regio Utrecht blijkt dat circa tien procent van hen interesse heeft in woningen die tot stand komen via (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Voor mede opdrachtgeverschap is nog veel meer emplooi. Onze inschatting op basis van dit onderzoek is dat medeopdrachtgeverschap wel veertig tot vijftig procent van de marktvraag kan bedienen. Deze percentages halen we – zelfs – in Utrecht nog lang niet. We staan pas aan het begin van een radicale verandering in de ontwikkeling van woonwijken. Of liever: gemengde wijken waar weer mensen kunnen werken én wonen. De gemeente heeft dus nog een lange weg te gaan. Maar Utrecht zet wel hele goede stappen in de juiste richting. Leen de Wit // Programmamanager Veemarkt Leen de Wit is senior projectmanager bij de gemeente Utrecht. Onder andere voor projecten als Stationsgebied (Muziekpaleis), Leidsche Rijn (hoofd afdeling Maximapark), Herontwikkeling Veemarkt.
28 // Aorta #12
CO-CREATie // blog # 9
Zelfbouw: geen bijrol maar hoofdact in Almere Adri Duivesteijn // Wethouder Ruimtelijke Ordening Almere
Nog niet zo lang geleden maakte de Britse Housing Minister bekend een fonds te lanceren – liefst £30 miljoen groot – om projecten “simular to those at Almere” te stimuleren. De minister doelde daarmee op Homerus kwartier, Nederlands’ grootste zelfbouwwijk, gelegen in het nieuwe stadsdeel Almere Poort. Een gebied van zo’n honderd hectare groot, dat bewust is ingericht als staalkaart van opdrachtgeverschap. In Homeruskwartier wordt geëxperimenteerd met alle vormen van zelfbouw; individueel en collectief, grondgebonden en gestapeld, goedkoop en duur. Een paar weken later reisde ik, op verzoek van diezelfde Housing Minister, af naar het Britse parlement, om onze ervaringen op het gebied van zelfbouw met de parlementsleden te delen. Het enthousiasme was groot, bijna overweldigend groot. De politici overseas waren “impressed by the large scale project underway in Almere” en beschouw(d)en de jonge polderstad als een inspirerend voorbeeld; met name het feit dat ook de lagere inkomensgroepen – huishoudens met een bruto jaarinkomen tot € 36.000 – in Almere de mogelijkheid krijgen een eigen woning te bouwen, sprak de Britten aan. Het blijft een vreemde gewaarwording dat, waar zelfbouw in het buitenland wordt neergezet als ware revolutie, het in Nederland slechts een rol in de marge speelt. Sinds de invoering van de Woningwet (1901) wordt onze woningbouw gedomineerd door institutionele partijen, die in de loop der jaren steeds grootschaliger, marktgerichter en onpersoonlijker zijn geworden. Terwijl het wonen zo’n belangrijk onderdeel van ons leven is – ‘thuis’ is ieders vertrek- en eindpunt; de plek waar je je terugtrekt en van waaruit je de wereld betreedt – zijn wij de regie over het wonen, spijtig genoeg, kwijtgeraakt. Honderd jaar van onderwijs, emancipatie en individualisering hebben ons gevormd, maar op het beleidsterrein van het wonen zijn wij nog altijd afhankelijk van (het aanbod van) anderen.
Aorta #12 // 29
Homeruskwartier in Almere, het zelfbouwparadijs // Foto gemeente Almere
In Almere hebben wij deze traditionele bouwstructuur
In Almere zien wij waar het toe leidt als dat wél zo zou
radicaal doorbroken, en hebben we er, in lijn met het
zijn. Een wandeling door de zelfbouwgebieden – niet
Almere Principle ‘Mensen maken de stad’, principieel
alleen Homeruskwartier, maar ook Overgooi, Noorder-
voor gekozen het eerste recht op bouwgrond bij de
plassen West en Columbuskwartier – laat zien
mensen zelf neer te leggen. Het programma Ikbouw-
dat zelfbouw zorgt voor straten, wijken, steden die
mijnhuisinAlmere, dat in 2006 is geïntroduceerd, maakt
gedifferentieerder zijn, kleurrijker, interessanter.
zelfbouw op grote schaal mogelijk. Jaarlijks komt er een
Achter iedere voordeur schuilt een eigen verhaal, eigen
veelheid aan nieuwe kavels op de markt, verspreid over
wensen, dromen en fantasieën, en dat vertaalt zich in
de stad en in verschillende prijsklassen. Met de regeling
unieke plattegronden en verschijningsvormen. Het gaat
IkbouwbetaalbaarinAlmere, die dateert uit 2008, wordt
misschien wat ver om Almere als het beloofde land neer
zelfbouw ook bereikbaar voor de lagere inkomens
te zetten, maar ik geloof oprecht dat steden beter worden
groepen. Een bijzonder contrast: waar de corporaties
– persoonlijker en meer flexibel – als wij niet alleen de
stellen dat sociale woningbouw onbetaalbaar is ge-
institutionele partijen, maar vooral de mensen zelf de
worden, hebben in Almere inmiddels zo’n driehonderd
kans geven om de stad te maken.
‘sociale’ huishoudens – die normaal gesproken achter in de rij mogen aansluiten – hun eigen huis gebouwd,
Adri Duivesteijn // Wethouder Almere
zonder enige vorm van subsidie. En misschien nog ver-
Adri Duivesteijn (PvdA) is wethouder Duurzame Ruim-
wonderlijker: de zelfgebouwde woningen zijn stuk voor
telijke Ontwikkeling in Almere. Als lid van de Tweede
stuk van hogere kwaliteit dan institutioneel gebouwde
Kamer (1994-2006) pleitte hij er al voor zelfbouw op grote
woningen.
schaal mogelijk te maken. In Almere bracht hij deze ambitie in de praktijk. www.ikbouwmijnhuisinalmere.nl
Hoe kan dat? Wij hebben de Britten uitgelegd dat het te maken heeft met de transitie naar een fundamenteel ander stelsel. Van aanbod- naar vraaggedreven woningbouw, van de grote naar de kleine schaal, van winstmaximalisatie naar woonmaximalisatie, van woonconsumenten naar woonproducenten. Met deze stelselwijzigingen verdwijnen tussenlagen, en dus de overhead kosten; iedere euro die een zelfbouwer heeft, wordt direct geïnvesteerd in mankracht en in materiaal. Maar waar wij in Engeland gehoor vonden – ik ontving onlangs nog een kaart met een uitgebreid thank you; de kennisuitwisseling heeft in Engeland veel teweeg gebracht – vormt zelfbouw in Nederland nog altijd geen substantieel onderdeel van de bouwstroom. Een wandeling door de zelfbouwgebieden – niet alleen Homerus Columbuskwartier – laat zien dat zelfbouw zorgt voor straten, wijken, steden die gedifferentieerder zijn, kleurrijker, interessanter.
30 // Aorta #12
Aorta #12 // 31
Met de herontwikkeling van het Veemarktterrein neemt Utrecht een grote stap in het mogelijk maken van collectief ĂŠn partiÂculier opdrachtgeverschap.
32 // Aorta #12
CO-CREATie // PRIJSVRAAG
Ideeënprijsvraag Veemarkt Locatie: Architectuurcentrum Aorta & Veemarktterrein Datum: 16 november 2011 t/m 1 april 2012 // Aantal deelnemers: 82 // Aantal bezoekers: 110 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht &Vereniging CPO Veemarkt
Eind 2010/ begin 2011 schreef Aorta een bijzondere
Deelname stond open voor alle Nederlandse
ideeënprijsvraag uit voor professionele ontwerpers, op
architecten, ingeschreven in het architecten
initiatief van de vereniging CPO Veemarkt.
register van het BA. Particulieren konden deelnemen in een coalitie met een geregistreerd
Op het terrein van de huidige Veemarkthallen in Utrecht
architect.
worden de komende vijf jaar 550 woningen gebouwd. Bij de ontwikkeling van de Veemarkt krijgen particulier
Aorta ontving 82 inzendingen. De jury, bestaande
opdrachtgeverschap (PO) en collectief particulier op-
uit Roelof Bleker, ambassadeur Zelfbouw;
drachtgeverschap (CPO) volop de ruimte. Dit betekent
Anco Schut, voormalig hoofd stedenbouw
dat zowel individuele opdrachtgevers als groepen die
& monumenten gemeente Utrecht; Herald
iets willen bouwen, terecht kunnen op de Veemarkt. Pas
Roelevink, Dolte stedenbouw; Adrie van den
als dat niet lukt, kunnen andere partijen aan de slag.
Muysenberg, secretaris Vereniging CPO Veemarkt; Jurgen van der Ploeg, directie research-
De ideeënprijsvraag is bedoeld om toekomstige
en stedenbouwstudio van FARO architecten
particulier opdrachtgevers of groepen van particulier
en oprichter Taskforce CO2; Secretaris en
opdrachtgevers de mogelijkheden van het bouwen met
opsteller juryrapport (de secretaris heeft geen
een architect te laten zien.
stemrecht): Anne Luijten, publicist en hoofdredacteur Gebiedsontwikkeling.nu , koos twee
De opgave was: ontwikkel en presenteer een integrale
prijswinnaars en zes eervolle vermeldingen.
visie waarin de relatie tussen bouwveld, de woning en het binnenterrein zichtbaar wordt gemaakt. Werk
Alle inzendingen zijn gepubliceerd na afronding
vanuit deze visie de ruimtelijke consequenties uit voor
van de ideeënprijsvraag via de website van
één element (de individuele kavel of woning) en doe
Aorta en tentoonsgesteld. De maquettes en
een uitspraak over de relatie met het binnengebied (het
plannen zijn daarna meerdere keren getoond
object, het binnenterrein of het bouwblok als geheel).
tijdens informatiedagen voor de Veemarkt.
De ontwerpers moeten rekening houden met een aantal
Daarnaast ziet de gemeente Utrecht deze case
specifieke randvoorwaarden, die leidend zijn bij de
als een pilot en leertraject voor het faciliteren
Veemarktontwikkeling.
van (C)PO in Utrecht. http://www.aorta.nu/ideeenprijsvraag-veemarkt/
Toekomstige particulier opdrachtgevers of groepen van particulier opdrachtgevers de mogelijkheden van het bouwen met een architect te laten zien.
Aorta #12 // 33
More CowBell // Zofa architecten
34 // Aorta #12
CO-CREATie
Een ontwerp voor jou Locatie: Architectuurcentrum Aorta Datum: 23 april 2012 // Aantal deelnemers: 66 Samenwerkingspartner: Architectencafé
Zofa Architecten en Studio VY + Qupus zijn twee winnaars van de ideeënprijsvraag Veemarkt. Het team van het Groningse Zofa Architecten nam de eerste prijs in ontvangst. Hun ontwerp voor een stedelijk bouwblok getiteld ‘More CowBell’ werd geprezen om de duurzaamheid, slimme toepassing van standaardbouwproducten en de flexibele indeling van de woning. De tweede prijs ging naar Studio VY en Qupus voor hun ontwerp van vijftien woningen, met muziekstudio’s, ateliers en collectieve ontmoetingsruimtes. De jury roemt de vervlechting van collectiviteit en individualiteit. Verder waren er zes eervolle vermeldingen. Alle inzendingen en het juryrapport staan ook vermeld op de website van Aorta. Te bekijken via: http://www.aorta.nu/ideeenprijsvraag-veemarkt/ Zij presenteerden tijdens het Architectencafé hun ervaringen. Wat was bij hun inzending de uitdaging? Hoe kijken zij aan tegen collectief particulier opdrachtgeverschap en welke rol is daarbij voor de architect weggelegd? Hoe gaat het nu verder? De avond werd ingeleid door Eveline Paalvast van architectuurcentrum Aorta met een korte toelichting op de prijsvraag. In de pauze en na afloop was er gelegenheid om de maquettes en de plantoelichtingen te bekijken.
Aorta #12 // 35
Het ensemble // Studio VY + Qupus
Duurzaamheid, slimme toepassing van standaardbouwproducten en de flexibele indeling van de woning.
36 // Aorta #12
Aorta #12 // 37
Homeruskwartier Almere // Foto gemeente Almere
38 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // HET DEBAT IN DE STAD
Aorta #12 // 39
De Vechtclub // Foto Bram Petraeus
Stand van zaken 2012 Eind 2010 stond Utrecht aan de vooravond van de discussie over de leegstand in vastgoed. Met het regionale programma ‘Pak Leegstand kantoren aan’ werd een start gemaakt met de Utrechtse discussie. In 2011 en 2012 zijn wegen verkend en de eerste stappen gezet.
Achtergrond In 2010 stond zo’n 14% van de kantoorruimte in Nederland leeg, circa 8 miljoen m2. Dit staat gelijk aan de oppervlakte van ongeveer 1.100 voetbalvelden of 80 keer de Jaarbeurs van Utrecht. Op sommige bedrijventerreinen of kantoorparken gaat het zelfs om een derde van het totaal aan kantoorruimte. Deze leegstand zal in de toekomst naar verwachting verder toenemen. Enkele oorzaken zijn: gebrekkige afstemming tussen gemeenten en projectontwikkelaars, een beroepsbevolking die stabiel blijft en een toename van het aantal telewerkers- en flexwerkers. Lege kantoren betekenen verspilling van ruimte en kapitaal. Daarom wil het Rijk de groeiende leegstand terugdringen. Ze wil dit samen doen met gemeenten, provincies, banken, beleggers en projectontwikkelaars. In het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren dat in maart 2011 is verschenen, staan maatregelen beschreven. De aanpak van bestaande leegstand is echter maatwerk. Verdeeld over het land wordt binnen een regionale context ervaring opgedaan in toepassing van bestaande en nieuwe instrumenten en methoden gericht op transformatie, sloop, onteigening en herontwikkeling van gebieden.
De discussie De provincie Utrecht ondersteunt gemeenten en eigenaren bij transformatie naar een nuttig gebruik van leegstaande kantoorpanden, ondersteunt in informatievoorziening over wet- en regelgeving en ‘best practices’, ‘quick scans’, ‘ mediation’ en bij het doorlopen van procedures. De discussie over de schuldeigenaar (overheden of beleggers), onderhoud- en beheersvraagstukken, medewerking van de partijen in de gehele keten wordt in Utrecht gevoerd. Maar ook worden er steeds meer initiatieven ontplooid om deze discussie een stap verder te brengen naar realisatie en nieuwe innovatieve oplossingen.
Waar staan we nu? In Utrecht staat ongeveer 9 procent van de kantoorruimte leeg. De gemeente wil daarom de helft van de nieuwbouwplannen voor kantoren bevriezen. Op enkele locaties in de stad is nog kantorenbouw toegestaan. Veel eigenaren van leegstaande panden houden nog vast aan de kantoorfunctie. Daarom wil de gemeente procedures en regels zo veel mogelijk versnellen en vereenvoudigen. Utrecht werkt daarnaast aan een website waarin alle leegstand in kaart wordt gebracht en een Transformatieloket om eigenaren en projectontwikkelaars aan elkaar te koppelen. Het ombouwen van leegstaande kantoren tot hotels is een deel van het gemeentelijke plan uit 2012 om leegstand aan te pakken. Behalve voor hotels ziet de gemeente ook mogelijkheden voor studentencomplexen en culturele instellingen.
40 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #1
Herbestemmen is de nieuwe bouwopgave Frits van Dongen // Rijksbouwmeester
Stel dat we de Nederlandse bouwwereld als één vast-
worden ondergebracht. Dat is nog steeds het kenmerk
goedorganisatie zien. Hoe ziet dan die voorraad eruit?
van onze huidige bouwcultuur: tegen beter weten in
In welke staat van onderhoud is al het onroerend goed
vertrouwen op ongebreidelde groei.
in Nederland? Hoeveel woningen staan leeg? Hoeveel kerken? Hoeveel vierkante meter kantoorvloer? En wat
Er is geen enkele reden om de leegstandsproblematiek
staat er volgend jaar leeg? Heeft er ooit iemand naar dat
te onderschatten. Alleen al de huidige plannen van het
totaal gekeken, ook al weten we dat het een dynamische,
rijk, met zijn afstoot van gebouwen, gebieden en com-
steeds wisselende verzameling is? Er zijn wel schat-
plexen, omvatten, indien alle vierkante meters worden
tingen gedaan, zoals de inzending voor de Biënnale in
opgeteld, een oppervlakte die vergelijkbaar is met de
Venetië ‘Vacant NL’ uit 2010 liet zien met maquettes van
grootte van de provincie Utrecht. Tel dat maar eens op
maar liefst 4326 direct te betrekken panden, maar
bij de bestaande leegstandscijfers, waaronder alleen al
precies weten we het niet.
7 miljoen vierkante meter kantoorvloer.
De vorige rijksadviseur voor het cultureel erfgoed, Fons
Wie door de oogharen kijkt, en deze gebouwenvoorraad
Asselbergs, heeft in 2008 ‘De Oude Kaart van Nederland’
van de BV Nederland in de vingers wil krijgen, ziet al
geïntroduceerd, in een poging lege gebouwen in Neder-
snel dat grootschalige, gebiedsgerichte uitbreidingen
land in kaart te brengen. Hij beperkte zich toen vooral
bij steden of grotere vinex-achtige woonwijken niet
tot bijzonder vastgoed, zoals de leeggekomen gebouwen
meer aan de orde zijn. Eindbeeldplanologie kan inmid-
met een religieus of industrieel verleden. Logisch, want
dels, naast een begrip als ‘de maakbare samenleving’,
door de ontkerkelijking en de verschuiving van de eco
bijgezet worden in het familiegraf van de Nederlandse
nomie naar dienstverlening kwamen kerken en fabrieken
ruimtelijke ordening. We gaan toe naar veel kleinschali-
het eerst leeg. Nu, slechts enkele jaren later, zien we
ger opgaven, bij voorkeur in bestaand bebouwd gebied,
op grote schaal het leegkomen van de eerste en wel-
met gebouwen die we multifunctioneel moeten gaan
licht tweede generatie vastgoed voor dienstverlening en
gebruiken en gebieden die stap voor stap in gebruik
consumentisme: kantoren, bedrijven en winkels zijn de
worden genomen. Maar ‘pandje voor pandje’ nadenken,
afgelopen 5 jaar in een enorm tempo leeggekomen, en
en bij ieder project weer opnieuw het ‘wiel’ uitvinden, is
het einde van die beweging is absoluut nog niet in zicht.
ook de oplossing niet: daarvoor is het probleem te grootschalig. We moeten op een meer generieke manier leren
Ondanks dat zie ik nog steeds nieuwbouw verschijnen
te kijken, zodat ook elders mogelijk hergebruik niet bij
op plekken waar in de directe omgeving vergelijkbare
voorbaat onmogelijk wordt gemaakt door regelgeving
gebouwen of complexen leegstaan. Bovendien zie ik te
of iets dergelijks. Lokale overheden moeten faciliterend
vaak nieuwbouw verschijnen waarvan het programma
anticiperen, en de Nederlandse bouwwereld ook.
net zo goed in een bestaand pand elders had kunnen
De kwalitatieve verbetering van de bestaande voorraad is het nieuwe bouwen.
Aorta #12 // 41
Laten we de nieuwe Nederlandse bouwcultuur de bouwcultuur van ‘omgaan met de bestaande voorraad’ noemen. De kwalitatieve verbetering van de bestaande voorraad is het Nieuwe Bouwen. Dáár moet de complete bouwkolom op worden ingericht. Bovenstaande laat evenwel onverlet dat er geen verbod op nieuwbouw hoeft te komen. Natuurlijk hebben we af en toe nieuwbouw nodig. Maar dan wel nieuwbouw die maximaal flexibel is qua indeling en gebruik. In ieder pand zou in principe alles moeten kunnen: wonen, werken, recreëren. Nu we zo langzamerhand de ‘Eeuw van het Hergebruik’ binnen treden, zal ik dit jaar alles in het werk stellen om de Nederlandse architectuur, net als in de jaren ’90, weer een exportproduct van jewelste te laten zijn; niet met iconen van sterarchitecten, maar met iconen van zorgvuldig hergebruik. Laat die Eeuw een ‘gouden’ zijn. Daarom zal in de komende rijksnota over het ruimtelijk ontwerp en het architectuurbeleid herbestemming een van de centrale onderwerpen zijn. Onze leegstaande gebouwenvoorraad vraagt om stevige actie. Niets doen is geen optie, want eens moet de rekening worden betaald. Herbestemmen is de nieuwe bouwopgave. De voorraad schreeuwt erom. Frits van Dongen // Rijksbouwmeester Frits van Dongen is sinds augustus 2011 aangetreden als Rijksbouwmeester. Naast zijn werk als architect en stedenbouwkundige is van Dongen als gastdocent verbonden aan verschillende nationale en internationale universiteiten en academies.
42 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #2
Probleemeigenaar gezocht Leegstand is een probleem, maar wiens probleem is het nu werkelijk? Mark Hendriks // TekstLandschap
In het VPRO-programma De Slag om Nederland ging
De uitzending van De Slag om Nederland legt een
het onlangs over de verhuizing van het hoofdkantoor van
probleem bloot dat in de aanpak van de kantorenleeg-
Cap Gemini van Papendorp naar een nieuwe kantoren
stand te vaak onderbelicht is gebleven. Leegstand is
locatie in Leidsche Rijn. De verhuizing is gerucht
voor velen een doorn in het oog, maar wiens probleem
makend omdat het consultancybedrijf voor de derde
is het nu werkelijk? Ik bedoel: iedereen erkent het
keer in korte tijd binnen Utrecht van onderkomen
probleem, iedereen oppert oplossingen, maar niemand
wisselt. Nog geen tien jaar geleden liet Cap Gemini een
neemt de verantwoordelijkheid. Als puntje bij paaltje
gebouw in Rijnsweerd leeg achter voor een splinter-
komt wijzen betrokken partijen vooral naar elkaar.
nieuw kantorencomplex op Papendorp. Nu staat het bedrijf weer op punt van verhuizen omdat het huidige
Het gebrek aan een duidelijke probleemeigenaar komt
pand niet zou voldoen aan de eisen van het zogenoemde
terug als we zelf een rondje langs de velden maken.
‘nieuwe werken’. Daarmee komt op de ambitieuze
De Nederlandsche Bank en de Delftse hoogleraar Hugo
kantorenlocatie Papendorp, dat niet eens voltooid is,
Priemus waarschuwen in de Volkskrant dat de virtuele
nu al tienduizend vierkante meter leeg te staan.
overwaarde van lege kantoren tot een nieuwe economische crisis zal leiden. Zij vinden dat de rijksoverheid
In een poging verhaal te halen over deze opmerkelijke
moet ingrijpen. Tegelijkertijd twittert Priemus’ collega
gang van zaken gingen de makers van De Slag om
Friso de Zeeuw – praktijkhoogleraar Gebiedsontwik-
Nederland van het kastje naar de muur. Cap Gemini
keling – dat leegstand helemaal geen maatschappelijk
wilde niet reageren. Zij zijn slechts huurder – en heb-
probleem is. En in een gesprek dat ik had met de
ben het recht om van locatie te wisselen wanneer hun
brancheverenging van projectontwikkelaars worden
bedrijfsvoering daarom vraagt. De eigenaar van het
de waarschuwingen van DNB en Priemus afgedaan
pand op Papendorp CBRE Global Investors wees met
als bangmakerij: ‘Het lost zich van zelf wel op. Op een
een beschuldigende vinger naar de gemeente Utrecht.
gegeven momenten schrijven vastgoedeigenaren lege
Die zou hebben nagelaten om te zorgen voor een goede
panden af, en dan worden ze uit de markt gehaald.’
openbaarvervoer verbinding en andere voorzieningen, waardoor het kantorenpark nooit de beloofde kwaliteit heeft gekregen. Het is dan, aldus CBRE, niet vreemd dat huurders als Cap Gemini wegtrekken. Wethouder Gilbert Isabella liet vervolgens weten dat hij aan handen en voeten gebonden is – maar dat ie graag beschikt over instrumenten om dit soort ongewenste verhuis bewegingen te stoppen.
Aorta #12 // 43
Iedereen erkent het probleem, iedereen oppert oplossingen, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid.
Maar in een artikel dat ik schreef voor het vaktijdschrift
Het zijn lovenswaardige en moedige pogingen, maar
Blauwe Kamer blijkt dat die eigenaren van lege kantoren
nog weinig effectief. Zolang een substantieel deel van de
over het algemeen de schouders ophalen. Deze veelal
betrokkenen de urgentie tot ingrijpen niet voelt, en het
ondoorgrondelijke pensioen- en beleggingsfondsen
andere deel niet bij machte is daadkrachtig op te treden,
– opvallend vaak afkomstig uit Duitsland en Rusland –
zullen dit soort oplossingen kansloos blijken.
bezitten over de hele wereld gebouwen. Van een paar lege panden in Nieuwegein of Maarssen wordt zo’n
Daar komt bij dat het merendeel van de architecten en
fonds niet warm of koud.
plannenmakers nog altijd denkt dat ze met ingenieuze masterplannen en wilde visies lege kantoren een tweede
Die gemeenten zien op hun beurt de alsmaar groeiende
leven kunnen geven – vaak in de vorm van tijdelijke
leegstand met angst en beven tegemoet. Teveel lege
ateliers voor kunstenaars, studentenwoningen en stads-
panden kunnen leiden tot het rotteappeleffect, waardoor
landbouw. Ze gaan daarmee voorbij aan de complexe
een leeg kantoor de kwaliteit en de waarde van omlig-
financiële en administratieve werkelijkheid en beseffen
gende woongebieden naar beneden haalt. Veel kunnen
niet dat de meeste vastgoedeigenaren leegstand niet als
de gemeenten niet doen: net als wethouder Isabella in
probleem ervaren. Als ze die houding willen veranderen,
Utrecht kunnen ze vastgoedeigenaren niet dwingen tot
moeten ze niet met stedenbouwkundige tekeningen aan
actie.
komen.
Ondertussen blijven al die partijen plan op plan stapelen
Mark Hendriks // TekstLandschap
om het leegstandsprobleem op te lossen. Landschaps-
Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks
organisaties en burgers pleiten voor een stop op de
als journalist, redacteur en auteur op het gebied van
bouw van nieuwe kantoren, wethouders willen leeg-
ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschaps
standsboetes en fiscale maatregelen. Vastgoedexperts
architectuur.
roepen eigenaren op tot afwaarderen en ‘uit de markt halen’ van lege panden. Minister Schultz van Infra structuur en Milieu maakte kantorenleegstand zelfs onderdeel van haar beleid, maar komt vervolgens met het nogal abstracte Actieplan Aanpak Lege Kantoren. In De Slag om Nederland werd gepleit voor de invoering van een verwijderingsbijdrage – om zo de sloop van nutteloze kantoorgebouwen te financieren.
44 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #3
Stappenplan Mark Hendriks // TekstLandschap
Het rapport Wonen buiten kantoortijd is een gedegen
corporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars
en stapsgewijze handleiding voor een succesvolle
stimuleren om met de transformatie van lege kantoren
transformatie van lege kantoorpanden. Toch slaat het
aan de slag te gaan. Je kan zeggen: het stappenplan is
stappenplan soms een stapje over.
een handreiking voor de door Frits van Dongen bepleite generieke manier van kijken.
In zijn bijdrage aan deze blog houdt Rijksbouwmeester Frits van Dongen een pleidooi voor de herbestemming
Waar andere handleidingen nogal eens blijven steken
van lege gebouwen. Hij noemt het tijdperk waarin we
in globale tips en adviezen, nemen de schrijvers van
verkeren ‘de eeuw van het hergebruik’: de Nederlandse
Wonen buiten kantoortijd ons stap voor stap mee door
bouwcultuur moet in het teken staan van het omgaan
het complexe transformatieproces – van initiatief en
met de bestaande voorraad. Van Dongen schrijft: ‘We
planvorming tot realisatie en beheer. We worden inge-
moeten op een generieke manier leren kijken, zodat
wijd in het bepalen van de financiële haalbaarheid, het
hergebruik niet bij voorbaat onmogelijk wordt gemaakt
maken van duidelijke afspraken met de eigenaar, het
door regelgeving of iets dergelijks. Lokale overheden
aanvragen van vergunningen en het vertalen van een
moeten faciliterend anticiperen, en de Nederlandse
programma van eisen naar een geschikte plattegrond.
bouwwereld ook.’
Het stappenplan bevat concrete tips over contracten, subsidies en de selectie van aannemers en installa-
Hoezeer maar weinigen het met de rijksbouwmeester
teurs. De opstellers voorzien met het stappenplan uit-
oneens zullen zijn, schept zijn betoog weinig nieuw
eenlopende partijen van wijze raad. Gemeenten kunnen
licht op het debat over leegstand. Het sleutelen aan de
een transformatieproces beter faciliteren door flexibel
bestaande stad is in de afgelopen jaren gemeengoed
met beleidsregels en wetgeving om te gaan. Corpora-
geworden. Van Dongens voorgangers Liesbeth van der
ties blijken bij uitstek geschikt als initiatiefnemer en
Pol en Mels Crouwel spraken er al van, evenals minis-
particulieren wordt aangeraden zich te verenigen in een
ters, wethouders en andere prominente ruimtelijke
bewonersstichting.
ordenaars. De oproep van de rijksbouwmeester tot een ‘faciliterend anticiperende overheid’ klinkt relevant,
Het gebruik van succesvolle voorbeelden, onder meer
evenals de constatering dat we op ‘een generieke manier
uit de Utrechtse regio, maakt de handleiding geloof-
moeten leren kijken’. Maar hoe Van Dongen dit voor zich
waardig. Zo is aan de Archimedeslaan op initiatief van
ziet – daarop krijgt de lezer geen antwoord.
de Stichting Tijdelijk Wonen een voormalig school gebouw omgebouwd tot 192 studentenkamers en
Mede daarom ontving ik vol verwachting het rapport
atelier-, expositie- en horecaruimte. De aanpak is voor-
Wonen buiten kantoortijd van de Stuurgroep Experimen-
beeldstellend. Met de eigenaar van het pand is overeen-
ten Volkshuisvesting (SEV), de gemeente Amsterdam
gekomen dat het gebouw tot 1 april 2017 gebruikt mag
en het Utrechtse samenwerkingsverband Transfor-
worden. Om kosten te dekken hebben toekomstige
matieteam. Het document is een handleiding voor de
bewoners meegewerkt aan de verbouwing, in ruil voor
permanente of tijdelijke ombouw van lege kantoren tot
tien procent korting op de huurprijs. De gemeente
woonruimte voor onder meer studenten en arbeids
Utrecht droeg een steentje bij door borg te staan – iets
migranten. Het uitvoerige stappenplan moet overheden,
wat zij eerder deed bij de tijdelijke herbestemming van het KPN-kantoor aan de Kanaalweg.
Aorta #12 // 45
Ondanks de nuttige tips en adviezen geeft het stap-
Ten tweede wordt in het stappenplan voorbij gegaan aan
penplan geen antwoord op een tweetal fundamentele
een essentiële fase in de permanente transformatie van
vraagstukken in de strijd tegen kantorenleegstand. Ten
een leeg kantoorgebouw – de verkoop van het pand door
eerste schrijven de opstellers dat wanneer een pand in
de eigenaar aan een initiatiefnemer, zoals een corporatie
een afgelegen gebied staat, waar verder alleen maar
of ontwikkelaar. Dergelijk transacties verlopen moei-
kantoren staan en nauwelijks voorzieningen zijn, de kans
zaam, omdat het merendeel van de lege kantoren voor
op ombouw naar woningen vrijwel is uitgesloten. Daar
een te hoog bedrag in de boeken staat. Bij de verkoop
wringt de schoen – want vormen niet juist die kantoren
van een leeg kantoor rijst de vraag wie bereid is het ver-
op afgelegen en monofunctionele gebieden langs snel-
lies te nemen. Willen eigenaren hun bezit afwaarderen?
wegen, veelal gebouwd in de jaren zeventig en tachtig en
Of zijn initiatiefnemers bereid een te hoge prijs te
omgeven door een zee van groen en parkeerplaatsen,
betalen? Helaas bestaat voor dit soort dilemma’s nog
de kern van het leegstandsprobleem. Het stappenplan
geen stappenplan.
van de SEV, de gemeente Amsterdam en het Transformatieteam suggereert dat in dit soort gevallen eerst een
Mark Hendriks // TekstLandschap
gebiedsontwikkeling nodig is, waarbij ook de omliggende
Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist,
kantoorpanden worden aangepakt. We weten inmiddels:
redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw
dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
en landschapsarchitectuur.
Ondanks de nuttige tips en adviezen geeft het stappenplan geen antwoord op een tweetal fundamentele vraagstukken in de strijd tegen kantorenleegstand […] kantoren in monofunctionele gebieden […] verkoop van het pand door de eigenaar aan een initiatiefnemer
46 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #4
Waardeverandering leegstaande kantoren Saskia Beer / Robert van Kats / Jan Wijnand Groenendaal // WKG architecten
Dit blog is gebaseerd op het onderzoek “herbestem
samenwerkingspartners, merken ze dat zij “elkaars de
men, de nieuwe opgave voor de architect. Leegstand
taal” niet verstaan. Over verschillende begrippen lijkt
als duurzame businesscase” mede mogelijk gemaakt
iedereen het op het eerste gezicht met elkaar eens.
door het stimuleringsfonds voor architectuur en te
Echter wanneer je doorvraagt, blijkt er toch een spraak-
downloaden.
verwarring te heersen. Voor de ervaren bouwers heel herkenbaar, immers de vele bouwfouten ontstaan op dit
De toenemende leegstand van kantoorgebouwen is een
communicatieniveau.
signaal van de financiële crisis waarin we verkeren. Als je het beschouwt als een symptoom van de overgang
Uiteraard bepaalt geld in de businesscase of die haal-
naar een nieuwe maatschappelijke orde, voelt het meer
baar is of niet. Dat betekent niet dat de bottleneck in
aan als een intellectueel tekort. Dat betekent dat de
de financiële onderbouwing van een transformatie, de
nieuwe opgave waar we voor staan veel meer zal ingrij-
weigering is van de gebouweigenaar om af te waarde-
pen in ons professioneel bestaan.
ren. Ook al worden panden op zeer ongunstige locaties afgewaardeerd tot nul, dan nog is er op voorhand geen
Bij elke initiatief om een leegstaand gebouw een nieuwe
haalbare case, simpelweg omdat er geen vragende partij
bestemming te geven, gaat een haalbare businesscase
is. Juist daarom is een transparant en voor iedereen te
een essentiële rol vervullen. Daarbij is niet van belang
bevatten businesscase van zo’n groot belang. De eige-
of het initiatief komt van een architect, van een club
naar kan zien dat afwaardering nodig is, terwijl de nieuwe
eindgebruikers of van een investeerder, wat essentieel
vragende partijen ziet dat hun vraag serieus wordt
is voor het aanjagen van het transformatieproces is de
genomen. Een bijzondere rol is er voor degene die met
aanwezigheid van ondernemerschap, deze houding van
het concept komt en kan overtuigen akkoord te gaan met
zelfstandigheid, durf, initiatief en creativiteit, dient de
afwaardering enerzijds en investeren anderzijds.
businesscase te dragen. De inhoud, volgorde, aanpak en verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers kunnen
Hieruit wordt duidelijk dat de financieel georiënteerde
veel verschillende gedaantes aannemen en zullen in
partijen en de communicatief, creatief georiënteerde
eerste instantie moeilijk te herkennen zijn.
partijen elkaar nodig hebben. Het feit dat zij verschillende aspecten zo anders waarderen binnen het totaal-
De case zal maatwerk voor ogen moeten hebben, dat
proces, maakt dat er veel wrijving en misverstand kan
optimaal bij de wensen van de eindgebruiker in kwestie
optreden binnen de samenwerking. Het versterken van
aansluit.
het wederzijdse begrip en inzicht is dan ook een essentiële stap die niet vroeg genoeg kan worden gezet.
Binnen iedere businesscase dienen de betrokkenen samen te werken in een multidisciplinair team met kennis van locatie, regelgeving, techniek, creativiteit, communicatie en financiën. Dat team dient vanaf een vroeg stadium een efficiënt proces te volgen en een integraal en kloppend eindresultaat te borgen. Binnen dit team met alle verschillende belangen en expertises moet een gezamenlijk doel worden gevonden en bewaakt. Dit klinkt makkelijker dan het is. Partijen zijn gewend om binnen de bouwkolom te communiceren met de partij boven en onder zich. Als zij op een gelijkwaardig niveau worden geconfronteerd met
Aorta #12 // 47
Dat brengt ons terug bij de noodzaak van verandering in de intellectuele orde, die nodig is om deze nieuwe opgave aan te kunnen. Het begint bij een team met de verschillende expertises die gezamenlijk het risico dragen. Immers wanneer alle teamleden in gelijke mate financieel afhankelijk zijn van en belang hebben bij het succes van het transformatieproject, verdeelt het hun angst en onbevangenheid en maakt het eenvoudiger om vertrouwen in elkaar te hebben. Een belangrijk inzicht komt van de Amerikaanse marketinggoeroe Seth Godin, hij waarschuwt dat het meest onveilige dat je kunt doen in een snel veranderende economie en maatschappij, is het vasthouden aan oude veiligheden. Het is essentieel dat voor de partijen die het meest te verliezen hebben binnen de leegstandsproblematiek, een omgeving wordt gecreĂŤerd waarin zij meer vrijheid en vertrouwen voelen om hun oude werkwijzen los te laten en de broodnodige stap in een nieuwe toekomst te wagen. Jan Wijnand Groenendaal / Saskia Beer / Robert van Kats // WKG architecten WKG Architecten stelt dat de architect in de toekomstige bouwopgave haar rol opnieuw moet uitvinden. Aan de hand van twee casestudies onderzoekt WKG Architecten de nieuwe rolverdeling en samenwerkingen in het volledige bouwproces.
