Thermometer Jaarboek 2012

Page 1

STAND IN DE STAD // HET DEBAT IN DE STAD 2012

ARCHITECTUURDISCUSSIE IN DE PROVINCIE UTRECHT


2 // Aorta #12

‘Wanneer we de pretentie hoog willen houden dat architectuur meer is dan overigens volstrekt respectabele vakken zoals stukadoor of behanger dan moet dat tot uiting komen in een maatschappelijk-culturele betekenis.’ Herman Hertzberger // Augustus 2012 //


Aorta #12 // 3


4 // Aorta #12

Een onmisbare schakel tussen ‘de architectuur’ en ‘het publiek’? Waar voorheen vooral de overheid verantwoordelijk was voor maatschappelijke investeringen in de stad is tegenwoordig een steeds belangrijker rol weggelegd voor marktpartijen. Woningcorporaties, ontwikkelaars en bedrijven investeren niet meer alleen in vastgoed, maar ook scholen, zorg-voorzieningen, infrastructuur en openbaar groen. Daarnaast wordt de stedeling steeds sneller geïnformeerd en neemt de roep om zelfbeheer en burgerinitiatieven toe. Via digitale media worden stadsbewoners vaker bij stedelijke ontwikkelingsprocessen betrokken. In de stedelijke ontwikkeling nieuwe stijl liggen kansen voor open processen waarin gebruikers van de stad (al dan niet via digitale media) kunnen participeren. Met deze veranderende tijd en de minder prominente rol van architectuur als culturele waarde in het rijksbeleid, verandert ook de rol van de architectuurcentra mee. Als platform in Utrecht verkent Aorta nieuwe mogelijkheden om de toekomst van het publieke belang in de stedelijke omgeving meer dan ooit te blijven vertegenwoordigen, te verbinden, te inspireren, te informeren, te agenderen en te activeren. Aorta zal sociale media en data steeds meer gebruiken om de stem van de gebruiker en handelende partijen van de stad te laten horen. In het jaarprogramma 2012 nam Aorta hier al een voorschot op door gebruik te maken van blogs voor de actuele vraagstukken. Deze bundel ‘Debat over de stad’ bevat een retrospectief van de architectuurdiscussie in 2012 vanuit verschillende perspectieven in de stad en regio, en vormt de blauwdruk voor de publicatie van het jaarlijkse programma van Aorta in de toekomst. Het jaarboek van Aorta wordt hiermee steeds meer een tijdsbeeld van de discussie door de jaren heen. Maar vormt ook het startpunt voor de architectuurdiscussie van de toekomst. De centra zelf zijn inmiddels een onmisbare schakel geworden tussen ‘de handelende partijen’ en ‘het publiek’. Ze bieden een podium voor het gesprek tussen gebruikers van de stad en omgeving, de architectuurliefhebbers, architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, ontwikkelaars, beleidsmakers en kunstenaars.

Eveline Paalvast, directeur December 2012


Aorta #12 // 5

Stationsplein Oost // Ector Hoogstad Architecten, in samenwerking met Buro Sant en CO (landschapsontwerp) en Royal Haskoning (engineering)

‘Debat over de stad’ bevat een retrospectief van de archi­tectuur­ discussie in 2012 vanuit verschillende perspectieven


6 // Aorta #12

‘Een tijdsbeeld van de discussie door de jaren heen. Maar vormt ook het startpunt voor de architectuurdiscussie van de toekomst’


Aorta #12 // 7


8 // Aorta #12

INHOUD INLEIDING 004

CO-CREATIE // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

010

‘Community Architecture’// Henk van der Woude (REMAKE)

012

‘Geef nieuwe energie!’// Roelof Bleker, Ambassadeur zelfbouw

014

‘Meerwaarde van zelfbouw’// Anne Seghers (Studio Papaver)

016

‘Woonwensen centraal stellen is méér dan particulier opdrachtgeverschap’// Anne Seghers (Studio Papaver)

018

‘Terug naar de woonkwaliteit: CPO als middel’// Vincent Kompier (onderzoeker in Berlijn)

020

‘Een gevarieerde wijk lukt alleen in Cocreatie// Han Schraders (Stedenbouwkundige gemeente Utrecht) 022 ‘De loze belofte van zelfbouw en de rol van particulieren in de stadsontwikkeling’// Anne Seghers (Studio Papaver) 024 ‘Het lef hebben om los te laten’// Leen de Wit (Projectleider Veemarkt Gemeente Utrecht)

026

‘Zelfbouw: geen bijrol maar hoofdact in Almere’// Adri Duivesteijn (Wethouder Ruimtelijke Ordening Almere)

028

Ideeënprijsvraag Veemarkt // pilot cpo

032

‘Een ontwerp voor jou!’ // presentaties cpo (Architectencafe+Aorta)

034

HERGEBRUIK VASTGOED // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

038

‘Herbestemming is de nieuwe bouwopgave’// Frits van Dongen (Rijksbouwmeester)

040

‘Probleemeigenaar gezocht’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

042

‘Stappenplan’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

044

‘Waardeverandering leegstaande kantoren’// Jan Wijnand Groenendaal (WKG architecten)

046

‘Leegstand in Papendorp’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

048

‘De viskar als trekker’ // Mark Hendriks in gesprek met Zineb Seghrouchni (Studio Papaver)

050

‘Kantorentop’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

052

‘Belastingkantoor’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

054

‘Smak Geld’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

056

‘Fris geluid’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer) in gesprek met Klaas Beerda (gemeente Utrecht) 058 ‘De geheimen van Lage Weide’// Mark Hendriks in gesprek met wijkagent Erik Schep (Lage Weide)

060

‘Slapen op een kantorenpark’// Mark Hendriks (TekstLandschap/Blauwe Kamer)

062

‘De Leegstandskaart als structuurvisier’// Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl (temp.architecture)

064

‘Technasium: Kansen voor leegstand’ // MOB vormgeving & educatie

066

CARTESIUS LAB // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

070

‘Nieuw voer voor urban pioneers’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)

072

‘Op zoek naar inspiratie’// Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)

074

‘Profiteren van het moment’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)

076

‘Stukje bij beetje’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)

078

‘Magische Grens’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Erik Uitenboogaard (hoofdcurator Cartesiusmuseum)

080

‘Meer dan een intermezzo’// Anne Seghers (studio Papaver)

082

‘DIY vraagt om een nieuwe mindset’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden)

084

‘Bruggenbouwers’ // Vriendinnen van Cartesius

086

‘Onduidelijke spelregels’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Willem Buunk (fractievoorzitter VVD) 088 ‘De nieuwe stoommachine van Cartesius’ // Vriendinnen van Cartesius

090

‘Laat het gewoon gebeuren’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Jeroen van de Kraats (TCN)

092


Aorta #12 // 9

‘Leren luisteren’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) in gesprek met Casper Schuuring (GENT&MONK)

094

‘Kracht niet met het badwater weggooien’ // Denise Vrolijk (Stadsgeluiden) 096 Transformatie van een bedrijventerrein

100

Nieuwe visie nieuwe kansen / verbinden van krachten

102

VERKNOOPTE STAD // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

106

Stadsdebat stationsgebied

108

‘Razend complexe gebiedsontwikkeling ontrafeld’ // Anne Luijten 110

KRIMP // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

118

‘Transitions’ // Aorta i.s.m. Fotodok

119

WELSTAND // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

120

Welstandstoezicht in de toekomst’ // Aorta i.s.m. Commissie Welstand

121

PROGRAMMEER DE PROVINCIE // HET DEBAT IN DE REGIO Stand van zaken 2012

124

Stadsrand // veel meer dan rafelrand, restruimte of rommelzone

126

Urban Trajectories // van huisdeur tot bestemming

128

Nieuwe generatie // nieuwe stad

130

CULTURELE EVENEMENTEN Kunstuitdaging 136 Meet you in 2040

136

DARE #7 // Make a Difference!

136

Open Monumentendag // Groen van toen

137

Turkije-Nederland 400 jaar

137

Dag van de Architectuur // Architectuur en voedsel

138

CITYZINE Stedelijk Panorama Utrecht // DNA van de stad

140

UAR Utrecht // Uithof en ondergronds

140

Beeld van een stad

141

Kinderrondleiding Stadhuis Utrecht

141

Rondleidingen algemeen

142

OVER AORTA Website

146

Publicaties 148 Jaarcijfers

150

Bereik 152 Visie

154

Koers 2011-2013

155

Medewerkers

156

Sponsoren en subsidieverstrekkers

157

Colofon

159


10 // Aorta #12

CO-CREATIE // HET DEBAT IN DE STAD


Aorta #12 // 11

Stand van zaken 2012 Bij Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) geven particulieren in een collectief hun eigen huisvesting vorm. Internationaal, waar gesproken wordt van bouwgroepen, heeft dit al een grote vlucht genomen. In Nederland is het nog een betrekkelijk jong fenomeen. CPO heeft zich al bewezen door te zorgen voor een gevarieerder woningaanbod en een betere afstemming op de vraag. Het geeft mogelijkheden voor vernieuwing bijvoorbeeld op het gebied van collectieve voorzieningen, duurzaamheid, meer committment en betrokkenheid van bewoners. Naast de roep om meer zeggenschap door bewoners, vormt CPO ook een nieuwe markt voor de traditionele partijen. De provincie Utrecht helpt CPO te realiseren met ondersteuning en subsidieregelingen. In januari 2012 besloot de gemeente Utrecht tot een CPO pilotproject: de herontwikkeling van het Veemarktterrein aan de Sartreweg in Utrecht. Daarmee neemt Utrecht een grote stap in het mogelijk maken van collectief én particulier opdrachtgeverschap.

Achtergrond Eind 1965 werden de toenmalige veemarkten verplaatst van het marktcomplex aan de Croese­laan naar de Voorveldse polder, het huidige Veemarktterrein. Inmiddels heeft de veemarkt Utrecht alleen nog een paardenmarkt op maandag. De runder- en schapenmarkt zijn verhuisd naar Bunnik. De dinsdagse automarkt op het Veemarkt-complex kwam na opening van het nieuwe complex in 1970 tot bloei, en is één van de grootste automarkten in Europa. Op 1 april 2012 sloot de Veemarkt en is gestart met de voorbereidingen van het terrein voor de transformatie naar woningbouw.

De discussie De gemeente Utrecht wil op de plek van het huidige Veemarktterrein een unieke woonwijk maken. De behoefte aan nieuwbouwwoningen in Utrecht is groot. Het terrein biedt goede mogelijkheden om hierin te voorzien. De ligging van het Veemarktterrein is gunstig en er is plaats voor zo’n 500 woningen. Het moet een toonaangevende duurzame wijk worden. De gemeente Utrecht heeft zich ten doel gesteld minimaal 10% van de woningen in (collectief) particulier opdrachtgeverschap te realiseren. De eerste bouwvelden zijn inmiddels uitgegeven. De bouwvelden X en Y zijn bij voorrang bestemd voor (C)PO-projecten. De Gemeente Utrecht heeft nu het voortouw genomen met het bij elkaar brengen van (C)PO-ers voor deze bouwvelden. Maar hoe breng je aanbod en vraag samen? De vereniging Veemarkt benaderde Aorta met de vraag of Aorta een rol kon spelen in het bewust maken van architectonische mogelijkheden voor toekomstige (collectief) particuliere opdrachtgevers van deze wijk. Aorta organiseerde een ideeenprijsvraag en droeg zo bij aan de ideevorming over de mogelijkheden tussen vraag en aanbod voor het Veemarktterrein in Utrecht. Daarnaast volgde Aorta in 2012 de discussie rondom (C)PO en de ontwikkelingen daarvan in Utrecht.

Waar staan we nu? De ontwikkeling van de Veemarkt ligt mooi op schema. De sloop is bijna afgerond, en begin januari wordt gestart met het bouwrijp maken van het veemarktterrein. De ontwikkeling van de diverse bouwvelden is in volle gang. Ook voor de eerste particuliere kavels die in de verkoop zijn gebracht is veel belangstelling.


12 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 1

Community Architecture Buro voor architectuur REMAKE Bouwen met en door bewoners zit in de oorsprong van

Over deze manier van ontwikkelen is, op grond van ons

architectuur, maar is ten tijde van de kwantitatieve

onderzoek, met stelligheid te zeggen dat er sprake is

bouwopgave naar de achtergrond verdwenen. De crisis

van een kwaliteitsverbetering in vergelijking met

in de bouwwereld zorgt voor een versnelde transitie van

traditionele ontwikkelprocessen. Die kwaliteit heeft voor

een kwantitatieve naar een kwalitatieve bouwmarkt en

alle projecten een verschillend accent. Dat accent kan

hierbij zijn de wensen en meningen van bewoners

programmatisch, architectonisch of stedenbouwkundig

cruciaal. Door deze ontwikkeling is de aandacht voor

zijn, maar het kan ook duurzame maatregelen of bijzon-

community architecture sterk gegroeid. Maar wat is het

dere voorzieningen betreffen. Alle projecten hebben,

nu eigenlijk en welke kansen biedt dit aan architecten,

op een abstracter niveau echter ook overeenkomsten.

de hele bouwmarkt en eerst en vooral aan bewoners?

Ten eerste hebben de eindgebruikers, die soms tot de initiatiefnemers behoren, bij alle projecten een grote tot

De meest gangbare definitie van community architecture

zeer grote mate van zeggenschap. De grote betrokken-

is: ‘Architecture carried out with the active participation of

heid die dat vereist leidt tot een gevoel van ‘ownership’;

the end users.’ (Wates & Knevitt, 1987) Het belangrijkste

men voelt zich verantwoordelijk voor de eigen leefom­

kenmerk van community architecture is dat die tot stand

geving. Ten tweede is in alle projecten het gemeenschap-

komt door of met een collectief van toekomstige ge-

pelijke karakter een belangrijke component. Vaak zijn er

bruikers die gezamenlijk hun individuele en collectieve

gemeenschappelijk voorzieningen, een gemeenschap-

woonvraag realiseren. De woonvraag kan betrekking

pelijk ideaal of er is een gemeenschappelijk belang dat

hebben op de eigen woning maar ook op de woon­om­

wordt nagestreefd. Deze collectieve component heeft

geving en de lokale voorzieningen. De gebruikers willen

een sterke culturele lading die in verband gebracht kan

op deze wijze zeggenschap krijgen over de economische,

worden met de behoefte aan het derde overeenkomstige

programmatische, esthetische en sociale aspecten van

aspect; de identiteit. Deze identiteit komt tot stand door

het wonen. Een goed voorbeeld van community

intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen

architecture dat steeds meer voorkomt in Nederland is

maar vooral tussen de mede-gebruikers. Men gaat

het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO).

daarbij op zoek naar de gezamenlijke identiteit waardoor

Community architecture zien we echter ook steeds meer

een sociale context ontstaat. Ownership, identiteit en

ontstaan bij de transformatie en het beheer van be-

gemeenschappelijkheid leiden tot interactie tussen de

staande woongebieden. Bewoners en gebruikers worden

gebruikers en de woonomgeving. Er is daardoor meer

daarin een steeds grotere verantwoordelijkheid en

verantwoordelijkheid en zorg voor het eigen woonmilieu.

zeggenschap toegekend. Al in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd een In ons onderzoek naar community architecture staat

gebrek aan identificatiemogelijkheden en interactie­

de vraag centraal of die zeggenschap leidt tot een

mogelijkheden met de omgeving geconstateerd. Die

verbeterde kwaliteit van de woning en woonomgeving.

kritiek was een reactie op de catastrofale gevolgen van

De overheid stimuleert eigenbouw omdat die wijken

de modernistische beginselen in de stedenbouw en

aantrekkelijker zou maken. Zeggenschap zou leiden

architectuur waarvoor de uitgangspunten werden vast-

tot een grotere betrokkenheid van de gebruikers bij de

gelegd door de CIAM in het Charter van Athene. Al in

eigen wijk. De woning en woonomgeving zouden beter

1953 werden de functionalistische uitgangspunten door

aan­sluiten bij het gewenste gebruik en de persoonlijke

een aantal architecten in twijfel getrokken. Het gebrek

beleving. Dit zou kunnen betekenen dat een wijk, die

aan identiteit dat het gevolg was van het reducerende,

met zeggenschap van de gebruikers tot stand komt ook

abstraherende en calculerende wetenschappelijke

sociaal sterker en fysiek duurzamer is.

denken vormt de kern van de kritiek. ‘Wonen’ zo stelde


Aorta #12 // 13

John Habraken destijds ‘is niets anders dan je identifi­

steeds meer ‘producent’ en verplaatst zich naar de voor-

ceren met je omgeving’, het gaat er volgens hem ‘een-

kant van de productontwikkeling. Deze mogelijkheden

voudig om dat mensen iets moeten kunnen doen met

worden nog te weinig benut.

hun eigen omgeving en iets kunnen doen betekent keihard: verantwoording dragen voor de eigen omgeving’

Dan zijn er nog de veranderingen ten aanzien van ons milieu. Vanaf het rapport ‘De grenzen aan de groei’ van

Maar ook het ondemocratisch karakter van het ruimte-

de club van Rome tot aan de film ‘An inconvenient truth’

lijk ordeningsproces werd door hen bestreden. De kritiek

van Al Gore is er een groeiend milieubewustzijn dat

heeft tot zichtbare verandering geleid. De stedenbouw

vraagt meer verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid

en architectuur is contextueler geworden, er is meer

met de wereld om ons heen. Problemen moeten lokaal

aandacht voor het landschap en voor de cultuurhistori-

worden opgelost om afwenteling op mensen elders te

sche aspecten ervan, echter van democratisering van de

voorkomen. Verbondenheid, verantwoordelijkheid en

ruimtelijke ordening door zeggenschap is nog weinig of

zorg voor het eigen woondomein zijn de basis voor een

geen sprake.

duurzame leefwereld. Die verantwoordelijkheid moet veel meer door mensen zelf worden genomen. Daarvan

Toch is zeggenschap van steeds groter belang. Het is

zien we goede voorbeelden in community architecture.

de enige manier om aan de grote veranderingen die de laatste vijftig jaar in de samenleving hebben plaats-

De genoemde veranderingen kunnen niet door een

gevonden vorm te geven. Daarbij gaat het om sociale

centrale overheid worden aangestuurd, maar moeten

veranderingen. Het gezin is allang niet meer de belang-

bottom up worden georganiseerd. Zeggenschap in ruim-

rijkste woonvorm. Er hebben zich bovendien grote aan-

telijke ordeningsprocessen is daarbij noodzakelijk omdat

tallen immigranten in Nederland gevestigd met eigen

traditioneel gestuurde ontwikkelprocessen te weinig op

woonculturen. Dit levert een caleidoscopische veelheid

deze veranderingen kunnen inspelen, zoals gebleken is

aan woonvormen en mogelijke community’s op.

bij de ontwikkeling van de VINEX wijken. Onze studie laat

Daar komt bij dat de huurdersmarkt is verandert in een

zien dat bij community architecture meer kwaliteit wordt

kopersmarkt waarvan het eisenpakket zeer verschillend

ontwikkelt op het gebied van duurzaamheid, sociale

is. We zien deze verscheidenheid onvoldoende terug in

cohesie, ruimtelijke en programmatische variëteit dan

het woningaanbod.

bij traditionele ontwikkelprocessen.

Het gaat verder om technologische veranderingen.

Henk van der Woude // REMAKE

Mensen manifesteren zich op internet, maken hun eigen

Henk van der Woude is bouwkundige en eigenaar van REMAKE, buro

blog aan, reageren op wat er gebeurt in de samenleving

voor architectuur. Voor het inventariseren van de wensen van gebruikers

en creëren hun eigen content. Zij verenigen zich rond

hebben zij een eigen methodiek ontwikkeld. Eind 2012 presenteert

fora op basis van een gemeenschappelijk belang of een

REMAKE hun onderzoek naar Community Architecture in Nederland.

gedeelde interesse. Daardoor wordt de ‘consument’

www.remake.nl

Meer kwaliteit op het gebied van duur­ zaamheid, sociale cohesie, ruimtelijke en programmatische variëteit


14 // Aorta #12

CO-CREATie // blog #2

GEEF NIEUWE ENERGIE! Roelof Bleeker // Ambassadeur zelfbouw Na de vuurwerkramp in Enschede was ik verantwoordelijk voor de wederopbouw van 60 hectare gewonde stad. Honderden mensen hebben daar de kans gekregen hun eigen droom te bouwen. Als je nu door de wijk, Roombeek, loopt voel je de energie die dat oplevert. Mensen benutten de kans als ze de ruimte krijgen om hun droom te realiseren. Jong en oud, rijk en arm, wie wil had de kans. En wat is er mooier dan je eigen huis laten ontwerpen en bouwen? Niet alleen de meubels verschuiven in je woonkamer of investeren in een nieuwe keuken of badkamer, maar je hele huis kunnen indelen en alle materialen en kleuren zelf bepalen. Om er vervolgens nooit meer weg te gaan. Steeds meer gemeenten durven hun inwoners de ruimte te geven om zelf te bouwen. En niet alles vervolgens dicht te timmeren met voorschriften over rooilijnen, dakhellingen en kleur van de bak­ stenen. Daarbij is Roombeek baanbrekend gebleken. Volgens vriend en vijand is die wijk mooi geworden door ruimte te geven en op hoofdlijnen te sturen op beeldregie. Het is nog wel spannend of andere gemeenten echt serieus voor zelfbouw gaan of het als uiterste redmiddel tegen de (bouw)crisis zien. Als ambassadeur particulier opdrachtgeverschap tref ik inmiddels veel wethouders die er echt voor gaan. Die hun burgers die ruimte gunnen. Maar lukt het vervolgens? Worden er goede locaties aangewezen of alleen de plekjes die aan een ontwikkelaar niet waren te verkopen. Zijn de grondprijzen die gevraagd worden reëel of weerspiegelen die nog de financiële ambities van voor de crisis? Wordt er echt ruimte gegeven aan eigen keuzes voor architectuur, of is alles dichtgetimmerd? Als een kavel te koop wordt aangeboden, mag je dan ook echt bouwen of zijn er nog grote risico’s voordat het bestemmingsplan definitief is? Zijn de ambtenaren ook servicegericht of worden er vele loketten dichtgehouden? Particulier opdrachtgeverschap moet je niet alleen willen, je moet het ook goed organiseren! En dat lukt veel gemeenten (nog) niet. Krijgt zelfbouw in Nederland meer grond onder de voeten? De tijd zal het leren. Ik zet me ervoor in. En u? Houd het in de gaten! Op steeds meer plekken in het land wordt ruimte geboden. Benut die kans! Bouw uw droom en geef daarmee energie aan de stad! Zodat u nooit meer hoeft te verhuizen! Roelof Bleker // Ambassadeur Zelfbouw ministerie BZK Als Ambassadeur Zelfbouw voor het ministerie van BZK, stimuleert hij het particulier opdrachtgeverschap in de woningbouw richting gemeenten.


Aorta #12 // 15

Baugruppen Berlijn

Het is nog wel spannend of andere gemeenten echt serieus voor zelfbouw gaan.


16 // Aorta #12

CO-CREATie // blog #3

Meerwaarde van zelfbouw Anne Seghers // Studio Papaver “Dit lage raam in de douche hebben we zelf ontworpen.

Een veelgehoord tegenargument voor (collectief) parti-

Als je hier staat te douchen, dan kunnen mensen buiten

culier opdrachtgeverschap is dat het niet voor iedereen

alleen een stukje van je benen zien, van je knieën tot je

toegankelijk zou zijn, zowel uit financieel als sociaal

enkels. Maar als je in bad zit, kun je via datzelfde raam

oogpunt. Als je als zelfbouwer een kavel wilt kopen, blijk

wel zo het park in kijken.” Een raam ín de douche, dat

je een aanzienlijke voorinvestering te moeten doen die

kom je in een regulier gebouwd huis nooit tegen. Want

vaak niet meegefinancierd kan worden in de hypotheek.

de gedachte van ‘de bouwer’ is dat niemand een raam

Dat betekent dat je dus een flinke spaarpot moet heb-

in zijn douche wil. Dit vanuit privacy overwegingen. Maar

ben om aan particulier opdrachtgeverschap te kunnen

particulier opdrachtgeverschap maakt dit wel mogelijk.

beginnen. Je draagt dus ook zelf al het financiële risico

Logisch eigenlijk, want waarom zou iemand mogen

voor de bouw. De gemeente Almere heeft inmiddels wel

bepalen dat jij geen uitzicht op het park kunt hebben?

alternatieve financieringsmogelijkheden voor zelfbouwkavels, waardoor dit ook voor mensen met een lager

Vrijheid en zelf keuzes maken. Dat is de grootste meer-

inkomen toegankelijk is. Daarnaast is zelfbouw een

waarde die ‘zelfbouwers’ toekennen aan particulier

intensief, een vrij complex en voornamelijk lang traject.

opdrachtgeverschap. Niet enkel schuiven met meubels,

Je hebt te maken met bouwaanvragen, het aansturen

maar écht bepalen hoe je huis eruit ziet. De standaard-

van architecten en aannemers, het regelen van finan­

concepten die de reguliere nieuwbouw domineren,

ciering, bestemmingsplannen, welstand en het maken

hebben bij zelfbouwprojecten dan ook plaatsgemaakt

van kostenramingen. Het is heel begrijpelijk dat de

voor unieke ideeën. Je zelfgebouwde huis is niet alleen

blanke hoogopgeleide bewoner dit niet als belemmering

anders dan andere huizen, het past precies bij hoe jij het

ziet, maar voor de bewoner met minder geld en kennis

wilt gebruiken. Het is een huis op maat.

is deze drempel waarschijnlijk een stuk hoger. Sommige mensen hebben immers heel wat andere dingen aan

Terugkijkend op het proces spreken alle zelfbouwers over

hun hoofd dan fantaseren over hun droomhuis.

een zwaar en intensief traject. Dat is te verwachten, want professionele bouwers hebben niet alleen ongelooflijk

Los van deze kritische kanttekeningen lijkt er toch

veel kennis van het bouwproces en een onuitputtelijk net-

een gunstig toekomstperspectief voor zelfbouw te

werk in de bouwwereld, maar ook jarenlange ervaring.

groeien. De traditionele bouwwereld ligt door de crisis

Dit ontbreekt bij de meeste zelfbouwers. Voor hen is het

noodgedwongen stil, waardoor er vrij baan is voor de

meestal de eerste – en vaak ook enige – keer dat ze een

zelfbouwers. Steeds meer gemeenten en ook woning-

bouwproces doormaken vanaf het kopen van bouwrijpe

corporaties zien hier een grote kans voor (collectief)

grond tot het kiezen van de mortel voor het voegwerk.

particulier opdrachtgeverschap. En dat is gunstig, want bij een grotere betrokkenheid met je eigen huis en buurt

Toch is er niemand die achteraf spijt heeft. Er is juist een

is iedereen gebaat. De angst bij veel gemeenten – en

intense dankbaarheid voor het resultaat. Iets waar je zelf

met name bij welstandscommissies – voor ‘Belgische

voor gezwoegd hebt, heeft een grotere waarde dan een

praktijken’ die uit zelfbouw zouden voortvloeien, moet

kant-en-klaar-pakket waar geen bloed, zweet en tranen

dan ook los gelaten worden. Want vergeet niet dat ook

in zitten. Die grote waardering blijkt ook uit het feit dat

grote delen van Nederland waar we nu uitermate trots

zelfbouwers veel minder snel geneigd zijn om te verhui-

op zijn in vroegere tijden via particulier opdrachtgever-

zen. De betrokkenheid bij het eigen huis en de buurt is

schap tot stand zijn gekomen. En daarnaast, Belgen zijn

ontzettend groot; beide zijn immers – letterlijk - eigen-

hele gelukkige mensen.

handig uit de grond gestampt. En daarin schuilt een ander verschil met de traditionele bouwwereld. Deze sector

Anne Seghers // Studio Papaver

is de betrokkenheid bij wat er gebouwd werd de laatste

Als stedenbouwkundige ontwerpt, onderzoekt en schrijft

jaren volledig kwijtgeraakt. Er heerste geen mentaliteit

Anne over de stedelijke dynamiek. Zij is tevens de mede-

om een huis te bouwen dat mensen in hun hart zouden

oprichter van Studio Papaver, bureau voor stedelijk

sluiten, maar er werd gebouwd om geld te verdienen.

onderzoek, ontwerp en theorie. www.studiopapaver.com


Aorta #12 // 17

Schootshuis Blauwkapel // Foto Rolf Reichardt

Iets waar je zelf voor gezwoegd hebt, heeft een grotere waarde dan een kant-en-klaar-pakket waar geen bloed, zweet en tranen in zitten. Bekijk hier verschillende filmportretten van zelfbouwers: http://particulieropdrachtgeverschap.arch-lokaal.nl/

Architectuurcentrum Aorta maakte enige tijd geleden ook een documentaire over zelfbouw in Utrecht: http://www. aorta.nu/publicaties/documentaire/het-wilde-dromen-2007/

;-) Over het woongeluk van Belgen: http://www.fedra. belgium.be/nl/mijn-wereld-en-ik/reportage/d/detail/huisthuisgevoel-geluk


18 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 4

Woonwensen centraal stellen is méér dan particulier opdrachtgeverschap Anne Seghers // Studio Papaver

“De gebruiker aan zet” en “Van woonconsument naar

Nu is het zo dat gemeenten massaal stimulerings-

woonproducent”. Deze slogans zorgden enkele jaren ge-

maatregelen voor particulier opdrachtgeverschap in

leden wellicht nog voor opgetrokken wenkbrauwen, maar

hun beleidsplannen hebben opgenomen. Want ook zij

tegenwoordig is de gedachte aan een grotere rol voor de

constateren dat de crisis de ‘traditionele’ bouwende

wensen van bewoners steeds minder uitzondering en

partijen vleugellam heeft gemaakt. De redenering is dat

steeds meer gemeengoed. Dat is goed. Want iedereen

zelfbouwers nog wel middelen hebben om woningen te

ziet dat massaproductie en eenheidsworst niet langer

bouwen. En onder het mom van ‘vraaggericht bouwen’

aansluiten bij de huidige markt. Een bouwproces waarin

en ‘het centraal stellen van woonwensen’ worden de

de woonwensen centraal staan, dat is de uitdaging.

zelfbouwers naar voren geschoven en verdwijnen de professionele bouwers meer naar de achtergrond. Maar

Het is goed om te beseffen dat er verschillende manie-

bereiken deze stimulerende maatregelen wel het ge-

ren zijn om tot dit vraaggerichte bouwproces te komen.

wenste effect, namelijk een bouwproces dat stoelt op

Particulier opdrachtgeverschap is een krachtige

woonwensen, als de aandacht zo eenzijdig uitgaat naar

methode waarin de gebruiker in het middelpunt staat

particulier opdrachtgeverschap?

en waarbij woonwensen de leidraad vormen. Maar het is slechts één methode; het is zeker niet de enige en

Want particulier opdrachtgeverschap is slechts één

ook niet altijd de beste manier. Want voor sommige

onderdeel binnen een vraaggericht bouwproces. En het

ruimtelijke opgaven is particulier opdrachtgeverschap

stimuleren van enkel deze ene vraaggerichte bouw­

niet geschikt, bijvoorbeeld doordat de schaal van de

methode zal op de lange termijn niet leiden tot een

bouwopgave dusdanig groot is of wanneer er gebouwd

bouwproces waarin woonwensen centraal staan.

wordt voor een doelgroep die helemaal geen interesse

Enerzijds, zoals eerder al gesteld, omdat sommige

heeft om actief bij het bouwproces betrokken te worden.

bouwopgaven niet passen bij de schaal waarop

Voor dit soort opgaven is er dus nog steeds behoefte aan

particulier opdrachtgeverschap opereert en omdat

professionele bouwers, maar niet met de werkwijze die

sommige mensen niet actief bij het bouwproces betrok-

ze tot enkele jaren geleden hanteerden. Want bouwen

ken wíllen worden. Particulier opdrachtgeverschap

om snel geld te verdienen, werkt niet meer. Dat was wel

beslaat uiteindelijk dus maar een klein aandeel in alles

mogelijk in de sterk aanbodgestuurde markt van vóór de

wat er gebouwd wordt. Maar anderzijds belemmert de

crisis. Alles wat toen gebouwd werd, ging snel en voor

eenzijdige aandacht voor particulier opdrachtgever-

een hoge prijs van de hand. Maar wat nu niet aansluit bij

schap de omslag naar het vraaggericht ontwikkelen bij

de vraag, wordt simpelweg niet verkocht.

de grotere, professionele bouwers. Zo lang zij ‘buiten spel’ blijven staan in de huidige, vraaggerichte markt, krijgen zij niet de kans en de prikkel om deze omslag te maken. Terwijl zij juist degenen zijn die bij de grotere opgaven nodig zijn.


Aorta #12 // 19

De meer traditionele bouwende partijen moeten zich het vraaggericht overtuigend aanleren en het zich eigen gaan maken, tot in de vezels. Want anders loert het gevaar dat het hele woonwens-denken bij deze partijen feitelijk niet meer is dan een afleidingsmanoeuvre tot de crisis ten einde is, waarna ze weer op de oude voet verder kunnen. En dat is wat niemand wil. Het centraal stellen van woonwensen moet dus werkelijk in de haarvaten van de professionele bouwers gaan zitten, wil het ook na de crisis beklijven. Anders is particulier opdracht­ geverschap niet meer dan een laatste strohalm in de crisis, een overbruggingsmechanisme, in plaats van een zeer sterk voorbeeld van een type projectontwikkeling dat altijd al gewenst was maar waarvoor nooit veel ruimte was in de markt. Het is dus van groot belang om ook andere vormen van woonwensgericht bouwen te onderzoeken en uit te proberen. Manieren die bedacht, uitgeplozen en toegeÍigend worden door de professionele bouwers van voorheen. Want daarmee zorg je dat woonwensgericht bouwen een antwoord is op meerdere ruimtelijke opgaven dan enkel de kleinere schaal waarop particulier opdrachtgeverschap een antwoord heeft. En daarmee zorg je dat de aandacht voor deze aanpak niet verslapt op het moment dat er weer meer economische voorspoed komt. Alleen dan kunnen woonwensen echt serieus genomen en geborgd worden. Anne Seghers // Studio Papaver Als stedenbouwkundige ontwerpt, onderzoekt en schrijft Anne over de stedelijke dynamiek. Zij is tevens de medeoprichter van Studio Papaver, bureau voor stedelijk onderzoek, ontwerp en theorie. www.studiopapaver.com

Het is goed om te beseffen dat er verschillende manieren zijn om tot dit vraaggerichte bouwproces te komen.


20 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 5

Terug naar de woonkwaliteit: CPO als middel Vincent Kompier // onderzoeker & publicist woonachtig in Berlijn

Sneller? Nee. Goedkoper? Ook niet per se. Mooier? Ja,

waar je wilt zijn. Die, naast technische, ook vooral

dat wel. En duurzamer? Zeker. Dat zijn kernwoorden die

functionele kwaliteit heeft en die zich niet beperkt tot

van toepassing zijn op CPO-projecten in Duitsland. Daar

een hip of modieus (of juist traditionalistisch, wat eigen-

bestaat de traditie om samen te bouwen – dus zonder

lijk nog modieuzer is) architectonisch jasje.

projectontwikkelaar, kostendeskundige, constructeur, doelgroeponderzoeker, makelaar en allerlei andere

Het gros van het nieuwbouw-woningaanbod laat nog

tussenlagen die in Nederland het bouwen zo duur en

immer een beperkte manier van leven toe: dat van een

nodeloos ingewikkeld maken – al veel langer. Waar

gemiddeld gezin met twee kinderen, waarvan de ouders

komt deze traditie vandaan? En wat valt er van te leren

de grootste slaapkamer innemen, het oudste kind de

voor de Nederlandse – en dus ook Utrechtse – situatie?

middelste kamer en het jongste kind de kleinste kamer. Bijna alle woningen (op halalwoningen na) worden op-

Eigenlijk is daar een heel simpel antwoord op. Wie in

geleverd met een woonkamer met leefkeuken, die het

Duitsland binnen het bestaande aanbod niet datgene

onmogelijk maakt om koken en wonen van elkaar te

kan vinden wat hij zoekt, gaat zelf aan de slag. Dat doen

scheiden. Zelf wil ik, nu ik de degelijke Duitse woning

zij al zo’n dertig jaar. Waarom kunnen zij die ideale

ken, nooit meer in mijn leven zo’n Hollandse living met

woning niet in het bestaande aanbod vinden? Omdat in

design-kookeiland. Niemand hoeft te zien hoe ik de

Duitsland, net als in Nederland, de afgelopen veertig

pannenkoeken terug in de pan mik nadat zij bij het keren

jaar de focus vooral op productie en kwantiteit heeft

een tijdelijke tussenlanding op de vloer gemaakt hebben.

gelegen. Als het al over kwaliteit ging is vooral de technische kwaliteit van de woningen benadrukt. De woon-

Zonder gekheid; de mogelijkheid in Nederland om je

kwaliteit, ofwel de vraag: hoe wonen we eigenlijk en

woning naar eigen wensen en leefpatronen te ontwer-

hoe heeft ons leven het wonen veranderd? is nauwelijks

pen en in te delen is bijna onmogelijk. Hordes stylistes

beantwoord in de bouwproductie.

en leefstijlonderzoekers hebben de afgelopen jaren een waaier aan leefstijlen ontwikkeld die door architecten

Nu zult u zeggen: “wat is er dan mis met de woon­

in verschillende woonsferen (kasteel, grachtenpand,

kwaliteiten in Nederland? Niets toch? Mijn dak lekt niet

country­huis met veranda) en architectuur zijn vertaald.

en de voordeur tocht niet, dus wat is het probleem?”.

Deze manier van werken beperkt zich tot de buitenkant.

Dat is waar. De technische woonkwaliteit van Neder-

Dat een gemiddeld gezin inmiddels met de laptop/tablet

landse woningen is over het algemeen goed. Hoewel op

op schoot televisie kijkt, en dat een gemiddeld gezin

duurzaamheid de gemiddelde Duitse woning de Neder-

meerdere hobby’s kent; daar heeft het gemiddelde huis

landse woning flink achter zich laat. Meer marktwerking

zich nog lang niet aan aangepast. En heeft u wel eens

in de woningbouw heeft niet datgene opgeleverd wat je

de gemiddelde tuin in een gemiddelde nieuwbouwwijk

bij het begrip ‘markt’ zou verwachten: een verhoging

bekeken? Gemiddeld is daar 90% betegeld, met hier en

van het aanbod, een grotere keus in kwaliteiten (dus ook

daar een pot met wat gemiddeld groen erin, want een

‘slechte’ kwaliteit, die dan minder kost) of kwalitatief

gemiddeld gezin heeft nul tijd om een tuin te onder­

betere woningen voor minder geld. In het aanbod blijft

houden.

datgene ontbreken waar veel behoefte aan is: een goede woning, die meer is dan techniek. Die ook een plek is


Aorta #12 // 21

Vincent Kompier // Planoloog en demograaf in Berlijn Vincent Kompier is planoloog en demograaf. Als onderzoeker heeft hij jarenlang gewerkt bij architectuur-, onderzoeksbureaus en de overheid. In 2008 is hij naar Berlijn verhuisd waar hij dagelijks blogt over de dagelijkse ruimtelijke ordening in Berlijn. www.vincentkompier.de

Terug naar Duitsland. Wat laten de woningprojecten die

Dit zelf bouwen laat zien dat een nieuwe manier van

in CPO zijn ontwikkeld zien? Dat generieke en specifieke

ontwikkelen en wonen in opkomst is. Overigens veel

kwaliteiten in een goede balans worden vermengd.

minder idealistisch en veel meer pragmatisch dan

Generiek wil zeggen: goede lichttoetreding, afgestemd

menigeen denkt: ook bij zelfbouwers is rendement een

op de plek; mooie en ruime hallen en gangen (waar je

niet onbelangrijk doel. Toch staat niet de verkoopbaar-

jas niet subiet van de kapstok valt als je ‘m net uitge-

heid van de woning voorop, maar het maken van een

trokken en opgehangen hebt en je je wilt omdraaien; die

eigen plek waar je je thuisvoelt. En als je je thuisvoelt,

beroemde Nederlandse gang). Kwaliteiten als energie-

hoef je ook niet om de zes jaar te verhuizen. Met het

zuinigheid, ruimtelijkheid in de woning, gebruiksgemak

zicht op een vastgelopen woningmarkt die voorlopig

als opbergruimte voor fietsen en kinderspeelgoed,

niet losgetrokken wordt een prettig vooruitzicht. Een

(gemeenschappelijke) ruimte voor hobby’s, logés of

woonvorm waar de woonconsument van louter passief

een sauna worden als vanzelfsprekend in de zelfbouw­

opsouperen wat anderen voor hem bedacht hebben

projecten mee ontworpen. Daarnaast bouwen zij opval-

transformeert tot bewoner. Een tevreden bewoner,

lend duurzaam, want zij betalen zelf de energierekening

omdat hij zelf heeft bijgedragen aan het creëren van zijn

en doen daartoe bij aanvang andere investeringen in

ideale woonplek.

duurzaamheid. Het opleggen van (bovenwettelijke) duurzaamheidsverplichtingen aan zelfbouwers is dan ook als een teken te zien dat veel Nederlandse gemeenten de intenties van zelfbouwers nauwelijks begrijpen en serieus nemen.

Wie in duitsland binnen het bestaande aanbod niet datgene kan vinden wat hij zoekt, gaat zelf aan de slag. Dat doen zij al zo’n dertig jaar.


22 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 6

Een gevarieerde wijk, levendig en verrassend voor iedereen, lukt alleen in co-creatie Han Schraders // Gemeente Utrecht

Waar staan we nu met de Veemarkt? Er wordt op dit

de openbare ruimte en een maximale flexibiliteit ten

moment ontworpen aan diverse bouwvelden binnen het

aanzien van woningtypologieën en volumina binnen de

plangebied. Individuen hebben een optie op een bouw-

bouwvelden, dat is het streven. Het beeldregieplan is

kavel en een ontwikkelaar heeft, samen met een

gemaakt als inspiratiebron en het biedt bewoners en

corporatie, een drietal architecten opdracht geven om

hun architecten een handvat voor het woningontwerp.

samen met de toekomstige bewoners een ontwerp te

Het beeldregieplan is dus geen “toetsdocument”. Daar-

maken voor ongeveer 40 woningen in een bouwveld.

naast is het zo geregeld dat de welstandscommissie,

Daarnaast zijn er twee initiatieven voor een CPO-groep

op basis van het beeldregieplan, een supervisor heeft

bezig met de ontwerpen voor een bouwcluster voor

gemandateerd om ontwerpen goed te keuren.

respectievelijk 10 en 20 woningen. De ontwikkelingen zijn gestart.

Het bestemmingsplan is flexibel en globaal maar geeft wel de mogelijkheid voor het verlenen van een bouw-

Hoe zijn we hier gekomen? Bij de start van het plan­

vergunning. Dit laatste is essentieel. Het kan niet zo zijn

proces diende zich de vraag welk type document we

dat initiatiefnemers na hun ontwerp nog eens een jaar

zouden gaan opstellen, als handvat voor het ontwikkelen

proceduretijd moeten afwachten.

van een woonwijk van ongeveer 10 hectare, voor ongeveer 550 woningen. De gemeente Utrecht heeft samen

Co-creatie of particulier opdrachtgeverschap, is een

met Bureau Dolte een Stedenbouwkundig Programma

houding. Van de initiatiefnemer of de toekomstige bewo-

van Eisen (SPVE) gemaakt. Vanaf het begin hebben we

ner, de betrokken ambtenaren maar ook ontwikkelende

daar belanghebbenden en geïnteresseerden bij betrok-

en bouwende partijen. Samenwerken met toekomstige

ken. De vraag die wij ons zelf en de participerende groep

bewoners om een gevarieerde woonwijk te realiseren

als eerste hebben gesteld is: “Hoe ziet deze woonwijk er

vraagt om een zorgvuldig proces dat is afgestemd op de

over 25 jaar uit?”. Dat heeft zes kernkwaliteiten voor de

vraagstukken die je onderweg kan tegenkomen. Als er

wijk opgeleverd. Deze kernkwaliteiten zijn de basis voor

bij deze partijen het plezier ontstaat om in de Veemarkt

het SPVE, het bestemmingsplan en het beeldregieplan.

aan de slag te gaan, gaat er iets ontstaan. Als dit concept in Utrecht niet lukt, lukt het nergens. Vooralsnog merk

Ruimte voor initiatief en een gevarieerde wijk met iden-

ik dat het beschikbare materiaal (het bestemmingsplan,

titeit zijn twee van deze kernkwaliteiten. Dat is dus het

het SPVE en het beeldregieplan) maar ook de methodiek

doel. Toekomstige bewoners betrekken – in welke vorm

van gronduitgifte, dit plezier nog niet in de weg staat. In

dan ook – bij het ontwerpen van hun eigen woning en da-

deze fase van plannen maken merk ik dat de flexibiliteit

gelijkse woonomgeving is dan het juiste middel. Als je de

die we in onze kaders hebben geborgd voldoende is.

inbreng van toekomstige bewoners serieus neemt, moet

De eerste schetsen genereren de dialoog en het plezier

je flexibiliteit bieden waar het kan en zekerheid bieden

dat we hadden gehoopt. De volgende stappen zijn de

waar het moet. Het SPVE biedt beide. Functioneel en

definitieve ontwerpen en bouwactiviteiten.

ruimtelijk is er flexibiliteit. Deze flexibiliteit levert een handvat voor een goede fasering, biedt maatwerk voor

Han Schraders is Adviseur stedelijke ontwikkeling

plannen op korte en langere termijn en geeft houvast bij

gemeente Utrecht, afdeling Stedenbouw.

het maken van een functioneel ontwerp voor de openbare ruimte gebaseerd op een matenplan. Duidelijkheid in


Aorta #12 // 23

TUssenruimte // Inja Architecten en An Architect

Co- creatie of particulier opdrachtgeverschap, is een houding. Van de initiatiefnemer of de toekomstige bewoner, de betrokken ambtenaren maar ook ontwikkelende en bouwende partijen.