Herbestemmen, de nieuwe opgave voor de architect. Leegstand als duurzame businesscase
48 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #5
Leegstand in Papendorp Mark Hendriks // TekstLandschap
Volgens kenners is Papendorp het voorbeeld van een
kunnen ze hun werkplek niet verwoorden. Wanneer ik
goed kantorenpark. Maar zelfs daar slaat de leegstand
me omdraai kijk ik naar een kantorengebouw met de
toe.
bombastische naam De Citadel. Het mag niet baten: het pand is zo goed als leeg, op de bovenste verdieping
Een week nadat overheden, bouwers en investeerders
hangen rode posters van makelaar Waltmann.
onder grote mediabelangstelling een convenant sloten over een nieuw op te richten sloopfonds – voor de
In de noordelijke hoek van het kantorenpark staan voor
financiering van het zogenoemde ‘aan de markt ont-
het donkere KPN-gebouw glazen rookhokjes, waarin
trekken van lege kantoren’ – besloot ik op een warme
twee mannen eenzaam hun sigaret roken. Terwijl een
woensdagmiddag tot een spontane fietstocht over
grasmachine het gazon maait, tuur ik naar de bovenste
kantorenpark Papendorp. Ik nam me voor met een
verdiepingen. Nergens brandt licht en achter de ramen
onbevooroordeelde blik op pad te gaan. De fietsrit moest
is geen enkele activiteit te ontwaren – durf ik te stellen
een alledaagse rondgang worden – een doodgewoon
dat een deel van het KPN-kantoor leeg staat?
bezoek aan een alom gewaardeerd kantorenterrein. Aan de overkant zijn bouwvakkers bezig met de sloop Papendorp, in de oksel van de A2 en de A12, is immers
van het interieur van het Maximusgebouw – voor-
volgens velen de parel van de Utrechtse en Nederlandse
heen het onderkomen van de bedrijven Siemens en
kantorenmarkt. In 2009 won het stedenbouwkundig plan
GlaxoSmithKline. Tot mijn verbazing vertelt een van hen
van de bureaus West 8 en Wissing de prestigieuze
dat het kantoor een hotel wordt. Bij terugkomst vind
Rietveldprijs. Eindelijk, zo schreef de jury onder leiding
ik op internet het bericht dat het 4100 vierkante meter
van Dirk Sijmons, was het gelukt een bedrijven- en
grote gebouw verandert in een Holiday Inn-hotel met
kantorenpark te maken dat kon uitgroeien tot een
116 kamers, twee congreszalen en 82 parkeerplaatsen.
gewaardeerd onderdeel van de stad. Over de Orteliuslaan naar het zuiden tref ik meer lege Drie jaar later, komend vanuit Kanaleneiland over de
panden – in een gebouw met een kaal grasveld voor de
Prins Clausbrug, bekruipt me het gevoel dat Papendorp
deur zijn units beschikbaar vanaf tweeduizend vierkante
die belofte niet heeft waargemaakt. Natuurlijk, de archi-
meter, in het pand ernaast is 1885 vierkante meter vrij.
tectuur van veel panden maakt indruk, en het glooiende
Richting de A12 rijzen de hoge gebouwen op van Ahrend,
landschap van grasheuvels en waterpartijen is fraai.
Essent en CapGemini. Hier lijkt niets aan de hand, ware
Maar op de fiets overheersen leegte en vervreemding.
het niet dat CapGemini op het punt staat te verhuizen
Papendorp is geen schim van een volwaardig stadsdeel
naar een splinternieuw onderkomen in Leidsche Rijn –
– met name door het gebrek aan winkels en horeca, de
daarmee tienduizend vierkante meter vloeroppervlak
sympathieke en drukbezochte lunchroom De Steiger
achterlatend.
uitgezonderd. Bovendien stuit ik op een tamelijk onverwacht probleem: het schijnbaar succesvolle Papendorp
In dit deel van Papendorp is het rond lunchtijd wel druk
kampt met leegstand.
op straat. Kantoorlui lopen hun dagelijkse rondje over het volkstuinencomplex rondom de Groenewoudsedijk.
Onderaan de Prins Clausbrug valt mijn oog op een te-
Het ruikt er naar vers gemaaid gras en voor even waan
huur-bord aan de Orteliuslaan. In het betreffende pand
ik me in een andere wereld. Alles staat in bloei en
is 655 vierkante meter beschikbaar die in delen van 266
Utrechters zijn in de weer met de verbouw van groenten,
vierkante meter wordt aangeboden. Daarvan maken de
het snoeien van struiken en het verzorgen van de meest
conceptbedenkers van het bedrijf Rhinofly sinds kort
kleurrijke bloemen. Tussen de bomen zijn kantoorvilla’s
gebruik. Op hun website valt te lezen: ‘Verstopt in een
en de Prins Clausbrug net zichtbaar.
kantoorgebouw op een bedrijventerrein bevindt zich het best bewaarde geheim van Utrecht.’ Veel treffender
Aorta #12 // 49
Papendorp // Foto Wissing Stedebouw en Ruimtelijke Vormgeving
Als op termijn de fraai vormgegeven kantoorpanden niet meer voldoen aan de eisen van de nieuwe tijd, kunnen de gebouwen op Papendorp uitgroeien tot de zorgenkindjes van de leegstandsproblematiek
Ondanks een achteloos bezoek aan Papendorp, zijn zorgen over de toekomst niet misplaatst. Want buiten de volkstuinen blijkt Papendorp niet meer dan een monofunctioneel werkgebied aan de rand van een grote stad. Als op termijn de fraai vormgegeven kantoorpanden niet meer voldoen aan de eisen van de nieuwe tijd, kunnen de gebouwen op Papendorp uitgroeien tot de zorgenkindjes van de leegstandsproblematiek – zoals vandaag de dag de kantoorkolossen uit de jaren zeventig en tachtig op afgelegen terreinen, omgeven door groen en parkeerplaatsen, de kern van het probleem vormen. Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsÂarchitectuur.
50 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #6
De viskar als trekker Mark Hendriks in gesprek met Zineb Seghrouchni // Studio Papaver
Met stedenbouwkundige Zineb Seghrouchni wandelde ik
Volgens de jonge stedenbouwkundige heeft het weinig
door het door leegstand geteisterde Merwedekwartier.
zin om per gebouw naar oplossingen te zoeken als het
‘Ontwerpers moeten niet met allerlei masterplannen
Merwedekwartier als geheel niet wordt aangepakt.
aan komen zetten.’
Seghrouchni wijst naar het water van het Merwede kanaal. ‘Moet je zien wat een prachtige structuur, met
Terwijl ik op bedrijven- en kantorenterrein Kanalen
die bomen en het fietspad. Via dwarsverbindingen, die
eiland Merwedekwartier – tussen A12 en Beneluxlaan,
nu door allerlei hekwerken versperd worden, kan het
tussen kanaal en Europaweg – naar de platte winkel-
water vanaf meerdere plekken in het gebied beter
panden van een speelgoedketen en een elektronica
toegankelijk worden. Een andere kwaliteit is de bereik-
handel tuur, met daarnaast het lege en vervallen pand
baarheid, niet alleen per auto, maar ook met de tram,
van een vertrokken meubelzaak, realiseer ik me dat dit
de bus en de fiets. De nieuwe generatie ondernemers
het centrum is van de bewierookte A12-zone, het gebied
en bedrijven is daar gevoelig voor.’
dat volgens de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en Houten moet uitgroeien tot een multifunctioneel en
Halverwege onze route – die niet alleen langs kantoren
dynamisch woonwerkgebied in het hart van de Utrechtse
leidt, maar ook langs een verfwinkel, een groothandel
stadsregio. Enigszins beduusd kijk ik om me heen: ik zie
in groente, een handelaar in luxe auto’s – vraag ik Zineb
niets dan eentonige gebouwen, een sleetse openbare
Seghrouchni wie in de vernieuwing van het Merwede
ruimte, geparkeerde auto’s en veel hekken – de gewenste
kwartier de eerste stap moet zetten. Is dat de gemeente?
dynamiek is nog ver te zoeken.
Zijn dat de vastgoedeigenaren? De aanwezige huurders?
Naast me staat stedenbouwkundige Zineb Seghrouchni
‘De eerste stap,’ luidt het antwoord, ‘is dat via uitge-
van het Utrechtse bureau Studio Papaver. Zonder ironie
breide interviews in kaart gebracht wordt welke spelers
zegt zij: ‘De publiekstrekker staat verderop, de viskar
überhaupt bereid zijn tot het zetten van stappen. Welke
langs het Merwedekanaal. Daar halen de kantoormensen
partijen ervaren de leegstand en het monofunctionele
regelmatig een broodje.’
karakter als een probleem, welke betekenis heeft het Merwedekwartier voor hen? En zijn ze bereid inves-
In een gelegenheidsteam van stedenbouwkundigen,
teringen te doen?’ Na een moment: ‘Dat betekent dat
conceptontwikkelaars en vastgoedadviseurs onderzocht
ontwerpers zoals ik dus niet met allerlei masterplannen
Seghrouchni het afgelopen jaar de ontwikkelings
moeten komen aanzetten over hoe het gebied eruit gaat
mogelijkheden van het monofunctionele Merwede
zien. Pas door die gesprekken kan bepaald worden wat
kwartier – waar een groot deel van de kantoren
echt nodig is. Misschien zijn dat slechts enkele gerichte
structureel leeg staat. ‘Een deel van de Rabobank is
ingrepen, zoals de aanleg van openbaar groen of de
vertrokken’, vertelt ze tijdens een wandeling door het
bouw van een paviljoen. Wellicht moet een vereniging
voor mij nog onbekende werkgebied. ‘En binnenkort
van eigenaren worden opgericht voor het opknappen
verhuist de gemeentelijke ondersteuningsdienst naar
van de publieke ruimte. Misschien moeten we nog een
het nieuwe stadskantoor bij het station.’ In de verte zien
tijdje niks doen.’
we de vier niet eens zo lang geleden gebouwde kruisvormige kantoortorens – sinds enkele jaren kampen de meeste verdiepingen met fikse leegstand.
Aorta #12 // 51
Het spreken met de relevante stakeholders blijkt niet
Mark Hendriks // TekstLandschap
eenvoudig, zo ervoer Seghrouchni aan den lijve. Een deel
Onder de naam TekstLandschap werkt
bestaat uit ondoorgrondelijke partijen – de vier kruis
ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur
vormige kantoorcomplexen zijn bijvoorbeeld in handen
en auteur op het gebied van ruimtelijke
van een Saoedische beleggingsmaatschappij die de
ordening, stedenbouw en landschaps
exploitatie via een Londens concern heeft uitbesteed aan
architectuur.
het vastgoedadviesbedrijf Jones Lang LaSalle. ‘Zij zijn op zich geïnteresseerd, dat geldt ook voor de gemeente, de
Zineb Seghrouchni // Studio Papaver
provincie, de makelaars van DTZ Zadelhoff, de Utrechtse
Zineb Seghrouchni is stedebouwkundige
studentenhuisvesting’, aldus de stedenbouwkundige.
bij OKRA Landschapsarchitecten.
‘Maar voor een uitvoerige analyse heeft vooralsnog
Daarnaast is zij mede-oprichtster
niemand geld over.’
van Studio Papaver een ontwerpbureau voor tussentijdse stedebouw.
Seghrouchni is niet vies van enig pragmatisme.
www.studiopapaver.com
‘Misschien moeten we hier nog wat jaartjes wachten, tot de urgentie tot ingrijpen echt gevoeld wordt.’ Ze bladert door het magazine met de resultaten van het onderzoek. ‘Partijen moeten hard in hun portemonnee geraakt worden, willen ze overgaan tot actie. Kijk, hier staat dat de jaarlijkse huurderving in dit gebied meer dan veertien miljoen euro bedraagt. Dat zal alleen maar toenemen.’
De eerste stap is dat via uitgebreide interviews in kaart gebracht wordt welke spelers überhaupt bereid zijn tot het zetten van stappen in het Merwedekwartier
52 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #7
Kantorentop Mark Hendriks // Tekstlandschap
In het convenant Aanpak Kantorenleegstand bundelen
herontwikkeling en sloop. In zogenoemde ‘beperkings-
overheden en marktpartijen de krachten. De taak
gebieden’ zullen zij geen nieuwe kantoren bouwen.
verdeling lijkt niet helemaal eerlijk.
Vastgoedinvesteerders zijn bereid zich niet alleen te richten op nieuwbouwplannen, maar mee te werken aan
In mijn eerste blog wierp ik de vraag op wiens probleem
de financiering van transformatie- en herontwikkelings-
de epidemische kantorenleegstand nu werkelijk is.
projecten. De marktpartijen staan dus voor concrete
Iedereen erkent het probleem, iedereen oppert oplos-
en ‘harde’ maatregelen – die in de buurt komen van de
singen, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid.
door Nicole Maarsen genoemde gedrags- en mentali-
Als puntje bij paaltje komt wijzen betrokken partijen
teitsverandering.
vooral naar elkaar. Tot welke maatregelen zijn rijk, provincies en gemeenten Deze zomer leek daar een einde aan te komen. Het
verplicht? In vergelijking met datgene de marktpartijen
afgelopen jaar sloegen overheden (rijk, provincies,
moeten doen, komen de overheidsverplichtingen in het
gemeenten) en marktpartijen (beleggers, ontwikkelaars,
convenant over als vrijblijvende taken en acties op het
vastgoedinvesteerders, gebruikers) de handen ineen en
gebied van beleidskaders en randvoorwaarden.
in juni presenteerden zij een convenant waarmee binnen
Zo dienen provincies en gemeenten, overigens in
vijf jaar een ‘goed functionerende kantorenmarkt’ moet
samenwerking met de al genoemde marktpartijen, per
worden bewerkstelligd. De ondertekenaars doelen op
kantorenregio – zoals Amsterdam, Utrecht en Eindho-
‘een kantorenvoorraad die beter toegesneden is op de
ven – een visie te maken op de wenselijke ontwikkeling
diverse gebruikersvragen qua kwaliteit, locaties, ge-
van de regionale kantorenvoorraad. Gemeenten doen
bouwfunctionaliteit en omvang’. Het convenant haalde
daarbij onderzoek naar allerlei financiële en juridische
de afgelopen maanden vooral het nieuws vanwege het
aspecten. Het rijk beperkt zich volgens het convenant
voornemen tot regionale kantoorfondsen waaruit de
tot het aanbieden van expertise en het onderzoeken van
sanering en sloop van lege kantoren gefinancierd kan
de wettelijke mogelijkheden voor het instellen van een
worden.
verplichte afdracht voor de kantorenfondsen.
Volgens Hans de Jonge, voorzitter van het samenwer-
Deze ongelijke verdeling in verplichtingen en taken
kingsverband met de veelzeggende naam Kantorentop,
wordt versterkt door een persbericht waarin demissionair
is het convenant een unicum: niet eerder toonden alle
minister Melanie Schultz van Haegen het convenant
relevante partijen zich eensgezind over de aanpak van
duidt als iets van lagere overheden en marktpartijen.
het leegstandsprobleem. Deelnemer Nicole Maarsen,
‘Ik heb er het volste vertrouwen in dat regionale markt-
bestuurslid van de vereniging van Nederlandse Project-
partijen hun verantwoordelijkheid nemen om dit
ontwikkelingmaatschappijen (NEPROM), stelt: ‘Voor het
ambitieuze convenant te laten slagen.’
eerst spreken we elkaar in de branche aan op gedrag.’ Het is de adder onder het gras – het is mooi dat alle De deelnemende partijen hebben zich in het convenant
betrokkenen de schouders onder het leegstandsprobleem
gecommitteerd aan uiteenlopende verplichtingen.
zetten, maar wat is dat waard als blijkt dat vooral beleg-
Beleggers, in veel gevallen de eigenaren van de lege
gers, investeerders en ontwikkelaars door het stof
kantoorpanden, zullen meer investeren in kwaliteitsver-
moeten, en de overheid zich beperkt tot het opstellen van
betering en verduurzaming van hun gebouwen. Zij gaan
regiovisies, het aanbieden van kennis en het verkennen
aan de slag met transformatieplannen voor kantoren die
van wettelijke mogelijkheden. Het wekt de indruk dat
langdurig leeg staan en op zoek naar nieuwe manieren
ook dit convenant doordrenkt is van de aloude opvatting
van taxeren – zodat lege kantoren niet voor een te hoge
dat marktpartijen moeten bloeden voor een kantoren-
waarde in de boekhouding terecht komen. Ontwikke-
crisis die ze zelf hebben veroorzaakt. Nog altijd roepen
laars hebben beloofd zich te richten op transformatie,
wethouders en gedeputeerden dat het hoog tijd wordt
Aorta #12 // 53
dat marktpartijen hun schuld inlossen. Daarmee gaan zij voorbij aan het feit dat overheden net zo schuldig zijn: gemeenten gaven vanwege financiële belangen aan de lopende band grond uit voor de bouw van kantoren, provincies en rijk verzuimden hun bevoegdheden te gebruiken om de kantorenmarkt in balans te houden. Het is ook maar de vraag of de overheid, en dan met name het rijk, de in het convenant gedane beloftes nakomen. We staan aan de vooravond van een nieuw kabinet en regeringskandidaten VVD en PvdA reppen met geen woord over de aanpak van leegstand. Tijdens het Ruimtelijk Verkiezingsdebat in Groningen lieten beide partijen weten niets te voelen voor een leegstandsheffing – laat staan voor een verplichte afdracht voor een regionaal kantorenfonds. Bovendien heeft Schultz’ collega op Binnenlandse Zaken, demissionair minister Spies, het onderzoek naar de wettelijke mogelijkheden van een kantorenfonds doorgeschoven naar de nieuwe regering. Mocht de formatie lang gaan duren, dan komt in ieder geval het rijk haar belangrijkste taak niet na. Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
Het is mooi dat alle betrokkenen de schouders onder het leegstandsprobleem zetten, maar wat is dat waard als blijkt dat vooral beleggers, investeerders en ontwikkelaars door het stof moeten, en de overheid zich beperkt tot het opstellen van regiovisies, het aanbieden van kennis en het verkennen van wettelijke mogelijkheden
54 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #8
Belastingkantoor Mark Hendriks // TekstLandschap
Een beroemd leeg gebouw in Utrecht is het voormalige
De gemeente en het RVOB waren minder uitgesproken.
kantoor van de Belastingdienst aan de Gerbrandys
Volgens hen liet het onderzoek van DHV alleen zien dat
traat. Het afgelopen jaar spraken uiteenlopende
het niet uitgesproken voordelig is om het belasting
partijen zich uit over de toekomst van het 35 jaar oude
kantoor te laten staan. Maar, benadrukten zij, alle opties
kantoorgebouw.
waren nog open.
Het begon in het najaar van 2011 met een zogenoemde
Dus besloten de gemeente en het RVOB tot een steden-
duurzaamheidsanalyse door ingenieursbureau DHV. De
bouwkundig programma van eisen (SPvE) over de ruim-
eigenaar van het gebouw, het Rijksvastgoed- en ontwik-
telijke en functionele mogelijkheden van het gebouw en
kelingsbedrijf (RVOB), en de gemeente Utrecht waren op
de locatie. In het voorjaar van 2012 kreeg het
een eerder moment overeen gekomen dat de locatie van
Rotterdamse bureau KAW de opdracht om de
het belastingkantoor geschikt is voor studenten- en
stedenbouwkundige en architectonische potenties van
jongerenhuisvesting. DHV was in september door het
de plek te onderzoeken. Een belangrijke rol was weg
RVOB gevraagd te onderzoeken welke variant de minste
gelegd voor de omwonenden die al eerder in het
milieubelasting oplevert: een transformatie van het
Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) – waarin het
kantoor tot woongebouw, waarbij het casco en de gevel
Belastingkantoor een van de locaties voor binnenstedelijk
grotendeels behouden blijven, of sloop en nieuwbouw.
bouwen is – hadden aangegeven dat de locatie wat hen
Volgens de onderzoekers van DHV blijkt sloop en nieuw-
betreft geschikt is voor een mix van wonen en werken,
bouw het meest duurzaam. In een persbericht lichtte
waarbij jongeren en studenten centraal staan.
adviseur Thomas Metz zijn bevindingen toe: ‘Op energetisch vlak scoort nieuwbouw substantieel beter. Door
Het stedenbouwkundig programma van eisen is voor
toepassing van de nieuwste bouwtechnische kennis zal
de zomer afgerond. De gemeente Utrecht stelt met het
nieuwbouw beter geïsoleerd zijn. Het huidige pand zal
SPvE alleen voorwaarden ten aanzien van de bestem-
door het behoud van de gevel niet het voor woningen
mingswijziging, de relatie met de buurt, de balans
gewenste akoestisch en thermisch comfort behalen.’
tussen huur en koop, parkeren, enzovoort. Over de keuze tussen sloop en transformatie doet zij geen uit-
De bevindingen van DHV waren voor RTV Utrecht
spraken. Ruud Hilhorst van de gemeente vertelt in een
aanleiding om halverwege oktober te melden dat het
telefoongesprek: ‘Er is veel mogelijk, zelfs voortgezet
Belastingkantoor gesloopt zou gaan worden. De uitzen-
kantoorgebruik. Onze voorkeur gaat uit naar een nieuwe
ding van de lokale tv-zender bleek voorbarig – er was
functie als woongebied. Maar of dat via transformatie
immers nog niets besloten. Uit allerlei hoeken kwamen
van het huidige gebouw gaat, of via nieuwbouw, is aan
protestgeluiden. Volgens het Transformatieteam onder
de ontwikkelaar die het pand koopt.’ Oftewel: het is aan
leiding van leegstandsexpert Jean Baptiste Benraad zou
‘de markt’ om de locatie van het belastingkantoor te
sloop en nieuwbouw te lang gaan duren – in het geval
herontwikkelen tot een nieuw en aantrekkelijk woon- en
van herontwikkeling van het bestaande gebouw zouden
werkgebied, de gemeente draagt een steentje bij door
de eerste bewoners volgens Benraad al na een jaar
bestemmingswijziging mogelijk te maken.
hun intrek kunnen nemen. De provincie Utrecht, die op formele gronden niets met de kwestie te maken had, liet bij monde van beleidsmedewerker Vincent van Esch weten dat zij een second opinion verlangden. De provincie vermoedde dat op basis van andere duurzaamheids aspecten de optie van transformatie alsnog goed uit de bus zou komen.
Aorta #12 // 55
Als het stedenbouwkundig programma van eisen de
Mark Hendriks // TekstLandschap
komende weken door het RVOB en de omwonenden
Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks
wordt goedgekeurd, kan het belastingkantoor in de
als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-
verkoop. Daarmee zijn we aanbeland bij twee bekende
telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
struikelblokken in de aanpak van kantorenleegstand. Ten eerste: zijn partijen geïnteresseerd in de aankoop van een leeg en gedateerd jarenzeventiggebouw? Ten tweede: is het RVOB bereid om het pand voor de marktprijs van de hand te doen? Nog maar kort geleden sloeg het RVOB een bod van de gemeente af omdat het niet overeen kwam met de boekwaarde. Het is de vraag of kopers bereid zijn om die boekwaarde – die hoger ligt dan de werkelijke marktwaarde – neer te leggen. Een punt van zorg is dat de locatie de komende jaren verkommert, met alle nadelige effecten voor de buurt tot gevolg. De gemeente kan meewerken aan een bestemmingswijziging, zolang dit niet aan de orde is lijkt ze aan handen en voeten gebonden. Ruud Hilhorst ziet een uitweg. ‘Als mensen hun huis en tuin laten verloederen, schrijven we hen aan. Mocht dit het geval zijn bij het Belastingkantoor zullen we het RVOB vragen daar iets aan te doen.’
Het is aan ‘de markt’ om de locatie van het belastingkantoor te herontwikkelen tot een nieuw en aantrekkelijk woon- en werkgebied
56 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #9
Smak Geld Mark Hendriks // TekstLandschap
In de kantorenwijk Merwestein staan op meerdere
Binnen enkele maanden waren alle appartementen,
straathoeken grote billboards waarop de verkoop van
studio’s en penthouses verkocht – voor bedragen van
nieuwe appartementen zijn aangekondigd. Zo wordt
rond de honderd- tot tweehonderdduizend euro. Het
een verlaten kantorenpand aan de Krijtwal omgebouwd
pand bleek geschikt vanwege de sterke betonstructuur
tot het veelbelovende Krijtstede – op de bijbehorende
en de ruime opzet. Op elke verdieping fungeert een
website aangeduid als ‘een kleinschalig woongebouw
centrale gang als ‘woonstraat’ met aan weerszijden
met dertig tweekamerappartementen, op loopafstand
voordeuren. Aan de straatkant hebben de appartementen
van een gezellig winkelcentrum, de sneltram naar
glazen balkonbakken – om zo geluidsoverlast door het
Utrecht en sportvoorzieningen’. Verderop wordt aan de
voorbijrazende verkeer te beperken.
Meentwal een kantoor getransformeerd tot het appartementencomplex Merowe, dialect voor Merwede.
Het project, met de idyllische naam Geinzicht, is een
De 38 studio’s en starterappartementen zijn volgens het
initiatief van projectontwikkelaar De Kade Vastgoed.
billboard ‘voorzien van tuin of balkon, gelegen in een
Architect Pascal van Loosbroek uit Tiel maakte het
rustige omgeving en te koop voor prijzen tussen de
ontwerp. In een telefoongesprek laat hij weten dat het
72 en 140 duizend euro’.
van belang is om vroegtijdig de potenties af te wegen. ‘Van tevoren stelde ik de vraag: “Waarom zouden we in
Op een grijze woensdagmorgen is het moeilijk voor-
dit pand appartementen maken?” Het antwoord bleek
stelbaar dat de blokvormige panden binnen een jaar
simpel: in Nieuwegein bestaat de woningvoorraad voor-
fungeren als nieuwe woongebouwen. Beide gebouwen
al uit eengezinswoningen die voor starters onbetaalbaar
lijken regelrecht uit een catalogus te komen en de hoge
zijn. Door dit kantoor om te bouwen tot een complex
spiegelramen geven de gebouwen een in zichzelf gekeerd
met tweekamerappartementen voorzien we in een
karakter. De omgeving, met name rond de Meentwal,
behoefte. Bovendien was de ligging in Merwestein
oogt winderig en verweesd, met aan de noordzijde een
essentieel: de tram stopt vlakbij, het vernieuwde
anoniem parkeerterrein. Toch zijn de aangeboden
Nieuwegeinse stadscentrum is op loopafstand, aan de
woningen in trek. Voor Merowe zijn reeds dertien wonin-
overkant ligt park Oudegein.’
gen verkocht en ook voor Krijtstede zijn de prognoses gunstig.
De hamvraag is hoe De Kade Vastgoed, met behulp van Van Loosbroek en anderen, het lege kantoor in handen
Het beste bewijs voor een succesvolle transformatie tot
heeft gekregen. Meestal lopen dit soort transformatie
woongebouw is te vinden aan de Veenwal. Bouwvakkers
projecten stuk omdat kopers en pandeigenaren het niet
leggen momenteel de laatste hand aan de bouw van
eens worden over de prijs. Want: de verkoper wil de
34 starterswoningen in een twintig jaar oud kantoor-
boekwaarde, de koper geeft de marktwaarde.
gebouw. Het pand heeft een typische kantoorarchitectuur: witte grove baksteen, hoge spiegelramen op de
Het kantoor aan de Veenwal was eigendom van een
hoek, kleine ramen aan de achterkant. Aan de westkant
Zwitserse beleggingsmaatschappij. Bij aanvang vroeg
grenst het gebouw aan een complex van sociale huur-
die een astronomisch bedrag, aldus architect Van Loos-
woningen.
broek die geen specifieke bedragen wil noemen. ‘Laat ik het zo zeggen: ze wilden elf keer de huurwaarde.’ Hij vervolgt: ‘Wij hebben open kaart gespeeld en een helder plan gemaakt waarin we duidelijkheid gaven over kosten
Aorta #12 // 57
Herontwikkeling Merwestein // Loosbroek architecten
en opbrengsten. Met andere woorden: we konden ons bod heel goed onderbouwen.’ Uiteindelijk ging de Zwitserse belegger relatief snel akkoord. Naar de precieze reden kunnen we slechts raden. Het kan zomaar zijn dat ze het voorstel van De Kade en consorten inderdaad reëel vonden. Het voornemen van de Zwitsers om al hun Nederlandse kantoren van de hand te doen, kan eveneens de doorslag hebben gegeven. En het is ook nog denkbaar dat De Kade, ondanks een plausibel voorstel, alsnog heel veel geld heeft geboden. Ik neig naar het laatste – zeker toen Pascal van Loosbroek zich in het telefoongesprek liet ontglippen: ‘We hebben er gewoon een smak geld tegen aan gegooid.’ Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
In Nieuwegein worden steeds meer lege kantoren omgebouwd tot woongebouwen. Wat is het geheim achter dit schijnbare succes?
58 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #10
Fris geluid Mark Hendriks // TekstLandschap in gesprek met Klaas Beerda
Klaas Beerda van de gemeente Utrecht is positief over
Als eerste: de veelgehoorde klacht dat pandeigenaren,
de ombouw van lege kantoren. ‘Beleggers gaan steeds
zoals beleggers en pensioenfondsen, niet bereid zijn
vaker overstag.’
de waarde van hun gebouwen af te boeken, is volgens Beerda niet meer van deze tijd. ‘Ik zie dat de prijzen die
Als je zoals ik alles wilt weten over kantorenleegstand
eigenaren voor hun panden willen hebben niet meer
en herontwikkeling in Utrecht, ga je natuurlijk naar
sterk afwijken van de bedragen die geïnteresseerde
het gemeentelijke Transformatieloket. En als dat niet
kopers bieden. Dat was twee jaar geleden nog wel het
meer blijkt te bestaan maak je een afspraak met Klaas
geval – maar het gat is steeds kleiner geworden.’ Hij
Beerda, waarnemend manager van het programma
vervolgt: ‘Natuurlijk zijn er nog beleggers die niet willen
Transformatie en Leegstand. In dit programma brengt
afboeken, maar die hebben in de meeste gevallen nog
de gemeente in kaart welke leegstaande kantoren inte-
de verwachting dat hun lege gebouw binnen afzienbare
ressant zijn voor herontwikkeling – zoals de Neudeflat
tijd weer in gebruik komt als kantoor. Waar een dergelijk
en kantoren in Kanaleneiland en Rijnsweerd – en hoe de
perspectief ontbreekt, gaan beleggers steeds vaker
gemeente dergelijke transformaties kan begeleiden en
overstag.’
ondersteunen. Dan: volgens Beerda zijn er in Utrecht meer dan genoeg Ik ontmoet Beerda op zijn werkkamer in de kantoor
private investeerders die bereid zijn geld te steken in de
toren aan het Rachmaninoffplantsoen, een gebouw dat
transformatie van een leeg kantoorgebouw. ‘We merken
na de opening van het nieuwe stadskantoor leeg komt.
het bij het pand van de Dienst Maatschappelijke Ontwik-
‘Met de drie gemeentekantoren aan de Ravellaan komt
keling aan de Kaatstraat. Ook dat gebouw komt vrij als
in deze buurt ongeveer 24 duizend vierkante meter
de dienst naar het stadskantoor verhuist. De eigenaar
vrij. In een door ons opgestelde gebiedsvisie zien we
wordt nu al regelmatig gebeld door investeerders.’ Dat
mogelijkheden deze panden om te bouwen tot woon-
is niet vreemd want zo’n gebouw heeft genoeg mogelijk-
complexen met voorzieningen op de begane grond. Ik
heden, aldus de programmaleider. ‘Het ligt dichtbij de
heb daar vertrouwen in – nu al hebben zich meerdere
binnenstad en er is in Utrecht een gebrek aan bepaalde
investeerders gemeld.’
segmenten, zoals studentenwoningen – er is een tekort van vierduizend eenheden – middeldure huurwoningen
Na me bijna een jaar te hebben ondergedompeld in de
en hotelvoorzieningen.’ De mogelijke investeerders
problematiek van de kantorenleegstand ben ik aange-
komen uit alle gelederen. ‘In Rijnsweerd bouwt vast-
naam verrast door het verfrissende geluid dat Klaas
goedondernemer De Waal het oude provinciehuis om tot
Beerda ten gehore brengt.
studentencomplex en een hotel. In 2011 kochten twee vastgoedbedrijven het lege Sint Antoniusziekenhuis in Kanaleneiland.’
Aorta #12 // 59
Verder: Beerda meent dat optie om lege panden te slopen
Tot slot het landelijke convenant Aanpak Kantorenleeg-
voor nieuwbouw vaker overwogen mag worden. ‘Het
stand: Beerda en zijn collega’s zien positieve punten,
is momenteel erg hip om alleen maar over hergebruik
maar zijn ook kritisch. Het idee voor een regionaal
te spreken. Maar soms is het slimmer om afscheid te
sloopfonds – voor de financiering van de afbraak van
nemen en iets nieuws neer zetten – zeker als dat leidt
lege kantoren – is voor Utrecht minder aantrekkelijk.
tot een product dat beter aansluit bij bijvoorbeeld de
‘Zo’n fonds werkt de prijsdaling die ik eerder noemde
woonbehoeften. In de grote steden lijkt het soms alsof
juist tegen. In plaats van over te gaan tot actie blijven
transformatie het grote doel is, terwijl het gaat om het
beleggers wachten – ze verwachten een bijdrage om hun
oplossen van de leegstand en het zorgen voor voldoende
gebouw af te breken. Het is bovendien niet correct om
woningen voor de juiste doelgroepen.’ Hij voegt toe: ‘Dat
met publiek geld de financiële pijn van private partijen te
betekent ook dat de gemeente een streng beleid voert
verzachten. De gemeente kan haar geld beter besteden
ten aanzien van de bouw van nieuwe kantoren. Zo hebben
aan de samenwerking met eigenaren die wel actie on-
we in Papendorp en Leidsche Rijn Centrum het aantal
dernemen. Want, zeg nou zelf, het is vervelend als een
uit te geven kavels flink teruggebracht.’
gedateerd kantoor leeg staat op een monofunctioneel bedrijventerrein als Lage Weide – maar het geeft minder last dan lege kantoren in een woonwijk.’ Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
De veelgehoorde klacht dat pandeigenaren, zoals beleggers en pensioenfondsen, niet bereid zijn de waarde van hun gebouwen af te boeken, is volgens Beerda niet meer van deze tijd.
60 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #11
De geheimen van Lage weide Mark Hendriks // TekstLandschap in gesprek met Erik Schep, wijkagent in Lage Weide
Met wijkagent Erik Schep langs de lege gebouwen
Lage Weide is een ware smeltkroes – in totaal zijn op
in bedrijvengebied Lage Weide. ‘Sommige worden
Lage Weide ruim duizend ondernemingen gevestigd.
gebruikt voor hennepkwekerijen.’
Tussen de zwaardere industrie langs het kanaal, zoals
De aanblik is mistroostig, helemaal op deze donkere en door sneeuw geteisterde decembermiddag. Aan de Reactorweg op bedrijven- en industrieterrein Lage Weide zijn een stuk of wat gebouwen aan hun lot overgelaten. Ruiten zijn dichtgetimmerd of gebroken, de muren en ramen zijn beklad met graffiti en rommel ontsiert het straatbeeld. Het kantoor op de hoek spant de kroon. De rode gevelplaten tonen sporen van verval, ruiten zijn ingeslagen en onkruid overwoekert de oprit. Met wijkagent Erik Schep tuur ik naar het verwaarloosde pand. ‘Dit soort gebouwen is in trek bij krakers’, vertelt de politieman terwijl hij het volume van zijn portofoon zachter zet. ‘Vooral in de zomermaanden is het raak. Ze breken in, beplakken de ramen met zwart landbouwzeil, slepen muziekapparatuur naar binnen en de houseparty kan beginnen. Zo’n feest trekt honderden bezoekers uit binnen- en buitenland.’ Sinds de zomer beëindigden Schep en zijn collega’s zeker vijf illegale feesten. ‘We komen binnen, stoppen de muziek en ontruimen het pand. Dan gaan we op zoek naar de initiatiefnemers – dat is makkelijker gezegd dan gedaan.’ De schade aan de gebouwen is groot en in de meeste gevallen blijft veel rotzooi achter. Schep: ‘Pandeigenaren proberen soms de kosten te verhalen op de organisatoren. Maar in veel gevallen geldt: van een kale kip kun je niet plukken.’ Lage Weide ligt tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de A2 en beschikt over 163.000 vierkante meter kantooroppervlak. Daarvan staat 30.000 leeg, ruim achttien procent. ‘Het werkt criminaliteit in de hand’, aldus Erik Schep. ‘Naast illegale feesten worden panden gekraakt voor bewoning. Sommige worden gebruikt voor hennepkwekerijen.’
weg- en waterbouwbedrijf Pouw en bouwonderneming Strukton, hebben kleinere ondernemers, zoals auto dealers en -slopers en aannemers, hun plek. Richting de snelweg neemt de variëteit toe: naast ‘grote jongens’ als Ziggo, SieMatic, Hema en KuehneNagel houden talloze lokale bedrijven kantoor op Lage Weide. De architectuur is net zo divers: van golfplaten werkplaatsen en prefab-kantoorpanden tot moderne glaspaleizen, van de typische jarentachtiggebouwen met grindgevels tot de fraaie kantoortoren van waterbedrijf Vitens. Tijdens de rondrit over het grootste bedrijventerrein van Utrecht vertelt agent Schep met enthousiasme over zijn werkgebied. ‘De ondernemers hier willen problemen en conflicten oplossen. Daarvoor zijn ze bereid investeringen te doen.’ Hij noemt de plaatselijke industrievereniging ILW en het keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) waarin ondernemers samen en met hulp van de gemeente en de politie, leegstand en criminaliteit te lijf gaan. Zelf is Schep een groot voorstander van leegstandsbeheer. ‘Kantoorruimte wordt tijdelijk in gebruik genomen voor studentenhuisvesting. Of startende ondernemers huren tegen een laag bedrag en voor een bepaalde periode een werkruimte.’ De agent vervolgt: ‘Leegstandsbeheer heeft veel voordelen. De kans op inbraak wordt kleiner. Het gebruik geeft het pand een positieve uitstraling, wat geïnteresseerde huurders over de streep kan trekken. En heel praktisch: de verwarming staat regelmatig aan, waardoor bijvoorbeeld schimmelplekken uitblijven.’
Aorta #12 // 61
Leegstandsbeheer heeft veel voordelen.
Het leegstandspercentage mag dan aanzienlijk zijn, een
Mark Hendriks // TekstLandschap
groot probleem is het vooralsnog niet, zo blijkt tijdens de
Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks
rondleiding. Dit komt vooral door de al genoemde veel-
als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-
zijdigheid van Lage Weide. Door de aanwezigheid van de
telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
A2, een spoorlijn en de haven is het gebied uitermate goed bereikbaar. De centrale ligging tussen Utrecht en Amsterdam maakt dat talloze bedrijven zich nog altijd in Lage Weide willen vestigen – ondanks de verpauperde aanblik en de troosteloze architectuur. Erik Schep wijst naar een reeks van piramidevormige kantoren in alle kleuren van de regenboog. ‘Ze voldoen waarschijnlijk niet aan de moderne vereisten, maar zijn sinds enkele maanden gewoon in gebruik door nieuwe bedrijven.’ Het gebied blijft zich volgens Schep vernieuwen – al is dat vaak niet zichtbaar. Een middagje op Lage Weide legt de best bewaarde geheimen bloot. Achter een voor malige Peugeotgarage kun je niet alleen leren skiën op een splinternieuwe borstelbaan, in een oude loods kun je tevens Poolse drank kopen. In een oude oliefabriek worden feesten en evenementen georganiseerd – Schep: ‘De NOS hield hier haar verkiezingsdebat’ – en in een massieve blokkendoos ligt een ijsbaan waar men oefent voor de beroemde Holiday on Ice-shows. Het fraai geheim ontdekken we in de zuidpunt van Lage Weide, in de oksel van de A2, tegenover het verpauperde pand met de rode gevelplaten. Daar is het voormalige AC-restaurant omgebouwd tot een restaurant en feestzaal. Erik Schep introduceert Aissa Alhauati, de in Marokko geboren initiatiefnemer. ‘We hebben aanvragen voor bruiloften, religieuze feesten, ga zo maar door’, vertelt de ondernemer terwijl hij ons de oosterse feestzaal laat zien. ‘Niet alleen van Marokkanen, ook van Hindoestanen, Turken, Surinamers.’ Op de vraag wat hij van de omgeving vindt, zegt Alhauati: ‘Het is niet het mooiste gebied, maar de bereikbaarheid is goed. Maar’, en hij wendt zich tot agent Schep: ‘Kan de bewegwijzering anders? Mijn bezoekers worden verkeerd gestuurd.’
62 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #12
Slapen op een kantorenpark Op Papendorp is een leeg kantoor omgebouwd tot hotel. De meeste gasten zijn zakenlui. Mark Hendriks // TekstLandschap
Op de loungebank zijn drie mannen in gesprek – de
Bij de receptie verhaalt Kos over het concept van zijn
voertaal is Duits. Een heer in pak telefoneert terwijl hij
hotel. ‘We betalen een zogenoemde franchise fee aan
naar een groot televisiescherm met de herhaling van
Holiday Inn, dat onderdeel is van de internationale
Pauw&Witteman staart. Bij het raam is een vrouw in
hotelketen Intercontinental. In ruil mogen we de naam
de weer met haar laptop. Aan de receptioniste vraagt
en het logo voeren. De expressformule betekent dat we
ze hoe de wifiverbinding werkt. Het is dinsdagmiddag
betaalbare kamers bieden omdat bepaalde faciliteiten
en we zijn in de lobby van het Holiday Inn Expresshotel
ontbreken, zoals roomservice en een restaurant. Aan de
op kantorenpark Papendorp. ‘Lobby is eigenlijk niet het
andere kant: parkeren is gratis en het ontbijt bij de prijs
juiste woord’, zegt hotelmanager Klaas-Jan Kos. ‘We
inbegrepen.’
noemen het de great room.’ Het kantoor op Papendorp ‘dat al zes jaar leeg stond‘ In september opende het hotel haar deuren in een voor-
bleek direct geschikt als hotellocatie. Het pand is goed
malig kantoorgebouw aan de Van Deventerlaan. Het is
bereikbaar vanaf de A2 en de A12 en ligt op korte af-
een project van het Amsterdamse bedrijf Dutch Hotel
stand van het Utrechtse centrum. De meeste klanten
Partners (DHP), een zakelijk samenwerkingsverband
zijn dan ook zakenlieden op doorreis of die voor werk
van The Vincent Hotel Group en Interstate Hotels &
in Utrecht moeten zijn. ‘En’, voegt Klaas-Jan Kos toe,
Resorts. Het bedrijf richt zich op bestaande gebouwen –
‘in de omgeving zitten tal van potentiële klanten. De
eerder opende DHP hotels in lege kantoren bij Schiphol
afgelopen maanden sloot ik met verschillende bedrijven
en Sloterdijk. Nieuwe hotels zijn in de maak in panden
contracten, zodat zij hun overnachtingen voortaan in
in Den Haag, Rotterdam en Arnhem. ‘Wij bouwen nooit
ons hotel boeken.’ Hij vervolgt: ‘Dit betekent niet dat we
nieuwe gebouwen’, legt Kos uit. ‘In de transformatie
geen oog hebben voor toeristen. Ook in het weekend wil
van bestaande panden hebben de partners van DHP een
je gasten, daarom hebben we bijvoorbeeld een gratis
eigen taak. The Vincent Hotel Group draagt zorg voor
shuttle naar de binnenstad.’ Met de eigenaar van het
het voortraject, zoals het huurcontract en de ombouw.
pand kwam DHP een huurverbintenis van 25 jaar over-
Interstate is verantwoordelijk voor de exploitatie en het
een. Over de huurprijs wil manager Kos niets zeggen:
management.’
‘Maar je zou versteld staan van de hoogte.’ Wat ook hielp bij de transformatie: in het bestemmingsplan was voor het gebouw al een horecafunctie opgenomen. Het past bij de ambitie van de gemeente Utrecht om meer lege panden om te bouwen tot hotel, een streven dat volgens Kos niet door de hotellerie gesteund wordt. ‘De Utrechtse hotels hebben een zwaar jaar achter de rug. Meer hotels betekent meer concurrentie. Ons hotel mag in een ander segment zitten, we trekken hoe dan ook gasten die anders naar een hotel in de stad waren gegaan.’
Aorta #12 // 63
Het kantoor op Papendorp – dat al zes jaar leeg stond – bleek direct geschikt als hotellocatie.
De verbouwing van kantoor tot hotel door Mulderblauw
Mark Hendriks // TekstLandschap
Architecten uit Zoeterwoude had vooral betrekking
Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks
op het interieur. Aan de buitenzijde hoefde alleen een
als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-
brandtrap geplaatst te worden. ‘Het gebouw had al
telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
kenmerken die voor een hotel belangrijk zijn’, vertelt Klaas-Jan Kos terwijl hij de ruime vergaderzalen laat zien. ‘Zoals een brede entree, een inpandige parkeer garage en hoge ramen.’ De grootste aanpassingen betroffen de inbouw van 118 kamers en veiligheidsvoorzieningen – een hotel heeft immers te maken met strengere voorschriften dan een kantoor. Daarbij kwamen de ruim duizend eisen die Holiday Inn zelf stelde. Kos: ‘De trap mag niet te steil zijn, de tegels in de badkamers moeten donkerblauw. Bij de ingang moeten dezelfde asbakken en bankjes staan als bij de andere 2600 expresshotels.’ Op de bovenste verdieping toont de hotelmanager twee kamers – standard rooms, de een wat groter dan de ander. De inrichting is modern en strak. Op de witverlichte gang staan om de paar meter witte palen – een relict uit de tijd dat het pand een kantoorfunctie had. ‘In de oude indeling lag de gang meer naar het midden, waar nu de grotere kamers zijn. Aan weerszijden waren dan de werkkamers.’ Door het raam zijn de flats van Kanaleneiland zichtbaar, daarboven de nieuwe Rabotoren bij het station. Kos wijst naar de vijver aan de voet van het hotel. ‘In de zomer zie je soms hazen lopen.’ Hij kijkt voor zich uit: ‘Ik zou het toejuichen als er meer recreatievoorzieningen komen, zoals bootjes. Het zou de levendigheid op Papendorp enorm vergroten.’
64 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // blog #13
De leegstandskaart als structuurvisie? Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl // temp.architecture
Op 1 juli 2008 werden gemeenten wettelijk verplicht om
Inmiddels heeft temp. ook de braakligging en leegstand
middels een structuurvisie op hoofdlijnen vast te leggen
van andere gemeenten in kaart gebracht. De discrepantie
waar zij toekomstige ontwikkelingen toelaten. Ongeveer
tussen deze kaarten en de vergezichten in de structuur-
op hetzelfde moment begon de vastgoedcrisis.
visies is groot. Interessant is te zien hoe gemeenten hiermee omgaan. Kunnen en willen zij improviseren of
Hielden aanvankelijk veel professionals uit de gemeen-
houden zij vast aan hun vergezichten?
telijke wereld en de ontwikkelbranche vol dat deze crisis wel zou overwaaien, inmiddels is duidelijk dat deze
Zo valt in Groningen het enorme binnenstedelijke
crisis onze nieuwe werkelijkheid is. Een nieuwe wer-
Suikerunie terrein op, dat sinds 2010 braak ligt en
kelijkheid die vooral wordt geplaagd door structurele
uitermate geschikt lijkt voor binnenstedelijk wonen. In
onzekerheid, zowel op het financieel-economische vlak
de structuurvisie echter is toekomstige woningbouw al
als op het politiek-juridische. De gebiedsontwikkeling
gelokaliseerd in het suburbane Meerstad. De gemeente
stagneert daardoor. Om de spaarzame kansen die zich
heeft aangegeven de braakliggende grond “vrij” te willen
nog voordoen te kunnen grijpen wordt van gemeenten
houden voor toekomstige generaties en denkt aan aller-
eerder een groot improvisatievermogen verwacht dan
hande vormen van tijdelijk gebruik. Zo zet zij alle zeilen
een ambtelijk vastgesteld vergezicht. Zijn structuur-
bij om zowel de afspraken in de structuurvisie overeind
visies nog wel een geloofwaardig instrument in deze
te houden alsmede de nieuwe werkelijkheid het hoofd te
nieuwe tijd?
bieden.
In 2010 maakten wij de eerste braakliggingskaart om-
In Heerlen gaat de gemeente anders met deze discre-
dat we met eigen ogen wilden zien hoe het nu zat met
pantie om. Hier wordt stoïcijns doorontwikkeld aan het
braakliggende bouwgronden in Amsterdam: waren dit
enorme Maankwartier, terwijl de leegstandskaart een
incidenten, zoals die collega’s uit de gemeentelijke
enorme hoeveelheid vacante ruimte toont, meestal
wereld en ontwikkelbranche zeiden, of ging het hier om
trouwens met een erfgoedstatus. De gemeente lijkt hier
een structureel fenomeen? De kaart wees uit dat in de
een enorme gok te nemen: kan het Maankwartier de
stad een oppervlak aan bouwgrond braak lag zo groot
stad zo’n nieuw elan geven dat de leegstand verdwijnt?
als IJburg II, één van de pijlers van de Amsterdamse
Of wordt het probleem van deze voormalige krimp
structuurvisie-in-ontwikkeling. Vlak voordat deze
gemeente dadelijk alleen maar groter?
structuurvisie werd vastgesteld pikte het Parool deze rekensom op en maakte daarmee het verband tussen
De structuurvisie van de gemeente Utrecht gaat tot 2015
beide ontwikkelingen duidelijk voor een groot publiek.
vooral uit van herontwikkeling van bestaand stedelijk
Sindsdien woekert in het Amsterdamse de discussie
weefsel. De stad heeft blijkbaar vroegtijdig ingezet op
voort over het opspuiten van de nieuwe eilanden in het
transformatie, hiertoe ongetwijfeld gedwongen door de
IJmeer. Waarom wordt dit programma niet gewoon
eigen gemeentegrenzen. Wat opvalt is dat deze grote
gerealiseerd in de bestaande stad?
transformatieopgaven zijn gedacht in gebieden die momenteel met veel braakligging en leegstand kampen, zoals de stroken aan weerszijden van de verlegde A2 en de zone langs het Merwedekanaal. Tot zover vallen droom en werkelijkheid mooi samen.
Aorta #12 // 65
De discrepantie tussen deze kaarten en de vergezichten in de structuurvisies is groot. Interessant is te zien hoe gemeenten hiermee omgaan. Kunnen en willen zij improviseren of houden zij vast aan hun vergezichten?
Maar voor deze beoogde transformatie zet de gemeente
Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl //
ambitieus in op een “hoogstedelijk woonmilieu”. De
temp. architecture
veeleisende functie wonen moet dus in combinatie met
Maarten van Tuijl en Tom Bergevoet zijn
andere functies in hoge dichtheid worden gerealiseerd
samen oprichters van temp.architecture,
in een gebied met een complexe bestaande context.
een ontwerpbureau gespecialiseerd in
Dat met name in de Merwedestrook de ontwikkelingen
stedelijke transformaties. In april 2013
al een tijd lang muurvast zitten, geeft aan dat bij nader
komt hun boek “de Flexibele Stad” uit,
inzien droom en werkelijkheid toch nog best ver uit
waarin zij nieuwe instrumenten presen
elkaar liggen.
teren voor stedelijke transformaties.
Ook Utrecht lijkt hiermee in spagaat. Het kan vast-
Braakligging NL
houden aan de structuurvisie en wachten totdat de omstandigheden weer zo gunstig zijn dat het beoogde hoogstedelijk woonmilieu daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Ons advies is echter het eigen improvi satievermogen aan te spreken. Is er een projectstart te bedenken die minder ambitieus is zonder dat het hoog-
utrecht utrecht
stedelijke perspectief aan de horizon verdwijnt? Is er een procesinrichting denkbaar die onverwachte wendingen op termijn nog kan opnemen? Het is onontkoombaar dat de werkelijkheid van braak
rotterdam
ligging en leegstandskaarten betekenis krijgt in het domein van de structuurvisie. Hierbij hoort ook een ander instrumentarium waarmee kan worden geïmproviseerd, iets dat wellicht nieuw is voor ambtenaren en maastricht
beleidsmakers maar waarmee ze maar beter snel vertrouwd kunnen raken.
amsterdam
0 0
5000500m m
10
66 // Aorta #12
HERGEBRUIK VASTGOED // technasium
Kansen voor leegstand MOB vormgeving & educatie
Tweehonderdtwintig Technasiumleerlingen zijn in september 2012 aan de slag gegaan met leegstaande kantoorgebouwen in de provincie Utrecht. Op zoek naar een herbestemming maken deze jongeren gebruik van hun talent om ‘out of the box’ te denken. Vier middelbare scholen: ’t Hooghe Landt, Amersfoort; Cals College, Nieuwegein, Niftarlake College, Maarssen en het Gerrit Rietveld College uit Utrecht doen mee aan dit transformatieproject onder begeleiding van MOB vormgeving & educatie. Een samenwerking die is voortgekomen uit de inspiratiebijeenkomst ‘Laat duizend blokken bloeien’ (Aorta 2011). De ontwerpen zijn eind 2012 gepresenteerd. De vraagstukken voor de leerlingen waren wisselend.
Studentenhuisvesting ’t Hooghe Landt in Amersfoort heeft zich gericht op een herbestemming van kantoren tot studentenhuisvesting. Hierbij werd gekeken naar de indeling, woonvormen, huurprijs en de aantrekkelijkheid van de plek voor de doelgroep. Met een architect en een makelaar zijn ideeën uitgewerkt tot een concreet plan voor het kantoorpand Alpha 2 (Amersfoort). Conclusie van de werkgroepen was dat er niet “één waarheid” geldt, er zijn meerdere uitgangspunten mogelijk.
Sociale woningbouw Leerlingen van het Calscollege in Nieuwegein hebben als opdracht meegekregen om het kantoorpand aan de Bakenmonde 1 (Nieuwegein) opnieuw in te richten en de gevel aan te passen aan het nieuwe gebruik. De opdrachtgever wil sociale huurwoningen maken en verwachten een advies voor doelgroep geschiktheid. Ook hier bleek geen eenduidige waarheid. Het pand werd geschikt bevonden voor seniorenwoningen (een urgentie in het gemeentelijk beleid), voor starters op de woningmarkt, voor studentenwoningen met een directe sneltram verbinding naar Utrecht, voor tijdelijke huisvesting bij urgentie bijvoorbeeld bij een scheiding. Na deelonderzoek naar doelgroep, woninggrootte, betaalbaarheid hebben de leerlingen van de diverse scholen een ontwerp en een maquette gemaakt en zijn de concepten gepresenteerd. De projecten hebben bijgedragen aan de bewustwording van het maatschappelijke probleem, het vak van de architect, en hebben geleid tot een verbetering van vaardigheiden als analyseren, tekenen, presenteren, maquettes bouwen, werken voor opdrachtgevers en doelgroepen. Heeft het project nu nog geen vernieuwende invalshoeken opgeleverd; deze leerlingen zijn wel als de nieuwe generatie bouwers zich meer bewust van de mogelijkheden van de bestaande voorraad. MOB // Technasium MOB vormgeving en Educatie begeleid het Technasium project Kansen voor Leegstand. MOB is een advies en organisatiebureau voor onder andere educatietrajecten in de regio Utrecht.
Aorta #12 // 67
Technasium // Foto MOB
Op zoek naar een herbestemming.
68 // Aorta #12
Aorta #12 // 69
Transformatie leeg kantorencomplex tot Vechtclub XL // Foto Jorgen Koolwijk
70 // Aorta #12
CARTESIUS LAB // HET DEBAT IN DE STAD
Aorta #12 // 71
Werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk
Stand van zaken 2012 Bedrijventerrein Cartesiusweg is Utrechts meest binnenstedelijke bedrijventerrein. De laatste jaren is er weinig aandacht geweest voor de ontwikkeling van het gebied. Daar lijkt nu verandering in te komen. Met de visie Werkspoorkwartier heeft de gemeente richting gegeven voor de toekomst, waarbij een grote rol is weggelegd voor marktpartijen. Zowel de bedrijvenkring Cartesiusweg als (creatieve) initiatiefnemers en investeerders zien met de visie nieuwe kansen ontstaan om het bedrijventerrein nieuw leven in te blazen. Tegelijkertijd staan de economische crisis, een terugtrekkende overheid en beperkingen in de regelgeving de gewenste ontwikkelingen in de weg. Veel panden en loodsen staan leeg. Een aantal bedrijven wil het gebied verlaten. De daling in waarde van het vastgoed houdt dat in sommige gevallen tegen. Daarnaast vraagt de uitstraling van het gebied om hernieuwde aandacht. Zijn we in staat onder deze condities een vernieuwing op gang te brengen?
Achtergrond In 2012 heeft de gemeente Utrecht de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier aangenomen waarmee het richting wil geven aan de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Daaruit blijkt dat een geleidelijke, marktgestuurde ontwikkeling naar een binnenstedelijk kleinschaliger werkmilieu gewenst is. Uitgangspunten zijn inzetten op een mix van grootschalige en kleinschalige bedrijvigheid, aantrekken van creatieve industrie en stadsgeoriënteerde bedrijvigheid, bevorderen van verblijfskwaliteit, nadrukkelijk geen woonprogramma, wel functiemenging op ander gebied.
De discussie Met CARTESIUS LAB levert Aorta een bijdrage aan de transformatie van het bedrijventerrein door stakeholders, initiatiefnemers en ruimtelijk professionals in een meervoudig programma aan elkaar te verbinden. We bediscussiëren en onderzoeken de programmatische, ruimtelijke en financiële mogelijkheden voor de transformatie van het bedrijventerrein binnen de gestelde randvoorwaarden en daarbuiten en gaan we op zoek naar allianties die daaraan kunnen bijdragen.
Waar staan we nu? Anno december 2012 zijn de eerste stappen gezet: partijen weten elkaar te vinden, er zijn volop ideeën om het gebied verder te brengen, er is een duidelijke potentie en een voldoende massa om er echt wat van te maken. Nu het plan nog samen verder brengen.
72 // Aorta #12
cartesius lab // blog #1
Nieuw voer voor urban pioneers? Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
Ingedutte gebieden nieuw leven inblazen gaat tegen-
transformatie van het bedrijventerrein ten westen van
woordig altijd gepaard met de zogenaamde creatieve
de Cartesiusweg in diezelfde kinderschoenen. Ook dit
industrie. Sinds de welbekende Amerikaanse econoom
gebied, dat voorheen in gebruik was door het
Richard Florida, door sommigen niet helemaal onterecht
bedrijf Werkspoor, mag in de lift. Na het vertrek van
in de categorie ‘jeuk’ geplaatst, met zijn creative class
de Werkspoor-bedrijvigheid wordt het gekenmerkt door
op de proppen kwam, zijn ze niet meer te stuiten.
een mix van traditionele bedrijven met stadsverzorgende
De urban pioneers, vaak uit de hoek van kunst, cultuur,
diensten, kantoren, creatieve bedrijven, kunstateliers
architectuur, stedenbouw of projectontwikkeling,
en vrijetijdsbestemmingen. Een gebied zonder eenheid,
kunnen er wat van; het ene na het andere schitterende
maar met veel contrasten – aldus de gemeente.
initiatief ziet het levenslicht. Ligt er een terreintje braak, geen nood: de urban pioneers zijn onderweg!
Het bedrijventerrein Cartesiusweg ligt globaal tussen de sporen naar Amsterdam en Rotterdam, het Amsterdam
Je kunt er gekscherend over doen, en wellicht krijgen
Rijnkanaal en de Cartesiusweg in. Na de aanleg van
de urban pioneers wat veel ruimte, maar feit is wel dat
Leidsche Rijn is het gebied steeds centraler in de stad
zij tenminste reuring weten te brengen. Komen met
komen te liggen; met de auto kom je er minder makkelijk
plannen die in ieder geval snel tot een resultaat kunnen
dan voorheen. En toch zit Van der Wal, een landelijk
leiden, tijdelijk of voor de langere termijn. Grootschalige
georiënteerde vervoerder (nog) op het terrein. Zo ook de
masterplannen zijn passé, dat weten we allemaal. Geld
nationaal publiek trekkende Central Studio’s, en niet te
is op, tijd is op en het geduld is bij sommigen ook op.
vergeten energieleveranciers Nuon en Eneco. Zitten die
Alsmaar steggelen over grote lappen grond, met finan-
nog wel goed op dit binnenstedelijke bedrijventerrein?
cieel gewin als enige oogmerk – gelukkig behoort die
En passen zij in het door de gemeente neergelegde
attitude tot het verleden. En kunnen we nu over tot de
verhaal over broedplaats voor creatieve industrie, urban
orde van de dag, rekening houden met de geest van de
culture en een werklandschap voor stadsgeoriënteerde
plek, bestaande bedrijvigheid, bewoners, lokale initiatie-
en creatieve bedrijvigheid?
ven en gebruikmaken van de energie die er al is. De sky is niet meer de limit, nee, we gaan uit van kwaliteiten
Ontwikkelaar TCN staat al te trappelen, en met hen
die er al zijn. Eindelijk!
meerdere nieuwe verhalenvertellers, meest uit dezelfde branche. Vanuit de gemeente zijn de sterke- en zwakke
Het zijn goede gedachten, maar de uitvoering is nog
kanten, de ontwikkelingspotentie, de kaders voor milieu
onwennig. Kijk maar naar de herontwikkeling van het
hinder en geluidscontouren, èn de identiteit voor het
Haagse bedrijventerrein de Binckhorst – daar moet en
gebied vastgelegd in een visie die de bandbreedte op
mag van alles organisch ontstaan, maar hoe doe je dat?
verschillende onderwerpen aangeeft. De ontwikkelings-
Als gemeente wil je wel wat, maar teveel regie uit
visie Werkspoorkwartier, omdat de gemeente het terrein
handen geven blijkt nog eng. In Utrecht staat de
niet wil verwarren met de westelijk van de Cartesiusweg
Aorta #12 // 73
Interieur werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk
gelegen Cartesiusdriehoek. Eind mei zal de gemeente raad er ook een zinnig woord over zeggen. Laten we hopen dat het niet alleen de urban pioneers zijn die in dit gebied aan hun trekken mogen komen. Door de mix van bedrijvigheid zijn er namelijk tal van initiatieven die de kop opsteken, ook van ondernemers die al jarenlang op het terrein gevestigd zijn. Neem de metaal- en lasmannen van Fast Fabrications, zij werken al hun hele leven op het industriegebied en vertellen vol trots hoe zij gebruikmaken van de insteekhaven aan het Amsterdam Rijnkanaal om hun zware en grote producten naar bijvoorbeeld Nigeria te verschepen. Dat ze nu, zij het tijdelijk, het pand aan de Tractieweg 50 bevolken – het laatste gebouw van het bedrijf Werkspoor dat nog in de originele functie draait – maakt hun verhaal en plan voor hergebruik op de langere termijn natuurlijk heel speciaal. Ook dit is de geest van de plek, juist dit. Laten we daarom hopen dat Utrecht zich niet alleen op de welbekende urban pioneers richt. Het op dit moment al goed gemengde gebied aan de Cartesius weg verdient een aanpak die rekening houdt met àlle bestaande kwaliteiten. En naast nieuw voer voor urban pioneers biedt dat ook voldoende kansen voor de onder nemers die hier al jarenlang hun plek hebben, het terrein in alle finesses kennen èn het in veel gevallen in iedere vezel van hun lijf hebben zitten. Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
Bedrijventerrein Cartesiusweg broedplaats voor crea tieve industrie, urban culture en een werklandschap voor stadsgeoriënteerde en creatieve bedrijvigheid?
74 // Aorta #12
cartesius lab // blog #2
Op zoek naar inspiratie Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
Tractieweg 41, Cartesiusgebied Utrecht. Een mooi
op een kroeg of een bovenkamer en is zeker geen kille
voorbeeld van tijdelijk anders bestemmen. Hier huist
verzameling bureaus. Het gaat volgens Pickkers om:
de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) met het
‘Denken, doen, maken, vernieuwen en zijn. Kortom, om
ateliergebouw. Achter de ramen vele achterkanten van
een inspirerende plek.’ Zo’n ‘Broedplaats 3.0’ is vooral
kunstwerken in wording. Binnen de sfeer van creativiteit,
productieruimte voor materiële en immateriële goederen,
maken en dingen in ontwikkeling – op een losse manier.
zoals ze dat in Vlaanderen zo mooi weten te zeggen. Het
Struikel niet over stukken hout of een kinderwagen en
is niet alleen mooi gezegd, maar strategisch ook zeer
laat je niet verleiden door de heerlijk pasta’s die in een
handig. In het gebied gelden, op grond van regionaal
geïmproviseerde keuken klaarstaan voor de lunch.
beleid, namelijk restricties voor de ontwikkeling van nieuwe kantoren. Door de omschrijving van de
Nee, wij gaan een hokje verder: naar een klein zaaltje
zuiderburen kan de kantoorfunctie, die ook bij de crea-
met collegestoeltjes (met van die leuningen die een
tieve industrie onvermijdelijk is, mooi onder de noemer
tafeltje vormen eenmaal neergeklapt voor je neus). Een
‘creatieve bedrijvigheid’ (horeca, atelier, productie,
heel andere sfeer, dat moet gezegd. Achterin keurige
kleinschalige bedrijvigheid) worden weggezet.
broodjes, koffie, thee en sap. Voorin de zaal de onvermijdelijke beamer. Wat doen we hier? In deze bubbel van
Want, hoewel de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier
ernst tussen alle creativiteit? We gaan in gesprek over
rept over een werklandschap, volgens de huidige regel-
de plannen voor het Cartesiusgebied, tijdens een door
geving passen kleinschalige kantoren hier niet. Dat dit
Architectuurcentrum Aorta georganiseerde middag.
de verkoopbaarheid van de panden en het rendement van de investeerders beperkt, zit Wim Pot (Bedrijven-
Leen de Wit (gemeente Utrecht) geeft een korte toe-
kring Cartesius en Pot Verhuizingen) goed dwars. Ook
lichting op de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier,
de focus op sec binnenstedelijke bedrijvigheid is voor
de naam waarmee de gemeente het westelijk deel van
ondernemers niet aantrekkelijk, meent hij. Juist de
het Cartesiusgebied wil onderscheiden van de driehoek
bereikbaarheid op nationaal niveau (Utrecht ligt tenslotte
aan de overzijde van de Cartesiusweg. Het gebied moet
heel centraal in het land, redeneert Pot) is voor trans-
transformeren tot creatieve zone. Een stadsgeoriënteerd
portbedrijven een cruciale factor. Leen de Wit legt uit dat
werklandschap waar de pioniersgeest, ambachtelijkheid
voor die nationale focus andere bedrijventerreinen beter
en industriële bedrijvigheid hand in hand gaan. Waar
gesitueerd zijn, denk aan Lage Weide, Papendorp...
stap voor stap kansen die zich voordoen worden benut.
Feit is nu eenmaal dat het Cartesiusgebied door de uit-
Niet omschreven in een ruimtelijk kader, maar via een
breiding van de stad steeds meer in het hart van Utrecht
ruimtelijk perspectief. Een ‘leidraad’ die prozaïsch is
is komen te liggen. Dat maakt het gebied ook kwetsbaar
vervat in het ‘Het verhaal Werkspoorkwartier 2025’.
en daarom moet je keuzes maken, aldus De Wit.
Onder de toehoorders raadsleden, ondernemers,
Het Cartesiusgebied zou volgens die gedachtegang meer
ambtenaren, bewoners en natuurlijk ook partijen met
aan de omliggende wijken gekoppeld moeten worden,
prachtige plannen – één zelfs al klip en klaar gevat in
zodat er ook ’s avonds meer te beleven is. Maar die
een maquette. ‘Soms moet je je nek uitsteken,’ zegt
levendigheid zal niet van nieuwe bewoners komen; de
Bas Pickkers (Pickkers Consult). Eén van de geestelijk
functie wonen is hier namelijk uitgesloten. Een doorn
vaders achter Connecting Cartesius. Een club ontwik-
in het oog van Jeroen van de Kraats (TCN). Hij vindt het
kelaars en communicatiedeskundigen die dolgraag het
te voorbarig om op voorhand niet te kiezen voor wonen.
pand aan de Tractieweg 50 zou herontwikkelen, nu de
Daar kun je ook afspraken over maken, vindt hij: ‘Een
gemeente het in de verkoop zet.
levendige stadswijk, die 24 uur per dag aantrekkelijk is, kan bijna niet zonder bewoners.’ Roos de Haan (Wijk-
Pickkers en consorten willen hier graag het kantoor
raad West) woont sinds kort in de Schepenbuurt, die
van de eenentwintigste eeuw realiseren. Dat lijkt meer
grenst aan het Cartesiusgebied. Zij weet wel wat
Aorta #12 // 75
Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk
Het gebied moet transformeren tot creatieve zone. manieren om meer levendigheid op het terrein te krijgen: een aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte waar je als jogger, skater en fietser een lekker rondje kan maken. En een fijne verblijfsruimte aan het water. De oude insteekhaven is in potentie een prachtige plek, vindt Roos. Maar in de plannen ziet ze daar tot dusver niet veel van terug. Ook deze middag is voor haar verwarrend: de gemeente presenteert een visie, die nog moet worden vastgesteld door de gemeenteraad, en er staat al een kant-en-klare maquette van een plan dat misschien helemaal niet uitgevoerd gaat worden. Achterin de zaal wordt instemmend geknikt en druk gemompeld. Het zijn de mannen van Fast Fabrications, het metaal- en lasbedrijf dat nu tijdelijk gehuisvest is aan de Tractieweg 50. Ze zijn haastig binnen komen schuifelen en willen de discussie voor geen goud missen. Ook zij hebben namelijk plannen met dit gebouw, vooral ook omdat ze er zelf graag willen blijven. Gezien de geschiedenis van het Werkspoorbedrijf en vanwege de gunstige ligging aan het water. Vol trots nemen ze de toehoorders mee naar de overkant van de straat en leggen uit wat ze van plan zijn: een deel van de ruimte (175 meter lang en 25 meter breed) hebben ze nodig voor hun productiewerkzaam heden, maar een ander deel kan prima worden verhuurd aan andere bedrijvigheid. De betrokkenheid en het enthousiasme zijn groot, het ontroert en prikkelt. Helaas niet bij iedereen voor lange tijd. Als we in de bus stappen om te kijken hoe de voormalige fabriek van Maple Leaf Chewing Gum in Amsterdam door ontwikkelaar Lingotto is getransformeerd tot een hippe plek met allerlei soorten creatieve bedrijvigheid, blijkt de helft van de toehoorders al naar huis. Een gemiste kans om te leren van succesvolle initiatieven elders in het land. Hoe werd Lingotto’s oude en half afgebrande kauwgomfabriek een succes? Hoe breng je zo’n ontwikkeling goed op gang en wat is daarbij de rolverdeling? Meer daarover een volgende keer… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
76 // Aorta #12
cartesius lab // blog #3
Profiteren van het moment Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
De ruige hotspot aan de Cartesiusweg kan van start!
De delen die met bescheiden middelen makkelijk op-
Groen Linkser Pepijn Zwanenberg heeft er zin in. Nu de
nieuw in te richten waren als eerste. Daarna de panden
ontwikkelingsvisie voor het westelijk deel van het
waar meer aan verbouwd moest worden en hoogwaar-
Cartesiusgebied op 7 juni door de gemeenteraad is vast-
diger huurders en gebruikers aangetrokken konden
gesteld kunnen de handen uit de mouwen. Maar hoe?
worden. De lat werd als het ware steeds hoger gelegd. Letterlijk en figuurlijk. Want het laatst ontwikkelde deel,
De creatieve klasse en bestaande bedrijvigheid op het
waar Q Music huist, torent hoog boven de andere ge-
terrein moeten elkaar nog wel gaan vinden. Om nog
bouwen uit en is vanuit de auto en metro dan ook goed
maar te zwijgen over de identiteit van het gebied; daar
te zien. ‘Het is een echt landmark geworden,’ vertelt
valt nog een hoop aan te sleutelen. De ‘industriële
Comello.
parels’ van weleer als motor voor vernieuwing, lang niet iedereen ziet het gebeuren. Neem ‘In Utrecht’, de redac-
Hoe ziet zo’n transformatieproces er uit? De heren van
teuren van deze Utrechtse internetkrant zagen op hun
Lingotto hebben een aantal heilige huisjes. Zo bepaalt
rondgang door het gebied vooral ‘vervallen fabrieks
het prijsniveau de strategie en het gebouw de functie.
gebouwen’ en ‘een laagwaardig imago’. Dat dit tij te keren
Dus niet andersom, zoals de functionalisten begin
is, bewijst de Amsterdamse kauwgomballenfabriek.
twintigste eeuw betoogden met hun credo ‘form follows
Destijds een deels afgebrand gebouw, vervallen en in de
function’. Co-creatie is het uitgangspunt: eigenaar,
steek gelaten door de voormalige gebruiker: Maple Leaf
ontwikkelaar en gemeente werken samen – kennis en
Chewing Gum.
ervaring worden aan elkaar geknoopt. Oud heeft emotie en moet volgens Comello dan ook tastbaar blijven.