24 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 7

De loze belofte van zelfbouw en de rol van particulieren in de stadsontwikkeling Anne Seghers // Studio Papaver in gesprek met Wouter Veldhuis (MUST)

Collectief particulier opdrachtgeverschap herbergt een

gaat van een groot aantal dwingende regels en

belofte voor een wezenlijk andere manier van stads-

voorwaarden. Bewoners hebben bij zelfbouwprojecten

ontwikkeling. Maar de huidige vorm waarop collectieve

alleen zeggenschap over hun eigen woning. Daarin is

zelfbouw in Nederland wordt ingezet, lost deze belofte

inderdaad sprake van ‘woonvrijheid’. Maar ze hebben

bij lange na niet in. Dit is de vaststelling van Wouter

geen zeggenschap over dingen die de woonomgeving

Veldhuis, stedebouwkundige en directeur van het

bepalen. En juist de kwaliteit van de woonomgeving is

bureau MUST stedebouw en tevens coördinator van de

wat een woning, plek en buurt duurzaam maakt. De

opleiding Stedebouw aan de Rotterdamse Academie van

manier waarop zelfbouw op dit moment georganiseerd

Bouwkunst.

wordt, gaat dus helemaal niet over samen een wijk of een stuk stad maken. Het gaat over zelf je individuele

“De vraag hoe je met particulieren een stuk stad maakt,

huis bouwen, binnen een soort Vinextypologie met een

is ontzettend interessant. Daar ligt een kans voor een

daaraan gekoppelde grondpolitiek en planningslogica.

hele andere, meer organische, vorm van stedelijke ontwikkeling. In de ‘traditionele’ stadsontwikkeling wordt

De collectieve zelfbouwprojecten Landhof in Eindhoven

immers gewerkt met grote investeringen aan de voor-

en de Contreie in Oosterhout illustreren dit. Hier lagen

kant van ontwikkeltrajecten: het bouwrijp maken van

kansen voor bewoners om zelf een wijk te ontwikkelen.

grote lappen grond, het aanleggen van wegen, kabels,

Met dat idee hebben wij als bureau de plannen gemaakt,

leidingen en riolering en het inrichten van de openbare

waarbij we nadrukkelijk streefden naar het loslaten

ruimte. Maar bij zelfbouw, met particulieren als finan-

van allerlei eisen die normaliter van bovenaf – door de

ciers, ontbreken de middelen om deze voorinvesteringen

gemeente – worden opgelegd. Bewoners kregen hier de

te kunnen doen. Het geld komt uit veel meer kleinere

kans om zelf een fijne woonomgeving te creëren, pas-

en verschillende portemonnees. De investeringen die

send bij de eigen woonwensen. Het resultaat valt tegen.

particulieren doen, gebeuren schoksgewijs, in kleinere

Wij dachten te werken aan bijzondere wijken die door

stapjes, passend bij het eigen tempo waarmee particu-

de inbreng van de bewoners ook op de lange termijn

lieren willen bouwen. Zelfbouw vraagt dus eigenlijk om

waardevol zijn. Maar de kopers/bewoners hebben een

een andere manier van grondpolitiek, met een ander

hele andere agenda. Zij willen simpelweg zo goedkoop

financieringsmechanisme.

mogelijk bouwen, met een grote focus op het woongenot bínnen de vier muren. Ze voelen geen verantwoordelijk-

Als ik kijk naar de projecten die nu via zelfbouw tot

heid voor een goede collectieve buitenruimte. Dat zien

stand komen, zie ik helemaal geen nieuwe manier van

zij toch als iets wat de gemeente voor zijn rekening moet

stadsontwikkeling. Want wanneer je met zelfbouw écht

nemen. Want het geld dat je als bewoner investeert in

een stuk stad zou maken, zou dit betekenen dat je zelf

een mooie speelplek in de wijk, of in een fijn stuk groen,

de locatie kiest waar je je huis wilt bouwen, dat je zelf

kan je niet meer uitgeven aan mooie inbouwapparatuur

bepaalt hoe groot dit stuk grond is, dat je zelf beslist

in de keuken. Dat is de redenering. De meeste zelf-

welke energievoorziening je neemt en dat je vrije keuze

bouwgroepen zijn in de praktijk niets anders dan kleine

hebt op het vlak van gebouwtypologie en functies. Maar

ontwikkelaars en zo gedragen ze zich ook als het gaat

dat is allemaal niet het geval in Nederland. Particulieren

om de collectieve ruimte. Dit gedrag wordt nog eens

kunnen kiezen uit lapjes grond die allemaal al verkaveld

versterkt door de kaders vanuit de gemeente en de

zijn, voor een prijs die vaak erg hoog is en vergezeld

adviseurs die hun begeleiden.


Aorta #12 // 25

Collectief particulier opdrachtgeverschap herbergt een belofte voor een wezenlijk andere manier van stadsontwikkeling.

Landhof en de Contreie zijn exemplarisch. Het laat zien dat de projecten die nu via collectief particulier opdrachtgeverschap tot stand komen, geen nieuwe gebiedsontwikkelingen zijn. Het is gewoon knetterharde traditionele stadsontwikkeling, die enkel op een andere manier gefinancierd wordt. De motieven voor zelfbouw zijn simpelweg verkeerd. Voor veel bouwende partijen is particulier opdrachtgeverschap een manier om de bouwstroom op gang te houden en om de consument geld uit de zakken te kloppen. Voor veel particulieren is het een manier om zo goedkoop mogelijk zoveel mogelijk vierkante meters te kunnen bouwen. De belofte om met collectieve zelfbouw te werken aan een andere manier van stadsontwikkeling is groot. Maar de resultaten laten tot nu toe zien dat het een loze belofte is. En volgens mij kan die belofte momenteel ook niet worden ingelost. Niet zolang zelfbouw moet plaatsvinden binnen het systeem van de traditionele gebiedsontwikkeling. Het systeem is daar helemaal niet geschikt voor. Een andere reden waarom deze belofte geen werkelijkheid wordt, is omdat de groep particuliere zelfbouwers niet geëmancipeerd genoeg is om daad­ werkelijk aan de ontwikkeling van een wijk of stuk stad te werken. Zij voelen niet de verantwoordelijkheid voor een kwalitatieve openbare ruimte. Pas als zowel de overheden als de particulieren los komen uit het systeem van de traditionele stadsontwikkeling, zie ik openingen voor het inlossen van deze belofte. Eerder niet.” Op uitnodiging van gemeente Almere heeft MUST stedebouw in 2007 gewerkt aan een ontwerpend onderzoek hoe je met particulieren een stuk stad kunt ontwikkelen, op een manier die losgekoppeld is van de traditionele mechanismen in gebiedsontwikkeling. De resultaten zijn hier te lezen.


26 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 8

Het lef hebben om los te laten Leen de Wit // Projectleider Veemarkt gemeente Utrecht

In de Veemarkt vinden allerlei vormen van particulier

Vraaggericht ontwikkelen en allerlei vormen particulier

opdrachtgeverschap plaats: particulieren kopen er

opdrachtgeverschap vragen ook op politiek vlak om de

bouwkavels per strookjes van 60 centimeter, bouw­

nodige flexibiliteit. Het vaststellen van een stedenbouw-

groepen kopen hele bouwvelden en professionele ont-

kundig programma van eisen, een bestemmingsplan,

wikkelaars geven vorm aan medeopdrachtgeverschap.

een beeldregieplan en een ontwikkelingsstrategie gaan eigenlijk allemaal over momentopnames. De volgende

Ik werk vanuit de gemeente Utrecht als projectleider

dag is de werkelijkheid buiten alweer veranderd. In

aan de ontwikkeling van de Veemarkt. Wat betekent dit

bovengenoemde plandocumenten zou het mogelijk

nu voor een gemeente? Een paar noties.

moeten zijn om te kiezen voor een subtiele combinatie van zekerheid en flexibiliteit. Dus dat enerzijds garanties

Centraal staat de verandering in de houding die nodig

vastgelegd worden, zoals wegprofielen en milieuregel-

is. Hebben we als gemeente het lef om los te laten?

geving, en dat er anderzijds de vrijheid is om in te spelen

Durven we in het ontwikkelingsstadium globalere be-

op de marktvraag, bijvoorbeeld via het veranderen van

stemmingsplannen vast te stellen, zodat het toekomstig

programma en functies van gebouwen. Ook politici en

gebruik niet volledig dichtgetimmerd is en zodat we nu

raadsleden zullen dan veel moeten oefenen in het

meer flexibiliteit faciliteren voor de toekomst? Kunnen

tussentijds bijstellen van plannen, voornemens en

we de neiging tot teveel sturen loslaten? Hoe gedetail-

principes. Want het kan dan gebeuren dat het steden-

leerd leggen we de beeldregieregels vast, hoe besteden

bouwkundig programma van eisen een bepaald pro-

we aan, hoe berekenen we de grondprijs en welke

gramma voorschrijft voor een specifieke plek, maar dat

contracten stellen we op? Elke dag is dit voor ons een

de ontwikkelingen in de markt vragen om dit programma

interessante zoektocht. Want loslaten, het organiseren

te veranderen. Denk bijvoorbeeld aan een bouwveld dat

van flexibiliteit en de traditionele rol van de gemeente

in het programma van eisen is bestemd voor grond­

als toetser en hoeder van het algemeen belang, zijn

gebonden woningen, terwijl zich in de praktijk een

geen natuurlijke vrienden van elkaar. In allerlei in-

enthousiaste groep ouderen meldt die daar apparte-

strumenten zit de beheersing ingebakken, zoals in het

menten wil bouwen. Wat doe je dan? En mogen zij een

Bouwbesluit, de grondexploitatie, de bestemmings­

voorkeurspositie of moet de gemeente de plek, conform

plannen en het woningbouwprogramma. Dit moet dus

de letter van de aanbestedingsregels, transparant aan

geleidelijk veranderen wil particulier opdrachtgever-

de markt aanbieden? Deze vragen en dilemma’s komen

schap een goede kans krijgen. Tegelijkertijd roept het

elke dag weer voorbij. Dit vraagt om een nauwe samen-

organiseren van meer vrijheid ook moeilijkheden op.

werking tussen projectleider van het bouwproject met

Want aan de ene kant wensen particuliere opdracht­

de wethouder en de gemeenteraad.

gevers meer vrijheidsgraden, maar aan de andere kant willen de buren rechtszekerheid over hun omgeving. En dat alles in een context van een mondige samenleving. Het organiseren van flexibiliteit en rechtszekerheid vraagt dus om zeer goed nadenken vooraf en het strak vastleggen van de essenties Dus welke ruimtelijke kwaliteit moet minimaal gerealiseerd worden? En verder het lef hebben om los te laten wat losgelaten kan worden. We oefenen daar elke dag op.


Aorta #12 // 27

More CowBell // Zofa architecten

De gemeente heeft dus nog een lange weg te gaan. Maar Utrecht zet wel hele goede stappen in de juiste richting. En zo zijn er meer veranderingen voor de gemeente. Bijvoorbeeld bij de Veemarkt, waar we de supervisor het mandaat hebben gegeven om met alle particulieren en projectontwikkelaars de gesprekken te voeren over de bouwplannen. Hij toetst de bouwplannen al in een zeer vroeg stadium, al bij het schetsontwerp. En vervolgens ook bij het voorlopig ontwerp en bij het definitief ontwerp. Bij goedkeuring zet hij er een stempel op, ook namens Welstand. Alleen in geval van een meningsverschil wordt het bouwplan toch nog geagendeerd bij de Welstand, die dan een soort arbiter in hoger beroep wordt. Volgens mij is dit een goede werkwijze, die de kwaliteitsdiscussie weer de plek geeft waar die hoort: aan het begin van het proces en aan tafel bij de architect, opdrachtgever en de hoeder van de samenhang, in ons geval de supervisor. Loslaten is lef hebben, en heel goed vooraf nadenken. Maar loslaten betekent ook open staan voor verrassingen. Uit gemeentelijk onderzoek onder verhuisgeneigden in de regio Utrecht blijkt dat circa tien procent van hen interesse heeft in woningen die tot stand komen via (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Voor mede­ opdrachtgeverschap is nog veel meer emplooi. Onze inschatting op basis van dit onderzoek is dat medeopdrachtgeverschap wel veertig tot vijftig procent van de marktvraag kan bedienen. Deze percentages halen we – zelfs – in Utrecht nog lang niet. We staan pas aan het begin van een radicale verandering in de ontwikkeling van woonwijken. Of liever: gemengde wijken waar weer mensen kunnen werken én wonen. De gemeente heeft dus nog een lange weg te gaan. Maar Utrecht zet wel hele goede stappen in de juiste richting. Leen de Wit // Programmamanager Veemarkt Leen de Wit is senior projectmanager bij de gemeente Utrecht. Onder andere voor projecten als Stationsgebied (Muziekpaleis), Leidsche Rijn (hoofd afdeling Maximapark), Herontwikkeling Veemarkt.


28 // Aorta #12

CO-CREATie // blog # 9

Zelfbouw: geen bijrol maar hoofdact in Almere Adri Duivesteijn // Wethouder Ruimtelijke Ordening Almere

Nog niet zo lang geleden maakte de Britse Housing Minister bekend een fonds te lanceren – liefst £30 miljoen groot – om projecten “simular to those at Almere” te stimuleren. De minister doelde daarmee op Homerus­ kwartier, Nederlands’ grootste zelfbouwwijk, gelegen in het nieuwe stadsdeel Almere Poort. Een gebied van zo’n honderd hectare groot, dat bewust is ingericht als staalkaart van opdrachtgeverschap. In Homeruskwartier wordt geëxperimenteerd met alle vormen van zelfbouw; individueel en collectief, grond­gebonden en gestapeld, goedkoop en duur. Een paar weken later reisde ik, op verzoek van diezelfde Housing Minister, af naar het Britse parlement, om onze ervaringen op het gebied van zelfbouw met de parlements­leden te delen. Het enthousiasme was groot, bijna overweldigend groot. De politici overseas waren “impressed by the large scale project underway in Almere” en beschouw(d)en de jonge polderstad als een inspirerend voorbeeld; met name het feit dat ook de lagere inkomensgroepen – huishoudens met een bruto jaarinkomen tot € 36.000 – in Almere de mogelijkheid krijgen een eigen woning te bouwen, sprak de Britten aan. Het blijft een vreemde gewaarwording dat, waar zelfbouw in het buitenland wordt neergezet als ware revolutie, het in Nederland slechts een rol in de marge speelt. Sinds de invoering van de Woningwet (1901) wordt onze woning­bouw gedomineerd door institutionele partijen, die in de loop der jaren steeds grootschaliger, marktgerichter en onpersoonlijker zijn geworden. Terwijl het wonen zo’n belangrijk onderdeel van ons leven is – ‘thuis’ is ieders vertrek- en eindpunt; de plek waar je je terugtrekt en van waaruit je de wereld betreedt – zijn wij de regie over het wonen, spijtig genoeg, kwijtgeraakt. Honderd jaar van onderwijs, emancipatie en individualisering hebben ons gevormd, maar op het beleidsterrein van het wonen zijn wij nog altijd afhankelijk van (het aanbod van) anderen.


Aorta #12 // 29

Homeruskwartier in Almere, het zelfbouwparadijs // Foto gemeente Almere

In Almere hebben wij deze traditionele bouwstructuur

In Almere zien wij waar het toe leidt als dat wél zo zou

radicaal doorbroken, en hebben we er, in lijn met het

zijn. Een wandeling door de zelfbouwgebieden – niet

Almere Principle ‘Mensen maken de stad’, principieel

alleen Homeruskwartier, maar ook Overgooi, Noorder-

voor gekozen het eerste recht op bouwgrond bij de

plassen West en Columbuskwartier – laat zien

mensen zelf neer te leggen. Het programma Ikbouw-

dat zelfbouw zorgt voor straten, wijken, steden die

mijnhuisinAlmere, dat in 2006 is geïntroduceerd, maakt

gedifferentieerder zijn, kleurrijker, interessanter.

zelfbouw op grote schaal mogelijk. Jaarlijks komt er een

Achter iedere voordeur schuilt een eigen verhaal, eigen

veelheid aan nieuwe kavels op de markt, verspreid over

wensen, dromen en fantasieën, en dat vertaalt zich in

de stad en in verschillende prijsklassen. Met de regeling

unieke plattegronden en verschijningsvormen. Het gaat

IkbouwbetaalbaarinAlmere, die dateert uit 2008, wordt

misschien wat ver om Almere als het beloofde land neer

zelfbouw ook bereikbaar voor de lagere inkomens­

te zetten, maar ik geloof oprecht dat steden beter worden

groepen. Een bijzonder contrast: waar de corporaties

– persoonlijker en meer flexibel – als wij niet alleen de

stellen dat sociale woningbouw onbetaalbaar is ge-

institutionele partijen, maar vooral de mensen zelf de

worden, hebben in Almere inmiddels zo’n driehonderd

kans geven om de stad te maken.

‘sociale’ huishoudens – die normaal gesproken achter in de rij mogen aansluiten – hun eigen huis gebouwd,

Adri Duivesteijn // Wethouder Almere

zonder enige vorm van subsidie. En misschien nog ver-

Adri Duivesteijn (PvdA) is wethouder Duurzame Ruim-

wonderlijker: de zelfgebouwde woningen zijn stuk voor

telijke Ontwikkeling in Almere. Als lid van de Tweede

stuk van hogere kwaliteit dan institutioneel gebouwde

Kamer (1994-2006) pleitte hij er al voor zelfbouw op grote

woningen.

schaal mogelijk te maken. In Almere bracht hij deze ambitie in de praktijk. www.ikbouwmijnhuisinalmere.nl

Hoe kan dat? Wij hebben de Britten uitgelegd dat het te maken heeft met de transitie naar een fundamenteel ander stelsel. Van aanbod- naar vraaggedreven woningbouw, van de grote naar de kleine schaal, van winstmaximalisatie naar woonmaximalisatie, van woonconsumenten naar woonproducenten. Met deze stelselwijzigingen verdwijnen tussenlagen, en dus de overhead kosten; iedere euro die een zelfbouwer heeft, wordt direct geïnvesteerd in mankracht en in materiaal. Maar waar wij in Engeland gehoor vonden – ik ontving onlangs nog een kaart met een uitgebreid thank you; de kennisuitwisseling heeft in Engeland veel teweeg gebracht – vormt zelfbouw in Nederland nog altijd geen substantieel onderdeel van de bouwstroom. Een wandeling door de zelfbouwgebieden – niet alleen Homerus­ Columbuskwartier – laat zien dat zelfbouw zorgt voor straten, wijken, steden die gedifferentieerder zijn, kleurrijker, interessanter.


30 // Aorta #12


Aorta #12 // 31

Met de herontwikkeling van het Veemarktterrein neemt Utrecht een grote stap in het mogelijk maken van collectief Ên parti­culier opdrachtgeverschap.


32 // Aorta #12

CO-CREATie // PRIJSVRAAG

Ideeënprijsvraag Veemarkt Locatie: Architectuurcentrum Aorta & Veemarktterrein Datum: 16 november 2011 t/m 1 april 2012 // Aantal deelnemers: 82 // Aantal bezoekers: 110 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht &Vereniging CPO Veemarkt

Eind 2010/ begin 2011 schreef Aorta een bijzondere

Deelname stond open voor alle Nederlandse

ideeënprijsvraag uit voor professionele ontwerpers, op

architecten, ingeschreven in het architecten­

initiatief van de vereniging CPO Veemarkt.

register van het BA. Particulieren konden deelnemen in een coalitie met een geregistreerd

Op het terrein van de huidige Veemarkthallen in Utrecht

architect.

worden de komende vijf jaar 550 woningen gebouwd. Bij de ontwikkeling van de Veemarkt krijgen particulier

Aorta ontving 82 inzendingen. De jury, bestaande

opdrachtgeverschap (PO) en collectief particulier op-

uit Roelof Bleker, ambassadeur Zelfbouw;

drachtgeverschap (CPO) volop de ruimte. Dit betekent

Anco Schut, voormalig hoofd stedenbouw

dat zowel individuele opdrachtgevers als groepen die

& monumenten gemeente Utrecht; Herald

iets willen bouwen, terecht kunnen op de Veemarkt. Pas

Roelevink, Dolte stedenbouw; Adrie van den

als dat niet lukt, kunnen andere partijen aan de slag.

Muysenberg, secretaris Vereniging CPO Veemarkt; Jurgen van der Ploeg, directie research-

De ideeënprijsvraag is bedoeld om toekomstige

en stedenbouwstudio van FARO architecten

particulier opdrachtgevers of groepen van particulier

en oprichter Taskforce CO2; Secretaris en

opdrachtgevers de mogelijkheden van het bouwen met

opsteller juryrapport (de secretaris heeft geen

een architect te laten zien.

stemrecht): Anne Luijten, publicist en hoofdredacteur Gebiedsontwikkeling.nu , koos twee

De opgave was: ontwikkel en presenteer een integrale

prijswinnaars en zes eervolle vermeldingen.

visie waarin de relatie tussen bouwveld, de woning en het binnenterrein zichtbaar wordt gemaakt. Werk

Alle inzendingen zijn gepubliceerd na afronding

vanuit deze visie de ruimtelijke consequenties uit voor

van de ideeënprijsvraag via de website van

één element (de individuele kavel of woning) en doe

Aorta en tentoonsgesteld. De maquettes en

een uitspraak over de relatie met het binnengebied (het

plannen zijn daarna meerdere keren getoond

object, het binnenterrein of het bouwblok als geheel).

tijdens informatiedagen voor de Veemarkt.

De ontwerpers moeten rekening houden met een aantal

Daarnaast ziet de gemeente Utrecht deze case

specifieke randvoorwaarden, die leidend zijn bij de

als een pilot en leertraject voor het faciliteren

Veemarktontwikkeling.

van (C)PO in Utrecht. http://www.aorta.nu/ideeenprijsvraag-veemarkt/

Toekomstige particulier opdrachtgevers of groepen van particulier opdrachtgevers de mogelijkheden van het bouwen met een architect te laten zien.


Aorta #12 // 33

More CowBell // Zofa architecten


34 // Aorta #12

CO-CREATie

Een ontwerp voor jou Locatie: Architectuurcentrum Aorta Datum: 23 april 2012 // Aantal deelnemers: 66 Samenwerkingspartner: Architectencafé

Zofa Architecten en Studio VY + Qupus zijn twee winnaars van de ideeënprijsvraag Veemarkt. Het team van het Groningse Zofa Architecten nam de eerste prijs in ontvangst. Hun ontwerp voor een stedelijk bouwblok getiteld ‘More CowBell’ werd geprezen om de duurzaamheid, slimme toepassing van standaardbouwproducten en de flexibele indeling van de woning. De tweede prijs ging naar Studio VY en Qupus voor hun ontwerp van vijftien woningen, met muziekstudio’s, ateliers en collectieve ontmoetingsruimtes. De jury roemt de vervlechting van collectiviteit en individualiteit. Verder waren er zes eervolle vermeldingen. Alle inzendingen en het juryrapport staan ook vermeld op de website van Aorta. Te bekijken via: http://www.aorta.nu/ideeenprijsvraag-veemarkt/ Zij presenteerden tijdens het Architectencafé hun ervaringen. Wat was bij hun inzending de uitdaging? Hoe kijken zij aan tegen collectief particulier opdrachtgeverschap en welke rol is daarbij voor de architect weggelegd? Hoe gaat het nu verder? De avond werd ingeleid door Eveline Paalvast van architectuurcentrum Aorta met een korte toelichting op de prijsvraag. In de pauze en na afloop was er gelegenheid om de maquettes en de plantoelichtingen te bekijken.


Aorta #12 // 35

Het ensemble // Studio VY + Qupus

Duurzaamheid, slimme toepassing van standaardbouwproducten en de flexibele indeling van de woning.


36 // Aorta #12


Aorta #12 // 37

Homeruskwartier Almere // Foto gemeente Almere


38 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // HET DEBAT IN DE STAD


Aorta #12 // 39

De Vechtclub // Foto Bram Petraeus

Stand van zaken 2012 Eind 2010 stond Utrecht aan de vooravond van de discussie over de leegstand in vastgoed. Met het regionale programma ‘Pak Leegstand kantoren aan’ werd een start gemaakt met de Utrechtse discussie. In 2011 en 2012 zijn wegen verkend en de eerste stappen gezet.

Achtergrond In 2010 stond zo’n 14% van de kantoorruimte in Nederland leeg, circa 8 miljoen m2. Dit staat gelijk aan de oppervlakte van ongeveer 1.100 voetbalvelden of 80 keer de Jaarbeurs van Utrecht. Op sommige bedrijventerreinen of kantoorparken gaat het zelfs om een derde van het totaal aan kantoorruimte. Deze leegstand zal in de toekomst naar verwachting verder toenemen. Enkele oorzaken zijn: gebrekkige afstemming tussen gemeenten en projectontwikkelaars, een beroepsbevolking die stabiel blijft en een toename van het aantal telewerkers- en flexwerkers. Lege kantoren betekenen verspilling van ruimte en kapitaal. Daarom wil het Rijk de groeiende leegstand terugdringen. Ze wil dit samen doen met gemeenten, provincies, banken, beleggers en projectontwikkelaars. In het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren dat in maart 2011 is verschenen, staan maatregelen beschreven. De aanpak van bestaande leegstand is echter maatwerk. Verdeeld over het land wordt binnen een regionale context ervaring opgedaan in toepassing van bestaande en nieuwe instrumenten en methoden gericht op transformatie, sloop, onteigening en herontwikkeling van gebieden.

De discussie De provincie Utrecht ondersteunt gemeenten en eigenaren bij transformatie naar een nuttig gebruik van leegstaande kantoorpanden, ondersteunt in informatievoorziening over wet- en regelgeving en ‘best practices’, ‘quick scans’, ‘ mediation’ en bij het doorlopen van procedures. De discussie over de schuldeigenaar (overheden of beleggers), onderhoud- en beheersvraagstukken, medewerking van de partijen in de gehele keten wordt in Utrecht gevoerd. Maar ook worden er steeds meer initiatieven ontplooid om deze discussie een stap verder te brengen naar realisatie en nieuwe innovatieve oplossingen.

Waar staan we nu? In Utrecht staat ongeveer 9 procent van de kantoorruimte leeg. De gemeente wil daarom de helft van de nieuwbouwplannen voor kantoren bevriezen. Op enkele locaties in de stad is nog kantorenbouw toegestaan. Veel eigenaren van leegstaande panden houden nog vast aan de kantoorfunctie. Daarom wil de gemeente procedures en regels zo veel mogelijk versnellen en vereenvoudigen. Utrecht werkt daarnaast aan een website waarin alle leegstand in kaart wordt gebracht en een Transformatieloket om eigenaren en projectontwikkelaars aan elkaar te koppelen. Het ombouwen van leegstaande kantoren tot hotels is een deel van het gemeentelijke plan uit 2012 om leegstand aan te pakken. Behalve voor hotels ziet de gemeente ook mogelijkheden voor studentencomplexen en culturele instellingen.


40 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #1

Herbestemmen is de nieuwe bouwopgave Frits van Dongen // Rijksbouwmeester

Stel dat we de Nederlandse bouwwereld als één vast-

worden ondergebracht. Dat is nog steeds het kenmerk

goedorganisatie zien. Hoe ziet dan die voorraad eruit?

van onze huidige bouwcultuur: tegen beter weten in

In welke staat van onderhoud is al het onroerend goed

vertrouwen op ongebreidelde groei.

in Nederland? Hoeveel woningen staan leeg? Hoeveel kerken? Hoeveel vierkante meter kantoorvloer? En wat

Er is geen enkele reden om de leegstandsproblematiek

staat er volgend jaar leeg? Heeft er ooit iemand naar dat

te onderschatten. Alleen al de huidige plannen van het

totaal gekeken, ook al weten we dat het een dynamische,

rijk, met zijn afstoot van gebouwen, gebieden en com-

steeds wisselende verzameling is? Er zijn wel schat-

plexen, omvatten, indien alle vierkante meters worden

tingen gedaan, zoals de inzending voor de Biënnale in

opgeteld, een oppervlakte die vergelijkbaar is met de

Venetië ‘Vacant NL’ uit 2010 liet zien met maquettes van

grootte van de provincie Utrecht. Tel dat maar eens op

maar liefst 4326 direct te betrekken panden, maar

bij de bestaande leegstandscijfers, waaronder alleen al

precies weten we het niet.

7 miljoen vierkante meter kantoorvloer.

De vorige rijksadviseur voor het cultureel erfgoed, Fons

Wie door de oogharen kijkt, en deze gebouwenvoorraad

Asselbergs, heeft in 2008 ‘De Oude Kaart van Nederland’

van de BV Nederland in de vingers wil krijgen, ziet al

geïntroduceerd, in een poging lege gebouwen in Neder-

snel dat grootschalige, gebiedsgerichte uitbreidingen

land in kaart te brengen. Hij beperkte zich toen vooral

bij steden of grotere vinex-achtige woonwijken niet

tot bijzonder vastgoed, zoals de leeggekomen gebouwen

meer aan de orde zijn. Eindbeeldplanologie kan inmid-

met een religieus of industrieel verleden. Logisch, want

dels, naast een begrip als ‘de maakbare samenleving’,

door de ontkerkelijking en de verschuiving van de eco­

bijgezet worden in het familiegraf van de Nederlandse

nomie naar dienstverlening kwamen kerken en fabrieken

ruimtelijke ordening. We gaan toe naar veel kleinschali-

het eerst leeg. Nu, slechts enkele jaren later, zien we

ger opgaven, bij voorkeur in bestaand bebouwd gebied,

op grote schaal het leegkomen van de eerste en wel-

met gebouwen die we multifunctioneel moeten gaan

licht tweede generatie vastgoed voor dienstverlening en

gebruiken en gebieden die stap voor stap in gebruik

consumentisme: kantoren, bedrijven en winkels zijn de

worden genomen. Maar ‘pandje voor pandje’ nadenken,

afgelopen 5 jaar in een enorm tempo leeggekomen, en

en bij ieder project weer opnieuw het ‘wiel’ uitvinden, is

het einde van die beweging is absoluut nog niet in zicht.

ook de oplossing niet: daarvoor is het probleem te grootschalig. We moeten op een meer generieke manier leren

Ondanks dat zie ik nog steeds nieuwbouw verschijnen

te kijken, zodat ook elders mogelijk hergebruik niet bij

op plekken waar in de directe omgeving vergelijkbare

voorbaat onmogelijk wordt gemaakt door regelgeving

gebouwen of complexen leegstaan. Bovendien zie ik te

of iets dergelijks. Lokale overheden moeten faciliterend

vaak nieuwbouw verschijnen waarvan het programma

anticiperen, en de Nederlandse bouwwereld ook.

net zo goed in een bestaand pand elders had kunnen

De kwalitatieve verbetering van de bestaande voorraad is het nieuwe bouwen.


Aorta #12 // 41

Laten we de nieuwe Nederlandse bouwcultuur de bouwcultuur van ‘omgaan met de bestaande voorraad’ noemen. De kwalitatieve verbetering van de bestaande voorraad is het Nieuwe Bouwen. Dáár moet de complete bouwkolom op worden ingericht. Bovenstaande laat evenwel onverlet dat er geen verbod op nieuwbouw hoeft te komen. Natuurlijk hebben we af en toe nieuwbouw nodig. Maar dan wel nieuwbouw die maximaal flexibel is qua indeling en gebruik. In ieder pand zou in principe alles moeten kunnen: wonen, werken, recreëren. Nu we zo langzamerhand de ‘Eeuw van het Hergebruik’ binnen­ treden, zal ik dit jaar alles in het werk stellen om de Nederlandse architectuur, net als in de jaren ’90, weer een exportproduct van jewelste te laten zijn; niet met iconen van sterarchitecten, maar met iconen van zorgvuldig hergebruik. Laat die Eeuw een ‘gouden’ zijn. Daarom zal in de komende rijksnota over het ruimtelijk ontwerp en het architectuurbeleid herbestemming een van de centrale onderwerpen zijn. Onze leegstaande gebouwenvoorraad vraagt om stevige actie. Niets doen is geen optie, want eens moet de rekening worden betaald. Herbestemmen is de nieuwe bouwopgave. De voorraad schreeuwt erom. Frits van Dongen // Rijksbouwmeester Frits van Dongen is sinds augustus 2011 aangetreden als Rijksbouwmeester. Naast zijn werk als architect en stedenbouwkundige is van Dongen als gastdocent verbonden aan verschillende nationale en internationale universiteiten en academies.


42 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #2

Probleemeigenaar gezocht Leegstand is een probleem, maar wiens probleem is het nu werkelijk? Mark Hendriks // TekstLandschap

In het VPRO-programma De Slag om Nederland ging

De uitzending van De Slag om Nederland legt een

het onlangs over de verhuizing van het hoofdkantoor van

probleem bloot dat in de aanpak van de kantorenleeg-

Cap Gemini van Papendorp naar een nieuwe kantoren­

stand te vaak onderbelicht is gebleven. Leegstand is

locatie in Leidsche Rijn. De verhuizing is gerucht­

voor velen een doorn in het oog, maar wiens probleem

makend omdat het consultancybedrijf voor de derde

is het nu werkelijk? Ik bedoel: iedereen erkent het

keer in korte tijd binnen Utrecht van onderkomen

probleem, iedereen oppert oplossingen, maar niemand

wisselt. Nog geen tien jaar geleden liet Cap Gemini een

neemt de verantwoordelijkheid. Als puntje bij paaltje

gebouw in Rijnsweerd leeg achter voor een splinter-

komt wijzen betrokken partijen vooral naar elkaar.

nieuw kantorencomplex op Papendorp. Nu staat het bedrijf weer op punt van verhuizen omdat het huidige

Het gebrek aan een duidelijke probleemeigenaar komt

pand niet zou voldoen aan de eisen van het zogenoemde

terug als we zelf een rondje langs de velden maken.

‘nieuwe werken’. Daarmee komt op de ambitieuze

De Nederlandsche Bank en de Delftse hoogleraar Hugo

kantorenlocatie Papendorp, dat niet eens voltooid is,

Priemus waarschuwen in de Volkskrant dat de virtuele

nu al tienduizend vierkante meter leeg te staan.

overwaarde van lege kantoren tot een nieuwe economische crisis zal leiden. Zij vinden dat de rijksoverheid

In een poging verhaal te halen over deze opmerkelijke

moet ingrijpen. Tegelijkertijd twittert Priemus’ collega

gang van zaken gingen de makers van De Slag om

Friso de Zeeuw – praktijkhoogleraar Gebiedsontwik-

Nederland van het kastje naar de muur. Cap Gemini

keling – dat leegstand helemaal geen maatschappelijk

wilde niet reageren. Zij zijn slechts huurder – en heb-

probleem is. En in een gesprek dat ik had met de

ben het recht om van locatie te wisselen wanneer hun

brancheverenging van projectontwikkelaars worden

bedrijfsvoering daarom vraagt. De eigenaar van het

de waarschuwingen van DNB en Priemus afgedaan

pand op Papendorp CBRE Global Investors wees met

als bangmakerij: ‘Het lost zich van zelf wel op. Op een

een beschuldigende vinger naar de gemeente Utrecht.

gegeven momenten schrijven vastgoedeigenaren lege

Die zou hebben nagelaten om te zorgen voor een goede

panden af, en dan worden ze uit de markt gehaald.’

openbaarvervoer verbinding en andere voorzieningen, waardoor het kantorenpark nooit de beloofde kwaliteit heeft gekregen. Het is dan, aldus CBRE, niet vreemd dat huurders als Cap Gemini wegtrekken. Wethouder Gilbert Isabella liet vervolgens weten dat hij aan handen en voeten gebonden is – maar dat ie graag beschikt over instrumenten om dit soort ongewenste verhuis­ bewegingen te stoppen.


Aorta #12 // 43

Iedereen erkent het probleem, iedereen oppert oplossingen, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid.

Maar in een artikel dat ik schreef voor het vaktijdschrift

Het zijn lovenswaardige en moedige pogingen, maar

Blauwe Kamer blijkt dat die eigenaren van lege kantoren

nog weinig effectief. Zolang een substantieel deel van de

over het algemeen de schouders ophalen. Deze veelal

betrokkenen de urgentie tot ingrijpen niet voelt, en het

ondoorgrondelijke pensioen- en beleggingsfondsen

andere deel niet bij machte is daadkrachtig op te treden,

– opvallend vaak afkomstig uit Duitsland en Rusland –

zullen dit soort oplossingen kansloos blijken.

bezitten over de hele wereld gebouwen. Van een paar lege panden in Nieuwegein of Maarssen wordt zo’n

Daar komt bij dat het merendeel van de architecten en

fonds niet warm of koud.

plannenmakers nog altijd denkt dat ze met ingenieuze masterplannen en wilde visies lege kantoren een tweede

Die gemeenten zien op hun beurt de alsmaar groeiende

leven kunnen geven – vaak in de vorm van tijdelijke

leegstand met angst en beven tegemoet. Teveel lege

ateliers voor kunstenaars, studentenwoningen en stads-

panden kunnen leiden tot het rotteappeleffect, waardoor

landbouw. Ze gaan daarmee voorbij aan de complexe

een leeg kantoor de kwaliteit en de waarde van omlig-

financiële en administratieve werkelijkheid en beseffen

gende woongebieden naar beneden haalt. Veel kunnen

niet dat de meeste vastgoedeigenaren leegstand niet als

de gemeenten niet doen: net als wethouder Isabella in

probleem ervaren. Als ze die houding willen veranderen,

Utrecht kunnen ze vastgoedeigenaren niet dwingen tot

moeten ze niet met stedenbouwkundige tekeningen aan

actie.

komen.

Ondertussen blijven al die partijen plan op plan stapelen

Mark Hendriks // TekstLandschap

om het leegstandsprobleem op te lossen. Landschaps-

Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks

organisaties en burgers pleiten voor een stop op de

als journalist, redacteur en auteur op het gebied van

bouw van nieuwe kantoren, wethouders willen leeg-

ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschaps­

standsboetes en fiscale maatregelen. Vastgoedexperts

architectuur.

roepen eigenaren op tot afwaarderen en ‘uit de markt halen’ van lege panden. Minister Schultz van Infra­ structuur en Milieu maakte kantorenleegstand zelfs onderdeel van haar beleid, maar komt vervolgens met het nogal abstracte Actieplan Aanpak Lege Kantoren. In De Slag om Nederland werd gepleit voor de invoering van een verwijderingsbijdrage – om zo de sloop van nutteloze kantoorgebouwen te financieren.


44 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #3

Stappenplan Mark Hendriks // TekstLandschap

Het rapport Wonen buiten kantoortijd is een gedegen

corporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

en stapsgewijze handleiding voor een succesvolle

stimuleren om met de transformatie van lege kantoren

transformatie van lege kantoorpanden. Toch slaat het

aan de slag te gaan. Je kan zeggen: het stappenplan is

stappenplan soms een stapje over.

een handreiking voor de door Frits van Dongen bepleite generieke manier van kijken.

In zijn bijdrage aan deze blog houdt Rijksbouwmeester Frits van Dongen een pleidooi voor de herbestemming

Waar andere handleidingen nogal eens blijven steken

van lege gebouwen. Hij noemt het tijdperk waarin we

in globale tips en adviezen, nemen de schrijvers van

verkeren ‘de eeuw van het hergebruik’: de Nederlandse

Wonen buiten kantoortijd ons stap voor stap mee door

bouwcultuur moet in het teken staan van het omgaan

het complexe transformatieproces – van initiatief en

met de bestaande voorraad. Van Dongen schrijft: ‘We

planvorming tot realisatie en beheer. We worden inge-

moeten op een generieke manier leren kijken, zodat

wijd in het bepalen van de financiële haalbaarheid, het

hergebruik niet bij voorbaat onmogelijk wordt gemaakt

maken van duidelijke afspraken met de eigenaar, het

door regelgeving of iets dergelijks. Lokale overheden

aanvragen van vergunningen en het vertalen van een

moeten faciliterend anticiperen, en de Nederlandse

programma van eisen naar een geschikte plattegrond.

bouwwereld ook.’

Het stappenplan bevat concrete tips over contracten, subsidies en de selectie van aannemers en installa-

Hoezeer maar weinigen het met de rijksbouwmeester

teurs. De opstellers voorzien met het stappenplan uit-

oneens zullen zijn, schept zijn betoog weinig nieuw

eenlopende partijen van wijze raad. Gemeenten kunnen

licht op het debat over leegstand. Het sleutelen aan de

een transformatieproces beter faciliteren door flexibel

bestaande stad is in de afgelopen jaren gemeengoed

met beleidsregels en wetgeving om te gaan. Corpora-

geworden. Van Dongens voorgangers Liesbeth van der

ties blijken bij uitstek geschikt als initiatiefnemer en

Pol en Mels Crouwel spraken er al van, evenals minis-

particulieren wordt aangeraden zich te verenigen in een

ters, wethouders en andere prominente ruimtelijke

bewonersstichting.

ordenaars. De oproep van de rijksbouwmeester tot een ‘faciliterend anticiperende overheid’ klinkt relevant,

Het gebruik van succesvolle voorbeelden, onder meer

evenals de constatering dat we op ‘een generieke manier

uit de Utrechtse regio, maakt de handleiding geloof-

moeten leren kijken’. Maar hoe Van Dongen dit voor zich

waardig. Zo is aan de Archimedeslaan op initiatief van

ziet – daarop krijgt de lezer geen antwoord.

de Stichting Tijdelijk Wonen een voormalig school­ gebouw omgebouwd tot 192 studentenkamers en

Mede daarom ontving ik vol verwachting het rapport

atelier-, expositie- en horecaruimte. De aanpak is voor-

Wonen buiten kantoortijd van de Stuurgroep Experimen-

beeldstellend. Met de eigenaar van het pand is overeen-

ten Volkshuisvesting (SEV), de gemeente Amsterdam

gekomen dat het gebouw tot 1 april 2017 gebruikt mag

en het Utrechtse samenwerkingsverband Transfor-

worden. Om kosten te dekken hebben toekomstige

matieteam. Het document is een handleiding voor de

bewoners meegewerkt aan de verbouwing, in ruil voor

permanente of tijdelijke ombouw van lege kantoren tot

tien procent korting op de huurprijs. De gemeente

woonruimte voor onder meer studenten en arbeids­

Utrecht droeg een steentje bij door borg te staan – iets

migranten. Het uitvoerige stappenplan moet overheden,

wat zij eerder deed bij de tijdelijke herbestemming van het KPN-kantoor aan de Kanaalweg.