Frank van Beek, Bob Jansen en Gerard Comello van
Daarnaast is creatief in de ogen van de ontwikkelaars
ontwikkelaar Lingotto zagen er wel wat in: de in on-
vooral ook kostenbewust. Hekkensluiter in dit rijtje,
bruik geraakte panden van Maple Leaf. Gelegen in
maar zeker niet het minst belangrijk, zijn positionering
het zuiden van Amsterdam, nabij bedrijventerrein de
en marketing. En daar begint het allemaal mee: eerst
Omval, met uitvalswegen en openbaar vervoer om de
moet je op het netvlies van toekomstige gebruikers zien
hoek. Een strategische plek in de ogen van de heren.
te komen.
De kauwgomhistorie gaat ver terug. Vlak na de Tweede Wereldoorlog (1948) startten de broers Jules en Robert
Niet alles hoeft in één keer, dat is misschien wel de
Markus een fabriek voor bubblegum, met de Donald
belangrijkste omslag in het denken. Door de eerste
Duck-kauwgom als meest bekende product. De zaken
huurders van studio’s voor kunstenaars in gebouw B
gingen zo goed dat in 1956 een groter pand aan de Paul
(drie aan elkaar grenzende loodsen met sheddaken, die
van Vlissingenweg werd betrokken – de huidige kauw-
zorgen voor goede lichtinval) goedkope ruimtes aan te
gomballenfabriek. De naam Maple Leaf, een eerbetoon
bieden is cashflow gecreëerd. Daardoor werd het
aan de Canadese bevrijders, bleef. Na diverse over-
mogelijk de creatieve bedrijfjes in gebouw C grotere
names heeft CSM de fabriek in 2003 gesloten. In 2006
en iets beter verbouwde ruimtes aan te bieden, tegen
kocht Lingotto de gebouwen en kon de transformatie
prijzen die net een beetje hoger lagen. De plint (on-
beginnen.
derste verdieping) van dit gebouw is opengemaakt en voorzien van kleine kantoorruimtes. Niet verkeerd voor
Het heeft ongeveer een jaar geduurd voordat de eerste
de sociale veiligheid, zo vindt Comello. Binnen het drie
nieuwe gebruikers de Kauwgomballenfabriek konden
verdiepingen tellende gebouw is daarnaast ook door-
betreden. De mix van ‘creatieve en extraverte’ gebruikers
stroom mogelijk: groeien de broedplaatsgebruikers
is ook niet in één keer tot stand gekomen. Het complex
(veelal kunstenaars) op de eerste verdieping uit hun jas,
bestaat uit vier gebouwen met ieder een eigen entree en
dan kunnen ze naar een andere verdieping verhuizen.
omvat twintigduizend vierkante meter. Lingotto heeft de transformatie per gebouw gerealiseerd.
Aorta #12 // 77
Met de nieuwe geldstromen die nu binnenkwamen
En daar begint de schoen van de creatieve herontwikke-
konden de kantoren in gebouw A nog een tikje mooier
ling te wringen. Want stiekem zijn er natuurlijk aardig
en ingrijpender verbouwd worden. Gezien de oorspron-
wat kantoortjes in de oude fabriek gekomen. Ook de
kelijke functie (productie en opslag) was aanpassing ook
grafisch ontwerper, tekstschrijver of modeontwerper
nodig om de ruimtes geschikt te maken voor kantoren
heeft immers een bureau met stoel en computer. Hoe
(denk aan lichttoetreding). Internationale huurders als
daar binnen de regelgeving een nieuwe mouw aan te
EMI en Millward Brown werden aangetrokken. Volgende
passen vereist naast nog meer creativiteit en pionieren
stap was het realiseren van lofts en de nieuwe opbouw
met regels ook daadkracht en doorzettingsvermogen.
die nu in gebruik is door Q Music, compleet met eigen
Om te laveren binnen de regelgeving is er behoefte aan
discolift. Qua uiterlijk doet die nieuwbouw helaas teveel
tekstkunstenaars die met slimme omschrijvingen van de
afbreuk aan het in typerende naoorlogse bouwstijl op-
werkelijkheid een maas in de wet weten te vinden. Of je
getrokken complex. Laten we hopen dat de nieuwbouw-
als advocaten breed gezien de waarheid vertellen. Maar
projecten die nog in de planning liggen (DOCK en hotel,
om dingen ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen zijn
bijvoorbeeld) een betere aansluiting bij de omliggende
mensen van vlees en bloed nodig. Die zeggen wat ze wil-
panden krijgen. Want het zou zonde zijn hier geen
len en op zoek gaan naar manieren om het te realiseren.
rekening met de bouwgeschiedenis te houden.
Ook dat is profiteren van het moment…
Comello ziet de ontwikkelingsgang als ‘profiteren van
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
het moment’. Alles in kleine stapjes, kansen benutten
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk
die zich aandienen. Festina lente (haast u langzaam),
als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van
zoals Camillo Sitte in 1889 zijn betoog “Der Städte-Bau,
stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.
nach seinen Künstlerischen Grundsätzen in alter und
Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO
neuer Zeit” afsloot met het voor deze uitspraak kenmer-
(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan
kende beeld van een gevleugelde slak. Zo wordt ook in
de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
de eenentwintigste eeuw omgegaan met de bestemming van het terrein. Die is per deelgebied gewijzigd en wordt pas later opgenomen in het bestemmingsplan, zo laat Comello weten. Omdat het aantal kantoren in de oude fabriek aan regels gebonden is, werd gekozen voor een maximum van vijftienhonderd vierkante meter creatieve bedrijvigheid. Maar: de truc om onder de noemer van creatieve bedrijvigheid en industriële functies deze ‘kantorenregel’ te omzeilen komt inmiddels onder druk te staan. Door de ondernemers in Amsterdam-Zuid, die vinden dat de markt door de bubblegumfabriek-nieuwe-stijl wordt leeggetrokken èn door de gemeente. Het toenemend aantal leegstaande kantoren noopt tot strenger beleid, definities moeten strikter geformuleerd.
Nu de ontwikkelingsvisie is vastgesteld kunnen de handen uit de mouwen. Maar hoe?
78 // Aorta #12
cartesius lab // blog #4
Stukje bij beetje… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
Slow is ‘in’. Vanuit de duurzaamheidsgedachte kennen we
Maar hoe nieuw is dat eigenlijk? Is Nederland niet ge-
begrippen als slow food en slow cooking. In de steden
woon jarenlang verwend geweest door een overheid die
bouw gaat het steeds vaker over de langzame stad,
alle ruimte van bovenaf ordende met uitgebreide nota’s,
oftewel: slow urbanism. In plaats van integrale gebieds-
bestemmingsplannen, structuurplannen en wijkvisies
ontwikkeling, met een duidelijk (eind)beeld hoe een
die van alles voorschreven? Zeker, jarenlang was
(groot) gebied er over tien, twintig jaar uit moet zien, is
Nederland daarmee het beste jongetje van de klas in
het mantra nu: organische gebiedsontwikkeling. Laat
ruimtelijkeordeningsland en leidend voorbeeld voor
duizend bloemen bloeien en heb geen haast, zoiets?
andere landen en continenten. Maar het tij moet keren: geen tabula-rasa-planning meer, maar rekening houden
Inderdaad, nu de economische crisis en de accent
met de bestaande situatie en zicht hebben op interna-
verschuiving van nieuwe uitleggebieden naar binnen-
tionale ontwikkelingen. Nederland is een klein land dat
stedelijke opgaven noopt tot een andere aanpak van
(zoals Wil Zonneveld twee jaar geleden al schreef in het
gebiedsontwikkeling doen we het langzaamaan, stap-
vakblad Stadsgeluiden[NOOT#3]) slechts drie procent
voor-stap en nemen steeds een deeltje onder handen.
van het Europees territorium beslaat. Het zou er goed
Of pakken eerst een enkel leegstaand gebouw aan, en
aan doen de blik nu meer naar buiten te richten. Qua
gaan van daaruit verder werken aan de identiteit van
beleid op Europees niveau, en qua voorbeelden voor een
een gebied. Daarbij wordt het bestaande erfgoed zeker
manier van plannen en ontwikkelen die rekening houdt
niet vergeten, sterker nog: steeds vaker is dat (industri-
met het grillig verloop van de tijd op internationaal vlak.
eel) erfgoed de motor voor herontwikkeling. Als architectuurhistoricus word ik daar natuurlijk heel gelukkig
Want organisch ontwikkelen, dat doen ze eigenlijk
van: eindelijk wordt het historische karakter van gebie-
overal, behalve nu in Nederland. We kennen allemaal
den serieus meegenomen bij herontwikkeling. En dit
het voorbeeld van de ‘Belgische toestanden’ en een
maal niet alleen de stenen, maar vooral ook de sociale
minister van Infrastructuur en Milieu die zich daar wel-
geschiedenis. Mensen maken de plek, dat was toen zo
licht wat in heeft verslikt. Maar ook elders is zelfbouw
en dat geldt nu nog steeds.
en organisch ontwikkelen aan de orde van de dag. In de sloppenwijken van Brazilië, bijvoorbeeld. Ook al maken
Jane Jacobs gedachtegoed uit de jaren zestig van de
architecten daar (met subsidie) mooie plannen, na een
vorige eeuw is weer uit de kast getrokken en afgestoft.
paar jaar herkennen die hun eigen ontwerpen niet meer
[NOOT #1] We gaan weer plekken maken waar mensen
terug. Omdat de bewoners door gezinsuitbreiding een
elkaar kunnen ontmoeten. Waar er ogen op de straat
groter huis nodig hadden, en er simpelweg een ver-
mogelijk moeten zijn voor de sociale veiligheid, veel
dieping bovenop hebben gezet.[NOOT #4] De factor tijd
diversiteit in functies voor de levendige omgeving en het
speelt daar altijd al een rol. Alleen hier in Nederland
initiatief van onderop (van de bewoners en gebruikers
willen we ook die tijd, de moeilijk voorspelbare gang van
van een gebied) hoogtij viert. Het gaat erom te werken
zaken, reguleren zo lijkt het.
vanuit de bestaande stad, met mensen, gebouwen, waarden, identiteiten, geschiedenissen en energieën
Schutten en Lindemann pleiten er al langer voor: zie
die er al zijn, zoals Iris Schutten en Sabrina Lindemann
de periode waarin bouwactiviteiten stilliggen, terreinen
het omschrijven in de recente publicatie ‘Balkan in de
of gebouwen onbeheerd en verlaten op hun volgende
Polder’[NOOT #2]. ‘Hierbij wordt stapsgewijs en flexibel
bestemming wachten niet langer als een gat in de
gewerkt, zonder eindbeeld, met kleine investeringen,
planvorming, maar benut die pauze, die tussentijd, om
ruimte voor experimenten en waardecreatie op het vlak
buiten formele instituties om alternatieve wijzen van
van economie, cultuur, maatschappij en kennis.’
architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening uit te proberen.[NOOT #5]
Aorta #12 // 79
De spontane stad wordt door haar gebruikers vormgegeven in een nooit eindigend veranderings-, groei- en aanpassingsproces. Daar waar voorheen vooral krakers, kunstenaars en
Wat de Nederlandse ruimtelijke ordening en gebieds
andere creatievelingen mogelijkheden zagen en de han-
ontwikkeling nodig hebben, is een nieuwe mentaliteit.
den uit de mouwen staken, mag nu heel plannend, ont-
Vastgeroeste westerse denkbeelden van veel geld
werpend en ordenend Nederland lokale initiatiefnemers
verdienen en grote-stappen-snel-thuis omzetten in
zelf aan de slag laten gaan. Stedenbouwkundige Gert
een omgevingsbeleving die past bij het huidige sociaal
Urhahn noemt het de spontane stad, waar geen planners
economische tijdsgewricht. Eveneens vastgeroeste
maar searchers actief zijn. Mensen die zich aanpassen
processen worden losser georganiseerd, er kan en moet
aan de lokale omstandigheden en zoeken naar oplos-
meer geëxperimenteerd worden. Dat hiervoor een andere
singen op dat schaalniveau. Voor de stedenbouw geen
benadering van financiering, regelgeving, planning en
grove korrel meer, maar juist nadenken op het niveau
communicatie nodig is, zoals Lindemann en Schutten
van de kleinst mogelijke eenheid: de kavel. En hoe die
aangeven, spreekt voor zich.
door de jaren heen flexibel in te vullen is, met als uitgangspunt de menselijke schaal.
Stukje bij beetje krijgt die nieuwe mentaliteit vorm, ontstaan allerlei nieuwe initiatieven en ontwikkelt de
De visie op de stad moet volgens Urhahn opnieuw
stad zich gestaag. Net als vroeger, eigenlijk, maar dan
worden uitgevonden. Zijn flexibele stedenbouw is
met wat andere spelregels.
geënt op het vermogen van particuliere initiatieven: ‘De Spontane Stad wordt door haar gebruikers vorm
Noten
gegeven in een nooit eindigend veranderings-, groei-
– Jacobs, J., The Death and Life of Great American Cities,
en aanpassingsproces.’[NOOT #6] Professionals (de
Random House, New York, 1961 (eerste druk).
stedenbouwer onder andere) slaan een brug tussen
– Lindemann, S. en Schutten, I., ‘De ontwikkelkracht van tijdelijk
individuele wensen en gemeenschappelijke belangen en
(ruimte)gebruik. Organische gebiedsontwikkeling is allang be-
werken daarvoor nauw samen met de initiatiefnemers.
gonnen’, in: Holleman, E.; De Kort, R-J. en Lindemann, S. (red.),
Overheid en markt werken ook mee, maar de creatieve
Balkan in de Polder. Organische gebiedsontwikkeling in Neder-
kracht en het investeringsvermogen van lokale initiatief-
land, Mondriaan Fonds, Amsterdam, 2012.
nemers is het uitgangspunt.
– Zonneveld, W., ‘Ruimtelijke ordening in de Eurodelta’, in: Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, jaargang 91, nummer 6,
Geen kant-en-klaar-producten meer, maar gebouwen,
2010, pp. 14-19.
steden, buurten en wijken die ontstaan binnen een be-
– Brillembourgh, A. en Schwartz, D., ‘Stapsgewijze ontwikke-
paalde set van regels en randvoorwaarden. Het lijkt een
ling in de sloppenwijk’, in: Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening,
hele omslag voor de Nederlandse ruimtelijke ordening,
jaargang 93, nummer 2, 2012, pp. 20-27.
maar in feite is het teruggaan naar de oorsprong. Naar
– Schutten, I., ‘Tussentijd, van pauzenummer naar hoofdact’, in:
hoe steden in een ver verleden ook gestaag groeiden
Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, jaargang 93, nummer 2,
langs waterlopen, uitvalswegen en railverbindingen.
2012, pp. 12-13.
De Amsterdamse grachtengordel en het Haagse Staten
– Urhahn Urban Design, De Spontane Stad, BIS Publishers,
kwartier zijn daar het levende bewijs van, geeft ook
Amsterdam, 2010.
Urhahn aan. Niet geheel toevallig zijn dit anno nu heel
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
populaire buurten om in te wonen.
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
80 // Aorta #12
cartesius lab // blog #5
Magische grens Denise Vrolijk in gesprek met Erik Uitenbogaard // hoofdcurator Cartesius Museum
Een bubbel waar het bruist van activiteiten, en van
ProtoSpace/FabLab en WELLDesign, bijvoorbeeld,
waaruit connecties met andere steden, landen en
hebben dagelijks een livestream met collega’s tot in
continenten gelegd kunnen worden. Zo ziet Erik
Hongkong en trekken internationaal publiek naar hun
Uitenbogaard, hoofdcurator van het Cartesius Museum,
kantoren. Vanuit ProtoSpace levert Joris van Tubergen
de herontwikkeling van het bedrijventerrein Cartesius-
als conservator digital production/prototyping een
weg. Op een mooie zonnige middag wandel ik met hem
bijdrage aan het Cartesius Museum. Zijn stichting biedt
door het gebied, zijn openluchtmuseum. Er beweegt een
ruimte voor realisatie van allerhande prototypes, van
hoop, zo blijkt.
stoelen tot industrieel design. Mathijs van Dijk (WeLLDesign) is conservator flexibel bouwen: hoe kun je
Panden die eerst in gebruik waren door transport- of
slimme flexibele oplossingen bedenken voor gebouwen
constructiebedrijven staan nu leeg. Kleine creatieve
die hun functie verloren hebben en waar steeds andere
werkplaatsen nemen bezit van het terrein. Die beweging
partijen voor korte tijd gebruik van willen maken?
is gunstig vindt Uitenbogaard. Er staat nu weliswaar meer leeg dan een paar maanden terug, maar dat biedt
Uitenbogaard spreekt over de magische ondergrens.
ook kansen voor nieuwe connecties. Het versnipperd
Neem de Werkspoorkathedraal. Dat is een gebouw met
eigendom en de korte periode waarop vooruit gepland
karakter, maar ook veel bouwtechnische knelpunten die
kan worden (vanwege de mogelijkheid dat een huurder
een brandveiligheidtest niet zullen doorstaan. Zo zijn de
voor langere tijd zich aandient) ziet hij juist als een voor-
vloeren ongelijk, is de dakconstructie niet waterdicht en
deel. Eerst maar eens kijken wat er allemaal mogelijk
zijn afvoerputten om de zoveel meter niet handig voor
is in de bestaande gebouwen, hoe verschillende disci-
de beoogde evenementfunctie. Hoe ga je daar mee om?
plines kunnen samenwerken en hoe er meer mensen
Wat pas je wel aan, maar vooral ook: wat niet?
naar het voormalige bedrijventerrein getrokken kunnen worden.
Ter inspiratie wandelen we naar de Vlampijpateliers een stukje verderop. Voor Uitenbogaard het ultieme voor-
Start van de wandeling is de oude Werkspoorloods aan
beeld van de magische grens. Een verzameling ateliers
de Tractieweg 41, door de curatoren van het Cartesius
(68) voor beeldend kunstenaars, ontwerpers, illustra-
Museum omgedoopt tot Werkspoorkathedraal. Een im-
toren, meubelmakers en fotografen. In de Werkspoor
mense ruimte waar je sfeer van de vroegere arbeid nog
periode werden hier treinen ontworpen die nog dagelijks
goed kunt voelen. Eigenaar Citadel Enterprises is ge-
langs de ramen rijden. Dat is tegelijkertijd ook een
ïnteresseerd in herontwikkeling, maar kent de partijen
probleem: het pand staat zo dicht op de spoorlijn dat er
die daarbij betrokken kunnen worden onvoldoende. Een
volgens huidige milieuhindernormen weinig mee kan.
mooie kans voor de curatoren van het Cartesius Museum.
Ook kan er volgens Uitenbogaard bouwtechnisch niks
Zij werken veelal bij bedrijven die in het gebied gevestigd
aan gedaan worden, omdat er dan gevaarlijke bouw
zijn en kennen de potentiële spelers goed. Doordat de
materialen vrijkomen. Dus blijft het pand nu zoals het
meeste curatoren werkzaam zijn in de creatieve
is en zorgt Sophies Kunstprojecten sinds 2001 voor het
industrie of het onderwijs hebben zij ook connecties
beheer. Dat loopt goed: de betaalbare ruimtes zijn
ver buiten het gebied.
gewild en staan nooit leeg.
Het is allemaal een kwestie van mensen bij elkaar krijgen en leren van elkaar.
Aorta #12 // 81
De sfeer van de plek, het komt vaak terug in de woorden
Pot Verhuizingen, bijvoorbeeld, zit al heel lang op het
van Uitenbogaard. En samenwerken, nieuwe combinaties
terrein en heeft zich inmiddels ook gespecialiseerd in
zien – met partijen op het terrein maar ook daarbuiten.
kunsttransport. Dat laat zien hoe de accenten verlegd
Op de dag van onze wandeling wordt in de Werkspoor-
kunnen worden en verschillende werelden wat aan elkaar
kathedraal bijvoorbeeld het startsein gegeven voor de
kunnen hebben, vindt Uitenbogaard. Met theater,
Cartesius Museum University, waar Giep
muziek en entertainment kunnen mensen naar het
Hagoort (UU/HKU/ASOM, conservator stedelijke dyna-
gebied getrokken worden en kan samenwerking met
miek en creatief ondernemerschap) een openbare les
de vele ambachtelijke bedrijfjes ontstaan. Ook met het
geeft over robots en de creatieve industrie. De dag erna
gemeentelijke afvalstation ziet hij mogelijkheden. Het
buigen derdejaars MBO-studenten zich in de loods over
brengt veel mensen naar het terrein, zou het niet mooi
de vraag: ‘Hoe zou je in deze ruimte een succesvol
zijn als het Cartesius Museum er een bak mag neerzetten
evenement kunnen realiseren?’
waar mensen hun afgedankte ideeën kunnen droppen?
Het is een holistisch gebeuren, die herontwikkeling, zegt
Het is allemaal een kwestie van mensen bij elkaar
Uitenbogaard, concurrentie bestaat niet. Het gaat om
krijgen en leren van elkaar, zegt Uitenbogaard. Dat dit
samenwerken en leren van elkaar. Pas veel later worden
niet zonder slag of stoot gaat, en al helemaal niet zo
de vierkante meters, die bij projectontwikkelaars vaak
snel als je zelf zou willen, laten de afspraken met de
voorop staan, interessant. Meestal nemen de initiatieven
‘groeninitiatieven’ uit de omgeving zien. Geplande
‘van onderop’ die vierkante meters ook zelf mee, vertelt
gesprekken over de mogelijkheden voor urban farming
hij terwijl we langs een architectonisch onbeduidend
worden herroepen, om wat voor reden dan ook. Het is
gebouw uit de jaren zeventig lopen. Hier zitten een
een mooie metafoor voor de organische gebiedsontwik-
kunstenaar, meubelmaker en schilder samen in één
keling: in de natuur hebben dingen de tijd nodig om te
pand. Er is bijna niks verbouwd, er staat een grote tafel
groeien – anders werkt het niet.
waar de mensen aan werken en er is een ruimte om samen koffie te drinken, te lunchen. Zo’n ongedwongen
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
sfeer leidt eerder tot kruisbestuiving en samenwerking
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk
dan de plannen die ontwikkelaars op hun maquettes
als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van
presenteren. Maak het allemaal niet te mooi, want dan
stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.
raak je een deel van je doelgroep kwijt, stelt hij.
Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan
Uitenbogaard is blij met de door de gemeente gefor
de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
muleerde identiteit in de ‘Ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier’: een creatief stadslandschap. Maar hij stoort
Erik Uitenboogaard // Hoofdcurator Cartesiusmuseum
zich eraan dat de gemeente zelf op afstand blijft en
De conservatoren van het museum ondernemen voor
op voorhand al functies uitsluit (wonen en kantoren –
Stedelijke Dynamiek en Vernieuwende Samenwerking in
laatste vanwege regionale regels). De tijden dat alles
het bedrijventerrein. De rol van de hoofdconservator is
gescheiden moest worden in de ruimtelijke ordening
erop toe te zien dat activiteiten daadwerkelijk en volgens
liggen al even achter ons. Waarom kunnen we niet ge-
plan worden uitgerold en waar nodig ondersteuning te
woon onderzoeken wat er binnen de geldende regels wel
bieden.
mogelijk is, een beetje experimenteren en op een open manier ideeën uitwisselen, vraagt hij zich af.
82 // Aorta #12
cartesius lab // blog #6
Méér dan een intermezzo Anne Seghers // Studio Papaver
Een ‘creatief, stadsgeoriënteerd werklandschap’. Dat
moment. Deze kracht steunt op het feit dat een leeg
is de wens die de gemeente Utrecht formuleert in de
terrein of gebouw geen incident is, maar onderdeel uit-
ontwikkelingsvisie voor de toekomst van het Werkspoor-
maakt van een stedelijk fenomeen. Het is immers eigen
kwartier. Het gebied is nu een gemengd bedrijven
aan een stad dat er plekken zijn die braak liggen, vacant
terrein, relatief onbekend voor het grote publiek, met
zijn of dat er gebouwen zijn die leeg staan. Dit soort
een ongebruikelijke melange van functies. Bewonde-
ruimtes vormen een permanent verschuivend stedelijk
renswaardig is het gemeentelijk pleidooi om richting de
systeem. Want een stad is als een organisme dat voort-
toekomst niet te gaan sturen op vierkante meters aan
durend vervelt, verandert, groeit en krimpt, waardoor
ruimtelijk programma, maar op de waarden en de
lege overgangsgebieden altijd aanwezig zullen zijn,
betekenis die het gebied in de toekomst moet hebben.
soms in hoge concentraties en soms in lagere dicht
Hiermee wil de gemeente een sterke identiteit neer-
heden. Hierin ligt een potentie om met tijdelijk gebruik
zetten die werkt als een natuurlijke leidraad voor de
van deze gebieden een netwerk op te spannen. Hiermee
verschillende stappen richting de toekomst van het ge-
is de reikwijdte van tijdelijk gebruik veel groter dan één
bied. En deze stappen zijn nadrukkelijk geen onderdeel
enkel kavel en kan het op het niveau van een gebied of
van een overall masterplan, maar van een langzamer
stad een betekenis verlenen. Nog beter is het als een
proces, waarbij er de tijd wordt genomen om de trans-
tijdelijke ingreep aanhaakt op de ‘couleur locale’ van
formatie van het gebied een kans te geven. Pas ná elke
een gebied, waardoor het zich verankert in de beteke-
verandering of ingreep wordt gekeken wat de volgende
nis van een gebied. Hiermee opent zich een perspectief
stap is, waardoor er grote mogelijkheden zijn om in te
om met een tijdelijke ingreep zowel effect op het lokale
spelen op veranderende inzichten.
schaalniveau uit te oefenen als op het schaalniveau van een stad of gebied.
Binnen dit verhaal valt ook de term tijdelijkheid. Het gebied kent een overmaat aan open ruimte, waardoor
Door op deze manier om te gaan met tijdelijkheid, ont-
er ruimtelijk gezien een aanleiding is om aan tijdelijk
stijgt het zichzelf: enerzijds draagt tijdelijk gebruik bij
gebruik te denken. Tijdelijke evenementen en tijdelijk
aan het scherpstellen van de identiteit van het gebied en
gebruik van lege terreinen of gebouwen kunnen een ge-
anderzijds kunnen de effecten die tijdelijk gebruik ge-
bied aantrekkelijk maken, zo stelt de ontwikkelingsvisie
nereert een natuurlijke plek krijgen in de toekomst van
Werkspoorkwartier. Dat is waar, maar hier ligt ook een
een gebied. Voor deze visie op tijdelijkheid ligt nog een
valkuil. Vaak wordt tijdelijkheid enkel ingezet als marke-
grote kans in het Werkspoorkwartier.
tingtool, waarbij het aantal persmomenten een indicatie vormt voor het succes van de tijdelijke ingreep. Zolang
Anne Seghers is mede-oprichter van het stedenbouw-
er nog geen concrete ideeën zijn voor een plek, wordt er
kundig bureau Studio Papaver. Recentelijk heeft dit
ruimte gegeven aan tijdelijke initiatieven. En soms wor-
bureau het ontwerpend onderzoek Tussentijds Ontwaken
den initiatieven zelfs uitgenodigd door plannenmakers
afgerond waarin de inzet van tijdelijk gebruik voor de
om op die plek hun kunstje te doen en zo het gebied op
stadsontwikkeling onder de loep genomen wordt. Het
de kaart te zetten. Maar wanneer de plannen concrete
onderzoek bestaat uit een manifest, dat de werkwijze
vormen aannemen en de tijdelijke gasten de plek ver-
beschrijft om tijdelijk gebruik tot een waardige partner
laten, gaat de gebiedsontwikkeling verder volgens plan.
in stadsontwikkeling te maken, en een casus in Tilburg,
En bijna altijd staat dit plan los van het tijdelijk gebruik
waar de werkwijze getest wordt.
dat heeft plaatsgevonden. De tijdelijke gasten waren
Zowel het manifest als de casus is te lezen op
slechts een pauzenummer, als opvulling van een inter-
www.studiopapaver.com/projecten/tussentijds-ontwaken/
mezzo, tot de hoofdvoorstelling weer verder gaat. En daar zit een pijnpunt, want tijdelijkheid herbergt een veel grotere kracht dan enkel het opleuken van een leeg
Aorta #12 // 83
Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk
Tijdelijke evenementen en tijdelijk gebruik van lege terreinen of gebouwen kunnen een gebied aantrekkelijk maken, zo stelt de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier. Dat is waar, maar hier ligt ook een valkuil.
84 // Aorta #12
cartesius lab // blog #7
DIY vraagt om een nieuwe mindset Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
DIY, Do It Yourself, weer zo’n mooie afkorting die ons
De omslag van participatie, een fenomeen geïntrodu-
vakjargon verrijkt. In tegenstelling tot de NIMBY-
ceerd in de jaren zestig om burgers meer te betrekken
beweging van een paar decennia terug (Not In My
bij ruimtelijke plannen, naar daadwerkelijke zelforgani-
Backyard) willen we nu weer wèl alles in onze achter-
satie van diezelfde burgers is een grote stap. Voor alle
tuin. Als we het maar wel zelf kunnen regelen. Niet al-
betrokkenen. Dat blijkt ook uit de vele symposia,
leen meedenken via [e]participatie, klankbordgroepen,
congressen en inspiratiereisjes naar de plekken waar
bewonersavonden, maar echt zèlf aan het roer staan.
het al wel is gelukt. Leren van successen van anderen,
Dat is de kern van zelforganisatie. Planners, ontwerpers,
het is een mooi idee. Maar ik krijg ook wel eens jeuk
ontwikkelaars en overheden krijgen hierbij een heel
van al die prachtige verhalen. Is het dan nergens mis
andere rol. Maar niet alleen de traditionele partijen
gegaan? Waren er geen beren op de weg qua regel
staan voor een nieuwe opgave: ook particulieren en
geving, financiering, uitvoering? Het lijkt me sterk. Het
kleine partijen die zelf initiatieven ontplooien zijn op
is ook een gemiste kans, want leren van dingen die niet
zoek naar succesvolle wegen.
helemaal lopen zoals gedacht, kan heel waardevol zijn. Maar die initiatieven hebben we blijkbaar niet goed in
Bij de herontwikkeling van het Utrechtse Cartesius
beeld.
gebied is het ook de bedoeling: meer initiatieven van onderop. Volgens Erik Uitenbogaard (hoofdcurator
Justus Uitermark (buitengewoon hoogleraar samen
Cartesius Museum) is dit inderdaad het pad dat we op
levingsopbouw, Erasmus Universiteit Rotterdam) zegt
moeten gaan. Laat mensen zelf met ideeën komen die
het in zijn essay ‘De zelforganiserende stad’[2] nog
ze ook zelf verwezenlijken. En vooral: regel niet teveel.
een tikje stelliger: ‘De toewijding aan zelforganisatie
De ontwikkelingsvisie van de gemeente zet hier ook op
is selectief en opportunistisch. In de praktijk willen
in. Toch wordt maar mondjesmaat duidelijk hoe je dat
we wel de authenticiteit, spontaniteit en energie van
dan voor elkaar krijgt, die zelforganisatie. In theorie
zelforganisatie, maar accepteren niet de grilligheid en
klinkt het allemaal prachtig, maar de praktijk blijkt
ongelijkheid die eruit voortkomen.’ Politiek en bestuur
weerbarstig.
hebben teveel aandacht voor de succesverhalen. En belangrijker nog: zelforganisatie is in zijn ogen vooral
Natuurlijk zijn er goede voorbeelden, maar het kunstje
weggelegd voor de happy few. ‘Zelforganisatie is proble-
afkijken van de buren is niet genoeg. Alle spelers in het
matisch als middel om sociale problemen op te lossen,
ruimtelijke veld moeten hun blik een behoorlijk aan-
want waar sociale problemen bestaan is de capaciteit
tal graden draaien. En zich bedienen van een andere
tot zelforganisatie in de regel juist zwak ontwikkeld.’ De
mindset. Bovendien, particulieren organiseren zich niet
mensen met sterke netwerken die dicht bij de overheid
zomaar op commando van een planner of ontwerper,
staan kunnen het opbrengen om zelf een bijdrage te
zoals Beitske Boonstra (TNO) schrijft in de publicatie
leveren en de overheid in te schakelen voor ondersteu-
‘Balkan in de Polder’[1]. ‘Eerder zijn hun initiatieven het
ning. Dat kan veel opleveren, stelt Uitermark. Maar hij
gevolg van een samenkomst van omstandigheden. Een
waarschuwt ook dat de kloof met mensen voor wie dit
lokale gebeurtenis, een urgent probleem, een gedeelde
allemaal niet is weggelegd groter kan worden.
wens of belang.’ Volgens haar zijn initiatieven gericht op het opknappen van een gebied of het ontwikkelen van de eigen woon- en werkomgeving sporadisch in Nederland. Ze blijven vaak beperkt tot eenmalige, kleinschalige experimenten. Ook hebben initiatiefnemers een lange adem nodig, meent Boonstra. ‘De gang door gezaghebbende instituties kan lang zijn, een doorlooptijd van tien jaar is geen uitzondering, zeker als het initiatief enigszins van de gangbare norm afwijkt.’
Aorta #12 // 85
De spontaniteit en ongedwongenheid van zelforganisatie
Noten
dreigen het onderspit delven als teveel van bovenaf ge-
1. Boonstra, B., ‘Van participatie naar zelforganisatie’, in: Hol-
regisseerd wordt. Uitermark: ‘Zelforganisatie wordt dan
leman, E.; De Kort, R-J. en Lindemann, S. (red.), Balkan in de
een opdracht voor professionals en ambtenaren die een
Polder. Organische gebiedsontwikkeling in Nederland, Mondri-
gegeven hoeveelheid middelen en tijd ter beschikking
aan Fonds, Amsterdam, 2012.
moeten stellen aan burgerinitiatieven, participatie en
2. Uitermark, J., ‘De zelforganiserende stad,’ in: Raad voor de
zelforganisatie.’ Het zijn allemaal trefwoorden van be-
Leefomgeving en Infrastructuur (RLI), Essays De Toekomst van
leidsmakers, niet van burgers zelf, zegt hij in een
de Stad, RLI, Den Haag, 2012.
interview op de website www.socialevraagstukken.nl.
3. Ham, M., ‘Hoogleraar Justus Uitermark: “Zelforganisatie is
‘Als zelforganisatie niet langer een hobby is van ambte-
inspirerend, maar mislukt ook vaak”’, website www.sociale-
naren en consultants maar een project is van burgers
vraagstukken.nl, 12 juli 2012.
zelf, zal duidelijk worden hoe moeilijk het is’[3].
4. Huygen, A.; Van Marissing, E. en Boutelier, H., Condities voor zelforganisatie, Wmo Kenniscahier 18, Verwey-Jonker Instituut,
Hoewel Boonstra en Uitermark de euforie rondom zelf
Utrecht, juni 2012.
organisatie terecht temperen, en de vinger op de zere plek leggen, moeten we ook weer niet gaan doemden-
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
ken. Er moeten grote stappen worden gezet, dat is waar.
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk
Maar de omslag van staatsplanning naar zelforganisatie
als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van
is ook geen kleinigheid, het is een heuse cultuuromslag.
stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.
Dat kost tijd, veel energie, gaat met vallen en opstaan en
Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO
zeker niet in één keer goed. Of zoals het Verwey-Jonker
(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan
Instituut de condities voor het welslagen van zelforgani-
de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
satie omschrijft: ‘Vertrouwen, ruimte laten, creëren van een sense of belonging, maar ook begrenzen. Deze vorm van sociaal ondernemen vraagt om speciale eigenschappen: intrinsieke motivatie, samenhang met de omgeving door verbinding en afstemming, autonomie en creativiteit’[4]. Inderdaad: zonder vertrouwen, durf om te experimenteren en een flinke dosis geduld is nog geen enkele cultuuromslag tot stand gekomen.
Do it yourself, weer zo’n mooie afkorting die ons vakjargon verrijkt. Bij de herontwikkeling van het utrechtse Cartesiusgebied is het ook de bedoeling: meer initiatieven van onderop.
86 // Aorta #12
cartesius lab // blog #8
Bruggenbouwers // verbinders voor een bruisend Cartesius Vriendinnen van Cartesius
Aorta #12 // 87
De ontwikkelingsvisie van de gemeente voor het Werkspoorkwartier is een mooie steun in de rug, maar dat betekent niet dat nu van alles vanzelf gaat.
Wij houden van de rauwe en onaffe plekjes in de stad;
De ontwikkelingsvisie van de gemeente voor het
die rafelranden waar net wat meer kan en waar ruimte is
Werkspoorkwartier is een mooie steun in de rug, maar
voor experiment. Cartesius is zo’n gebied en dit karakter
dat betekent niet dat nu van alles vanzelf gaat. De rest
willen wij, Vriendinnen van Cartesius, versterken door
van de stad moet bijvoorbeeld weten wat er mogelijk is
het aanwezige ambacht, de industrie en creativiteit aan
en initiatiefnemers moeten hun weg zien te vinden in
elkaar te verbinden. En vooral ook door te doen! Wij
het realiseren van hun plan. De gemeente krijgt daar-
zijn zo’n DIY initiatief waar Denise Vrolijk het in haar
bij een nieuwe rol: waar deze voorheen bepaalde en
september column over heeft. Met onze Caravan staan
controleerde, zal de gemeente nu moeten stimuleren,
we midden in het gebied en zoeken actief de metaal
faciliteren en mogelijk maken. Als de Vriendinnen van
bewerkers, autospuiters, kantoorwerkers en kunstenaars
Cartesius zetten wij ons als bruggenbouwer in om het
op zodat we samen mooie plannen kunnen smeden en
al bestaande karakter van Cartesius te versterken en te
uitvoeren.
promoten: creativiteit met behoud van het industriële karakter.
Niet iedereen begrijpt onze liefde voor Cartesius direct. In eerste instantie voelt Cartesius misschien wat ver-
Aan alle kanten merken we dat de nieuwe energie
laten aan: een gebied waar je liever niet komt als je er
begint te stromen in Cartesius. Bewoners organiseren
niet echt moet zijn om bijvoorbeeld je grofvuil te storten.
bijzondere etentjes, en creatievelingen beginnen zich
Maar als je even verder kijkt ontdek je de rijke historie
te organiseren. Samen met Autobahn en LunaWorx,
van het oude werkspoor waar de treinen en bruggen van
werken wij aan een Cartesius Dorpsplein, een plek waar
Nederland en omstreken werden gemaakt en de weidse
bewoners en ondernemers van Cartesius elkaar kunnen
uitzichten over het Amsterdam-Rijnkanaal. Kijk je in
ontmoeten en waar bezoekers kunnen zien wat er alle-
de gebouwen, dan zie je bijzondere bedrijven: van een
maal gebeurt in het gebied.
lasbedrijf met een wereldwijd unieke techniek tot een creatieve werkplaats waar je zelf aan de slag kan met
De komende tijd zullen wij via deze blog delen wat wij
3D-printers.
meemaken, ervaren en waar wij tegen aanlopen als DIY initiatief in de praktijk. Wil je ons een keer ontmoeten en Cartesius ontdekken? … Kom vooral eens op de koffie! Meer weten over de Vriendinnen van Cartesius? Check www.facebook.com/vriendinnenvancartesius of volg ons op twitter @VvCartesius Lara Simons en Marleen Laverman // Vriendinnen van Cartesius Als vriendinnen van Cartesius zetten Lara Simons, sociaal geograaf, en Marleen Laverman, Bestuurkundige, zich in om het bedrijventerrein verder te ontwikkelen en meer onder de aandacht te brengen van de Utrechters.
88 // Aorta #12
cartesius lab // blog #9
Onduidelijke spelregels Denise Vrolijk in gesprek met Willem Buunk // fractievoorzitter VVD
Voor herontwikkeling van het Utrechtse bedrijventerrein
Flexibiliteit en maatwerk, dat is zeker de kant die de
Cartesiusweg wordt een stap-voor-stap-aanpak voor
huidige gebiedsontwikkeling op moet gaan, vindt Buunk.
gesteld, waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft
Ook vanuit zijn lectoraat Area Development aan de
en er veel ruimte is voor particulier initiatief. Althans,
Hogeschool Windesheim ziet hij genoeg goede voor-
zo wil de Ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier van de
beelden. Alleen niet in Nederland. ‘Het lukt in Nederland
gemeente doen geloven. Maar in de praktijk blijkt de
nog niet om die flexibiliteit juridisch te
huidige regelgeving hier niet goed op toegerust.
verankeren. In Zürich heb ik daar wel een voorbeeld van
Bestaande bestemmingsplannen en wet- en regelgeving
gezien, dankzij een flexibiliteitsbepaling in de Zwitserse
zitten eerder in de weg dan dat ze tijdelijk of flexibel
federale milieuwet. Op het niveau van het kanton (regi-
gebruik mogelijk maken. En juist dit soort tijdelijke
onale bestuurslaag) kan daar maatwerk in milieuregels
initiatieven van ondernemers en grondeigenaren zijn
toegepast worden die een mix aan functies op een be-
hard nodig om de gewenste identiteit van creatief stede-
drijventerrein met milieuhinder mogelijk maakt. Een
lijk landschap te realiseren.
school, een supermarkt, appartementen vlak naast een turbinetestfaciliteit – in Zürich is het gerealiseerd. Maar
Planoloog Willem Buunk – vice-fractievoorzitter van de
de Nederlandse wetgeving biedt die mogelijkheid niet.’
VVD, sinds 2007 gemeenteraadslid en vertegenwoordiger
Het gaat er volgens Buunk om bewust uitzonderingen te
van de gemeente Utrecht in het Algemeen Bestuur van
creëren en dat lokaal goed te regelen. Ook om te zor-
het Bestuur Regio Utrecht (BRU) – weet wel waar de
gen dat ze andere ontwikkelingen niet blokkeren. In de
schoen wringt.
huidige milieuwetgeving is afwijken van de regels niet onmogelijk, maar dat behoeft wel afstemming tussen
Bestemmingsplannen worden in de gemeente Utrecht
gemeente, provincie en soms ook het Rijk.
nog steeds op een ouderwets gedetailleerde manier gemaakt. ‘Als er bestuurlijk niet op gestuurd wordt, wordt
Buunk is stellig: ‘Aanpassing van het bestemmingsplan
als een kip zonder kop een bestaand format ingevuld,
is nodig om het gewenste beeld van creatieve zone en
omdat dat altijd zo gedaan is. Dit is ouderwets denken.
binnenstedelijk werklandschap voor (kleinschalige)
De gemeente wil nog teveel regelen en beperkt daar-
bedrijven op het terrein aan de Cartesiusweg te reali-
door nieuwe ontwikkelingen. De Utrechtse VVD-fractie
seren. Natuurlijk is het goed om een perspectief voor
heeft zelfs gevraagd om op sommige plekken in de stad
herontwikkeling van een gebied te formuleren, maar ik
regelvrije zones te creëren.’
ben inmiddels redelijk cynisch. Leuk hoor al die mooischrijverij in ontwikkelingsvisies en het geknutsel met “creatieve ondernemers” dat daarin wordt voorgesteld. Maar alle dertien binnenstedelijke bouwlocaties hebben ditzelfde voorland. Utrecht heeft weliswaar een groot creatief potentieel. Alleen niet genoeg om zowel het bedrijventerrein Cartesiusweg, als de Merwedekanaalzone, een deel van de voormalige rioolwaterzuivering Overvecht en Rotsoord daarmee te vullen. Bovendien: wie gaat die creatieve onderdelen van (her)ontwikkelingen betalen? Daar lees ik niets over.’
Aorta #12 // 89
Het lukt in nederland niet om flexibiliteit juridisch te verankeren.
‘De verkleuring van binnenstedelijke bouw- of herstruc-
‘De ontwikkelingsvisie voor het bedrijventerrein
tureringslocaties moet je wel reguleren en sturen,’ zegt
Cartesiusweg is een goed eerste kader, maar de visie van
Buunk.’ En praten over fasering, een langetermijn-
de gemeente op realisatie is onduidelijk,’ stelt Buunk.
perspectief.’ Voor bedrijventerrein Cartesiusweg zijn
‘Ogenschijnlijk is er veel mogelijk. Je krijgt het gevoel
bepaalde spelregels wel duidelijk: geen nieuwe kantoor-
dat het altijd lente is en de zon schijnt. Maar dat is na-
ontwikkeling – want die is volgens regionale bepalingen
tuurlijk niet zo; het is een idylle, een verzonnen verhaal.
voorbehouden aan veel duurdere locaties als Papendorp,
Zeker, we moeten inspelen op kansen die zich voordoen.
Stationsgebied en Leidsche Rijn centrum; geen woningen
Op kleinere schaal dan we met de eindbeeldplanning
– want daar zijn andere locaties in de stad voor aange-
gewend waren. Maar als de gemeente de basiscondities
wezen en vormen de milieuhindercontouren een grote
niet helder maakt, en daarmee de marktwerking in feite
beperking; en geen grootschalige detailhandelsvesti-
tegengaat, dan is de zoektocht naar andere functies of
gingen – want ook daar zijn andere locaties voor aange-
tijdelijk gebruik onbegonnen werk. Ik maak me ernstig
wezen. Toch ademt de Ontwikkelingsvisie Werkspoor-
zorgen over de willekeur die deze onduidelijke spel-
kwartier volgens Buunk vooral de strategie: laat duizend
regels in de hand kunnen werken. Nu wordt de schijn
bloemen bloeien en de gemeente pikt diegene eruit die
gewekt dat van alles mogelijk is, en vooral kunstenaars
het meest aanspreekt, het meest bekend is, het dichtst
ruim baan krijgen. In veel gevallen zijn dat echter ge-
bij het eigen wensbeeld staat. Buunk: ‘Er zijn genoeg
subsidieerde initiatieven. Terwijl andere initiatiefnemers
eigenaren die wel willen investeren, maar dan in net iets
of projectontwikkelaars het zonder die subsidie moeten
anders dan wat bijvoorbeeld in het masterplan binnen-
doen.’
stedelijke herontwikkeling is bedacht. Daardoor worden particuliere initiatieven teveel beperkt.’
Buunk is duidelijk: ‘Wees eerlijk, niet alles kan tegelijk. Stap af van het oude denken in bekende bestemmings-
‘In Utrecht worden vaak buitenwettelijke gebiedsvisies
plannen, zoals die nu eenmaal altijd gemaakt werden.
opgesteld, die niet de status van een Structuurvisie heb-
Geef (grond)eigenaren die iets anders willen ook echt
ben,’ legt Buunk uit. ‘Daarin staan prachtige vergezichten.
de kans: maak duidelijk wat wel en niet kan. Dan ben je
Maar ondertussen geldt het oude bestemmingsplan –
als staat neutraal. Pas als de gemeente het wensbeeld
of een geactualiseerde versie daarvan – waar geen
van aangepaste bestemmingsplannen werkelijkheid laat
ontwikkeling mogelijk is. Neem de kantorenmarkt. Door
worden, kan daadwerkelijke organische gebiedsontwik-
regionale afspraken en de huidige marktwerking is
keling met veel ruimte voor particulier initiatief een eer-
kantoorontwikkeling op binnenstedelijke locaties vrijwel
lijke kans krijgen en kan de markt zijn werk doen.’
onmogelijk. Toch lijken de wervende visies wel allerlei creatieve ondernemers, zoals architectenbureaus of
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
andere kantoorachtige functies, een plek te willen
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk
geven. Ik kan me ook wel voorstellen dat sommige
als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van
kleinschalige kantoorfuncties of een enkele grote huur-
stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.
der toch een plekje op de binnenstedelijke herontwik-
Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO
kelingslocaties zoeken. Maar hanteer daarvoor dan
(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan
eenduidige spelregels, of laat op sommige plekken de
de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
regels radicaal los. En accepteer dat het ten koste gaat van ontwikkelrechten op de voor kantoren aangewezen
Willem Buunk // Fractievoorzitter VVD
locaties als Papendorp, Leidsche Rijn en het Stations
Willem Buunk zit sinds oktober 2007 in de gemeenteraad.
gebied.’
Hij is woordvoerder voor verkeer, ruimtelijke ordening en grondbeleid. Daarnaast vertegenwoordigt hij de gemeente Utrecht in het Algemeen Bestuur van het Bestuur Regio Utrecht (BRU).
90 // Aorta #12
cartesius lab // blog #10
De nieuwe stoommachine van Cartesius Vriendinnen van Cartesius
Op 30 oktober was het zover: het lang verwachte Bid-
En, we durven het bijna niet hard op te zeggen, maar
book Utrecht 2018 (http://www.utrecht2018.eu/Home/
stel‌. Stel dat Utrecht geen culturele hoofdstad 2018
Over/Hoe/Bidbook ) werd gepresenteerd. Hiermee dingt
wordt. Is het dan gedaan met de energie in Cartesius?
Utrecht naar de titel Culturele Hoofdstad 2018. En zoals
Nee, daar geloven wij in ieder geval niets van. Er zijn zo
we natuurlijk wel wisten, betekent dit een hoofdrol voor
veel enthousiaste mensen met een hart voor Cartesius
Cartesius. Op basis van het plan van Autobahn voor
die zich inzetten voor een bruisend en levendig gebied
Basecamp Cartesius (http://www.basecampcartesius.
dat deze verandering door gaat. Zoals de oude stoom-
nl/ ), ligt hier in 2018 het creatief zenuwcentrum van
machines die vroeger in Cartesius werden gebouwd:
Utrecht. Cartesius is de centrale ontmoetingsplek en
vastberaden en niet te stoppen.
creatieve broedplaats van waaruit je de Expo met de (elektrische) fiets of het openbaar vervoer kunt
Meer weten over de Vriendinnen van Cartesius?
verÂkennen. Een erg mooie boost aan de energie die
www.facebook.com/vriendinnenvancartesius
op dit moment al in Cartesius ontstaat.
twitter @VvCartesius website: http://vriendinnenvancartesius.tumblr.com/
Het oude industrieterrein Cartesiusweg is in een hoog tempo aan het veranderen. Creatieve ondernemers
Lara Simons en Marleen Laverman // Vriendinnen van Cartesius
vinden hun weg en initiatieven voor nieuwe functies
Als vriendinnen van Cartesius zetten Lara Simons, sociaal geograaf,
beginnen vaste vormen aan te nemen. De focus op
en Marleen Laverman, bestuurkundige, zich in om het bedrijventerrein
Cartesius bij Utrecht 2018 is niet de reden dat er zoveel
verder te ontwikkelen en meer onder de aandacht te brengen van de
gebeurt, maar fungeert wel als vliegwiel voor de trans-
Utrechters.
formatie. De energie die er al is wordt in versnelling gebracht. Maar waar wordt die transformatie dan zichtbaar? Wanneer je nu door het gebied fietst is er nog weinig van te zien. Op 23 november wordt de eerste stap gezet met het zichtbaar maken van de nieuwe initiatieven in Cartesius: het Cartesius Dorpsplein wordt geopend. Het mobiele Cartesius Dorpsplein is een openbare centrale plek waar ondernemers, bezoekers en creatieven elkaar kunnen treffen. Een plek waar ze ideeĂŤn, kennis en kunde kunnen delen en uitwisselen en waar men plannen kan maken voor de toekomst van het terrein. Hier ontstaat het epicentrum van de beweging die zich de komende jaren voort zal zetten.
Aorta #12 // 91
Dorpsplein // Foto Vriendinnen van Cartesius
Op 23 november wordt de eerste stap gezet met het zichtbaar maken van de nieuwe initiatieven in Cartesius: het Cartesius dorpsplein wordt geopend
92 // Aorta #12
cartesius lab // blog #11
Laat het gewoon gebeuren Denise Vrolijk in gesprek met Jeroen van de Kraats // TCN
Een klassiek bestemmingsplan beperkt nieuwe ontwik-
Deze mix van bedrijven zorgt voor een interessant
kelingen op het bedrijventerrein aan de Cartesiusweg.
netwerk dat gebruik maakt van elkaars diensten en
Mede daardoor wordt de totstandkoming van een ge-
faciliteiten. ‘Bedrijven als Protospace (FabLab) en NOVU
mengd stedelijk werklandschap geblokkeerd, zo stelt
(uitvinders) zijn vernieuwend, hebben goede internati-
Jeroen van de Kraats (TCN). ‘Mooie verhalen voor de
onale connecties en zijn daarom goed voor de econo-
herontwikkeling van verouderde bedrijventerreinen
mie. Bol.com is een interessante partij die veel andere
zijn er genoeg. Maar om echt leven in de brouwerij te
huurders aantrekt,’ zegt Van de Kraats. ‘De groei van
brengen moet je soms gewoon dingen laten gebeuren.
de één wordt mogelijk gemaakt door de flexibiliteit van
Initiatieven van onderop de kans geven zich organisch te
de ander. Neem bijvoorbeeld de huurcontracten. Dat is
ontwikkelen en met elkaar verbinden. Zo kan de nieuwe
een mix van langlopende contracten (Bol.com) en kort-
hotspot ontstaan die Utrecht nodig heeft.’
durende overeenkomsten. De kleinere creatieve ondernemers hebben geen behoefte aan afspraken voor lange
TCN heeft een goede band met het oude Werkspoor
termijn, die vinden een overeenkomst voor een jaar ook
terrein in Utrecht. In 2006 kocht de ontwikkelaar het
wel prima. Omdat ze bijvoorbeeld onvoldoende zicht heb-
voormalige pand van REMU aan de Keulsekade en
ben op de ontwikkeling van hun onderneming. Wie weet
vormde dat om tot eigen hoofdkwartier. Volgens het
er vandaag nog hoeveel werknemers hij volgend jaar
bestemmingsplan moest dat gebouw ook voor minstens
heeft? Laat staan over vijf of tien jaar. In die flexibele
vijftig procent als productieruimte gebruikt worden.
bedrijfsruimtes met lage huren wordt in eerste instantie
Maar TCN had alleen kantoorruime nodig en het pand
ook niet veel geïnvesteerd. Zo zijn roldeuren van de
was ook altijd volledig kantoor geweest. Daarom is
transportloodsen vervangen door glazen gevels, de
ontheffing van het bestemmingsplan aangevraagd.
gevels geïsoleerd en zijn de binnenterreinen opgeknapt,
Die werd toegezegd en zo konden de eerste stappen
maar heel minimaal. Komen er huurders voor langere
voor (her)ontwikkeling gezet worden: het plan De Trans-
termijn, die dus voor een gegarandeerde huuropbrengst
formator kwam tot leven.
zorgen, dan kan er meer worden geïnvesteerd in het opknappen van panden en hun omgeving.’
De Transformator is een initiatief van TCN en Mitros. Zij bundelen de krachten om het terrein tussen de
De openbare ruimte op het terrein van De Transformator
Nijverheidsweg en Keulsekade te herontwikkelen tot
is belangrijk voor het netwerk. In zichzelf gekeerde
een ‘broeinest voor talent’. In het cluster van gebouwen
individuele kavels worden weer met elkaar verbonden.
zijn uiteindelijk meerdere bedrijven ondergebracht, met
Van de Kraats: ‘Eerste stap was het weghalen van de
als belangrijkste huurder Bol.com. Door het inzakken
hekken rondom de kavels, en die te vervangen door een
van de vastgoedmarkt zag TCN de eigen kantoorbehoefte
huiselijke ligusterhaag. Daardoor zijn nieuwe zichtlijnen
slinken. In 2010 vetrok de ontwikkelaar daarom naar
ontstaan en wordt de collectieve ruimte op het terrein
een kleiner pand aan de Atoomweg in Lage Weide en
van de Transformator voor een breder publiek toegan-
werd Bol.com de nieuwe hoofdhuurder. In aanpalende
kelijk. Van de publieke ruimte (de Nijverheidsweg) loop
gebouwen zijn kleine, creatieve ondernemers gevestigd.
je nu gemakkelijk de collectieve openbare ruimte op. In de bouwblokken zijn semi-private binnentuinen aangelegd. Door de openbare ruimte in deze drie elementen (publiek, collectief, privaat) open te knippen ontstaan nieuwe verblijfsruimten en een fijnmaziger infrastructuur.’
Aorta #12 // 93
Denise Vrolijk // Stadsgeluiden
Jeroen van de Kraats // Project Developer TCN
Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk
Jeroen van de Kraats is gebiedsontwikkelaar bij TCN. Zijn
als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van
belangrijkste bijdrage is bruggen bouwen.
stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
Mixed-use is een term die Van de Kraats veel laat vallen.
Het is exemplarisch voor de andere rol die de project-
De beoogde nieuwe stedelijkheid op het terrein aan de
ontwikkelaar anno 2012 vervult bij de transformatie van
Cartesiusweg kan in zijn ogen alleen tot stand komen als
bedrijventerreinen. In plaats van initiatiefnemer van
er een divers aanbod is. Naast kleinschalige bedrijvig-
nieuwe projecten gaat het om het ontlokken van initiatie-
heid, creatieve industrie en op de stad georiënteerde
ven in de bestaande stedelijke omgeving en die te onder-
leisurefuncties dus ook ruimte voor kantoren, horeca,
steunen. Daarmee is de projectontwikkelaar veel meer
retail èn wonen. ‘Er wordt nog steeds te monofunctio-
manager/begeleider van een herontwikkelingsproces en
neel gedacht bij het aanwijzen van bestemmingen voor
draait veel minder zelf aan de knoppen. Van de Kraats:
gebieden,’ vindt Van de Kraats. ‘In plaats van stimuleren
‘Om geschikt te zijn voor herontwikkeling moet een
ben je dan aan het blokkeren. Een belangrijke boos-
gebied een zekere mate van verloedering kennen, zich
doener is de lappendeken van milieuzones die vaak
in een financieel waardedal bevinden. Juist op dat soort
op basis van de bestaande situatie al lang geleden zijn
plekken ontstaan heel veel initiatieven van onderaf. Lage
vastgelegd. Maar er is ondertussen een hoop veranderd.
kosten, veel vrijheid en de mogelijkheid tot samenwer-
Bedrijfsprocessen veranderen, er is meer aandacht voor
ken (synergie) zijn hier belangrijke meerwaarden. Door
duurzaamheid en functies van bedrijven gaan met hun
de verschillende doelgroepen bij elkaar te brengen, de
tijd mee.’
dialoog aan te zwengelen, mogelijkheden voor herontwikkeling te onderzoeken en daar de juiste partijen bij
‘Begrijp me niet verkeerd: aan veiligheid moet je geen
te betrekken, kan een gebied stijgen op de ladder van
concessies doen. Er is echter een groot verschil tussen
beschaving. Bij zo’n organische ontwikkeling past een
veiligheidszones en wat ik noem comfortzones. Maar
plan met op voorhand vastgelegde bestemmingen niet.
de Nederlandse ruimtelijkeordeningssystematiek kent
Dat bevriest de bestemming voor tien jaar en dat is
dat verschil vreemd genoeg niet. Binnen comfortzones
tegengesteld aan wat we nodig hebben. Het is een ou-
zou je gradaties kunnen aanwijzen. Overgangszones van
derwets vehikel dat leidt tot beperkingen en initiatieven
maximaal naar minder comfort, wat zich vanzelfspre-
blokkeert. Eigentijdser is het om een set spelregels vast
kend uit in een lagere financiële waarde. Er zijn genoeg
te stellen, een framework met wat we in elk geval niet
mensen te vinden die wat meer lawaai of geur zouden
willen en dan gewoon dingen te laten gebeuren. Dit idee
accepteren voor een goedkopere woning, en dat vind ik
wint nu snel aan sympathie en wordt al in diverse
dan acceptabel mits daar volstrekte duidelijkheid over is.
gemeenten toegepast. Nu nog het bedrijventerrein
Maar het kan geen kwaad de hindercontouren voor
Cartesiusweg, dan gaat de bal van herontwikkeling
bepaalde plekken nog eens tegen het licht te houden.
vanzelf rollen.’
Een vastgestelde geluidscirkel hoeft niet per se gelijk te zijn aan tientallen jaren terug. Omgekeerd zijn veel bedrijven ook zuinig op hun milieucirkels, zij willen die vrijheid blijven houden. Zolang dat nodig is voor hun
Mooie verhalen voor de herontwikkeling van
bedrijfsproces of groeistrategie vind ik dat redelijk,
verouderde bedrijventerreinen zijn er genoeg.
echter in de praktijk wordt er vaak weinig gebruik van
Maar om echt leven in de brouwerij te brengen
gemaakt en het is zonde als een gebied daardoor wordt gegijzeld. Als dit ook in een ontwikkelingsvisie de lei-
moet je soms gewoon dingen laten gebeuren.
draad vormt dan worden aantrekkelijke functies direct al
Initiatieven van onderop de kans geven zich
uitgesloten en daarmee de groeikansen voor een gebied. Dat is niet meer van deze tijd.’
organisch te ontwikkelen en met elkaar verbinden. Zo kan de nieuwe hotspot ontstaan die Utrecht nodig heeft.
94 // Aorta #12
cartesius lab // blog #12
Leren Luisteren Denise Vrolijk in gesprek met Casper Schuuring // GENT & MONK
Architecten en stedenbouwkundigen hebben jarenlang
‘De mensen die bij de gemeente aan de knoppen zitten
de rol van ultieme ‘creatieveling’ kunnen vervullen.
willen wel diversiteit, als we de mooie Ontwikkelings-
Wars van regels en niet gehinderd door enige gêne om
visies moeten geloven, maar hebben geen idee hoe je
zich op eigen wijze te gedragen. Ontwerpen met de
daar mee omgaat. En wordt je als architect/steden-
grote O was het hoogste doel. Zo’n sterrenrol past niet
bouwkundige uitgenodigd om je mening te geven, dan
meer in de huidige tijd, vindt Casper Schuuring (Gent-
krijg je uiteindelijk de deksel op de neus. Want te duide-
Monk Architecten). De maatschappij vraagt om meer
lijke uitspraken, daar is geen behoefte aan.’ Schuuring
samenwerking tussen verschillende disciplines; we
doelt hier op een bijeenkomst waar hij zijn ongenoegen
moeten (weer) leren luisteren naar elkaars wensen en
over de ontwikkelingen rond de uitbreiding van het
belangen.
bedrijf Bol.com heeft uitgesproken. ‘Bol.com wordt gewoon weggepest. Het is een belangrijke huurder in
‘Door de rol van “starchitect” zijn we het gevoel met de
het Tranformator-complex, die het economisch voor
gebruiker kwijtgeraakt,’ vertelt hij. Gent-Monk Archi
de wind gaat. Bol blijft groeien en heeft daardoor meer
tecten is sinds 2010 gevestigd op het bedrijventerrein
ruimte nodig. Die ruimte is er op zich gewoon, ook binnen
aan de Cartesiusweg. Aangetrokken door het mooie
De Transformator, maar mag volgens het bestemmings-
plan van De Transformator (TCN en Mitros) togen ze vol
plan niet als grootschalig kantoor verhuurd worden.
goede moed naar het karakterloze bedrijventerrein en
Een grotere ruimte opknippen in losse units en die apart
vonden hun draai tussen de vervoersbedrijven, studio’s,
verhuren lost dit probleem niet op. Natuurlijk zijn er
verhuizers en steenhouwerijen. Maar niet voor lang.
partijen die zeggen dat je dingen gewoon moet doen,
Schuuring is inmiddels behoorlijk gedesillusioneerd.
maar Bol.com kan het zich simpelweg niet veroorloven
De vele initiatieven die hij op een presenteerblaadje
om een niet-officieel huurcontract aan te gaan. Dat is
heeft aangeboden aan gemeente en ontwikkelaars zijn
een te knullige oplossing.’
tot dusver allemaal in de la beland. ‘Niet mogelijk’ was steevast het antwoord. En daar raak je als welwillende
Veel initiatieven die nu op het bedrijventerrein worden
ontwerper, die zijn best doet om nieuwe coalities te
ontplooit staan in de ogen van Schuuring nog erg in de
smeden, wel een beetje de spirit van kwijt…
kinderschoenen. Het is exemplarisch voor dit soort gebieden en organische ontwikkelingen, vindt hij. ‘Neem
Het meest baalt hij van het plan voor een bedrijfs
de Vriendinnen van Cartesius, die nu met hun caravan in
verzamelgebouw met horeca in het karaktervolle (leeg-
de voortuin van een TCN-pand staan. Heel goed dat zij
staande) pand waar ooit autohandelaar Kroymans zat.
verschillende partijen met elkaar in contact willen bren-
Dit gebouw wacht al een tijd op nieuw leven en enthou-
gen, maar het is me nog niet helemaal duidelijk wat dat
siaste gebruikers. Maar het plan mocht geen werkelijk-
op kan leveren. Hetzelfde geldt voor het Cartesius
heid worden. Voornamelijk vanwege de regionale
Museum. Ook een goed initiatief, maar met een ongeluk-
bepalingen die voorschrijven dat er op het bedrijven-
kige naam. Een museum suggereert dat je wil conser-
terrein aan de Cartesiusweg geen (nieuwe) kantoren
veren, terwijl het juist nodig is om actie te ondernemen.
gevestigd mogen worden. Creatieve bedrijvigheid is het
Op zich zijn dit soort initiatieven heel goed, begrijp me
mantra, en zo zal geschieden. Dat daarvoor ook grens-
niet verkeerd, maar in deze situaties volstaan ze helaas
overschrijdend denken nodig is, is nog niet helemaal
niet. Er is een meer structurele aanpak nodig. Met een
doorgedrongen bij de gemeente, vindt Schuuring.
goed evenwicht tussen de verschillende initiatieven van onderop en niet te vergeten: ruimte voor investeringen.
Aorta #12 // 95
Als architecten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en de mensen van de gemeente hun rol als verbindings officier serieus zouden nemen, zou het veel leuker kunnen worden.
Schuuring is zeker niet onwelwillend, in tegendeel: hij
Toch lijkt het alsof Casper Schuuring de moed inmiddels
zou het geweldig vinden als er meer synergie, samen-
een beetje heeft opgegeven. De gedroomde mix van
werking en gezamenlijke initiatieven tot stand zouden
bedrijvigheid, de reuring en de mengvormen die op het
komen op het bedrijventerrein. Maar met de initiatieven
bedrijventerrein Cartesiusweg zouden kunnen ontstaan
die hij nu ziet ontstaan, naast de samenwerking die er
ziet hij voorlopig geen werkelijkheid worden. Tussen
binnen De Transformator is, wordt er nog steeds niet
droom en daad staan in dit geval een hoop regels, on-
over grenzen heen gekeken. Schuuring: ‘Ga bij elkaar
wetendheid en onervarenheid. En dat is jammer, vindt
zitten en leer van de ervaring, kennis en expertise van
Schuuring. ‘Door creatiever om te gaan met het bestem-
anderen. Sta open voor samenwerking en bedenk dat
mingsplan en met enthousiaste, betrokken supervisoren
verschillende visies elkaar kunnen aanvullen in plaats
kan er zeker een hoop van de grond komen. Maar voor
van concurrerend te zijn. Ga op zoek naar de meer-
die vorm van daadwerkelijke gebiedsontwikkeling lijkt de
waarde. Reuring in een gebied ontstaat juist door geza-
tijd hier nog niet rijp. De dingen die tot stand komen zijn
menlijkheid. Maar wees als gemeente dan wel eenduidig
nog te projectmatig in opzet en uitvoering. Als architec-
in wat wel en niet mag. Waarom kan de feestzaal voor
ten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en de mensen
Turkse bruiloften bij mij aan de overkant wel doorgaan
van de gemeente hun rol als verbindingsofficier serieus
en mag Bol.com de benodigde uitbreidingsruimte niet in
zouden nemen, zou het veel leuker kunnen worden.
het Kroymans-pand zoeken? Omdat het ene initiatief wel
Maar de visie ontbreekt vooralsnog.’ Schuuring vindt het
onder de noemer “creatieve bedrijvigheid” valt en het
jammer, maar laat zich er zeker niet door uit het veld
andere niet? Ik vind Bol juist een heel creatief bedrijf,
slaan. Zijn rol als architect/stedenbouwkundige voert
dat dingen op een vernieuwende manier aanpakt – en
hij op dit moment liever ergens anders uit. Op een plek
met succes.’
waar het wel mogelijk is om zelf projecten te creëren en waar ruimte is voor andere visies. Dan is tenminste duidelijk wie het initiatief neemt… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
Casper Schuuring // GENT-MONK Architecten Casper Schuuring is architect en directielid van GENT & MONK. Zijn bureau bevindt zich midden in het bedrijventerrein.
96 // Aorta #12
cartesius lab // blog #13
Kracht niet met het badwater weggooien Denise Vrolijk // Stadsgeluiden // december 2012
‘Na vanmiddag moeten jullie het zelf doen, want zo gaat
bedrijf’ en ‘kantoren mogen nu eenmaal niet op dit
dat tegenwoordig. Nieuwe dingen in gebiedsontwikkeling
terrein’ staat voor veel deelnemers gelijk aan: wil de
ontstaan van onderop, zijn kleinschaliger en worden
gemeente niet en daarom blokkeren alle initiatieven.
samen bedacht.’ Aan het woord is Rianne Pruis van
Maar wie draait er nu eigenlijk aan de knoppen, bij wie
Architectuurcentrum Aorta tijdens Atelier Cartesius. Een
moet je zijn met je vraag voor een vergunning, wie be-
middag voor en door de gebruikers van het bedrijven
paalt wat er wel en niet kan en wat ‘creatief’ is? Dat is
terrein aan de Cartesiusweg dat een nieuwe impuls
allemaal niet duidelijk.
goed kan gebruiken. Aan de slag dus!
De energie gaat stromen als de deelnemers met elkaar
En aan de slag gaan de mensen die zich in een zijbeuk
in gesprek gaan. Oude en nieuwe ondernemers hebben
van de grote Werkspoorloods verzameld hebben. On-
niet altijd dezelfde ideeën en er valt ook zeker wel een
danks de koude decembermiddag gaat de energie snel
onvertogen woord, maar iedereen vindt het leuk om
stromen. Met korte presentaties geven Andries Geerse
elkaar nu eens echt te spreken. Dat het over concrete
(We Love the City), Huub Kloosterman (Urban XChange)
vragen, belangen en projecten gaat leidt tot veel goede
en Evert-Jan de Kort (Stec Groep) de aftrap voor drie
ideeën. Het vernieuwende denken waar Andries Geerse
ateliersessies. Het bedrijventerrein is opgedeeld in drie
de middag mee begon blijkt in het Cartesiusgebied dus
gebieden: het meest zuidelijk gelegen deel tussen de
al te goed te werken. Maar de ondernemers kennen
Keulsekade en de Nijverheidsweg (sessieleider Huub
elkaar te weinig, weten niet goed wie ruimte te weinig,
Kloosterman); daarboven de strip tussen de Nijver-
te veel of leegstand heeft. En wat je daar dan mee kunt
heidsweg en de Tractieweg (sessieleider Evert-Jan de
doen. Voor velen is de Ontwikkelingsvisie van de ge-
Kort) en het deel langs de spoorlijn tussen de Tractie-
meente daarover ook niet duidelijk. Dat die uitnodigt tot
weg en de Spoorzone (sessieleider Andries Geerse).
initiatieven gelooft bijna niemand meer: mensen heb-
Per deelgebied schuiven de daar gevestigde oude en
ben te vaak ‘nee’ gehoord. Toch moedigt iemand van de
nieuwe ondernemers aan, een enkele buitenstaander
gemeente het juist aan om met ideeën te komen: ‘Het
of creatieve geest en per tafel is ook de gemeente goed
bestemmingsplan is geen absolute waarheid. Heb je
vertegenwoordigd met een gebiedsmanager, steden-
een goed idee, dan valt daar zeker over te praten.’
bouwkundigen en iemand van economische zaken.
In het Havenkwartier Deventer (een voorbeeld dat
De mensen van de gemeente hebben het niet makkelijk
Andries Geerse aanhaalt) is in eerste instantie een hoop
vanmiddag: met grote regelmaat wordt er geschopt
gedoogd: horeca, een kledingwinkel, theater. Volgens
tegen de regels, gesproken over de gemeenteambtenaar
het bestemmingsplan mochten die functies hier geen
die het allemaal niet weet en is er ergernis alom over
plek krijgen. Maar uiteindelijk hebben ze wel veel reuring
de regelgeving. Afspraken waar de ‘mensen van de
in het gebied gebracht en gezorgd dat er mensen naar-
gemeente’ ook niet altijd zelf over kunnen beslissen,
toe kwamen. Andries Geerse is stellig: ‘Ambtenaren
want: op regionaal, landelijk of Europees niveau ge-
die ‘nee’ zeggen, dat klopt gewoon niet. Ook binnen de
maakt. Maar de gemeente is het haasje vandaag en
huidige regelgeving is er veel mogelijk. Je moet alleen
dat zullen ‘ze’ weten. Wie je ook spreekt: de architect
wel weten hoe en dingen durven gedogen. Blijf er met
of kunstenaar met een mooi idee, de ondernemer die
je verstand bij en maak gebruik van een proefperiode,
zijn business wil bijstellen – allemaal lopen ze tegen de
hou er rekening mee dat dingen kunnen mislukken en
regels aan. ‘Kan niet’, ‘mag niet’, ‘is geen creatief
niet iedereen maximale vrijheid aankan.’ Zijn motto is:
Aorta #12 // 97
Gedoog volop, maar alleen diegenen die dat aankunnen.
worden gevierd, en zo nog een paar. De openbare ruimte
‘Als gemeente alleen een visie vaststellen kan natuurlijk
laat wel veel te wensen over, net als het gevoel van vei-
niet,’ zegt Geerse. ‘Dat is een stukje papier. Kies een
ligheid.
paar projecten die je belangrijk vindt, ga daar samen achter staan en zoek naar investeerders. Het oud geld van Deventer (de rijken) heeft een hoop initiatieven tot stand laten komen. Want ondanks dat we binnen de gebiedsontwikkeling allemaal vinden dat de tijd van de blauwdrukplanning voorbij is, de bank vraagt er wel om. Die wil niet alleen een bedrijfsplan zien, maar ook een beeld van de omgeving. Het lokale kapitaal, daar moet je het van hebben tegenwoordig.’