Aorta #12 // 45

Ondanks de nuttige tips en adviezen geeft het stap-

Ten tweede wordt in het stappenplan voorbij gegaan aan

penplan geen antwoord op een tweetal fundamentele

een essentiële fase in de permanente transformatie van

vraagstukken in de strijd tegen kantorenleegstand. Ten

een leeg kantoorgebouw – de verkoop van het pand door

eerste schrijven de opstellers dat wanneer een pand in

de eigenaar aan een initiatiefnemer, zoals een corporatie

een afgelegen gebied staat, waar verder alleen maar

of ontwikkelaar. Dergelijk transacties verlopen moei-

kantoren staan en nauwelijks voorzieningen zijn, de kans

zaam, omdat het merendeel van de lege kantoren voor

op ombouw naar woningen vrijwel is uitgesloten. Daar

een te hoog bedrag in de boeken staat. Bij de verkoop

wringt de schoen – want vormen niet juist die kantoren

van een leeg kantoor rijst de vraag wie bereid is het ver-

op afgelegen en monofunctionele gebieden langs snel-

lies te nemen. Willen eigenaren hun bezit afwaarderen?

wegen, veelal gebouwd in de jaren zeventig en tachtig en

Of zijn initiatiefnemers bereid een te hoge prijs te

omgeven door een zee van groen en parkeerplaatsen,

betalen? Helaas bestaat voor dit soort dilemma’s nog

de kern van het leegstandsprobleem. Het stappenplan

geen stappenplan.

van de SEV, de gemeente Amsterdam en het Transformatieteam suggereert dat in dit soort gevallen eerst een

Mark Hendriks // TekstLandschap

gebiedsontwikkeling nodig is, waarbij ook de omliggende

Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist,

kantoorpanden worden aangepakt. We weten inmiddels:

redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw

dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

en landschaps­architectuur.

Ondanks de nuttige tips en adviezen geeft het stappenplan geen antwoord op een tweetal fundamentele vraagstukken in de strijd tegen kantorenleegstand […] kantoren in monofunctionele gebieden […] verkoop van het pand door de eigenaar aan een initiatiefnemer


46 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #4

Waardeverandering leegstaande kantoren Saskia Beer / Robert van Kats / Jan Wijnand Groenendaal // WKG architecten

Dit blog is gebaseerd op het onderzoek “herbestem­

samenwerkingspartners, merken ze dat zij “elkaars de

men, de nieuwe opgave voor de architect. Leegstand

taal” niet verstaan. Over verschillende begrippen lijkt

als duurzame businesscase” mede mogelijk gemaakt

iedereen het op het eerste gezicht met elkaar eens.

door het stimuleringsfonds voor architectuur en te

Echter wanneer je doorvraagt, blijkt er toch een spraak-

downloaden.

verwarring te heersen. Voor de ervaren bouwers heel herkenbaar, immers de vele bouwfouten ontstaan op dit

De toenemende leegstand van kantoorgebouwen is een

communicatieniveau.

signaal van de financiële crisis waarin we verkeren. Als je het beschouwt als een symptoom van de overgang

Uiteraard bepaalt geld in de businesscase of die haal-

naar een nieuwe maatschappelijke orde, voelt het meer

baar is of niet. Dat betekent niet dat de bottleneck in

aan als een intellectueel tekort. Dat betekent dat de

de financiële onderbouwing van een transformatie, de

nieuwe opgave waar we voor staan veel meer zal ingrij-

weigering is van de gebouweigenaar om af te waarde-

pen in ons professioneel bestaan.

ren. Ook al worden panden op zeer ongunstige locaties afgewaardeerd tot nul, dan nog is er op voorhand geen

Bij elke initiatief om een leegstaand gebouw een nieuwe

haalbare case, simpelweg omdat er geen vragende partij

bestemming te geven, gaat een haalbare businesscase

is. Juist daarom is een transparant en voor iedereen te

een essentiële rol vervullen. Daarbij is niet van belang

bevatten businesscase van zo’n groot belang. De eige-

of het initiatief komt van een architect, van een club

naar kan zien dat afwaardering nodig is, terwijl de nieuwe

eindgebruikers of van een investeerder, wat essentieel

vragende partijen ziet dat hun vraag serieus wordt

is voor het aanjagen van het transformatieproces is de

genomen. Een bijzondere rol is er voor degene die met

aanwezigheid van ondernemerschap, deze houding van

het concept komt en kan overtuigen akkoord te gaan met

zelfstandigheid, durf, initiatief en creativiteit, dient de

afwaardering enerzijds en investeren anderzijds.

businesscase te dragen. De inhoud, volgorde, aanpak en verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers kunnen

Hieruit wordt duidelijk dat de financieel georiënteerde

veel verschillende gedaantes aannemen en zullen in

partijen en de communicatief, creatief georiënteerde

eerste instantie moeilijk te herkennen zijn.

partijen elkaar nodig hebben. Het feit dat zij verschillende aspecten zo anders waarderen binnen het totaal-

De case zal maatwerk voor ogen moeten hebben, dat

proces, maakt dat er veel wrijving en misverstand kan

optimaal bij de wensen van de eindgebruiker in kwestie

optreden binnen de samenwerking. Het versterken van

aansluit.

het wederzijdse begrip en inzicht is dan ook een essentiële stap die niet vroeg genoeg kan worden gezet.

Binnen iedere businesscase dienen de betrokkenen samen te werken in een multidisciplinair team met kennis van locatie, regelgeving, techniek, creativiteit, communicatie en financiën. Dat team dient vanaf een vroeg stadium een efficiënt proces te volgen en een integraal en kloppend eindresultaat te borgen. Binnen dit team met alle verschillende belangen en expertises moet een gezamenlijk doel worden gevonden en bewaakt. Dit klinkt makkelijker dan het is. Partijen zijn gewend om binnen de bouwkolom te communiceren met de partij boven en onder zich. Als zij op een gelijkwaardig niveau worden geconfronteerd met


Aorta #12 // 47

Dat brengt ons terug bij de noodzaak van verandering in de intellectuele orde, die nodig is om deze nieuwe opgave aan te kunnen. Het begint bij een team met de verschillende expertises die gezamenlijk het risico dragen. Immers wanneer alle teamleden in gelijke mate financieel afhankelijk zijn van en belang hebben bij het succes van het transformatieproject, verdeelt het hun angst en onbevangenheid en maakt het eenvoudiger om vertrouwen in elkaar te hebben. Een belangrijk inzicht komt van de Amerikaanse marketinggoeroe Seth Godin, hij waarschuwt dat het meest onveilige dat je kunt doen in een snel veranderende economie en maatschappij, is het vasthouden aan oude veiligheden. Het is essentieel dat voor de partijen die het meest te verliezen hebben binnen de leegstandsproblematiek, een omgeving wordt gecreĂŤerd waarin zij meer vrijheid en vertrouwen voelen om hun oude werkwijzen los te laten en de broodnodige stap in een nieuwe toekomst te wagen. Jan Wijnand Groenendaal / Saskia Beer / Robert van Kats // WKG architecten WKG Architecten stelt dat de architect in de toekomstige bouwopgave haar rol opnieuw moet uitvinden. Aan de hand van twee casestudies onderzoekt WKG Architecten de nieuwe rolverdeling en samenwerkingen in het volledige bouwproces.

Herbestemmen, de nieuwe opgave voor de architect. Leegstand als duurzame businesscase


48 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #5

Leegstand in Papendorp Mark Hendriks // TekstLandschap

Volgens kenners is Papendorp het voorbeeld van een

kunnen ze hun werkplek niet verwoorden. Wanneer ik

goed kantorenpark. Maar zelfs daar slaat de leegstand

me omdraai kijk ik naar een kantorengebouw met de

toe.

bombastische naam De Citadel. Het mag niet baten: het pand is zo goed als leeg, op de bovenste verdieping

Een week nadat overheden, bouwers en investeerders

hangen rode posters van makelaar Waltmann.

onder grote mediabelangstelling een convenant sloten over een nieuw op te richten sloopfonds – voor de

In de noordelijke hoek van het kantorenpark staan voor

financiering van het zogenoemde ‘aan de markt ont-

het donkere KPN-gebouw glazen rookhokjes, waarin

trekken van lege kantoren’ – besloot ik op een warme

twee mannen eenzaam hun sigaret roken. Terwijl een

woensdagmiddag tot een spontane fietstocht over

grasmachine het gazon maait, tuur ik naar de bovenste

kantorenpark Papendorp. Ik nam me voor met een

verdiepingen. Nergens brandt licht en achter de ramen

onbevooroordeelde blik op pad te gaan. De fietsrit moest

is geen enkele activiteit te ontwaren – durf ik te stellen

een alledaagse rondgang worden – een doodgewoon

dat een deel van het KPN-kantoor leeg staat?

bezoek aan een alom gewaardeerd kantorenterrein. Aan de overkant zijn bouwvakkers bezig met de sloop Papendorp, in de oksel van de A2 en de A12, is immers

van het interieur van het Maximusgebouw – voor-

volgens velen de parel van de Utrechtse en Nederlandse

heen het onderkomen van de bedrijven Siemens en

kantorenmarkt. In 2009 won het stedenbouwkundig plan

GlaxoSmithKline. Tot mijn verbazing vertelt een van hen

van de bureaus West 8 en Wissing de prestigieuze

dat het kantoor een hotel wordt. Bij terugkomst vind

Rietveldprijs. Eindelijk, zo schreef de jury onder leiding

ik op internet het bericht dat het 4100 vierkante meter

van Dirk Sijmons, was het gelukt een bedrijven- en

grote gebouw verandert in een Holiday Inn-hotel met

kantorenpark te maken dat kon uitgroeien tot een

116 kamers, twee congreszalen en 82 parkeerplaatsen.

gewaardeerd onderdeel van de stad. Over de Orteliuslaan naar het zuiden tref ik meer lege Drie jaar later, komend vanuit Kanaleneiland over de

panden – in een gebouw met een kaal grasveld voor de

Prins Clausbrug, bekruipt me het gevoel dat Papendorp

deur zijn units beschikbaar vanaf tweeduizend vierkante

die belofte niet heeft waargemaakt. Natuurlijk, de archi-

meter, in het pand ernaast is 1885 vierkante meter vrij.

tectuur van veel panden maakt indruk, en het glooiende

Richting de A12 rijzen de hoge gebouwen op van Ahrend,

landschap van grasheuvels en waterpartijen is fraai.

Essent en CapGemini. Hier lijkt niets aan de hand, ware

Maar op de fiets overheersen leegte en vervreemding.

het niet dat CapGemini op het punt staat te verhuizen

Papendorp is geen schim van een volwaardig stadsdeel

naar een splinternieuw onderkomen in Leidsche Rijn –

– met name door het gebrek aan winkels en horeca, de

daarmee tienduizend vierkante meter vloeroppervlak

sympathieke en drukbezochte lunchroom De Steiger

achterlatend.

uitgezonderd. Bovendien stuit ik op een tamelijk onverwacht probleem: het schijnbaar succesvolle Papendorp

In dit deel van Papendorp is het rond lunchtijd wel druk

kampt met leegstand.

op straat. Kantoorlui lopen hun dagelijkse rondje over het volkstuinencomplex rondom de Groenewoudsedijk.

Onderaan de Prins Clausbrug valt mijn oog op een te-

Het ruikt er naar vers gemaaid gras en voor even waan

huur-bord aan de Orteliuslaan. In het betreffende pand

ik me in een andere wereld. Alles staat in bloei en

is 655 vierkante meter beschikbaar die in delen van 266

Utrechters zijn in de weer met de verbouw van groenten,

vierkante meter wordt aangeboden. Daarvan maken de

het snoeien van struiken en het verzorgen van de meest

conceptbedenkers van het bedrijf Rhinofly sinds kort

kleurrijke bloemen. Tussen de bomen zijn kantoorvilla’s

gebruik. Op hun website valt te lezen: ‘Verstopt in een

en de Prins Clausbrug net zichtbaar.

kantoorgebouw op een bedrijventerrein bevindt zich het best bewaarde geheim van Utrecht.’ Veel treffender


Aorta #12 // 49

Papendorp // Foto Wissing Stedebouw en Ruimtelijke Vormgeving

Als op termijn de fraai vormgegeven kantoorpanden niet meer voldoen aan de eisen van de nieuwe tijd, kunnen de gebouwen op Papendorp uitgroeien tot de zorgenkindjes van de leegstandsproblematiek

Ondanks een achteloos bezoek aan Papendorp, zijn zorgen over de toekomst niet misplaatst. Want buiten de volkstuinen blijkt Papendorp niet meer dan een monofunctioneel werkgebied aan de rand van een grote stad. Als op termijn de fraai vormgegeven kantoorpanden niet meer voldoen aan de eisen van de nieuwe tijd, kunnen de gebouwen op Papendorp uitgroeien tot de zorgenkindjes van de leegstandsproblematiek – zoals vandaag de dag de kantoorkolossen uit de jaren zeventig en tachtig op afgelegen terreinen, omgeven door groen en parkeerplaatsen, de kern van het probleem vormen. Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschaps­architectuur.


50 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #6

De viskar als trekker Mark Hendriks in gesprek met Zineb Seghrouchni // Studio Papaver

Met stedenbouwkundige Zineb Seghrouchni wandelde ik

Volgens de jonge stedenbouwkundige heeft het weinig

door het door leegstand geteisterde Merwedekwartier.

zin om per gebouw naar oplossingen te zoeken als het

‘Ontwerpers moeten niet met allerlei masterplannen

Merwedekwartier als geheel niet wordt aangepakt.

aan komen zetten.’

Seghrouchni wijst naar het water van het Merwede­ kanaal. ‘Moet je zien wat een prachtige structuur, met

Terwijl ik op bedrijven- en kantorenterrein Kanalen­

die bomen en het fietspad. Via dwarsverbindingen, die

eiland Merwedekwartier – tussen A12 en Beneluxlaan,

nu door allerlei hekwerken versperd worden, kan het

tussen kanaal en Europaweg – naar de platte winkel-

water vanaf meerdere plekken in het gebied beter

panden van een speelgoedketen en een elektronica­

toegankelijk worden. Een andere kwaliteit is de bereik-

handel tuur, met daarnaast het lege en vervallen pand

baarheid, niet alleen per auto, maar ook met de tram,

van een vertrokken meubelzaak, realiseer ik me dat dit

de bus en de fiets. De nieuwe generatie ondernemers

het centrum is van de bewierookte A12-zone, het gebied

en bedrijven is daar gevoelig voor.’

dat volgens de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en Houten moet uitgroeien tot een multifunctioneel en

Halverwege onze route – die niet alleen langs kantoren

dynamisch woonwerkgebied in het hart van de Utrechtse

leidt, maar ook langs een verfwinkel, een groothandel

stadsregio. Enigszins beduusd kijk ik om me heen: ik zie

in groente, een handelaar in luxe auto’s – vraag ik Zineb

niets dan eentonige gebouwen, een sleetse openbare

Seghrouchni wie in de vernieuwing van het Merwede­

ruimte, geparkeerde auto’s en veel hekken – de gewenste

kwartier de eerste stap moet zetten. Is dat de gemeente?

dynamiek is nog ver te zoeken.

Zijn dat de vastgoedeigenaren? De aanwezige huurders?

Naast me staat stedenbouwkundige Zineb Seghrouchni

‘De eerste stap,’ luidt het antwoord, ‘is dat via uitge-

van het Utrechtse bureau Studio Papaver. Zonder ironie

breide interviews in kaart gebracht wordt welke spelers

zegt zij: ‘De publiekstrekker staat verderop, de viskar

überhaupt bereid zijn tot het zetten van stappen. Welke

langs het Merwedekanaal. Daar halen de kantoormensen

partijen ervaren de leegstand en het monofunctionele

regelmatig een broodje.’

karakter als een probleem, welke betekenis heeft het Merwedekwartier voor hen? En zijn ze bereid inves-

In een gelegenheidsteam van stedenbouwkundigen,

teringen te doen?’ Na een moment: ‘Dat betekent dat

conceptontwikkelaars en vastgoedadviseurs onderzocht

ontwerpers zoals ik dus niet met allerlei masterplannen

Seghrouchni het afgelopen jaar de ontwikkelings­

moeten komen aanzetten over hoe het gebied eruit gaat

mogelijkheden van het monofunctionele Merwede­

zien. Pas door die gesprekken kan bepaald worden wat

kwartier – waar een groot deel van de kantoren

echt nodig is. Misschien zijn dat slechts enkele gerichte

structureel leeg staat. ‘Een deel van de Rabobank is

ingrepen, zoals de aanleg van openbaar groen of de

vertrokken’, vertelt ze tijdens een wandeling door het

bouw van een paviljoen. Wellicht moet een vereniging

voor mij nog onbekende werkgebied. ‘En binnenkort

van eigenaren worden opgericht voor het opknappen

verhuist de gemeentelijke ondersteuningsdienst naar

van de publieke ruimte. Misschien moeten we nog een

het nieuwe stadskantoor bij het station.’ In de verte zien

tijdje niks doen.’

we de vier niet eens zo lang geleden gebouwde kruisvormige kantoortorens – sinds enkele jaren kampen de meeste verdiepingen met fikse leegstand.


Aorta #12 // 51

Het spreken met de relevante stakeholders blijkt niet

Mark Hendriks // TekstLandschap

eenvoudig, zo ervoer Seghrouchni aan den lijve. Een deel

Onder de naam TekstLandschap werkt

bestaat uit ondoorgrondelijke partijen – de vier kruis­

ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur

vormige kantoorcomplexen zijn bijvoorbeeld in handen

en auteur op het gebied van ruimtelijke

van een Saoedische beleggingsmaatschappij die de

ordening, stedenbouw en landschaps­

exploitatie via een Londens concern heeft uitbesteed aan

architectuur.

het vastgoedadviesbedrijf Jones Lang LaSalle. ‘Zij zijn op zich geïnteresseerd, dat geldt ook voor de gemeente, de

Zineb Seghrouchni // Studio Papaver

provincie, de makelaars van DTZ Zadelhoff, de Utrechtse

Zineb Seghrouchni is stedebouwkundige

studentenhuisvesting’, aldus de stedenbouwkundige.

bij OKRA Landschapsarchitecten.

‘Maar voor een uitvoerige analyse heeft vooralsnog

Daarnaast is zij mede-oprichtster

niemand geld over.’

van Studio Papaver een ontwerpbureau voor tussentijdse stedebouw.

Seghrouchni is niet vies van enig pragmatisme.

www.studiopapaver.com

‘Misschien moeten we hier nog wat jaartjes wachten, tot de urgentie tot ingrijpen echt gevoeld wordt.’ Ze bladert door het magazine met de resultaten van het onderzoek. ‘Partijen moeten hard in hun portemonnee geraakt worden, willen ze overgaan tot actie. Kijk, hier staat dat de jaarlijkse huurderving in dit gebied meer dan veertien miljoen euro bedraagt. Dat zal alleen maar toenemen.’

De eerste stap is dat via uitgebreide interviews in kaart gebracht wordt welke spelers überhaupt bereid zijn tot het zetten van stappen in het Merwedekwartier


52 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #7

Kantorentop Mark Hendriks // Tekstlandschap

In het convenant Aanpak Kantorenleegstand bundelen

herontwikkeling en sloop. In zogenoemde ‘beperkings-

overheden en marktpartijen de krachten. De taak­

gebieden’ zullen zij geen nieuwe kantoren bouwen.

verdeling lijkt niet helemaal eerlijk.

Vastgoedinvesteerders zijn bereid zich niet alleen te richten op nieuwbouwplannen, maar mee te werken aan

In mijn eerste blog wierp ik de vraag op wiens probleem

de financiering van transformatie- en herontwikkelings-

de epidemische kantorenleegstand nu werkelijk is.

projecten. De marktpartijen staan dus voor concrete

Iedereen erkent het probleem, iedereen oppert oplos-

en ‘harde’ maatregelen – die in de buurt komen van de

singen, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid.

door Nicole Maarsen genoemde gedrags- en mentali-

Als puntje bij paaltje komt wijzen betrokken partijen

teitsverandering.

vooral naar elkaar. Tot welke maatregelen zijn rijk, provincies en gemeenten Deze zomer leek daar een einde aan te komen. Het

verplicht? In vergelijking met datgene de markt­partijen

afgelopen jaar sloegen overheden (rijk, provincies,

moeten doen, komen de overheidsverplichtingen in het

gemeenten) en marktpartijen (beleggers, ontwikkelaars,

convenant over als vrijblijvende taken en acties op het

vastgoedinvesteerders, gebruikers) de handen ineen en

gebied van beleidskaders en randvoorwaarden.

in juni presenteerden zij een convenant waarmee binnen

Zo dienen provincies en gemeenten, overigens in

vijf jaar een ‘goed functionerende kantorenmarkt’ moet

samenwerking met de al genoemde marktpartijen, per

worden bewerkstelligd. De ondertekenaars doelen op

kantorenregio – zoals Amsterdam, Utrecht en Eindho-

‘een kantorenvoorraad die beter toegesneden is op de

ven – een visie te maken op de wenselijke ontwikkeling

diverse gebruikersvragen qua kwaliteit, locaties, ge-

van de regionale kantorenvoorraad. Gemeenten doen

bouwfunctionaliteit en omvang’. Het convenant haalde

daarbij onderzoek naar allerlei financiële en juridische

de afgelopen maanden vooral het nieuws vanwege het

aspecten. Het rijk beperkt zich volgens het convenant

voornemen tot regionale kantoorfondsen waaruit de

tot het aanbieden van expertise en het onderzoeken van

sanering en sloop van lege kantoren gefinancierd kan

de wettelijke mogelijkheden voor het instellen van een

worden.

verplichte afdracht voor de kantorenfondsen.

Volgens Hans de Jonge, voorzitter van het samenwer-

Deze ongelijke verdeling in verplichtingen en taken

kingsverband met de veelzeggende naam Kantorentop,

wordt versterkt door een persbericht waarin demissionair

is het convenant een unicum: niet eerder toonden alle

minister Melanie Schultz van Haegen het convenant

relevante partijen zich eensgezind over de aanpak van

duidt als iets van lagere overheden en marktpartijen.

het leegstandsprobleem. Deelnemer Nicole Maarsen,

‘Ik heb er het volste vertrouwen in dat regionale markt-

bestuurslid van de vereniging van Nederlandse Project-

partijen hun verantwoordelijkheid nemen om dit

ontwikkelingmaatschappijen (NEPROM), stelt: ‘Voor het

ambitieuze convenant te laten slagen.’

eerst spreken we elkaar in de branche aan op gedrag.’ Het is de adder onder het gras – het is mooi dat alle De deelnemende partijen hebben zich in het convenant

betrokkenen de schouders onder het leegstandsprobleem

gecommitteerd aan uiteenlopende verplichtingen.

zetten, maar wat is dat waard als blijkt dat vooral beleg-

Beleggers, in veel gevallen de eigenaren van de lege

gers, investeerders en ontwikkelaars door het stof

kantoorpanden, zullen meer investeren in kwaliteitsver-

moeten, en de overheid zich beperkt tot het opstellen van

betering en verduurzaming van hun gebouwen. Zij gaan

regiovisies, het aanbieden van kennis en het verkennen

aan de slag met transformatieplannen voor kantoren die

van wettelijke mogelijkheden. Het wekt de indruk dat

langdurig leeg staan en op zoek naar nieuwe manieren

ook dit convenant doordrenkt is van de aloude opvatting

van taxeren – zodat lege kantoren niet voor een te hoge

dat marktpartijen moeten bloeden voor een kantoren-

waarde in de boekhouding terecht komen. Ontwikke-

crisis die ze zelf hebben veroorzaakt. Nog altijd roepen

laars hebben beloofd zich te richten op transformatie,

wethouders en gedeputeerden dat het hoog tijd wordt


Aorta #12 // 53

dat marktpartijen hun schuld inlossen. Daarmee gaan zij voorbij aan het feit dat overheden net zo schuldig zijn: gemeenten gaven vanwege financiële belangen aan de lopende band grond uit voor de bouw van kantoren, provincies en rijk verzuimden hun bevoegdheden te gebruiken om de kantorenmarkt in balans te houden. Het is ook maar de vraag of de overheid, en dan met name het rijk, de in het convenant gedane beloftes nakomen. We staan aan de vooravond van een nieuw kabinet en regeringskandidaten VVD en PvdA reppen met geen woord over de aanpak van leegstand. Tijdens het Ruimtelijk Verkiezingsdebat in Groningen lieten beide partijen weten niets te voelen voor een leegstandsheffing – laat staan voor een verplichte afdracht voor een regionaal kantorenfonds. Bovendien heeft Schultz’ collega op Binnenlandse Zaken, demissionair minister Spies, het onderzoek naar de wettelijke mogelijkheden van een kantorenfonds doorgeschoven naar de nieuwe regering. Mocht de formatie lang gaan duren, dan komt in ieder geval het rijk haar belangrijkste taak niet na. Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

Het is mooi dat alle betrokkenen de schouders onder het leegstandsprobleem zetten, maar wat is dat waard als blijkt dat vooral beleggers, investeerders en ontwikkelaars door het stof moeten, en de overheid zich beperkt tot het opstellen van regiovisies, het aanbieden van kennis en het verkennen van wettelijke mogelijkheden


54 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #8

Belastingkantoor Mark Hendriks // TekstLandschap

Een beroemd leeg gebouw in Utrecht is het voormalige

De gemeente en het RVOB waren minder uitgesproken.

kantoor van de Belastingdienst aan de Gerbrandys­

Volgens hen liet het onderzoek van DHV alleen zien dat

traat. Het afgelopen jaar spraken uiteenlopende

het niet uitgesproken voordelig is om het belasting­

partijen zich uit over de toekomst van het 35 jaar oude

kantoor te laten staan. Maar, benadrukten zij, alle opties

kantoorgebouw.

waren nog open.

Het begon in het najaar van 2011 met een zogenoemde

Dus besloten de gemeente en het RVOB tot een steden-

duurzaamheidsanalyse door ingenieursbureau DHV. De

bouwkundig programma van eisen (SPvE) over de ruim-

eigenaar van het gebouw, het Rijksvastgoed- en ontwik-

telijke en functionele mogelijkheden van het gebouw en

kelingsbedrijf (RVOB), en de gemeente Utrecht waren op

de locatie. In het voorjaar van 2012 kreeg het

een eerder moment overeen gekomen dat de locatie van

Rotterdamse bureau KAW de opdracht om de

het belastingkantoor geschikt is voor studenten- en

stedenbouw­kundige en architectonische potenties van

jongerenhuisvesting. DHV was in september door het

de plek te onderzoeken. Een belangrijke rol was weg­

RVOB gevraagd te onderzoeken welke variant de minste

gelegd voor de omwonenden die al eerder in het

milieubelasting oplevert: een transformatie van het

Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) – waarin het

kantoor tot woongebouw, waarbij het casco en de gevel

Belastingkantoor een van de locaties voor binnenstedelijk

grotendeels behouden blijven, of sloop en nieuwbouw.

bouwen is – hadden aangegeven dat de locatie wat hen

Volgens de onderzoekers van DHV blijkt sloop en nieuw-

betreft geschikt is voor een mix van wonen en werken,

bouw het meest duurzaam. In een persbericht lichtte

waarbij jongeren en studenten centraal staan.

adviseur Thomas Metz zijn bevindingen toe: ‘Op energetisch vlak scoort nieuwbouw substantieel beter. Door

Het stedenbouwkundig programma van eisen is voor

toepassing van de nieuwste bouwtechnische kennis zal

de zomer afgerond. De gemeente Utrecht stelt met het

nieuwbouw beter geïsoleerd zijn. Het huidige pand zal

SPvE alleen voorwaarden ten aanzien van de bestem-

door het behoud van de gevel niet het voor woningen

mingswijziging, de relatie met de buurt, de balans

gewenste akoestisch en thermisch comfort behalen.’

tussen huur en koop, parkeren, enzovoort. Over de keuze tussen sloop en transformatie doet zij geen uit-

De bevindingen van DHV waren voor RTV Utrecht

spraken. Ruud Hilhorst van de gemeente vertelt in een

aanleiding om halverwege oktober te melden dat het

telefoongesprek: ‘Er is veel mogelijk, zelfs voortgezet

Belastingkantoor gesloopt zou gaan worden. De uitzen-

kantoorgebruik. Onze voorkeur gaat uit naar een nieuwe

ding van de lokale tv-zender bleek voorbarig – er was

functie als woongebied. Maar of dat via transformatie

immers nog niets besloten. Uit allerlei hoeken kwamen

van het huidige gebouw gaat, of via nieuwbouw, is aan

protestgeluiden. Volgens het Transformatieteam onder

de ontwikkelaar die het pand koopt.’ Oftewel: het is aan

leiding van leegstandsexpert Jean Baptiste Benraad zou

‘de markt’ om de locatie van het belastingkantoor te

sloop en nieuwbouw te lang gaan duren – in het geval

herontwikkelen tot een nieuw en aantrekkelijk woon- en

van herontwikkeling van het bestaande gebouw zouden

werkgebied, de gemeente draagt een steentje bij door

de eerste bewoners volgens Benraad al na een jaar

bestemmingswijziging mogelijk te maken.

hun intrek kunnen nemen. De provincie Utrecht, die op formele gronden niets met de kwestie te maken had, liet bij monde van beleidsmedewerker Vincent van Esch weten dat zij een second opinion verlangden. De provincie vermoedde dat op basis van andere duurzaamheids­ aspecten de optie van transformatie alsnog goed uit de bus zou komen.


Aorta #12 // 55

Als het stedenbouwkundig programma van eisen de

Mark Hendriks // TekstLandschap

komende weken door het RVOB en de omwonenden

Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks

wordt goedgekeurd, kan het belastingkantoor in de

als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-

verkoop. Daarmee zijn we aanbeland bij twee bekende

telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

struikelblokken in de aanpak van kantorenleegstand. Ten eerste: zijn partijen geïnteresseerd in de aankoop van een leeg en gedateerd jarenzeventiggebouw? Ten tweede: is het RVOB bereid om het pand voor de marktprijs van de hand te doen? Nog maar kort geleden sloeg het RVOB een bod van de gemeente af omdat het niet overeen kwam met de boekwaarde. Het is de vraag of kopers bereid zijn om die boekwaarde – die hoger ligt dan de werkelijke marktwaarde – neer te leggen. Een punt van zorg is dat de locatie de komende jaren verkommert, met alle nadelige effecten voor de buurt tot gevolg. De gemeente kan meewerken aan een bestemmingswijziging, zolang dit niet aan de orde is lijkt ze aan handen en voeten gebonden. Ruud Hilhorst ziet een uitweg. ‘Als mensen hun huis en tuin laten verloederen, schrijven we hen aan. Mocht dit het geval zijn bij het Belastingkantoor zullen we het RVOB vragen daar iets aan te doen.’

Het is aan ‘de markt’ om de locatie van het belastingkantoor te herontwikkelen tot een nieuw en aantrekkelijk woon- en werkgebied


56 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #9

Smak Geld Mark Hendriks // TekstLandschap

In de kantorenwijk Merwestein staan op meerdere

Binnen enkele maanden waren alle appartementen,

straathoeken grote billboards waarop de verkoop van

studio’s en penthouses verkocht – voor bedragen van

nieuwe appartementen zijn aangekondigd. Zo wordt

rond de honderd- tot tweehonderdduizend euro. Het

een verlaten kantorenpand aan de Krijtwal omgebouwd

pand bleek geschikt vanwege de sterke betonstructuur

tot het veelbelovende Krijtstede – op de bijbehorende

en de ruime opzet. Op elke verdieping fungeert een

website aangeduid als ‘een kleinschalig woongebouw

centrale gang als ‘woonstraat’ met aan weerszijden

met dertig tweekamerappartementen, op loopafstand

voordeuren. Aan de straatkant hebben de appartementen

van een gezellig winkelcentrum, de sneltram naar

glazen balkonbakken – om zo geluidsoverlast door het

Utrecht en sportvoorzieningen’. Verderop wordt aan de

voorbijrazende verkeer te beperken.

Meentwal een kantoor getransformeerd tot het appartementencomplex Merowe, dialect voor Merwede.

Het project, met de idyllische naam Geinzicht, is een

De 38 studio’s en starterappartementen zijn volgens het

initiatief van projectontwikkelaar De Kade Vastgoed.

billboard ‘voorzien van tuin of balkon, gelegen in een

Architect Pascal van Loosbroek uit Tiel maakte het

rustige omgeving en te koop voor prijzen tussen de

ontwerp. In een telefoongesprek laat hij weten dat het

72 en 140 duizend euro’.

van belang is om vroegtijdig de potenties af te wegen. ‘Van tevoren stelde ik de vraag: “Waarom zouden we in

Op een grijze woensdagmorgen is het moeilijk voor-

dit pand appartementen maken?” Het antwoord bleek

stelbaar dat de blokvormige panden binnen een jaar

simpel: in Nieuwegein bestaat de woningvoorraad voor-

fungeren als nieuwe woongebouwen. Beide gebouwen

al uit eengezinswoningen die voor starters onbetaalbaar

lijken regelrecht uit een catalogus te komen en de hoge

zijn. Door dit kantoor om te bouwen tot een complex

spiegelramen geven de gebouwen een in zichzelf gekeerd

met tweekamerappartementen voorzien we in een

karakter. De omgeving, met name rond de Meentwal,

behoefte. Bovendien was de ligging in Merwestein

oogt winderig en verweesd, met aan de noordzijde een

essentieel: de tram stopt vlakbij, het vernieuwde

anoniem parkeerterrein. Toch zijn de aangeboden

Nieuwegeinse stadscentrum is op loopafstand, aan de

woningen in trek. Voor Merowe zijn reeds dertien wonin-

overkant ligt park Oudegein.’

gen verkocht en ook voor Krijtstede zijn de prognoses gunstig.

De hamvraag is hoe De Kade Vastgoed, met behulp van Van Loosbroek en anderen, het lege kantoor in handen

Het beste bewijs voor een succesvolle transformatie tot

heeft gekregen. Meestal lopen dit soort transformatie­

woongebouw is te vinden aan de Veenwal. Bouwvakkers

projecten stuk omdat kopers en pandeigenaren het niet

leggen momenteel de laatste hand aan de bouw van

eens worden over de prijs. Want: de verkoper wil de

34 starterswoningen in een twintig jaar oud kantoor-

boekwaarde, de koper geeft de marktwaarde.

gebouw. Het pand heeft een typische kantoorarchitectuur: witte grove baksteen, hoge spiegelramen op de

Het kantoor aan de Veenwal was eigendom van een

hoek, kleine ramen aan de achterkant. Aan de westkant

Zwitserse beleggingsmaatschappij. Bij aanvang vroeg

grenst het gebouw aan een complex van sociale huur-

die een astronomisch bedrag, aldus architect Van Loos-

woningen.

broek die geen specifieke bedragen wil noemen. ‘Laat ik het zo zeggen: ze wilden elf keer de huurwaarde.’ Hij vervolgt: ‘Wij hebben open kaart gespeeld en een helder plan gemaakt waarin we duidelijkheid gaven over kosten


Aorta #12 // 57

Herontwikkeling Merwestein // Loosbroek architecten

en opbrengsten. Met andere woorden: we konden ons bod heel goed onderbouwen.’ Uiteindelijk ging de Zwitserse belegger relatief snel akkoord. Naar de precieze reden kunnen we slechts raden. Het kan zomaar zijn dat ze het voorstel van De Kade en consorten inderdaad reëel vonden. Het voornemen van de Zwitsers om al hun Nederlandse kantoren van de hand te doen, kan eveneens de doorslag hebben gegeven. En het is ook nog denkbaar dat De Kade, ondanks een plausibel voorstel, alsnog heel veel geld heeft geboden. Ik neig naar het laatste – zeker toen Pascal van Loosbroek zich in het telefoongesprek liet ontglippen: ‘We hebben er gewoon een smak geld tegen aan gegooid.’ Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

In Nieuwegein worden steeds meer lege kantoren omgebouwd tot woongebouwen. Wat is het geheim achter dit schijnbare succes?


58 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #10

Fris geluid Mark Hendriks // TekstLandschap in gesprek met Klaas Beerda

Klaas Beerda van de gemeente Utrecht is positief over

Als eerste: de veelgehoorde klacht dat pandeigenaren,

de ombouw van lege kantoren. ‘Beleggers gaan steeds

zoals beleggers en pensioenfondsen, niet bereid zijn

vaker overstag.’

de waarde van hun gebouwen af te boeken, is volgens Beerda niet meer van deze tijd. ‘Ik zie dat de prijzen die

Als je zoals ik alles wilt weten over kantorenleegstand

eigenaren voor hun panden willen hebben niet meer

en herontwikkeling in Utrecht, ga je natuurlijk naar

sterk afwijken van de bedragen die geïnteresseerde

het gemeentelijke Transformatieloket. En als dat niet

kopers bieden. Dat was twee jaar geleden nog wel het

meer blijkt te bestaan maak je een afspraak met Klaas

geval – maar het gat is steeds kleiner geworden.’ Hij

Beerda, waarnemend manager van het programma

vervolgt: ‘Natuurlijk zijn er nog beleggers die niet willen

Transformatie en Leegstand. In dit programma brengt

afboeken, maar die hebben in de meeste gevallen nog

de gemeente in kaart welke leegstaande kantoren inte-

de verwachting dat hun lege gebouw binnen afzienbare

ressant zijn voor herontwikkeling – zoals de Neudeflat

tijd weer in gebruik komt als kantoor. Waar een dergelijk

en kantoren in Kanaleneiland en Rijnsweerd – en hoe de

perspectief ontbreekt, gaan beleggers steeds vaker

gemeente dergelijke transformaties kan begeleiden en

overstag.’

ondersteunen. Dan: volgens Beerda zijn er in Utrecht meer dan genoeg Ik ontmoet Beerda op zijn werkkamer in de kantoor­

private investeerders die bereid zijn geld te steken in de

toren aan het Rachmaninoffplantsoen, een gebouw dat

transformatie van een leeg kantoorgebouw. ‘We merken

na de opening van het nieuwe stadskantoor leeg komt.

het bij het pand van de Dienst Maatschappelijke Ontwik-

‘Met de drie gemeentekantoren aan de Ravellaan komt

keling aan de Kaatstraat. Ook dat gebouw komt vrij als

in deze buurt ongeveer 24 duizend vierkante meter

de dienst naar het stadskantoor verhuist. De eigenaar

vrij. In een door ons opgestelde gebiedsvisie zien we

wordt nu al regelmatig gebeld door investeerders.’ Dat

mogelijkheden deze panden om te bouwen tot woon-

is niet vreemd want zo’n gebouw heeft genoeg mogelijk-

complexen met voorzieningen op de begane grond. Ik

heden, aldus de programmaleider. ‘Het ligt dichtbij de

heb daar vertrouwen in – nu al hebben zich meerdere

binnenstad en er is in Utrecht een gebrek aan bepaalde

investeerders gemeld.’

segmenten, zoals studentenwoningen – er is een tekort van vierduizend eenheden – middeldure huurwoningen

Na me bijna een jaar te hebben ondergedompeld in de

en hotelvoorzieningen.’ De mogelijke investeerders

problematiek van de kantorenleegstand ben ik aange-

komen uit alle gelederen. ‘In Rijnsweerd bouwt vast-

naam verrast door het verfrissende geluid dat Klaas

goedondernemer De Waal het oude provinciehuis om tot

Beerda ten gehore brengt.

studentencomplex en een hotel. In 2011 kochten twee vastgoedbedrijven het lege Sint Antoniusziekenhuis in Kanaleneiland.’


Aorta #12 // 59

Verder: Beerda meent dat optie om lege panden te slopen

Tot slot het landelijke convenant Aanpak Kantorenleeg-

voor nieuwbouw vaker overwogen mag worden. ‘Het

stand: Beerda en zijn collega’s zien positieve punten,

is momenteel erg hip om alleen maar over hergebruik

maar zijn ook kritisch. Het idee voor een regionaal

te spreken. Maar soms is het slimmer om afscheid te

sloopfonds – voor de financiering van de afbraak van

nemen en iets nieuws neer zetten – zeker als dat leidt

lege kantoren – is voor Utrecht minder aantrekkelijk.

tot een product dat beter aansluit bij bijvoorbeeld de

‘Zo’n fonds werkt de prijsdaling die ik eerder noemde

woonbehoeften. In de grote steden lijkt het soms alsof

juist tegen. In plaats van over te gaan tot actie blijven

transformatie het grote doel is, terwijl het gaat om het

beleggers wachten – ze verwachten een bijdrage om hun

oplossen van de leegstand en het zorgen voor voldoende

gebouw af te breken. Het is bovendien niet correct om

woningen voor de juiste doelgroepen.’ Hij voegt toe: ‘Dat

met publiek geld de financiële pijn van private partijen te

betekent ook dat de gemeente een streng beleid voert

verzachten. De gemeente kan haar geld beter besteden

ten aanzien van de bouw van nieuwe kantoren. Zo hebben

aan de samenwerking met eigenaren die wel actie on-

we in Papendorp en Leidsche Rijn Centrum het aantal

dernemen. Want, zeg nou zelf, het is vervelend als een

uit te geven kavels flink teruggebracht.’

gedateerd kantoor leeg staat op een monofunctioneel bedrijventerrein als Lage Weide – maar het geeft minder last dan lege kantoren in een woonwijk.’ Mark Hendriks // TekstLandschap Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

De veelgehoorde klacht dat pandeigenaren, zoals beleggers en pensioenfondsen, niet bereid zijn de waarde van hun gebouwen af te boeken, is volgens Beerda niet meer van deze tijd.


60 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #11

De geheimen van Lage weide Mark Hendriks // TekstLandschap in gesprek met Erik Schep, wijkagent in Lage Weide

Met wijkagent Erik Schep langs de lege gebouwen

Lage Weide is een ware smeltkroes – in totaal zijn op

in bedrijvengebied Lage Weide. ‘Sommige worden

Lage Weide ruim duizend ondernemingen gevestigd.

gebruikt voor hennepkwekerijen.’

Tussen de zwaardere industrie langs het kanaal, zoals

De aanblik is mistroostig, helemaal op deze donkere en door sneeuw geteisterde decembermiddag. Aan de Reactorweg op bedrijven- en industrieterrein Lage Weide zijn een stuk of wat gebouwen aan hun lot overgelaten. Ruiten zijn dichtgetimmerd of gebroken, de muren en ramen zijn beklad met graffiti en rommel ontsiert het straatbeeld. Het kantoor op de hoek spant de kroon. De rode gevelplaten tonen sporen van verval, ruiten zijn ingeslagen en onkruid overwoekert de oprit. Met wijkagent Erik Schep tuur ik naar het verwaarloosde pand. ‘Dit soort gebouwen is in trek bij krakers’, vertelt de politieman terwijl hij het volume van zijn portofoon zachter zet. ‘Vooral in de zomermaanden is het raak. Ze breken in, beplakken de ramen met zwart landbouwzeil, slepen muziekapparatuur naar binnen en de houseparty kan beginnen. Zo’n feest trekt honderden bezoekers uit binnen- en buitenland.’ Sinds de zomer beëindigden Schep en zijn collega’s zeker vijf illegale feesten. ‘We komen binnen, stoppen de muziek en ontruimen het pand. Dan gaan we op zoek naar de initiatiefnemers – dat is makkelijker gezegd dan gedaan.’ De schade aan de gebouwen is groot en in de meeste gevallen blijft veel rotzooi achter. Schep: ‘Pandeigenaren proberen soms de kosten te verhalen op de organisatoren. Maar in veel gevallen geldt: van een kale kip kun je niet plukken.’ Lage Weide ligt tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de A2 en beschikt over 163.000 vierkante meter kantooroppervlak. Daarvan staat 30.000 leeg, ruim achttien procent. ‘Het werkt criminaliteit in de hand’, aldus Erik Schep. ‘Naast illegale feesten worden panden gekraakt voor bewoning. Sommige worden gebruikt voor hennepkwekerijen.’

weg- en waterbouwbedrijf Pouw en bouwonderneming Strukton, hebben kleinere ondernemers, zoals auto­ dealers en -slopers en aannemers, hun plek. Richting de snelweg neemt de variëteit toe: naast ‘grote jongens’ als Ziggo, SieMatic, Hema en KuehneNagel houden talloze lokale bedrijven kantoor op Lage Weide. De architectuur is net zo divers: van golfplaten werkplaatsen en prefab-kantoorpanden tot moderne glaspaleizen, van de typische jarentachtiggebouwen met grindgevels tot de fraaie kantoortoren van waterbedrijf Vitens. Tijdens de rondrit over het grootste bedrijventerrein van Utrecht vertelt agent Schep met enthousiasme over zijn werkgebied. ‘De ondernemers hier willen problemen en conflicten oplossen. Daarvoor zijn ze bereid investeringen te doen.’ Hij noemt de plaatselijke industrievereniging ILW en het keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) waarin ondernemers samen en met hulp van de gemeente en de politie, leegstand en criminaliteit te lijf gaan. Zelf is Schep een groot voorstander van leegstandsbeheer. ‘Kantoorruimte wordt tijdelijk in gebruik genomen voor studentenhuisvesting. Of startende ondernemers huren tegen een laag bedrag en voor een bepaalde periode een werkruimte.’ De agent vervolgt: ‘Leegstandsbeheer heeft veel voordelen. De kans op inbraak wordt kleiner. Het gebruik geeft het pand een positieve uitstraling, wat geïnteresseerde huurders over de streep kan trekken. En heel praktisch: de verwarming staat regelmatig aan, waardoor bijvoorbeeld schimmelplekken uitblijven.’