Door reuring te organiseren (tijdelijke theaterzalen, dansfeesten, een stadstrand aan het Amsterdam-Rijnkanaal, een horecaboot in de insteekhaven, een cultureel hotel of centraal dorpsplein) komen meer mensen naar het gebied en zijn er meer ogen op de straat. Of het groen samen te onderhouden, hekken weg te halen en bij gebouwen aan de buitenkant te laten zien wat er aan de binnenkant gebeurt. Dat versterkt het gevoel van veiligheid, gezamenlijkheid en maakt het gebied meer
Huub Kloosterman stelt de initiatiefnemer met hart voor
uitnodigend. Verbind de oude en de nieuwe makers in
het gebied centraal in zijn sessie. Daarmee begint het
het gebied meer met elkaar en breng ze bij het stake-
succes en kun je de stad ‘terugclaimen’. Omdat de eco-
holdersoverleg ook daadwerkelijk met elkaar in contact.
nomie nu eenmaal lastig te voorspellen is moet je volgens
Het zijn allemaal concrete ideeën die uit de atelierses-
hem zelf uitspreken wat je wilt. Een identiteit ontwikke-
sies naar voren komen.
len. Sterke gebieden krijgen een sterke identiteit, is zijn overtuiging: ‘Maar houd daarbij heel goed de bestaande bedrijvigheid in de gaten.’ Kloosterman verwijst naar de milkshaketheorie van Geerd Simonis (bedrijventerrein C-Mill in Heerlen, beste bedrijventerrein 2011); in zo’n shake zit heel veel melk en een beetje smaak. Zo is het ook met de creatieve zones die op veel oude bedrijventerreinen moeten ontstaan. Zij landen tussen de ambachtelijke industrie (steenhouwers, edelsmeden, meubelmakers), vervoersbedrijven en maakindustrie. Daar moet je een mooie mix van zien te maken.
Gelukkig wordt er aan ieder idee ook een contact persoon gehangen. Zonder initiatiefnemers die de kar blijven trekken, ook als het even tegenzit, zal er niks van de grond komen. Gedogen is wel cruciaal, vinden velen. Want dat er voor het uitdijende Bol.com (goed voor de economie, levendigheid en nieuwe functies als horeca) straks geen plek meer is omdat regionale regels bepalen dat hier geen grootschalige kantoren mogen komen, daar maakt ook Wim Pot (voorzitter bedrijvenkring Cartesiusweg) zich zorgen over. Bol.com is juist zo’n bedrijf dat een aanjaagfunctie voor het hele gebied kan
Evert-Jan de Kort gaat ook uit van de potenties van
hebben. En die kracht wordt straks met het badwater
het gebied, maar waarschuwt wel dat je op het goede
weggegooid? Nee, daar kunnen de Cartesiërs met de pet
moment moet ingrijpen met herontwikkeling van een
niet bij.
bedrijventerrein. Nu gebeurt dat vaak in een levensfase van het terrein waarin de ondernemers nog tevreden zijn met het gebied. De ingrepen zijn vooral ruimtelijk en esthetisch. Het is volgens de Kort de kunst om te wachten op het juiste moment waarop je de kracht van de plek kunt inzetten voor andere manieren van waarde creatie. Dat gaat niet alleen om geld, maar ook om sociaal-maatschappelijke waarden. ‘Ondersteun die plekken waar kracht en energie zit,’ is zijn boodschap. Op het bedrijventerrein aan de Cartesiusweg blijkt het met die kracht en energie wel goed te zitten. In de ateliersessies worden feilloos verschillende plekken aangewezen: de Bol.campus met vijfhonderd medewerkers, de milieustraat die veel mensen in het gebied brengt, de Werkspoorkathedraal als industrieel icoon waar initiatiefnemers iedere maand samenkomen om ideeën uit te wisselen en aan te jagen, de blauw-groene corridor langs het water die doorloopt naar de aan palende woonwijk, de oude insteekhaven, de reuring bij de Vlampijpateliers, KidZity waar veel verjaarspartijtjes
Zonder initiatiefnemers die de kar blijven trekken, ook als het even tegenzit, zal er niks van de grond komen.
98 // Aorta #12
Aorta #12 // 99
Cartesiusweg begin 1964
100 // Aorta #12
cartesius lab // leren van… ontdekken
Transformatie van een bedrijventerrein Locatie: Bedrijventerrein Cartesiusweg & excursie Datum: 12 april 2012 // Aantal deelnemers: 30 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht Moderator: Bart Cosijn // Urban Dialoque
Het bedrijventerrein ten westen van de Cartesiusweg is
gebouw. Vervolgens konden de deelnemers een kijkje
door de gemeente aangewezen als ontwikkelingslocatie
nemen in de loods, waarna per bus werd afgereisd naar
waar een geleidelijke transformatie van traditioneel
de Kauwgomballenfabriek in Amsterdam. Gerard
bedrijventerrein tot een stads georiënteerd werkland-
Comello van Lingotto toonde daar hoe de ontwikkeling
schap beoogd wordt. Een belangrijke rol binnen deze
van de voormalige fabriek van Maple Leafs tot bedrijfs-
ontwikkeling is weggelegd voor de zittende bedrijven.
verzamelgebouw voor de creatieve industrie tot stand
Aorta start het Cartesiusprogramma op 12 april met een
is gekomen. Grote en kleine bedrijfjes hebben in een
besloten bijeenkomst voor ondernemers, ambtenaren,
viertal gebouwen onderdak gekregen. De stapsgewijze
raadsleden en initiatiefnemers. De ondernemers
aanpak waarbij telkens een nieuw gebouw werd ontwik-
vereniging, wijkraad, betrokken ambtenaren en
keld is bepalend geweest voor het succes van de
initiatiefnemers Cartesius Connecting en TCN zijn uit-
Kauwgomballenfabriek.
genodigd om de mogelijkheden voor transformatie van het Cartesiusgebied tot dynamische stedelijk werkland-
Niet alles hoeft in één keer, dat is misschien wel de
schap te verkennen.
belangrijkste omslag in het denken.Lees meer over de bijeenkomst Proloog en het bezoek aan de Kauwgom-
De bijeenkomst is de PROLOOG uit het programma
ballenfabriek in Op zoek naar Inspiratie / pagina 74 en
CARTESIUS LAB waarmee Architectuurcentrum Aorta
Profiteren van het moment / pagina 76
de transformatie van het Cartesiusgebied in 2012 bediscussieert en aanjaagt. In CARTESIUS LAB zet Architectuurcentrum Aorta de transformatie van het Cartesiusgebied naar een 21e eeuws werklandschap op scherp. Een verkennend programma voor stakeholders, eigenaren, gebruikers, initiatiefnemers. Tijdens de bijeenkomst in een zijbeuk van een voormalige Werkspoorloods die nu in gebruik is als atelierruimte voor HKU studenten presenteerde Leen de Wit, projectmanager bij de gemeente Utrecht de visie Werkspoorkwartier. Bas Pickkers van het initiatief Connecting Cartesius toonde de mogelijkheden om een gebouw aan de Tractieweg 50 te transformeren tot bedrijfsverzamel-
Aorta #12 // 101
Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk
In Cartesius lab zet Architectuurcentrum Aorta de transformatie van het cartesius足gebied naar een 21e eeuws werkland足schap op scherp.
102 // Aorta #12
cartesius lab // proeftuin‌ - verbinden
Nieuwe visie nieuwe kansen / verbinden van krachten Locatie: Werkspoorkathedraal, Tractieweg 41 Datum: 12 december 2012 // Aantal deelnemers: 45 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht Dagvoorzitter: Bart Cosijn // Urban Dialoque Bedrijventerrein Cartesiusweg is Utrechts meest
Het atelier heeft geresulteerd in 10 Cartesius Projecten
binnenÂstedelijke bedrijventerrein. Met de huisvesting
die door ondernemers en initiatiefnemers zullen worden
van een toenemend aantal creatieve ondernemers lijkt
uitgedacht:
het gebied een nieuw soort ondernemers aan zich te binden. De gemeente ondersteunt deze ontwikkeling met de visie Werkspoorkwartier. Daarin is een grote rol weggelegd voor marktpartijen. Ook ondernemers, (creatieve) initiatiefnemers en investeerders zien met
1. Stakeholdersoverleg Het opzetten van een stakeholdersoverleg waarin bedrijven, initiatieven en gemeente vertegenwoordigd zijn. De Cartesius Tafel van Cartesius Museum biedt
de visie nieuwe kansen ontstaan.
daarvoor ruimte.
Tegelijkertijd staan de economische crisis, een terug-
2. Locatie voor uitwisseling
trekkende overheid en beperkingen in de regelgeving en het bestemmingsplan de gewenste ontwikkelingen in de weg. Veel panden en loodsen staan leeg. Een aantal bedrijven wil het gebied verlaten. De daling in waarde van het vastgoed houdt dat echter tegen. Daarnaast vraagt de uitstraling van het gebied om hernieuwde aandacht. Zijn we in staat onder deze condities een vernieuwing op gang te brengen? In Atelier Cartesius werkten ondernemers, eigenaren en initiatiefnemers gezamenlijk aan een actieagenda voor Cartesius. Welke functies willen we de komende jaren toevoegen? Hoe versterken we de uitstraling van het gebied? Hoe kan de leegstand op korte termijn aangepakt worden? Welke rol is weggelegd voor tijdelijke programmering? En welke coalities zijn daarvoor nodig? Welk businessmodel is haalbaar om ook in de huidige crisis initiatief te realiseren? In kleine teams werden de vragen en uitdagingen waar bedrijventerrein Cartesiusweg voor staat formuleerd.
Het realiseren van een fysieke plek en een website waar uitwisseling plaats vindt tussen ondernemers, initiatieven en de gemeente. 3. Leegstandskaart Het realiseren en toegankelijk maken van een leegstandskaart/website waarmee vraag en aanbod op elkaar afgestemd kan worden. Met daarin de zichtbare als verborgen leegstand van bedrijfsruimtes. 4. Oude en nieuwe ambachten verenigd Het leggen van verbindingen tussen oude (traditionele) en nieuwe ambachten. Dit versterkt het netwerk, kennisuitwisseling en ondernemerschap. 5. Het binnenste buiten Er vindt volop bedrijvigheid plaats op bedrijventerrein Cartesiusweg. Maar dit is van de buitenkant niet altijd te zien. Door dit zichtbaar te maken wordt het gebied transparanter en levendiger.
Aorta #12 // 103
Werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk
Van industrieterrein naar werklandschap
6. Groen en Water Het Cartesiusgebied beschikt over veel groen en water. Een kwaliteit die veel meer benut kan worden. Bijvoorbeeld door het aanleggen van recreatieve paden voor fietsen, joggen en verblijven. Mogelijk in relatie tot het regionale fietsnetwerk. 7. Entrees zichtbaar maken Het bedrijventerrein Cartesiusweg ligt erg verscholen. De relatie met de stad kan versterkt worden door de entrees meer zichtbaar te maken. 8. BOL.campus BOL.com beschikt over een BOL.campus die zij graag willen openstellen voor ondernemers uit het gebied. BOL.com en TCN gaan kijken hoe zij dit kunnen realiseren. 9. Ondersteunende functies Het gebied heeft ondersteunende functies nodig zoals een vakschool, hoger onderwijs, een hotel, etc. 10. Horecaschip en stadsstrand De haven achter de Werkspoorloods is een ideale plek voor een horecaschip en stadsstrand. De ateliersessies stonden onder leiding van Evert-Jan de Kort // Stec-groep, Huub Kloosterman // Urban Xchange en Andries Geerse // We Love the City. Dagvoorzitter: Bart Cosijn // Urban Dialoque Lees meer in ‘Kracht niet met het badwater weggooien’ pagina 96
104 // Aorta #12
Aorta #12 // 105
Het masterplan voor het Stationsgebied geeft geen hard eindbeeld, maar biedt ruimte voor een stap-voor-stap ontwikkeling.
106 // Aorta #12
VERKNOOPTE STAD // HET DEBAT IN DE STAD
Aorta #12 // 107
Stationsgebied 2040 // Ector Hoogstad Architecten, in samenwerking met Buro Sant en CO (landschapsontwerp) en Royal Haskoning (engineering)
Stand van zaken 2012 Anno 2011 bevond het megaproject Stationsgebied zich op een kantelpunt. De bouw aan de OV Terminal en het Stadskantoor is van start gegaan. Aan de oostzijde wordt gebouwd aan Appartementencomplex De Vredenburg en het Muziekpaleis. Het ontwerp voor verkeersplein Vredenburgknoop, de Catharijnesingel, Nieuw Hoog Catharijne en de nieuwe openbare bibliotheek aan het Smakkelaarsveld zijn definitief. Voor de ontwikkeling van de westzijde zijn ambities uitgesproken. Naast het Stationsplein West zijn het Jaarbeursplein en Westplein onderdeel van deze ontwikkeling. Het Jaarbeursplein moet een locatie voor grootschalige leisure worden. Het Westplein wordt autoluw gemaakt, waardoor de aansluiting voor fiets verkeer versterkt zal worden.
Achtergrond In 2003 is, om de verwachte toename van het aantal bezoekers te faciliteren, begonnen met een grootschalige herstructurering van het Stationsgebied. Het Stationsgebied is in het netwerk van knooppunten van essentieel belang. Dit gebied is hét centrale punt in het netwerk (de ‘hub’). Dagelijks passeren tienduizenden forensen, toeristen en recreanten het Centraal Station van Utrecht. Vanwege de centrale ligging in het land is Utrecht een populaire plaats voor zakelijke ontmoetingen. Het stationsgebied is een spil in het landelijke, regionale en stedelijke netwerk. Tegelijkertijd vormt het oude massieve complex bestaande uit Centraal Station, Hoog Catharijne, omliggende wegeninfrastructuur en spoorlijnen een fysieke barrière tussen de Oost en Westkant van Utrecht.
De discussie Het masterplan voor het Stationsgebied geeft geen hard eindbeeld, maar biedt ruimte voor een stap-voor-stap ontwikkeling. Voor het ruimtelijk raamwerk is een kader gecreëerd met drie centrale begrippen: herstellen, verbinden en betekenis geven. Voor de openbare ruimte en de nieuwbouw is het begrip schaal als richtlijn toegevoegd. Twee assen, de Centrumboulevard en de Stadscorridor, moeten Oost en West in de toekomst beter met elkaar verbinden. Het versterken van de Oost-Westverbinding is ook opgenomen in het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk Bereikbaar’ om daarmee de stedelijke knooppunten Leidsche Rijn Centrum, Binnenstad en Uithof als ‘As van Kennis en Cultuur’ met sterk structurerende OV- en fietsrelaties met elkaar te verbinden. De huidige grootschalige herstructurering van het Stationsgebied zal dan ook weerslag hebben op een veel groter stedelijk weefsel. Tegelijkertijd is het Stations gebied ook een belangrijke plek om te verblijven.
Waar staan we nu? Plannen aan de centrumzijde zijn nu in uitvoering, terwijl plannen aan de westzijde nog in voorbereiding zijn. De herstructurering van het Stationsgebied is nu flink onderweg. Met het uitbreiden van het voorzieningenniveau en een enorme facelift van de openbare ruimte zal de verblijfskwaliteit worden vergroot. De plannen voor het Stationsgebied zijn gebaseerd op inzichten en vooruit blikken van tien jaar geleden. Inmiddels hebben ontwikkelingen plaatsgevonden die van belang zijn voor het Stationsgebied. Zo heeft de crisis geleid tot structurele veranderingen in de economie. Wat betekent de realisatie van de eerste fase van de herstructurering van het Stationsgebied. Heeft Utrecht voldoende vooruitgelopen op de maatschappelijke ontwikkelingen? Geven de plannen voldoende antwoord op de opgaven die voortkomen uit de kernwaarden van het masterplan? Of is een herziening van ambities, aspiraties en plannen voor het vervolg nodig? Tijdens het stadsgesprek Stationsgebied van Aorta presenteerden verschillende sprekers hoe de relatie is tussen de kernwaarden uit het masterplan, de inrichting van de openbare ruimte en de manier waarop gebouwen en pleinen een herkenbaar adres hebben. Op basis van de uitkomsten organiseert Aorta in 2013 een tweede stadsgesprek.
108 // Aorta #12
verknoopte stad // programma #1
Stadsgesprek Stationsgebied Locatie: Torenzaal UCK Datum: 28 november 2012 // Aantal deelnemers: 75 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht, Projectorganisatie Stationsgebied
Dagelijks passeren tienduizenden forensen, toeristen en recreanten het Centraal Station van Utrecht. Vanwege de centrale ligging in het land is Utrecht een populaire plaats voor zakelijke ontmoetingen. Om de verwachte toename van het aantal bezoekers te faciliteren, is in 2003 begonnen met een grootschalige herstructurering van het Stationsgebied. In het stadsgesprek Stationsgebied kijken we naar de realisatie van de eerste fase van de herstructurering. Heeft Utrecht voldoende vooruitgelopen op de maatschappelijke ontwikkelingen? Of is een herziening van ambities, aspiraties en plannen voor het vervolg nodig? Wat betekent dat voor de kernwaarden en de toekomstige ontwikkelingen? Een avond waarop verschillende sprekers toelichten hoe de relatie is tussen de kernwaarden uit het masterplan, de inrichting van de openbare ruimte en de manier waarop gebouwen en pleinen een herkenbaar adres hebben en de bezoekers in gesprek konden. Begin 2013 organiseert Aorta een tweede avond waarin vraagstukken die in dit deel van de avond aan bod komen, verder kunnen worden uitgediept.
Aorta #12 // 109
Webcam ontwikkelingen Stationsgebied // Foto Projectorganisatie Stationsgebied (POS)
Aorta kijkt terug op de realisatie van de eerste fase van de herstructurering van het stationsgebied.
110 // Aorta #12
Stadsgesprek Stationsgebied Utrecht
Razend complexe gebieds ontwikkeling ontrafeld Auteur // Anne Luijten // Studio-RO, hoofdredacteur Gebiedsontwikkeling.nu van TU Delft Na jarenlang het lijdend voorwerp van, soms verhitte,
Barrières slechten
discussie te zijn geweest, is het Stationsgebied Utrecht
Kwaliteit verdient verdieping, aldus wethouder Victor
inmiddels al weer bijna een decennium in uitvoering.
Everhardt in zijn openingswoord. De opgaven voor de
De grootscheepse herstructurering van het Stations
stad liegen er dan ook niet om: met de verbetering van
gebied moet de capaciteit van het station vergroten, het
het stationsgebied moet vooral ook de mentale bar-
voorzieningenniveau uitbreiden en de verblijfskwaliteit
rière tussen de centrumkant en de westkant worden
van de openbare ruimte aanzienlijk verbeteren. Het
geslecht. Er staat voor de stad veel op het spel, en de
masterplan uit 2003 geeft geen eindbeeld, maar biedt
gemeente investeert dan ook fors in kwaliteit. Maar veel
ruimte voor stap-voor-stap ontwikkeling. Drie begrippen
hangt ook af van de samenwerking met private partijen
staan daarbij centraal: herstellen, verbinden en beteke-
die kunnen en willen investeren in het stationsgebied.
nis geven. Aan de centrumzijde zijn sommige gebouwen
Zeker in zulke langlopende trajecten is het de grote
al in een vergevorderd stadium en zelfs opgeleverd, aan
kunst om vast te houden aan kwaliteit, aldus gespreks-
de westzijde wordt druk gewerkt aan het Stadskantoor
leider Henk Bouwman. In 2002 is een nieuw proces in-
en het Jaarbeursplein. Inmiddels heeft de crisis hard
gestoken waarbij de waarde voor de stad voorop stond.
huisgehouden en is de vraag of de uitgangspunten van
De vraag die vanavond voorligt is of dat waardekader
10 jaar geleden nog valide en haalbaar zijn. In hoeverre
nog relevant is en of de juiste procesinsteek is gekozen.
sporen de ambities van toen nog met de realiteit van
Kan het anders, kan het beter?
vandaag? Voor Aorta aanleiding genoeg om een Stadsgesprek te organiseren en de plannen, aspiraties en
Hoofd Stedenbouw Anco Schut schetst dat kader aan de
procesvoering onder de loep te nemen.
hand van een agenda met zes opgaven voor de stad. Het Masterplan Stationsgebied Utrecht uit 2003 is gericht op
Opvallend aan de goed bezochte avond was de eye-
grote investeringen van zowel overheid als bedrijfsleven in
opener die de reeks van presentaties van architecten
de vernieuwing van het gebied tussen Vredenburg en Mer-
van de deelprojecten voor velen vormde. Het was ver-
wedekanaal. Het stationsgebied maakt deel uit van het
helderend om te zien hoe de verschillende projecten in
rijksprogramma Nieuwe Sleutelprojecten voor de HSL-
samenhang tot elkaar en in relatie tot het gebied en de
stations. De herstructurering moet de groei van de stad
stad als geheel zijn ontworpen. Een razend gecompli-
en de groei van het aantal reizigers faciliteren. Met als
ceerd stukje binnenstedelijke gebiedsontwikkeling rond-
uitgangspunt de drie kernbegrippen herstellen, verbinden
om het drukste station van Nederland kwam zo in zijn
en betekenis geven gaat het om de volgende opgaven:
geheel in vogelvlucht voorbij. Een blik op de toekomst.
• De breuken herstellen in het stedelijk weefsel
In de discussie die volgde kwam een aantal thema’s terug, en stond met name de procesvraag centraal. Hoe is de bewaking van de kwaliteit geregeld en is dit voldoende? Is er genoeg ruimte voor bijstelling en welke rol speelt het begrip tijdelijkheid met dergelijke lange uitvoeringstermijnen? En wat is de rol van bewoners in het proces en bij de kwaliteitsborging? Wordt alles overgelaten aan de professionals? Vooral het initiatief van
(Catharijnebaan, Stationsplein, Westplein) • De superstructuur van de ‘bovenstad’ ontleden tot herkenbare bouwblokken met een adres in de stad • Het maken van prettige verbindende routes tussen het centrum en de omringende stad • De beneden- en bovenstad als één geheel onderdeel laten uitmaken van het stedelijk netwerk • De openbare ruimte wordt weer de plek waar alle
bewoners en ondernemers wordt node gemist. Zijn de
functies hun adres hebben en waar de levendigheid
plaatjes misschien te mooi?
van de stad zich concentreert • De verschraalde delen van de stad krijgen weer betekenis als levendig onderdeel van de stad
Aorta #12 // 111
Stationsgebied in 1927 // Ansicht
Het stationsgebied is een heel eind op weg maar heeft tegelijkertijd nog een lange tijd te gaan voordat alle ambities zijn verwezenlijkt. Verlangen naar heel-zijn
organiseren, en anderzijds een robuuste vormgeving in
Hoofd Ontwerp Openbare Ruimte van de gemeente
materialisering en detaillering.’
Frank van der Zanden vertaalt de drie kernbegrippen in ‘verbindingen herstellen en ruimte betekenis geven’.
Patrick Franssen van HH Architecten werkt aan het
Achter de ambities uit het masterplan gaat het verlangen
nieuwe Muziekpaleis en vertelt over de stedelijke
schuil om van het Stationsgebied weer ‘één heel gebied’
kernwaarden die bepalend waren voor de gemaakte
te maken, zegt hij. Een hecht weefsel van openbare
ontwerpkeuzes. Het Muziekpaleis krijgt een adres aan
ruimtes, gebouwen en binnenstedelijke functies. Met
de Catharijnesingel en wordt door de openbare doorgan-
name het herstellen van routes is daarbij een belang-
gen, de oriëntatie van het gebouw en de aanhechting op
rijke opgave. De barrières zijn legio, van de spoorbundel
de openbare ruimte een onlosmakelijk onderdeel van
(1300 meter zonder oversteek) tot de verkeersader die
het stedelijk weefsel. Het gebouw is een icoon, zeker,
de Catharijnebaan is geworden. Doordat in het Stations
maar bovenal is het zelf een verticale stad én als object
gebied de hoogteverschillen ook een belangrijke rol
een gebouw dat stevig is verankerd in de stad. ‘Binnen-
spelen, is de wens om tot een hecht systeem van routes,
stebuiten keren was van het begin af aan het thema.’
functies, entrees en gebouwen te komen een driedimensionale opgave. Er moet een betere verknoping komen
Wouter Zaaijer van OeverZaaijer Architecten is verant-
tussen het maaiveldniveau en het verhoogde niveau.
woordelijk voor het ontwerp van Nieuw Hoog Catharijne
De RaboBrug gaat binnenkort de langzaamverkeers-
in opdracht van eigenaar Corio. Een belangrijke opgave
verbindingen optimaliseren. De interactie tussen (acti-
daarbij was het verbinden van oud en nieuw, door
viteiten in) de openbare ruimte en de gebouwen wordt
architectuur, stedenbouw en programma. ‘De oude
voor een groot deel bepaald door de gebouwentrees en
stadsstructuur loopt door in Nieuw HC.’ Door het winkel-
de programmering van de onderstaande bouwlagen en
gebied heen zijn nieuwe routes gemaakt die zijn opgevat
publieke ruimte. In het masterplan wordt deze opgave
als (binnen)straten en de verschillende hoogteniveaus
op verschillende schaalniveaus (S, M, X, XL) geadres-
bemiddelen tussen de hoogbouw en de binnenstad. Het
seerd. Om de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte
verhoogde maaiveld wordt gekoppeld aan het maaiveld
te versterken wordt de publieke ruimte onderverdeeld
van de stad. Een bijzondere openbare ruime wordt de
in verblijf, transfer en verkeer, waarbij de snelverkeer-
Stadskamer die straks pal boven de Catharijnesingel ligt.
routes zoveel mogelijk worden beperkt.
Met glazen delen wordt contact gemaakt met de singel beneden. In de Stadskamer is naast winkelen ruimte voor
Deze agenda en een verdere stedenbouwkundige uitwer-
entertainment en evenementen. Nieuw HC moet een
king van de thema’s vormen de achtergrond waartegen
heel nieuwe winkelbeleving oproepen, maar bovenal was
de presentaties en het stadsgesprek zich afspelen. Het
de ontwerpopgave voor het nieuwe winkelcentrum ‘het
snoer van presentaties over de projecten in uitvoering is
oplossen van een knoop die onoplosbaar leek.’
vooral informatief en verhelderend en ontrafelt stukje bij
Ook het Stationsplein Oost leek zo’n onontwarbare op-
beetje de complexiteit van de gebiedsontwikkeling in het
gave van verstrikte functies. Joost Ector van Ector Hoog-
Stationsgebied.
stad architecten heeft zelden een complexere opgave gezien. ‘De fietsenstalling, de expeditie voor HC, het
Marjo de Kraker van IBU Stadsingenieurs werkt aan
busstation, de kiss & ride, echt alles komt hier samen.’
de reconstructie van de Catharijnesingel, een staaltje
Hij wilde het plein weer natuurlijk laten aanvoelen en een
verbindingen herstellen en nieuwe betekenis geven par
eind maken aan de hoogteverschillen en onveilig aanvoe-
excellence. Ze laat zien hoe de verschillende singelpro-
lende routes. Kortom, een ontwerpopgave die eigenlijk
fielen er uitkomen te zien, van stenige tot groene oevers
grotendeels een organisatieopgave is. ‘We willen van het
met veel aandacht voor detaillering. ‘Betekenis geven is
stationsplein weer een plek maken die je begrijpt.’ Naast
enerzijds de juiste functie op de juiste plaats weten te
het ordenen van de verkeersstromen betekent dat ook
112 // Aorta #12
verblijfskwaliteit toevoegen aan het plein. Een van de
bepalen van de rooilijnen was daarbij onderwerp van
voorgestelde ingrepen is een grote luifel over het plein
discussie.
heen. Met het nieuwe stationsplein wordt straks eenheid
Voor de architecten is de kwaliteitsborging met het
gecreëerd door het opheffen van de ‘sfeerbreuken’ zodat
Atelier-Stedenbouw goed ingevuld, concludeert Bouw-
de stad weer als een geheel kan worden ervaren. Dat
man. Maar hoe zit dat met de burgers? Is er vertrouwen
betekent overigens niet dat de stad overal dezelfde maat
in professionals bij de bewoners? Ik ken de supervisor
en schaal moet hebben. ‘Soms gaat het ook om het
niet, zegt een bewoner, die het eigenlijk nóg schrikwek-
vieren van contrasten. Het Stationsplein is een ander
kender vindt dat ook veel projectleiders elkaar helemaal
gebied dan de historische binnenstad.’
niet blijken te kennen. ‘Hoe zit het dan met de verbinding tussen projecten? Er wordt wel veel met stenen gewerkt,
Stadsgesprek
maar niet met mensen. Ik pleit voor meer toetsing van
De openbare ruimte vormt de crux voor stedelijke kwa-
projecten.’ Het is een fundamentele vraag die voortkomt
liteit die we in het Stationsgebied willen realiseren. De
uit de aard van het masterplan, waarin is gewerkt met
openbare ruimte is het bindmiddel dat al die mooie
randvoorwaarden en basisprincipes. Is er in de uitvoe-
gebouwen met elkaar verbindt. In het begin waren die
ring nu meer behoefte aan kwaliteitscontrole? Vooral
kwaliteit heel karig benoemd in de plannen, klinkt het
ook gezien de lange termijn van uitvoering die nog zeker
uit de zaal. Er moesten vooral vierkante meters worden
tot 2030 zal duren. Met name vanuit de bewoners worden
gemaakt die de operatie haalbaar zouden maken. ‘De
zorgen geuit over het waarmaken van de ambities. Dat
kwaliteit is erin gegroeid.’ De plinten van de gebouwen is
geldt vooral ook voor de westkant, waar de uitvoering
wat betreft vormgeving en functies cruciaal voor een le-
nog maar juist gestart is. De vraag is niet alleen hoe de
vendige en aantrekkelijke openbare ruimte. Van introvert
lange termijn overbrugd kan worden ten aanzien van de
naar extravert is hier de opgave. Een punt van zorg dat
kwaliteitsambities, maar ook hoe je ondertussen kwali-
leeft in de zaal is de bewaking van de kwaliteit. Meerdere
teit geeft aan de tijdelijkheid. Van der Zanden onderkent
mensen zeggen de beide supervisoren die de kern vor-
dat de zorgen leven bij bewoners en roept ook vooral op
men van het team dat de kwaliteit bewaakt, het Atelier-
om elkaar ‘scherp te houden en te bevragen, juist als
Stedenbouw niet te kennen. ‘Ik weet niet hoe de kwaliteit
het nog zo lang gaat duren.’ Hier blijkt een belangrijke
wordt bewaakt.’ Ook vanuit de politiek is dit een zorg.
communicatie-opgave te liggen, veroorzaakt door de
Wellicht is het begrip ‘kwaliteit’ te vaag geformuleerd,
bescheiden manier van werken, van mensen die ‘stil hun
oppert gespreksleider Bouwman. Het vigerende mas-
werk doen’ in tegenstelling tot de UCP-tijden. ‘We moe-
terplan is een reactie op het UCP uit de tijd van Riek
ten natuurlijk ondertussen aan de mensen in de stad wél
Bakker, toen alles was dichtgetimmerd en het plan
laten zien wat we aan het doen zijn.’
werd ervaren als een keurslijf. De weerbarstigheid zit nu meer in de uitvoeringsfase. Joost Ector zegt juist erg
De noden van de stad
te spreken te zijn over het Atelier-Stedenbouw en de
Bert Dirrix is lid van het Atelier-Stedenbouw en zegt dat
kwaliteit van de discussie die daar wordt gevoerd met
het verhaal er binnen drie jaar ‘moet staan’. ‘Dan weten
partijen. ‘Het zijn mensen die zonder ballast en met
we: dit is het beeld, zowel voor de oost- als westkant.’
helikopterview kunnen kijken naar de ontwikkelingen.
De dialoog neemt een belangrijke plaats in binnen de
Wij hebben goede ervaringen met hun feedback.’ Daar-
manier van werken, zegt ook Dirrix. ‘Ik houd er niet van
naast is er de afstemming met de Rijksbouwmeester
om te zeggen hoe het eruit moet gaan zien. Interes-
en de spoorbouwmeester die door Ector als essentieel
santer is het aansturen om mensen te zelfde taal te
wordt ervaren. ‘Zij zijn in staat je plan te doorgronden en
laten spreken. We willen in het atelier niet een concept
op z’n merites te beoordelen.’
ergens boven plaatsen maar kijken wat het oplevert om met elkaar in gesprek te gaan.’ Die discussies worden
Communicatie-opgave
nu vooral binnenskamers gevoerd, en zouden wel meer
Als eerste plan in uitvoering heeft de planvorming rond-
in de openbaarheid mogen plaatsvinden, erkent Dirrix.
om het Muziekpaleis haar stempel gedrukt op het mas-
Meer communicatie met bewoners dus om helderheid
terplan. De discussie ging daarbij niet over een mooi of
te brengen in alle complexiteit.
lelijk gebouw, maar over haar betekenis in de stad door de aansluiting op de openbare ruimte. ‘Omdat het mas-
Communicatie is één ding en is meestal eenrichtings-
terplan zo vaag was is het gebouw en de ontmoeting
verkeer richting de burger, maar laten we niet sowieso
met de openbare ruimte al debatterend, in een dialoog
te veel over aan professionals? Waar is de stem van de
tot stand gekomen in het atelier Stedenbouw.’ Zelfs het
bewoner bij invulling van de plannen en het borgen van
Aorta #12 // 113
Bouw stadskantoor // Foto Gerrit Serné
kwaliteit? Juist bij zo’n bescheiden plan waarvan niet
het Utrechtse Stationsgebied is ook of er wel menselijke
duidelijk is hoe een en ander er uiteindelijk uit gaat zien
maat in zit.’ Maar ook in de tijd zou er ruimte moeten
is dat relevant. Professionals moeten zich vooral niet
zijn voor veranderend gebruik en veranderende functies.
betuttelend opstellen, dat is een houding die niet meer
Voor architect Wouter Zaaijer is het nieuwe plan voor HC
past bij deze tijd. Zij zouden integendeel bewoners juist
vele malen elastischer dan het oude HC en is het in die
meer moeten betrekken, in de zin van het leren kennen
zin echt een plan met toekomstwaarde. ‘Een veelheid
van de noden van de stad. ‘En dan niet met weer zo’n
aan functies kan steeds ruimte krijgen in de duurzame
marktonderzoek, nee probeer er achter te komen: wat
structuur van het winkelcentrum. Dat is één van de
vragen mensen? Neem die signalen mee in het ontwerp.
grootste verbeteringen van dit plan ten aanzien van de
Laat je beïnvloeden!’
toekomst van de stad.’
Mensen laten meedoen
Uit het gesprek kwamen zo de nodige punten naar voren
Franssen zegt helemaal niet ‘de grote architect’ te willen
die in een volgende discussie verder zouden moeten
uithangen, maar wil regisseren wat straks allemaal kan
worden uitgediept. Daarvan zijn kwaliteitsbewaking en
gebeuren in het Muziekpaleis. Daarvoor heeft hij ook de
de mate van flexibiliteit in de procesvoering de belang-
meisjes in Tivoli opgezocht die bang waren dat er voor
rijkste. Maar ook de mate van flexibiliteit van gebouwen
hen geen plek meer was in het ‘te chique’ gebouw. ‘We
in de functionele invulling is nog een punt van discussie.
proberen als architect juist niet te veel vast te leggen.
Het derde belangrijke aandachtspunt heeft alles te
We willen dat mensen gaan meedoen.’ Dat roept een
maken met communicatie en betrokkenheid: het betrek-
heikel punt op, want waar zijn eigenlijk de ondernemers
ken van mensen in de plannen en het faciliteren van
die opstaan en iets willen in het gebied? ‘Is er alleen
initiatieven.
ruimte voor de Corio’s of kunnen mensen ook nog initi-
Goede voorbeelden die hierbij tot inspiratie kunnen
atieven nemen in het gebied?’ Naast ontwerpen zouden
dienen zijn het initiatief van Guus Haest om de Leidsche
architecten mensen kunnen verleiden, mensen uitdagen
Rijn bevaarbaar te maken en het initiatief van Corio om
om wat te gaan doen in het gebied. Dat vraagt echter
tijdelijk gebruik door derden in HC mogelijk te maken in
ook wat van de gemeente, die moet meedenken en vol-
het Mirliton theater.
houden zodat ook dingen die op het eerste gezicht niet
Het Stationsgebied is een heel eind op weg maar heeft
haalbaar leken, mogelijk worden. ‘Er moet iets ontstaan
tegelijkertijd nog een lange tijd te gaan voordat alle
tussen stad en ondernemer die iets wil.’
ambities zijn verwezenlijkt. Met als leidraad de kern-
Als je mensen wilt betrekken betekent dat ruimte maken
thema’s van herstellen, verbinden en betekenis geven
voor initiatief en mensen echt deelgenoot te maken van
wordt invulling gegeven aan de afzonderlijke projecten,
wat er in het gebied gebeurt. Die ruimte moet komen van
die samen deel uit maken van een van de meest com-
zowel gemeente als private partijen. Gelukkig gebeurt er
plexe binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen van ons
al het een en ander in tijdelijke, informele invullingen,
land. Hoe er vorm wordt gegeven aan de ontwikkeling en
zoals de inrichting van een skihut in een leegstaand deel
uitvoering is in deze tijd niet meer iets van bestuurders
van HC. De Stadskamer moet een overdekt binnenstads-
en professionals alleen. Juist in het hier gekozen proces
plein worden waar informeel gebruik mogelijk is. Maar
van stap-voor-stap-ontwikkeling zou een constante en
de ‘mooie plaatjes’ schrikken mensen wellicht af om zelf
vanzelfsprekende betrokkenheid van de stadsbewoners
aan te kloppen met een initiatief. Mensen vragen zich
moeten zijn gewaarborgd in het proces. Een dialoog
wellicht zelfs af of hier ruimte is voor zoiets simpels als
met alle betrokkenen zou ongetwijfeld de kwaliteit van
het laten spelen van kinderen.
de projecten ten goede komen. Hiervoor is echter meer
Wederzijdse betrokkenheid Een andere zorg is de maat en schaal van de plannen. Is er wel ruimte voor kleinschaligheid? Dit is juist één van de meest urgente opgaven van de nieuwe tijd. Is er ruimte om de plannen op een kleinschalige manier in te vullen? Daarmee kan ruimte worden geboden aan diversiteit, een belangrijke kwaliteit van de binnenstad. Een angstwekkend voorbeeld dat wordt genoemd is het nieuwe Stadshart van Almere, dat niet door de stad wordt omarmd en kampt met leegstand. ‘De vraag voor
nodig dan een communicatie-offensief richting de stad. Het betrekken van burgers en bewoners vraagt om te beginnen oprechte betrokkenheid bij makers en professionals. Kwaliteitsborging die in een werkatelier plaats vindt is zeker essentieel in het voeden en bijsturen van ontwerpers, maar er zou ook verder moeten worden gekeken naar andere vormen van kwaliteitsborging waarbij niet-professionals zijn betrokken. De eye-opener die deze avond was voor velen is wat dat betreft een signaal én hopelijk een eerste stap op weg naar wederzijdse betrokkenheid.
114 // Aorta #12
Aorta #12 // 115
Een podium voor het gesprek tussen gebruikers van de stad en omgeving, de architectuur足 liefhebbers, architecten, steden足 bouwkundigen, landschaps足 architecten, ontwikkelaars, beleidsmakers en kunstenaars
116 // Aorta #12
Aorta #12 // 117
Transitions // Foto Theo Baart
118 // Aorta #12 // Het debat in de stad
KRIMP // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
De discussie
Het is niet langer zo dat Utrecht zijn ogen moet sluiten
Voor regio Utrecht zijn twee typen krimp mogelijk reëel:
voor krimp. Wat immers als naastgelegen, meer lande
binnenstedelijke krimp, zoals bijvoorbeeld het geval is in
lijke, gemeentes met bevolkingsdaling te maken krijgen?
een aantal zuidelijke wijken in Rotterdam, en regionale
Met dit debat wilde Aorta de discussie openen om na te
krimp, waarbij de kleinere kernen rondom een grotere
denken over de betekenis van krimp in de regio.
centrumstad te maken krijgen met bevolkingsdaling.
Wat betekent bevolkingsdaling voor de regio Utrecht en
In het debat gingen we op zoek naar de Utrechtse krimp-
welke rol speelt de stad hierin?
opgave en welke urgentie hier mogelijk mee gepaard gaat. Als Utrecht te maken krijgt met krimp,
Achtergrond
wat betekent dit dan? Wat zijn de kansen en waar liggen
Bevolkingsprognoses zijn kansberekening. En hoe
de valkuilen? Wat zijn de scenario’s?
langer er vooruit gekeken wordt, hoe onzekerder de voorspellingen worden. Maar ondanks het feit dat de
Waar staan we nu?
demografische prognoses ‘slechts’ voorspellingen zijn,
Krimp in de stad Utrecht is een onwaarschijnlijk toe
is er wel een trend te ontdekken. De gehele bevolking
komstscenario. Maar desondanks kan bevolkingsdaling
van Nederland zal tot 2040 nog toenemen en daarna zal
wel een uitwerking hebben op de stad. Dit komt naar
er een stagnatie optreden in de groei. Maar dat wil niet
voren in de prognose van het CBS en daaraan gekoppelde
zeggen dat er tot 2040 niets verandert in Nederland.
scenario’s. De prognose van het CBS toont tot 2025 het
Het blijkt dat er tot die tijd al sterke regionale verschillen
optreden van demografische krimp in de perifere delen
zullen optreden, waarbij in een groot aantal regio’s hele
van Nederland, een harde groei in de Nederlandse
maal geen sprake is van groei, maar van krimp.
centrumsteden en een matige groei in de stadsregio’s.
Op dit moment zijn er drie gebieden in Nederland die al
Gemeentes die direct naast groeiende steden liggen
met demografische krimp te maken hebben: Zeeuws-
‘profiteren’ van deze groei. De betekenis van deze be
Vlaanderen, Zuid-Limburg en Noordoost-Groningen.
volkingsprognose voor de woningbouw heeft het CBS
Grofweg krijgt ruim een derde deel van Nederland te
uitgewerkt in twee scenario’s. Het ‘concentratiemodel’
maken met demografische krimp. Krimp zal niet alleen
waarbij 80% van de woningbouwopgave een plek krijgt in
voorkomen in de periferie en op het platteland, maar zal
een binnenstedelijke context. Dit heeft als gevolg dat de
ook optreden in (wijken van) steden, in suburbane ge
grote stedelijke kernen hard blijven groeien, maar dat er
meenten en wellicht zelfs in voormalige groeikernen.
in grote delen van de rest van Nederland krimp optreedt. De contrasten tussen stad en platteland verscherpen
Het fenomeen krimp kent vele effecten die raken aan
hierdoor. In het tweede scenario, het ‘deconcentratie
uiteenlopende terreinen: leegstand van woningen en
model’, vindt de woningbouwopgave gespreid plaats.
gebouwen, minder draagvlak voor voorzieningen, een verslechterde leefbaarheid door verpaupering, een grotere en andere behoefte aan zorg, minder banen, minder draagvlak voor openbaar vervoer en een stagne rende werking van (op groei gebaseerde) financierings constructies voor ruimtelijke opgaven. Daarnaast heeft krimp effect op verschillende schaalniveaus (gemeente lijk, regionaal, provinciaal).
Aorta #12 // 119
Nieuwe manieren van kijken aanwenden om te kunnen omgaan met de gevolgen van stedelijke veranderingen
Transitions Locatie: CBKU // Architectuurcentrum Aorta
Het programma was opgebouwd uit een drietal kern
Datum: 23 mei 2012 // Aantal deelnemers: 80
sessies: 1. Een historisch perspectief: Rochester Still
Samenwerkingspartners: Fotodok, CBKU, HKU
City: dromen van een nieuw stad // 2. Kleinschalige transitie: engagement, positionering en visie // 3. Kansen
Transitions was een samenwerking van Aorta met FOTO
voor Krimp in Nederland
DOK en het CBKU over stedelijke gebieden in (gedwon gen) transitie, nieuwe toekomstscenario’s én het belang
Met een bijdrage van: De OIifantenkooi YD2M van
van fotografen, kunstenaars en ontwerpers hierin. In
Architectuur Lokaal, waaronder Gepke Heun (HNS Land
Transitions werd gekeken naar stedelijke gebieden in
schapsarchitecten), Evelyn Galsdorf (030 architecten),
transitie, die bezig zijn met een herdefiniëring van hun
Jasper Stam (Lingotto ontwikkeling) en Xander Winds
bestaan(smiddelen). Een herdefiniëring die vaak wordt
ant Vermeulen (XWV architectuur) // Still City Christi
afgedwongen door (slechte) economische en demogra
aan Fruneaux (Monnik) // ontwerperscollectief Pink
fische ontwikkelingen, in combinatie met onmachtige
Pony Express // Tate Shaw, directeur VSW, Rochester
politieke antwoorden op dit soort situaties. Het is in
en partner in Transitions // fotograaf Theo Baart, Pink
deze tijd belangrijk om te dromen én nieuwe manieren
Pony Express // architect en theoreticus Edwin Gard
van kijken aan te wenden om te kunnen omgaan met de
ner // Hans Jungerius ontdekkingsreiziger, pionier en
gevolgen van stedelijke veranderingen, zoals stilstand,
cultureel ontwikkelaars, Arnhem // kunstenaar Elaine
krimp, leegstand, vergrijzing, hoge werkeloosheid,
Vis voor Sophies Kuntsprojecten, Utrecht // Expodium,
vergrote tegenstellingen tussen rijk en arm etc.
Utrecht, onderzoekt en adviseert over de rol van kunst in stedelijke transitiegebieden // Sjoerd Cusveller, program
Fictief, kleinschalig, historisch, beeldend, door middel
maleider Cultuur&Ruimte van de Provincie Overijssel
van verschillende perspectieven en scenario’s werd
// Hans Venhuizen, van Bureau Venhuizen // professor
gesproken met stedelijke planners, architecten, ontwer
Oedzge Atzema, hoogleraar Economische Geografie aan
pers, fotografen (e.a.) over stedelijke transitie. Welke
de Universiteit Utrecht // Hans Lars Boetes, programma
kansen zien zij en hoe buig je die om naar een werkbare
manager gebiedsontwikkeling bij Dienst Landelijk Gebied
situatie? Hoe doen we dat in Nederland en in Amerika?
// Rodi van der Horst, architect bij INBO
Waarom is krimp interessant? Wie zijn de ‘achterblijvers’ en wat zeg dat over de stedelijke gemeenschap? Welke
Gespreksleiding: Indira van ’t Klooster (Architectuur
rol speelt verbeelding bij het ontwikkelen van nieuwe
Lokaal) // Beschouwing : Jurgen Hoogendoorn, adviseur
stedelijke scenario’s? Welke positie neem je in als
van de stad Amsterdam op het gebied van stedelijke
kunstenaar, als beschouwer? Ben je als ontwerper,
ontwikkeling. Hoogendoorn is o.a. grondlegger van het
politicus of beleidsmaker ondernemend, beschouwend,
broedplaatsenbeleid.
of beide? Welke transitie zijn geïdentificeerd? Waar moet het naar toe?
120 // Aorta #12
WELSTAND // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012
om over kleinere aanvragen te adviseren, zodat
Op verzoek van de Utrechtse politiek en de Commissie
het collectief belang versus private belangen
Welstand en Monumenten werd in 2012 de inrichting van
goed wordt afgewogen? Of kan de stad zonder
het Utrechtse welstandstoezicht onderzocht.
welstandsnota met haar criteria? Draagt het werk van de commissie bij aan hoe de stad haar
Achtergrond
ruimtelijke kwaliteit wil borgen?
In de organisatie van het welstandstoezicht (anno 2012) worden adviezen gegeven over de kwaliteit van de
Waar staan we nu?
gebouwde omgeving in Utrecht. Deze rol wordt in de
Op basis van een enquête en ronde tafel
praktijk verricht door de Commissie Welstand en Monu
gesprekken, georganiseerd door de gemeente
menten, ondersteund door het ambtelijk secretariaat,
Utrecht, zijn er vijf scenario’s opgesteld over de
Bureau Commissie Welstand en Monumenten.
mogelijke werkwijze in het borgen van ruimte lijke kwaliteit. In mei 2012 vond het stadsdebat
De Commissie Welstand en Monumenten is een onaf
plaats. Een visie op de inrichting van de toekomst
hankelijke commissie die burgemeester en wethouders
is anno december 2012 nog niet gegeven.
adviseert over aanvragen omgevingsvergunning. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bekijkt deze commissie het uiterlijk, inclusief plaatsing in zijn om geving, en de zichtbare kwaliteit van het bouwwerk op basis van de in de welstandsnota ‘De schoonheid van Utrecht’ geformuleerde criteria. Bij een monumenten aanvraag worden de monumentale aspecten bekeken, zowel interieur als exterieur. De discussie Regelmatig komt de vraag op, of de werkwijze van de commissie voldoende aansluit bij de huidige wensen van de stad en haar inwoners. Moet de commissie bij voorbeeld over alle aanvragen een advies uitbrengen of kunnen bepaalde gebieden of type bouwwerken als welstandsvrij worden aangewezen? Is een commissie als adviesorgaan gewenst bij alleen grootschalige en/ of beeldbepalende ontwikkelingen? Of juist ook van wege haar onafhankelijkheid het aangewezen orgaan
Welstand onder de loep
Aorta #12 // 121
Welk scenario moet de toekomst van de inrichting van het wel standsbestel gaan vormgeven?
Welstandstoezicht in de toekomst Locatie: Architectuurcentrum Aorta | Toren-
Scenario D: Vernieuwen
zaal UCK // Datum: 15 mei 2012 | Aantal deelne-
Essentie is een nieuwe vorm van kwaliteitszorg voor de
mers: 55 // Samenwerkingspartners: Gemeente
gebouwde omgeving in de stad. Een stads- en wijkbouw
Utrecht, Commissie Welstand en Monumenten
meester gaan meer in dialoog met de aanvragers, weliswaar gesteund door participatief opgestelde
Tijdens het debat werd publiek geïnformeerd over de
criteria, en leveren meer maatwerk. De kwaliteitsborging
vijf scenario’s én uitgedaagd om mee te discussiëren.
wordt meer coachend ingezet dan toetsend.
Favoriete scenario’s zijn gekozen onder leiding van een teamleider.
Scenario E: Afschaffen De essentie van dit scenario is dat de Welstandstoets
Deze vijf scenario’s zijn:
wordt afgeschaft in een vertrouwen in de kwaliteitszorg
Scenario A: Objectiveren
door de burgers zelf. Wettelijke verplichtingen, zoals
De essentie van dit scenario is dat er zoveel mogelijk
advisering door de Monumentencommissie, blijft. Als
wordt gestreefd naar objectivering van de Welstands
de gemeente kwaliteiten wil borgen op bepaalde plekken
criteria door deze in bestemmingsplannen vast te leggen
– bijvoorbeeld zichtlocaties - dan regelen via het bestem
en ambtelijk te toetsen binnen de WABO-procedures.
mingsplan.
Scenario B: Actualiseren
Welk scenario moet de toekomst van de
De essentie is dat het Welstandstoezicht zoals het nu is
inrichting van het welstandsbestel gaan
georganiseerd eigenlijk prima functioneert. Wel kunnen
vormgeven?
een aantal verbeteringsslagen worden doorgevoerd, bij
De uitkomsten van de toekomstverkenning aan de hand
voorbeeld in de communicatie.
van de gesprekken, het publieksdebat en de enquête zijn richtinggevend voor het College over het in te die
Scenario C: Prioriteren
nen raadsvoorstel voor de inrichting van, en de wijze
De essentie van dit scenario is het realiseren van een
waarop, de borging van de ruimtelijke kwaliteit voor de
kwaliteitsborgingssysteem waarbij verschillende instru
stad Utrecht in de toekomst zal worden vormgegeven.
menten, waaronder de Welstandstoets worden ingezet.
Een beslissing is hier anno december 2012 nog niet over
Bijvoorbeeld via de lijnen van verschillende bouwwerken,
genomen.
verschillende gebieden (bv. transitiegebieden en beheer gebieden) worden bestaande instrumenten voor kwali
Informatieboekje scenario’s: http://www.welstand
teitsborging (zoals supervisie, ambtelijke toetsing, inzet
utrecht.nl/downloads/4!3843/informatieboekje.pdf
Welstandscommissie) specifieker vormgegeven en meer gefocust ingezet.
122 // Aorta #12
Aorta #12 // 123
Bron kaart: OKRA landschapsarchitecten
De Utrechtse regionale puzzelkaart!
124 // Aorta #12
PROGRAMMEER DE PROVINCIE // HET DEBAT IN DE REGIO
Achtergrond
De discussie
Naast de stad Utrecht, bedient Aorta ook steeds meer
De discussie rondom stadsranden richtte zich op het
de regio. Met specifiek programma , zoals workshops,
duiden van het fenomeen stadsranden, het benoemen
praktijktoetsen en beleidsnota ’s, draagt Aorta bij aan
van ruimtelijke en programmatische kwaliteiten en
de verschillende ruimtelijke opgaven die zich in de regio
hoe deze in te zetten in de werkpraktijk van gebieds
voordoen. Hierbij speelt Aorta steeds vaker een rol aan
ontwikkeling.
het begin van planprocessen. Het project Urban Trajectories is gestart met een etno Stand van zaken 2012
grafische studie. De studie toonde aan dat onderzoek
In 2011 onderzocht Aorta de werkpraktijk van steden
naar fietsbeleving veel meer kan betekenen omdat de
bouwkundigen in gemeentelijke dienst in de provincie.
uitkomsten laten zien dat fietsen goed valt te integreren
In gesprekken met deze stedenbouwkundigen rees de
met programmatische ontwikkeling langs de route.
vraag hoe er zorgvuldig kan worden geprogrammeerd,
De fietser vertegenwoordigt ook een economische
niet naast elkaar, maar met elkaar. En interdisciplinair.
waarde. En soms verhogen kleine ruimtelijke ingrepen
Deze vraag vormde de opmaat voor een regionaal en
de gebruikerswaarde van de route.
interdisciplinair programma in 2012 over het belang van stadsranden.
Waar staan we nu? Eind 2012 resulteerde het debat in de regio in een hand
Het onderzoekstraject Urban Trajectories richtte zich
reiking beschreven om gemeentes, provincie en andere
op de beleving van de fietser op een dagelijkse route.
handelende partijen bewust te maken van de relevante
Dit project is een samenwerking met de Universiteit
stappen voor een betekenisvolle en waardevolle stads
Utrecht, Vrede van Utrecht en Casco. Aorta wilde weten
randzone ontwikkeling.
of de planningspraktijk voor mobiliteitsvraagstukken voldoet aan de beleving van de gebruikers.
Het onderzoek ‘Urban Trajectories’ bestaande uit een verzameling van beelden en verhalen en dient als onder legger om een strategie te formuleren voor de beleidsen ontwerppraktijk van architecten, stedebouwkundigen, verkeerskundigen en ruimtelijk ontwerpers. De resul taten van de studie zijn ingezet voor twee opgaven: de fietsroute Utrecht- Nieuwegein en de nieuwe fietsroute tussen Leidsche Rijn en de binnenstad Utrecht.
Aorta #12 // 125
Stadsranden // Foto Provincie Utrecht
126 // Aorta #12
STADSRANDEN // HET DEBAT IN DE REGIO De Stadsrand; veel meer dan rafelrand,
Hét gebied waar de behoefte is aan een gezamenlijke
restruimte of rommelzone //
visie op ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit, zijn de
Publicatie: november 2012 | Samenwerkings-
stadsranden. Het vormgeven van de stadsrand is per
partners: Provincie Utrecht
definitie ook vormgeven aan meerdere schaalniveaus. Architectuurcentrum Aorta heeft samen met een aantal stedenbouwkundigen uit de provincie dit project be
Aanleiding voor de digitale publicatie over stadsranden
dacht. Aorta vond het belangrijk om vanuit de dagelijkse
was een onderzoek naar de werkpraktijk van steden
werkpraktijk het vraagstuk te onderzoeken. De provincie
bouwkundigen in gemeentelijke dienst in deze provincie.
Utrecht sloot zich ook aan vanuit het belang wat zij in de
In gesprekken met deze stedenbouwkundigen rees de
nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie hecht aan
vraag hoe de gemeentelijke structuurvisies in de pro
stadsranden, door de provincie benoemd als kernrand
vincie aan elkaar grenzen, en wat de gemeenten zeg
zones. De provincie wil met deze bredere term aangeven
gen over gebieden die direct aan elkaar grenzen. Dit is
dat de opgave ook voor kleine kernen en dorpen van
uitgewerkt in een beeld (de Utrechtse puzzelkaart). Deze
belang is.
toont dat iedere gemeente voor zich een visie voor haar gebied heeft. Er is geen gemeenschappelijk visie op
Om de noties te toetsen aan de werkpraktijk heeft Aorta
gebieden die aan elkaar grenzen.
een serie bijeenkomsten georganiseerd. Een belang rijke uitkomst uit alle bijeenkomsten was het besef dat
Dit sluit aan bij de constatering in het onderzoek van
gebiedsontwikkelingen in stadsrandzones per definitie
Aorta dat de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit vaak
complex zijn en verschillende schaalniveaus’s raken. Alle
beperkt blijft tot de eigen gemeente. Dat is op zich niet
uitkomsten zijn verwerkt in een webpublicatie en een
erg als het de opgaven in de eigen gemeente betreft. De
handreiking.
praktijk wijst echter uit dat veel ruimtelijke vraagstukken ook buurgemeenten aangaan, en/of het regionale, en/of provinciale schaalniveau. De stedenbouwkundigen spraken bijvoorbeeld hun zorg uit over de verrommeling van ondermeer bedrijventerreinen terwijl er juist een toenemende aandacht is voor het versterken van de intrinsieke kwaliteiten van regio’s. Dit laatste impliceert dat er zorgvuldig wordt geprogrammeerd, niet naast elkaar, maar met elkaar. De toegenomen mobiliteit van burgers, want we wonen immers vaak niet waar we werken, en de behoefte aan recreatie van stedelingen in het buitengebied, zorgt ook voor gemeentegrens over stijgende vraagstukken. Typische vraagstukken die ook binnen het domein van de stedenbouw aan de orde komen. Er is dus een maatschappelijke urgentie. Dit vraagt om een gezamenlijke aanpak tussen gemeente, provincie, eigenaren, kortom alle handelende partijen.
Aorta #12 // 127
Een belangrijke uitkomst uit alle bijeenkomsten was het besef dat gebiedsontwikkelingen in stadsrandzones per definitie complex zijn.
Handreiking voor goed co-opdrachtgever-
PAS INSTRUMENTEN AAN WAAR NODIG
schap voor provincie en gemeenten
>> PAS HET INSTRUMENTARIUM AAN OPGAVE AAN
De wisselende schaalniveaus en het (gemeente)grens
>> DE RODE CONTOUR IS NIET HEILIG
overschrijdende karakter van de stadsrandzone vraagt
>> DE PROVINCIE DURFT
om een gemeenteoverstijgende en coherente aanpak. Daarom moet er gewerkt worden aan integrale, ge
AAN DE SLAG!
biedsgerichte stadsrandstrategieën. Om een relevante
>> DURF TE KIEZEN
opdracht te formuleren is een zorgvuldige analyse op
>> STEL SAMEN DE OPGAVE VAST
ruimtelijke, programmatisch en functioneel niveau nodig.
>> WERK AAN ROBUUST LANDSCHAPPELIJK
Op basis van de uitkomsten van de drie werkgroepen is
RAAMWERK
een handreiking opgesteld. lees het volledige programma in http://www.aorta.nu/ BEPAAL HET GEBEIDSDNA >> ZET ONTWERPEND ONDERZOEK IN >> ERKEN DE SCHAALNIVEAU’S >> STEL SAMEN WAARDEN VAST >> MAAK EEN VISIE GERICHT OP LOKALE IDENTITEIT BRENG DE VRAAG IN BEELD >> ZOEK ELKAAR OP TIJD OP EN MAAK VOORAAN IN HET PROCES // DUIDELIJKE AFSPRAKEN >> SPREEK VERWACHTINGEN UIT OVER ELKAARS ROL >> GEBRUIK ELKAARS KENNIS >> VOER EEN GEDEGEN ACTORENANALYSE UIT >> MAAK EEN MARKTANALYSE >> STEL EEN BREDE PROJECTGROEP SAMEN >> MAAK AFSPRAKEN OVER MEDE-OPDRACHT GEVERSCHAP
publicaties/programmeer-de-provincie/
128 // Aorta #12
URBAN TRAJECTORIES // HET DEBAT IN DE REGIO Route van huisdeur tot bestemming // Publicatie: oktober 2012 | Samenwerkingspartners: Vrede van Utrecht, Casco
Urban Trajectories is een etnografische studie naar fietsroutes tussen Leidsche Rijn en de binnenstad van huisdeur tot bestemming(en) en weer terug. Stadsgeo graaf Jan van Duppen vergezelde 15 Leidsche Rijners op hun woon-werk-route. Op basis van de gesprekken die hij tijdens de route voerde heeft hij de beleving van de dagelijkse fietsroutes tussen de nieuwbouwwijk en de binnenstad in kaart gebracht. Hij analyseerde het gebruik van voorzieningen en de openbare ruimte onder weg, het gebruik van informele routes en het belang van flow en flexibiliteit. Maar ook de zintuiglijke beleving van het landschap, de invloed van wind en regen en de rol herinnering. Het resultaat is een verzameling van beelden en verhalen waarmee de frictie tussen plan en beleving geanalyseerd kan worden. Daarnaast geeft deze collectie van routes inzicht in de relaties tussen stadsdelen. De collectie van routeverhalen en de resultaten van het onderzoek zijn zichtbaar gemaakt in een online route kaart en een onderzoeksrapport. Het onderzoeksrapport is te downloaden via http://www.urbantrajectories.nl . De studie van Jan van Duppen wordt in 2013 ingezet om een strategie te formuleren voor de beleids- en ontwerp praktijk van architecten, stedebouwkundigen, verkeers kundigen en ruimtelijk ontwerpers.
Aorta #12 // 129
Urban Trajectories // Foto Jan van Duppen
Inzicht in gebruik en beleving van de stad is cruciaal om te komen tot steden waar mensen graag in willen leven. Urban Trajectories, een studie naar routes,
Geplande versus geleefde stad
gedrag en beleving
De collectie van verhalen bewijst dat verbindingen,
De vraag die in het onderzoek centraal stond is: Hoe
grenzen en barrières tussen de stad en Leidsche Rijn
beleven inwoners van Leidsche Rijn het om naar hun
complexer zijn. Beleid omtrent het verbinden van de
werk en terug te fietsen op de as tussen Leidsche Rijn en
nieuwe en oude stad en het stimuleren van fietsgebruik
de Utrechtse binnenstad? Welke route fietsen ze en waar
zal dan ook over meer moeten gaan dan het bouwen van
ervaren ze barrières en verbindingen onderweg?
een gele brug, een tunnel voor de A2 en het aanleggen van rode fietspaden.
Flexibel // veilig // vrij De fiets maakt mensen flexibel. Maakt het mogelijk ver
Van kwalitatief onderzoek naar plannings-
schillende locaties binnen relatief korte tijd aan te doen.
en ontwerppraktijk
Het is een spel van navigatie, manoeuvreren, zichzelf
Het onderzoek biedt inspiratie voor het doen van
positioneren op de weg en aanpassen aan de snelheid
beleids- en ontwerpingrepen. Er kan soms veel bereikt
van anderen. Om ‘lekker’ door te kunnen fietsen, ‘in the
worden door kleine ruimtelijke ingrepen te doen, of juist
flow’ te raken maakt men vaak gebruik van informele
te denken buiten de gebaande paden.
routes. De fietser voelt zich zelfverzekerd, veilig en vrij op de fiets. Beleid en ontwerp moeten deze flexibiliteit dan
Pleidooi voor kwalitatief onderzoek
ook ondersteunen en niet ontmoedigen.
De belangrijkste boodschap is echter dat binnen beleidsen planningsprocessen het kwalitatieve begrip van het
Zintuigelijke ervaringen
gebruik en beleving van de stad cruciaal is om te komen
Op de route van huis naar werk en vice versa passeren
tot steden waar mensen graag in willen leven. Kijk en
fietsers verschillende sense-scapes. Deze zintuiglijke
bestudeer het spel tussen mensen en ruimtes. Kennis
ontmoeting tussen landschap en fietser laat route voor
en begrip voor de relaties, de grenzen en verbindingen in
keuren, persoonlijke biografieën en herinneringen zien.
de stad wordt vergroot door het kwalitatieve onderzoek
Er zijn echter ook ruimtes te onderscheiden die door fiet
naar fietsers en hun dagelijkse route. Voordat er nieuwe
sers gezamenlijk ervaren worden: bijvoorbeeld de geuren
rode fietspaden aangelegd worden of kruispunten wor
van de koffiefabriek.
den heringericht, is het noodzakelijk om te kijken naar de wijze waarop fietsers zich door de stad begeven en naar het waarom daarvan. Bekijk het volledige onderzoek op http://www.urbantrajectories.nl
130 // Aorta #12
NIEUWE GENERATIE NIEUWE STAD // HET DEBAT IN DE REGIO Nieuwe generaties & de Nieuwe Stad // Onder-
Het onderzoek in Utrecht focust op de toename van het
zoek: oktober –december 2012 | Samenwer-
aantal kleine ondernemers / ZZP’ers, de daaruit voort
kingspartners: FORUM, Architectuurcentrum
komende verschuiving in ruimtelijke behoeftes en de
Twente //Podium voor Architectuur Haarlem-
consequenties voor ruimtelijk beleid. Meer mensen wer
mer-meer en Schiphol // kennisinstellingen
ken in kleine verbanden, het aantal kleine zelfstandigen /
UU // Uva // Universiteit Twente // TU Delft //
ZZP’ers groeit. De Kamer van Koophandel bevestigd dat het aantal ZZP’ers in de regio Utrecht de komende jaren zal toenemen. Kleine ondernemingen functioneren niet
Nieuwe generaties & de Nieuwe Stad is een tweejarig
alleen. Om hun kennis en kunde te versterken en hun
onderzoekstraject in de regio’s Twente, Haarlemmer
opdrachtgevers te vinden is het peer-to-peer netwerk
meer en Utrecht. De nadruk van het onderzoek ligt op
van gelijkgestemden essentieel. Deze nieuwe sociale
de visie van nieuwe generaties op onze toekomstige leef
netwerken hebben hun weerslag op het gebruik van de
omgeving. De kernbegrippen voedselproductie – wonen
stad in tijd en ruimte.
– werken & leren – recreëren – mobiliteit, benaderen we interdisciplinair; van rechten tot economie, van sociale
Parallel aan het onderzoek worden begin 2013 een
geografie tot filosofie. Voor het onderzoek en toekomst
tweetal werkateliers georganiseerd waarin de Utrechtse
visies werken de samenwerkingspartners per regio
casus wordt aangescherpt en verder uitgediept. De
samen met kennispartners uit HBO/WO; studenten en
resultaten van het onderzoekstraject in de drie regio’s
ondersteunende docenten.
zullen in het najaar van 2013 gepubliceerd worden in een online publicatie.
Architectuurcentrum Aorta is als regiocoördinator verantwoordelijk voor de ontwikkeling en aansturing van het onderzoekstraject in Utrecht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door masterstudenten Stadsgeografie en Economische Geografie aan de Universiteit Utrecht en masterstudenten Urbanism aan de TU Delft.
Wat zijn de vestigingsmotieven van de nieuwe werkers? Hoe ziet hun werkplek eruit? Waar ontmoeten zij het netwerk?
Aorta #12 // 131
Atelierwoningen Kersenboomgaard (project SWK030, gemeente Utrecht en Portaal) // Ontwerp: Architectenbureau op ten noort blijdenstein
Wat zijn de vestigingsmotieven van de nieuwe werkers? Hoe ziet hun werkplek eruit? Waar ontmoeten zij het netwerk? Wat zijn de ruimtelijke consequenties op het schaal足 niveau van wijk, stad en regio?
132 // Aorta #12
CITYZINE In het digitale tijdperk zoekt Aorta steeds meer naar nieuwe middelen om doelgroepen te bereiken, te informeren en te inspireren. CITYZINE UTRECHT staat voor een continu cultureel en informatief architectuur en stedenbouw aanbod dat Aorta door het jaar heen biedt. Al jaren levert Aorta met culturele evenementen, rondleidingen, informatie over de ontwikkelingen en activiteiten in de stad, en met de app UAR een belangrijke bijdrage aan de lokale, nationale en internationale informatiebehoefte rondom architectuur en stedelijke ontwikkeling in Utrecht en omgeving. Dit programma biedt in dit jaarprogramma een aanvulling op het actuele lokale programma, en is voor de basis informatievoorziening voor de stad van groot belang.
Aorta #12 // 133
Nachtfoto BasketBar Uithof // Foto Bas Princen
134 // Aorta #12
Aorta #12 // 135
Inzicht in de stedelijke ontwikkeling van Utrecht als basis voor de ontwikkelingen van nu en in de toekomst
136 // Aorta #12
Bewust worden van je culturele omgeving
CULTURELE EVENEMENTEN CULTURELE EVENEMENTEN | Tijdens de jaar-
Meet you in 2040
lijkse landelijke en Utrechtse culturele
Locatie: Amadeus Lyceum Leidsche Rijn //
dagen bood Aorta ook in 2012 opnieuw een
Datum: Mei-Nov 2012 // Aantal deelnemers: 450
inspirerend programma aan, toegankelijk
Samenwerkingspartners: Amadeus Lyceum
voor een breed publiek. Een grote opkomst
in Leidsche Rijn en de Stichting Vrede vanU-
aan mensen betrad de bijzondere wereld van
trecht / Culturele Hoofdstad 2018
architectuur tijdens Open Monumentendag,
Het scholenbouw-atelier maakt onderdeel uit van het
de Dag van de Architectuur en verschillende
project Meet U 2040. Onder begeleiding van stedenbou
Culturele Zondagen.
wers en architecten onderzochten leerlingen van Havo 4 en VWO 4 en 5 processen in de complexe stedelijke dynamiek. Meet U in 2040 is een vakoverstijgend project waarin meerdere vakken participeren:In een gastles
Kunstuitdaging
Stedenbouw werden aan de hand van de schoolomgeving
Locatie: Architectuurcentrum Aorta //
de belangrijke stedenbouwkundige vraagstukken, van
Datum: 12 april 2012| Aantal deelnemers: 52
analyse tot ontwerp toegelicht. Tijdens de gastlessen
Samenwerkingspartners: UCK
werd een toolkit uitgereikt waarmee leerlingen zelf twee
Dit is de Utrechtse ontmoetingsdag tussen kinderen
stationslocaties analyseren. In een scholenbouw-atelier
van groep acht van het basisonderwijs en de culturele
geven leerlingen van het Amadeus Lyceum in samenwer
instellingen. De rode draad van deze KunstUITdaging is
king met Architectuurcentrum Aorta, See Genius en
dat kinderen bewust worden gemaakt van hun culturele
Atelier Pro vorm aan het schoolgebouw voor de toe
omgeving. Elke culturele instelling krijgt twee klassen
komst. Wat zijn de veranderende wensen in het onderwijs
op bezoek, waarvoor een activiteit wordt bedacht. In een
en wat betekenen technologische ontwikkelingen voor de
voorbereidende les worden de kinderen ingewijd in het
onderwijsvisie, het schoolconcept en het schoolgebouw?
thema, waarna een korte ontwerpworkshop bij Aorta op het programma staat. In 2012 stond waterwonen
DARE#7 // Make a Difference!
centraal. Leerlingen maakten ontwerpen voor gebouwen
Locatie: Architectuurcentrum Aorta //
die konden drijven en maakten kennis met alles wat bij
Datum: 22-30 juni 2012 // Aantal deelnemers: 85
dit ontwerpproces komt kijken.
Samenwerkingspartners: HKU Studenten van over de hele wereld zijn naar Utrecht ge komen voor ontwerponderzoek aan de MaHKU. Samen met hun Nederlandse collega’s hebben ze zich verdiept in kwesties als het revitaliseren van publieke ruimte in naoorlogse wijken, het verwerken van organisch afval tot smakelijke maaltijden, krimp in dorpen (en hoe daar een positieve wending aan te geven), of het weer samen brengen van een door oorlog gespleten stad (Nicosia). Ontwerp kan het verschil maken. Aorta verandert gedurende twee weken in een laboratorium, waarin deze voorstellen als experimenten worden getoond, besproken en verder ontwikkeld.
Aorta #12 // 137
Aorta verandert gedurende twee weken in een laboratorium
Open Monumentendag
Turkije-Nederland 400 jaar
Locatie: Architectuurcentrum Aorta //
Locatie: Architectuurcentrum Aorta //
Zocherpark Utrecht // Datum: 8 september 2012
Datum: nov 2012 // Aantal deelnemers: 150
// Aantal deelnemers: 469 // Samenwerkings-
Samenwerkingspartners: Inclusiveworks
partners: Stichting Open Monumentendag
Het jaar 2012 stond onder grote internationale belang
Het landelijke thema van Open Monumentendag 2012
stelling, mede door de 400 jaar viering van officiële en
luidde: Groen van Toen. Hiermee werd stilgestaan bij
economische betrekkingen tussen Nederland en Turkije.
de rol, het belang en de betekenis van het groen in
Veel andere initiatieven zijn ons vooraf gegaan en velen
relatie tot monumenten. Aanleiding om juist in 2012
volgden. Maar weinig hadden als onderwerp de weder
voor groen te kiezen was het uitroepen van het thema
zijdse invloed van de 400 jaar betrekkingen op het gebied
jaar Historische Buitenplaatsen 2012, maar het Open
van architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en binnen
Monumentendag-thema behelst veel meer dan alleen
huisarchitectuur. Met dit foto-project wilden de partners
landgoederen of buitenplaatsen. Met het thema was er
inzicht geven in de manier waarop Nederland en Turkije
aandacht voor monumentaal groen in brede betekenis:
elkaars architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en bin
stadsparken, tuinen, boerenerven, landgoederen, buiten
nenhuisarchitectuur in de afgelopen 400 jaar hebben
plaatsen, lanen, monumentale bomen, begraafplaatsen,
beïnvloed. Op donderdag 8 november vond de opening
verdedigingswerken, landschapselementen (grafheuvels,
plaats met een discussie over de waarde van openheid,
terpen, dijken), hofjes, villaparken, tuindorpen en meer.
toleratie en diversiteit voor architectuur en onze ruimte
Aorta wandelde deze dag door het 19e eeuwse park van
lijke ontwikkeling.