Aorta #12 // 61

Leegstandsbeheer heeft veel voordelen.

Het leegstandspercentage mag dan aanzienlijk zijn, een

Mark Hendriks // TekstLandschap

groot probleem is het vooralsnog niet, zo blijkt tijdens de

Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks

rondleiding. Dit komt vooral door de al genoemde veel-

als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-

zijdigheid van Lage Weide. Door de aanwezigheid van de

telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

A2, een spoorlijn en de haven is het gebied uitermate goed bereikbaar. De centrale ligging tussen Utrecht en Amsterdam maakt dat talloze bedrijven zich nog altijd in Lage Weide willen vestigen – ondanks de verpauperde aanblik en de troosteloze architectuur. Erik Schep wijst naar een reeks van piramidevormige kantoren in alle kleuren van de regenboog. ‘Ze voldoen waarschijnlijk niet aan de moderne vereisten, maar zijn sinds enkele maanden gewoon in gebruik door nieuwe bedrijven.’ Het gebied blijft zich volgens Schep vernieuwen – al is dat vaak niet zichtbaar. Een middagje op Lage Weide legt de best bewaarde geheimen bloot. Achter een voor­ malige Peugeotgarage kun je niet alleen leren skiën op een splinternieuwe borstelbaan, in een oude loods kun je tevens Poolse drank kopen. In een oude oliefabriek worden feesten en evenementen georganiseerd – Schep: ‘De NOS hield hier haar verkiezingsdebat’ – en in een massieve blokkendoos ligt een ijsbaan waar men oefent voor de beroemde Holiday on Ice-shows. Het fraai geheim ontdekken we in de zuidpunt van Lage Weide, in de oksel van de A2, tegenover het verpauperde pand met de rode gevelplaten. Daar is het voormalige AC-restaurant omgebouwd tot een restaurant en feestzaal. Erik Schep introduceert Aissa Alhauati, de in Marokko geboren initiatiefnemer. ‘We hebben aanvragen voor bruiloften, religieuze feesten, ga zo maar door’, vertelt de ondernemer terwijl hij ons de oosterse feestzaal laat zien. ‘Niet alleen van Marokkanen, ook van Hindoestanen, Turken, Surinamers.’ Op de vraag wat hij van de omgeving vindt, zegt Alhauati: ‘Het is niet het mooiste gebied, maar de bereikbaarheid is goed. Maar’, en hij wendt zich tot agent Schep: ‘Kan de bewegwijzering anders? Mijn bezoekers worden verkeerd gestuurd.’


62 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #12

Slapen op een kantorenpark Op Papendorp is een leeg kantoor omgebouwd tot hotel. De meeste gasten zijn zakenlui. Mark Hendriks // TekstLandschap

Op de loungebank zijn drie mannen in gesprek – de

Bij de receptie verhaalt Kos over het concept van zijn

voertaal is Duits. Een heer in pak telefoneert terwijl hij

hotel. ‘We betalen een zogenoemde franchise fee aan

naar een groot televisiescherm met de herhaling van

Holiday Inn, dat onderdeel is van de internationale

Pauw&Witteman staart. Bij het raam is een vrouw in

hotel­keten Intercontinental. In ruil mogen we de naam

de weer met haar laptop. Aan de receptioniste vraagt

en het logo voeren. De expressformule betekent dat we

ze hoe de wifiverbinding werkt. Het is dinsdagmiddag

betaalbare kamers bieden omdat bepaalde faciliteiten

en we zijn in de lobby van het Holiday Inn Expresshotel

ontbreken, zoals roomservice en een restaurant. Aan de

op kantorenpark Papendorp. ‘Lobby is eigenlijk niet het

andere kant: parkeren is gratis en het ontbijt bij de prijs

juiste woord’, zegt hotelmanager Klaas-Jan Kos. ‘We

inbegrepen.’

noemen het de great room.’ Het kantoor op Papendorp ‘dat al zes jaar leeg stond‘ In september opende het hotel haar deuren in een voor-

bleek direct geschikt als hotellocatie. Het pand is goed

malig kantoorgebouw aan de Van Deventerlaan. Het is

bereikbaar vanaf de A2 en de A12 en ligt op korte af-

een project van het Amsterdamse bedrijf Dutch Hotel

stand van het Utrechtse centrum. De meeste klanten

Partners (DHP), een zakelijk samenwerkingsverband

zijn dan ook zakenlieden op doorreis of die voor werk

van The Vincent Hotel Group en Interstate Hotels &

in Utrecht moeten zijn. ‘En’, voegt Klaas-Jan Kos toe,

Resorts. Het bedrijf richt zich op bestaande gebouwen –

‘in de omgeving zitten tal van potentiële klanten. De

eerder opende DHP hotels in lege kantoren bij Schiphol

afgelopen maanden sloot ik met verschillende bedrijven

en Sloterdijk. Nieuwe hotels zijn in de maak in panden

contracten, zodat zij hun overnachtingen voortaan in

in Den Haag, Rotterdam en Arnhem. ‘Wij bouwen nooit

ons hotel boeken.’ Hij vervolgt: ‘Dit betekent niet dat we

nieuwe gebouwen’, legt Kos uit. ‘In de transformatie

geen oog hebben voor toeristen. Ook in het weekend wil

van bestaande panden hebben de partners van DHP een

je gasten, daarom hebben we bijvoorbeeld een gratis

eigen taak. The Vincent Hotel Group draagt zorg voor

shuttle naar de binnenstad.’ Met de eigenaar van het

het voortraject, zoals het huurcontract en de ombouw.

pand kwam DHP een huurverbintenis van 25 jaar over-

Interstate is verantwoordelijk voor de exploitatie en het

een. Over de huurprijs wil manager Kos niets zeggen:

management.’

‘Maar je zou versteld staan van de hoogte.’ Wat ook hielp bij de transformatie: in het bestemmingsplan was voor het gebouw al een horecafunctie opgenomen. Het past bij de ambitie van de gemeente Utrecht om meer lege panden om te bouwen tot hotel, een streven dat volgens Kos niet door de hotellerie gesteund wordt. ‘De Utrechtse hotels hebben een zwaar jaar achter de rug. Meer hotels betekent meer concurrentie. Ons hotel mag in een ander segment zitten, we trekken hoe dan ook gasten die anders naar een hotel in de stad waren gegaan.’


Aorta #12 // 63

Het kantoor op Papendorp – dat al zes jaar leeg stond – bleek direct geschikt als hotellocatie.

De verbouwing van kantoor tot hotel door Mulderblauw

Mark Hendriks // TekstLandschap

Architecten uit Zoeterwoude had vooral betrekking

Onder de naam TekstLandschap werkt ir. Mark Hendriks

op het interieur. Aan de buitenzijde hoefde alleen een

als journalist, redacteur en auteur op het gebied van ruim-

brandtrap geplaatst te worden. ‘Het gebouw had al

telijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

kenmerken die voor een hotel belangrijk zijn’, vertelt Klaas-Jan Kos terwijl hij de ruime vergaderzalen laat zien. ‘Zoals een brede entree, een inpandige parkeer­ garage en hoge ramen.’ De grootste aanpassingen betroffen de inbouw van 118 kamers en veiligheidsvoorzieningen – een hotel heeft immers te maken met strengere voorschriften dan een kantoor. Daarbij kwamen de ruim duizend eisen die Holiday Inn zelf stelde. Kos: ‘De trap mag niet te steil zijn, de tegels in de badkamers moeten donkerblauw. Bij de ingang moeten dezelfde asbakken en bankjes staan als bij de andere 2600 expresshotels.’ Op de bovenste verdieping toont de hotelmanager twee kamers – standard rooms, de een wat groter dan de ander. De inrichting is modern en strak. Op de witverlichte gang staan om de paar meter witte palen – een relict uit de tijd dat het pand een kantoorfunctie had. ‘In de oude indeling lag de gang meer naar het midden, waar nu de grotere kamers zijn. Aan weerszijden waren dan de werkkamers.’ Door het raam zijn de flats van Kanaleneiland zichtbaar, daarboven de nieuwe Rabotoren bij het station. Kos wijst naar de vijver aan de voet van het hotel. ‘In de zomer zie je soms hazen lopen.’ Hij kijkt voor zich uit: ‘Ik zou het toejuichen als er meer recreatievoorzieningen komen, zoals bootjes. Het zou de levendigheid op Papendorp enorm vergroten.’


64 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // blog #13

De leegstandskaart als structuurvisie? Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl // temp.architecture

Op 1 juli 2008 werden gemeenten wettelijk verplicht om

Inmiddels heeft temp. ook de braakligging en leegstand

middels een structuurvisie op hoofdlijnen vast te leggen

van andere gemeenten in kaart gebracht. De discrepantie

waar zij toekomstige ontwikkelingen toelaten. Ongeveer

tussen deze kaarten en de vergezichten in de structuur-

op hetzelfde moment begon de vastgoedcrisis.

visies is groot. Interessant is te zien hoe gemeenten hiermee omgaan. Kunnen en willen zij improviseren of

Hielden aanvankelijk veel professionals uit de gemeen-

houden zij vast aan hun vergezichten?

telijke wereld en de ontwikkelbranche vol dat deze crisis wel zou overwaaien, inmiddels is duidelijk dat deze

Zo valt in Groningen het enorme binnenstedelijke

crisis onze nieuwe werkelijkheid is. Een nieuwe wer-

Suikerunie terrein op, dat sinds 2010 braak ligt en

kelijkheid die vooral wordt geplaagd door structurele

uitermate geschikt lijkt voor binnenstedelijk wonen. In

onzekerheid, zowel op het financieel-economische vlak

de structuurvisie echter is toekomstige woningbouw al

als op het politiek-juridische. De gebiedsontwikkeling

gelokaliseerd in het suburbane Meerstad. De gemeente

stagneert daardoor. Om de spaarzame kansen die zich

heeft aangegeven de braakliggende grond “vrij” te willen

nog voordoen te kunnen grijpen wordt van gemeenten

houden voor toekomstige generaties en denkt aan aller-

eerder een groot improvisatievermogen verwacht dan

hande vormen van tijdelijk gebruik. Zo zet zij alle zeilen

een ambtelijk vastgesteld vergezicht. Zijn structuur-

bij om zowel de afspraken in de structuurvisie overeind

visies nog wel een geloofwaardig instrument in deze

te houden alsmede de nieuwe werkelijkheid het hoofd te

nieuwe tijd?

bieden.

In 2010 maakten wij de eerste braakliggingskaart om-

In Heerlen gaat de gemeente anders met deze discre-

dat we met eigen ogen wilden zien hoe het nu zat met

pantie om. Hier wordt stoïcijns doorontwikkeld aan het

braakliggende bouwgronden in Amsterdam: waren dit

enorme Maankwartier, terwijl de leegstandskaart een

incidenten, zoals die collega’s uit de gemeentelijke

enorme hoeveelheid vacante ruimte toont, meestal

wereld en ontwikkelbranche zeiden, of ging het hier om

trouwens met een erfgoedstatus. De gemeente lijkt hier

een structureel fenomeen? De kaart wees uit dat in de

een enorme gok te nemen: kan het Maankwartier de

stad een oppervlak aan bouwgrond braak lag zo groot

stad zo’n nieuw elan geven dat de leegstand verdwijnt?

als IJburg II, één van de pijlers van de Amsterdamse

Of wordt het probleem van deze voormalige krimp­

structuurvisie-in-ontwikkeling. Vlak voordat deze

gemeente dadelijk alleen maar groter?

structuurvisie werd vastgesteld pikte het Parool deze rekensom op en maakte daarmee het verband tussen

De structuurvisie van de gemeente Utrecht gaat tot 2015

beide ontwikkelingen duidelijk voor een groot publiek.

vooral uit van herontwikkeling van bestaand stedelijk

Sindsdien woekert in het Amsterdamse de discussie

weefsel. De stad heeft blijkbaar vroegtijdig ingezet op

voort over het opspuiten van de nieuwe eilanden in het

transformatie, hiertoe ongetwijfeld gedwongen door de

IJmeer. Waarom wordt dit programma niet gewoon

eigen gemeentegrenzen. Wat opvalt is dat deze grote

gerealiseerd in de bestaande stad?

transformatieopgaven zijn gedacht in gebieden die momenteel met veel braakligging en leegstand kampen, zoals de stroken aan weerszijden van de verlegde A2 en de zone langs het Merwedekanaal. Tot zover vallen droom en werkelijkheid mooi samen.


Aorta #12 // 65

De discrepantie tussen deze kaarten en de vergezichten in de structuurvisies is groot. Interessant is te zien hoe gemeenten hiermee omgaan. Kunnen en willen zij improviseren of houden zij vast aan hun vergezichten?

Maar voor deze beoogde transformatie zet de gemeente

Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl //

ambitieus in op een “hoogstedelijk woonmilieu”. De

temp. architecture

veeleisende functie wonen moet dus in combinatie met

Maarten van Tuijl en Tom Bergevoet zijn

andere functies in hoge dichtheid worden gerealiseerd

samen oprichters van temp.architecture,

in een gebied met een complexe bestaande context.

een ontwerpbureau gespecialiseerd in

Dat met name in de Merwedestrook de ontwikkelingen

stedelijke transformaties. In april 2013

al een tijd lang muurvast zitten, geeft aan dat bij nader

komt hun boek “de Flexibele Stad” uit,

inzien droom en werkelijkheid toch nog best ver uit

waarin zij nieuwe instrumenten presen­

elkaar liggen.

teren voor stedelijke transformaties.

Ook Utrecht lijkt hiermee in spagaat. Het kan vast-

Braakligging NL

houden aan de structuurvisie en wachten totdat de omstandigheden weer zo gunstig zijn dat het beoogde hoogstedelijk woonmilieu daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Ons advies is echter het eigen improvi­ satievermogen aan te spreken. Is er een projectstart te bedenken die minder ambitieus is zonder dat het hoog-

utrecht utrecht

stedelijke perspectief aan de horizon verdwijnt? Is er een procesinrichting denkbaar die onverwachte wendingen op termijn nog kan opnemen? Het is onontkoombaar dat de werkelijkheid van braak­

rotterdam

ligging en leegstandskaarten betekenis krijgt in het domein van de structuurvisie. Hierbij hoort ook een ander instrumentarium waarmee kan worden geïmproviseerd, iets dat wellicht nieuw is voor ambtenaren en maastricht

beleidsmakers maar waarmee ze maar beter snel vertrouwd kunnen raken.

amsterdam

0 0

5000500m m

10


66 // Aorta #12

HERGEBRUIK VASTGOED // technasium

Kansen voor leegstand MOB vormgeving & educatie

Tweehonderdtwintig Technasiumleerlingen zijn in september 2012 aan de slag gegaan met leegstaande kantoorgebouwen in de provincie Utrecht. Op zoek naar een herbestemming maken deze jongeren gebruik van hun talent om ‘out of the box’ te denken. Vier middelbare scholen: ’t Hooghe Landt, Amersfoort; Cals College, Nieuwegein, Niftarlake College, Maarssen en het Gerrit Rietveld College uit Utrecht doen mee aan dit transformatieproject onder begeleiding van MOB vormgeving & educatie. Een samenwerking die is voortgekomen uit de inspiratiebijeenkomst ‘Laat duizend blokken bloeien’ (Aorta 2011). De ontwerpen zijn eind 2012 gepresenteerd. De vraagstukken voor de leerlingen waren wisselend.

Studentenhuisvesting ’t Hooghe Landt in Amersfoort heeft zich gericht op een herbestemming van kantoren tot studentenhuisvesting. Hierbij werd gekeken naar de indeling, woonvormen, huurprijs en de aantrekkelijkheid van de plek voor de doelgroep. Met een architect en een makelaar zijn ideeën uitgewerkt tot een concreet plan voor het kantoorpand Alpha 2 (Amersfoort). Conclusie van de werkgroepen was dat er niet “één waarheid” geldt, er zijn meerdere uitgangspunten mogelijk.

Sociale woningbouw Leerlingen van het Calscollege in Nieuwegein hebben als opdracht meegekregen om het kantoorpand aan de Bakenmonde 1 (Nieuwegein) opnieuw in te richten en de gevel aan te passen aan het nieuwe gebruik. De opdrachtgever wil sociale huurwoningen maken en verwachten een advies voor doelgroep geschiktheid. Ook hier bleek geen eenduidige waarheid. Het pand werd geschikt bevonden voor seniorenwoningen (een urgentie in het gemeentelijk beleid), voor starters op de woningmarkt, voor studentenwoningen met een directe sneltram verbinding naar Utrecht, voor tijdelijke huisvesting bij urgentie bijvoorbeeld bij een scheiding. Na deelonderzoek naar doelgroep, woninggrootte, betaalbaarheid hebben de leerlingen van de diverse scholen een ontwerp en een maquette gemaakt en zijn de concepten gepresenteerd. De projecten hebben bijgedragen aan de bewustwording van het maatschappelijke probleem, het vak van de architect, en hebben geleid tot een verbetering van vaardigheiden als analyseren, tekenen, presenteren, maquettes bouwen, werken voor opdrachtgevers en doelgroepen. Heeft het project nu nog geen vernieuwende invalshoeken opgeleverd; deze leerlingen zijn wel als de nieuwe generatie bouwers zich meer bewust van de mogelijkheden van de bestaande voorraad. MOB // Technasium MOB vormgeving en Educatie begeleid het Technasium project Kansen voor Leegstand. MOB is een advies en organisatiebureau voor onder andere educatietrajecten in de regio Utrecht.


Aorta #12 // 67

Technasium // Foto MOB

Op zoek naar een herbestemming.


68 // Aorta #12


Aorta #12 // 69

Transformatie leeg kantorencomplex tot Vechtclub XL // Foto Jorgen Koolwijk


70 // Aorta #12

CARTESIUS LAB // HET DEBAT IN DE STAD


Aorta #12 // 71

Werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk

Stand van zaken 2012 Bedrijventerrein Cartesiusweg is Utrechts meest binnenstedelijke bedrijventerrein. De laatste jaren is er weinig aandacht geweest voor de ontwikkeling van het gebied. Daar lijkt nu verandering in te komen. Met de visie Werkspoorkwartier heeft de gemeente richting gegeven voor de toekomst, waarbij een grote rol is weggelegd voor marktpartijen. Zowel de bedrijvenkring Cartesiusweg als (creatieve) initiatiefnemers en investeerders zien met de visie nieuwe kansen ontstaan om het bedrijventerrein nieuw leven in te blazen. Tegelijkertijd staan de economische crisis, een terugtrekkende overheid en beperkingen in de regelgeving de gewenste ontwikkelingen in de weg. Veel panden en loodsen staan leeg. Een aantal bedrijven wil het gebied verlaten. De daling in waarde van het vastgoed houdt dat in sommige gevallen tegen. Daarnaast vraagt de uitstraling van het gebied om hernieuwde aandacht. Zijn we in staat onder deze condities een vernieuwing op gang te brengen?

Achtergrond In 2012 heeft de gemeente Utrecht de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier aangenomen waarmee het richting wil geven aan de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Daaruit blijkt dat een geleidelijke, marktgestuurde ontwikkeling naar een binnenstedelijk kleinschaliger werkmilieu gewenst is. Uitgangspunten zijn inzetten op een mix van grootschalige en kleinschalige bedrijvigheid, aantrekken van creatieve industrie en stadsgeoriënteerde bedrijvigheid, bevorderen van verblijfskwaliteit, nadrukkelijk geen woonprogramma, wel functie­menging op ander gebied.

De discussie Met CARTESIUS LAB levert Aorta een bijdrage aan de transformatie van het bedrijventerrein door stakeholders, initiatiefnemers en ruimtelijk professionals in een meervoudig programma aan elkaar te verbinden. We bediscussiëren en onderzoeken de programmatische, ruimtelijke en financiële mogelijkheden voor de transformatie van het bedrijventerrein binnen de gestelde randvoorwaarden en daarbuiten en gaan we op zoek naar allianties die daaraan kunnen bijdragen.

Waar staan we nu? Anno december 2012 zijn de eerste stappen gezet: partijen weten elkaar te vinden, er zijn volop ideeën om het gebied verder te brengen, er is een duidelijke potentie en een voldoende massa om er echt wat van te maken. Nu het plan nog samen verder brengen.


72 // Aorta #12

cartesius lab // blog #1

Nieuw voer voor urban pioneers? Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

Ingedutte gebieden nieuw leven inblazen gaat tegen-

transformatie van het bedrijventerrein ten westen van

woordig altijd gepaard met de zogenaamde creatieve

de Cartesiusweg in diezelfde kinderschoenen. Ook dit

industrie. Sinds de welbekende Amerikaanse econoom

gebied, dat voorheen in gebruik was door het

Richard Florida, door sommigen niet helemaal onterecht

bedrijf Werkspoor, mag in de lift. Na het vertrek van

in de categorie ‘jeuk’ geplaatst, met zijn creative class

de Werkspoor-bedrijvigheid wordt het gekenmerkt door

op de proppen kwam, zijn ze niet meer te stuiten.

een mix van traditionele bedrijven met stadsverzorgende

De urban pioneers, vaak uit de hoek van kunst, cultuur,

diensten, kantoren, creatieve bedrijven, kunstateliers

architectuur, stedenbouw of projectontwikkeling,

en vrijetijdsbestemmingen. Een gebied zonder eenheid,

kunnen er wat van; het ene na het andere schitterende

maar met veel contrasten – aldus de gemeente.

initiatief ziet het levenslicht. Ligt er een terreintje braak, geen nood: de urban pioneers zijn onderweg!

Het bedrijventerrein Cartesiusweg ligt globaal tussen de sporen naar Amsterdam en Rotterdam, het Amsterdam

Je kunt er gekscherend over doen, en wellicht krijgen

Rijnkanaal en de Cartesiusweg in. Na de aanleg van

de urban pioneers wat veel ruimte, maar feit is wel dat

Leidsche Rijn is het gebied steeds centraler in de stad

zij tenminste reuring weten te brengen. Komen met

komen te liggen; met de auto kom je er minder makkelijk

plannen die in ieder geval snel tot een resultaat kunnen

dan voorheen. En toch zit Van der Wal, een landelijk

leiden, tijdelijk of voor de langere termijn. Grootschalige

georiënteerde vervoerder (nog) op het terrein. Zo ook de

masterplannen zijn passé, dat weten we allemaal. Geld

nationaal publiek trekkende Central Studio’s, en niet te

is op, tijd is op en het geduld is bij sommigen ook op.

vergeten energieleveranciers Nuon en Eneco. Zitten die

Alsmaar steggelen over grote lappen grond, met finan-

nog wel goed op dit binnenstedelijke bedrijventerrein?

cieel gewin als enige oogmerk – gelukkig behoort die

En passen zij in het door de gemeente neergelegde

attitude tot het verleden. En kunnen we nu over tot de

verhaal over broedplaats voor creatieve industrie, urban

orde van de dag, rekening houden met de geest van de

culture en een werklandschap voor stadsgeoriënteerde

plek, bestaande bedrijvigheid, bewoners, lokale initiatie-

en creatieve bedrijvigheid?

ven en gebruikmaken van de energie die er al is. De sky is niet meer de limit, nee, we gaan uit van kwaliteiten

Ontwikkelaar TCN staat al te trappelen, en met hen

die er al zijn. Eindelijk!

meerdere nieuwe verhalenvertellers, meest uit dezelfde branche. Vanuit de gemeente zijn de sterke- en zwakke

Het zijn goede gedachten, maar de uitvoering is nog

kanten, de ontwikkelingspotentie, de kaders voor milieu­

onwennig. Kijk maar naar de herontwikkeling van het

hinder en geluidscontouren, èn de identiteit voor het

Haagse bedrijventerrein de Binckhorst – daar moet en

gebied vastgelegd in een visie die de bandbreedte op

mag van alles organisch ontstaan, maar hoe doe je dat?

verschillende onderwerpen aangeeft. De ontwikkelings-

Als gemeente wil je wel wat, maar teveel regie uit

visie Werkspoorkwartier, omdat de gemeente het terrein

handen geven blijkt nog eng. In Utrecht staat de

niet wil verwarren met de westelijk van de Cartesiusweg


Aorta #12 // 73

Interieur werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk

gelegen Cartesiusdriehoek. Eind mei zal de gemeente­ raad er ook een zinnig woord over zeggen. Laten we hopen dat het niet alleen de urban pioneers zijn die in dit gebied aan hun trekken mogen komen. Door de mix van bedrijvigheid zijn er namelijk tal van initiatieven die de kop opsteken, ook van ondernemers die al jarenlang op het terrein gevestigd zijn. Neem de metaal- en lasmannen van Fast Fabrications, zij werken al hun hele leven op het industriegebied en vertellen vol trots hoe zij gebruikmaken van de insteekhaven aan het Amsterdam Rijnkanaal om hun zware en grote producten naar bijvoorbeeld Nigeria te verschepen. Dat ze nu, zij het tijdelijk, het pand aan de Tractieweg 50 bevolken – het laatste gebouw van het bedrijf Werkspoor dat nog in de originele functie draait – maakt hun verhaal en plan voor hergebruik op de langere termijn natuurlijk heel speciaal. Ook dit is de geest van de plek, juist dit. Laten we daarom hopen dat Utrecht zich niet alleen op de welbekende urban pioneers richt. Het op dit moment al goed gemengde gebied aan de Cartesius­ weg verdient een aanpak die rekening houdt met àlle bestaande kwaliteiten. En naast nieuw voer voor urban pioneers biedt dat ook voldoende kansen voor de onder­ nemers die hier al jarenlang hun plek hebben, het terrein in alle finesses kennen èn het in veel gevallen in iedere vezel van hun lijf hebben zitten. Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

Bedrijventerrein Cartesiusweg broedplaats voor crea­ tieve industrie, urban culture en een werklandschap voor stadsgeoriënteerde en creatieve bedrijvigheid?


74 // Aorta #12

cartesius lab // blog #2

Op zoek naar inspiratie Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

Tractieweg 41, Cartesiusgebied Utrecht. Een mooi

op een kroeg of een bovenkamer en is zeker geen kille

voorbeeld van tijdelijk anders bestemmen. Hier huist

verzameling bureaus. Het gaat volgens Pickkers om:

de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) met het

‘Denken, doen, maken, vernieuwen en zijn. Kortom, om

ateliergebouw. Achter de ramen vele achterkanten van

een inspirerende plek.’ Zo’n ‘Broedplaats 3.0’ is vooral

kunstwerken in wording. Binnen de sfeer van creativiteit,

productieruimte voor materiële en immateriële goederen,

maken en dingen in ontwikkeling – op een losse manier.

zoals ze dat in Vlaanderen zo mooi weten te zeggen. Het

Struikel niet over stukken hout of een kinderwagen en

is niet alleen mooi gezegd, maar strategisch ook zeer

laat je niet verleiden door de heerlijk pasta’s die in een

handig. In het gebied gelden, op grond van regionaal

geïmproviseerde keuken klaarstaan voor de lunch.

beleid, namelijk restricties voor de ontwikkeling van nieuwe kantoren. Door de omschrijving van de

Nee, wij gaan een hokje verder: naar een klein zaaltje

zuiderburen kan de kantoorfunctie, die ook bij de crea-

met collegestoeltjes (met van die leuningen die een

tieve industrie onvermijdelijk is, mooi onder de noemer

tafeltje vormen eenmaal neergeklapt voor je neus). Een

‘creatieve bedrijvigheid’ (horeca, atelier, productie,

heel andere sfeer, dat moet gezegd. Achterin keurige

kleinschalige bedrijvigheid) worden weggezet.

broodjes, koffie, thee en sap. Voorin de zaal de onvermijdelijke beamer. Wat doen we hier? In deze bubbel van

Want, hoewel de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier

ernst tussen alle creativiteit? We gaan in gesprek over

rept over een werklandschap, volgens de huidige regel-

de plannen voor het Cartesiusgebied, tijdens een door

geving passen kleinschalige kantoren hier niet. Dat dit

Architectuurcentrum Aorta georganiseerde middag.

de verkoopbaarheid van de panden en het rendement van de investeerders beperkt, zit Wim Pot (Bedrijven-

Leen de Wit (gemeente Utrecht) geeft een korte toe-

kring Cartesius en Pot Verhuizingen) goed dwars. Ook

lichting op de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier,

de focus op sec binnenstedelijke bedrijvigheid is voor

de naam waarmee de gemeente het westelijk deel van

ondernemers niet aantrekkelijk, meent hij. Juist de

het Cartesiusgebied wil onderscheiden van de driehoek

bereikbaarheid op nationaal niveau (Utrecht ligt tenslotte

aan de overzijde van de Cartesiusweg. Het gebied moet

heel centraal in het land, redeneert Pot) is voor trans-

transformeren tot creatieve zone. Een stadsgeoriënteerd

portbedrijven een cruciale factor. Leen de Wit legt uit dat

werklandschap waar de pioniersgeest, ambachtelijkheid

voor die nationale focus andere bedrijventerreinen beter

en industriële bedrijvigheid hand in hand gaan. Waar

gesitueerd zijn, denk aan Lage Weide, Papendorp...

stap voor stap kansen die zich voordoen worden benut.

Feit is nu eenmaal dat het Cartesiusgebied door de uit-

Niet omschreven in een ruimtelijk kader, maar via een

breiding van de stad steeds meer in het hart van Utrecht

ruimtelijk perspectief. Een ‘leidraad’ die prozaïsch is

is komen te liggen. Dat maakt het gebied ook kwetsbaar

vervat in het ‘Het verhaal Werkspoorkwartier 2025’.

en daarom moet je keuzes maken, aldus De Wit.

Onder de toehoorders raadsleden, ondernemers,

Het Cartesiusgebied zou volgens die gedachtegang meer

ambtenaren, bewoners en natuurlijk ook partijen met

aan de omliggende wijken gekoppeld moeten worden,

prachtige plannen – één zelfs al klip en klaar gevat in

zodat er ook ’s avonds meer te beleven is. Maar die

een maquette. ‘Soms moet je je nek uitsteken,’ zegt

levendigheid zal niet van nieuwe bewoners komen; de

Bas Pickkers (Pickkers Consult). Eén van de geestelijk

functie wonen is hier namelijk uitgesloten. Een doorn

vaders achter Connecting Cartesius. Een club ontwik-

in het oog van Jeroen van de Kraats (TCN). Hij vindt het

kelaars en communicatiedeskundigen die dolgraag het

te voorbarig om op voorhand niet te kiezen voor wonen.

pand aan de Tractieweg 50 zou herontwikkelen, nu de

Daar kun je ook afspraken over maken, vindt hij: ‘Een

gemeente het in de verkoop zet.

levendige stadswijk, die 24 uur per dag aantrekkelijk is, kan bijna niet zonder bewoners.’ Roos de Haan (Wijk-

Pickkers en consorten willen hier graag het kantoor

raad West) woont sinds kort in de Schepenbuurt, die

van de eenentwintigste eeuw realiseren. Dat lijkt meer

grenst aan het Cartesiusgebied. Zij weet wel wat


Aorta #12 // 75

Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk

Het gebied moet transformeren tot creatieve zone. manieren om meer levendigheid op het terrein te krijgen: een aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte waar je als jogger, skater en fietser een lekker rondje kan maken. En een fijne verblijfsruimte aan het water. De oude insteekhaven is in potentie een prachtige plek, vindt Roos. Maar in de plannen ziet ze daar tot dusver niet veel van terug. Ook deze middag is voor haar verwarrend: de gemeente presenteert een visie, die nog moet worden vastgesteld door de gemeenteraad, en er staat al een kant-en-klare maquette van een plan dat misschien helemaal niet uitgevoerd gaat worden. Achterin de zaal wordt instemmend geknikt en druk gemompeld. Het zijn de mannen van Fast Fabrications, het metaal- en lasbedrijf dat nu tijdelijk gehuisvest is aan de Tractieweg 50. Ze zijn haastig binnen komen schuifelen en willen de discussie voor geen goud missen. Ook zij hebben namelijk plannen met dit gebouw, vooral ook omdat ze er zelf graag willen blijven. Gezien de geschiedenis van het Werkspoorbedrijf en vanwege de gunstige ligging aan het water. Vol trots nemen ze de toehoorders mee naar de overkant van de straat en leggen uit wat ze van plan zijn: een deel van de ruimte (175 meter lang en 25 meter breed) hebben ze nodig voor hun productiewerkzaam­ heden, maar een ander deel kan prima worden verhuurd aan andere bedrijvigheid. De betrokkenheid en het enthousiasme zijn groot, het ontroert en prikkelt. Helaas niet bij iedereen voor lange tijd. Als we in de bus stappen om te kijken hoe de voormalige fabriek van Maple Leaf Chewing Gum in Amsterdam door ontwikkelaar Lingotto is getransformeerd tot een hippe plek met allerlei soorten creatieve bedrijvigheid, blijkt de helft van de toehoorders al naar huis. Een gemiste kans om te leren van succesvolle initiatieven elders in het land. Hoe werd Lingotto’s oude en half afgebrande kauwgomfabriek een succes? Hoe breng je zo’n ontwikkeling goed op gang en wat is daarbij de rolverdeling? Meer daarover een volgende keer… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.


76 // Aorta #12

cartesius lab // blog #3

Profiteren van het moment Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

De ruige hotspot aan de Cartesiusweg kan van start!

De delen die met bescheiden middelen makkelijk op-

Groen Linkser Pepijn Zwanenberg heeft er zin in. Nu de

nieuw in te richten waren als eerste. Daarna de panden

ontwikkelingsvisie voor het westelijk deel van het

waar meer aan verbouwd moest worden en hoogwaar-

Cartesiusgebied op 7 juni door de gemeenteraad is vast-

diger huurders en gebruikers aangetrokken konden

gesteld kunnen de handen uit de mouwen. Maar hoe?

worden. De lat werd als het ware steeds hoger gelegd. Letterlijk en figuurlijk. Want het laatst ontwikkelde deel,

De creatieve klasse en bestaande bedrijvigheid op het

waar Q Music huist, torent hoog boven de andere ge-

terrein moeten elkaar nog wel gaan vinden. Om nog

bouwen uit en is vanuit de auto en metro dan ook goed

maar te zwijgen over de identiteit van het gebied; daar

te zien. ‘Het is een echt landmark geworden,’ vertelt

valt nog een hoop aan te sleutelen. De ‘industriële

Comello.

parels’ van weleer als motor voor vernieuwing, lang niet iedereen ziet het gebeuren. Neem ‘In Utrecht’, de redac-

Hoe ziet zo’n transformatieproces er uit? De heren van

teuren van deze Utrechtse internetkrant zagen op hun

Lingotto hebben een aantal heilige huisjes. Zo bepaalt

rondgang door het gebied vooral ‘vervallen fabrieks­

het prijsniveau de strategie en het gebouw de functie.

gebouwen’ en ‘een laagwaardig imago’. Dat dit tij te keren

Dus niet andersom, zoals de functionalisten begin

is, bewijst de Amsterdamse kauwgomballenfabriek.

twintigste eeuw betoogden met hun credo ‘form follows

Destijds een deels afgebrand gebouw, vervallen en in de

function’. Co-creatie is het uitgangspunt: eigenaar,

steek gelaten door de voormalige gebruiker: Maple Leaf

ontwikkelaar en gemeente werken samen – kennis en

Chewing Gum.

ervaring worden aan elkaar geknoopt. Oud heeft emotie en moet volgens Comello dan ook tastbaar blijven.

Frank van Beek, Bob Jansen en Gerard Comello van

Daarnaast is creatief in de ogen van de ontwikkelaars

ontwikkelaar Lingotto zagen er wel wat in: de in on-

vooral ook kostenbewust. Hekkensluiter in dit rijtje,

bruik geraakte panden van Maple Leaf. Gelegen in

maar zeker niet het minst belangrijk, zijn positionering

het zuiden van Amsterdam, nabij bedrijventerrein de

en marketing. En daar begint het allemaal mee: eerst

Omval, met uitvalswegen en openbaar vervoer om de

moet je op het netvlies van toekomstige gebruikers zien

hoek. Een strategische plek in de ogen van de heren.

te komen.

De kauwgomhistorie gaat ver terug. Vlak na de Tweede Wereldoorlog (1948) startten de broers Jules en Robert

Niet alles hoeft in één keer, dat is misschien wel de

Markus een fabriek voor bubblegum, met de Donald

belangrijkste omslag in het denken. Door de eerste

Duck-kauwgom als meest bekende product. De zaken

huurders van studio’s voor kunstenaars in gebouw B

gingen zo goed dat in 1956 een groter pand aan de Paul

(drie aan elkaar grenzende loodsen met sheddaken, die

van Vlissingenweg werd betrokken – de huidige kauw-

zorgen voor goede lichtinval) goedkope ruimtes aan te

gomballenfabriek. De naam Maple Leaf, een eerbetoon

bieden is cashflow gecreëerd. Daardoor werd het

aan de Canadese bevrijders, bleef. Na diverse over-

mogelijk de creatieve bedrijfjes in gebouw C grotere

names heeft CSM de fabriek in 2003 gesloten. In 2006

en iets beter verbouwde ruimtes aan te bieden, tegen

kocht Lingotto de gebouwen en kon de transformatie

prijzen die net een beetje hoger lagen. De plint (on-

beginnen.

derste verdieping) van dit gebouw is opengemaakt en voorzien van kleine kantoorruimtes. Niet verkeerd voor

Het heeft ongeveer een jaar geduurd voordat de eerste

de sociale veiligheid, zo vindt Comello. Binnen het drie

nieuwe gebruikers de Kauwgomballenfabriek konden

verdiepingen tellende gebouw is daarnaast ook door-

betreden. De mix van ‘creatieve en extraverte’ gebruikers

stroom mogelijk: groeien de broedplaatsgebruikers

is ook niet in één keer tot stand gekomen. Het complex

(veelal kunstenaars) op de eerste verdieping uit hun jas,

bestaat uit vier gebouwen met ieder een eigen entree en

dan kunnen ze naar een andere verdieping verhuizen.

omvat twintigduizend vierkante meter. Lingotto heeft de transformatie per gebouw gerealiseerd.


Aorta #12 // 77

Met de nieuwe geldstromen die nu binnenkwamen

En daar begint de schoen van de creatieve herontwikke-

konden de kantoren in gebouw A nog een tikje mooier

ling te wringen. Want stiekem zijn er natuurlijk aardig

en ingrijpender verbouwd worden. Gezien de oorspron-

wat kantoortjes in de oude fabriek gekomen. Ook de

kelijke functie (productie en opslag) was aanpassing ook

grafisch ontwerper, tekstschrijver of modeontwerper

nodig om de ruimtes geschikt te maken voor kantoren

heeft immers een bureau met stoel en computer. Hoe

(denk aan lichttoetreding). Internationale huurders als

daar binnen de regelgeving een nieuwe mouw aan te

EMI en Millward Brown werden aangetrokken. Volgende

passen vereist naast nog meer creativiteit en pionieren

stap was het realiseren van lofts en de nieuwe opbouw

met regels ook daadkracht en doorzettingsvermogen.

die nu in gebruik is door Q Music, compleet met eigen

Om te laveren binnen de regelgeving is er behoefte aan

discolift. Qua uiterlijk doet die nieuwbouw helaas teveel

tekstkunstenaars die met slimme omschrijvingen van de

afbreuk aan het in typerende naoorlogse bouwstijl op-

werkelijkheid een maas in de wet weten te vinden. Of je

getrokken complex. Laten we hopen dat de nieuwbouw-

als advocaten breed gezien de waarheid vertellen. Maar

projecten die nog in de planning liggen (DOCK en hotel,

om dingen ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen zijn

bijvoorbeeld) een betere aansluiting bij de omliggende

mensen van vlees en bloed nodig. Die zeggen wat ze wil-

panden krijgen. Want het zou zonde zijn hier geen

len en op zoek gaan naar manieren om het te realiseren.

rekening met de bouwgeschiedenis te houden.

Ook dat is profiteren van het moment…

Comello ziet de ontwikkelingsgang als ‘profiteren van

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

het moment’. Alles in kleine stapjes, kansen benutten

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk

die zich aandienen. Festina lente (haast u langzaam),

als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van

zoals Camillo Sitte in 1889 zijn betoog “Der Städte-Bau,

stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.

nach seinen Künstlerischen Grundsätzen in alter und

Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO

neuer Zeit” afsloot met het voor deze uitspraak kenmer-

(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan

kende beeld van een gevleugelde slak. Zo wordt ook in

de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

de eenentwintigste eeuw omgegaan met de bestemming van het terrein. Die is per deelgebied gewijzigd en wordt pas later opgenomen in het bestemmingsplan, zo laat Comello weten. Omdat het aantal kantoren in de oude fabriek aan regels gebonden is, werd gekozen voor een maximum van vijftienhonderd vierkante meter creatieve bedrijvigheid. Maar: de truc om onder de noemer van creatieve bedrijvigheid en industriële functies deze ‘kantorenregel’ te omzeilen komt inmiddels onder druk te staan. Door de ondernemers in Amsterdam-Zuid, die vinden dat de markt door de bubblegumfabriek-nieuwe-stijl wordt leeggetrokken èn door de gemeente. Het toenemend aantal leegstaande kantoren noopt tot strenger beleid, definities moeten strikter geformuleerd.

Nu de ontwikkelingsvisie is vastgesteld kunnen de handen uit de mouwen. Maar hoe?


78 // Aorta #12

cartesius lab // blog #4

Stukje bij beetje… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

Slow is ‘in’. Vanuit de duurzaamheidsgedachte kennen we

Maar hoe nieuw is dat eigenlijk? Is Nederland niet ge-

begrippen als slow food en slow cooking. In de steden­

woon jarenlang verwend geweest door een overheid die

bouw gaat het steeds vaker over de langzame stad,

alle ruimte van bovenaf ordende met uitgebreide nota’s,

oftewel: slow urbanism. In plaats van integrale gebieds-

bestemmingsplannen, structuurplannen en wijkvisies

ontwikkeling, met een duidelijk (eind)beeld hoe een

die van alles voorschreven? Zeker, jarenlang was

(groot) gebied er over tien, twintig jaar uit moet zien, is

Nederland daarmee het beste jongetje van de klas in

het mantra nu: organische gebiedsontwikkeling. Laat

ruimtelijkeordeningsland en leidend voorbeeld voor

duizend bloemen bloeien en heb geen haast, zoiets?

andere landen en continenten. Maar het tij moet keren: geen tabula-rasa-planning meer, maar rekening houden

Inderdaad, nu de economische crisis en de accent­

met de bestaande situatie en zicht hebben op interna-

verschuiving van nieuwe uitleggebieden naar binnen-

tionale ontwikkelingen. Nederland is een klein land dat

stedelijke opgaven noopt tot een andere aanpak van

(zoals Wil Zonneveld twee jaar geleden al schreef in het

gebiedsontwikkeling doen we het langzaamaan, stap-

vakblad Stadsgeluiden[NOOT#3]) slechts drie procent

voor-stap en nemen steeds een deeltje onder handen.

van het Europees territorium beslaat. Het zou er goed

Of pakken eerst een enkel leegstaand gebouw aan, en

aan doen de blik nu meer naar buiten te richten. Qua

gaan van daaruit verder werken aan de identiteit van

beleid op Europees niveau, en qua voorbeelden voor een

een gebied. Daarbij wordt het bestaande erfgoed zeker

manier van plannen en ontwikkelen die rekening houdt

niet vergeten, sterker nog: steeds vaker is dat (industri-

met het grillig verloop van de tijd op internationaal vlak.

eel) erfgoed de motor voor herontwikkeling. Als architectuurhistoricus word ik daar natuurlijk heel gelukkig

Want organisch ontwikkelen, dat doen ze eigenlijk

van: eindelijk wordt het historische karakter van gebie-

overal, behalve nu in Nederland. We kennen allemaal

den serieus meegenomen bij herontwikkeling. En dit

het voorbeeld van de ‘Belgische toestanden’ en een

maal niet alleen de stenen, maar vooral ook de sociale

minister van Infrastructuur en Milieu die zich daar wel-

geschiedenis. Mensen maken de plek, dat was toen zo

licht wat in heeft verslikt. Maar ook elders is zelfbouw

en dat geldt nu nog steeds.

en organisch ontwikkelen aan de orde van de dag. In de sloppenwijken van Brazilië, bijvoorbeeld. Ook al maken

Jane Jacobs gedachtegoed uit de jaren zestig van de

architecten daar (met subsidie) mooie plannen, na een

vorige eeuw is weer uit de kast getrokken en afgestoft.

paar jaar herkennen die hun eigen ontwerpen niet meer

[NOOT #1] We gaan weer plekken maken waar mensen

terug. Omdat de bewoners door gezinsuitbreiding een

elkaar kunnen ontmoeten. Waar er ogen op de straat

groter huis nodig hadden, en er simpelweg een ver-

mogelijk moeten zijn voor de sociale veiligheid, veel

dieping bovenop hebben gezet.[NOOT #4] De factor tijd

diversiteit in functies voor de levendige omgeving en het

speelt daar altijd al een rol. Alleen hier in Nederland

initiatief van onderop (van de bewoners en gebruikers

willen we ook die tijd, de moeilijk voorspelbare gang van

van een gebied) hoogtij viert. Het gaat erom te werken

zaken, reguleren zo lijkt het.

vanuit de bestaande stad, met mensen, gebouwen, waarden, identiteiten, geschiedenissen en energieën

Schutten en Lindemann pleiten er al langer voor: zie

die er al zijn, zoals Iris Schutten en Sabrina Lindemann

de periode waarin bouwactiviteiten stilliggen, terreinen

het omschrijven in de recente publicatie ‘Balkan in de

of gebouwen onbeheerd en verlaten op hun volgende

Polder’[NOOT #2]. ‘Hierbij wordt stapsgewijs en flexibel

bestemming wachten niet langer als een gat in de

gewerkt, zonder eindbeeld, met kleine investeringen,

planvorming, maar benut die pauze, die tussentijd, om

ruimte voor experimenten en waardecreatie op het vlak

buiten formele instituties om alternatieve wijzen van

van economie, cultuur, maatschappij en kennis.’

architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening uit te proberen.[NOOT #5]


Aorta #12 // 79

De spontane stad wordt door haar gebruikers vorm­gegeven in een nooit eindigend veranderings-, groei- en aanpassingsproces. Daar waar voorheen vooral krakers, kunstenaars en

Wat de Nederlandse ruimtelijke ordening en gebieds­

andere creatievelingen mogelijkheden zagen en de han-

ontwikkeling nodig hebben, is een nieuwe mentaliteit.

den uit de mouwen staken, mag nu heel plannend, ont-

Vastgeroeste westerse denkbeelden van veel geld

werpend en ordenend Nederland lokale initiatief­nemers

verdienen en grote-stappen-snel-thuis omzetten in

zelf aan de slag laten gaan. Stedenbouwkundige Gert

een omgevingsbeleving die past bij het huidige sociaal­

Urhahn noemt het de spontane stad, waar geen planners

economische tijdsgewricht. Eveneens vastgeroeste

maar searchers actief zijn. Mensen die zich aanpassen

processen worden losser georganiseerd, er kan en moet

aan de lokale omstandigheden en zoeken naar oplos-

meer geëxperimenteerd worden. Dat hiervoor een andere

singen op dat schaalniveau. Voor de stedenbouw geen

benadering van financiering, regelgeving, planning en

grove korrel meer, maar juist nadenken op het niveau

communicatie nodig is, zoals Lindemann en Schutten

van de kleinst mogelijke eenheid: de kavel. En hoe die

aangeven, spreekt voor zich.

door de jaren heen flexibel in te vullen is, met als uitgangspunt de menselijke schaal.

Stukje bij beetje krijgt die nieuwe mentaliteit vorm, ontstaan allerlei nieuwe initiatieven en ontwikkelt de

De visie op de stad moet volgens Urhahn opnieuw

stad zich gestaag. Net als vroeger, eigenlijk, maar dan

worden uitgevonden. Zijn flexibele stedenbouw is

met wat andere spelregels.

geënt op het vermogen van particuliere initiatieven: ‘De Spontane Stad wordt door haar gebruikers vorm­

Noten

gegeven in een nooit eindigend veranderings-, groei-

– Jacobs, J., The Death and Life of Great American Cities,

en aanpassingsproces.’[NOOT #6] Professionals (de

Random House, New York, 1961 (eerste druk).

stedenbouwer onder andere) slaan een brug tussen

– Lindemann, S. en Schutten, I., ‘De ontwikkelkracht van tijdelijk

individuele wensen en gemeenschappelijke belangen en

(ruimte)gebruik. Organische gebiedsontwikkeling is allang be-

werken daarvoor nauw samen met de initiatiefnemers.

gonnen’, in: Holleman, E.; De Kort, R-J. en Lindemann, S. (red.),

Overheid en markt werken ook mee, maar de creatieve

Balkan in de Polder. Organische gebiedsontwikkeling in Neder-

kracht en het investeringsvermogen van lokale initiatief-

land, Mondriaan Fonds, Amsterdam, 2012.

nemers is het uitgangspunt.

– Zonneveld, W., ‘Ruimtelijke ordening in de Eurodelta’, in: Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, jaargang 91, nummer 6,

Geen kant-en-klaar-producten meer, maar gebouwen,

2010, pp. 14-19.

steden, buurten en wijken die ontstaan binnen een be-

– Brillembourgh, A. en Schwartz, D., ‘Stapsgewijze ontwikke-

paalde set van regels en randvoorwaarden. Het lijkt een

ling in de sloppenwijk’, in: Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening,

hele omslag voor de Nederlandse ruimtelijke ordening,

jaargang 93, nummer 2, 2012, pp. 20-27.

maar in feite is het teruggaan naar de oorsprong. Naar

– Schutten, I., ‘Tussentijd, van pauzenummer naar hoofdact’, in:

hoe steden in een ver verleden ook gestaag groeiden

Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, jaargang 93, nummer 2,

langs waterlopen, uitvalswegen en railverbindingen.

2012, pp. 12-13.

De Amsterdamse grachtengordel en het Haagse Staten­

– Urhahn Urban Design, De Spontane Stad, BIS Publishers,

kwartier zijn daar het levende bewijs van, geeft ook

Amsterdam, 2010.

Urhahn aan. Niet geheel toevallig zijn dit anno nu heel

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

populaire buurten om in te wonen.

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.


80 // Aorta #12

cartesius lab // blog #5

Magische grens Denise Vrolijk in gesprek met Erik Uitenbogaard // hoofdcurator Cartesius Museum

Een bubbel waar het bruist van activiteiten, en van

ProtoSpace/FabLab en WELLDesign, bijvoorbeeld,

waaruit connecties met andere steden, landen en

hebben dagelijks een livestream met collega’s tot in

continenten gelegd kunnen worden. Zo ziet Erik

Hongkong en trekken internationaal publiek naar hun

Uitenbogaard, hoofdcurator van het Cartesius Museum,

kantoren. Vanuit ProtoSpace levert Joris van Tubergen

de herontwikkeling van het bedrijventerrein Cartesius-

als conservator digital production/prototyping een

weg. Op een mooie zonnige middag wandel ik met hem

bijdrage aan het Cartesius Museum. Zijn stichting biedt

door het gebied, zijn openluchtmuseum. Er beweegt een

ruimte voor realisatie van allerhande prototypes, van

hoop, zo blijkt.

stoelen tot industrieel design. Mathijs van Dijk (WeLLDesign) is conservator flexibel bouwen: hoe kun je

Panden die eerst in gebruik waren door transport- of

slimme flexibele oplossingen bedenken voor gebouwen

constructiebedrijven staan nu leeg. Kleine creatieve

die hun functie verloren hebben en waar steeds andere

werkplaatsen nemen bezit van het terrein. Die beweging

partijen voor korte tijd gebruik van willen maken?

is gunstig vindt Uitenbogaard. Er staat nu weliswaar meer leeg dan een paar maanden terug, maar dat biedt

Uitenbogaard spreekt over de magische ondergrens.

ook kansen voor nieuwe connecties. Het versnipperd

Neem de Werkspoorkathedraal. Dat is een gebouw met

eigendom en de korte periode waarop vooruit gepland

karakter, maar ook veel bouwtechnische knelpunten die

kan worden (vanwege de mogelijkheid dat een huurder

een brandveiligheidtest niet zullen doorstaan. Zo zijn de

voor langere tijd zich aandient) ziet hij juist als een voor-

vloeren ongelijk, is de dakconstructie niet waterdicht en

deel. Eerst maar eens kijken wat er allemaal mogelijk

zijn afvoerputten om de zoveel meter niet handig voor

is in de bestaande gebouwen, hoe verschillende disci-

de beoogde evenementfunctie. Hoe ga je daar mee om?

plines kunnen samenwerken en hoe er meer mensen

Wat pas je wel aan, maar vooral ook: wat niet?

naar het voormalige bedrijventerrein getrokken kunnen worden.

Ter inspiratie wandelen we naar de Vlampijpateliers een stukje verderop. Voor Uitenbogaard het ultieme voor-

Start van de wandeling is de oude Werkspoorloods aan

beeld van de magische grens. Een verzameling ateliers

de Tractieweg 41, door de curatoren van het Cartesius

(68) voor beeldend kunstenaars, ontwerpers, illustra-

Museum omgedoopt tot Werkspoorkathedraal. Een im-

toren, meubelmakers en fotografen. In de Werkspoor­

mense ruimte waar je sfeer van de vroegere arbeid nog

periode werden hier treinen ontworpen die nog dagelijks

goed kunt voelen. Eigenaar Citadel Enterprises is ge-

langs de ramen rijden. Dat is tegelijkertijd ook een

ïnteresseerd in herontwikkeling, maar kent de partijen

probleem: het pand staat zo dicht op de spoorlijn dat er

die daarbij betrokken kunnen worden onvoldoende. Een

volgens huidige milieuhindernormen weinig mee kan.

mooie kans voor de curatoren van het Cartesius Museum.

Ook kan er volgens Uitenbogaard bouwtechnisch niks

Zij werken veelal bij bedrijven die in het gebied gevestigd

aan gedaan worden, omdat er dan gevaarlijke bouw­

zijn en kennen de potentiële spelers goed. Doordat de

materialen vrijkomen. Dus blijft het pand nu zoals het

meeste curatoren werkzaam zijn in de creatieve

is en zorgt Sophies Kunstprojecten sinds 2001 voor het

industrie of het onderwijs hebben zij ook connecties

beheer. Dat loopt goed: de betaalbare ruimtes zijn

ver buiten het gebied.

gewild en staan nooit leeg.

Het is allemaal een kwestie van mensen bij elkaar krijgen en leren van elkaar.


Aorta #12 // 81

De sfeer van de plek, het komt vaak terug in de woorden

Pot Verhuizingen, bijvoorbeeld, zit al heel lang op het

van Uitenbogaard. En samenwerken, nieuwe combinaties

terrein en heeft zich inmiddels ook gespecialiseerd in

zien – met partijen op het terrein maar ook daarbuiten.

kunsttransport. Dat laat zien hoe de accenten verlegd

Op de dag van onze wandeling wordt in de Werkspoor-

kunnen worden en verschillende werelden wat aan elkaar

kathedraal bijvoorbeeld het startsein gegeven voor de

kunnen hebben, vindt Uitenbogaard. Met theater,

Cartesius Museum University, waar Giep

muziek en entertainment kunnen mensen naar het

Hagoort (UU/HKU/ASOM, conservator stedelijke dyna-

gebied getrokken worden en kan samenwerking met

miek en creatief ondernemerschap) een openbare les

de vele ambachtelijke bedrijfjes ontstaan. Ook met het

geeft over robots en de creatieve industrie. De dag erna

gemeentelijke afvalstation ziet hij mogelijkheden. Het

buigen derdejaars MBO-studenten zich in de loods over

brengt veel mensen naar het terrein, zou het niet mooi

de vraag: ‘Hoe zou je in deze ruimte een succesvol

zijn als het Cartesius Museum er een bak mag neerzetten

evenement kunnen realiseren?’

waar mensen hun afgedankte ideeën kunnen droppen?

Het is een holistisch gebeuren, die herontwikkeling, zegt

Het is allemaal een kwestie van mensen bij elkaar

Uitenbogaard, concurrentie bestaat niet. Het gaat om

krijgen en leren van elkaar, zegt Uitenbogaard. Dat dit

samenwerken en leren van elkaar. Pas veel later worden

niet zonder slag of stoot gaat, en al helemaal niet zo

de vierkante meters, die bij projectontwikkelaars vaak

snel als je zelf zou willen, laten de afspraken met de

voorop staan, interessant. Meestal nemen de initiatieven

‘groeninitiatieven’ uit de omgeving zien. Geplande

‘van onderop’ die vierkante meters ook zelf mee, vertelt

gesprekken over de mogelijkheden voor urban farming

hij terwijl we langs een architectonisch onbeduidend

worden herroepen, om wat voor reden dan ook. Het is

gebouw uit de jaren zeventig lopen. Hier zitten een

een mooie metafoor voor de organische gebiedsontwik-

kunstenaar, meubelmaker en schilder samen in één

keling: in de natuur hebben dingen de tijd nodig om te

pand. Er is bijna niks verbouwd, er staat een grote tafel

groeien – anders werkt het niet.

waar de mensen aan werken en er is een ruimte om samen koffie te drinken, te lunchen. Zo’n ongedwongen

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

sfeer leidt eerder tot kruisbestuiving en samenwerking

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk

dan de plannen die ontwikkelaars op hun maquettes

als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van

presenteren. Maak het allemaal niet te mooi, want dan

stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.

raak je een deel van je doelgroep kwijt, stelt hij.

Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan

Uitenbogaard is blij met de door de gemeente gefor­

de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

muleerde identiteit in de ‘Ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier’: een creatief stadslandschap. Maar hij stoort

Erik Uitenboogaard // Hoofdcurator Cartesiusmuseum

zich eraan dat de gemeente zelf op afstand blijft en

De conservatoren van het museum ondernemen voor

op voorhand al functies uitsluit (wonen en kantoren –

Stedelijke Dynamiek en Vernieuwende Samenwerking in

laatste vanwege regionale regels). De tijden dat alles

het bedrijventerrein. De rol van de hoofdconservator is

gescheiden moest worden in de ruimtelijke ordening

erop toe te zien dat activiteiten daadwerkelijk en volgens

liggen al even achter ons. Waarom kunnen we niet ge-

plan worden uitgerold en waar nodig ondersteuning te

woon onderzoeken wat er binnen de geldende regels wel

bieden.

mogelijk is, een beetje experimenteren en op een open manier ideeën uitwisselen, vraagt hij zich af.


82 // Aorta #12

cartesius lab // blog #6

Méér dan een intermezzo Anne Seghers // Studio Papaver

Een ‘creatief, stadsgeoriënteerd werklandschap’. Dat

moment. Deze kracht steunt op het feit dat een leeg

is de wens die de gemeente Utrecht formuleert in de

terrein of gebouw geen incident is, maar onderdeel uit-

ontwikkelingsvisie voor de toekomst van het Werkspoor-

maakt van een stedelijk fenomeen. Het is immers eigen

kwartier. Het gebied is nu een gemengd bedrijven­

aan een stad dat er plekken zijn die braak liggen, vacant

terrein, relatief onbekend voor het grote publiek, met

zijn of dat er gebouwen zijn die leeg staan. Dit soort

een ongebruikelijke melange van functies. Bewonde-

ruimtes vormen een permanent verschuivend stedelijk

renswaardig is het gemeentelijk pleidooi om richting de

systeem. Want een stad is als een organisme dat voort-

toekomst niet te gaan sturen op vierkante meters aan

durend vervelt, verandert, groeit en krimpt, waardoor

ruimtelijk programma, maar op de waarden en de

lege overgangsgebieden altijd aanwezig zullen zijn,

betekenis die het gebied in de toekomst moet hebben.

soms in hoge concentraties en soms in lagere dicht­

Hiermee wil de gemeente een sterke identiteit neer-

heden. Hierin ligt een potentie om met tijdelijk gebruik

zetten die werkt als een natuurlijke leidraad voor de

van deze gebieden een netwerk op te spannen. Hiermee

verschillende stappen richting de toekomst van het ge-

is de reikwijdte van tijdelijk gebruik veel groter dan één

bied. En deze stappen zijn nadrukkelijk geen onderdeel

enkel kavel en kan het op het niveau van een gebied of

van een overall masterplan, maar van een langzamer

stad een betekenis verlenen. Nog beter is het als een

proces, waarbij er de tijd wordt genomen om de trans-

tijdelijke ingreep aanhaakt op de ‘couleur locale’ van

formatie van het gebied een kans te geven. Pas ná elke

een gebied, waardoor het zich verankert in de beteke-

verandering of ingreep wordt gekeken wat de volgende

nis van een gebied. Hiermee opent zich een perspectief

stap is, waardoor er grote mogelijkheden zijn om in te

om met een tijdelijke ingreep zowel effect op het lokale

spelen op veranderende inzichten.

schaalniveau uit te oefenen als op het schaalniveau van een stad of gebied.

Binnen dit verhaal valt ook de term tijdelijkheid. Het gebied kent een overmaat aan open ruimte, waardoor

Door op deze manier om te gaan met tijdelijkheid, ont-

er ruimtelijk gezien een aanleiding is om aan tijdelijk

stijgt het zichzelf: enerzijds draagt tijdelijk gebruik bij

gebruik te denken. Tijdelijke evenementen en tijdelijk

aan het scherpstellen van de identiteit van het gebied en

gebruik van lege terreinen of gebouwen kunnen een ge-

anderzijds kunnen de effecten die tijdelijk gebruik ge-

bied aantrekkelijk maken, zo stelt de ontwikkelingsvisie

nereert een natuurlijke plek krijgen in de toekomst van

Werkspoorkwartier. Dat is waar, maar hier ligt ook een

een gebied. Voor deze visie op tijdelijkheid ligt nog een

valkuil. Vaak wordt tijdelijkheid enkel ingezet als marke-

grote kans in het Werkspoorkwartier.

tingtool, waarbij het aantal persmomenten een indicatie vormt voor het succes van de tijdelijke ingreep. Zolang

Anne Seghers is mede-oprichter van het stedenbouw-

er nog geen concrete ideeën zijn voor een plek, wordt er

kundig bureau Studio Papaver. Recentelijk heeft dit

ruimte gegeven aan tijdelijke initiatieven. En soms wor-

bureau het ontwerpend onderzoek Tussentijds Ontwaken

den initiatieven zelfs uitgenodigd door plannenmakers

afgerond waarin de inzet van tijdelijk gebruik voor de

om op die plek hun kunstje te doen en zo het gebied op

stadsontwikkeling onder de loep genomen wordt. Het

de kaart te zetten. Maar wanneer de plannen concrete

onderzoek bestaat uit een manifest, dat de werkwijze

vormen aannemen en de tijdelijke gasten de plek ver-

beschrijft om tijdelijk gebruik tot een waardige partner

laten, gaat de gebiedsontwikkeling verder volgens plan.

in stadsontwikkeling te maken, en een casus in Tilburg,

En bijna altijd staat dit plan los van het tijdelijk gebruik

waar de werkwijze getest wordt.

dat heeft plaatsgevonden. De tijdelijke gasten waren

Zowel het manifest als de casus is te lezen op

slechts een pauzenummer, als opvulling van een inter-

www.studiopapaver.com/projecten/tussentijds-ontwaken/

mezzo, tot de hoofdvoorstelling weer verder gaat. En daar zit een pijnpunt, want tijdelijkheid herbergt een veel grotere kracht dan enkel het opleuken van een leeg


Aorta #12 // 83

Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk

Tijdelijke evenementen en tijdelijk gebruik van lege terreinen of gebouwen kunnen een gebied aantrekkelijk maken, zo stelt de ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier. Dat is waar, maar hier ligt ook een valkuil.


84 // Aorta #12

cartesius lab // blog #7

DIY vraagt om een nieuwe mindset Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

DIY, Do It Yourself, weer zo’n mooie afkorting die ons

De omslag van participatie, een fenomeen geïntrodu-

vakjargon verrijkt. In tegenstelling tot de NIMBY-

ceerd in de jaren zestig om burgers meer te betrekken

beweging van een paar decennia terug (Not In My

bij ruimtelijke plannen, naar daadwerkelijke zelforgani-

Backyard) willen we nu weer wèl alles in onze achter-

satie van diezelfde burgers is een grote stap. Voor alle

tuin. Als we het maar wel zelf kunnen regelen. Niet al-

betrokkenen. Dat blijkt ook uit de vele symposia,

leen meedenken via [e]participatie, klankbordgroepen,

congressen en inspiratiereisjes naar de plekken waar

bewonersavonden, maar echt zèlf aan het roer staan.

het al wel is gelukt. Leren van successen van anderen,

Dat is de kern van zelforganisatie. Planners, ontwerpers,

het is een mooi idee. Maar ik krijg ook wel eens jeuk

ontwikkelaars en overheden krijgen hierbij een heel

van al die prachtige verhalen. Is het dan nergens mis­

andere rol. Maar niet alleen de traditionele partijen

gegaan? Waren er geen beren op de weg qua regel­

staan voor een nieuwe opgave: ook particulieren en

geving, financiering, uitvoering? Het lijkt me sterk. Het

kleine partijen die zelf initiatieven ontplooien zijn op

is ook een gemiste kans, want leren van dingen die niet

zoek naar succesvolle wegen.

helemaal lopen zoals gedacht, kan heel waardevol zijn. Maar die initiatieven hebben we blijkbaar niet goed in

Bij de herontwikkeling van het Utrechtse Cartesius­

beeld.

gebied is het ook de bedoeling: meer initiatieven van onderop. Volgens Erik Uitenbogaard (hoofdcurator

Justus Uitermark (buitengewoon hoogleraar samen­

Cartesius Museum) is dit inderdaad het pad dat we op

levingsopbouw, Erasmus Universiteit Rotterdam) zegt

moeten gaan. Laat mensen zelf met ideeën komen die

het in zijn essay ‘De zelforganiserende stad’[2] nog

ze ook zelf verwezenlijken. En vooral: regel niet teveel.

een tikje stelliger: ‘De toewijding aan zelforganisatie

De ontwikkelingsvisie van de gemeente zet hier ook op

is selectief en opportunistisch. In de praktijk willen

in. Toch wordt maar mondjesmaat duidelijk hoe je dat

we wel de authenticiteit, spontaniteit en energie van

dan voor elkaar krijgt, die zelforganisatie. In theorie

zelforganisatie, maar accepteren niet de grilligheid en

klinkt het allemaal prachtig, maar de praktijk blijkt

ongelijkheid die eruit voortkomen.’ Politiek en bestuur

weerbarstig.

hebben teveel aandacht voor de succesverhalen. En belangrijker nog: zelforganisatie is in zijn ogen vooral

Natuurlijk zijn er goede voorbeelden, maar het kunstje

weggelegd voor de happy few. ‘Zelforganisatie is proble-

afkijken van de buren is niet genoeg. Alle spelers in het

matisch als middel om sociale problemen op te lossen,

ruimtelijke veld moeten hun blik een behoorlijk aan-

want waar sociale problemen bestaan is de capaciteit

tal graden draaien. En zich bedienen van een andere

tot zelforganisatie in de regel juist zwak ontwikkeld.’ De

mindset. Bovendien, particulieren organiseren zich niet

mensen met sterke netwerken die dicht bij de overheid

zomaar op commando van een planner of ontwerper,

staan kunnen het opbrengen om zelf een bijdrage te

zoals Beitske Boonstra (TNO) schrijft in de publicatie

leveren en de overheid in te schakelen voor ondersteu-

‘Balkan in de Polder’[1]. ‘Eerder zijn hun initiatieven het

ning. Dat kan veel opleveren, stelt Uitermark. Maar hij

gevolg van een samenkomst van omstandigheden. Een

waarschuwt ook dat de kloof met mensen voor wie dit

lokale gebeurtenis, een urgent probleem, een gedeelde

allemaal niet is weggelegd groter kan worden.

wens of belang.’ Volgens haar zijn initiatieven gericht op het opknappen van een gebied of het ontwikkelen van de eigen woon- en werkomgeving sporadisch in Nederland. Ze blijven vaak beperkt tot eenmalige, kleinschalige experimenten. Ook hebben initiatiefnemers een lange adem nodig, meent Boonstra. ‘De gang door gezaghebbende instituties kan lang zijn, een doorlooptijd van tien jaar is geen uitzondering, zeker als het initiatief enigszins van de gangbare norm afwijkt.’


Aorta #12 // 85

De spontaniteit en ongedwongenheid van zelforganisatie

Noten

dreigen het onderspit delven als teveel van bovenaf ge-

1. Boonstra, B., ‘Van participatie naar zelforganisatie’, in: Hol-

regisseerd wordt. Uitermark: ‘Zelforganisatie wordt dan

leman, E.; De Kort, R-J. en Lindemann, S. (red.), Balkan in de

een opdracht voor professionals en ambtenaren die een

Polder. Organische gebiedsontwikkeling in Nederland, Mondri-

gegeven hoeveelheid middelen en tijd ter beschikking

aan Fonds, Amsterdam, 2012.

moeten stellen aan burgerinitiatieven, participatie en

2. Uitermark, J., ‘De zelforganiserende stad,’ in: Raad voor de

zelforganisatie.’ Het zijn allemaal trefwoorden van be-

Leefomgeving en Infrastructuur (RLI), Essays De Toekomst van

leidsmakers, niet van burgers zelf, zegt hij in een

de Stad, RLI, Den Haag, 2012.

interview op de website www.socialevraagstukken.nl.

3. Ham, M., ‘Hoogleraar Justus Uitermark: “Zelforganisatie is

‘Als zelforganisatie niet langer een hobby is van ambte-

inspirerend, maar mislukt ook vaak”’, website www.sociale-

naren en consultants maar een project is van burgers

vraagstukken.nl, 12 juli 2012.

zelf, zal duidelijk worden hoe moeilijk het is’[3].

4. Huygen, A.; Van Marissing, E. en Boutelier, H., Condities voor zelforganisatie, Wmo Kenniscahier 18, Verwey-Jonker Instituut,

Hoewel Boonstra en Uitermark de euforie rondom zelf­

Utrecht, juni 2012.

organisatie terecht temperen, en de vinger op de zere plek leggen, moeten we ook weer niet gaan doemden-

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

ken. Er moeten grote stappen worden gezet, dat is waar.

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk

Maar de omslag van staatsplanning naar zelforganisatie

als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van

is ook geen kleinigheid, het is een heuse cultuuromslag.

stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.

Dat kost tijd, veel energie, gaat met vallen en opstaan en

Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO

zeker niet in één keer goed. Of zoals het Verwey-Jonker

(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan

Instituut de condities voor het welslagen van zelforgani-

de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

satie omschrijft: ‘Vertrouwen, ruimte laten, creëren van een sense of belonging, maar ook begrenzen. Deze vorm van sociaal ondernemen vraagt om speciale eigenschappen: intrinsieke motivatie, samenhang met de omgeving door verbinding en afstemming, autonomie en creativiteit’[4]. Inderdaad: zonder vertrouwen, durf om te experimenteren en een flinke dosis geduld is nog geen enkele cultuuromslag tot stand gekomen.

Do it yourself, weer zo’n mooie afkorting die ons vakjargon verrijkt. Bij de herontwikkeling van het utrechtse Cartesiusgebied is het ook de bedoeling: meer initiatieven van onderop.


86 // Aorta #12

cartesius lab // blog #8

Bruggenbouwers // verbinders voor een bruisend Cartesius Vriendinnen van Cartesius


Aorta #12 // 87

De ontwikkelingsvisie van de gemeente voor het Werkspoorkwartier is een mooie steun in de rug, maar dat betekent niet dat nu van alles vanzelf gaat.

Wij houden van de rauwe en onaffe plekjes in de stad;

De ontwikkelingsvisie van de gemeente voor het

die rafelranden waar net wat meer kan en waar ruimte is

Werkspoorkwartier is een mooie steun in de rug, maar

voor experiment. Cartesius is zo’n gebied en dit karakter

dat betekent niet dat nu van alles vanzelf gaat. De rest

willen wij, Vriendinnen van Cartesius, versterken door

van de stad moet bijvoorbeeld weten wat er mogelijk is

het aanwezige ambacht, de industrie en creativiteit aan

en initiatiefnemers moeten hun weg zien te vinden in

elkaar te verbinden. En vooral ook door te doen! Wij

het realiseren van hun plan. De gemeente krijgt daar-

zijn zo’n DIY initiatief waar Denise Vrolijk het in haar

bij een nieuwe rol: waar deze voorheen bepaalde en

september column over heeft. Met onze Caravan staan

controleerde, zal de gemeente nu moeten stimuleren,

we midden in het gebied en zoeken actief de metaal­

faciliteren en mogelijk maken. Als de Vriendinnen van

bewerkers, autospuiters, kantoorwerkers en kunstenaars

Cartesius zetten wij ons als bruggenbouwer in om het

op zodat we samen mooie plannen kunnen smeden en

al bestaande karakter van Cartesius te versterken en te

uitvoeren.

promoten: creativiteit met behoud van het industriële karakter.

Niet iedereen begrijpt onze liefde voor Cartesius direct. In eerste instantie voelt Cartesius misschien wat ver-

Aan alle kanten merken we dat de nieuwe energie

laten aan: een gebied waar je liever niet komt als je er

begint te stromen in Cartesius. Bewoners organiseren

niet echt moet zijn om bijvoorbeeld je grofvuil te storten.

bijzondere etentjes, en creatievelingen beginnen zich

Maar als je even verder kijkt ontdek je de rijke historie

te organiseren. Samen met Autobahn en LunaWorx,

van het oude werkspoor waar de treinen en bruggen van

werken wij aan een Cartesius Dorpsplein, een plek waar

Nederland en omstreken werden gemaakt en de weidse

bewoners en ondernemers van Cartesius elkaar kunnen

uitzichten over het Amsterdam-Rijnkanaal. Kijk je in

ontmoeten en waar bezoekers kunnen zien wat er alle-

de gebouwen, dan zie je bijzondere bedrijven: van een

maal gebeurt in het gebied.

lasbedrijf met een wereldwijd unieke techniek tot een creatieve werkplaats waar je zelf aan de slag kan met

De komende tijd zullen wij via deze blog delen wat wij

3D-printers.

meemaken, ervaren en waar wij tegen aanlopen als DIY initiatief in de praktijk. Wil je ons een keer ontmoeten en Cartesius ontdekken? … Kom vooral eens op de koffie! Meer weten over de Vriendinnen van Cartesius? Check www.facebook.com/vriendinnenvancartesius of volg ons op twitter @VvCartesius Lara Simons en Marleen Laverman // Vriendinnen van Cartesius Als vriendinnen van Cartesius zetten Lara Simons, sociaal geograaf, en Marleen Laverman, Bestuurkundige, zich in om het bedrijventerrein verder te ontwikkelen en meer onder de aandacht te brengen van de Utrechters.


88 // Aorta #12

cartesius lab // blog #9

Onduidelijke spelregels Denise Vrolijk in gesprek met Willem Buunk // fractievoorzitter VVD

Voor herontwikkeling van het Utrechtse bedrijventerrein

Flexibiliteit en maatwerk, dat is zeker de kant die de

Cartesiusweg wordt een stap-voor-stap-aanpak voor­

huidige gebiedsontwikkeling op moet gaan, vindt Buunk.

gesteld, waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft

Ook vanuit zijn lectoraat Area Development aan de

en er veel ruimte is voor particulier initiatief. Althans,

Hogeschool Windesheim ziet hij genoeg goede voor-

zo wil de Ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier van de

beelden. Alleen niet in Nederland. ‘Het lukt in Nederland

gemeente doen geloven. Maar in de praktijk blijkt de

nog niet om die flexibiliteit juridisch te

huidige regelgeving hier niet goed op toegerust.

verankeren. In Zürich heb ik daar wel een voorbeeld van

Bestaande bestemmingsplannen en wet- en regelgeving

gezien, dankzij een flexibiliteitsbepaling in de Zwitserse

zitten eerder in de weg dan dat ze tijdelijk of flexibel

federale milieuwet. Op het niveau van het kanton (regi-

gebruik mogelijk maken. En juist dit soort tijdelijke

onale bestuurslaag) kan daar maatwerk in milieuregels

initiatieven van ondernemers en grondeigenaren zijn

toegepast worden die een mix aan functies op een be-

hard nodig om de gewenste identiteit van creatief stede-

drijventerrein met milieuhinder mogelijk maakt. Een

lijk landschap te realiseren.

school, een supermarkt, appartementen vlak naast een turbinetestfaciliteit – in Zürich is het gerealiseerd. Maar

Planoloog Willem Buunk – vice-fractievoorzitter van de

de Nederlandse wetgeving biedt die mogelijkheid niet.’

VVD, sinds 2007 gemeenteraadslid en vertegenwoordiger

Het gaat er volgens Buunk om bewust uitzonderingen te

van de gemeente Utrecht in het Algemeen Bestuur van

creëren en dat lokaal goed te regelen. Ook om te zor-

het Bestuur Regio Utrecht (BRU) – weet wel waar de

gen dat ze andere ontwikkelingen niet blokkeren. In de

schoen wringt.

huidige milieuwetgeving is afwijken van de regels niet onmogelijk, maar dat behoeft wel afstemming tussen

Bestemmingsplannen worden in de gemeente Utrecht

gemeente, provincie en soms ook het Rijk.

nog steeds op een ouderwets gedetailleerde manier gemaakt. ‘Als er bestuurlijk niet op gestuurd wordt, wordt

Buunk is stellig: ‘Aanpassing van het bestemmingsplan

als een kip zonder kop een bestaand format ingevuld,

is nodig om het gewenste beeld van creatieve zone en

omdat dat altijd zo gedaan is. Dit is ouderwets denken.

binnenstedelijk werklandschap voor (kleinschalige)

De gemeente wil nog teveel regelen en beperkt daar-

bedrijven op het terrein aan de Cartesiusweg te reali-

door nieuwe ontwikkelingen. De Utrechtse VVD-fractie

seren. Natuurlijk is het goed om een perspectief voor

heeft zelfs gevraagd om op sommige plekken in de stad

herontwikkeling van een gebied te formuleren, maar ik

regelvrije zones te creëren.’

ben inmiddels redelijk cynisch. Leuk hoor al die mooischrijverij in ontwikkelingsvisies en het geknutsel met “creatieve ondernemers” dat daarin wordt voorgesteld. Maar alle dertien binnenstedelijke bouwlocaties hebben ditzelfde voorland. Utrecht heeft weliswaar een groot creatief potentieel. Alleen niet genoeg om zowel het bedrijventerrein Cartesiusweg, als de Merwedekanaalzone, een deel van de voormalige rioolwaterzuivering Overvecht en Rotsoord daarmee te vullen. Bovendien: wie gaat die creatieve onderdelen van (her)ontwikkelingen betalen? Daar lees ik niets over.’


Aorta #12 // 89

Het lukt in nederland niet om flexibiliteit juridisch te verankeren.

‘De verkleuring van binnenstedelijke bouw- of herstruc-

‘De ontwikkelingsvisie voor het bedrijventerrein

tureringslocaties moet je wel reguleren en sturen,’ zegt

Cartesiusweg is een goed eerste kader, maar de visie van

Buunk.’ En praten over fasering, een langetermijn-

de gemeente op realisatie is onduidelijk,’ stelt Buunk.

perspectief.’ Voor bedrijventerrein Cartesiusweg zijn

‘Ogenschijnlijk is er veel mogelijk. Je krijgt het gevoel

bepaalde spelregels wel duidelijk: geen nieuwe kantoor-

dat het altijd lente is en de zon schijnt. Maar dat is na-

ontwikkeling – want die is volgens regionale bepalingen

tuurlijk niet zo; het is een idylle, een verzonnen verhaal.

voorbehouden aan veel duurdere locaties als Papendorp,

Zeker, we moeten inspelen op kansen die zich voordoen.

Stationsgebied en Leidsche Rijn centrum; geen woningen

Op kleinere schaal dan we met de eindbeeldplanning

– want daar zijn andere locaties in de stad voor aange-

gewend waren. Maar als de gemeente de basiscondities

wezen en vormen de milieuhindercontouren een grote

niet helder maakt, en daarmee de marktwerking in feite

beperking; en geen grootschalige detailhandelsvesti-

tegengaat, dan is de zoektocht naar andere functies of

gingen – want ook daar zijn andere locaties voor aange-

tijdelijk gebruik onbegonnen werk. Ik maak me ernstig

wezen. Toch ademt de Ontwikkelingsvisie Werkspoor-

zorgen over de willekeur die deze onduidelijke spel-

kwartier volgens Buunk vooral de strategie: laat duizend

regels in de hand kunnen werken. Nu wordt de schijn

bloemen bloeien en de gemeente pikt diegene eruit die

gewekt dat van alles mogelijk is, en vooral kunstenaars

het meest aanspreekt, het meest bekend is, het dichtst

ruim baan krijgen. In veel gevallen zijn dat echter ge-

bij het eigen wensbeeld staat. Buunk: ‘Er zijn genoeg

subsidieerde initiatieven. Terwijl andere initiatiefnemers

eigenaren die wel willen investeren, maar dan in net iets

of projectontwikkelaars het zonder die subsidie moeten

anders dan wat bijvoorbeeld in het masterplan binnen-

doen.’

stedelijke herontwikkeling is bedacht. Daardoor worden particuliere initiatieven teveel beperkt.’

Buunk is duidelijk: ‘Wees eerlijk, niet alles kan tegelijk. Stap af van het oude denken in bekende bestemmings-

‘In Utrecht worden vaak buitenwettelijke gebiedsvisies

plannen, zoals die nu eenmaal altijd gemaakt werden.

opgesteld, die niet de status van een Structuurvisie heb-

Geef (grond)eigenaren die iets anders willen ook echt

ben,’ legt Buunk uit. ‘Daarin staan prachtige vergezichten.

de kans: maak duidelijk wat wel en niet kan. Dan ben je

Maar ondertussen geldt het oude bestemmingsplan –

als staat neutraal. Pas als de gemeente het wensbeeld

of een geactualiseerde versie daarvan – waar geen

van aangepaste bestemmingsplannen werkelijkheid laat

ontwikkeling mogelijk is. Neem de kantorenmarkt. Door

worden, kan daadwerkelijke organische gebiedsontwik-

regionale afspraken en de huidige marktwerking is

keling met veel ruimte voor particulier initiatief een eer-

kantoorontwikkeling op binnenstedelijke locaties vrijwel

lijke kans krijgen en kan de markt zijn werk doen.’

onmogelijk. Toch lijken de wervende visies wel allerlei creatieve ondernemers, zoals architectenbureaus of

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

andere kantoorachtige functies, een plek te willen

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk

geven. Ik kan me ook wel voorstellen dat sommige

als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van

kleinschalige kantoorfuncties of een enkele grote huur-

stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening.

der toch een plekje op de binnenstedelijke herontwik-

Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO

kelingslocaties zoeken. Maar hanteer daarvoor dan

(Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan

eenduidige spelregels, of laat op sommige plekken de

de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

regels radicaal los. En accepteer dat het ten koste gaat van ontwikkelrechten op de voor kantoren aangewezen

Willem Buunk // Fractievoorzitter VVD

locaties als Papendorp, Leidsche Rijn en het Stations­

Willem Buunk zit sinds oktober 2007 in de gemeenteraad.

gebied.’

Hij is woordvoerder voor verkeer, ruimtelijke ordening en grondbeleid. Daarnaast vertegenwoordigt hij de gemeente Utrecht in het Algemeen Bestuur van het Bestuur Regio Utrecht (BRU).


90 // Aorta #12

cartesius lab // blog #10

De nieuwe stoommachine van Cartesius Vriendinnen van Cartesius

Op 30 oktober was het zover: het lang verwachte Bid-

En, we durven het bijna niet hard op te zeggen, maar

book Utrecht 2018 (http://www.utrecht2018.eu/Home/

stel‌. Stel dat Utrecht geen culturele hoofdstad 2018

Over/Hoe/Bidbook ) werd gepresenteerd. Hiermee dingt

wordt. Is het dan gedaan met de energie in Cartesius?

Utrecht naar de titel Culturele Hoofdstad 2018. En zoals

Nee, daar geloven wij in ieder geval niets van. Er zijn zo

we natuurlijk wel wisten, betekent dit een hoofdrol voor

veel enthousiaste mensen met een hart voor Cartesius

Cartesius. Op basis van het plan van Autobahn voor

die zich inzetten voor een bruisend en levendig gebied

Basecamp Cartesius (http://www.basecampcartesius.

dat deze verandering door gaat. Zoals de oude stoom-

nl/ ), ligt hier in 2018 het creatief zenuwcentrum van

machines die vroeger in Cartesius werden gebouwd:

Utrecht. Cartesius is de centrale ontmoetingsplek en

vastberaden en niet te stoppen.

creatieve broedplaats van waaruit je de Expo met de (elektrische) fiets of het openbaar vervoer kunt

Meer weten over de Vriendinnen van Cartesius?

ver­kennen. Een erg mooie boost aan de energie die

www.facebook.com/vriendinnenvancartesius

op dit moment al in Cartesius ontstaat.

twitter @VvCartesius website: http://vriendinnenvancartesius.tumblr.com/

Het oude industrieterrein Cartesiusweg is in een hoog tempo aan het veranderen. Creatieve ondernemers

Lara Simons en Marleen Laverman // Vriendinnen van Cartesius

vinden hun weg en initiatieven voor nieuwe functies

Als vriendinnen van Cartesius zetten Lara Simons, sociaal geograaf,

beginnen vaste vormen aan te nemen. De focus op

en Marleen Laverman, bestuurkundige, zich in om het bedrijventerrein

Cartesius bij Utrecht 2018 is niet de reden dat er zoveel

verder te ontwikkelen en meer onder de aandacht te brengen van de

gebeurt, maar fungeert wel als vliegwiel voor de trans-

Utrechters.

formatie. De energie die er al is wordt in versnelling gebracht. Maar waar wordt die transformatie dan zichtbaar? Wanneer je nu door het gebied fietst is er nog weinig van te zien. Op 23 november wordt de eerste stap gezet met het zichtbaar maken van de nieuwe initiatieven in Cartesius: het Cartesius Dorpsplein wordt geopend. Het mobiele Cartesius Dorpsplein is een openbare centrale plek waar ondernemers, bezoekers en creatieven elkaar kunnen treffen. Een plek waar ze ideeĂŤn, kennis en kunde kunnen delen en uitwisselen en waar men plannen kan maken voor de toekomst van het terrein. Hier ontstaat het epicentrum van de beweging die zich de komende jaren voort zal zetten.


Aorta #12 // 91

Dorpsplein // Foto Vriendinnen van Cartesius

Op 23 november wordt de eerste stap gezet met het zichtbaar maken van de nieuwe initiatieven in Cartesius: het Cartesius dorpsplein wordt geopend


92 // Aorta #12

cartesius lab // blog #11

Laat het gewoon gebeuren Denise Vrolijk in gesprek met Jeroen van de Kraats // TCN

Een klassiek bestemmingsplan beperkt nieuwe ontwik-

Deze mix van bedrijven zorgt voor een interessant

kelingen op het bedrijventerrein aan de Cartesiusweg.

netwerk dat gebruik maakt van elkaars diensten en

Mede daardoor wordt de totstandkoming van een ge-

faciliteiten. ‘Bedrijven als Protospace (FabLab) en NOVU

mengd stedelijk werklandschap geblokkeerd, zo stelt

(uitvinders) zijn vernieuwend, hebben goede internati-

Jeroen van de Kraats (TCN). ‘Mooie verhalen voor de

onale connecties en zijn daarom goed voor de econo-

herontwikkeling van verouderde bedrijventerreinen

mie. Bol.com is een interessante partij die veel andere

zijn er genoeg. Maar om echt leven in de brouwerij te

huurders aantrekt,’ zegt Van de Kraats. ‘De groei van

brengen moet je soms gewoon dingen laten gebeuren.

de één wordt mogelijk gemaakt door de flexibiliteit van

Initiatieven van onderop de kans geven zich organisch te

de ander. Neem bijvoorbeeld de huurcontracten. Dat is

ontwikkelen en met elkaar verbinden. Zo kan de nieuwe

een mix van langlopende contracten (Bol.com) en kort-

hotspot ontstaan die Utrecht nodig heeft.’

durende overeenkomsten. De kleinere creatieve ondernemers hebben geen behoefte aan afspraken voor lange

TCN heeft een goede band met het oude Werkspoor­

termijn, die vinden een overeenkomst voor een jaar ook

terrein in Utrecht. In 2006 kocht de ontwikkelaar het

wel prima. Omdat ze bijvoorbeeld onvoldoende zicht heb-

voormalige pand van REMU aan de Keulsekade en

ben op de ontwikkeling van hun onderneming. Wie weet

vormde dat om tot eigen hoofdkwartier. Volgens het

er vandaag nog hoeveel werknemers hij volgend jaar

bestemmingsplan moest dat gebouw ook voor minstens

heeft? Laat staan over vijf of tien jaar. In die flexibele

vijftig procent als productieruimte gebruikt worden.

bedrijfsruimtes met lage huren wordt in eerste instantie

Maar TCN had alleen kantoorruime nodig en het pand

ook niet veel geïnvesteerd. Zo zijn roldeuren van de

was ook altijd volledig kantoor geweest. Daarom is

transportloodsen vervangen door glazen gevels, de

ontheffing van het bestemmingsplan aangevraagd.

gevels geïsoleerd en zijn de binnenterreinen opgeknapt,

Die werd toegezegd en zo konden de eerste stappen

maar heel minimaal. Komen er huurders voor langere

voor (her)ontwikkeling gezet worden: het plan De Trans-

termijn, die dus voor een gegarandeerde huuropbrengst

formator kwam tot leven.

zorgen, dan kan er meer worden geïnvesteerd in het opknappen van panden en hun omgeving.’

De Transformator is een initiatief van TCN en Mitros. Zij bundelen de krachten om het terrein tussen de

De openbare ruimte op het terrein van De Transformator

Nijverheidsweg en Keulsekade te herontwikkelen tot

is belangrijk voor het netwerk. In zichzelf gekeerde

een ‘broeinest voor talent’. In het cluster van gebouwen

individuele kavels worden weer met elkaar verbonden.

zijn uiteindelijk meerdere bedrijven ondergebracht, met

Van de Kraats: ‘Eerste stap was het weghalen van de

als belangrijkste huurder Bol.com. Door het inzakken

hekken rondom de kavels, en die te vervangen door een

van de vastgoedmarkt zag TCN de eigen kantoorbehoefte

huiselijke ligusterhaag. Daardoor zijn nieuwe zichtlijnen

slinken. In 2010 vetrok de ontwikkelaar daarom naar

ontstaan en wordt de collectieve ruimte op het terrein

een kleiner pand aan de Atoomweg in Lage Weide en

van de Transformator voor een breder publiek toegan-

werd Bol.com de nieuwe hoofdhuurder. In aanpalende

kelijk. Van de publieke ruimte (de Nijverheidsweg) loop

gebouwen zijn kleine, creatieve ondernemers gevestigd.

je nu gemakkelijk de collectieve openbare ruimte op. In de bouwblokken zijn semi-private binnentuinen aangelegd. Door de openbare ruimte in deze drie elementen (publiek, collectief, privaat) open te knippen ontstaan nieuwe verblijfsruimten en een fijnmaziger infrastructuur.’


Aorta #12 // 93

Denise Vrolijk // Stadsgeluiden

Jeroen van de Kraats // Project Developer TCN

Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk

Jeroen van de Kraats is gebiedsontwikkelaar bij TCN. Zijn

als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van

belangrijkste bijdrage is bruggen bouwen.

stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

Mixed-use is een term die Van de Kraats veel laat vallen.

Het is exemplarisch voor de andere rol die de project-

De beoogde nieuwe stedelijkheid op het terrein aan de

ontwikkelaar anno 2012 vervult bij de transformatie van

Cartesiusweg kan in zijn ogen alleen tot stand komen als

bedrijventerreinen. In plaats van initiatiefnemer van

er een divers aanbod is. Naast kleinschalige bedrijvig-

nieuwe projecten gaat het om het ontlokken van initiatie-

heid, creatieve industrie en op de stad georiënteerde

ven in de bestaande stedelijke omgeving en die te onder-

leisurefuncties dus ook ruimte voor kantoren, horeca,

steunen. Daarmee is de projectontwikkelaar veel meer

retail èn wonen. ‘Er wordt nog steeds te monofunctio-

manager/begeleider van een herontwikkelingsproces en

neel gedacht bij het aanwijzen van bestemmingen voor

draait veel minder zelf aan de knoppen. Van de Kraats:

gebieden,’ vindt Van de Kraats. ‘In plaats van stimuleren

‘Om geschikt te zijn voor herontwikkeling moet een

ben je dan aan het blokkeren. Een belangrijke boos-

gebied een zekere mate van verloedering kennen, zich

doener is de lappendeken van milieuzones die vaak

in een financieel waardedal bevinden. Juist op dat soort

op basis van de bestaande situatie al lang geleden zijn

plekken ontstaan heel veel initiatieven van onderaf. Lage

vastgelegd. Maar er is ondertussen een hoop veranderd.

kosten, veel vrijheid en de mogelijkheid tot samenwer-

Bedrijfsprocessen veranderen, er is meer aandacht voor

ken (synergie) zijn hier belangrijke meerwaarden. Door

duurzaamheid en functies van bedrijven gaan met hun

de verschillende doelgroepen bij elkaar te brengen, de

tijd mee.’

dialoog aan te zwengelen, mogelijkheden voor herontwikkeling te onderzoeken en daar de juiste partijen bij

‘Begrijp me niet verkeerd: aan veiligheid moet je geen

te betrekken, kan een gebied stijgen op de ladder van

concessies doen. Er is echter een groot verschil tussen

beschaving. Bij zo’n organische ontwikkeling past een

veiligheidszones en wat ik noem comfortzones. Maar

plan met op voorhand vastgelegde bestemmingen niet.

de Nederlandse ruimtelijkeordeningssystematiek kent

Dat bevriest de bestemming voor tien jaar en dat is

dat verschil vreemd genoeg niet. Binnen comfortzones

tegen­gesteld aan wat we nodig hebben. Het is een ou-

zou je gradaties kunnen aanwijzen. Overgangszones van

derwets vehikel dat leidt tot beperkingen en initiatieven

maximaal naar minder comfort, wat zich vanzelfspre-

blokkeert. Eigentijdser is het om een set spelregels vast

kend uit in een lagere financiële waarde. Er zijn genoeg

te stellen, een framework met wat we in elk geval niet

mensen te vinden die wat meer lawaai of geur zouden

willen en dan gewoon dingen te laten gebeuren. Dit idee

accepteren voor een goedkopere woning, en dat vind ik

wint nu snel aan sympathie en wordt al in diverse

dan acceptabel mits daar volstrekte duidelijkheid over is.

gemeenten toegepast. Nu nog het bedrijventerrein

Maar het kan geen kwaad de hindercontouren voor

Cartesiusweg, dan gaat de bal van herontwikkeling

bepaalde plekken nog eens tegen het licht te houden.

vanzelf rollen.’

Een vastgestelde geluidscirkel hoeft niet per se gelijk te zijn aan tientallen jaren terug. Omgekeerd zijn veel bedrijven ook zuinig op hun milieucirkels, zij willen die vrijheid blijven houden. Zolang dat nodig is voor hun

Mooie verhalen voor de herontwikkeling van

bedrijfsproces of groeistrategie vind ik dat redelijk,

verouderde bedrijventerreinen zijn er genoeg.

echter in de praktijk wordt er vaak weinig gebruik van

Maar om echt leven in de brouwerij te brengen

gemaakt en het is zonde als een gebied daardoor wordt gegijzeld. Als dit ook in een ontwikkelingsvisie de lei-

moet je soms gewoon dingen laten gebeuren.

draad vormt dan worden aantrekkelijke functies direct al

Initiatieven van onderop de kans geven zich

uitgesloten en daarmee de groeikansen voor een gebied. Dat is niet meer van deze tijd.’

organisch te ontwikkelen en met elkaar verbinden. Zo kan de nieuwe hotspot ontstaan die Utrecht nodig heeft.


94 // Aorta #12

cartesius lab // blog #12

Leren Luisteren Denise Vrolijk in gesprek met Casper Schuuring // GENT & MONK

Architecten en stedenbouwkundigen hebben jarenlang

‘De mensen die bij de gemeente aan de knoppen zitten

de rol van ultieme ‘creatieveling’ kunnen vervullen.

willen wel diversiteit, als we de mooie Ontwikkelings-

Wars van regels en niet gehinderd door enige gêne om

visies moeten geloven, maar hebben geen idee hoe je

zich op eigen wijze te gedragen. Ontwerpen met de

daar mee omgaat. En wordt je als architect/steden-

grote O was het hoogste doel. Zo’n sterrenrol past niet

bouwkundige uitgenodigd om je mening te geven, dan

meer in de huidige tijd, vindt Casper Schuuring (Gent-

krijg je uiteindelijk de deksel op de neus. Want te duide-

Monk Architecten). De maatschappij vraagt om meer

lijke uitspraken, daar is geen behoefte aan.’ Schuuring

samenwerking tussen verschillende disciplines; we

doelt hier op een bijeenkomst waar hij zijn ongenoegen

moeten (weer) leren luisteren naar elkaars wensen en

over de ontwikkelingen rond de uitbreiding van het

belangen.

bedrijf Bol.com heeft uitgesproken. ‘Bol.com wordt gewoon weggepest. Het is een belangrijke huurder in

‘Door de rol van “starchitect” zijn we het gevoel met de

het Tranformator-complex, die het economisch voor

gebruiker kwijtgeraakt,’ vertelt hij. Gent-Monk Archi­

de wind gaat. Bol blijft groeien en heeft daardoor meer

tecten is sinds 2010 gevestigd op het bedrijventerrein

ruimte nodig. Die ruimte is er op zich gewoon, ook binnen

aan de Cartesiusweg. Aangetrokken door het mooie

De Transformator, maar mag volgens het bestemmings-

plan van De Transformator (TCN en Mitros) togen ze vol

plan niet als grootschalig kantoor verhuurd worden.

goede moed naar het karakterloze bedrijventerrein en

Een grotere ruimte opknippen in losse units en die apart

vonden hun draai tussen de vervoersbedrijven, studio’s,

verhuren lost dit probleem niet op. Natuurlijk zijn er

verhuizers en steenhouwerijen. Maar niet voor lang.

partijen die zeggen dat je dingen gewoon moet doen,

Schuuring is inmiddels behoorlijk gedesillusioneerd.

maar Bol.com kan het zich simpelweg niet veroorloven

De vele initiatieven die hij op een presenteerblaadje

om een niet-officieel huurcontract aan te gaan. Dat is

heeft aangeboden aan gemeente en ontwikkelaars zijn

een te knullige oplossing.’

tot dusver allemaal in de la beland. ‘Niet mogelijk’ was steevast het antwoord. En daar raak je als welwillende

Veel initiatieven die nu op het bedrijventerrein worden

ontwerper, die zijn best doet om nieuwe coalities te

ontplooit staan in de ogen van Schuuring nog erg in de

smeden, wel een beetje de spirit van kwijt…

kinderschoenen. Het is exemplarisch voor dit soort gebieden en organische ontwikkelingen, vindt hij. ‘Neem

Het meest baalt hij van het plan voor een bedrijfs­

de Vriendinnen van Cartesius, die nu met hun caravan in

verzamel­gebouw met horeca in het karaktervolle (leeg-

de voortuin van een TCN-pand staan. Heel goed dat zij

staande) pand waar ooit autohandelaar Kroymans zat.

verschillende partijen met elkaar in contact willen bren-

Dit gebouw wacht al een tijd op nieuw leven en enthou-

gen, maar het is me nog niet helemaal duidelijk wat dat

siaste gebruikers. Maar het plan mocht geen werkelijk-

op kan leveren. Hetzelfde geldt voor het Cartesius

heid worden. Voornamelijk vanwege de regionale

Museum. Ook een goed initiatief, maar met een ongeluk-

bepalingen die voorschrijven dat er op het bedrijven-

kige naam. Een museum suggereert dat je wil conser-

terrein aan de Cartesiusweg geen (nieuwe) kantoren

veren, terwijl het juist nodig is om actie te ondernemen.

gevestigd mogen worden. Creatieve bedrijvigheid is het

Op zich zijn dit soort initiatieven heel goed, begrijp me

mantra, en zo zal geschieden. Dat daarvoor ook grens-

niet verkeerd, maar in deze situaties volstaan ze helaas

overschrijdend denken nodig is, is nog niet helemaal

niet. Er is een meer structurele aanpak nodig. Met een

doorgedrongen bij de gemeente, vindt Schuuring.

goed evenwicht tussen de verschillende initiatieven van onderop en niet te vergeten: ruimte voor investeringen.


Aorta #12 // 95

Als architecten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en de mensen van de gemeente hun rol als verbindings­ officier serieus zouden nemen, zou het veel leuker kunnen worden.

Schuuring is zeker niet onwelwillend, in tegendeel: hij

Toch lijkt het alsof Casper Schuuring de moed inmiddels

zou het geweldig vinden als er meer synergie, samen-

een beetje heeft opgegeven. De gedroomde mix van

werking en gezamenlijke initiatieven tot stand zouden

bedrijvigheid, de reuring en de mengvormen die op het

komen op het bedrijventerrein. Maar met de initiatieven

bedrijventerrein Cartesiusweg zouden kunnen ontstaan

die hij nu ziet ontstaan, naast de samenwerking die er

ziet hij voorlopig geen werkelijkheid worden. Tussen

binnen De Transformator is, wordt er nog steeds niet

droom en daad staan in dit geval een hoop regels, on-

over grenzen heen gekeken. Schuuring: ‘Ga bij elkaar

wetendheid en onervarenheid. En dat is jammer, vindt

zitten en leer van de ervaring, kennis en expertise van

Schuuring. ‘Door creatiever om te gaan met het bestem-

anderen. Sta open voor samenwerking en bedenk dat

mingsplan en met enthousiaste, betrokken supervisoren

verschillende visies elkaar kunnen aanvullen in plaats

kan er zeker een hoop van de grond komen. Maar voor

van concurrerend te zijn. Ga op zoek naar de meer-

die vorm van daadwerkelijke gebiedsontwikkeling lijkt de

waarde. Reuring in een gebied ontstaat juist door geza-

tijd hier nog niet rijp. De dingen die tot stand komen zijn

menlijkheid. Maar wees als gemeente dan wel eenduidig

nog te projectmatig in opzet en uitvoering. Als architec-

in wat wel en niet mag. Waarom kan de feestzaal voor

ten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en de mensen

Turkse bruiloften bij mij aan de overkant wel doorgaan

van de gemeente hun rol als verbindingsofficier serieus

en mag Bol.com de benodigde uitbreidingsruimte niet in

zouden nemen, zou het veel leuker kunnen worden.

het Kroymans-pand zoeken? Omdat het ene initiatief wel

Maar de visie ontbreekt vooralsnog.’ Schuuring vindt het

onder de noemer “creatieve bedrijvigheid” valt en het

jammer, maar laat zich er zeker niet door uit het veld

andere niet? Ik vind Bol juist een heel creatief bedrijf,

slaan. Zijn rol als architect/stedenbouwkundige voert

dat dingen op een vernieuwende manier aanpakt – en

hij op dit moment liever ergens anders uit. Op een plek

met succes.’

waar het wel mogelijk is om zelf projecten te creëren en waar ruimte is voor andere visies. Dan is tenminste duidelijk wie het initiatief neemt… Denise Vrolijk // Stadsgeluiden Onder de naam Stadsgeluiden werkt Denise Vrolijk als auteur, redacteur en schrijfcoach op het gebied van stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij eindredacteur van het vakblad S+RO (Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) en gastdocent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.

Casper Schuuring // GENT-MONK Architecten Casper Schuuring is architect en directielid van GENT & MONK. Zijn bureau bevindt zich midden in het bedrijventerrein.


96 // Aorta #12

cartesius lab // blog #13

Kracht niet met het badwater weggooien Denise Vrolijk // Stadsgeluiden // december 2012

‘Na vanmiddag moeten jullie het zelf doen, want zo gaat

bedrijf’ en ‘kantoren mogen nu eenmaal niet op dit

dat tegenwoordig. Nieuwe dingen in gebiedsontwikkeling

terrein’ staat voor veel deelnemers gelijk aan: wil de

ontstaan van onderop, zijn kleinschaliger en worden

gemeente niet en daarom blokkeren alle initiatieven.

samen bedacht.’ Aan het woord is Rianne Pruis van

Maar wie draait er nu eigenlijk aan de knoppen, bij wie

Architectuurcentrum Aorta tijdens Atelier Cartesius. Een

moet je zijn met je vraag voor een vergunning, wie be-

middag voor en door de gebruikers van het bedrijven­

paalt wat er wel en niet kan en wat ‘creatief’ is? Dat is

terrein aan de Cartesiusweg dat een nieuwe impuls

allemaal niet duidelijk.

goed kan gebruiken. Aan de slag dus!

De energie gaat stromen als de deelnemers met elkaar

En aan de slag gaan de mensen die zich in een zijbeuk

in gesprek gaan. Oude en nieuwe ondernemers hebben

van de grote Werkspoorloods verzameld hebben. On-

niet altijd dezelfde ideeën en er valt ook zeker wel een

danks de koude decembermiddag gaat de energie snel

onvertogen woord, maar iedereen vindt het leuk om

stromen. Met korte presentaties geven Andries Geerse

elkaar nu eens echt te spreken. Dat het over concrete

(We Love the City), Huub Kloosterman (Urban XChange)

vragen, belangen en projecten gaat leidt tot veel goede

en Evert-Jan de Kort (Stec Groep) de aftrap voor drie

ideeën. Het vernieuwende denken waar Andries Geerse

ateliersessies. Het bedrijventerrein is opgedeeld in drie

de middag mee begon blijkt in het Cartesiusgebied dus

gebieden: het meest zuidelijk gelegen deel tussen de

al te goed te werken. Maar de ondernemers kennen

Keulsekade en de Nijverheidsweg (sessieleider Huub

elkaar te weinig, weten niet goed wie ruimte te weinig,

Kloosterman); daarboven de strip tussen de Nijver-

te veel of leegstand heeft. En wat je daar dan mee kunt

heidsweg en de Tractieweg (sessieleider Evert-Jan de

doen. Voor velen is de Ontwikkelingsvisie van de ge-

Kort) en het deel langs de spoorlijn tussen de Tractie-

meente daarover ook niet duidelijk. Dat die uitnodigt tot

weg en de Spoorzone (sessieleider Andries Geerse).

initiatieven gelooft bijna niemand meer: mensen heb-

Per deelgebied schuiven de daar gevestigde oude en

ben te vaak ‘nee’ gehoord. Toch moedigt iemand van de

nieuwe ondernemers aan, een enkele buitenstaander

gemeente het juist aan om met ideeën te komen: ‘Het

of creatieve geest en per tafel is ook de gemeente goed

bestemmingsplan is geen absolute waarheid. Heb je

vertegenwoordigd met een gebiedsmanager, steden-

een goed idee, dan valt daar zeker over te praten.’

bouwkundigen en iemand van economische zaken.

In het Havenkwartier Deventer (een voorbeeld dat

De mensen van de gemeente hebben het niet makkelijk

Andries Geerse aanhaalt) is in eerste instantie een hoop

vanmiddag: met grote regelmaat wordt er geschopt

gedoogd: horeca, een kledingwinkel, theater. Volgens

tegen de regels, gesproken over de gemeenteambtenaar

het bestemmingsplan mochten die functies hier geen

die het allemaal niet weet en is er ergernis alom over

plek krijgen. Maar uiteindelijk hebben ze wel veel reuring

de regelgeving. Afspraken waar de ‘mensen van de

in het gebied gebracht en gezorgd dat er mensen naar-

gemeente’ ook niet altijd zelf over kunnen beslissen,

toe kwamen. Andries Geerse is stellig: ‘Ambtenaren

want: op regionaal, landelijk of Europees niveau ge-

die ‘nee’ zeggen, dat klopt gewoon niet. Ook binnen de

maakt. Maar de gemeente is het haasje vandaag en

huidige regelgeving is er veel mogelijk. Je moet alleen

dat zullen ‘ze’ weten. Wie je ook spreekt: de architect

wel weten hoe en dingen durven gedogen. Blijf er met

of kunstenaar met een mooi idee, de ondernemer die

je verstand bij en maak gebruik van een proefperiode,

zijn business wil bijstellen – allemaal lopen ze tegen de

hou er rekening mee dat dingen kunnen mislukken en

regels aan. ‘Kan niet’, ‘mag niet’, ‘is geen creatief

niet iedereen maximale vrijheid aankan.’ Zijn motto is:


Aorta #12 // 97

Gedoog volop, maar alleen diegenen die dat aankunnen.

worden gevierd, en zo nog een paar. De openbare ruimte

‘Als gemeente alleen een visie vaststellen kan natuurlijk

laat wel veel te wensen over, net als het gevoel van vei-

niet,’ zegt Geerse. ‘Dat is een stukje papier. Kies een

ligheid.

paar projecten die je belangrijk vindt, ga daar samen achter staan en zoek naar investeerders. Het oud geld van Deventer (de rijken) heeft een hoop initiatieven tot stand laten komen. Want ondanks dat we binnen de gebiedsontwikkeling allemaal vinden dat de tijd van de blauwdrukplanning voorbij is, de bank vraagt er wel om. Die wil niet alleen een bedrijfsplan zien, maar ook een beeld van de omgeving. Het lokale kapitaal, daar moet je het van hebben tegenwoordig.’

Door reuring te organiseren (tijdelijke theaterzalen, dansfeesten, een stadstrand aan het Amsterdam-Rijnkanaal, een horecaboot in de insteekhaven, een cultureel hotel of centraal dorpsplein) komen meer mensen naar het gebied en zijn er meer ogen op de straat. Of het groen samen te onderhouden, hekken weg te halen en bij gebouwen aan de buitenkant te laten zien wat er aan de binnenkant gebeurt. Dat versterkt het gevoel van veiligheid, gezamenlijkheid en maakt het gebied meer

Huub Kloosterman stelt de initiatiefnemer met hart voor

uitnodigend. Verbind de oude en de nieuwe makers in

het gebied centraal in zijn sessie. Daarmee begint het

het gebied meer met elkaar en breng ze bij het stake-

succes en kun je de stad ‘terugclaimen’. Omdat de eco-

holdersoverleg ook daadwerkelijk met elkaar in contact.

nomie nu eenmaal lastig te voorspellen is moet je volgens

Het zijn allemaal concrete ideeën die uit de atelierses-

hem zelf uitspreken wat je wilt. Een identiteit ontwikke-

sies naar voren komen.

len. Sterke gebieden krijgen een sterke identiteit, is zijn overtuiging: ‘Maar houd daarbij heel goed de bestaande bedrijvigheid in de gaten.’ Kloosterman verwijst naar de milkshaketheorie van Geerd Simonis (bedrijventerrein C-Mill in Heerlen, beste bedrijventerrein 2011); in zo’n shake zit heel veel melk en een beetje smaak. Zo is het ook met de creatieve zones die op veel oude bedrijventerreinen moeten ontstaan. Zij landen tussen de ambachtelijke industrie (steenhouwers, edelsmeden, meubelmakers), vervoersbedrijven en maakindustrie. Daar moet je een mooie mix van zien te maken.

Gelukkig wordt er aan ieder idee ook een contact­ persoon gehangen. Zonder initiatiefnemers die de kar blijven trekken, ook als het even tegenzit, zal er niks van de grond komen. Gedogen is wel cruciaal, vinden velen. Want dat er voor het uitdijende Bol.com (goed voor de economie, levendigheid en nieuwe functies als horeca) straks geen plek meer is omdat regionale regels bepalen dat hier geen grootschalige kantoren mogen komen, daar maakt ook Wim Pot (voorzitter bedrijvenkring Cartesiusweg) zich zorgen over. Bol.com is juist zo’n bedrijf dat een aanjaagfunctie voor het hele gebied kan

Evert-Jan de Kort gaat ook uit van de potenties van

hebben. En die kracht wordt straks met het badwater

het gebied, maar waarschuwt wel dat je op het goede

weggegooid? Nee, daar kunnen de Cartesiërs met de pet

moment moet ingrijpen met herontwikkeling van een

niet bij.

bedrijventerrein. Nu gebeurt dat vaak in een levensfase van het terrein waarin de ondernemers nog tevreden zijn met het gebied. De ingrepen zijn vooral ruimtelijk en esthetisch. Het is volgens de Kort de kunst om te wachten op het juiste moment waarop je de kracht van de plek kunt inzetten voor andere manieren van waarde­ creatie. Dat gaat niet alleen om geld, maar ook om sociaal-maatschappelijke waarden. ‘Ondersteun die plekken waar kracht en energie zit,’ is zijn boodschap. Op het bedrijventerrein aan de Cartesiusweg blijkt het met die kracht en energie wel goed te zitten. In de ateliersessies worden feilloos verschillende plekken aangewezen: de Bol.campus met vijfhonderd medewerkers, de milieustraat die veel mensen in het gebied brengt, de Werkspoorkathedraal als industrieel icoon waar initiatiefnemers iedere maand samenkomen om ideeën uit te wisselen en aan te jagen, de blauw-groene corridor langs het water die doorloopt naar de aan­ palende woonwijk, de oude insteekhaven, de reuring bij de Vlampijpateliers, KidZity waar veel verjaarspartijtjes

Zonder initiatiefnemers die de kar blijven trekken, ook als het even tegenzit, zal er niks van de grond komen.


98 // Aorta #12


Aorta #12 // 99

Cartesiusweg begin 1964


100 // Aorta #12

cartesius lab // leren van… ontdekken

Transformatie van een bedrijventerrein Locatie: Bedrijventerrein Cartesiusweg & excursie Datum: 12 april 2012 // Aantal deelnemers: 30 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht Moderator: Bart Cosijn // Urban Dialoque

Het bedrijventerrein ten westen van de Cartesiusweg is

gebouw. Vervolgens konden de deelnemers een kijkje

door de gemeente aangewezen als ontwikkelingslocatie

nemen in de loods, waarna per bus werd afgereisd naar

waar een geleidelijke transformatie van traditioneel

de Kauwgomballenfabriek in Amsterdam. Gerard

bedrijventerrein tot een stads georiënteerd werkland-

Comello van Lingotto toonde daar hoe de ontwikkeling

schap beoogd wordt. Een belangrijke rol binnen deze

van de voormalige fabriek van Maple Leafs tot bedrijfs-

ontwikkeling is weggelegd voor de zittende bedrijven.

verzamelgebouw voor de creatieve industrie tot stand

Aorta start het Cartesiusprogramma op 12 april met een

is gekomen. Grote en kleine bedrijfjes hebben in een

besloten bijeenkomst voor ondernemers, ambtenaren,

viertal gebouwen onderdak gekregen. De stapsgewijze

raadsleden en initiatiefnemers. De ondernemers­

aanpak waarbij telkens een nieuw gebouw werd ontwik-

vereniging, wijkraad, betrokken ambtenaren en

keld is bepalend geweest voor het succes van de

initiatiefnemers Cartesius Connecting en TCN zijn uit-

Kauwgomballenfabriek.

genodigd om de mogelijkheden voor transformatie van het Cartesiusgebied tot dynamische stedelijk werkland-

Niet alles hoeft in één keer, dat is misschien wel de

schap te verkennen.

belangrijkste omslag in het denken.Lees meer over de bijeenkomst Proloog en het bezoek aan de Kauwgom-

De bijeenkomst is de PROLOOG uit het programma

ballenfabriek in Op zoek naar Inspiratie / pagina 74 en

CARTESIUS LAB waarmee Architectuurcentrum Aorta

Profiteren van het moment / pagina 76

de transformatie van het Cartesiusgebied in 2012 bediscussieert en aanjaagt. In CARTESIUS LAB zet Architectuurcentrum Aorta de transformatie van het Cartesiusgebied naar een 21e eeuws werklandschap op scherp. Een verkennend programma voor stakeholders, eigenaren, gebruikers, initiatiefnemers. Tijdens de bijeenkomst in een zijbeuk van een voormalige Werkspoorloods die nu in gebruik is als atelierruimte voor HKU studenten presenteerde Leen de Wit, projectmanager bij de gemeente Utrecht de visie Werkspoorkwartier. Bas Pickkers van het initiatief Connecting Cartesius toonde de mogelijkheden om een gebouw aan de Tractieweg 50 te transformeren tot bedrijfsverzamel-


Aorta #12 // 101

Werkspoorkwartier // Foto Denise Vrolijk

In Cartesius lab zet Architectuurcentrum Aorta de transformatie van het cartesius足gebied naar een 21e eeuws werkland足schap op scherp.


102 // Aorta #12

cartesius lab // proeftuin‌ - verbinden

Nieuwe visie nieuwe kansen / verbinden van krachten Locatie: Werkspoorkathedraal, Tractieweg 41 Datum: 12 december 2012 // Aantal deelnemers: 45 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht Dagvoorzitter: Bart Cosijn // Urban Dialoque Bedrijventerrein Cartesiusweg is Utrechts meest

Het atelier heeft geresulteerd in 10 Cartesius Projecten

binnen­stedelijke bedrijventerrein. Met de huisvesting

die door ondernemers en initiatiefnemers zullen worden

van een toenemend aantal creatieve ondernemers lijkt

uitgedacht:

het gebied een nieuw soort ondernemers aan zich te binden. De gemeente ondersteunt deze ontwikkeling met de visie Werkspoorkwartier. Daarin is een grote rol weggelegd voor marktpartijen. Ook ondernemers, (creatieve) initiatiefnemers en investeerders zien met

1. Stakeholdersoverleg Het opzetten van een stakeholdersoverleg waarin bedrijven, initiatieven en gemeente vertegenwoordigd zijn. De Cartesius Tafel van Cartesius Museum biedt

de visie nieuwe kansen ontstaan.

daarvoor ruimte.

Tegelijkertijd staan de economische crisis, een terug-

2. Locatie voor uitwisseling

trekkende overheid en beperkingen in de regelgeving en het bestemmingsplan de gewenste ontwikkelingen in de weg. Veel panden en loodsen staan leeg. Een aantal bedrijven wil het gebied verlaten. De daling in waarde van het vastgoed houdt dat echter tegen. Daarnaast vraagt de uitstraling van het gebied om hernieuwde aandacht. Zijn we in staat onder deze condities een vernieuwing op gang te brengen? In Atelier Cartesius werkten ondernemers, eigenaren en initiatiefnemers gezamenlijk aan een actieagenda voor Cartesius. Welke functies willen we de komende jaren toevoegen? Hoe versterken we de uitstraling van het gebied? Hoe kan de leegstand op korte termijn aangepakt worden? Welke rol is weggelegd voor tijdelijke programmering? En welke coalities zijn daarvoor nodig? Welk businessmodel is haalbaar om ook in de huidige crisis initiatief te realiseren? In kleine teams werden de vragen en uitdagingen waar bedrijventerrein Cartesiusweg voor staat formuleerd.

Het realiseren van een fysieke plek en een website waar uitwisseling plaats vindt tussen ondernemers, initiatieven en de gemeente. 3. Leegstandskaart Het realiseren en toegankelijk maken van een leegstandskaart/website waarmee vraag en aanbod op elkaar afgestemd kan worden. Met daarin de zichtbare als verborgen leegstand van bedrijfsruimtes. 4. Oude en nieuwe ambachten verenigd Het leggen van verbindingen tussen oude (traditionele) en nieuwe ambachten. Dit versterkt het netwerk, kennisuitwisseling en ondernemerschap. 5. Het binnenste buiten Er vindt volop bedrijvigheid plaats op bedrijventerrein Cartesiusweg. Maar dit is van de buitenkant niet altijd te zien. Door dit zichtbaar te maken wordt het gebied transparanter en levendiger.


Aorta #12 // 103

Werkspoorkathedraal // Foto Denise Vrolijk

Van industrieterrein naar werklandschap

6. Groen en Water Het Cartesiusgebied beschikt over veel groen en water. Een kwaliteit die veel meer benut kan worden. Bijvoorbeeld door het aanleggen van recreatieve paden voor fietsen, joggen en verblijven. Mogelijk in relatie tot het regionale fietsnetwerk. 7. Entrees zichtbaar maken Het bedrijventerrein Cartesiusweg ligt erg verscholen. De relatie met de stad kan versterkt worden door de entrees meer zichtbaar te maken. 8. BOL.campus BOL.com beschikt over een BOL.campus die zij graag willen openstellen voor ondernemers uit het gebied. BOL.com en TCN gaan kijken hoe zij dit kunnen realiseren. 9. Ondersteunende functies Het gebied heeft ondersteunende functies nodig zoals een vakschool, hoger onderwijs, een hotel, etc. 10. Horecaschip en stadsstrand De haven achter de Werkspoorloods is een ideale plek voor een horecaschip en stadsstrand. De ateliersessies stonden onder leiding van Evert-Jan de Kort // Stec-groep, Huub Kloosterman // Urban Xchange en Andries Geerse // We Love the City. Dagvoorzitter: Bart Cosijn // Urban Dialoque Lees meer in ‘Kracht niet met het badwater weggooien’ pagina 96


104 // Aorta #12


Aorta #12 // 105

Het masterplan voor het Stationsgebied geeft geen hard eindbeeld, maar biedt ruimte voor een stap-voor-stap ontwikkeling.


106 // Aorta #12

VERKNOOPTE STAD // HET DEBAT IN DE STAD


Aorta #12 // 107

Stationsgebied 2040 // Ector Hoogstad Architecten, in samenwerking met Buro Sant en CO (landschapsontwerp) en Royal Haskoning (engineering)

Stand van zaken 2012 Anno 2011 bevond het megaproject Stationsgebied zich op een kantelpunt. De bouw aan de OV Terminal en het Stadskantoor is van start gegaan. Aan de oostzijde wordt gebouwd aan Appartementencomplex De Vredenburg en het Muziekpaleis. Het ontwerp voor verkeersplein Vredenburgknoop, de Catharijnesingel, Nieuw Hoog Catharijne en de nieuwe openbare bibliotheek aan het Smakkelaarsveld zijn definitief. Voor de ontwikkeling van de westzijde zijn ambities uitgesproken. Naast het Stationsplein West zijn het Jaarbeursplein en Westplein onderdeel van deze ontwikkeling. Het Jaarbeursplein moet een locatie voor grootschalige leisure worden. Het Westplein wordt autoluw gemaakt, waardoor de aansluiting voor fiets­ verkeer versterkt zal worden.

Achtergrond In 2003 is, om de verwachte toename van het aantal bezoekers te faciliteren, begonnen met een grootschalige herstructurering van het Stationsgebied. Het Stationsgebied is in het netwerk van knooppunten van essentieel belang. Dit gebied is hét centrale punt in het netwerk (de ‘hub’). Dagelijks passeren tienduizenden forensen, toeristen en recreanten het Centraal Station van Utrecht. Vanwege de centrale ligging in het land is Utrecht een populaire plaats voor zakelijke ontmoetingen. Het stationsgebied is een spil in het landelijke, regionale en stedelijke netwerk. Tegelijkertijd vormt het oude massieve complex bestaande uit Centraal Station, Hoog Catharijne, omliggende wegeninfrastructuur en spoorlijnen een fysieke barrière tussen de Oost en Westkant van Utrecht.

De discussie Het masterplan voor het Stationsgebied geeft geen hard eindbeeld, maar biedt ruimte voor een stap-voor-stap ontwikkeling. Voor het ruimtelijk raamwerk is een kader gecreëerd met drie centrale begrippen: herstellen, verbinden en betekenis geven. Voor de openbare ruimte en de nieuwbouw is het begrip schaal als richtlijn toegevoegd. Twee assen, de Centrumboulevard en de Stadscorridor, moeten Oost en West in de toekomst beter met elkaar verbinden. Het versterken van de Oost-Westverbinding is ook opgenomen in het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk Bereikbaar’ om daarmee de stedelijke knooppunten Leidsche Rijn Centrum, Binnenstad en Uithof als ‘As van Kennis en Cultuur’ met sterk structurerende OV- en fietsrelaties met elkaar te verbinden. De huidige grootschalige herstructurering van het Stationsgebied zal dan ook weerslag hebben op een veel groter stedelijk weefsel. Tegelijkertijd is het Stations­ gebied ook een belangrijke plek om te verblijven.

Waar staan we nu? Plannen aan de centrumzijde zijn nu in uitvoering, terwijl plannen aan de westzijde nog in voorbereiding zijn. De herstructurering van het Stationsgebied is nu flink onderweg. Met het uitbreiden van het voorzieningenniveau en een enorme facelift van de openbare ruimte zal de verblijfskwaliteit worden vergroot. De plannen voor het Stationsgebied zijn gebaseerd op inzichten en vooruit blikken van tien jaar geleden. Inmiddels hebben ontwikkelingen plaatsgevonden die van belang zijn voor het Stationsgebied. Zo heeft de crisis geleid tot structurele veranderingen in de economie. Wat betekent de realisatie van de eerste fase van de herstructurering van het Stationsgebied. Heeft Utrecht voldoende vooruitgelopen op de maatschappelijke ontwikkelingen? Geven de plannen voldoende antwoord op de opgaven die voortkomen uit de kernwaarden van het masterplan? Of is een herziening van ambities, aspiraties en plannen voor het vervolg nodig? Tijdens het stadsgesprek Stationsgebied van Aorta presenteerden verschillende sprekers hoe de relatie is tussen de kernwaarden uit het masterplan, de inrichting van de openbare ruimte en de manier waarop gebouwen en pleinen een herkenbaar adres hebben. Op basis van de uitkomsten organiseert Aorta in 2013 een tweede stadsgesprek.


108 // Aorta #12

verknoopte stad // programma #1

Stadsgesprek Stationsgebied Locatie: Torenzaal UCK Datum: 28 november 2012 // Aantal deelnemers: 75 Samenwerkingspartners: Gemeente Utrecht, Projectorganisatie Stationsgebied

Dagelijks passeren tienduizenden forensen, toeristen en recreanten het Centraal Station van Utrecht. Vanwege de centrale ligging in het land is Utrecht een populaire plaats voor zakelijke ontmoetingen. Om de verwachte toename van het aantal bezoekers te faciliteren, is in 2003 begonnen met een grootschalige herstructurering van het Stationsgebied. In het stadsgesprek Stationsgebied kijken we naar de realisatie van de eerste fase van de herstructurering. Heeft Utrecht voldoende vooruitgelopen op de maatschappelijke ontwikkelingen? Of is een herziening van ambities, aspiraties en plannen voor het vervolg nodig? Wat betekent dat voor de kernwaarden en de toekomstige ontwikkelingen? Een avond waarop verschillende sprekers toelichten hoe de relatie is tussen de kernwaarden uit het masterplan, de inrichting van de openbare ruimte en de manier waarop gebouwen en pleinen een herkenbaar adres hebben en de bezoekers in gesprek konden. Begin 2013 organiseert Aorta een tweede avond waarin vraagstukken die in dit deel van de avond aan bod komen, verder kunnen worden uitgediept.


Aorta #12 // 109

Webcam ontwikkelingen Stationsgebied // Foto Projectorganisatie Stationsgebied (POS)

Aorta kijkt terug op de realisatie van de eerste fase van de herstructurering van het stationsgebied.


110 // Aorta #12

Stadsgesprek Stationsgebied Utrecht

Razend complexe gebieds­ ontwikkeling ontrafeld Auteur // Anne Luijten // Studio-RO, hoofdredacteur Gebiedsontwikkeling.nu van TU Delft Na jarenlang het lijdend voorwerp van, soms verhitte,

Barrières slechten

discussie te zijn geweest, is het Stationsgebied Utrecht

Kwaliteit verdient verdieping, aldus wethouder Victor

inmiddels al weer bijna een decennium in uitvoering.

Everhardt in zijn openingswoord. De opgaven voor de

De grootscheepse herstructurering van het Stations­

stad liegen er dan ook niet om: met de verbetering van

gebied moet de capaciteit van het station vergroten, het

het stationsgebied moet vooral ook de mentale bar-

voorzieningenniveau uitbreiden en de verblijfskwaliteit

rière tussen de centrumkant en de westkant worden

van de openbare ruimte aanzienlijk verbeteren. Het

geslecht. Er staat voor de stad veel op het spel, en de

masterplan uit 2003 geeft geen eindbeeld, maar biedt

gemeente investeert dan ook fors in kwaliteit. Maar veel

ruimte voor stap-voor-stap ontwikkeling. Drie begrippen

hangt ook af van de samenwerking met private partijen

staan daarbij centraal: herstellen, verbinden en beteke-

die kunnen en willen investeren in het stationsgebied.

nis geven. Aan de centrumzijde zijn sommige gebouwen

Zeker in zulke langlopende trajecten is het de grote

al in een vergevorderd stadium en zelfs opgeleverd, aan

kunst om vast te houden aan kwaliteit, aldus gespreks-

de westzijde wordt druk gewerkt aan het Stadskantoor

leider Henk Bouwman. In 2002 is een nieuw proces in-

en het Jaarbeursplein. Inmiddels heeft de crisis hard

gestoken waarbij de waarde voor de stad voorop stond.

huisgehouden en is de vraag of de uitgangspunten van

De vraag die vanavond voorligt is of dat waardekader

10 jaar geleden nog valide en haalbaar zijn. In hoeverre

nog relevant is en of de juiste procesinsteek is gekozen.

sporen de ambities van toen nog met de realiteit van

Kan het anders, kan het beter?

vandaag? Voor Aorta aanleiding genoeg om een Stadsgesprek te organiseren en de plannen, aspiraties en

Hoofd Stedenbouw Anco Schut schetst dat kader aan de

procesvoering onder de loep te nemen.

hand van een agenda met zes opgaven voor de stad. Het Masterplan Stationsgebied Utrecht uit 2003 is gericht op

Opvallend aan de goed bezochte avond was de eye-

grote investeringen van zowel overheid als bedrijfsleven in

opener die de reeks van presentaties van architecten

de vernieuwing van het gebied tussen Vredenburg en Mer-

van de deelprojecten voor velen vormde. Het was ver-

wedekanaal. Het stationsgebied maakt deel uit van het

helderend om te zien hoe de verschillende projecten in

rijksprogramma Nieuwe Sleutelprojecten voor de HSL-

samenhang tot elkaar en in relatie tot het gebied en de

stations. De herstructurering moet de groei van de stad

stad als geheel zijn ontworpen. Een razend gecompli-

en de groei van het aantal reizigers faciliteren. Met als

ceerd stukje binnenstedelijke gebiedsontwikkeling rond-

uitgangspunt de drie kernbegrippen herstellen, verbinden

om het drukste station van Nederland kwam zo in zijn

en betekenis geven gaat het om de volgende opgaven:

geheel in vogelvlucht voorbij. Een blik op de toekomst.

• De breuken herstellen in het stedelijk weefsel

In de discussie die volgde kwam een aantal thema’s terug, en stond met name de procesvraag centraal. Hoe is de bewaking van de kwaliteit geregeld en is dit voldoende? Is er genoeg ruimte voor bijstelling en welke rol speelt het begrip tijdelijkheid met dergelijke lange uitvoeringstermijnen? En wat is de rol van bewoners in het proces en bij de kwaliteitsborging? Wordt alles overgelaten aan de professionals? Vooral het initiatief van

(Catharijnebaan, Stationsplein, Westplein) • De superstructuur van de ‘bovenstad’ ontleden tot herkenbare bouwblokken met een adres in de stad • Het maken van prettige verbindende routes tussen het centrum en de omringende stad • De beneden- en bovenstad als één geheel onderdeel laten uitmaken van het stedelijk netwerk • De openbare ruimte wordt weer de plek waar alle

bewoners en ondernemers wordt node gemist. Zijn de

functies hun adres hebben en waar de levendigheid

plaatjes misschien te mooi?

van de stad zich concentreert • De verschraalde delen van de stad krijgen weer betekenis als levendig onderdeel van de stad


Aorta #12 // 111

Stationsgebied in 1927 // Ansicht

Het stationsgebied is een heel eind op weg maar heeft tegelijkertijd nog een lange tijd te gaan voordat alle ambities zijn verwezenlijkt. Verlangen naar heel-zijn

organiseren, en anderzijds een robuuste vormgeving in

Hoofd Ontwerp Openbare Ruimte van de gemeente

materialisering en detaillering.’

Frank van der Zanden vertaalt de drie kernbegrippen in ‘verbindingen herstellen en ruimte betekenis geven’.

Patrick Franssen van HH Architecten werkt aan het

Achter de ambities uit het masterplan gaat het verlangen

nieuwe Muziekpaleis en vertelt over de stedelijke

schuil om van het Stationsgebied weer ‘één heel gebied’

kernwaarden die bepalend waren voor de gemaakte

te maken, zegt hij. Een hecht weefsel van openbare

ontwerpkeuzes. Het Muziekpaleis krijgt een adres aan

ruimtes, gebouwen en binnenstedelijke functies. Met

de Catharijnesingel en wordt door de openbare doorgan-

name het herstellen van routes is daarbij een belang-

gen, de oriëntatie van het gebouw en de aanhechting op

rijke opgave. De barrières zijn legio, van de spoorbundel

de openbare ruimte een onlosmakelijk onderdeel van

(1300 meter zonder oversteek) tot de verkeersader die

het stedelijk weefsel. Het gebouw is een icoon, zeker,

de Catharijnebaan is geworden. Doordat in het Stations­

maar bovenal is het zelf een verticale stad én als object

gebied de hoogteverschillen ook een belangrijke rol

een gebouw dat stevig is verankerd in de stad. ‘Binnen-

spelen, is de wens om tot een hecht systeem van routes,

stebuiten keren was van het begin af aan het thema.’

functies, entrees en gebouwen te komen een driedimensionale opgave. Er moet een betere verknoping komen

Wouter Zaaijer van OeverZaaijer Architecten is verant-

tussen het maaiveldniveau en het verhoogde niveau.

woordelijk voor het ontwerp van Nieuw Hoog Catharijne

De RaboBrug gaat binnenkort de langzaamverkeers-

in opdracht van eigenaar Corio. Een belangrijke opgave

verbindingen optimaliseren. De interactie tussen (acti-

daarbij was het verbinden van oud en nieuw, door

viteiten in) de openbare ruimte en de gebouwen wordt

architectuur, stedenbouw en programma. ‘De oude

voor een groot deel bepaald door de gebouwentrees en

stadsstructuur loopt door in Nieuw HC.’ Door het winkel-

de programmering van de onderstaande bouwlagen en

gebied heen zijn nieuwe routes gemaakt die zijn opgevat

publieke ruimte. In het masterplan wordt deze opgave

als (binnen)straten en de verschillende hoogteniveaus

op verschillende schaalniveaus (S, M, X, XL) geadres-

bemiddelen tussen de hoogbouw en de binnenstad. Het

seerd. Om de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte

verhoogde maaiveld wordt gekoppeld aan het maaiveld

te versterken wordt de publieke ruimte onderverdeeld

van de stad. Een bijzondere openbare ruime wordt de

in verblijf, transfer en verkeer, waarbij de snelverkeer-

Stadskamer die straks pal boven de Catharijnesingel ligt.

routes zoveel mogelijk worden beperkt.

Met glazen delen wordt contact gemaakt met de singel beneden. In de Stadskamer is naast winkelen ruimte voor

Deze agenda en een verdere stedenbouwkundige uitwer-

entertainment en evenementen. Nieuw HC moet een

king van de thema’s vormen de achtergrond waartegen

heel nieuwe winkelbeleving oproepen, maar bovenal was

de presentaties en het stadsgesprek zich afspelen. Het

de ontwerpopgave voor het nieuwe winkelcentrum ‘het

snoer van presentaties over de projecten in uitvoering is

oplossen van een knoop die onoplosbaar leek.’

vooral informatief en verhelderend en ontrafelt stukje bij

Ook het Stationsplein Oost leek zo’n onontwarbare op-

beetje de complexiteit van de gebiedsontwikkeling in het

gave van verstrikte functies. Joost Ector van Ector Hoog-

Stationsgebied.

stad architecten heeft zelden een complexere opgave gezien. ‘De fietsenstalling, de expeditie voor HC, het

Marjo de Kraker van IBU Stadsingenieurs werkt aan

busstation, de kiss & ride, echt alles komt hier samen.’

de reconstructie van de Catharijnesingel, een staaltje

Hij wilde het plein weer natuurlijk laten aanvoelen en een

verbindingen herstellen en nieuwe betekenis geven par

eind maken aan de hoogteverschillen en onveilig aanvoe-

excellence. Ze laat zien hoe de verschillende singelpro-

lende routes. Kortom, een ontwerpopgave die eigenlijk

fielen er uitkomen te zien, van stenige tot groene oevers

grotendeels een organisatieopgave is. ‘We willen van het

met veel aandacht voor detaillering. ‘Betekenis geven is

stationsplein weer een plek maken die je begrijpt.’ Naast

enerzijds de juiste functie op de juiste plaats weten te

het ordenen van de verkeersstromen betekent dat ook


112 // Aorta #12

verblijfskwaliteit toevoegen aan het plein. Een van de

bepalen van de rooilijnen was daarbij onderwerp van

voorgestelde ingrepen is een grote luifel over het plein

discussie.

heen. Met het nieuwe stationsplein wordt straks eenheid

Voor de architecten is de kwaliteitsborging met het

gecreëerd door het opheffen van de ‘sfeerbreuken’ zodat

Atelier-Stedenbouw goed ingevuld, concludeert Bouw-

de stad weer als een geheel kan worden ervaren. Dat

man. Maar hoe zit dat met de burgers? Is er vertrouwen

betekent overigens niet dat de stad overal dezelfde maat

in professionals bij de bewoners? Ik ken de supervisor

en schaal moet hebben. ‘Soms gaat het ook om het

niet, zegt een bewoner, die het eigenlijk nóg schrikwek-

vieren van contrasten. Het Stationsplein is een ander

kender vindt dat ook veel projectleiders elkaar helemaal

gebied dan de historische binnenstad.’

niet blijken te kennen. ‘Hoe zit het dan met de verbinding tussen projecten? Er wordt wel veel met stenen gewerkt,

Stadsgesprek

maar niet met mensen. Ik pleit voor meer toetsing van

De openbare ruimte vormt de crux voor stedelijke kwa-

projecten.’ Het is een fundamentele vraag die voortkomt

liteit die we in het Stationsgebied willen realiseren. De

uit de aard van het masterplan, waarin is gewerkt met

openbare ruimte is het bindmiddel dat al die mooie

randvoorwaarden en basisprincipes. Is er in de uitvoe-

gebouwen met elkaar verbindt. In het begin waren die

ring nu meer behoefte aan kwaliteitscontrole? Vooral

kwaliteit heel karig benoemd in de plannen, klinkt het

ook gezien de lange termijn van uitvoering die nog zeker

uit de zaal. Er moesten vooral vierkante meters worden

tot 2030 zal duren. Met name vanuit de bewoners worden

gemaakt die de operatie haalbaar zouden maken. ‘De

zorgen geuit over het waarmaken van de ambities. Dat

kwaliteit is erin gegroeid.’ De plinten van de gebouwen is

geldt vooral ook voor de westkant, waar de uitvoering

wat betreft vormgeving en functies cruciaal voor een le-

nog maar juist gestart is. De vraag is niet alleen hoe de

vendige en aantrekkelijke openbare ruimte. Van introvert

lange termijn overbrugd kan worden ten aanzien van de

naar extravert is hier de opgave. Een punt van zorg dat

kwaliteitsambities, maar ook hoe je ondertussen kwali-

leeft in de zaal is de bewaking van de kwaliteit. Meerdere

teit geeft aan de tijdelijkheid. Van der Zanden onderkent

mensen zeggen de beide supervisoren die de kern vor-

dat de zorgen leven bij bewoners en roept ook vooral op

men van het team dat de kwaliteit bewaakt, het Atelier-

om elkaar ‘scherp te houden en te bevragen, juist als

Stedenbouw niet te kennen. ‘Ik weet niet hoe de kwaliteit

het nog zo lang gaat duren.’ Hier blijkt een belangrijke

wordt bewaakt.’ Ook vanuit de politiek is dit een zorg.

communicatie-opgave te liggen, veroorzaakt door de

Wellicht is het begrip ‘kwaliteit’ te vaag geformuleerd,

bescheiden manier van werken, van mensen die ‘stil hun

oppert gespreksleider Bouwman. Het vigerende mas-

werk doen’ in tegenstelling tot de UCP-tijden. ‘We moe-

terplan is een reactie op het UCP uit de tijd van Riek

ten natuurlijk ondertussen aan de mensen in de stad wél

Bakker, toen alles was dichtgetimmerd en het plan

laten zien wat we aan het doen zijn.’

werd ervaren als een keurslijf. De weerbarstigheid zit nu meer in de uitvoeringsfase. Joost Ector zegt juist erg

De noden van de stad

te spreken te zijn over het Atelier-Stedenbouw en de

Bert Dirrix is lid van het Atelier-Stedenbouw en zegt dat

kwaliteit van de discussie die daar wordt gevoerd met

het verhaal er binnen drie jaar ‘moet staan’. ‘Dan weten

partijen. ‘Het zijn mensen die zonder ballast en met

we: dit is het beeld, zowel voor de oost- als westkant.’

helikopterview kunnen kijken naar de ontwikkelingen.

De dialoog neemt een belangrijke plaats in binnen de

Wij hebben goede ervaringen met hun feedback.’ Daar-

manier van werken, zegt ook Dirrix. ‘Ik houd er niet van

naast is er de afstemming met de Rijksbouwmeester

om te zeggen hoe het eruit moet gaan zien. Interes-

en de spoorbouwmeester die door Ector als essentieel

santer is het aansturen om mensen te zelfde taal te

wordt ervaren. ‘Zij zijn in staat je plan te doorgronden en

laten spreken. We willen in het atelier niet een concept

op z’n merites te beoordelen.’

ergens boven plaatsen maar kijken wat het oplevert om met elkaar in gesprek te gaan.’ Die discussies worden

Communicatie-opgave

nu vooral binnenskamers gevoerd, en zouden wel meer

Als eerste plan in uitvoering heeft de planvorming rond-

in de openbaarheid mogen plaatsvinden, erkent Dirrix.

om het Muziekpaleis haar stempel gedrukt op het mas-

Meer communicatie met bewoners dus om helderheid

terplan. De discussie ging daarbij niet over een mooi of

te brengen in alle complexiteit.

lelijk gebouw, maar over haar betekenis in de stad door de aansluiting op de openbare ruimte. ‘Omdat het mas-

Communicatie is één ding en is meestal eenrichtings-

terplan zo vaag was is het gebouw en de ontmoeting

verkeer richting de burger, maar laten we niet sowieso

met de openbare ruimte al debatterend, in een dialoog

te veel over aan professionals? Waar is de stem van de

tot stand gekomen in het atelier Stedenbouw.’ Zelfs het

bewoner bij invulling van de plannen en het borgen van


Aorta #12 // 113

Bouw stadskantoor // Foto Gerrit Serné

kwaliteit? Juist bij zo’n bescheiden plan waarvan niet

het Utrechtse Stationsgebied is ook of er wel menselijke

duidelijk is hoe een en ander er uiteindelijk uit gaat zien

maat in zit.’ Maar ook in de tijd zou er ruimte moeten

is dat relevant. Professionals moeten zich vooral niet

zijn voor veranderend gebruik en veranderende functies.

betuttelend opstellen, dat is een houding die niet meer

Voor architect Wouter Zaaijer is het nieuwe plan voor HC

past bij deze tijd. Zij zouden integendeel bewoners juist

vele malen elastischer dan het oude HC en is het in die

meer moeten betrekken, in de zin van het leren kennen

zin echt een plan met toekomstwaarde. ‘Een veelheid

van de noden van de stad. ‘En dan niet met weer zo’n

aan functies kan steeds ruimte krijgen in de duurzame

marktonderzoek, nee probeer er achter te komen: wat

structuur van het winkelcentrum. Dat is één van de

vragen mensen? Neem die signalen mee in het ontwerp.

grootste verbeteringen van dit plan ten aanzien van de

Laat je beïnvloeden!’

toekomst van de stad.’

Mensen laten meedoen

Uit het gesprek kwamen zo de nodige punten naar voren

Franssen zegt helemaal niet ‘de grote architect’ te willen

die in een volgende discussie verder zouden moeten

uithangen, maar wil regisseren wat straks allemaal kan

worden uitgediept. Daarvan zijn kwaliteitsbewaking en

gebeuren in het Muziekpaleis. Daarvoor heeft hij ook de

de mate van flexibiliteit in de procesvoering de belang-

meisjes in Tivoli opgezocht die bang waren dat er voor

rijkste. Maar ook de mate van flexibiliteit van gebouwen

hen geen plek meer was in het ‘te chique’ gebouw. ‘We

in de functionele invulling is nog een punt van discussie.

proberen als architect juist niet te veel vast te leggen.

Het derde belangrijke aandachtspunt heeft alles te

We willen dat mensen gaan meedoen.’ Dat roept een

maken met communicatie en betrokkenheid: het betrek-

heikel punt op, want waar zijn eigenlijk de ondernemers

ken van mensen in de plannen en het faciliteren van

die opstaan en iets willen in het gebied? ‘Is er alleen

initiatieven.

ruimte voor de Corio’s of kunnen mensen ook nog initi-

Goede voorbeelden die hierbij tot inspiratie kunnen

atieven nemen in het gebied?’ Naast ontwerpen zouden

dienen zijn het initiatief van Guus Haest om de Leidsche

architecten mensen kunnen verleiden, mensen uitdagen

Rijn bevaarbaar te maken en het initiatief van Corio om

om wat te gaan doen in het gebied. Dat vraagt echter

tijdelijk gebruik door derden in HC mogelijk te maken in

ook wat van de gemeente, die moet meedenken en vol-

het Mirliton theater.

houden zodat ook dingen die op het eerste gezicht niet

Het Stationsgebied is een heel eind op weg maar heeft

haalbaar leken, mogelijk worden. ‘Er moet iets ontstaan

tegelijkertijd nog een lange tijd te gaan voordat alle

tussen stad en ondernemer die iets wil.’

ambities zijn verwezenlijkt. Met als leidraad de kern-

Als je mensen wilt betrekken betekent dat ruimte maken

thema’s van herstellen, verbinden en betekenis geven

voor initiatief en mensen echt deelgenoot te maken van

wordt invulling gegeven aan de afzonderlijke projecten,

wat er in het gebied gebeurt. Die ruimte moet komen van

die samen deel uit maken van een van de meest com-

zowel gemeente als private partijen. Gelukkig gebeurt er

plexe binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen van ons

al het een en ander in tijdelijke, informele invullingen,

land. Hoe er vorm wordt gegeven aan de ontwikkeling en

zoals de inrichting van een skihut in een leegstaand deel

uitvoering is in deze tijd niet meer iets van bestuurders

van HC. De Stadskamer moet een overdekt binnenstads-

en professionals alleen. Juist in het hier gekozen proces

plein worden waar informeel gebruik mogelijk is. Maar

van stap-voor-stap-ontwikkeling zou een constante en

de ‘mooie plaatjes’ schrikken mensen wellicht af om zelf

vanzelfsprekende betrokkenheid van de stadsbewoners

aan te kloppen met een initiatief. Mensen vragen zich

moeten zijn gewaarborgd in het proces. Een dialoog

wellicht zelfs af of hier ruimte is voor zoiets simpels als

met alle betrokkenen zou ongetwijfeld de kwaliteit van

het laten spelen van kinderen.

de projecten ten goede komen. Hiervoor is echter meer

Wederzijdse betrokkenheid Een andere zorg is de maat en schaal van de plannen. Is er wel ruimte voor kleinschaligheid? Dit is juist één van de meest urgente opgaven van de nieuwe tijd. Is er ruimte om de plannen op een kleinschalige manier in te vullen? Daarmee kan ruimte worden geboden aan diversiteit, een belangrijke kwaliteit van de binnenstad. Een angstwekkend voorbeeld dat wordt genoemd is het nieuwe Stadshart van Almere, dat niet door de stad wordt omarmd en kampt met leegstand. ‘De vraag voor

nodig dan een communicatie-offensief richting de stad. Het betrekken van burgers en bewoners vraagt om te beginnen oprechte betrokkenheid bij makers en professionals. Kwaliteitsborging die in een werkatelier plaats vindt is zeker essentieel in het voeden en bijsturen van ontwerpers, maar er zou ook verder moeten worden gekeken naar andere vormen van kwaliteitsborging waarbij niet-professionals zijn betrokken. De eye-opener die deze avond was voor velen is wat dat betreft een signaal én hopelijk een eerste stap op weg naar wederzijdse betrokkenheid.


114 // Aorta #12


Aorta #12 // 115

Een podium voor het gesprek tussen gebruikers van de stad en omgeving, de architectuur足 liefhebbers, architecten, steden足 bouwkundigen, landschaps足 architecten, ontwikkelaars, beleidsmakers en kunstenaars


116 // Aorta #12


Aorta #12 // 117

Transitions // Foto Theo Baart


118 // Aorta #12 // Het debat in de stad

KRIMP // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

De discussie

Het is niet langer zo dat Utrecht zijn ogen moet sluiten

Voor regio Utrecht zijn twee typen krimp mogelijk reëel:

voor krimp. Wat immers als naastgelegen, meer lande­

binnenstedelijke krimp, zoals bijvoorbeeld het geval is in

lijke, gemeentes met bevolkingsdaling te maken krijgen?

een aantal zuidelijke wijken in Rotterdam, en regionale

Met dit debat wilde Aorta de discussie openen om na te

krimp, waarbij de kleinere kernen rondom een grotere

denken over de betekenis van krimp in de regio.

centrumstad te maken krijgen met bevolkingsdaling.

Wat betekent bevolkingsdaling voor de regio Utrecht en

In het debat gingen we op zoek naar de Utrechtse krimp-

welke rol speelt de stad hierin?

opgave en welke urgentie hier mogelijk mee gepaard gaat. Als Utrecht te maken krijgt met krimp,

Achtergrond

wat betekent dit dan? Wat zijn de kansen en waar liggen

Bevolkingsprognoses zijn kansberekening. En hoe

de valkuilen? Wat zijn de scenario’s?

langer er vooruit gekeken wordt, hoe onzekerder de voorspellingen worden. Maar ondanks het feit dat de

Waar staan we nu?

demografische prognoses ‘slechts’ voorspellingen zijn,

Krimp in de stad Utrecht is een onwaarschijnlijk toe­

is er wel een trend te ontdekken. De gehele bevolking

komstscenario. Maar desondanks kan bevolkingsdaling

van Nederland zal tot 2040 nog toenemen en daarna zal

wel een uitwerking hebben op de stad. Dit komt naar

er een stagnatie optreden in de groei. Maar dat wil niet

voren in de prognose van het CBS en daaraan gekoppelde

zeggen dat er tot 2040 niets verandert in Nederland.

scenario’s. De prognose van het CBS toont tot 2025 het

Het blijkt dat er tot die tijd al sterke regionale verschillen

optreden van demografische krimp in de perifere delen

zullen optreden, waarbij in een groot aantal regio’s hele­

van Nederland, een harde groei in de Nederlandse

maal geen sprake is van groei, maar van krimp.

centrumsteden en een matige groei in de stadsregio’s.

Op dit moment zijn er drie gebieden in Nederland die al

Gemeentes die direct naast groeiende steden liggen

met demografische krimp te maken hebben: Zeeuws-

‘profiteren’ van deze groei. De betekenis van deze be­

Vlaanderen, Zuid-Limburg en Noordoost-Groningen.

volkingsprognose voor de woningbouw heeft het CBS

Grofweg krijgt ruim een derde deel van Nederland te

uitgewerkt in twee scenario’s. Het ‘concentratiemodel’

maken met demografische krimp. Krimp zal niet alleen

waarbij 80% van de woningbouwopgave een plek krijgt in

voorkomen in de periferie en op het platteland, maar zal

een binnenstedelijke context. Dit heeft als gevolg dat de

ook optreden in (wijken van) steden, in suburbane ge­

grote stedelijke kernen hard blijven groeien, maar dat er

meenten en wellicht zelfs in voormalige groeikernen.

in grote delen van de rest van Nederland krimp optreedt. De contrasten tussen stad en platteland verscherpen

Het fenomeen krimp kent vele effecten die raken aan

hierdoor. In het tweede scenario, het ‘deconcentratie­

uiteenlopende terreinen: leegstand van woningen en

model’, vindt de woningbouwopgave gespreid plaats.

gebouwen, minder draagvlak voor voorzieningen, een verslechterde leefbaarheid door verpaupering, een grotere en andere behoefte aan zorg, minder banen, minder draagvlak voor openbaar vervoer en een stagne­ rende werking van (op groei gebaseerde) financierings­ constructies voor ruimtelijke opgaven. Daarnaast heeft krimp effect op verschillende schaalniveaus (gemeente­ lijk, regionaal, provinciaal).


Aorta #12 // 119

Nieuwe manieren van kijken aanwenden om te kunnen omgaan met de gevolgen van stedelijke veranderingen

Transitions Locatie: CBKU // Architectuurcentrum Aorta

Het programma was opgebouwd uit een drietal kern­

Datum: 23 mei 2012 // Aantal deelnemers: 80

sessies: 1. Een historisch perspectief: Rochester Still

Samenwerkingspartners: Fotodok, CBKU, HKU

City: dromen van een nieuw stad // 2. Kleinschalige transitie: engagement, positionering en visie // 3. Kansen

Transitions was een samenwerking van Aorta met FOTO­

voor Krimp in Nederland

DOK en het CBKU over stedelijke gebieden in (gedwon­ gen) transitie, nieuwe toekomstscenario’s én het belang

Met een bijdrage van: De OIifantenkooi YD2M van

van fotografen, kunstenaars en ontwerpers hierin. In

Architectuur Lokaal, waaronder Gepke Heun (HNS Land­

Transitions werd gekeken naar stedelijke gebieden in

schapsarchitecten), Evelyn Galsdorf (030 architecten),

transitie, die bezig zijn met een herdefiniëring van hun

Jasper Stam (Lingotto ontwikkeling) en Xander Winds­

bestaan(smiddelen). Een herdefiniëring die vaak wordt

ant Vermeulen (XWV architectuur) // Still City Christi­

afgedwongen door (slechte) economische en demogra­

aan Fruneaux (Monnik) // ontwerperscollectief Pink

fische ontwikkelingen, in combinatie met onmachtige

Pony Express // Tate Shaw, directeur VSW, Rochester

politieke antwoorden op dit soort situaties. Het is in

en partner in Transitions // fotograaf Theo Baart, Pink

deze tijd belangrijk om te dromen én nieuwe manieren

Pony Express // architect en theoreticus Edwin Gard­

van kijken aan te wenden om te kunnen omgaan met de

ner // Hans Jungerius ontdekkingsreiziger, pionier en

gevolgen van stedelijke veranderingen, zoals stilstand,

cultureel ontwikkelaars, Arnhem // kunstenaar Elaine

krimp, leegstand, vergrijzing, hoge werkeloosheid,

Vis voor Sophies Kuntsprojecten, Utrecht // Expodium,

vergrote tegenstellingen tussen rijk en arm etc.

Utrecht, onderzoekt en adviseert over de rol van kunst in stedelijke transitiegebieden // Sjoerd Cusveller, program­

Fictief, kleinschalig, historisch, beeldend, door middel

maleider Cultuur&Ruimte van de Provincie Overijssel

van verschillende perspectieven en scenario’s werd

// Hans Venhuizen, van Bureau Venhuizen // professor

gesproken met stedelijke planners, architecten, ontwer­

Oedzge Atzema, hoogleraar Economische Geografie aan

pers, fotografen (e.a.) over stedelijke transitie. Welke

de Universiteit Utrecht // Hans Lars Boetes, programma­

kansen zien zij en hoe buig je die om naar een werkbare

manager gebiedsontwikkeling bij Dienst Landelijk Gebied

situatie? Hoe doen we dat in Nederland en in Amerika?

// Rodi van der Horst, architect bij INBO

Waarom is krimp interessant? Wie zijn de ‘achterblijvers’ en wat zeg dat over de stedelijke gemeenschap? Welke

Gespreksleiding: Indira van ’t Klooster (Architectuur

rol speelt verbeelding bij het ontwikkelen van nieuwe

Lokaal) // Beschouwing : Jurgen Hoogendoorn, adviseur

stedelijke scenario’s? Welke positie neem je in als

van de stad Amsterdam op het gebied van stedelijke

kunstenaar, als beschouwer? Ben je als ontwerper,

ontwikkeling. Hoogendoorn is o.a. grondlegger van het

politicus of beleidsmaker ondernemend, beschouwend,

broedplaatsenbeleid.

of beide? Welke transitie zijn geïdentificeerd? Waar moet het naar toe?


120 // Aorta #12

WELSTAND // HET DEBAT IN DE STAD Stand van zaken 2012

om over kleinere aanvragen te adviseren, zodat

Op verzoek van de Utrechtse politiek en de Commissie

het collectief belang versus private belangen

Welstand en Monumenten werd in 2012 de inrichting van

goed wordt afgewogen? Of kan de stad zonder

het Utrechtse welstandstoezicht onderzocht.

welstandsnota met haar criteria? Draagt het werk van de commissie bij aan hoe de stad haar

Achtergrond

ruimtelijke kwaliteit wil borgen?

In de organisatie van het welstandstoezicht (anno 2012) worden adviezen gegeven over de kwaliteit van de

Waar staan we nu?

gebouwde omgeving in Utrecht. Deze rol wordt in de

Op basis van een enquête en ronde tafel­

praktijk verricht door de Commissie Welstand en Monu­

gesprekken, georganiseerd door de gemeente

menten, ondersteund door het ambtelijk secretariaat,

Utrecht, zijn er vijf scenario’s opgesteld over de

Bureau Commissie Welstand en Monumenten.

mogelijke werkwijze in het borgen van ruimte­ lijke kwaliteit. In mei 2012 vond het stadsdebat

De Commissie Welstand en Monumenten is een onaf­

plaats. Een visie op de inrichting van de toekomst

hankelijke commissie die burgemeester en wethouders

is anno december 2012 nog niet gegeven.

adviseert over aanvragen omgevingsvergunning. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bekijkt deze commissie het uiterlijk, inclusief plaatsing in zijn om­ geving, en de zichtbare kwaliteit van het bouwwerk op basis van de in de welstandsnota ‘De schoonheid van Utrecht’ geformuleerde criteria. Bij een monumenten­ aanvraag worden de monumentale aspecten bekeken, zowel interieur als exterieur. De discussie Regelmatig komt de vraag op, of de werkwijze van de commissie voldoende aansluit bij de huidige wensen van de stad en haar inwoners. Moet de commissie bij­ voorbeeld over alle aanvragen een advies uitbrengen of kunnen bepaalde gebieden of type bouwwerken als welstandsvrij worden aangewezen? Is een commissie als adviesorgaan gewenst bij alleen grootschalige en/ of beeldbepalende ontwikkelingen? Of juist ook van­ wege haar onafhankelijkheid het aangewezen orgaan

Welstand onder de loep


Aorta #12 // 121

Welk scenario moet de toekomst van de inrichting van het wel­ standsbestel gaan vormgeven?

Welstandstoezicht in de toekomst Locatie: Architectuurcentrum Aorta | Toren-

Scenario D: Vernieuwen

zaal UCK // Datum: 15 mei 2012 | Aantal deelne-

Essentie is een nieuwe vorm van kwaliteitszorg voor de

mers: 55 // Samenwerkingspartners: Gemeente

gebouwde omgeving in de stad. Een stads- en wijkbouw­

Utrecht, Commissie Welstand en Monumenten

meester gaan meer in dialoog met de aanvragers, weliswaar gesteund door participatief opgestelde

Tijdens het debat werd publiek geïnformeerd over de

criteria, en leveren meer maatwerk. De kwaliteitsborging

vijf scenario’s én uitgedaagd om mee te discussiëren.

wordt meer coachend ingezet dan toetsend.

Favoriete scenario’s zijn gekozen onder leiding van een teamleider.

Scenario E: Afschaffen De essentie van dit scenario is dat de Welstandstoets

Deze vijf scenario’s zijn:

wordt afgeschaft in een vertrouwen in de kwaliteitszorg

Scenario A: Objectiveren

door de burgers zelf. Wettelijke verplichtingen, zoals

De essentie van dit scenario is dat er zoveel mogelijk

advisering door de Monumentencommissie, blijft. Als

wordt gestreefd naar objectivering van de Welstands­

de gemeente kwaliteiten wil borgen op bepaalde plekken

criteria door deze in bestemmingsplannen vast te leggen

– bijvoorbeeld zichtlocaties - dan regelen via het bestem­

en ambtelijk te toetsen binnen de WABO-procedures.

mingsplan.

Scenario B: Actualiseren

Welk scenario moet de toekomst van de

De essentie is dat het Welstandstoezicht zoals het nu is

inrichting van het welstandsbestel gaan

georganiseerd eigenlijk prima functioneert. Wel kunnen

vormgeven?

een aantal verbeteringsslagen worden doorgevoerd, bij­

De uitkomsten van de toekomstverkenning aan de hand

voorbeeld in de communicatie.

van de gesprekken, het publieksdebat en de enquête zijn richtinggevend voor het College over het in te die­

Scenario C: Prioriteren

nen raadsvoorstel voor de inrichting van, en de wijze

De essentie van dit scenario is het realiseren van een

waarop, de borging van de ruimtelijke kwaliteit voor de

kwaliteitsborgingssysteem waarbij verschillende instru­

stad Utrecht in de toekomst zal worden vormgegeven.

menten, waaronder de Welstandstoets worden ingezet.

Een beslissing is hier anno december 2012 nog niet over

Bijvoorbeeld via de lijnen van verschillende bouwwerken,

genomen.

verschillende gebieden (bv. transitiegebieden en beheer­ gebieden) worden bestaande instrumenten voor kwali­

Informatieboekje scenario’s: http://www.welstand­

teitsborging (zoals supervisie, ambtelijke toetsing, inzet

utrecht.nl/downloads/4!3843/informatieboekje.pdf

Welstandscommissie) specifieker vormgegeven en meer gefocust ingezet.


122 // Aorta #12


Aorta #12 // 123

Bron kaart: OKRA landschapsarchitecten

De Utrechtse regionale puzzelkaart!


124 // Aorta #12

PROGRAMMEER DE PROVINCIE // HET DEBAT IN DE REGIO

Achtergrond

De discussie

Naast de stad Utrecht, bedient Aorta ook steeds meer

De discussie rondom stadsranden richtte zich op het

de regio. Met specifiek programma , zoals workshops,

duiden van het fenomeen stadsranden, het benoemen

praktijktoetsen en beleidsnota ’s, draagt Aorta bij aan

van ruimtelijke en programmatische kwaliteiten en

de verschillende ruimtelijke opgaven die zich in de regio

hoe deze in te zetten in de werkpraktijk van gebieds­

voordoen. Hierbij speelt Aorta steeds vaker een rol aan

ontwikkeling.

het begin van planprocessen. Het project Urban Trajectories is gestart met een etno­ Stand van zaken 2012

grafische studie. De studie toonde aan dat onderzoek

In 2011 onderzocht Aorta de werkpraktijk van steden­

naar fietsbeleving veel meer kan betekenen omdat de

bouwkundigen in gemeentelijke dienst in de provincie.

uitkomsten laten zien dat fietsen goed valt te integreren

In gesprekken met deze stedenbouwkundigen rees de

met programmatische ontwikkeling langs de route.

vraag hoe er zorgvuldig kan worden geprogrammeerd,

De fietser vertegenwoordigt ook een economische

niet naast elkaar, maar met elkaar. En interdisciplinair.

waarde. En soms verhogen kleine ruimtelijke ingrepen

Deze vraag vormde de opmaat voor een regionaal en

de gebruikerswaarde van de route.

interdisciplinair programma in 2012 over het belang van stadsranden.

Waar staan we nu? Eind 2012 resulteerde het debat in de regio in een hand­

Het onderzoekstraject Urban Trajectories richtte zich

reiking beschreven om gemeentes, provincie en andere

op de beleving van de fietser op een dagelijkse route.

handelende partijen bewust te maken van de relevante

Dit project is een samenwerking met de Universiteit

stappen voor een betekenisvolle en waardevolle stads­

Utrecht, Vrede van Utrecht en Casco. Aorta wilde weten

randzone ontwikkeling.

of de planningspraktijk voor mobiliteitsvraagstukken voldoet aan de beleving van de gebruikers.

Het onderzoek ‘Urban Trajectories’ bestaande uit een verzameling van beelden en verhalen en dient als onder­ legger om een strategie te formuleren voor de beleidsen ontwerppraktijk van architecten, stedebouwkundigen, verkeerskundigen en ruimtelijk ontwerpers. De resul­ taten van de studie zijn ingezet voor twee opgaven: de fietsroute Utrecht- Nieuwegein en de nieuwe fietsroute tussen Leidsche Rijn en de binnenstad Utrecht.


Aorta #12 // 125

Stadsranden // Foto Provincie Utrecht


126 // Aorta #12

STADSRANDEN // HET DEBAT IN DE REGIO De Stadsrand; veel meer dan rafelrand,

Hét gebied waar de behoefte is aan een gezamenlijke

restruimte of rommelzone //

visie op ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit, zijn de

Publicatie: november 2012 | Samenwerkings-

stadsranden. Het vormgeven van de stadsrand is per

partners: Provincie Utrecht

definitie ook vormgeven aan meerdere schaalniveaus. Architectuurcentrum Aorta heeft samen met een aantal stedenbouwkundigen uit de provincie dit project be­

Aanleiding voor de digitale publicatie over stadsranden

dacht. Aorta vond het belangrijk om vanuit de dagelijkse

was een onderzoek naar de werkpraktijk van steden­

werkpraktijk het vraagstuk te onderzoeken. De provincie

bouwkundigen in gemeentelijke dienst in deze provincie.

Utrecht sloot zich ook aan vanuit het belang wat zij in de

In gesprekken met deze stedenbouwkundigen rees de

nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie hecht aan

vraag hoe de gemeentelijke structuurvisies in de pro­

stadsranden, door de provincie benoemd als kernrand­

vincie aan elkaar grenzen, en wat de gemeenten zeg­

zones. De provincie wil met deze bredere term aangeven

gen over gebieden die direct aan elkaar grenzen. Dit is

dat de opgave ook voor kleine kernen en dorpen van

uitgewerkt in een beeld (de Utrechtse puzzelkaart). Deze

belang is.

toont dat iedere gemeente voor zich een visie voor haar gebied heeft. Er is geen gemeenschappelijk visie op

Om de noties te toetsen aan de werkpraktijk heeft Aorta

gebieden die aan elkaar grenzen.

een serie bijeenkomsten georganiseerd. Een belang­ rijke uitkomst uit alle bijeenkomsten was het besef dat

Dit sluit aan bij de constatering in het onderzoek van

gebiedsontwikkelingen in stadsrandzones per definitie

Aorta dat de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit vaak

complex zijn en verschillende schaalniveaus’s raken. Alle

beperkt blijft tot de eigen gemeente. Dat is op zich niet

uitkomsten zijn verwerkt in een webpublicatie en een

erg als het de opgaven in de eigen gemeente betreft. De

handreiking.

praktijk wijst echter uit dat veel ruimtelijke vraagstukken ook buurgemeenten aangaan, en/of het regionale, en/of provinciale schaalniveau. De stedenbouwkundigen spraken bijvoorbeeld hun zorg uit over de verrommeling van ondermeer bedrijventerreinen terwijl er juist een toenemende aandacht is voor het versterken van de intrinsieke kwaliteiten van regio’s. Dit laatste impliceert dat er zorgvuldig wordt geprogrammeerd, niet naast elkaar, maar met elkaar. De toegenomen mobiliteit van burgers, want we wonen immers vaak niet waar we werken, en de behoefte aan recreatie van stedelingen in het buitengebied, zorgt ook voor gemeentegrens over­ stijgende vraagstukken. Typische vraagstukken die ook binnen het domein van de stedenbouw aan de orde komen. Er is dus een maatschappelijke urgentie. Dit vraagt om een gezamenlijke aanpak tussen gemeente, provincie, eigenaren, kortom alle handelende partijen.


Aorta #12 // 127

Een belangrijke uitkomst uit alle bijeenkomsten was het besef dat gebiedsontwikkelingen in stadsrandzones per definitie complex zijn.

Handreiking voor goed co-opdrachtgever-

PAS INSTRUMENTEN AAN WAAR NODIG

schap voor provincie en gemeenten

>> PAS HET INSTRUMENTARIUM AAN OPGAVE AAN

De wisselende schaalniveaus en het (gemeente)grens­

>> DE RODE CONTOUR IS NIET HEILIG

overschrijdende karakter van de stadsrandzone vraagt

>> DE PROVINCIE DURFT

om een gemeenteoverstijgende en coherente aanpak. Daarom moet er gewerkt worden aan integrale, ge­

AAN DE SLAG!

biedsgerichte stadsrandstrategieën. Om een relevante

>> DURF TE KIEZEN

opdracht te formuleren is een zorgvuldige analyse op

>> STEL SAMEN DE OPGAVE VAST

ruimtelijke, programmatisch en functioneel niveau nodig.

>> WERK AAN ROBUUST LANDSCHAPPELIJK

Op basis van de uitkomsten van de drie werkgroepen is

RAAMWERK

een handreiking opgesteld. lees het volledige programma in http://www.aorta.nu/ BEPAAL HET GEBEIDSDNA >> ZET ONTWERPEND ONDERZOEK IN >> ERKEN DE SCHAALNIVEAU’S >> STEL SAMEN WAARDEN VAST >> MAAK EEN VISIE GERICHT OP LOKALE IDENTITEIT BRENG DE VRAAG IN BEELD >> ZOEK ELKAAR OP TIJD OP EN MAAK VOORAAN IN HET PROCES // DUIDELIJKE AFSPRAKEN >> SPREEK VERWACHTINGEN UIT OVER ELKAARS ROL >> GEBRUIK ELKAARS KENNIS >> VOER EEN GEDEGEN ACTORENANALYSE UIT >> MAAK EEN MARKTANALYSE >> STEL EEN BREDE PROJECTGROEP SAMEN >> MAAK AFSPRAKEN OVER MEDE-OPDRACHT­ GEVERSCHAP

publicaties/programmeer-de-provincie/


128 // Aorta #12

URBAN TRAJECTORIES // HET DEBAT IN DE REGIO Route van huisdeur tot bestemming // Publicatie: oktober 2012 | Samenwerkingspartners: Vrede van Utrecht, Casco

Urban Trajectories is een etnografische studie naar fietsroutes tussen Leidsche Rijn en de binnenstad van huisdeur tot bestemming(en) en weer terug. Stadsgeo­ graaf Jan van Duppen vergezelde 15 Leidsche Rijners op hun woon-werk-route. Op basis van de gesprekken die hij tijdens de route voerde heeft hij de beleving van de dagelijkse fietsroutes tussen de nieuwbouwwijk en de binnenstad in kaart gebracht. Hij analyseerde het gebruik van voorzieningen en de openbare ruimte onder­ weg, het gebruik van informele routes en het belang van flow en flexibiliteit. Maar ook de zintuiglijke beleving van het landschap, de invloed van wind en regen en de rol herinnering. Het resultaat is een verzameling van beelden en verhalen waarmee de frictie tussen plan en beleving geanalyseerd kan worden. Daarnaast geeft deze collectie van routes inzicht in de relaties tussen stadsdelen. De collectie van routeverhalen en de resultaten van het onderzoek zijn zichtbaar gemaakt in een online route­ kaart en een onderzoeksrapport. Het onderzoeksrapport is te downloaden via http://www.urbantrajectories.nl . De studie van Jan van Duppen wordt in 2013 ingezet om een strategie te formuleren voor de beleids- en ontwerp­ praktijk van architecten, stedebouwkundigen, verkeers­ kundigen en ruimtelijk ontwerpers.


Aorta #12 // 129

Urban Trajectories // Foto Jan van Duppen

Inzicht in gebruik en beleving van de stad is cruciaal om te komen tot steden waar mensen graag in willen leven. Urban Trajectories, een studie naar routes,

Geplande versus geleefde stad

gedrag en beleving

De collectie van verhalen bewijst dat verbindingen,

De vraag die in het onderzoek centraal stond is: Hoe

grenzen en barrières tussen de stad en Leidsche Rijn

beleven inwoners van Leidsche Rijn het om naar hun

complexer zijn. Beleid omtrent het verbinden van de

werk en terug te fietsen op de as tussen Leidsche Rijn en

nieuwe en oude stad en het stimuleren van fietsgebruik

de Utrechtse binnenstad? Welke route fietsen ze en waar

zal dan ook over meer moeten gaan dan het bouwen van

ervaren ze barrières en verbindingen onderweg?

een gele brug, een tunnel voor de A2 en het aanleggen van rode fietspaden.

Flexibel // veilig // vrij De fiets maakt mensen flexibel. Maakt het mogelijk ver­

Van kwalitatief onderzoek naar plannings-

schillende locaties binnen relatief korte tijd aan te doen.

en ontwerppraktijk

Het is een spel van navigatie, manoeuvreren, zichzelf

Het onderzoek biedt inspiratie voor het doen van

positioneren op de weg en aanpassen aan de snelheid

beleids- en ontwerpingrepen. Er kan soms veel bereikt

van anderen. Om ‘lekker’ door te kunnen fietsen, ‘in the

worden door kleine ruimtelijke ingrepen te doen, of juist

flow’ te raken maakt men vaak gebruik van informele

te denken buiten de gebaande paden.

routes. De fietser voelt zich zelfverzekerd, veilig en vrij op de fiets. Beleid en ontwerp moeten deze flexibiliteit dan

Pleidooi voor kwalitatief onderzoek

ook ondersteunen en niet ontmoedigen.

De belangrijkste boodschap is echter dat binnen beleidsen planningsprocessen het kwalitatieve begrip van het

Zintuigelijke ervaringen

gebruik en beleving van de stad cruciaal is om te komen

Op de route van huis naar werk en vice versa passeren

tot steden waar mensen graag in willen leven. Kijk en

fietsers verschillende sense-scapes. Deze zintuiglijke

bestudeer het spel tussen mensen en ruimtes. Kennis

ontmoeting tussen landschap en fietser laat route voor­

en begrip voor de relaties, de grenzen en verbindingen in

keuren, persoonlijke biografieën en herinneringen zien.

de stad wordt vergroot door het kwalitatieve onderzoek

Er zijn echter ook ruimtes te onderscheiden die door fiet­

naar fietsers en hun dagelijkse route. Voordat er nieuwe

sers gezamenlijk ervaren worden: bijvoorbeeld de geuren

rode fietspaden aangelegd worden of kruispunten wor­

van de koffiefabriek.

den heringericht, is het noodzakelijk om te kijken naar de wijze waarop fietsers zich door de stad begeven en naar het waarom daarvan. Bekijk het volledige onderzoek op http://www.urbantrajectories.nl


130 // Aorta #12

NIEUWE GENERATIE NIEUWE STAD // HET DEBAT IN DE REGIO Nieuwe generaties & de Nieuwe Stad // Onder-

Het onderzoek in Utrecht focust op de toename van het

zoek: oktober –december 2012 | Samenwer-

aantal kleine ondernemers / ZZP’ers, de daaruit voort­

kingspartners: FORUM, Architectuurcentrum

komende verschuiving in ruimtelijke behoeftes en de

Twente //Podium voor Architectuur Haarlem-

consequenties voor ruimtelijk beleid. Meer mensen wer­

mer-meer en Schiphol // kennisinstellingen

ken in kleine verbanden, het aantal kleine zelfstandigen /

UU // Uva // Universiteit Twente // TU Delft //

ZZP’ers groeit. De Kamer van Koophandel bevestigd dat het aantal ZZP’ers in de regio Utrecht de komende jaren zal toenemen. Kleine ondernemingen functioneren niet

Nieuwe generaties & de Nieuwe Stad is een tweejarig

alleen. Om hun kennis en kunde te versterken en hun

onderzoekstraject in de regio’s Twente, Haarlemmer­

opdrachtgevers te vinden is het peer-to-peer netwerk

meer en Utrecht. De nadruk van het onderzoek ligt op

van gelijkgestemden essentieel. Deze nieuwe sociale

de visie van nieuwe generaties op onze toekomstige leef­

netwerken hebben hun weerslag op het gebruik van de

omgeving. De kernbegrippen voedselproductie – wonen

stad in tijd en ruimte.

– werken & leren – recreëren – mobiliteit, benaderen we interdisciplinair; van rechten tot economie, van sociale

Parallel aan het onderzoek worden begin 2013 een

geografie tot filosofie. Voor het onderzoek en toekomst­

tweetal werkateliers georganiseerd waarin de Utrechtse

visies werken de samenwerkingspartners per regio

casus wordt aangescherpt en verder uitgediept. De

samen met kennispartners uit HBO/WO; studenten en

resultaten van het onderzoekstraject in de drie regio’s

ondersteunende docenten.

zullen in het najaar van 2013 gepubliceerd worden in een online publicatie.

Architectuurcentrum Aorta is als regiocoördinator verantwoordelijk voor de ontwikkeling en aansturing van het onderzoekstraject in Utrecht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door masterstudenten Stadsgeografie en Economische Geografie aan de Universiteit Utrecht en masterstudenten Urbanism aan de TU Delft.

Wat zijn de vestigingsmotieven van de nieuwe werkers? Hoe ziet hun werkplek eruit? Waar ontmoeten zij het netwerk?


Aorta #12 // 131

Atelierwoningen Kersenboomgaard (project SWK030, gemeente Utrecht en Portaal) // Ontwerp: Architectenbureau op ten noort blijdenstein

Wat zijn de vestigingsmotieven van de nieuwe werkers? Hoe ziet hun werkplek eruit? Waar ontmoeten zij het netwerk? Wat zijn de ruimtelijke consequenties op het schaal足 niveau van wijk, stad en regio?


132 // Aorta #12

CITYZINE In het digitale tijdperk zoekt Aorta steeds meer naar nieuwe middelen om doelgroepen te bereiken, te informeren en te inspireren. CITYZINE UTRECHT staat voor een continu cultureel en informatief architectuur en stedenbouw aanbod dat Aorta door het jaar heen biedt. Al jaren levert Aorta met culturele evenementen, rondleidingen, informatie over de ontwikkelingen en activiteiten in de stad, en met de app UAR een belangrijke bijdrage aan de lokale, nationale en internationale informatiebehoefte rondom architectuur en stedelijke ontwikkeling in Utrecht en omgeving. Dit programma biedt in dit jaarprogramma een aanvulling op het actuele lokale programma, en is voor de basis informatievoorziening voor de stad van groot belang.


Aorta #12 // 133

Nachtfoto BasketBar Uithof // Foto Bas Princen


134 // Aorta #12


Aorta #12 // 135

Inzicht in de stedelijke ontwikkeling van Utrecht als basis voor de ontwikkelingen van nu en in de toekomst


136 // Aorta #12

Bewust worden van je culturele omgeving

CULTURELE EVENEMENTEN CULTURELE EVENEMENTEN | Tijdens de jaar-

Meet you in 2040

lijkse landelijke en Utrechtse culturele

Locatie: Amadeus Lyceum Leidsche Rijn //

dagen bood Aorta ook in 2012 opnieuw een

Datum: Mei-Nov 2012 // Aantal deelnemers: 450

inspirerend programma aan, toegankelijk

Samenwerkingspartners: Amadeus Lyceum

voor een breed publiek. Een grote opkomst

in Leidsche Rijn en de Stichting Vrede vanU-

aan mensen betrad de bijzondere wereld van

trecht / Culturele Hoofdstad 2018

architectuur tijdens Open Monumentendag,

Het scholenbouw-atelier maakt onderdeel uit van het

de Dag van de Architectuur en verschillende

project Meet U 2040. Onder begeleiding van stedenbou­

Culturele Zondagen.

wers en architecten onderzochten leerlingen van Havo 4 en VWO 4 en 5 processen in de complexe stedelijke dynamiek. Meet U in 2040 is een vakoverstijgend project waarin meerdere vakken participeren:In een gastles

Kunstuitdaging

Stedenbouw werden aan de hand van de schoolomgeving

Locatie: Architectuurcentrum Aorta //

de belangrijke stedenbouwkundige vraagstukken, van

Datum: 12 april 2012| Aantal deelnemers: 52

analyse tot ontwerp toegelicht. Tijdens de gastlessen

Samenwerkingspartners: UCK

werd een toolkit uitgereikt waarmee leerlingen zelf twee

Dit is de Utrechtse ontmoetingsdag tussen kinderen

stationslocaties analyseren. In een scholenbouw-atelier

van groep acht van het basisonderwijs en de culturele

geven leerlingen van het Amadeus Lyceum in samenwer­

instellingen. De rode draad van deze KunstUITdaging is

king met Architectuurcentrum Aorta, See Genius en

dat kinderen bewust worden gemaakt van hun culturele

Atelier Pro vorm aan het schoolgebouw voor de toe­

omgeving. Elke culturele instelling krijgt twee klassen

komst. Wat zijn de veranderende wensen in het onderwijs

op bezoek, waarvoor een activiteit wordt bedacht. In een

en wat betekenen technologische ontwikkelingen voor de

voorbereidende les worden de kinderen ingewijd in het

onderwijsvisie, het schoolconcept en het schoolgebouw?

thema, waarna een korte ontwerpworkshop bij Aorta op het programma staat. In 2012 stond waterwonen

DARE#7 // Make a Difference!

centraal. Leerlingen maakten ontwerpen voor gebouwen

Locatie: Architectuurcentrum Aorta //

die konden drijven en maakten kennis met alles wat bij

Datum: 22-30 juni 2012 // Aantal deelnemers: 85

dit ontwerpproces komt kijken.

Samenwerkingspartners: HKU Studenten van over de hele wereld zijn naar Utrecht ge­ komen voor ontwerponderzoek aan de MaHKU. Samen met hun Nederlandse collega’s hebben ze zich verdiept in kwesties als het revitaliseren van publieke ruimte in naoorlogse wijken, het verwerken van organisch afval tot smakelijke maaltijden, krimp in dorpen (en hoe daar een positieve wending aan te geven), of het weer samen­ brengen van een door oorlog gespleten stad (Nicosia). Ontwerp kan het verschil maken. Aorta verandert gedurende twee weken in een laboratorium, waarin deze voorstellen als experimenten worden getoond, besproken en verder ontwikkeld.


Aorta #12 // 137

Aorta verandert gedurende twee weken in een laboratorium

Open Monumentendag

Turkije-Nederland 400 jaar

Locatie: Architectuurcentrum Aorta //

Locatie: Architectuurcentrum Aorta //

Zocherpark Utrecht // Datum: 8 september 2012

Datum: nov 2012 // Aantal deelnemers: 150

// Aantal deelnemers: 469 // Samenwerkings-

Samenwerkingspartners: Inclusiveworks

partners: Stichting Open Monumentendag

Het jaar 2012 stond onder grote internationale belang­

Het landelijke thema van Open Monumentendag 2012

stelling, mede door de 400 jaar viering van officiële en

luidde: Groen van Toen. Hiermee werd stilgestaan bij

economische betrekkingen tussen Nederland en Turkije.

de rol, het belang en de betekenis van het groen in

Veel andere initiatieven zijn ons vooraf gegaan en velen

relatie tot monumenten. Aanleiding om juist in 2012

volgden. Maar weinig hadden als onderwerp de weder­

voor groen te kiezen was het uitroepen van het thema­

zijdse invloed van de 400 jaar betrekkingen op het gebied

jaar Historische Buitenplaatsen 2012, maar het Open

van architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en binnen­

Monumentendag-thema behelst veel meer dan alleen

huisarchitectuur. Met dit foto-project wilden de partners

landgoederen of buitenplaatsen. Met het thema was er

inzicht geven in de manier waarop Nederland en Turkije

aandacht voor monumentaal groen in brede betekenis:

elkaars architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en bin­

stadsparken, tuinen, boerenerven, landgoederen, buiten­

nenhuisarchitectuur in de afgelopen 400 jaar hebben

plaatsen, lanen, monumentale bomen, begraafplaatsen,

beïnvloed. Op donderdag 8 november vond de opening

verdedigingswerken, landschapselementen (grafheuvels,

plaats met een discussie over de waarde van openheid,

terpen, dijken), hofjes, villaparken, tuindorpen en meer.

toleratie en diversiteit voor architectuur en onze ruimte­

Aorta wandelde deze dag door het 19e eeuwse park van

lijke ontwikkeling.

Zocher. Dit park in Utrecht is een van de vijf Nederlandse parken, die op de rijksmonumentenlijst staan.

Nederland en Turkije elkaars architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en binnenhuis­ architectuur in de afgelopen 400 jaar hebben beïnvloed


138 // Aorta #12

Dag van de Architectuur De eetbare stad Locatie: NUtrecht // diverse locaties in de stad

Tijdens de Dag van de Architectuur 2012 organiseerde

// Datum: 22 &23 juni 2012 // Aantal deelnemers:

Terra Incognita in samenwerking met Architectuur­

1.146 // Samenwerkingspartners: Stichting Dag

centrum Aorta een werkatelier waarin een eetbaar toe­

van de Architectuur trecht // Terra-i //

komstperspectief voor Utrecht werd uitgewerkt. Tijdens

Stichting Stadslandbouw // Expodium // BNA

het werkatelier werden toekomstperspectieven ontwik­

Kring Centrum // Post Planjer // NU-Initiatief

keld voor voedselproductie- en distributie in Lage Weide,

// Architectencafé

Utrecht Oost en Hoograven.

De jaarlijkse Dag van de Architectuur 2012 was een

Naast tal van praktische, leuke en idealistische initia­

groot succes. Landelijk, maar ook in Utrecht, waren

tieven is het nodig om naar de stad als geheel te kijken.

duizenden bezoekers op de been. Ruim 100.000 bezoekers

Welk ruimtelijk perspectief kunnen we schetsen voor

gingen naar een of meerdere evenementen. De Dag van

de stad Utrecht als het gaat om voedselteelt? Welke

de Architectuur stond dit jaar in het teken van voedsel,

betekenis heeft voedsel(productie) voor de moderne stad

waardoor vooral gebouwen die iets met eten te maken

en stedeling? Drie teams van ruimtelijk professionals,

hebben open waren. Een uniek moment om de voor

voedselidealisten en culinair ondernemers werkten toe

Utrecht zo vertrouwde Douwe Egbertsfabriek en de

naar voedselstrategieën voor Utrecht. Carolyn Steel,

Cereolfabriek te bezoeken.

auteur van De Hongerige Stad, was tijdens de workshop als gastcriticus aanwezig.

In Utrecht was op 22, 23 en 24 juni een breed program­ ma te bezoeken met exclusieve open huizen, expedities, lezingen, film en overheerlijk eten uit te streek. Op ver­ schillende locaties in de stad met een hoofdprogramma bij Nutrecht (het CAB gebouw, achter station Zuilen). Toegang van de activiteiten is op deze architectuurdag altijd gratis.

Lees hier meer over de uitkomsten van het Atelier www.aorta.nu/publicaties/atelier-eetbare-stad


Aorta #12 // 139

De eetbare stad: VoedselstrategieĂŤn // Collage: Terra Incognita

VoedselstrategieĂŤn voor utrecht


140 // Aorta #12

CITYZINE IN DE STAD

CITYZINE UTRECHT // staat voor een continu

UAR // Zien wat er niet is!

cultureel en informatief architectuur en

Locatie: Smartphone // Datum: 24/7 // Aantal

stedenbouw aanbod dat Aorta door het jaar

deelnemers: 67.000 // Samenwerkingspartners:

heen biedt.

Nederlands Architectuurinstituut // het Nieuwe Instituut

Stedelijk Panorama // Het DNA van de stad Locatie: Architectuurcentrum Aorta // Datum:

Het Nederlands Architectuurinstituut ontwikkelde in

ontwikkeling najaar 2012 // Samenwerkings-

2010 de iphone/smartphone applicatie UAR. In 2011

partners: Gemeente Utrecht // KF Heinfonds

heeft Aorta in samenwerking met de gemeente Utrecht

// SSHU // Projectbureau Leidsche Rijn // VSB

en de Projectorganisatie Stationsgebied ruim 250 unieke

Fonds // Prins Bernard Cultuurfonds // Win-

architectonische objecten met UAR ontsloten middels

ter Heijnsius Stichting //

archiefstukken, 3D modellen van nog niet zichtbare of nooit gebouwde objecten. Daarnaast werden vier audio­

Naast informatie over actuele ontwikkelingen consta­

routes ontwikkelt die de Utrechtse architectuur voor de

teert Aorta een steeds grotere behoefte aan inzicht in

smartphone bezitter ontsluiten: Stationsgebied van de

de stedelijke ontwikkeling van Utrecht als basis voor

Toekomst, Rietveldprijs 2011, Zelfverzonnen in Utrecht

de ontwikkelingen van nu en in de toekomst. Met deze

en Voedsel&de stad. Inmiddels zijn er 67.000 UAR ge­

tendens in gedachten ontwikkelde Aorta in 2012 een

bruikers in Nederland, waarvan specifiek 3.200 personen

permanente tentoonstelling over de ontwikkeling van de

UAR Utrecht (peildatum begin oktober 2012) met regel­

stad vanuit het perspectief van stedelijke ontwikkeling

maat gebruiken.

vroeger en naar de toekomst. Het Stedelijk Panorama Utrecht vertelt in beeld, tekst, foto’s, film en kaart­

In 2013 wordt dit virtuele en digitale archief verder uit­

materiaal het verhaal van de groei van de stad, tot aan

gebreid en ontwikkeld met audioroutes op het gebied

de meest actuele opgave in de stad en het dynamisch

van moderne architectuur, wordt ondergronds Utrecht

stedelijke masterplan voor de toekomst. Een chrono­

ontsloten, worden diverse gebouwen op de Uithof opge­

logische geschiedenis waarin de architectuur en stede­

nomen en wordt Leidsche Rijn toegevoegd.

lijke ontwikkeling in een bredere maatschappelijke context wordt geplaatst. Met Stedelijk Panorama Utrecht wil Aorta bij bestuurders, bewoners, toeristen en gebruikers van de stad kennis over de stad brengen. De ontwikkeling en de stad van het verleden draagt zo bij aan de visie en de gedachten over de stad van de toekomst. Architectuurcentrum Aorta hecht grote waar­ de aan deze kennisoverdracht. De expositie wordt in 2013 geopend.

Unieke architectonische objecten met UAR ontsloten


Aorta #12 // 141

Van bekende naar minder bekende gebouwen met een bijzonder verhaal.

UTRECHT // BEELD VAN EEN STAD

Kinderrondleidingen STDHS

Publicatie: A.W. Bruna // Architectuurcentrum

Locatie: Stadhuis Utrecht // Datum: Jan-dec

Aorta // Datum: lancering mei 2013 // Samen­

2012 // Aantal deelnemers: 664 // Samen­

werkingspartners: Bettina van Santen (archi-

werkingspartners: Gemeente Utrecht

tectuurhistoricus) // Edsard Kylstra (bouwhistoricus)

In het najaar van 2011 is Aorta van start gegaan met het aanbieden van Kinderrondleidingen in het stadhuis voor

Utrecht is rijk aan bijzondere plekken. Van de werven en

leerlingen van groepen 6, 7 en 8 van Utrechtse basis­

de Domtoren naar het Rietveld-Schröderhuis; van land­

scholen. Ook in 2012 heeft Aorta weer veelvuldig Utrecht­

goed Oud-Amelisweerd naar Het Gebouw en The Wall;

se schoolklassen mogen verwelkomen.

van het Zocherplantsoen naar het Maximapark. Aanspre­ kende verhalen over de gebouwen, parken en lanen in de

In het stadhuis van Utrecht wordt al meer dan 650 jaar

stad met een focus op het gebruik door de eeuwen heen.

democratie bedreven. De burgemeester en zijn wethou­

Het zijn juist die verhalen die de betrokkenheid laten zien

ders komen bij elkaar en besturen de stad. In al die jaren

van gewone burgers, maar ook van bestuurders, macht­

is het stadhuis letterlijk met zijn bewoners meegegroeid.

hebbers, ondernemers, architecten en grote instituten

Het is dan ook niet zomaar een gebouw, maar een bonte

bij het bouwen aan de stad. Het geeft een inkijk in de

verzameling van oude woonhuizen en stadskastelen die

verschillende tijdsbeelden en opvattingen die destijds

door de eeuwen heen stukje bij beetje aan elkaar ge­

golden en die hun weerslag hebben op de architectuur

smolten zijn. Een kruipdoor-sluipdoor van huiskamers,

en de stedenbouw. In dit boek vertellen de twee auteurs

gangen en statige trappenhuizen. Na talloze verbouwin­

deze bijzondere verhalen over de stad Utrecht met zijn

gen en uitbreidingen was het stadhuis in 2000 opnieuw

gebouwen, parken en lanen en de manier waarop deze

aan verbouwing toe. De Spaanse architect Miralles heeft

werden en worden gebruikt. De enorme rijkdom aan

het eeuwenoude stadhuis een merkwaardig modern

beelden in dit boek, gemaakt in wisselende seizoenen,

tintje gegeven.

laten plaatsen zien waar je niet snel komt. De verhalen nemen u als lezer mee in de historie, duidt dilemma’s,

Tijdens de kinderrondleiding STDHS maken kinderen

beschrijft de maatschappelijke en bestuurlijke verhou­

kennis met het vak van burgemeester, wethouder,

dingen, rijgt historische periodes aaneen en legt bovenal

gemeenteraadslid én architect. Wat is democratie? Wat

een verband tussen vroeger gebruik én hedendaags

doet de burgemeester en wat zou je zelf in de gemeente­

gebruik.

raad aan de orde willen stellen? Is het architect Miralles gelukt een modern en toegankelijk stadhuis te maken?

Het boek, uitgegeven door uitgeverij A.W. Bruna, wordt

We bezoeken de mooiste kamers van het stadhuis, van

in het voorjaar 2013 gepresenteerd en is dan te koop in

raadszaal tot trouwzaal, en misschien nemen we zelfs

verschillende boekhandels.

een kijkje in de burgemeesterskamer. De kinderrondleidingen zijn ontwikkeld door 1 meter 98 in samenwerking met Aorta en in opdracht van de ge­ meente Utrecht. De kinderrondleiding maakt onderdeel uit van de Kinderraadsvergadering.


142 // Aorta #12

RONDLEIDINGEN

Locatie: In en om Utrecht // Datum: Jan-dec

gebied waar nu toch al veel echt zichtbaar wordt; het

2012 | Aantal deelnemers: 2.748 // Samenwer-

Amaliapark in Leidsche Rijn en de uitbreidingen op de

kingspartners: gemeente Utrecht // Pastoe

Uithof. Ook worden de kinderrondleidingen in het Stad­

Toonkamer // Centraal Museum

huis in samenwerking met de Gemeente Utrecht, weer gratis aangeboden aan scholen. Een echte kennisma­

Jaarlijks ontvangt Aorta circa 2.500 tot 3.500 bezoekers

king met democratie en architectuur.

voor een rondleiding in of om de stad Utrecht. Op gezette tijden organiseert Aorta open rondleidingen De vraag en het publiek is zeer divers: toeristen, architec­

op verschillende locaties die zij bekendmaakt op de web­

tuur geïnteresseerden, studenten, beleidsmakers, plano­

site en in de lokale pers. Groepsrondleidingen worden

logen, stedenbouwkundigen uit binnen en buitenland.

uitsluitend op aanvraag georganiseerd.

De thema’s van de wandelingen variëren van De Uithof

Alle rondleidingen worden begeleid door professionele

en Leidsche Rijn, tot architectuur van Rietveld en tijd­

architectuurgidsen, voornamelijk met een achtergrond

genoten als moderne invullingen in en rond de historische

op het gebied van architectuurgeschiedenis, bouwkunde

stad. Jaarlijks worden nieuwe thema’s uitgewerkt, op

of landschapsinrichting. Tijdens de rondleidingen geven

basis van actualiteit en vraag vanuit de stad / bezoekers

zij uitgebreide achtergrondinformatie over de historische,

aan de stad. Deze rondleidingen worden begeleid door

stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen.

professionele gidsen met een achtergrond in de archi­ tectuur. Door het rondleidingenaanbod te verbinden aan grotere publieksevenementen zoals de Dag van de Architectuur, Culturele Zondagen en Open Monumentendag, wordt een breed publiek aan geïnteresseerden bediend. In 2013 voegt Aorta daar nog de viering van de Vrede van Utrecht aan toe. Een grootschalige stadsbrede viering van driehonderd jaar vrede, getekend op 11 april 1713 in Utrecht. In 2013 vernieuwt Aorta haar aanbod met de nieuwe uitbreiding bij de Universiteitsbibliotheek binnenstad; het gebied achter het centraal station waar binnenkort het Jongeriuscomplex geheel gerestaureerd weer haar deuren opent; de gehele transformatie van het stations­

Hoewel Utrecht vooral bekendstaat om haar historisch centrum, heeft deze stad ook een schat aan moderne architectuur.


Aorta #12 // 143

Thema’s & locaties

LEIDSCHE RIJN – EEN FIETSTOCHT LANGS ARCHITEC-

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK BINNENSTAD – HET

TONISCHE STATEMENTS EN ROMEINSE STRUCTUREN.

BOEKENPALEIS.

De weilanden van voorheen hebben plaatsgemaakt voor

De universiteitsbibliotheek in de binnenstad is gevestigd

de grootste Vinex-wijk van Nederland. Waar de Romeinen

in het voormalige werkpaleis van Lodewijk Napoleon.

ooit hun castellum en badhuizen bouwden, is nu een

Het totale complex omvat zes Rijksmonumenten. Deze

scala aan architectonische stijlen te vinden. In 2015 moet

voorheen niet toegankelijke panden zijn in de nieuwbouw

Leidsche Rijn plaats bieden aan 30.000 woningen en

voor ieder­een ontsloten. Grosfeld van der Velde architec­

70.000 m kantoorruimte en voorzieningen. Leidsche Rijn

ten heeft voor de nieuwbouw bewust gekozen voor een

wordt een volwaardig nieuw deel van Utrecht.

eenduidige materialisatie, detaillering en kleurstelling, waardoor er eenheid ontstaat in het gebouwencomplex. Een licht en transparant gebouw is het resultaat.

2

MODERNE ARCHITECTUUR IN DE BINNENSTAD – OUD EN NIEUW SPOTTEN IN UTRECHT. Utrecht is vooral bekend vanwege de historische binnen­

VAN RIETVELD NAAR DE UITHOF.

stad, maar intussen is er ook een schat aan moderne

Een busexcursie voor liefhebbers die graag in korte tijd

architectuur te vinden. De moderne parels schitteren

iconen in het Utrechtse archtiectuurlandschap bezoeken:

tussen de oude stenen en gaan elk op hun eigen manier

werken van de architect Rietveld (waaronder het Rietveld

een relatie aan met de Middeleeuwse buren. Met o.a. het

Schröderhuis) en de internationaal geprezen campus De

kleine huisje op de Drift (Sluijmer en Van Leeuwen), het

Uithof (met iconen als de Universiteitsbibliotheek van

stadhuis (Miralles), het woon­huis van Mart van Schijndel,

Wiel Arets en het Educatorium van Rem Koolhaas).

de schouwburg van Dudok, de woningbouw aan de Ma­

DE UITHOF- INCLUSIEF UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

riaplaats (AWG architecten).

VAN WIEL ARETS EN HET EDUCATORIUM VAN OMA.

STATIONSGEBIED.

De Uithof is meer dan een universiteitscampus. Het is

Er wordt al jaren druk gewerkt aan het stationsgebied.

de architectonische parel van Utrecht. In het gebied dat

Het Muziekpaleis wordt half 2013 opgeleverd, de Catha­

in de jaren zestig nog een uitgestrekt weiland was, zijn

rijnesingel is ook al gereed gemaakt om weer als water­

sindsdien universiteitsgebou­wen en later ook studenten­

route onderdeel te zijn van Utrecht. Ook op het station

huisvestingscomplexen verrezen. Met een bezoek aan: de

wordt hard gewerkt om het station te transformeren in

universiteitsbibliotheek van Wiel Arets; het educatorium

een OV-terminal. Andere projecten die in de toekomst

van OMA het Minnaertge­bouw, De Bisschoppen, de Bas­

zullen verschij­nen zijn onder meer het casino, de biblio­

ketbar, Casa Confetti.

theek ++, de Rabobrug en een megabioscoop. De rond­

HET STADHUIS VAN MIRALLES – SPAANS TEMPERAMENT EN UTRECHTSE NUCHTERHEID.

leiding geeft inzicht in wat we de komende jaren kunnen verwachten.

Het stadhuis is al meer dan 650 jaar de plek waar de gemeenteraad, de burgemeester en wethouders van

JUGENDSTIL/ART NOUVEAU – SIERLIJKE KRULLEN EN

Utrecht bij elkaar komen. Langzaamaan is het stadhuis

GEVELS ALS KUNSTWERKEN.

gegroeid tot een samensmelting van een tiental middel­

De gracieuze vormen van de Art Nouveau ofwel Jugend­

eeuwse panden en stadskastelen. De Spaanse architect

stil zijn op veel plaatsen in Europa te vinden: van de

Enric Miralles (1955 – 2000) heeft in 2000 het Utrechtse

ingangen van de Parijse metro en de Eifeltoren tot de

stadhuis voor de laatste maal onder handen genomen en

Grand Cafés in Praag en het woonhuis van de architect

een merkwaardig modern tintje gegeven.

Victor Horta in Brussel. Ook in Utrecht heeft deze stro­ ming zijn sporen nagelaten, zoals te zien is bij apotheek De Liefde in de Voor­straat en Hotel Noord Brabant aan Vredeburg.


144 // Aorta #12

RIETVELD EN TIJDGENOTEN.

NIEUWEGEIN CENTRUM, DE REANIMATIE VAN EEN

Zowel het Rietveld-Schröderhuis als enkele andere ge­

STADSHART.

bouwen van Rietveld komen tijdens deze wandeling aan

Het stadscentrum van Nieuwegein, dat dateert uit de

de orde, zoals de gerenoveerde woningen aan de Eras­

jaren 80 van de vorige eeuw is in 2012 grondig gereno­

muslaan en de Chauf­feurswoning. Ook projecten van

veerd en uitgebreid. Het Stadskwartier is een afwisse­

tijdgenoten om en nabij het Wilhelmina­park komen aan

lend geheel van winkels en woningen. Pi de Bruijn

de orde, zoals de eigen woning van S. van Ravensteijn.

(Architekten Cie.) realiseerde er een grote winkelbou­

MUSEA EN HET MUSEUMKWARTIER. Het Museumkwartier is een van de best bewaarde ge­ heimen van de Utrechtse binnenstad. De vroegere Wijk A herbergt een schat aan verborgen hofjes, grachten,

levard, afgewisseld door smallere straatjes en intieme pleintjes met een eigen sfeer. Het Stadshuis heeft een spectaculaire meanderende gevel die bestaat uit een dubbele glazen huid.

middeleeuwse huizen, galeries en musea. Ook op archi­

KINDERRONDLEIDING STDHS.

tectonisch gebied valt hier een indruk­wekkende wereld

Tijdens de kinderrondleiding STDHS maken kinderen

te ontdekken.

kennis met het vak van burgemeester, wethouder,

HET ZOCHERPLANTSOEN. Het Zocherplantsoen is een 19e-eeuws land­schapspark dat naar ontwerp van J.D. Zocher werd aangelegd op de plaats van de Middeleeuwse omwalling en het Griftpark. Tijdens de rond­leiding wordt gekeken naar de verschil­ lende opvattingen in de land­schapsarchitectuur, van de 19e eeuw tot nu.

gemeenteraadslid én architect. Wat is democratie? Wat doet de burgemeester en wat zou je zelf in de gemeen­ teraad aan de orde willen stellen? Is het architect Miralles gelukt een modern en toegankelijk stadhuis te maken? We bezoeken de mooiste kamers van het stad­ huis, van raadszaal tot trouwzaal, en misschien nemen we zelfs een kijkje in de burgemeesterskamer.


Aorta #12 // 145


146 // Aorta #12

algemene info open: woensdag tot en met vrijdag van 12:00 – 17:00 uur. Website www.aorta.nu De website van Aorta geeft informatie over de organi­ satie, lopende programma’s, lezingen, debatten, gerela­ teerde activiteiten en rondleidingen. De homepage biedt een overzichtelijke agenda van de lopende activiteiten. In het archief kan gezocht worden naar programma’s van voorgaande jaren. Maar deze website biedt ook steeds meer een plek voor discussie, bespiegelingen en de actualiteit in de stad. Thermometer Sinds 2012 volgt Aorta ook de actuele discussie in de stad via de weblog Thermometer. Eén of meerdere essayisten worden gevraagd gedurende een periode één van de geselecteerde projecten te volgen en te bespie­ gelen middels columns, interviews, video en reportage­ fotografie. Ook de betrokken partijen, bewoners en gebruikers worden gevraagd aan de blog deel te nemen. Het brede publiek is in de gelegenheid middels de blog hun visie te delen. Aan het einde van het jaar wordt de discussie uit de Thermometer gebundeld in het jaarboek van Aorta als verslag van het debat over de stad. Zowel de website als het jaarboek van Aorta zijn hiermee meer en meer een inspiratie- en discussiestuk voor de stad.


Aorta #12 // 147

Neude 1972 // Foto KNMI


148 // Aorta #12

publicaties Stadsranden: meer dan rest­

De perken te buiten (DVD) //

Industrieel erfgoed in Utrecht

ruimte en rommelzone // 2012

2011

// 2005

Gratis // downloaden

De openbare ruimte als her­

14 locaties van hergebruik

boren kwaliteit kan bij­dragen

van het industrieel erfgoed in

Urban Trajectories:

aan de herwaardering van

Utrecht.

fietsbeleving van huisdeur

Kanaleneiland Zuid.

Gratis // bezoekerscentrum

tot bestemming // 2012

Te koop // Prijs: € 7,00

Aorta

De Staatslieden Ontwaken –

Bouwen voor het Geloof // 2005

De eetbare stad:

(DVD) // 2009

Architect Alfred Tepe (1840 –

Voedselstrategieën voor

Een documentaire over de

1920) en zijn leerlingen in 2005.

Utrecht // 2012

Staatsliedenbuurt in Utrecht.

Gratis // bezoekerscentrum

Gratis // downloaden

Te koop // Prijs: € 7,00

Aorta

Jaarboek Aorta: Linking the

Het Wilde Dromen (DVD) // 2007

City // 2012

Zelf een huis te bouwen – van

Gratis // downloaden

de praktische soelaas en

Gratis // downloaden

handige eigenschap­pen tot de Jaarboek Aorta 2006-2011

emoties die er bij komen kijken.

2011 // Utrecht 2.0

Te koop // Prijs: € 7,00

2010 // Kansen in de crisis 2009 // De menselijke maat

Vaartse Rijn // 2007

2008 // Utrecht en de

Een ontwikkelingsplan voor

stedenbouw

de Vaartse Rijn.

2007 // Wat maakt Utrecht

Niet meer leverbaar

Utrecht 2006 // 10 jaar Aorta

50.000 extra woningen in de

Gratis // downloaden

stad Utrecht (CD en website) // 2005

Studie Woonerven Lunetten //

In welke vorm kunnen 50.000

2011

woningen extra binnen de stad

De publieke en collectieve ruim­

Utrecht worden gerealiseerd.

ten van woonerf­wijken kunnen

Gratis // downloaden

bijzondere kwaliteiten bezitten. Gratis // downloaden


Aorta #12 // 149


150 // Aorta #12

jaarcijfers Toelichting op de resultatenrekening Voor het eerst sinds vier jaar sluit Aorta het jaar af met een positief resultaat. Ondanks een moeilijke markt wist Aorta kansen te grijpen en met een prikkelend programma financiers aan zich te binden. Aorta waar­ deert de steun van onze financiers zeer, een steun die ook de komende jaren nodig is. baten

lasten

Subsidie gemeente Utrecht

Programmakosten

Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, SO.

Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellingen, lezingen en andere activiteiten.

Subsidie basisprogramma Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor

Personeelskosten

Architectuur.

Kosten van het vaste personeel en het inhuren van personeel.

Overige sponsor- en subsidiegeld programma Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie­

Huisvestingskosten

verstrekkers voor het basisprogramma en aanvullend

Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra en

programma.

belastingen Kantoorkosten, Kosten kopiëren, kantoor­ benodigdheden, netwerkbeheer, telefoon, porti en

Sponsorbijdragen

drukwerk.

Financiële bijdragen van sponsors voor het totale jaarprogramma.

Algemene kosten Accountantskosten, bestuurskosten, verzekeringen en

Rondleidingen Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen. Financiële baten De rentebaten minus -lasten betreffen de op de verslag­ periode betrekking hebbende renteopbrengsten. Overige baten Omzet van verkopen aan balie, verhuur ruimte, horeca en entreeheffing.

administratiekosten. Verkoop kosten.


Aorta #12 // 151

balans per 31 december 2012 31 12 2012

31 12 2011

Activa Materiele vaste activa

11.537

16.141

Vorderingen

112.421

68.530

Liquide middelen

273.106

180.684

397.064

265.355

Stichtingsvermogen

116.002

88.414

Kortlopende schulden

281.062

176.941

397.064

265.355

Passiva

baten en lasten over 2012

2012

Baten

2011

Subsidie gemeente Utrecht

67.731

67.731

Subsidie basisprogramma SFA

55.000

74.572

Overige Sponsor- en subsidiegeld programma

175.170

179.057

Sponsor- en vriendenbijdrage

24.080

38.025

Rondleidingen

18.506

17.822

4.584

3.506

Financiële baten Overige baten

4.969

19.381

350.040

400.094

Directe programmakosten

147.757

154.839

Personeelskosten

108.536

184.711

Som der baten Lasten

Afschrijvingen materiële vaste activa Huisvestingskosten

5.101

5.690

34.927

35.635

Verkoopkosten

753

977

Kantoorkosten

6.722

9.908

Algemene kosten Som der lasten Totaal resultaat

18.582

19.198

322.378

410.958

27.662

- 10.864


152 // Aorta #12

bereik Tegenwoordig is iedereen aangesloten op internet via computer, telefoon, ipad. Ook in het aanbod van Aorta groeit het aandeel aan virtuele informatie. Door de inzet van een goede mix van digitale middelen is het bereik van Aorta sterk vergroot. BEREIK AORTA DOOR DE JAREN HEEN 350.000

TOTAAL 1.191.920

300.000 Vermelding in media 250.000 Follower social media

TOTAAL 347.437

200.000

Gebruikers UAR NL

150.000

Bezoekers website

100.000

Bezoekers programma

50.000

Bezoekers rondleidingen

0 2008

2009

2010

2011

2012

Meer en meer wordt de discussie over architectuur online gevoerd. 2012 Bezoekers rondleidingen

2.748

Bezoekers programma

4.178

Bezoekers website

71.237

Gebruikers UAR

67.000

Follower social media Totaal media bereik

1.543 1.191.920


Aorta #12 // 153


154 // Aorta #12

visie en koers missie

ontmoetingsplek

Een bijdrage te leveren aan de brede discus-

Aorta is een inspirerende ontmoetingsplek voor archi­

sie over de kwaliteit van onze gebouwde en

tecten, publiek, opdrachtgevers, overheid, ontwikkelaars

landelijke omgeving – en dus onze leefomge-

en bouwers. Het centrum weet wat er speelt, neemt

ving – beter te maken.

initiatieven en ontwikkelt projecten. De organisatie is

Architectuurcentrum Aorta is een plek voor het maat­

professioneel, initiërend, levert maatwerk en reageert

schappelijk debat, kennisvergaring en informatie over

adequaat op actuele ontwikkelingen, zoals de ontwik­

nieuwe ontwikkelingen en visies in de architectuur.

keling van De Uithof, landinrichtingsgebieden rondom

Een ontmoetingspunt voor de vakgemeenschap én een

de stad, of de grootschalige ontwikkeling in het stations­

kenniscentrum voor het brede publiek, om zo de eigen

gebied. Kortom: alles wat op grote en kleine schaal

omgeving beter te begrijpen.

bijdraagt aan een betere leefomgeving. Aorta communi­ ceert doorlopend over de stad en haar ontwikkeling.

visie Aorta ziet architectuur als een culturele waarde. Het is

samenwerking

per definitie méér dan ontwerpen méér dan een stapeling

Aorta staat niet alleen. Maar wil haar missie en doelen

van stenen: het raakt aan maatschappelijke, economi­

realiseren in goede samenwerking met andere culturele

sche, technologische, sociale en politieke ontwikkelin­

instellingen, maatschappelijke organisaties, gemeenten,

gen. Architectuur geeft een positieve meerwaarde aan

de provincie, het bedrijfsleven en het publiek.

de leefomgeving. Wezenlijk is hoe mensen architectuur

Aorta werkt intensief samen met de andere architectuur­

ervaren en beleven. Het komt tot in het huis van elke

initiatieven in Utrecht.

burger en roept dus veel reacties op. Aorta hanteert een ruime opvatting van architectuur: stedenbouw, ruimte­ lijke ordening, landschap, tuin en interieur en inrichting van de openbare ruimte. Architectuur is een instrument waarmee de gebouwde en groene omgeving wordt vorm­ gegeven en bepaalt de identiteit van de openbare ruimte. aanpak Aorta doet dit door denkbeelden herkenbaar te maken, uit te wisselen en door de belangstelling van het brede publiek voor architectuur te bevorderen. Met informe­ rende programma’s leert de leek de taal van de architec­ tuur, met inspirerende opiniërende programma’s bevor­ dert Aorta het debat voor de vakgemeenschap.

Iedereen wordt dagelijks geconfronteerd met de manier waarop onze woon- en leefomgeving is ingericht.


Aorta #12 // 155

Consolideren door verbinden In 2011 is de ‘Koers 2011 – 2013’ vastgesteld.

Aorta heeft de volgende speerpunten voor de periode

In een veranderende samenleving past ook voor Aorta

2011 – 2013 geformuleerd:

een strategie die aansluit bij nieuwe opgaven en krach­ tenvelden. Met de nieuwe strategie ‘consolideren door verbinden’ zet Aorta sterker in op het langduriger verbin­

> gebiedsgericht aansluiten bij grotere stedelijke ontwikkelingen

den van kennis en partijen rondom actuele vraagstukken

> programma’s inzetten voor de stad en regio

en ontwikkelingen. Er is al veel kennis en een groot net­

> een basistentoonstelling over stadsontwikkeling

werk opgebouwd.

voor geïnteresseerden > strategische allianties voor educatieve activiteiten

Aorta wil consolideren door meer samenhang te zoeken binnen haar activiteiten en met haar stedelijke, regionale en landelijke samenwerkingspartners, eerder ontwik­ kelde methodieken intensiever benutten en het verbinden en spreiden van kennis door het vergroten van het werk­ gebied.

> het breder vermarkten van eerder ontwikkelde producten > het intensiever benutten van publieksprogramma’s door aan te sluiten bij stadsevenementen met een lange horizon. > meer inzetten van digitale informatievoorziening > besparing op de kosten

Het programma is gericht op ontwerpvraagstukken, de kwaliteit van opdrachtgeverschap en de plek van de

Het programma van Aorta fungeert als een katalysator,

burger in planprocessen. Verbreding van het vakgebied

brengt inhoudelijke vraagstukken verder en verbindt

architectuur naar de andere vakdisciplines hoort bij de

partijen. Zo wil Aorta een krachtiger pleidooi voeren voor

insteek van Aorta om de opgave integraal te onderzoeken.

de voortdurende zoektocht naar de juiste vraag.

Het programmatisch uitwerken van thematieken over een langere tijd en in allerlei vormen geeft verdieping en brengt (samenwerkings)partijen op verschillende momenten bij elkaar. Door resultaten van onderzoeks­ programma’s te communiceren naar het publiek, draagt Aorta’s programma bij aan het bekend maken van onder­ scheidende kwaliteiten van gebieden. Met de digitalisering van informatie is de manier waarop Aorta communiceert verbreed.


156 // Aorta #12

medewerkers & sponsoren team

programmaraad

Het team van Aorta bestaat uit de volgende medewerkers:

De programmaraad is het inhoudelijk klankbord van

Eveline Paalvast directeur // bestuurder (0,8 fte)

over de diverse programmaonderdelen. In 2012 bestond

Lindy Schuin // projectleider (0,8 fte)

de raad uit:

Rianne Pruis // projectleider (0,8 fte)

Hans-Lars Boetes // kennismanager gebiedsontwikkeling

vrijwilligers Het werk van Aorta zou niet mogelijk zijn zonder de energie en inzet van vrijwilligers. In 2012 hielpen Ebba Braun en Paul Peek bij het beheer van de docu足 mentatie. Aorta werd administratief bijgestaan door enthousiaste vrijwilligers: Pek Lan Foong, Margot Beereboom, Agnes Kettler, Michiel Moll, Judith Kuiperi, Susan Lablange, Angelique Nienhuis. gidsen In 2011 zijn wederom veel gidsen voor Aorta actief geweest: Marlies Adriaansen, Saskia Afman, Ingeborg Behari, Go Bruens, Jan Maarten Dalmeijer, Paula Hertogh, Martin de Jong, Andy Kilian, Renette Niekerk, Arco Ooms, Cora Rooker, Sabine Todd, Petra Vossestein, Maria Lamslag, Peter Tekelenburg, Joris Roovers, Harold Aspers, Geerte van der Steen, Wineke Hiddema.

Aorta. De programmaraad adviseert het Aorta team

bij Dienst Landelijk Gebied Michael van Leeuwen // architect Sluijmer en Van Leeuwen Marjolein Bracht // senior stedenbouwkundige Gemeente Utrecht Wouter Veldhuis // stedenbouwkundige/architect & partner bij MUST Erik Lamfers // senior planeconoom, adviseur gebieds足 ontwikkeling bij PAS Ronald van der Heide // landschapsarchitect bnt Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten raad van toezicht De Raad van Toezicht adviseert en ondersteunt de directeur van Aorta bij het programma, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag. De Raad van Toezicht bestond in 2012 uit: Anne Bodzinga voorzitter // voormalig CEO BPF Bouwin足 vest, aangetreden in 2009 Karel de Wit penningmeester // directeur eigenaar IN Consultancy & Coaching BV, aangetreden in 2004 Emmylou Aben markt en marketing // Senior Adviseur Stichting Trudo Paul Kokkeler personeel &organisatie // Kokkeler advies en interimmanagement, aangetreden in 2005 Margreet Duinker architect Duinker Van der Torre // aangetreden in 2008 Lex Pouw zelfstandig adviseur // aangetreden in 2008


Aorta #12 // 157

Sponsoren en subsidieverstrekkers

Architectuurcentrum Aorta kon in 2012 rekenen op de financiële steun van de volgende bedrijven en instellingen: Beschikbaarheidsubsidiënten: SO Gemeente Utrecht Stimuleringsfonds voor Architectuur Projectsubsidiënten: Provincie Utrecht KF Heinfonds VSB Vrede van Utrecht Stichting DOEN Gemeente Utrecht Beschikbaarheidssponsoren: Plegt-Vos Vastgoedontwikkeling BV Volker Wessels Vastgoed BV AM Amvest Woningen ASR Vastgoedontwikkeling Ballast Nedam Synchroon Bouwfonds ontwikkeling BV Projectsponsoren: Forum Vrede van Utrecht Cório Nederland ProRail NS Opdrachtgevers: Stichting Dag van de Architectuur Gemeente Utrecht, PMB


158 // Aorta #12

Ontwikkelingen in de stad en de regio


Aorta #12 // 159

Het gehele jaar zet Aorta de Thermometer

colofon

in projecten in de stad. Met een interactieve

© Architectuurcentrum Aorta, december 2012 / april

blog volgt Aorta continu de actuele

2013.

architectuurdiscussie in de stad. Op het webblog komt de kennis uit het programma

Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/

samen: informatie over de actuele opgave in

of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook

Utrecht, inspiratie, een plek voor discussie

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de

en bespiegelingen. Het is tevens een platform

rechthebbenden.

voor initiatieven in de stad die zich met de vraagstukken bezighouden.

Tekstredactie: Lindy Schuin // Eveline Paalvast // Rianne Pruis // Agnes Kettler

De Thermometer is ook een plek voor een breed geïnteresseerd publiek en professio-

Eind- en beeldredactie: Lindy Schuin

nals om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in de stad en de regio. Professionals,

Ontwerp en layout: Atelier Oost, Utrecht

initiatiefnemers en geïnteresseerden bediscussiëren en becommentariëren de Utrechtse opgave. De essays en columns worden aan het einde van het jaar gebundeld en gepresenteerd aan de stad. Deze afsluitende en kritische samenvatting geeft niet alleen dwarsdoorsnede van het programma, maar plaatst dit ook in een breder perspectief. Ook in 2013 volgt Aorta de discussie weer via de Thermometer. U wordt ook dan weer uitgenodigd te reageren.

Beeld: Lindy Schuin, tenzij anders vermeld. Met dank aan alle bloggers//auteurs die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het Thermometerjaarboek 2012. Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.