Zocher. Dit park in Utrecht is een van de vijf Nederlandse parken, die op de rijksmonumentenlijst staan.
Nederland en Turkije elkaars architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en binnenhuis architectuur in de afgelopen 400 jaar hebben beïnvloed
138 // Aorta #12
Dag van de Architectuur De eetbare stad Locatie: NUtrecht // diverse locaties in de stad
Tijdens de Dag van de Architectuur 2012 organiseerde
// Datum: 22 &23 juni 2012 // Aantal deelnemers:
Terra Incognita in samenwerking met Architectuur
1.146 // Samenwerkingspartners: Stichting Dag
centrum Aorta een werkatelier waarin een eetbaar toe
van de Architectuur trecht // Terra-i //
komstperspectief voor Utrecht werd uitgewerkt. Tijdens
Stichting Stadslandbouw // Expodium // BNA
het werkatelier werden toekomstperspectieven ontwik
Kring Centrum // Post Planjer // NU-Initiatief
keld voor voedselproductie- en distributie in Lage Weide,
// Architectencafé
Utrecht Oost en Hoograven.
De jaarlijkse Dag van de Architectuur 2012 was een
Naast tal van praktische, leuke en idealistische initia
groot succes. Landelijk, maar ook in Utrecht, waren
tieven is het nodig om naar de stad als geheel te kijken.
duizenden bezoekers op de been. Ruim 100.000 bezoekers
Welk ruimtelijk perspectief kunnen we schetsen voor
gingen naar een of meerdere evenementen. De Dag van
de stad Utrecht als het gaat om voedselteelt? Welke
de Architectuur stond dit jaar in het teken van voedsel,
betekenis heeft voedsel(productie) voor de moderne stad
waardoor vooral gebouwen die iets met eten te maken
en stedeling? Drie teams van ruimtelijk professionals,
hebben open waren. Een uniek moment om de voor
voedselidealisten en culinair ondernemers werkten toe
Utrecht zo vertrouwde Douwe Egbertsfabriek en de
naar voedselstrategieën voor Utrecht. Carolyn Steel,
Cereolfabriek te bezoeken.
auteur van De Hongerige Stad, was tijdens de workshop als gastcriticus aanwezig.
In Utrecht was op 22, 23 en 24 juni een breed program ma te bezoeken met exclusieve open huizen, expedities, lezingen, film en overheerlijk eten uit te streek. Op ver schillende locaties in de stad met een hoofdprogramma bij Nutrecht (het CAB gebouw, achter station Zuilen). Toegang van de activiteiten is op deze architectuurdag altijd gratis.
Lees hier meer over de uitkomsten van het Atelier www.aorta.nu/publicaties/atelier-eetbare-stad
Aorta #12 // 139
De eetbare stad: VoedselstrategieĂŤn // Collage: Terra Incognita
VoedselstrategieĂŤn voor utrecht
140 // Aorta #12
CITYZINE IN DE STAD
CITYZINE UTRECHT // staat voor een continu
UAR // Zien wat er niet is!
cultureel en informatief architectuur en
Locatie: Smartphone // Datum: 24/7 // Aantal
stedenbouw aanbod dat Aorta door het jaar
deelnemers: 67.000 // Samenwerkingspartners:
heen biedt.
Nederlands Architectuurinstituut // het Nieuwe Instituut
Stedelijk Panorama // Het DNA van de stad Locatie: Architectuurcentrum Aorta // Datum:
Het Nederlands Architectuurinstituut ontwikkelde in
ontwikkeling najaar 2012 // Samenwerkings-
2010 de iphone/smartphone applicatie UAR. In 2011
partners: Gemeente Utrecht // KF Heinfonds
heeft Aorta in samenwerking met de gemeente Utrecht
// SSHU // Projectbureau Leidsche Rijn // VSB
en de Projectorganisatie Stationsgebied ruim 250 unieke
Fonds // Prins Bernard Cultuurfonds // Win-
architectonische objecten met UAR ontsloten middels
ter Heijnsius Stichting //
archiefstukken, 3D modellen van nog niet zichtbare of nooit gebouwde objecten. Daarnaast werden vier audio
Naast informatie over actuele ontwikkelingen consta
routes ontwikkelt die de Utrechtse architectuur voor de
teert Aorta een steeds grotere behoefte aan inzicht in
smartphone bezitter ontsluiten: Stationsgebied van de
de stedelijke ontwikkeling van Utrecht als basis voor
Toekomst, Rietveldprijs 2011, Zelfverzonnen in Utrecht
de ontwikkelingen van nu en in de toekomst. Met deze
en Voedsel&de stad. Inmiddels zijn er 67.000 UAR ge
tendens in gedachten ontwikkelde Aorta in 2012 een
bruikers in Nederland, waarvan specifiek 3.200 personen
permanente tentoonstelling over de ontwikkeling van de
UAR Utrecht (peildatum begin oktober 2012) met regel
stad vanuit het perspectief van stedelijke ontwikkeling
maat gebruiken.
vroeger en naar de toekomst. Het Stedelijk Panorama Utrecht vertelt in beeld, tekst, foto’s, film en kaart
In 2013 wordt dit virtuele en digitale archief verder uit
materiaal het verhaal van de groei van de stad, tot aan
gebreid en ontwikkeld met audioroutes op het gebied
de meest actuele opgave in de stad en het dynamisch
van moderne architectuur, wordt ondergronds Utrecht
stedelijke masterplan voor de toekomst. Een chrono
ontsloten, worden diverse gebouwen op de Uithof opge
logische geschiedenis waarin de architectuur en stede
nomen en wordt Leidsche Rijn toegevoegd.
lijke ontwikkeling in een bredere maatschappelijke context wordt geplaatst. Met Stedelijk Panorama Utrecht wil Aorta bij bestuurders, bewoners, toeristen en gebruikers van de stad kennis over de stad brengen. De ontwikkeling en de stad van het verleden draagt zo bij aan de visie en de gedachten over de stad van de toekomst. Architectuurcentrum Aorta hecht grote waar de aan deze kennisoverdracht. De expositie wordt in 2013 geopend.
Unieke architectonische objecten met UAR ontsloten
Aorta #12 // 141
Van bekende naar minder bekende gebouwen met een bijzonder verhaal.
UTRECHT // BEELD VAN EEN STAD
Kinderrondleidingen STDHS
Publicatie: A.W. Bruna // Architectuurcentrum
Locatie: Stadhuis Utrecht // Datum: Jan-dec
Aorta // Datum: lancering mei 2013 // Samen
2012 // Aantal deelnemers: 664 // Samen
werkingspartners: Bettina van Santen (archi-
werkingspartners: Gemeente Utrecht
tectuurhistoricus) // Edsard Kylstra (bouwhistoricus)
In het najaar van 2011 is Aorta van start gegaan met het aanbieden van Kinderrondleidingen in het stadhuis voor
Utrecht is rijk aan bijzondere plekken. Van de werven en
leerlingen van groepen 6, 7 en 8 van Utrechtse basis
de Domtoren naar het Rietveld-Schröderhuis; van land
scholen. Ook in 2012 heeft Aorta weer veelvuldig Utrecht
goed Oud-Amelisweerd naar Het Gebouw en The Wall;
se schoolklassen mogen verwelkomen.
van het Zocherplantsoen naar het Maximapark. Aanspre kende verhalen over de gebouwen, parken en lanen in de
In het stadhuis van Utrecht wordt al meer dan 650 jaar
stad met een focus op het gebruik door de eeuwen heen.
democratie bedreven. De burgemeester en zijn wethou
Het zijn juist die verhalen die de betrokkenheid laten zien
ders komen bij elkaar en besturen de stad. In al die jaren
van gewone burgers, maar ook van bestuurders, macht
is het stadhuis letterlijk met zijn bewoners meegegroeid.
hebbers, ondernemers, architecten en grote instituten
Het is dan ook niet zomaar een gebouw, maar een bonte
bij het bouwen aan de stad. Het geeft een inkijk in de
verzameling van oude woonhuizen en stadskastelen die
verschillende tijdsbeelden en opvattingen die destijds
door de eeuwen heen stukje bij beetje aan elkaar ge
golden en die hun weerslag hebben op de architectuur
smolten zijn. Een kruipdoor-sluipdoor van huiskamers,
en de stedenbouw. In dit boek vertellen de twee auteurs
gangen en statige trappenhuizen. Na talloze verbouwin
deze bijzondere verhalen over de stad Utrecht met zijn
gen en uitbreidingen was het stadhuis in 2000 opnieuw
gebouwen, parken en lanen en de manier waarop deze
aan verbouwing toe. De Spaanse architect Miralles heeft
werden en worden gebruikt. De enorme rijkdom aan
het eeuwenoude stadhuis een merkwaardig modern
beelden in dit boek, gemaakt in wisselende seizoenen,
tintje gegeven.
laten plaatsen zien waar je niet snel komt. De verhalen nemen u als lezer mee in de historie, duidt dilemma’s,
Tijdens de kinderrondleiding STDHS maken kinderen
beschrijft de maatschappelijke en bestuurlijke verhou
kennis met het vak van burgemeester, wethouder,
dingen, rijgt historische periodes aaneen en legt bovenal
gemeenteraadslid én architect. Wat is democratie? Wat
een verband tussen vroeger gebruik én hedendaags
doet de burgemeester en wat zou je zelf in de gemeente
gebruik.
raad aan de orde willen stellen? Is het architect Miralles gelukt een modern en toegankelijk stadhuis te maken?
Het boek, uitgegeven door uitgeverij A.W. Bruna, wordt
We bezoeken de mooiste kamers van het stadhuis, van
in het voorjaar 2013 gepresenteerd en is dan te koop in
raadszaal tot trouwzaal, en misschien nemen we zelfs
verschillende boekhandels.
een kijkje in de burgemeesterskamer. De kinderrondleidingen zijn ontwikkeld door 1 meter 98 in samenwerking met Aorta en in opdracht van de ge meente Utrecht. De kinderrondleiding maakt onderdeel uit van de Kinderraadsvergadering.
142 // Aorta #12
RONDLEIDINGEN
Locatie: In en om Utrecht // Datum: Jan-dec
gebied waar nu toch al veel echt zichtbaar wordt; het
2012 | Aantal deelnemers: 2.748 // Samenwer-
Amaliapark in Leidsche Rijn en de uitbreidingen op de
kingspartners: gemeente Utrecht // Pastoe
Uithof. Ook worden de kinderrondleidingen in het Stad
Toonkamer // Centraal Museum
huis in samenwerking met de Gemeente Utrecht, weer gratis aangeboden aan scholen. Een echte kennisma
Jaarlijks ontvangt Aorta circa 2.500 tot 3.500 bezoekers
king met democratie en architectuur.
voor een rondleiding in of om de stad Utrecht. Op gezette tijden organiseert Aorta open rondleidingen De vraag en het publiek is zeer divers: toeristen, architec
op verschillende locaties die zij bekendmaakt op de web
tuur geïnteresseerden, studenten, beleidsmakers, plano
site en in de lokale pers. Groepsrondleidingen worden
logen, stedenbouwkundigen uit binnen en buitenland.
uitsluitend op aanvraag georganiseerd.
De thema’s van de wandelingen variëren van De Uithof
Alle rondleidingen worden begeleid door professionele
en Leidsche Rijn, tot architectuur van Rietveld en tijd
architectuurgidsen, voornamelijk met een achtergrond
genoten als moderne invullingen in en rond de historische
op het gebied van architectuurgeschiedenis, bouwkunde
stad. Jaarlijks worden nieuwe thema’s uitgewerkt, op
of landschapsinrichting. Tijdens de rondleidingen geven
basis van actualiteit en vraag vanuit de stad / bezoekers
zij uitgebreide achtergrondinformatie over de historische,
aan de stad. Deze rondleidingen worden begeleid door
stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen.
professionele gidsen met een achtergrond in de archi tectuur. Door het rondleidingenaanbod te verbinden aan grotere publieksevenementen zoals de Dag van de Architectuur, Culturele Zondagen en Open Monumentendag, wordt een breed publiek aan geïnteresseerden bediend. In 2013 voegt Aorta daar nog de viering van de Vrede van Utrecht aan toe. Een grootschalige stadsbrede viering van driehonderd jaar vrede, getekend op 11 april 1713 in Utrecht. In 2013 vernieuwt Aorta haar aanbod met de nieuwe uitbreiding bij de Universiteitsbibliotheek binnenstad; het gebied achter het centraal station waar binnenkort het Jongeriuscomplex geheel gerestaureerd weer haar deuren opent; de gehele transformatie van het stations
Hoewel Utrecht vooral bekendstaat om haar historisch centrum, heeft deze stad ook een schat aan moderne architectuur.
Aorta #12 // 143
Thema’s & locaties
LEIDSCHE RIJN – EEN FIETSTOCHT LANGS ARCHITEC-
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK BINNENSTAD – HET
TONISCHE STATEMENTS EN ROMEINSE STRUCTUREN.
BOEKENPALEIS.
De weilanden van voorheen hebben plaatsgemaakt voor
De universiteitsbibliotheek in de binnenstad is gevestigd
de grootste Vinex-wijk van Nederland. Waar de Romeinen
in het voormalige werkpaleis van Lodewijk Napoleon.
ooit hun castellum en badhuizen bouwden, is nu een
Het totale complex omvat zes Rijksmonumenten. Deze
scala aan architectonische stijlen te vinden. In 2015 moet
voorheen niet toegankelijke panden zijn in de nieuwbouw
Leidsche Rijn plaats bieden aan 30.000 woningen en
voor iedereen ontsloten. Grosfeld van der Velde architec
70.000 m kantoorruimte en voorzieningen. Leidsche Rijn
ten heeft voor de nieuwbouw bewust gekozen voor een
wordt een volwaardig nieuw deel van Utrecht.
eenduidige materialisatie, detaillering en kleurstelling, waardoor er eenheid ontstaat in het gebouwencomplex. Een licht en transparant gebouw is het resultaat.
2
MODERNE ARCHITECTUUR IN DE BINNENSTAD – OUD EN NIEUW SPOTTEN IN UTRECHT. Utrecht is vooral bekend vanwege de historische binnen
VAN RIETVELD NAAR DE UITHOF.
stad, maar intussen is er ook een schat aan moderne
Een busexcursie voor liefhebbers die graag in korte tijd
architectuur te vinden. De moderne parels schitteren
iconen in het Utrechtse archtiectuurlandschap bezoeken:
tussen de oude stenen en gaan elk op hun eigen manier
werken van de architect Rietveld (waaronder het Rietveld
een relatie aan met de Middeleeuwse buren. Met o.a. het
Schröderhuis) en de internationaal geprezen campus De
kleine huisje op de Drift (Sluijmer en Van Leeuwen), het
Uithof (met iconen als de Universiteitsbibliotheek van
stadhuis (Miralles), het woonhuis van Mart van Schijndel,
Wiel Arets en het Educatorium van Rem Koolhaas).
de schouwburg van Dudok, de woningbouw aan de Ma
DE UITHOF- INCLUSIEF UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK
riaplaats (AWG architecten).
VAN WIEL ARETS EN HET EDUCATORIUM VAN OMA.
STATIONSGEBIED.
De Uithof is meer dan een universiteitscampus. Het is
Er wordt al jaren druk gewerkt aan het stationsgebied.
de architectonische parel van Utrecht. In het gebied dat
Het Muziekpaleis wordt half 2013 opgeleverd, de Catha
in de jaren zestig nog een uitgestrekt weiland was, zijn
rijnesingel is ook al gereed gemaakt om weer als water
sindsdien universiteitsgebouwen en later ook studenten
route onderdeel te zijn van Utrecht. Ook op het station
huisvestingscomplexen verrezen. Met een bezoek aan: de
wordt hard gewerkt om het station te transformeren in
universiteitsbibliotheek van Wiel Arets; het educatorium
een OV-terminal. Andere projecten die in de toekomst
van OMA het Minnaertgebouw, De Bisschoppen, de Bas
zullen verschijnen zijn onder meer het casino, de biblio
ketbar, Casa Confetti.
theek ++, de Rabobrug en een megabioscoop. De rond
HET STADHUIS VAN MIRALLES – SPAANS TEMPERAMENT EN UTRECHTSE NUCHTERHEID.
leiding geeft inzicht in wat we de komende jaren kunnen verwachten.
Het stadhuis is al meer dan 650 jaar de plek waar de gemeenteraad, de burgemeester en wethouders van
JUGENDSTIL/ART NOUVEAU – SIERLIJKE KRULLEN EN
Utrecht bij elkaar komen. Langzaamaan is het stadhuis
GEVELS ALS KUNSTWERKEN.
gegroeid tot een samensmelting van een tiental middel
De gracieuze vormen van de Art Nouveau ofwel Jugend
eeuwse panden en stadskastelen. De Spaanse architect
stil zijn op veel plaatsen in Europa te vinden: van de
Enric Miralles (1955 – 2000) heeft in 2000 het Utrechtse
ingangen van de Parijse metro en de Eifeltoren tot de
stadhuis voor de laatste maal onder handen genomen en
Grand Cafés in Praag en het woonhuis van de architect
een merkwaardig modern tintje gegeven.
Victor Horta in Brussel. Ook in Utrecht heeft deze stro ming zijn sporen nagelaten, zoals te zien is bij apotheek De Liefde in de Voorstraat en Hotel Noord Brabant aan Vredeburg.
144 // Aorta #12
RIETVELD EN TIJDGENOTEN.
NIEUWEGEIN CENTRUM, DE REANIMATIE VAN EEN
Zowel het Rietveld-Schröderhuis als enkele andere ge
STADSHART.
bouwen van Rietveld komen tijdens deze wandeling aan
Het stadscentrum van Nieuwegein, dat dateert uit de
de orde, zoals de gerenoveerde woningen aan de Eras
jaren 80 van de vorige eeuw is in 2012 grondig gereno
muslaan en de Chauffeurswoning. Ook projecten van
veerd en uitgebreid. Het Stadskwartier is een afwisse
tijdgenoten om en nabij het Wilhelminapark komen aan
lend geheel van winkels en woningen. Pi de Bruijn
de orde, zoals de eigen woning van S. van Ravensteijn.
(Architekten Cie.) realiseerde er een grote winkelbou
MUSEA EN HET MUSEUMKWARTIER. Het Museumkwartier is een van de best bewaarde ge heimen van de Utrechtse binnenstad. De vroegere Wijk A herbergt een schat aan verborgen hofjes, grachten,
levard, afgewisseld door smallere straatjes en intieme pleintjes met een eigen sfeer. Het Stadshuis heeft een spectaculaire meanderende gevel die bestaat uit een dubbele glazen huid.
middeleeuwse huizen, galeries en musea. Ook op archi
KINDERRONDLEIDING STDHS.
tectonisch gebied valt hier een indrukwekkende wereld
Tijdens de kinderrondleiding STDHS maken kinderen
te ontdekken.
kennis met het vak van burgemeester, wethouder,
HET ZOCHERPLANTSOEN. Het Zocherplantsoen is een 19e-eeuws landschapspark dat naar ontwerp van J.D. Zocher werd aangelegd op de plaats van de Middeleeuwse omwalling en het Griftpark. Tijdens de rondleiding wordt gekeken naar de verschil lende opvattingen in de landschapsarchitectuur, van de 19e eeuw tot nu.
gemeenteraadslid én architect. Wat is democratie? Wat doet de burgemeester en wat zou je zelf in de gemeen teraad aan de orde willen stellen? Is het architect Miralles gelukt een modern en toegankelijk stadhuis te maken? We bezoeken de mooiste kamers van het stad huis, van raadszaal tot trouwzaal, en misschien nemen we zelfs een kijkje in de burgemeesterskamer.
Aorta #12 // 145
146 // Aorta #12
algemene info open: woensdag tot en met vrijdag van 12:00 – 17:00 uur. Website www.aorta.nu De website van Aorta geeft informatie over de organi satie, lopende programma’s, lezingen, debatten, gerela teerde activiteiten en rondleidingen. De homepage biedt een overzichtelijke agenda van de lopende activiteiten. In het archief kan gezocht worden naar programma’s van voorgaande jaren. Maar deze website biedt ook steeds meer een plek voor discussie, bespiegelingen en de actualiteit in de stad. Thermometer Sinds 2012 volgt Aorta ook de actuele discussie in de stad via de weblog Thermometer. Eén of meerdere essayisten worden gevraagd gedurende een periode één van de geselecteerde projecten te volgen en te bespie gelen middels columns, interviews, video en reportage fotografie. Ook de betrokken partijen, bewoners en gebruikers worden gevraagd aan de blog deel te nemen. Het brede publiek is in de gelegenheid middels de blog hun visie te delen. Aan het einde van het jaar wordt de discussie uit de Thermometer gebundeld in het jaarboek van Aorta als verslag van het debat over de stad. Zowel de website als het jaarboek van Aorta zijn hiermee meer en meer een inspiratie- en discussiestuk voor de stad.
Aorta #12 // 147
Neude 1972 // Foto KNMI
148 // Aorta #12
publicaties Stadsranden: meer dan rest
De perken te buiten (DVD) //
Industrieel erfgoed in Utrecht
ruimte en rommelzone // 2012
2011
// 2005
Gratis // downloaden
De openbare ruimte als her
14 locaties van hergebruik
boren kwaliteit kan bijdragen
van het industrieel erfgoed in
Urban Trajectories:
aan de herwaardering van
Utrecht.
fietsbeleving van huisdeur
Kanaleneiland Zuid.
Gratis // bezoekerscentrum
tot bestemming // 2012
Te koop // Prijs: € 7,00
Aorta
De Staatslieden Ontwaken –
Bouwen voor het Geloof // 2005
De eetbare stad:
(DVD) // 2009
Architect Alfred Tepe (1840 –
Voedselstrategieën voor
Een documentaire over de
1920) en zijn leerlingen in 2005.
Utrecht // 2012
Staatsliedenbuurt in Utrecht.
Gratis // bezoekerscentrum
Gratis // downloaden
Te koop // Prijs: € 7,00
Aorta
Jaarboek Aorta: Linking the
Het Wilde Dromen (DVD) // 2007
City // 2012
Zelf een huis te bouwen – van
Gratis // downloaden
de praktische soelaas en
Gratis // downloaden
handige eigenschappen tot de Jaarboek Aorta 2006-2011
emoties die er bij komen kijken.
2011 // Utrecht 2.0
Te koop // Prijs: € 7,00
2010 // Kansen in de crisis 2009 // De menselijke maat
Vaartse Rijn // 2007
2008 // Utrecht en de
Een ontwikkelingsplan voor
stedenbouw
de Vaartse Rijn.
2007 // Wat maakt Utrecht
Niet meer leverbaar
Utrecht 2006 // 10 jaar Aorta
50.000 extra woningen in de
Gratis // downloaden
stad Utrecht (CD en website) // 2005
Studie Woonerven Lunetten //
In welke vorm kunnen 50.000
2011
woningen extra binnen de stad
De publieke en collectieve ruim
Utrecht worden gerealiseerd.
ten van woonerfwijken kunnen
Gratis // downloaden
bijzondere kwaliteiten bezitten. Gratis // downloaden
Aorta #12 // 149
150 // Aorta #12
jaarcijfers Toelichting op de resultatenrekening Voor het eerst sinds vier jaar sluit Aorta het jaar af met een positief resultaat. Ondanks een moeilijke markt wist Aorta kansen te grijpen en met een prikkelend programma financiers aan zich te binden. Aorta waar deert de steun van onze financiers zeer, een steun die ook de komende jaren nodig is. baten
lasten
Subsidie gemeente Utrecht
Programmakosten
Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, SO.
Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellingen, lezingen en andere activiteiten.
Subsidie basisprogramma Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor
Personeelskosten
Architectuur.
Kosten van het vaste personeel en het inhuren van personeel.
Overige sponsor- en subsidiegeld programma Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie
Huisvestingskosten
verstrekkers voor het basisprogramma en aanvullend
Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra en
programma.
belastingen Kantoorkosten, Kosten kopiëren, kantoor benodigdheden, netwerkbeheer, telefoon, porti en
Sponsorbijdragen
drukwerk.
Financiële bijdragen van sponsors voor het totale jaarprogramma.
Algemene kosten Accountantskosten, bestuurskosten, verzekeringen en
Rondleidingen Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen. Financiële baten De rentebaten minus -lasten betreffen de op de verslag periode betrekking hebbende renteopbrengsten. Overige baten Omzet van verkopen aan balie, verhuur ruimte, horeca en entreeheffing.
administratiekosten. Verkoop kosten.
Aorta #12 // 151
balans per 31 december 2012 31 12 2012
31 12 2011
Activa Materiele vaste activa
11.537
16.141
Vorderingen
112.421
68.530
Liquide middelen
273.106
180.684
397.064
265.355
Stichtingsvermogen
116.002
88.414
Kortlopende schulden
281.062
176.941
397.064
265.355
Passiva
baten en lasten over 2012
2012
Baten
2011
Subsidie gemeente Utrecht
67.731
67.731
Subsidie basisprogramma SFA
55.000
74.572
Overige Sponsor- en subsidiegeld programma
175.170
179.057
Sponsor- en vriendenbijdrage
24.080
38.025
Rondleidingen
18.506
17.822
4.584
3.506
Financiële baten Overige baten
4.969
19.381
350.040
400.094
Directe programmakosten
147.757
154.839
Personeelskosten
108.536
184.711
Som der baten Lasten
Afschrijvingen materiële vaste activa Huisvestingskosten
5.101
5.690
34.927
35.635
Verkoopkosten
753
977
Kantoorkosten
6.722
9.908
Algemene kosten Som der lasten Totaal resultaat
18.582
19.198
322.378
410.958
27.662
- 10.864
152 // Aorta #12
bereik Tegenwoordig is iedereen aangesloten op internet via computer, telefoon, ipad. Ook in het aanbod van Aorta groeit het aandeel aan virtuele informatie. Door de inzet van een goede mix van digitale middelen is het bereik van Aorta sterk vergroot. BEREIK AORTA DOOR DE JAREN HEEN 350.000
TOTAAL 1.191.920
300.000 Vermelding in media 250.000 Follower social media
TOTAAL 347.437
200.000
Gebruikers UAR NL
150.000
Bezoekers website
100.000
Bezoekers programma
50.000
Bezoekers rondleidingen
0 2008
2009
2010
2011
2012
Meer en meer wordt de discussie over architectuur online gevoerd. 2012 Bezoekers rondleidingen
2.748
Bezoekers programma
4.178
Bezoekers website
71.237
Gebruikers UAR
67.000
Follower social media Totaal media bereik
1.543 1.191.920
Aorta #12 // 153
154 // Aorta #12
visie en koers missie
ontmoetingsplek
Een bijdrage te leveren aan de brede discus-
Aorta is een inspirerende ontmoetingsplek voor archi
sie over de kwaliteit van onze gebouwde en
tecten, publiek, opdrachtgevers, overheid, ontwikkelaars
landelijke omgeving – en dus onze leefomge-
en bouwers. Het centrum weet wat er speelt, neemt
ving – beter te maken.
initiatieven en ontwikkelt projecten. De organisatie is
Architectuurcentrum Aorta is een plek voor het maat
professioneel, initiërend, levert maatwerk en reageert
schappelijk debat, kennisvergaring en informatie over
adequaat op actuele ontwikkelingen, zoals de ontwik
nieuwe ontwikkelingen en visies in de architectuur.
keling van De Uithof, landinrichtingsgebieden rondom
Een ontmoetingspunt voor de vakgemeenschap én een
de stad, of de grootschalige ontwikkeling in het stations
kenniscentrum voor het brede publiek, om zo de eigen
gebied. Kortom: alles wat op grote en kleine schaal
omgeving beter te begrijpen.
bijdraagt aan een betere leefomgeving. Aorta communi ceert doorlopend over de stad en haar ontwikkeling.
visie Aorta ziet architectuur als een culturele waarde. Het is
samenwerking
per definitie méér dan ontwerpen méér dan een stapeling
Aorta staat niet alleen. Maar wil haar missie en doelen
van stenen: het raakt aan maatschappelijke, economi
realiseren in goede samenwerking met andere culturele
sche, technologische, sociale en politieke ontwikkelin
instellingen, maatschappelijke organisaties, gemeenten,
gen. Architectuur geeft een positieve meerwaarde aan
de provincie, het bedrijfsleven en het publiek.
de leefomgeving. Wezenlijk is hoe mensen architectuur
Aorta werkt intensief samen met de andere architectuur
ervaren en beleven. Het komt tot in het huis van elke
initiatieven in Utrecht.
burger en roept dus veel reacties op. Aorta hanteert een ruime opvatting van architectuur: stedenbouw, ruimte lijke ordening, landschap, tuin en interieur en inrichting van de openbare ruimte. Architectuur is een instrument waarmee de gebouwde en groene omgeving wordt vorm gegeven en bepaalt de identiteit van de openbare ruimte. aanpak Aorta doet dit door denkbeelden herkenbaar te maken, uit te wisselen en door de belangstelling van het brede publiek voor architectuur te bevorderen. Met informe rende programma’s leert de leek de taal van de architec tuur, met inspirerende opiniërende programma’s bevor dert Aorta het debat voor de vakgemeenschap.
Iedereen wordt dagelijks geconfronteerd met de manier waarop onze woon- en leefomgeving is ingericht.
Aorta #12 // 155
Consolideren door verbinden In 2011 is de ‘Koers 2011 – 2013’ vastgesteld.
Aorta heeft de volgende speerpunten voor de periode
In een veranderende samenleving past ook voor Aorta
2011 – 2013 geformuleerd:
een strategie die aansluit bij nieuwe opgaven en krach tenvelden. Met de nieuwe strategie ‘consolideren door verbinden’ zet Aorta sterker in op het langduriger verbin
> gebiedsgericht aansluiten bij grotere stedelijke ontwikkelingen
den van kennis en partijen rondom actuele vraagstukken
> programma’s inzetten voor de stad en regio
en ontwikkelingen. Er is al veel kennis en een groot net
> een basistentoonstelling over stadsontwikkeling
werk opgebouwd.
voor geïnteresseerden > strategische allianties voor educatieve activiteiten
Aorta wil consolideren door meer samenhang te zoeken binnen haar activiteiten en met haar stedelijke, regionale en landelijke samenwerkingspartners, eerder ontwik kelde methodieken intensiever benutten en het verbinden en spreiden van kennis door het vergroten van het werk gebied.
> het breder vermarkten van eerder ontwikkelde producten > het intensiever benutten van publieksprogramma’s door aan te sluiten bij stadsevenementen met een lange horizon. > meer inzetten van digitale informatievoorziening > besparing op de kosten
Het programma is gericht op ontwerpvraagstukken, de kwaliteit van opdrachtgeverschap en de plek van de
Het programma van Aorta fungeert als een katalysator,
burger in planprocessen. Verbreding van het vakgebied
brengt inhoudelijke vraagstukken verder en verbindt
architectuur naar de andere vakdisciplines hoort bij de
partijen. Zo wil Aorta een krachtiger pleidooi voeren voor
insteek van Aorta om de opgave integraal te onderzoeken.
de voortdurende zoektocht naar de juiste vraag.
Het programmatisch uitwerken van thematieken over een langere tijd en in allerlei vormen geeft verdieping en brengt (samenwerkings)partijen op verschillende momenten bij elkaar. Door resultaten van onderzoeks programma’s te communiceren naar het publiek, draagt Aorta’s programma bij aan het bekend maken van onder scheidende kwaliteiten van gebieden. Met de digitalisering van informatie is de manier waarop Aorta communiceert verbreed.
156 // Aorta #12
medewerkers & sponsoren team
programmaraad
Het team van Aorta bestaat uit de volgende medewerkers:
De programmaraad is het inhoudelijk klankbord van
Eveline Paalvast directeur // bestuurder (0,8 fte)
over de diverse programmaonderdelen. In 2012 bestond
Lindy Schuin // projectleider (0,8 fte)
de raad uit:
Rianne Pruis // projectleider (0,8 fte)
Hans-Lars Boetes // kennismanager gebiedsontwikkeling
vrijwilligers Het werk van Aorta zou niet mogelijk zijn zonder de energie en inzet van vrijwilligers. In 2012 hielpen Ebba Braun en Paul Peek bij het beheer van de docu足 mentatie. Aorta werd administratief bijgestaan door enthousiaste vrijwilligers: Pek Lan Foong, Margot Beereboom, Agnes Kettler, Michiel Moll, Judith Kuiperi, Susan Lablange, Angelique Nienhuis. gidsen In 2011 zijn wederom veel gidsen voor Aorta actief geweest: Marlies Adriaansen, Saskia Afman, Ingeborg Behari, Go Bruens, Jan Maarten Dalmeijer, Paula Hertogh, Martin de Jong, Andy Kilian, Renette Niekerk, Arco Ooms, Cora Rooker, Sabine Todd, Petra Vossestein, Maria Lamslag, Peter Tekelenburg, Joris Roovers, Harold Aspers, Geerte van der Steen, Wineke Hiddema.
Aorta. De programmaraad adviseert het Aorta team
bij Dienst Landelijk Gebied Michael van Leeuwen // architect Sluijmer en Van Leeuwen Marjolein Bracht // senior stedenbouwkundige Gemeente Utrecht Wouter Veldhuis // stedenbouwkundige/architect & partner bij MUST Erik Lamfers // senior planeconoom, adviseur gebieds足 ontwikkeling bij PAS Ronald van der Heide // landschapsarchitect bnt Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten raad van toezicht De Raad van Toezicht adviseert en ondersteunt de directeur van Aorta bij het programma, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag. De Raad van Toezicht bestond in 2012 uit: Anne Bodzinga voorzitter // voormalig CEO BPF Bouwin足 vest, aangetreden in 2009 Karel de Wit penningmeester // directeur eigenaar IN Consultancy & Coaching BV, aangetreden in 2004 Emmylou Aben markt en marketing // Senior Adviseur Stichting Trudo Paul Kokkeler personeel &organisatie // Kokkeler advies en interimmanagement, aangetreden in 2005 Margreet Duinker architect Duinker Van der Torre // aangetreden in 2008 Lex Pouw zelfstandig adviseur // aangetreden in 2008
Aorta #12 // 157
Sponsoren en subsidieverstrekkers
Architectuurcentrum Aorta kon in 2012 rekenen op de financiële steun van de volgende bedrijven en instellingen: Beschikbaarheidsubsidiënten: SO Gemeente Utrecht Stimuleringsfonds voor Architectuur Projectsubsidiënten: Provincie Utrecht KF Heinfonds VSB Vrede van Utrecht Stichting DOEN Gemeente Utrecht Beschikbaarheidssponsoren: Plegt-Vos Vastgoedontwikkeling BV Volker Wessels Vastgoed BV AM Amvest Woningen ASR Vastgoedontwikkeling Ballast Nedam Synchroon Bouwfonds ontwikkeling BV Projectsponsoren: Forum Vrede van Utrecht Cório Nederland ProRail NS Opdrachtgevers: Stichting Dag van de Architectuur Gemeente Utrecht, PMB
158 // Aorta #12
Ontwikkelingen in de stad en de regio
Aorta #12 // 159
Het gehele jaar zet Aorta de Thermometer
colofon
in projecten in de stad. Met een interactieve
© Architectuurcentrum Aorta, december 2012 / april
blog volgt Aorta continu de actuele
2013.
architectuurdiscussie in de stad. Op het webblog komt de kennis uit het programma
Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/
samen: informatie over de actuele opgave in
of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook
Utrecht, inspiratie, een plek voor discussie
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
en bespiegelingen. Het is tevens een platform
rechthebbenden.
voor initiatieven in de stad die zich met de vraagstukken bezighouden.
Tekstredactie: Lindy Schuin // Eveline Paalvast // Rianne Pruis // Agnes Kettler
De Thermometer is ook een plek voor een breed geïnteresseerd publiek en professio-
Eind- en beeldredactie: Lindy Schuin
nals om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in de stad en de regio. Professionals,
Ontwerp en layout: Atelier Oost, Utrecht
initiatiefnemers en geïnteresseerden bediscussiëren en becommentariëren de Utrechtse opgave. De essays en columns worden aan het einde van het jaar gebundeld en gepresenteerd aan de stad. Deze afsluitende en kritische samenvatting geeft niet alleen dwarsdoorsnede van het programma, maar plaatst dit ook in een breder perspectief. Ook in 2013 volgt Aorta de discussie weer via de Thermometer. U wordt ook dan weer uitgenodigd te reageren.
Beeld: Lindy Schuin, tenzij anders vermeld. Met dank aan alle bloggers//auteurs die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het Thermometerjaarboek 2012. Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald.