201203

Page 1

THEMA

ERNST & YOuNG: HET BELANG VAN DE COACH IN DE WERELD VAN DE SPORT EN HET ZAKENLEVEN CO ADRIAANSE “MAAK AFSPRAKEN EN ZORG DAT IEDEREEN ERVOOR GAAT. DAN IS SuCCES MAAKBAAR’’

olympISChe CoaCheS met eeN mISSIe

Jacco Verhaeren | Jacco Koops | Maarten Arens | Susannah Chayes | Sjef Janssen | Paul van Ass | Max Caldas | Roel Verwijlen | Daniël Knibbeler | Leo van Vliet | Vince de Lange

by

maurItS heNdrIKS: “aLLeS draaIt Om KWaLIteIt”

vaN CoaCheS - voor CoaCheS - door CoaCheS

Po w er ed

7e jaargang - nummer 3 - 2012

COACH


Infostrada Sports Group Bringing fact based decision making to sports professionals

“Nederland wint 17 medailles en eindigt 15e op de medaillespiegel in Londen� >> Olympische Medaille Prognose*

iPad en iPhone gebruikers kunnen onze Roambi app (links) downloaden om de hele voorspelling te zien. Online is onze prognose, onder andere, te zien op sport.nl (rechts) De Olympische Medaille Prognose is een van de innovatieve producten van Infostrada Sports Analytics. Kijk op www.infostradasports.com/analytics voor informatie over onze andere producten, of neem contact met ons op via 030 - 600 71 71. * Prognose per 1 juli 2012. Eind juli verschijnt de laatste prognose.


voorwoord joop alberda

Captains/Coaches of Industry Leiderschap in zowel sport als bedrijfsleven begint altijd met het stellen van een eigen voorbeeld en het geven van richting aan koers en beleid. Daarbij sluiten de eigenschappen om mensen te verbinden, het zorgdragen voor een accurate uitvoering en een perfecte attitude nauw aan bij krachtig leiderschap in alle lagen van de samenleving.

@joopalberda

Ik vind het bijzonder dat een groot bedrijf als Ernst & Young heeft ingezien dat coaching een sleutelfactor voor succes is, zowel in individueel verband als bij teams. Ook heeft Ernst & Young vanuit eigen overtuiging het domein van de coach als werkveld geclaimd en op een bijzondere wijze geactiveerd door het ook in te zetten voor de eigen klanten. Met zijn even verfrissende als vernieuwende aanpak levert Ernst & Young een bijzondere erkenning voor het vak coachen. Sinds 1996, toen ik als coach van het Nederlands volleybalteam in Atlanta olympisch kampioen werd, mag ik geregeld op allerlei niveaus en bij verschillend samengestelde groepen presentaties geven. Vaak zit ik dan in een spagaat omdat ik me afvraag of ik wel voldoende spreek vanuit de ‘kleedkamer’ van het bedrijfsleven. Met andere woorden: raak ik de mensen wel met mijn verhaal, leren ze wel iets van mijn betoog, of is er slechts sprake van een vonk van inspiratie dan wel een aansprekende metafoor? Het concept dat Ernst & Young heeft ontwikkeld, Coaches of Industry, is voor het eerst een programma waarin ik zie en voel dat er een creatieve verbinding wordt gelegd tussen sport en bedrijfsleven. Ik merk uit reacties en bij de ontmoetingen dat er van twee kanten sprake is van waardering en

nummer 3 - 2012

aanmoediging. Dat is een groot compliment aan het adres van Ernst & Young, dat het heeft aangedurfd de rol van de coach op weg naar de Olympische Spelen in Londen opnieuw een prominente rol in zijn campagne te geven. Ik verheug me op de Olympische Spelen, omdat daar talloze Nederlandse coaches met individuele sporters en teams (te weinig overigens) hun droom proberen waar te maken. Ik hoop dat ’s werelds grootste sportevenement voor de mensen daar en thuis voor de televisie veel sport op het allerhoogste niveau oplevert. We weten dat een gedegen voorbereiding een voorwaarde is voor succes. Succes is geen toeval en coaches kunnen daar het verschil maken. Het is goed om ook dát te beseffen als we straks in het Holland Heineken House onze medaillewinnaars en winnende coaches bejubelen. De gouden, zilveren en bronzen coach van Londen 2012 worden op 14 augustus door Ernst & Young bekendgemaakt, want: ‘De coach verdient ook een medaille’. We zullen als coaches en supporters steun geven aan onze olympische ploeg. Uit het totaal van 900 medailles zullen in Londen 300 gouden plakken worden uitgereikt. Goud is dus een zeldzaamheid. Nederland gaat op jacht naar nummer 101 als een nieuwe mijlpaal, nadat Nicolien Sauerbreij bij de Winterspelen in Vancouver – 2010 – de honderdste Nederlandse winnaar van olympisch goud werd. Met dat gegeven in het achterhoofd is het belangrijk om je te realiseren dat je werkt, traint en sport voor het allerhoogste, goud dus. Maar laat Londen, waar het olympisch vuur brandt, voor ons allen ook een grote bron van inspiratie zijn.

COACH

3




Inhoud

Powered by

NLCOACH is een uitgave van NLcoach en Arko Sports Media in samenwerking met NOC*NSF. Het blad verschijnt vijf keer per jaar.

Hoofdredactie Joop Alberda & Poul Annema Eindredactie Mirjam de Graaff E. mirjam.de.graaff@sportsmedia.nl 7e jaargang, nummer 3 juli 2012 Aan dit nummer werkten mee Jan-Cees Butter Henk van der Hoeven Pieter van den Hoogenband Nik Kok Marcel Luyckx Mart Smeets Rob Tamminga Iwan Tol John Volkers Rob Willemse Redactieadres Arko Sports Media NLCOACH Postbus 393, 3430 AJ Nieuwegein T. 030 - 707 30 00 F. 030 - 605 26 18 Uitgever Michel van Troost E. michel.van.troost@sportsmedia.nl Marketing Daniëlle de Jong E. marketing@sportsmedia.nl Lidmaatschap NLcoach Leden van NLcoach ontvangen automatisch vijf keer per jaar het blad NLCOACH. Meer informatie over het lidmaatschap is verkrijgbaar bij NLcoach.

Maurits Hendriks: “Het is vechten om de medailles”

NLcoach Wattbaan 31-49 3439 ML Nieuwegein T. 030 - 751 38 20 F. 030 - 751 38 21 E. info@nlcoach.nl W. www.nlcoach.nl Lezersservice Abonnementen/adreswijzigingen Arko Sports Media Postbus 393, 3430 AJ Nieuwegein T. 030 - 600 47 80 F. 030 - 605 26 18 E. info@sportsmedia.nl Abonnementen Regulier abonnement € 29,75 per jaar (incl. 6% btw). Studentenabonnement € 22,75 per jaar (incl. 6% btw). Voor verzendingen buiten Nederland wordt een jaarlijkse toeslag berekend van € 8,50 (incl. btw). Opzeggingen van het abonnement – uitsluitend schriftelijk – dienen uiterlijk zes weken voor afloop van de abonnementsperiode in het bezit te zijn van Arko Sports Media BV. Ontwerp en opmaak Wielaard Studio, Belfeld Drukker PreVision, Eindhoven Coverfoto Ernst & Young

16 Hanne Jesca Bax (Ernst & Young) en Joop Alberda over coachen in de sport en het bedrijfsleven 10 Co Adriaanse: “Je eigen filosofie overbrengen, dat is de kern’’ 22

Reprorecht Het verlenen van toestemming tot publicaties in dit tijdschrift houdt in dat de uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur is gemachtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex art. 16b van de Auteurswet 1912 te innen en/of daartoe in en buiten rechte treden.

©2012 NLcoach/Arko Sports Media, Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV), groep uitgevers. ISSN 1871-9813

6

COACH

Charles van Commenée: “De Spelen zijn groot en atletiek het allergrootst” 54

nummer 3 - 2012


thema

OLYMPISCHE COACHES MET EEN MISSIE En verder…

Jacco Verhaeren: erkende succescoach

28 29

Servicepagina NLcoach

9

De column van John Volkers

15

Jacco Koops: de man met visie achter een gedegen zeilsucces

De column van Pieter van den Hoogenband

39

Maarten Arens: na veel blessures een sterke ploeg op de Spelen 30

Medisch: overbelastingsblessures

40

Wetenschap: InnoSportLab De Tongelreep Wetenschap: InnoSportLab ’s-Hertogenbosch We fashion enthousiast over Coaches of Industry De column van Mart Smeets

46 48 50 58

Susannah Chayes, perfectionist en workaholic Sjef JanssenS laatste jaar als bondscoach

31 32

Paul van Ass: onrust bij de selectie vertroebelt blik op succes niet 33 Max Caldas: onderschat de kracht van hockeytop in de breedte niet 35 Roel Verwijlen: eindelijk erkenning voor vader die ook coach is 42 Daniël Knibbeler: individuele coach voor individueel talent

43

Leo van Vliet: de coach als sfeerbepaler

45

Vince de Lange: onwaar­schijnlijke opmars Nederlandse zevenkamptop

53

nummer 3 - 2012

COACH

7


Wat je sport ook is... NEW

AA Drink Iso•Lemon De razendsnelle dorstlesser met verfrissende lemon smaak. Speciaal ontwikkeld voor sporters! AA Drink High Energy De echte energie-booster. Geeft je onmiddellijk een energiestoot, zodat je snel weer verder kunt. AA Drink Pro•Energy Voorziet het lichaam bij langdurige inspanningen langzaam, gelijkmatig en langdurig van energie. AA Drink Isotone De razendsnelle dorstlesser, die je lichaam onmiddellijk voorziet van vocht en mineralen. AA Drink Multi•Nine De hypertone dorstlesser, met 9 toegevoegde vitamines.

AA Drink Sportwater Zuiver water met alléén die mineralen die je verloren hebt bij het sporten. Bevat géén calorieën.

AA drink heeft altijd dé sportdrank voor jou ! Voor meer info kijk op www.aa-drink.com


SERVICEPAGINA

NLcoach lanceert twee nieuwe cursussen!

Samenwerking met KVLO en Fontys Sporthogeschool Congres ‘Kennis in beweging’

In november en december 2012 starten twee nieuwe cursussen op het gebied van mentale begeleiding. We bieden de cursussen: Visualiseren en Mentale Wedstrijdvoorbereiding aan. Beide cursussen duren twee avonden van 19:00-22:00 uur en vinden plaats in Nieuwegein. Ga naar www.nlcoach.nl/cursussen voor meer informatie.

De gloednieuwe accommodatie van Fontys Sporthogeschool Eindhoven zal op vrijdag 26 oktober 2012 het decor zijn van het eerste gezamenlijk georganiseerde congres van NLcoach, KVLO en Fontys Sporthogeschool Eindhoven. In een omgeving vol inspiratie, passie en kennis zullen onder anderen Marc Lammers, Joop Alberda, Max Caldas en Brainpower een bijdrage leveren die voor zowel docenten lichamelijke opvoeding, trainers en coaches interessant zijn.

Website Voor meer informatie over de activiteiten van NLcoach: ga naar www.nlcoach.nl.

Bereikbaarheid bureau NLcoach In de week van 23 juli 2012 is het bureau van NLcoach gesloten. Wij zijn weer bereikbaar vanaf 30 juli 2012!

Tijdens dit congres maken we de vertaalslag vanuit de theorie naar de praktijk. Het gaat erom dat je als trainercoach of docent de opgedane kennis kunt vertalen naar de eigen werksituatie. Wat beweegt jongeren om te sporten? Hoe ga je om met mentale aspecten in het begeleiden van sporters/studenten en in welke mate zijn sporters fysiek te belasten? Hoe sta je voor een groep en hoe laat je een groep zo effectief en efficiënt mogelijk leren en zich ontwikkelen? Aan de hand van inspirerende lezingen, workshops (zowel theoretisch al praktisch) gaan we in op de laatste ontwikkelingen en vernieuwende visies op het gebied van sport en bewegen en welke rol je daarin als begeleider speelt. Er wordt ingaan op thema’s als: motivatie, fysiek, mentaal, talent, communicatie, pedagogiek, winnen/presteren, jeugd, bewegen en gedrag. Met dit congres willen we enerzijds de parallel en anderzijds de verschillen laten zien tussen sport en onderwijs en inspelen/inzoomen op de punten waar ze elkaar kunnen versterken! Vanaf 3 september kunt u zich aanmelden voor dit congres via www.nlcoach.nl.

data congressen najaar 2012 Cursus

Locatie

Datum

AFAS Coach Congres, van IK naar WIJ

Leusden

11 oktober

Kennis in Beweging

Eindhoven

26 oktober

Congres i.s.m. Noordelijke provincies

Heerenveen

2 november

De multifunctionele coach

Sittard

9 november

Congres i.s.m. VML

de Meern

17 november

Congres i.s.m. Sportservice Flevoland

Almere

23 november

Nationaal Coach Congres i.s.m Arko Sports Media en NOC*NSF

Wordt nog bekendgemaakt

14 december

nummer 3 - 2012

COACH

9


Coaches of Industry

Hanne Jesca Bax en Joop Alberda in een tweegesprek over coachen

“Het zakenleven kan heel veel leren van strakke discipline in sport” Zij is topvrouw bij Ernst & Young en hij topsportcoach, maar aan één tafel zijn Hanne Jesca Bax en Joop Alberda gedreven door hun gedeelde overtuiging: het belang van de krachtige coach in de dynamische wereld van de sport en het zakenleven.

Teamgevoel Daarmee is het overigens niet begonnen toen Ernst & Young in 1999 zijn eerste sponsorovereenkomst met NOC*NSF aanging. “Dat

Door: Poul Annema

10

COACH

Relaties, gasten en klanten worden bij binnenkomst in het markante gebouw van Ernst & Young in Amsterdam verwelkomd door ‘de Coaches of Industry’. Strakke blikken boven felgekleurde trainingspakken, samengebracht op posters met een boodschap die spreekt. De gezichten van de toptrainers Maurits Hendriks, Leontien van Moorsel, Max Caldas, Joop Alberda en Co Adriaanse als een levend schilderij op de plaats waar de werelden van sport en het zakenleven elkaar hebben gevonden in een pact dat veel verder gaat dan het uitwisselen van in de sponsorwereld verankerde ‘sympathieën’. “Het gaat om de inhoud”, klinkt het overtuigend als we twee verdiepingen hoger met Joop Alberda, voorzitter van NLcoach, aanschuiven bij Hanne Jesca Bax, deze middag het gezicht van het sportvriendelijke adviesbureau. “De ziel van de sport past bij onze organisatie”, zegt Hanne Jesca Bax, lid van de Raad van Bestuur. “Niet toevallig heeft Ernst & Young in zijn vaandel staan dat zij het beste uit werknemers én klanten naar boven wil halen. Daar ligt onze verbinding met het wezenlijke karakter van de sport.”

nummer 3 - 2012

had een puur marketingtechnische achtergrond,” aldus Hanne Jesca. “We wilden via sponsoring onze naamsbekendheid vergroten en het stond voor ons vast dat daarvoor de sport het beste bij ons paste. Niet alleen om de reden die ik net noemde, maar er was een tweede belangrijk motief. Voor ons is het opleiden en verder ontwikkelen van talentvolle mensen belangrijk. Ik heb het zelf ervaren bij mijn carrièrestart, tijdens een interviewronde langs kantoren van de zogenoemde big four. Ernst & Young was anders en gaf mij het gevoel dat dit de club was waar ik bij wilde zijn. Heel expliciet, bij alle aanwezige individuele kwaliteiten gaat het er uiteindelijk om dat er wel een team staat. Dát teamgevoel trof ik hier aan.” Joop Alberda: “Verklaart dat ook waarom jullie de rol van de coach als bouwer van het team zó belangrijk vinden dat jullie er campagnes van maken?” Zonder lang na te denken, zegt Hanne Jesca: “De ontwikkeling van onze eigen mensen was echt een thema, maar we vroegen ons ook af hoe we dat moesten doen vanuit de overtuiging dat we een directieve leiding van bovenaf afwijzen en ook bij onze externe rol veel meer in de coachende sfeer te werk wilden gaan. We zijn, zoals wij ook letterlijk tegen klanten zeggen, aan het teamen. We willen niet aan de zijlijn blijven staan, maar helpen het maximale eruit te


FOTO: ERNST & YOUNG

halen en ik denk dat dat niet veel verschilt van hoe een sportcoach met zijn atleten naar medailles toewerkt.” Het gaat om termen als inspiratie, motivatie en communicatie die het vuur zowel in de sport als in het bedrijfsleven laten branden. Ook in de dialoog die het treffen tussen sport en zakenwereld in de personen van Joop Alberda en Hanne Jesca Bax losmaakt. “Coachen is voor Ernst & Young dus een belangrijk onderdeel van de manier van leidinggeven”, zegt Joop. Hanne Jesca: “Wat ik zeg, je kunt heel directief leidinggeven, wij proberen het op een coachende manier te doen. Intern, maar ook extern. En omdat we zelf vaak onderdeel uitmaken van het team, zoeken we hulp van de coach van buiten om onze basis te verbreden. Sport, en ook de topsportcoach, is dan de motor die werkt.” Carrièreladder Ze, charmant, goedlachs en innemend, praat over sport zoals ze doet over haar werk en met name over haar rol als vrouw aan de top van een groot bedrijf: met geestdrift, hartstocht en betrokkenheid. Ze zegt te hechten aan vrijheid en ondernemerschap, werkt vooral op gevoel, beslist snel en laat zich niet gemakkelijk van de wijs brengen. “Ik weet ook dat veel mensen me anders vinden dan de gemiddelde

persoon, maar ik denk dat ik juist daarom goed bij Ernst & Young pas omdat wij in ons diversiteitsbeleid zeggen dat onze teams uit verschillende types moeten bestaan. En daar ligt naar mijn idee ook weer de analogie met sport. Wij kunnen wel een team van heel knappe vaktechnische bollen smeden, maar daarmee is het nog geen team. Het gaat om het samenbrengen van verschillende kwaliteiten, daar hebben we de laatste jaren op gestuurd.” Met als eerste gevolg de op de sportwereld gerichte campagne ‘Ook de coach verdient een medaille’ en nu ‘de Coaches of Industry’, een campagne waarin bekende topsportcoaches worden gekoppeld aan bedrijven op zoek naar nieuwe impulsen, inspiratie of een beter werkmodel. De prestatiemoraal verschilt niet zoveel in deze twee werelden, wel de uitvoering ervan ‘Nieuwe inzichten en betere resultaten’, luidt het devies van Ernst & Young, het bedrijf waar Hanne Jesca snel carrière heeft gemaakt, wat past bij het beeld dat ze van zichzelf oproept: recht op het doel af.

Als Joop vraagt hoe ze bij Ernst & Young is terechtgekomen, schetst ze haar carrièreverloop met de snelheid van een sprintster. “Vers uit mijn studententijd ben ik hier in 1996 begonnen, nadat ik lang had getwijfeld wat ik zou gaan doen. Ik was in mijn studie als snel teruggekomen op mijn eerste voornemen om strafrechtadvocatuur te gaan doen en ben overgestapt naar fiscaal recht. Na een stage in het bedrijfsleven bij KPN in Groningen, wilde ik liever als adviseur aan de slag en heb na een mooi rondje langs de grote kantoren voor Ernst & Young gekozen. Dat klikte gewoon.” Hanne Jesca begon op de indirecte belastingafdeling, verbreedde haar werkveld naar wat supply chain management heet en stuurde bedrijven aan die macro-economisch veranderingen willen aanbrengen. Als een soort productmanager, zoals ze haar rol omschrijft, liet ze mensen en disciplines naar hetzelfde doel toewerken. “Tot mijn grote verrassing werd ik een jaar geleden, op een zondag, door bestuursvoorzitter Pieter Jongstra gebeld. Hij zei: ‘Laat ik maar met de deur in huis

“Het gaat om het samenbrengen van verschillende kwaliteiten” [Hanne Jesca Bax]

nummer 3 - 2012

COACH

11


Coaches of Industry

vallen, wil je bij mij in de Raad van Bestuur komen?’ Perplex stond ik, ook omdat ik sowieso per 1 juli een andere functie zou krijgen. Dus zei ik: ‘Jij hebt niet veel tijd, maar ik ook niet. Ik kan moeilijk 30 juni tegen mijn eigen groep zeggen: ‘Sorry jongens, het gaat niet door.’ Uiteindelijk heb ik ‘ja’ gezegd. Omdat deze rol past bij wat ik de afgelopen jaren steeds meer ben gaan doen. Ik wil echt met mensen werken, zowel in- als extern. Jonge mensen opleiden en relaties opbouwen met klanten. Dat is mijn functie nu, externe marktbewerking, vormgeving en sturing geven aan de rest van de organisatie. Daarbij praat ik ook veel met klanten, iets minder in de adviserende en meer in de relationele vorm. Ik was totaal niet op zoek naar deze baan, het is me overkomen.” Diversiteit “Zit de keuze voor diversiteit in kwaliteit en maturiteit en ook in de man/vrouwverhouding bij Ernst & Young?”, vraagt Joop. Hanne Jesca: “Juist ook in de man/vrouwverhouding. Wij zitten nu met zeven mannen en twee vrouwen in de Raad van Bestuur, ik denk dat wij als enige van de big four überhaupt een vrouw in het bestuur hebben. En diezelfde verhouding zie je eveneens bij onze vrouwelijke partners, ook daar lopen wij ver voor op de rest.” “En als je de signatuur van de vrouw zou beschrijven, wat voegt die specifiek toe aan dat bestuur?”, vraagt Joop opnieuw. Hanne Jesca: “Een vrouw is gewoon anders dan een man in een aantal dingen. Het zal een open deur zijn, maar ik denk dat vrouwen iets gemakkelijker dingen uit hun gevoel neerleggen. Dat zie ik bij Bea Haring, die met mij in de Raad van Bestuur zit. Als Bea echt iets voelt, dan zie je dat meteen… en dan zie je die mannen denken: ‘Wat gebeurt hier nou met twee van die dames erbij?’ Maar ik geloof dat juist die dynamiek werkt.

12

COACH

nummer 3 - 2012

Wij vragen ons ook af waarom er in een traject, waarin evenveel mannen als vrouwen starten, zoveel vrouwen afhaken. Ik denk dat er op veel plaatsen nog een te mannelijke samenleving is waarin veel vrouwen zich niet prettig voelen, maar dat niet uiten. Tegen vrouwen die ik coach, zeg ik dan: ‘Heb je dat wel eens ter discussie gebracht?’ Dat vinden ze moeilijk. Ze zijn bang zich kwetsbaar op te stellen, bang dat er gezegd wordt: ‘Zie je wel, die vrouw neemt overal aanstoot aan.’ In de eerste jaren van ‘Women’s Leadership’ heeft Ernst & Young zich heel erg op vrouwen gericht, maar ik vind dat je je ook op mannen moet richten. Ik denk dat veel mannen, en zekere de oudere generatie mannen die een vrouw hebben die niet werkt, zich helemaal niet bewust zijn van bepaalde dingen. Die worden zich pas bewust op het moment dat ze een dochter van begin twintig hebben en die thuiskomt met zo’n verhaal…” De rol van de coach “Als je spreekt over coaching, spreek je dan over coaching waarin je getraind bent of die je op gevoel hebt ontwikkeld?”, vraagt Joop. “Ik heb het tot dusver vooral op basis van ervaring gedaan, maar we zijn vorig jaar begonnen met een opleiding voor gecertificeerd coach”, zegt Hanne Jesca. “Daar hebben we een paar dagen training in gehad. En we hebben eens in de maand gesprekken met een aantal mensen waarin we elkaar coachen, een soort intervisie waar we ook de heel moeilijke zaken kunnen neerleggen. Daar zitten dus over

het algemeen de mensen met veel ervaring.” Coaches in de topsport zijn meer dan stille krachten in een teamproces, vinden Joop en Hanne Jesca. Joop: “Het draait in topsport om empathisch vermogen, inlevingsvermogen en volhardend zijn in het doel en de visie die je van te voren scherp hebt gezet en waarmee je ook weer vriendelijk-meedogenloos kunt omgaan. Dus vriendelijk in de term van hoe je dat uitstraalt, meedogenloos in je volhardendheid. Daarbij komen de communicatieve kwaliteiten, nog los van het feit dat de coach de skills van het vak tot in de vezels moet voelen. Vandaar dat ik altijd meer geloof in mensen die uit het vak zelf komen. In volleybal en sport heb ik autoriteit, in het bedrijfsleven moet ik zeggen: sorry, daar heb ik geen verstand van. Ik ruik die kleedkamer niet; ik eet, drink, slaap bij wijze van spreken volleybal, dat heb ik met het bedrijfsleven niet.” “Er moet balans zijn tussen die verschillende dimensies”, meent Hanne Jesca. “In de sport heb je een vaststaand programma met EK, WK of Olympische Spelen. Bij ons gebeurt er elke dag wat anders. Op het ene moment komt een klant binnen die meldt dat hij een grote controle van de belastingdienst heeft en op het volgende moment klopt een grote beursgenoteerde onderneming aan voor onmiddellijk advies. Bij topsport is er strakke discipline omdat je vastliggende meetmomenten hebt. Dat is wat wij moeten leren van sport: discipline ontwikkelen en keuzes maken. We zetten het met z’n allen

“Het draait in topsport om empathisch vermogen, inlevingsvermogen en volhardend zijn” [Joop Alberda]


“Dat is wat wij moeten leren van sport: discipline ontwikkelen en keuzes maken” [Hanne Jesca Bax] vaak te snel op een rennen, maar wel met de kans dat we onszelf voorbij rennen.” Sponsor in de sport Dat maakt volgens Hanne Jesca de campagne ‘Coaches of Industry’ zo interessant. “De mogelijkheid die we bieden om via het oog van de topsportcoach van buiten naar binnen te kijken.” Ernst & Young stelt 22 bedrijven in de gelegenheid een topsportcoach over de vloer te hebben. Daarvoor is een programma opgezet, dat op een interactieve manier zakelijke vraagstukken naar boven brengt. “Ik was op een bijeenkomst met Joop en merkte meteen het verschil; waar ik lette op de inhoud van vragen en antwoorden, observeerde Joop vooral het groepsproces. ’ Joop: ‘Naar de sport vertaald, zag ik hoe de beelden bij vooraf gestelde doelen werden ingevuld. Exact datgene waar hele communicatieprocessen in de fout gaan omdat de beelden over hetzelfde zo verschillend kunnen zijn…” ‘Coaches of Industry’, werkt, zo wijzen onderzoekscijfers uit. “We noteren significante scores in bekendheid en waardering, zowel in de directe bedrijfsomgeving als daarbuiten,” zegt Hanne Jesca. “Zo bezien,” zegt Joop, “laat Ernst & Young de sport en de coaches voorlopig niet meer los.” Hanne Jesca: “Er zijn partijen die heel graag het sponsorship van NOC*NSF van ons willen overnemen. De afspraak met NOC*NSF is dat ze maar één uit de branche als sponsor kunnen hebben. Maar ik weet dat er één of twee zijn die dit pakket heel graag zouden overnemen.” “Dat maakt het

voor jullie lastig om eruit te stappen, de concurrentie ligt immers op de loer”, merkt Joop op. “Op dit moment bekijken we met een klein team en een externe adviseur alle mogelijkheden voor contractverlenging. Het is geen vanzelfsprekendheid, het totaalplaatje moet wel aansluiten bij onze doelstellingen en de investeringen rechtvaardigen”, besluit Hanne Jesca. Fitheidsoffensief De olympische geest van Ernst & Young verslapt sowieso niet. “We hebben ons de vraag gesteld hoe fit onze organisatie is. Koen Gonnissen, oud-trainer van onder meer Kim Clijsters en auteur van De bedrijfsatleet, ontwikkelde voor ons een fitheidsprogramma: Fit4theJob. Daarmee zeggen we: wil je topprestaties kunnen leveren, wil je elke dag fit op je werk verschijnen en zo min mogelijk kans op ziekteverzuim hebben, dan zul je moeten zorgen dat er balans is tussen je fysieke, geestelijke en emotionele gestel. Vergeet niet dat we hier heel lange dagen maken en op alle niveaus bestaat hetzelfde probleem: mensen zitten te veel, bewegen te weinig, eten en drinken te veel, gaan te laat naar bed, hebben stress, noem maar op. Je moet de discipline hebben om het anders te doen. En ik denk dat de sport daar sterker in is, want sport biedt een doel…” Binnen het raam van maatschappelijk verantwoord ondernemen omarmt Hanne Jesca Bax de welzijnsambitie van het Olympisch Plan 2028. “De generatie van de toekomst staat onder druk,

beweegt te weinig, eet ongezond en is door de populariteit van de hedendaagse technologie veel te individualistisch ingesteld, die leert niet meer samen te werken. Er moet iets gebeuren. We hebben met vijftien grote Nederlandse ondernemingen de Olympische Kring opgezet. Zo willen wij een gezamenlijke bijdrage leveren aan de nationale ambitie voor een gezondere samenleving, maar proberen we ook economische argumenten aan te dragen om de Nederlandse kandidatuur voor de organisatie van de Olympische Spelen in 2028 te onderbouwen. Ons voornaamste motief is dat die Spelen een goed middel zijn om de wereld te tonen waar we als land goed in zijn.” Als Joop vraagt wat ze doet als ze 55 is, antwoordt Hanne Jesca: “Zo ver heb ik nog niet vooruitgedacht. Dan ben ik al zoveel jaren bij Ernst & Young in dienst geweest, dat ik ervan uitga dat ik dan wat anders doe.” “Zou het kunnen dat Ernst & Young met zijn mondiale ambities en een groot hart voor sport zich beter aan het IOC dan aan NOC*NSF kan verbinden?”, vraagt Joop plagerig. “En zit jij dan bij de Unesco of in de buurt van het IOC?” Haar antwoord, resoluut en helder: “Ik denk dat ik het eerder leuk zou vinden voor een nonprofitorganisatie te werken. Of dat nu Unesco is of War Child, waar ik ook wel iets mee heb. Ik zie me niet zo snel in de richting van de politiek op gaan, ik zie meer in het helpen van mensen die maar weinig kansen hebben. Zowel materieel als immaterieel.”

nummer 3 - 2012

COACH

13


Spor ters

winnen met Lotto!

Met Lotto maakt u elke zaterdag kans om miljonair te worden. Maar wist u dat u ook automatisch de Nederlandse sport steunt? Want met een jaarlijkse bijdrage van zo’n ₏60 miljoen is Lotto de grootste sportsponsor van Nederland. Dankzij deze bijdrage worden sportbonden, sportverenigingen en topsporters ondersteund, talent ontwikkeld en lokale sportcomplexen verbeterd. Dus als je van sport houdt, speel je Lotto! Sporters winnen met Lotto!

lotto.nl


Teamsport in het nauw Het is een heus rampjaar voor de Nederlandse teamsport. We voelden dat in april al aan ons water, toen de polovrouwen in de Italiaanse stad met de toepasselijke naam Triëst kopje onder gingen. Geen Olympische Spelen voor de olympische kampioenen van 2008. In de supermarkt moest je uitleggen dat het IOC een strenge club is en zelfs de titelverdediger niet automatisch tot de Spelen toelaat. Dat is al sinds 2000 zo, sprak ik er dan met stemverheffing achteraan. Een paar weken later was het bij een volgend kwalificatietoernooi, nu te Istanbul, exit voor de nationale volleybalsters, het Avital-project dat nooit leverde. Eind mei, in Spanje, kwamen de Nederlandse handbalsters één doelpunt tekort om zo’n OKT – tegenwoordig een gevleugelde term in de sport – met het ticket voor Londen 2012 te verlaten. Dat was het olympische gemodder van onze tot voor kort zo trotse ploegen uit de teamsporten. Het ergste moest nog komen. Het vlaggenschip van dit sportland, de nummer één van de wereld in juli 2011, strandde bij Euro 2012 in de voorronde. Het was in de zwaarste poule aller tijden, maar al was het de lichtste groep geweest, dan nog zou het Nederlands voetbalelftal er in de kwartfinales uitgeknikkerd zijn. Er ging zo veel mis in en buiten het veld dat er nog maanden van analyses zullen volgen. De ego’s waren te groot, de bondscoach te conservatief, de vorm ontbrak, de conditionele vermogens bleken ver beneden peil en het vertrouwen in de aanvalskracht was op drijfzand gebaseerd. Het was in die dagen van het Oekraïner debacle alsof het hele Nederlandse schip van de teamsport was vergaan. In Duitsland was die maand ook alarm geslagen. De voorzitter van het nationale olympische comité (DOSB), Thomas Bach, drukte op de sirene, omdat de handbalploegen, de waterpolo­ ploegen, de basketbalteams en de voetbalelftallen zich niet voor Londen hadden geplaatst. Bach eiste een masterplan. Dit wilde hij voor Rio 2016 niet herhaald zien. Gelukkig konden de Duitsers zich een maand later verkneukelen om ‘Die Mannschaft’ met zijn voorbeeldige voetbal. In Nederland kenden we die troost van het voetbalveld niet. Er ontstond nergens iets van een idee hoe de dalende trend in de teamsporten omgebogen zou moeten worden. We zagen de staatjes passeren: zeven teamsporten in Atlanta 1996 (met volleybalgoud en hockeygoud), zes in Sydney 2000 (weer hockeygoud), vier in Athene 2004, zes in Peking 2008. Bij die laatste Spelen waren opnieuw twee titels te bejubelen: die van de hockeyvrouwen en de waterpolosters. We dachten toen geen moment terug aan de waarschuwing van Peter Murphy, destijds adviseur teamsport bij NOC*NSF. Hij drong in 2004 al aan op versterking van dat gebouw. Om te voorkomen dat het land met “de hoogste teamsportdichtheid” (Sydney 2000) verder zou afglijden moest er synergie komen. Te beginnen bij de vrouwenteams van basketbal, handbal, hockey, softbal, voetbal, volleybal en waterpolo. “Zeven sporten, zeven overeenkomsten, maar zeven verschillende programma’s.” Murphy is weg bij NOC, Nederland verliest snel terrein. Het kan zo uitpakken als de voormalige volleybalcoach in 2004 voorspelde: “Ik sluit niet uit dat er na Athene binnen NOC*NSF een discussie op gang komt met als inzet de vraag: Staan de relatief forse investeringen in de teamsporten nog in verhouding tot de relatief magere resultaten? Die vraag kan en wil ik niet tegenhouden.” Acht jaar later staat die wezensvraag weer op de agenda. ‘Onze’ hockeyploegen, ook nu weer geplaatst, zullen van wereldniveau blijven, maar hoeveel geld moet er niet beschikbaar komen om teams als de fulltime verzamelde waterpolovrouwen nog een keer tot de beste van de wereld te maken? Gaat Maurits Hendriks die handtekening zetten?

nummer 3 - 2012

COACH

column JOHN VOLKERS

John Volkers is ruim twintig jaar sportverslaggever van de Volkskrant. Hij bezocht onder meer alle Olympische Zomerspelen sinds 1984 en vier EK’s en WK’s voetbal. Verder schreef hij boeken over volleybal (De Lange Mannen, 1995) en voetbal (De Internationals, 1999). In zijn vrije tijd lijdt hij pijn op de racefiets.

15


COVErinterview

Chef de mission Maurits Hendriks verkiest kwaliteit boven kwantiteit

“Het is vechten om de medailles” De Nederlandse ploeg voor de Olympische Spelen in Londen bestaat uit ongeveer

175 atleten. Dat is aanmerkelijk minder dan de equipe voor Peking, vier jaar geleden, die 250 topsporters telde. “We zijn gegaan voor de beste ploeg, niet voor de grootste”, zegt Maurits Hendriks (51), de technische opperbaas van de Nederlandse topsport. Door: Poul Annema

“Kwaliteit”, het woord ontsnapt regelmatig aanzijn lippen in de hectiek die zijn persoonlijke voorbereiding op de Olympische Spelen kenmerkt. “Alles draait om kwaliteit”, zegt Maurits Hendriks, als technisch directeur van NOC*NSF en chef de mission voor de Olympische Spelen in Londen, de supercoach van de Nederlandse ploeg. “Non-stop doorgaan”, luidde zijn motto in de razende weken die achter hem liggen. “En alles geven om te voorkomen dat ik ergens een bordje zou laten vallen.” Als oud-hockeycoach kent hij de bijzondere sfeer en spanning van de Olympische Spelen. “Maar”, interrumpeert hij onmiddellijk, “de spanning van toen is niet te vergelijken met de spanning van nu. Als coach van een ploeg werk je eendimensionaal naar het evenement toe, dat maakt het overzichtelijker. In mijn huidige rol is het speelveld vele malen groter, toch is het is niet de veelheid aan werk die het druk maakt en die druk geeft, de moeilijkheid zit in het totaalpakket. Je hebt te maken met vragen van coaches en

“De strijd om de olympische medailles is in vier jaar tijd ontzettend verhevigd” 16

COACH

nummer 3 - 2012

atleten, je overlegt over de kamerindeling in het olympisch dorp, maar je hebt ook – steeds meer overigens – te maken met rechtszittingen van atleten die voor hun laatste kans op een olympisch startbewijs gaan en waar je vanwege de zuiverheid van de discussie scherp en alert moet zijn om de juiste argumenten op tafel te krijgen.” In zijn eigen jargon: hij eist van zichzelf dat er in de olympische route “geen bordjes vallen”, hij is dat verplicht te doen voor atleten, coaches en begeleiders die maar één doel voor ogen hebben en dat is “presteren op de Olympische Spelen”. Zijn perspectief is overigens niet anders, zijn leven wordt al vier jaar gedomineerd door de nadrukkelijk in de top 10-ambitie uitgesproken medaillewens van de Nederlandse sport bij het komende megaspektakel. Hendriks durft vertrouwen uit te spreken, ook al verliep het olympische traject niet altijd rimpelloos. “Dat is wat bij topsport hoort, de emotie, de spanning en de bittere strijd, dat alles geprojecteerd in het volle licht van de schijnwerpers”, aldus Hendriks die aangeeft dat hij inmiddels heeft geleerd om relativeren tot kunst te verheffen. Formaat van de delegatie Dat er uiteindelijk een kleinere Nederlandse ploeg naar Londen gaat dan vier jaar eerder naar Peking zegt in zijn ogen niets over het niveau van de


FOTO: ROBERT AARTS

Nederlandse topsport. “Er is geen sprake van achteruitgang als dat de conclusie mocht zijn die wordt getrokken uit de omvang van de ploeg, we hebben gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. Dat voorop, maar we hebben ook te maken gehad met het misfortuin van onze olympische kampioen bij het vrouwenwaterpolo die kwalificatie op een haar na miste, net als overigens onze handbalsters. Beide ploegen zijn van ver gekomen, maar het zat ze op het beslissende moment niet mee. En bovendien zijn honk- en softbal van het olympisch programma verdwenen en namen vier jaar geleden ook de voetballers nog plaats in het vliegtuig naar Peking.” Dat de Nederlandse teamsport in algemene zin slecht vertegenwoordigd is op het olympisch tapijt noemt hij niet meteen verontrustend, wel een signaal dat om aandacht vraagt. Ook omdat de prestatiedichtheid aan de top blijft groeien onder druk van landen met ogenschijnlijk onbeperkte mogelijkheden. “Ik zie dat aan de situatie van judoka Henk Grol. Die had vier jaar geleden zes tegenstanders die aanspraak mochten maken op een plaats op het erepodium, inmiddels zijn dat er denk ik twintig. En zo is het in de volle breedte van de topsport, de kwalitatieve verschillen worden steeds kleiner. De strijd om de olympische medailles is in vier jaar tijd ontzettend verhevigd, dat is de harde realiteit. Landen als Brazilië en de Oekraïne zullen opnieuw grote sprongen maken, het

komt er steeds meer van dat je als sportgrootmacht het verschil van honderdsten van seconden kan plannen en programmeren.” Idealist of luchtfietser? Bij zijn aanstelling als opvolger van de naar GrootBrittannië vertrokken Charles van Commenée was de tot dan als hockeycoach, in zowel Nederland als Spanje, succesvolle Hendriks duidelijk over zijn visie en doelstellingen. Gedragen door een verleden waarin hij zich als vernieuwer, vakman en perfectionist had laten gelden, vatte hij zijn ambitie op de hoogste post samen in één warme zin: “Ik wil van Nederland hét topsportland maken.” Sommigen noemden hem toen een bevlogen idealist, anderen een luchtfietser, maar vier jaar later prijst vrijwel iedereen zijn doortastendheid, helderheid van denken en gedrevenheid. Hendriks gunt zich geen rust op weg naar zijn vooraf gestelde doelen. Om goud te delven, zal er lang moeten worden gegraven. Dat is de opvatting die hij de afgelopen vier jaar met zich meedroeg. Hendriks heeft de knelpunten in de Nederlandse topsport rood omrand en aangegeven waar, op weg naar een beter sportklimaat, de accenten moeten worden gelegd. Natuurlijk, geld speelt altijd een grote, zwaarwegende rol en wat dat betreft, had hij de tijd met de economische crisis niet mee. “Ik heb de afgelopen vier jaar ontdekt dat als je werkelijk een

nummer 3 - 2012

COACH

Chef de mission Maurits Hendriks bij de traditionele overdracht van het Nederlands Olympisch Team 2012. De sporters worden symbolisch overgedragen aan de technisch directeur van NOC*NSF.

17


5 (incl. btw)

EEDE DR W

UK

2e druk!

T

EEDE DR W

GOUD OP JE BORD

T

€ 24,9

UK

TONGSTRELENDE GERECHTEN DIE NIET ALLEEN DE SMAAK BEDIENEN, MAAR BOVENDIEN PRESTATIES BEVORDEREN!

VOOR IEDEREEN DIE VAN SPORTEN EN LEKKER ETEN HOUDT

Hoe kun je lekker en toch gezond koken? Is het mogelijk verantwoord te eten zonder daarvoor uren in de keuken te staan? Kun je iets speciaals bereiden als je voor de ingrediënten niet eerst de hele stad af wilt reizen? En kan de voeding bijdragen aan een topprestatie? Jazeker! Dat bewijst het nieuwe sportieve kookboek Goud op je bord.

ORD.NL UDOPJEB WWW.GO R A A N A N? G BESTELLE

Goud op je bord bevat tientallen recepten van verantwoorde, lekkere en eenvoudig te bereiden gerechten. De gerechten zijn onderverdeeld in ontbijtgerechten, lunchgerechten, tussendoortjes, maaltijdsoepen en hoofdmaaltijden voor alle seizoenen. Naast de recepten vind je in het boek interviews met topsporters als Esther Vergeer, Siem de Jong, Marianne Vos en Bram Som en met toptalenten buiten de sport als Arko van Brakel, Philip de Roo en Marco Hoogerland. Zij delen hun visie op de betekenis van voeding voor topprestaties en presenteren hun favoriete gerechten. Natuurlijk ontbreken ook de recepten en prachtige foto’s van deze gerechten niet. Goud op je bord is een prachtig boek om cadeau te geven, of te krijgen.

4417_Antwoordkaart GOJB_180x120.indd 1

04-07-12 13:10

Wat doe je nu?! Mentale weerbaarheid en leiderschap Mentale weerbaarheid is een populair begrip in relatie tot toenemende druk en eisen die worden gesteld aan professionals in onze samenleving. Maar wat is mentale weerbaarheid eigenlijk en hoe versterk je die?

NIEUW G a n aa

r

Auteurs: Francesco Wessels en Dr. Roos Delahaij ISBN: 978-90-5472-195-6 Prijs: € 24,95 (excl. btw en verzendkosten)

In Wat doe je nu?! wordt uitgelegd wat mentale weerbaarheid is w w w.s por t s m en welke concrete stappen kunnen worden genomen om mentale en best edia.nl e l h et weerbaarheid te versterken. Er wordt ingegaan op de vraag hoe b o ek d leidinggevenden een actieve rol kunnen spelen in het ontwikkelen irect! van mentale weerbaarheid bij medewerkers die onder druk presteren. Kennis en ervaring opgedaan binnen de krijgsmacht, topsport en zakelijke wereld worden vertaald naar concrete inzichten en oplossingen voor leidinggevenden die hun mensen weerbaar willen maken en houden. Het boek is tot stand gekomen uit een unieke samenwerking tussen wetenschap en praktijk. Recente inzichten uit wetenschappelijk onderzoek alsmede jarenlange ervaring met het versterken van mentale weerbaarheid in de praktijk vormen de basis.


COVErinterview

“De coach verdient ondersteuning met betere randvoorwaarden”

visie hebt op waar innovatie en technologie de topsport kan ondersteunen, je geheid steun krijgt bij de overheid en het bedrijfsleven.” Innovatie is volgens Hendriks de pijler waarop de topsport rust bij haar eindeloze zucht naar sneller, hoger en sterker. “We hebben grote stappen gemaakt door in samenwerking met de VU Amsterdam en de Rijksuniversiteit Groningen nieuwe mogelijkheden te bieden voor onderzoek, begeleiding en ontwikkeling. Met InnoSportNL beschikken we over laboratoria die geschikt zijn voor allerlei vormen van fundamentele prestatieverfijning en met de komst van Kamiel Maase, die in Peking nog de olympische marathon liep en nu als wetenschapper aan NOC*NSF is verbonden, hebben we nieuwe mijlpalen bereikt.” Slim zijn Bijna vanzelfsprekend bij zoveel ambitie besloot Hendriks in Londen op zoek te gaan naar optimale faciliteiten voor zijn Oranjebrigade. “Wie niet over eindeloos gevulde beurzen beschikt, moet slim zijn”, is zijn adagium. “Je moet topsporters op weg naar hun ultieme sportprestatie omringen met de beste zorg en de beste mogelijkheden. Daarom heb ik in Londen, binnen het zicht van het olympisch dorp, op het dak van een groot winkelcentrum ons trainingscentrum gevonden. Daar hebben we de beste omstandigheden gecreëerd voor een begeleidingsstaf die ook steeds groter is geworden. Vier jaar geleden had de zwemploeg van Jacco Verhaeren nog één cameraman mee die van afstand filmde. Nu heeft hij twee raceanalisten bij zich die een halfuur na de wedstrijd hem van hun analyses voorzien. Dat is moderne topsport, het is vechten om medailles. Als er een goed dressuurpaard wordt verkocht, ben je je kans op een gouden medaille kwijt, zo simpel is het. Nogmaals, we moeten slim zijn en gebruikmaken van de mogelijkheden die ontstaan door innovatieve, technologische en medische ondersteuning.”

Buiten sportinnovatie richtte Hendriks zich de afgelopen vier jaar op talentontwikkeling en verbeterde stipendia voor studerende sporters. Er is een ontwikkeling in gang gezet waarvan het einde nog niet in zicht is. “Wat me zorgen baart, is dat de regelingen om de positie van langstudeerders in de topsport te ontzien, niet van de grond komen. Er is van de overheid geen bereidheid uitzonderingen te maken in de studiefinanciering van onze topatleten. We mogen niet in een situatie komen waarin we tegen onze topsporters zeggen: ‘Dan studeer je maar niet’, dat is voor mij geen optie.” Een belangrijk onderdeel van zijn programma is het verbeteren van de positie van de coach. “We hebben met name in de laag onder de topcoach, de groep van Jong Oranje, professionele programma’s nodig. Sport heeft in Nederland maatschappelijk aan aanzien en respect gewonnen. Topsport is weliswaar transparanter, maar het vak van de sportcoach is er niet gemakkelijker op geworden. Met name bij Bert van Marwijk bij het voetbal en Paul van Ass in het hockey hebben we gezien hoe de druk op deze mensen is toegenomen, ze liggen onder een vergrootglas tegenwoordig. Ik zeg wel eens, wat zou het effect zijn als de besluiten en gedragingen van de leden van de Raad van Bestuur van Heineken zo in de openheid zouden komen als die van onze coaches. Je moet in dit vak van steeds meer zaken verstand hebben. De coach verdient ondersteuning met betere randvoorwaarden. In dat opzicht ben ik zo enorm blij met een bedrijf als Ernst & Young dat op een geweldige manier de coaches in ons en hun vak steunen. De spanning en prestatiedruk zijn enorm en zullen nog verder toenemen. En dan herhaal ik wat ik steeds heb gezegd, we zullen als klein landje met beperkte mogelijkheden vooral slim moeten zijn en steun moeten zoeken bij kenniscentra en het bedrijfsleven om ons te kunnen handhaven in deze weergaloze ratrace.”

nummer 3 - 2012

COACH

19


olympisch medaille prognose

Kansenberekening van goud, zilver en brons Sinds eind mei biedt Ernst & Young met zijn Olympische Medaille Prognose inzicht in de kansenverhoudingen bij de Olympische Spelen in Londen. Infostrada Sports in Nieuwegein stelde uit zijn wereldwijd verzameld cijfermateriaal de olympische prognose samen, waarop de Nederlandse equipe eindigt op de vijftiende plaats met zes keer goud, vijf keer zilver en zes keer brons. Op deze pagina’s de internationale prognose totaal en voor de 100 meter sprint, en voor het Nederlandse team de mutaties in 2012, wie er volgens de prognose een medaille zullen winnen en de belangrijke outsiders.

20

COACH

nummer 3 - 2012


Nederland: huidige medailles Sport Wegwielrennen Baanwielrennen Paardensport – Dressuur Paardensport – Dressuur Paardensport – springen Turnen Hockey Hockey Judo Judo Judo Judo Zeilen Zeilen Zeilen Zwemmen Zwemmen

onderdeel wegwedstrijd keirin individueel team team rekstok team team 100 kilo 63 kilo 70 kilo 73 kilo 470 laser radial RS:X 4 x 100 meter vrije slag estafette 50 meter vrije slag

geslacht vrouwen heren open open open heren heren vrouwen heren vrouwen vrouwen heren vrouwen vrouwen heren vrouwen vrouwen

ranking 1 3 1 1 3 2 3 2 3 3 2 3 2 1 1 1 2

sporter/team Marianne Vos Teun Mulder Adelinde Cornelissen (Jerich Parzival) Nederland Nederland Epke Zonderland Nederland Nederland Henk Grol Anicka van Emden Edith Bosch Dex Elmont Westerhof/Berkhout Marit Bouwmeester Dorian van Rijsselberghe Nederland Marleen Veldhuis

Nederland: mutaties in 2012 Maand Juli Juni Mei April Maart Februari

Januari

aantal medailles 17 medailles: 6 goud, 5 zilver, 6brons 16 medailles: 6 goud, 4 zilver, 6 brons 17 medailles: 6 goud, 3 zilver, 8 brons 18 medailles: 6 goud, 5 zilver, 7 brons 19 medailles: 6 goud, 4 zilver, 9 brons 19 medailles: 6 goud, 4 zilver, 9 brons 19 medailles: 7 goud, 4 zilver, 8 brons

onderdeel turnen rekstok paardensport springen zeilen 470 zwemmen 50 meter vrij baanwielrennen keirin baanwielrennen omnium turnen rekstok schermen epee turnen rekstok schermen epee zeilen finn judo 70 kilo judo 73 kilo schermen epee judo 73 kilo zeilen 470 zeilen finn

Nederland: belangrijkste outsiders Sport Beachvolleybal Zwemmen Atletiek Baanwielrennen Schermen Roeien Roeien Zeilen Zeilen Zwemmen Zwemmen Atletiek Baanwielrennen Baanwielrennen Paardensport - eventing Zeilen Zwemmen Wegwielrennen Baanwielrennen Tafeltennis Beachvolleybal Baanwielrennen Baanwielrennen Turnen Judo

onderdeel team 50 meter vrije slag 200 meter omnium individueel epee acht acht 470 finn 100 meter vrije slag 200 meter rugslag decatlon sprint teamachtervolging team elliott 6 meter 100 meter vrije slag wegwedstrijd teamsprint team team sprint teamachtervolging brug 78 kilo

sporter/team mutatie Epke Zonderland van brons naar zilver Nederlands team naar brons Westerhof/Berkhout van brons naar zilver Kromowidjojo brons kwijt Teun Mulder van zilver naar brons Kirsten Wild brons kwijt Epke Zonderland van zilver naar brons Bas Verwijlen brons kwijt Epke Zonderland van brons naar zilver Bas Verwijlen naar brons Pieter-Jan Postma brons kwijt Edith Bosch van goud naar zilver Dex Elmont van zilver naar brons Bas Verwijlen brons kwijt Dex Elmont van goud naar zilver Westerhof/Berkhout van goud naar brons Pieter-Jan Postma naar brons

geslacht heren vrouwen heren vrouwen heren heren vrouwen heren heren vrouwen vrouwen heren vrouwen vrouwen open vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen heren heren heren vrouwen

ranking 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 7 7 7 8 8 8 8 8

sporter/team Schuil/Nummerdor Ranomi Kromowidjojo Churandy Martina Kirsten Wild Bas Verwijlen Nederland Nederland Coster/Coster Pieter-Jan Postma Ranomi Kromowidjojo Sharon van Rouwendaal Eelco Sintnicolaas Willy Kanis Nederland Nederland Nederland Femke Heemskerk Kirsten Wild Nederland Nederland Keizer/Van Iersel Teun Mulder Nederland Epke Zonderland Marhinde Verkerk

nummer 3 - 2012

COACH

21


geboren coach

Co Adriaanse zorgde altijd voor een leven naast dat van coach

FOTO: SCS/RICHARD WAREHAM

“Je eigen filosofie overbrengen, dat is de kern”

Hij was een opvallende coach in het betaald voetbal. Een man met een uitgesproken visie en een duidelijke mening, maar Co Adriaanse (65) was vooral een liefhebber van het spel. Verdediger van origine, maar aanvaller in zijn hart. Na zijn ontslag

De Olympische Spelen. Co Adriaan­­se is liefhebber op afstand. De werkende voetbalcoach heeft immers nooit veel mogelijkheden gehad om echt diep op te gaan in het sportspektakel. “De Spelen vallen voor de voetbaltrainer vrijwel altijd in de seizoensvoorbereiding, op het moment dat je je niet alleen met de fitheid van je selectie moet bezighouden, maar waarin ook allerlei randzaken aandacht vragen.” Dat wil niet zeggen dat Adriaanse het supergala van de totaalsport steeds links heeft laten liggen, integendeel. Topsport fascineert de ware kenner, hij was – via de media – trouw volger, maar vindt de echte opwinding van zijn sport toch bij het WK of EK voetbal. “Voetbal is op het olympisch programma een slap aftreksel, daar mis je de crème de la crème.” Deze zomer biedt Ernst & Young hem als ‘Coach of Industry’ de gelegenheid in Londen de Olympus te beklimmen, hij kijkt ernaar uit. Naar de een-tegen-eenduels in de atletiek, naar de manier waarop

echte toppers met mentale druk omgaan. “Ik heb onlangs Ellen van Langen, onze olympisch kampioene van 1992 (Barcelona), geïnterviewd. Over haar geïsoleerde en gedisciplineerde gevecht om zo ver te komen, haar idealisme, maar ook over het geluk van zo’n moment waarop alles samenkomt. Dan hoor je oprecht wat sport met een mens doet.” De perfecte teambuilder Natuurlijk, teamsport gaat aan hem niet voorbij. “Maar dan richt ik me wel op Nederlandse teams die kans maken. Wij zijn als Nederlanders eigenlijk helemaal niet zo goed in teamsporten. Ja, met hockey, maar op hoe veel plaatsen in de wereld wordt er dan wel gehockeyd? Bij de mondiale sporten de beste zijn, zoals de volleyballers in 1996, dat is pas echt knap. In de eerste plaats omdat wij het als klein landje numeriek afleggen en ook omdat bij een goede teamprestatie samenwerking wordt verwacht. In dat samenwerken zijn we eigenlijk helemaal niet zo goed. Waarom

bij FC Twente, begin dit jaar, zit hij even thuis. Door: Poul Annema

22

COACH

nummer 3 - 2012

“In dat samenwerken zijn we niet zo goed. Omdat we zo eigenwijs zijn”


FOTO: ANP PHOTO

geboren coach

“Maak afspraken en zorg dat iedereen ervoor gaat. Dan is succes maakbaar”

niet? Omdat we zo eigenwijs zijn, we leggen ons niet gauw ergens bij neer, blijven maar doorzeuren en kunnen ons niet onderwerpen aan het geheel. We weten het altijd beter, dat is zowel kenmerkend als frustrerend.” Co Adriaanse heeft recht van spreken. Hij is de geboren coach, die met overtuiging en een rechtlijnige houding als de perfecte teambuilder aan zijn successen werkte. “De clubcoach heeft als voordeel dat hij elke dag met zijn spelers kan werken. Als bondscoach moet je maar afwachten hoeveel talent er is en ben je zelfs afhankelijk van de kwaliteit van de clubcoaches. Om er dan ook nog een goed team van te maken, is uitermate gecompliceerd, zeker als je op weerstand stuit. Vooral in het voetbal is er altijd gemopper en gezeur of loopt de zaak anderszins vast.” Maakbaar succes Hij is kil op afstand, maar warm van binnen. Minder hard dan wordt verondersteld, wel slim en bedachtzaam. Compromisloos ook, in de wetenschap dat de weg naar zijn doel een recht pad zonder omwegen is. Flauwekul is aan hem niet besteed, Co Adriaanse schuwt de confrontatie niet en staat voor wat hij zegt en in het veld brengt. Ook als ‘Coach

of Industry’ in de door Ernst & Young geëntameerde sessies met het bedrijfsleven. “Voor elk van jullie problemen is er wel een metafoor met sport te vinden”, zei hij tegen de mensen van het bedrijf dat van de een op andere dag besloot een ander te product te gaan verkopen. “Houd het simpel, dat zeg ik mijn sport en dat zeg ik in het bedrijfsleven: maak afspraken en zorg dat iedereen ervoor gaat. Dan is succes maakbaar. Het grote verschil met een voetbalteam is dat de keeper weet wat een spits moet doen, want ze zitten in hetzelfde team, zijn aanwezig bij de dezelfde bespreking, gaan voor dezelfde wedstrijd en hebben ook dezelfde training gehad. In het bedrijf zie je vaak een proces met zo veel schakels dat de snelheid uit het spel verdwijnt.” Hij vergeleek zich bij het bedrijf dat een totale metamorfose onderging met de voetbalcoach die door het faillissement van de club werd gedwongen verder te gaan als handbalcoach. “Als alles opeens anders is, begin je met trainen in je nieuwe vaardigheid en op de gewijzigde omstandigheden. Als je je eigen houding niet verandert omdat je denkt er geen verstand van te hebben vlieg je er met z’n allen uit. Bij creativiteit en daadkracht ligt de sleutel.”

Een leven als coach “Houd het simpel”, dat is ook wat Adriaanse zichzelf altijd heeft opgelegd. Hij werd coach omdat anderen hem erop wezen dat hij aanleg had. Het straatvoetballertje uit Amsterdam-Noord had twee ambities: hij wilde profvoetballer en gymnastiekleraar worden. Dat laatste om ook na zijn actieve loopbaan nog een band met sport te behouden. Hij werd profvoetballer (Volewijckers en FC Utrecht) en gymnastiekleraar en kreeg te horen dat de trainerscursus hem wel zou liggen. Hij doorliep alle lagen van de opleiding met speels gemak, overtuigende cijfers en de beste aanbevelingen van zijn docenten. Coachen in een andere sport? “Nee, daar kan ik me niets bij voorstellen, voetbal is mijn leven.” Coachen werd zijn leven. Waar het begon? “Op woensdagmiddag, bij scholierensport in Amsterdam, schreef ik me met de Cabot School overal voor in. Dan ga je die kinderen coachen en zie je plotseling dat je met schoolvoetbal ver kan komen. Omdat je die jongens traint, ze motiveert en ook nog op een goede plek in het elftal neerzet. Daar is het ontstaan, vanuit het gevoel dat ik ze beter kon maken en ze kon sturen. Dat het idee wat je in je hoofd hebt, maakbaar is. De kern van je taak

nummer 3 - 2012

COACH

23



als coach is dat je je eigen filosofie moet overbrengen.” De S van... “Het belangrijkste is trainen, trainen op vaardigheden. Maar ook trainen in het samen doen, samen werken, samen begrijpen. Het moeilijkste van ons vak is om een team te maken dat een geoliede machine is. Organiseren, praten en iedereen meekrijgen, zonder dat je als coach afhankelijk wordt van één of twee spelers die het beste zijn. Daadkracht, overtuigingskracht dus. Mijn vertrekpunt bij de spelers: voetbal speel je voor de mensen, voetbal is amusement, het stadion moet vol, mensen moeten van ons genieten, trots op ons zijn. We moeten meer supporters hebben en dan ga ik op de stoel van de supporter zitten en vraag ik jullie: Wat is nou echt mooi in voetbal? Geef me elf woorden die met een S beginnen en die ik als voetballiefhebber wil zien. Ik deed dat laatst ook tussen twee sessies van Ernst & Young in, en zei: ‘Jullie houden ook van voetbal, wat wil jij nou in een voetbalwedstrijd zien wat je leuk en aantrekkelijk vindt en het moet wel met een S beginnen.’ Eén van de vrouwen zei: ‘Six-pack.’ ‘Nou,’ zeg ik, ‘die heb ik niet bij de elf zitten, maar ik begrijp het

FOTO: ANP PHOTO

“De kern van je taak als coach is dat je je eigen filosofie moet overbrengen”

volkomen. Jij gaat voor Ronaldo naar het stadion.’ Zegt een ander: ‘Scheidsrechter.’ Ik zeg: ‘Jij komt toch hoop ik niet voor de scheidsrechter naar een voetbalwedstrijd?’ Dus kwam het al gauw op woorden als: scoren, schieten, strijd, sportiviteit, samenwerken, strategie... Dat deed ik ook met mijn spelers: solo, samenspelen, stiffie, safe, sliding, slimheid, snelheid… Als dat allemaal in ons team zit en we winnen ook nog. Scorebord, nog een S. Ik sloot af met een tekening van de top. ‘Daar gaan we heen,’ zei ik ‘want we willen de beste worden!’ Kwam er een karretje bij dat op de helling naar de top gaat. Was mijn vraag: Nou jongens, wie zit er op die kar, wie stuurt er, wie duwt er, wie trekt, wie springt eraf als het een beetje link wordt, wie doet net alsof-ie duwt, maar duwt niet en houdt zelfs tegen?’” Jezelf zijn Adriaanse op zijn best, de coach van beeldend taalgebruik en uitdager van zijn eigen spelersgroep. “Dat karretje is net als een team, je hebt verschillende functies maar er moet één doel zijn: we gaan naar de top en we gaan allemaal, of je nou duwt, trekt, of stuurt of eraf springt. Maar er moet wel voor getraind worden, dat weten

we allemaal. Zo breng ik dat.” Hij heeft geleerd dat zijn sterkte ook zijn zwakte kan zijn. “Mijn sterkte is waarschijnlijk dat ik vrij principieel ben, daadkrachtig. Maar dat kan ook je valkuil zijn, daarmee kun je jezelf in de weg zitten. Als ik soms wat meer de andere kant op had kunnen kijken of wat meer door de vingers had gezien, zou ik meer bereikt hebben. Maar ik ben nu in elk geval wel altijd mezelf gebleven.” De pietje-precies die hij in het voetbal is, is hij ook thuis. “Alles ligt op zijn plek. Ik leid een heel geordend leven, maar dat kost tegelijk ook heel veel moeite. Ik verzorg mezelf goed, moet er netjes uitzien, neem mijn rust en verwaarloos mijn sociale contacten niet. Dat heb ik van Hans Kraay senior geleerd. Hij was gastdocent op de cursus in Zeist. “Maak nooit de fout dat je alleen maar voor voetbal gaat, want dat vreet je helemaal op. Je gaat er helemaal voor, en alles om je heen valt weg. Je kennissen, je familie, want je hebt geen tijd. Je vergeet verjaardagen omdat je net op dat moment een trainingskamp of een wedstrijd in het buitenland hebt. Dat is ook een levensles, je moet als coach niet zo obsessief met je werk bezig zijn, dat het leven om je heen volledig wegvalt.”

nummer 3 - 2012

COACH

25


Thema

Alles draait om winnen Op de dag na de openingsceremonie, op zaterdag 28 juli, gaat de Nederlandse olympische ploeg in het Aquatics Centre van Londen bij het zwemmen op jacht naar zijn eerste medaille. De 4 x 100 meter vrije slag-ploeg bij de vrouwen geldt op dit onderdeel en in een loodzwaar deelnemersveld als een van de favorieten voor de eindzege. Coach Jacco Verhaeren heeft op weg naar deze dag niets aan het toeval overgelaten, met een bijna minutieuze voorbereiding en een uitgekiende wetenschappelijke begeleiding is iedere zwemster naar haar absolute topvorm geloodst om op dit unieke piekmoment te kunnen schitteren. Dit is wat de Nederlandse coaches de komende vijftien dagen in Londen gemeen hebben, ze zijn stuk voor stuk coaches met een missie. Met hun pupillen presteren op het hoogste niveau om aan te geven dat Nederland een zogenoemd top 10-land is en om duidelijk te maken dat topsport in Nederland

OLYMPISC HE COACHES MET EEN MISSI E

serieus wordt genomen én potentie heeft. Natuurlijk, niet iedereen zal met een medaille terugkeren van het evenement met zijn indrukwekkende uitstraling. Alles draait om winnen bij de coaches, die het beste uit zichzelf naar boven zullen halen om hun ploegen te laten stralen. Maar altijd blijft de beperking, ook in de grootheid van het toernooi kunnen alleen de besten winnen. De winst ligt daarom soms achter de schittering van het eremetaal, want de Olympische Spelen zijn naast een meedogenloze graadmeter ook een brug naar de toekomst, naar perspectief. Verbeteren van het sportniveau blijft zijn voornaamste opdracht waar uiteindelijk ook hij, niettemin, wordt afgerekend op de prijzen die vanuit Londen mee naar Nederland worden genomen. ‘Coaches met een missie’ is meer dan een loos begrip, coaches met een missie werken vanuit hun verantwoordelijkheid op het podium van de Olympische Spelen aan een (nog) beter Nederland.

inhoud thema Jacco Verhaeren: erkende succescoach. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Jacco Koops: de man met visie achter een gedegen zeilsucces. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

Maarten Arens: na veel blessures een sterke ploeg op de Spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Susannah Chayes, perfectionist en workaholic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Sjef Janssens laatste jaar als bondscoach. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

Paul van Ass: onrust bij de selectie vertroebelt blik op succes niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

Max Caldas: onderschat de kracht van hockeytop in de breedte niet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Roel Verwijlen: eindelijk erkenning voor vader die ook coach is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

Daniël Knibbeler: individuele coach voor individueel talent. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

Leo van Vliet: de coach als sfeerbepaler. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

Vince de Lange: onwaarschijnlijke opmars Nederlandse zevenkamptop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

26

COACH

nummer 3 - 2012


Olympisch programma 2012 Het programma van de Olympische Spelen van 2012 in Londen, op basis van de data dat de medailles worden vergeven. De openingsceremonie is op 27 juli en op 12 augustus vindt de sluitingsceremonie

wo 8/8

do 9/8

7

5

4

4

5

1

2

2

zo 12/8

di 7/8

5

za 11/8

ma 6/8

2

vr 10/8

zo 5/8

Badminton

za 4/8

Atletiek

vr 3/8

do 2/8

wo 1/8

di 31/7

ma 30/7

zo 29/7

za 28/7

plaats. De highlights betreffen de sporten van de in dit thema geportretteerde olympische coaches.

6

8

1

1

1

5

5

1

1

Basketbal 3

Boksen Boogschieten Gewichtheffen

1

1

1

2

1 2

2

2

1 2

1

1

1

1

Handbal Hockey Judo

1 2

2

2

2

Kanovaren

2

2

2

1

1

2

4

4

4 1

Moderne vijfkamp 2

Paardensport Roeien

1 3

3

4

4

Schermen

1

1

1

1

2

1

1

1

1

Schietsport

2

2

1

1

1

1

2

2

1

1

1

1

1

Schoonspringen Synchroonzwemmen

1

1

1

1

Tafeltennis

1

1 2

Tennis 1

Turnen

1

1

1

1

1

2

2

1 3

3

4

1

Voetbal 1

Volleybal Waterpolo

Zeilen Zwemmen

2

1

3

1

Triatlon

1 1

2 1

1

1

1

1

1 1

4

1

4

2

4

4

4

2

4

2

4

1

1

2

2

1

Taekwondo

Wielersport Worstelen

1

1 1 1

1

1

3

2

1

1

2

3

2

2

2

2

3

2

2

2

2

1

1

1

1

1

1

4

nummer 3 - 2012

COACH

27


THEMA

olympische Coaches Coaches een missie met een missie debat met

Jacco Verhaeren, erkende succescoach

paspoort

FOTO: ANP PHOTO

Naam: Jacco Verhaeren rgen Geboren: 4 april 1969 in Rijsbe 1989, Baan: zwemtrainer sinds in 1993 transfer naar PSV Eindhoven, sinds 2006 technisch directeur van de KNZB en hoofdcoach van de zwembond Pieter van den Hoogenband, Inge de e rijkst elang B Bruijn en Marcel Wouda len: pupil Sydney, in 2011 verkozen Belangrijkste vijf maal goud in nium 2000-2010 prestaties: tot Coach van het Decen

Door: John Volkers

Hij is de erkende succescoach van Nederland, de coach van het voorbije decennium volgens het trainersplatform NLcoach. Maar zwemcoach Jacco Verhaeren is geen man die denkt daarmee alle wijsheid in pacht te hebben. Bij de begeleiding van zijn kansrijke olympische zwemteam vertrouwt hij graag op de kennis van anderen. “Ik haal heel veel raad bij anderen. Fysioloog Jan Olbrecht, met wie ik al sinds 1996 werk, de dokter (Reinier de Groot), de fysio (Jan Herber), de krachttrainer. Ik heb een harde kern die ik heel vaak raadpleeg. En van wie ik heel veel adviezen ter harte neem. Uiteindelijk ben ik wel degene die de beslissingen moet nemen.” Durft zo’n coach A te zeggen als zijn hele entourage zegt dat het B moet zijn? “Nee, die situaties komen niet veel voor. Voor ik een beslissing neem, is er altijd gezonde twijfel. Overlopen van zelfvertrouwen en zeggen ‘dit is de juiste weg’, dat is niet mijn ding. Voor ik die beslissing neem, zijn alle twijfels de revue gepasseerd. Heb ik de mensen al gepolst die daar verstand van hebben. Op basis daarvan neem ik de

28

COACH

nummer 3 - 2012

“Met hard werken kun je ook het verschil maken” beslissing. Maar dat is ’m dan ook.” Verhaeren ziet zijn grote kracht in toewijding. “Commitment, zo heet dat tegenwoordig in goed Nederlands, is negentig procent van wat ik doe. Wat is nou een goede trainer? Er zijn zat trainers die meer verstand van de zaak hebben dan ik. Echt. Maar de toewijding, het commitment, het altijd ervoor gaan, het leven voor zwemmen, dat is niet zo heel veel mensen gegeven. Ik denk dat je daar het verschil maakt. In alles. Ja, je moet iets kunnen, je moet talent hebben. Maar wat je zeker kunt hebben, is harder werken dan een ander. Ik denk dat je daarmee al kunt onderscheiden.” Innovatie Met zijn grote ervaring – hij begint in Londen aan zijn vijfde Spelen – durft hij te leunen op opgedane lessen. “Ik doe niet zomaar iets totaal anders. Nee. De rode draad is de rode draad en die volgen we. Maar wat ik wel durf, is, zolang ik de rode draad kan zien, binnen dat concept echt iets anders doen.” Dat heet volgens sommigen innovatie. Voor Verhaeren ligt dat anders. Hij laat innoveren slechts in jaar 1 van zijn vierjarige cyclus toe. “Na de Olympische Spelen laat ik ongebreidelde innovatie toe, op alle niveaus. Maar dat is een onderdeel van de route. De route van vier jaar bestaat eruit dat we in het eerste jaar na de Spelen

allerlei nieuwe onderdelen toelaten waar we nu, in het beslissende jaar, niet meer mee experimenteren. Ik word ook nu nog door bedrijven en wetenschappers benaderd. Ongelooflijk waar je mee bestookt wordt. We kunnen dit nog doen en dat nog doen. Te laat. Ik houd het allemaal buiten de deur. Een seizoen deel ik in drie fases. Elke fase ziet er anders uit. Ranomi Kromowidjojo heeft toptijden gezwommen in april, na de tweede fase van de voorbereiding. Maar de derde fase tot en met de Spelen is geen blauwdruk. Ik heb geleerd, dat werkt niet zo. Wel geprobeerd hoor, want je probeert alles. Dit is echt de derde helft van het seizoen. Dan moet je mensen weer op een andere manier prikkelen. De inhoud is dan echt anders. Je kunt niet drie cycli van drie, vier maanden hetzelfde doen. Dat leidt niet tot de verbetering van de prestatie.”

“Ik haal heel veel raad bij anderen”


paspoort

FOTO: SCS

JaCCo Koops: Leren van gemaakte fouten

Naam: Jacco Koops Geboren: 25 mei 1968 in Leeuwarden Baan: zeilcoa ch, ondernemer Opleiding: Cios Heerenveen, ALO Groningen Ervaring: sparr ingpartner surfster Dor ien de Vries bij Spelen 1992, jeugdbondscoach windsurfen, bondscoach 49er, bondscoach 470 vrouwen Beste resultaten: vijf wer eldtitels, één maal olympisc h zilver (Qingdao 2008)

“In het roadbook naar Londen is geen ruimte voor twijfel” Door: John Volkers

Zelfs de meest ervaren coach kan als een ezel twee keer over dezelfde kiezel struikelen. In 2008 liet Jacco Koops zijn 470-team Marcelien de Koning en Lobke Berkhout te lang in Australië verblijven. Het team verloor haar wereldtitel, in Melbourne. Bijna vier jaar later gebeurde hetzelfde, nu in Perth met het 470-koppel Lisa Westerhof en (opnieuw) Lobke Berkhout. Weer ging een wereldtitel naar de haaien. “We waren te lang in Australië, omdat we voorafgaand aan de WK ook het Australisch kampioenschap wilden varen. In totaal waren we er zeven weken. Ik ben tussendoor naar huis geweest, vanwege mijn gezinssituatie. Lobke ging vijf dagen met haar vriend met de camper weg, Lisa naar een eiland. In haar eentje. Fok, stom. Die keuze pakte verkeerd uit. Sporters moeten tijd hebben om informatie te verwerken en te ‘refocussen’. Ik heb die fout gemaakt op de WK 2011. Als we drie weken eerder die regatta hadden gehad, durf ik te zeggen dat ze ’m gewonnen hadden.” Koops en zijn meiden gingen met een tiende plaats weg uit Australië. Het was een louterend moment. Berkhout werd in tranen aangetroffen door de NOS-camera. “Dat zijn wel de momenten”, zegt de coach die al acht jaar met Berkhout werkt. “We kregen om de oren en daar word je alleen maar beter van.”

In januari riep hij zijn zeilsters bij zich. Hij interviewde ze, eerst individueel en toen als team. “Het was confronterend, we hebben niet om de hete brij heen gedraaid. Door duidelijkheid, oprechtheid en respect is zo’n evaluatie altijd goed. Mits je er ook naar handelt. Wij laten het niet meer los. Daartoe zijn wij in staat.” Roadbook Koops schreef een speciaal roadbook voor de reis naar Londen 2012, naar de olympische regatta van deze zomer te Weymouth. “Ik heb de zeilsters betrokkenheid gegeven. Ik heb het geschreven, maar het is ons document. Met ervaren topsporters als Lisa en Lobke is dat ook nodig. Het zijn niet de minsten. Meiden die zo veel ervaring hebben, als je die niet betrekt in zo’n document dat moet leiden tot het bereiken van je doel, ons doel, dan doe je iets fout.” De wegenkaart van Koops, Westerhof en Berkhout bevat de hoofdstukken samenwerking, attitude, tactiek & strategie, techniek en olympisch programma. Dik onderlijnd staat een belangrijke regel: bij twijfel coach erbij betrekken. Maar ook: spreek gedachten altijd op tijd uit. Breng emoties snel omlaag. Ruimte

voor dialoog. Speel in op verandering. Zoek de zijkant buiten de top tien. Cashmomenten pakken. Het is het jargon van de Friese coach die aan zijn tweede Spelen begint. Hij heeft de lessen van Australië meegenomen. Er wordt in de aanloop naar Weymouth voortdurend rust ingebouwd. De gebroken duim van Lobke Berkhout was een streep door de rekening die een pauze van drie weken opleverde. Het kan ook de plus zijn die de ervaren zeilvrouwen het begeerde olympische goud bezorgt. De coach is klaar. Hij heeft zijn werk gedaan als de vrouwen op de startlijn liggen. “Dit zijn andere zeilsters dan ik ze vier jaar geleden had. Lisa en Lobke zijn ervaren, ouder, ze staan anders in de wereld. Het zijn ervaren pitbulls. Echte karakters.” Er is meer dan de taak de sporter voor te bereiden. “Ik wil ook dat er balans is. De sporter en de mens moeten gestimuleerd worden en zich blijven ontwikkelen. Ik heb Lobke gezien na de vorige Spelen, zij was geen gelukkig mens. Toen we weer gingen samenwerken, heb ik gezegd: Lobke ga je ontwikkelen als mens om na het zeilen een nieuwe wereld in te stappen. Daarin is ze geslaagd.”

“Lisa en Lobke zijn ervaren pitbulls” nummer 3 - 2012

COACH

29


THEMA

olympische Coaches Coaches een missie met een missie debat met

Maarten ARENS: TRAINEN, TRAINEN EN NOG EENS TRAINEN

FOTO: ANP PHOTO

paspoortn Arens

“Het wordt weer eens tijd voor een gouden medaille”

Naam: Maarte mei 1972 in Diemen Geboren: 20 s 2001 in dienst van ind s : Baan 5 jud de obond, sinds 200 nen bondscoach van de man titels onder zijn eld wer rie d n: ate Beste result ont in 2005, Dennis leiding (Guillaume Elm Ruben Houkes in 5, 200 in st Gee der van dailles Olympische me n nze bro e Twe 2007). kes en Henk Grol) Hou ben Spelen 2008 (Ru

Door: Nik Kok

De weg naar olympisch Londen kende voor Maarten Arens, judobondscoach bij de mannen, geen al te grote problemen. “We liggen op koers”, zegt hij aan de vooravond van het evenement. “We hebben, ondanks de tegenslag van blessures, gedaan wat we moesten doen. Allereerst was er de kwalificatie. We wilden dat zo veel mogelijk judoka’s zich voor Londen zouden plaatsen. Ik had ingezet op zes mannen, uiteindelijk zijn dat er vijf geworden. Na die kwalificatie zijn we begonnen met de directe voorbereiding in Zuid-Korea, vervolgens zijn we naar WitRusland, Tsjechië en Spanje geweest. De reden om naar een land als Zuid-Korea te gaan is dat het land veel kwalitatief goede judoka’s kent. Judo is daar een heel grote sport, verplicht op universiteiten. Had ik genoeg sparringpartners in Nederland gehad, dan was ik lekker thuis gebleven, maar helaas is dat niet het geval.”

“Iedereen zal honderd procent gemotiveerd zijn” 30

COACH

nummer 3 - 2012

Medailles “De andere trainingskampen worden vanuit de Europese bond georganiseerd en daar komen veel landen op af. Ik moet zeggen, voor de judoka’s is dat zwaar geweest. Ze zijn 24 uur per dag bezig geweest met trainen, trainen en nog eens trainen. Eerlijk gezegd, de arbeids-rustverhouding is wel enigszins in het gedrang gekomen, maar ik ben er steeds van uitgegaan dat we die in de laatste weken voor de Spelen wel weer recht trekken, zodat we superfit aan de Spelen beginnen. Waarbij ik wel wil aantekenen dat het met de blessures echt heeft tegengezeten, extreem zelfs. Judo is een contactsport, we zijn dus wel wat gewend, maar met name Henk Grol en de broers Elmont hebben nogal wat tegenslag gehad. Ik ga er vanuit dat ze precies op tijd hun vorm en fitheid terug hebben. Dat moet trouwens ook wel, want er wordt veel ons verwacht, maar we verwachten ook veel van onszelf. Na de Olympische Spelen van 2004 en 2008, waar we redelijk succesvol zijn geweest, zetten we ook Londen weer op twee à drie olympische medailles in. Ik zeg er meteen bij dat het wel weer eens tijd wordt voor een gouden plak. Alles staat of valt bij een evenement als de Olympische Spelen met de medailles die je uiteindelijk mee naar huis neemt. Ik heb de Spelen als actief sporter

twaalf jaar geleden in Sydney meegemaakt en ik ben er daarna ook een keer als assistent-coach en hoofdcoach bij betrokken geweest. Als coach maak je alles bewuster mee en ben je rustiger dan als sporter. Dat probeer ik ook over te brengen op mijn judoka’s. Mijn stelling tegenover hen is: beschouw de Spelen als een WK of EK en focus je binnen het massale karakter van het evenement op je eigen taak. Dat is overigens ook het enige wat voor mezelf telt: ik kom naar Londen voor de medailles en voor niets anders. Natuurlijk vind ik het geweldig om betrokken te zijn bij het brede scala van sportaanbod dat daar geboden wordt, maar dat is niet de reden dat ik daar ben.” “Ik merk ook dat de focus voor elk van mijn judoka’s anders is. De een neemt de loting secuur door, de ander gaat wedstrijden kijken en weer een andere zondert zich juist af of slaapt en rust veel. Wij vliegen laat naar Londen, een dag of drie voor de eerste wedstrijd. We proberen dan zoveel mogelijk de dagelijkse dingen te doen. Ook voor mij is het straks spannend maar ik vind het bovenal heel mooi om mee te maken. Voor de sport is de aandacht die er is op de Spelen heel belangrijk. Iedereen zal daarom ook honderd procent gemotiveerd zijn.”


Susannah Chayes, perfectionist en workaholic

“Ik wil mijn roeiers laten ontdekken wat ze kunnen” Voor Susannah Chayes wordt het om meerdere redenen een speciale Olympische Spelen, straks in Londen. De belangrijkste reden: ze stopt er na de Spelen mee. Na meer dan vijftien jaar als roeicoach te hebben gewerkt, wordt het tijd om haar blikveld te verruimen. “Ik ben toe aan een nieuwe uitdaging en een nieuwe omgeving”, aldus Chayes. Haar beslissing om straks een andere weg in te slaan is mede ingegeven door een burn-out in 2010. “Ik heb ingezien dat het leven als coach me weliswaar veel heeft opgeleverd, maar in persoonlijk opzicht ook veel heeft gekost”, vertelt Chayes. “Ik heb weinig van mijn familie of vrienden gezien, zo eerlijk moet ik zijn. Ook heb ik gaandeweg andere kanten van mezelf laten liggen, omdat het vak van coach onvoorwaardelijkheid eist. Een beetje coachen kan niet, je moet alles geven. Het is lastig om los te komen van dit werk, want er zijn altijd wel dingen bij te sturen. Daardoor ligt het gevaar op de loer dat je uit balans raakt.” Chayes komt uit een roeifamilie. Haar opa, ouders, broers en

zussen gingen haar voor. Als broer David het water op ging, hadden tegenstanders angst. Het was voor Chayes een vormende ervaring. “Ik vond het machtig interessant dat iemand met je te doen kon hebben als je tegen een sterke tegenstander moest varen.” Toen haar eigen roeicarrière in 1995 door blessures stokte, werd ze al snel coach in een stijl die haar tot de dag van vandaag typeert: een perfectionist en workaholic die alles geeft voor haar roeiers. “Ik wil mensen laten ontdekken wat ze kunnen.” Chayes geldt als bevlogen, veeleisend en superloyaal. Zelf zegt ze: “Ik ben vooral mezelf. Je kan alleen maar iets goed doen als je jezelf bent. De een zal dat als veeleisend ervaren, de ander als prettig.” In Londen is ze coach van de Holland Vrouwen Acht. Eerder had ze de leiding over verschillende mannenploegen. Het verschil? “Vrouwen zijn voorzichtiger in het geven van feedback, of dat nou positief of negatief is. Maar het ligt wel genuanceerd, want ook binnen mannenteams zijn er weer verschillen tussen roeiers. Elk team heeft zijn eigen dynamiek. Dat is ook een onderdeel van coachen; de verschillen in elkaars karakter niet

“In aanloop naar de Spelen leef je als coach in een tunnel”

alleen leren accepteren, maar ook leren waarderen, zodat de som van de gemene deler groter is dan die afzonderlijke kwaliteiten bij elkaar. Je zou alleen wel kunnen zeggen dat je bij vrouwen wat harder moet werken om zaken op tafel te krijgen. Bij mannen liggen die bij wijze van spreken al op straat.” Hoe haar toekomst er na Londen uit komt te zien, weet ze nog niet. “Eerst wacht Londen, daar kijk ik erg naar uit”, aldus Chayes. “Mijn nieuwe leven komt daarna pas echt aan de orde. Dat is best eng, als ik eerlijk ben. Ik weet al vijftien jaar wat mijn doel is en wat ik goed kan. Dat laat ik nu los. Daarom moet ik goed nadenken over de volgende stap. Misschien wordt dat iets in coaching, maar niet op sportgebied. Echt ruimte om daar goed over na te denken, heb ik niet. In aanloop naar de Spelen leef je als coach in een tunnel. Dan is er bijna geen ruimte voor andere zaken.”

paspoort

Naam: Susannah Chayes Leeftijd: “Ik ben onlangs door de ploeg gefeliciteerd met mijn 23e verjaardag, dat is alweer vier jaar jonger dan vorig jaar, haha” Baan: sind s 2009 coach Holland Vrou wen Acht. Doel: “Er zijn vijf ploegen voor drie medailles. Wij zijn er één van die vijf. Ook wij gaan voor goud”

nummer 3 - 2012

COACH

FOTO: anp photo

Door: Iwan Tol

31


THEMA

olympische Coaches Coaches een missie met een missie debat met

Sjef JanssenS laatste jaar als bondscoach

“Niemand laat zich afleiden door spektakel van jewelste” Door: Nik Kok

paspoort ssen

Naam: Sjef Jan in Elsloo ren: 15 januar i 1950 ebo G ondscoach Nederlands b : aan B 5 dressuurteam sinds 200 lle dai me ren ilve z Beste resultaten: Wereldruiterspelen in EK 2007, gouden 2006, gouden medaille len 2008 met Spe e medailles Olympisch ividueel Anky dressuurteams en ind van Grunsven

32

COACH

FOTO: ANP PHOTO

Het is zijn laatste jaar als bondscoach en hij had zich dat wat gemakkelijker voorgesteld. Ten eerste had hij te maken met de naweeën van een goedaardige hersentumor, waaraan hij eind vorig jaar is geopereerd. Ten tweede vroeg de strijd om de definitieve invulling van de olympische dressuurequipe veel van zijn energie. Pas op de laatste zaterdag in juni kwam het bij het CHIO in Rotterdam tot de definitieve ontknoping. Tot zijn opluchting onderstreepte daar ook zijn echtgenote, Anky van Grunsven, met haar paard Salinero haar ambities en klasse en eiste met een prachtige kür als beste Nederlandse haar plaats op in de ploeg voor Londen, waarvan ook Edward Gal en Adelinde Cornelissen deel uitmaken. “Ik merkte als coach dat iedereen die straks naar de Olympische Spelen gaat daar in zijn hoofd een hele tijd mee bezig is, iedereen

nummer 3 - 2012

wel op zijn eigen manier. Kijk: de Olympische Spelen zijn het summum. Het hoogtepunt in iedere sport denk ik. Maanden voor de Spelen hebben we de trainingsarbeid al geïntensiveerd en zijn wedstrijdgericht bezig geweest door deel te nemen aan veel ‘kleinere’ wedstrijden. Dat zijn dan de meetpunten voor mij als coach. Wat ik kan verwachten, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat we met het team zeker geen favoriet zijn voor een gouden medaille. Ik schat in dat als alles precies past, we kans maken op een medaille. Maar dat zien we dan wel in Londen. Ik durf er geen enkele voorspelling op los te laten. Dat is dus duidelijk anders dan met voorgaande Spelen, want normaal waren we altijd vrijwel zeker van een medaille. Behalve dan in 2004, bij de Olympische Spelen van Athene. Dit keer is er dus meer onzekerheid. Als coach maakt dat trouwens niet uit. Er is ook geen verschil qua voorbereiding geweest. Het was steeds een kwestie van de paarden fit houden en in vorm raken.” Ervaring “De Spelen – weet ik onderhand – zijn te onvoorspelbaar om vooraf

wat over het verloop van zo’n megaevenement te zeggen. Kijk de uitslagen er maar op na. Favorieten kunnen zo naar beneden tuimelen. Dit worden de zevende Spelen die ik mee ga maken. Ik denk dat ik al redelijk veel gezien heb. Die ervaring kan ik goed overbrengen op andere mensen. Daarbij komt dat bijna iedereen die straks meegaat naar Londen, al een Olympische Spelen achter de rug heeft, dus het is een team met veel ervaring, Anky uiteraard voorop. Anky’s belevenissen uit het verleden zijn superbelangrijk, want als je kijkt naar alle medaillewinnaars van de laatste jaren dan zie je dat die meestal al heel wat ervaring op het hoogste niveau hebben. Volgens mij komt dat dan doordat zij zich niet laten afleiden door hun omgeving en wat er verder allemaal om hen heen kan gebeuren. Zij focussen zich louter op het resultaat. Onervaren sporters laten zich afleiden door bijvoorbeeld de pers of door de andere sporters die ze tijdens zo’n toernooi tegenkomen. Het is natuurlijk allemaal een spektakel van jewelste en je moet nu eenmaal sterk in je schoenen staan om je af te kunnen sluiten van de omgeving.”

“De Olympische Spelen zijn het summum”


Paul van Ass, bewaker van het teamproces

FOTO: SCS

paspoort

Naam: Paul van Ass Gebore n: 16 augustus 1960 Baa n: bondscoach sinds 2010 Belangrijks te bondscoach tijdens prestaties: Cha mpions Trophy 20 10 en 2011 en EK 2011

“Een goed gevoel bij hoe het allemaal gegaan is” Door: Nik Kok

Natuurlijk was er bij de mannenhockeyploeg in de aanloop naar de Olympische Spelen sprake van grote opwinding toen bondscoach Paul van Ass zijn twijfels uitsprak over de inzetbaarheid van Teun de Nooijer en Taeke Taekema. De nederlagen tegen Spanje en Duitsland bij de Masters in Düsseldorf moeten het zelfvertrouwen van de ploeg ook geen goed hebben gedaan. Nochtans zegt Van Ass aan de vooravond van het toernooi in Londen: “Ik kan wel zeggen dat de voorbereiding is verlopen zoals ik die had uitgestippeld. Wat betreft de fysieke waarden van de spelers weet je wat ze moeten halen om goed in conditie te zijn. Het teamproces moet ook naar een piekmoment toegaan. Dat is een veel moeilijker te begeleiden proces, maar het maakt me ondanks de consternatie die er is geweest rustig dat ook dat volgens plan verloopt. Met dit team heb ik tot nu drie toernooien meegemaakt. Met name het EK van vorige zomer is de basis geweest voor deze zomer. Na de hockeycompetitie zijn we in een fulltimeprogramma terecht gekomen. Alles heeft de afgelopen vijftig dagen in het teken van de Olympische Spelen gestaan. Elke dag die we leefden, ook de rustdagen. Eigenlijk was het meer dan fulltime. En dat was wel lekker ook.” “Het EK voetbal was een leuke afleiding, maar ook daar heb ik

“Het teamproces moet naar een piekmoment toegaan” als een coach naar gekeken. Hoe er bijvoorbeeld met de pers werd omgegaan. Hoe bepaalde uitspraken werden verwoord en hoe onderwerpen werden uitvergroot of zelfs in amusement werden omgezet. Dat was reuze interessant, ik kijk er nu met nog andere ogen naar dan ik al deed en hoop er mijn voordeel mee te doen.” Goud “De komende tegenstanders op de Spelen hebben we allang in kaart. We zijn op de hoogte van hun specifieke kenmerken en hun sterktes en zwaktes. Gedurende het toernooi volgen we die ploegen nog intensiever dan we hebben gedaan en kijken we of ze afwijken van de analyses die we gemaakt hebben. Er wordt snel geroepen dat wij een gouden medaille moeten halen in Londen. Let wel, het is maar twee keer eerder in de historie van de Spelen voorgekomen dat de Nederlandse hockeymannen goud wonnen. Als je vindt dat die twee gouden medailles in de historie een garantie zijn voor een medaille straks in Londen, dan zeg ik: dat is wat dun. Nederland is een goede hockeynatie en wij staan als mannen derde op de wereldranglijst. Dat is best goed, maar we staan dus

geen eerste. Het help dat er straks spelers meespelen die al een keer een Spelen hebben meegemaakt. Met die spelers spiegel je, en praat je over een aantal keuzes die je maakt. Je bespreekt met hen bijvoorbeeld ook wat we tijdens de Spelen kunnen gaan doen op een rustdag. Ga je op die dagen nou wel of niet naar andere sporten kijken? Daar hebben we het nu al over, om straks niet voor verrassingen te komen staan. Natuurlijk moeten we heel bewust omgaan met de arbeid-rustverhouding.” “Als er straks uitkomt waar we op in hebben gezet dan krijg ik daar een goed gevoel bij. De kwaliteit van onze groep is groot genoeg om voor onze kans te gaan. Talent en resultaat lopen parallel. Dat hoeft niet zo te zijn, maar bij onze groep is dat wel zo. Het zou een teleurstelling zijn als we geen medaille halen. De kans dat je je voor een slechte prestatie kunt revancheren is klein, omdat het wel even kan duren voordat je weer op zo’n podium staat. Voor de meeste spelers zijn deze Spelen een once in a lifetime experience. Je wilt er dus alles uithalen wat erin zit.”

nummer 3 - 2012

COACH

33


Ga uw eigen Olympische uitdaging aan met:

Masterclass Teamperformance Zes thema’s, zes topcoaches Voor managers en directeuren ● Joop Alberda ● Tjerk Bogtstra ● Henk Kraaijenhof ● Bert Bouwer ● Peter Blangé ● Toon Gerbrands Teamprocessen combineren zij met business, topsport en passie. Start: najaar 2012*

BALANCED LEADERSHIP

*Ga voor meer informatie naar www.nlcoach.nl!


olympische Coaches met een missie

Max Caldas speculeert niet over de resultaten van de hockeydames

FOTO: SCS

paspoort

Naam: Max Calda s Gebore n: 9 maart 1973 in San Isidro, Buenos Aires (Ar gentinië) Baa n: als speler van Argentinië actief bij Olympisc he Spelen van 1996 en 2004, 2006-2008 coach van Amsterdam (vr ouwen), 2008-2010 coach van Bloem endaal (mannen), 2010 bondscoach Nede rlands vrouwenteam

“We zullen er vanaf de eerste dag voor honderd procent moeten staan” Door: Rob Willemse

Hij is zeker van zichzelf, weet dat hij in de voorbereiding op de Olympische Spelen weinig aan het toeval heeft overgelaten. Maar vraag hem de kansen van het Nederlands vrouwenhockeyteam te wegen en hij zegt: “Aan prognoses doe ik niet. Het is niet reëel te denken dat je op dit niveau zo maar even olympisch goud wint. Dat hoef ik het team ook niet te vertellen. Momenteel zijn zo’n acht à tien gelijkwaardige ploegen heel goed bezig en daarom zullen de Spelen van Londen 2012 in onze sport de meest close ooit worden.’ Dat betekent min of meer dat er in de dertien hockeydagen van het olympisch toernooi zeven finales worden gespeeld. Daardoor ontbreekt de mogelijkheid om langzaam in het toernooi te groeien. “We moeten er van de eerste tot en met de laatste dag alle zeven keren voor honderd procent staan, zo simpel is het”, zegt Caldas. “Dat zal een teamprestatie moeten zijn, die de ruimte biedt aan het individu – of enkele individuen – om het team op sleeptouw te nemen en naar een hoger niveau te tillen.” Voorbereiding Caldas is in de aanloop naar de Spelen zuinig geweest op

zijn speelsters, die er bij hun clubs uiteraard een zwaar seizoen op hebben zitten. “We hebben de arbeid-rustverhouding scherp bewaakt”, aldus de bondscoach. “Een voorbeeld: begin juni speelden we heel goed tijdens de Londen Cup, een toernooi dat we ook gewonnen hebben. Daarvoor hadden we de speelsters een weekje vakantie gegeven. Verder controleren we met grote regelmaat de fitheid en de belasting van de speelsters via ondermeer hartslagmeters – live en tijdens trainingen – en door bloed te prikken. Op basis van die resultaten trekken we onze conclusies en maken we onze trainingsschema’s, maar je kunt ook weer niet alles uitsluiten, je moet je ook op onverwachte dingen voorbereiden. Het onvoorspelbare hoort bij een grootschalig evenement als dit. Daar houden we als staf dus ook rekening mee, en daarover communiceren we met de speelsters. Van de staf ben ik de meest emotionele, de rest van het begeleidingsteam is eigenlijk ontzettend nuchter. Juist die diversiteit heeft grote voordelen, voor iedereen, voor mij als eindverantwoordelijke voorop.” “De scheidsrechter en geluk of pech, dat kunnen we niet

controleren. Maar de tegenstanders zijn door en door geanalyseerd, de strategieën zijn bedacht. De tussenliggende tijd zullen we optimaal benutten om ons verder te verbeteren, maar we gaan geen gekke dingen doen. We zullen niet van de thematiek afwijken. Hooguit gaat het om een paar details, die ons naar een nog hoger niveau kunnen tillen. Een van de nieuwe dingen, die we met behulp van een Zuid-Afrikaanse arts hebben geïntroduceerd, is het trainen van de ogen via zogenoemde eye gym. Dat doen we zowel door middel van oefenstof op het veld als via de computer. Zo leren de speelsters om nog sneller te zien waar de ruimte en de mogelijkheden liggen, waar tegenstanders zich bevinden en waar de pass moet komen. Daar zijn we heel druk mee bezig en het blijkt heel waardevol te zijn. Want de ogen zijn natuurlijk de camera’s van de hersenen.”

“Van de staf ben ik de meest emotionele” nummer 3 - 2012

COACH

35


Het doel is sporttalent te helpen hun droom waar te maken. Sponsor van de toekomst.


ADVERTORIAL

De sporter als centerfold

In deze rubriek gaat mr. Caroline Beekes, jurist privaatrecht en arbeidsconsulent bij Sportkader Nederland, in op allerhande juridische sportgerelateerde onderwerpen voor trainers en coaches. Wilt u reageren of heeft u als trainer-coach zelf een vraag op dit gebied, stuur dan een mail naar: cbeekes@sportservicenoordholland.nl.

Met de Olympische Spelen in het vooruitzicht wordt door de media uitgebreid aandacht besteed aan topsporters en hun coach. Veel sporters en begeleiders verwierven daarmee de status van ‘bekende Nederlander’. Het gevolg is dat de waarde van hun portret is toegenomen. Bedrijven spelen graag in op de populariteit van prominenten uit de sportwereld. De sporter of coach wordt een marketingmiddel. Denk bijvoorbeeld aan de nationale broodcampagne waaraan Sven Kramer zijn beeltenis verbond. Wat zijn precies portretrechten en wanneer kan er een beroep op gedaan worden? Redelijk belang Grondslag van het Nederlandse portretrecht is artikel 21 van de Auteurswet. Op grond van het hebben van een zogenaamd redelijk belang is het mogelijk dat eenieder zich mag verzetten tegen openbaarmaking van zijn of haar portret zonder uitdrukkelijke toestemming daartoe. Alhoewel dit artikel aanvankelijk bedoeld was om de privacybelangen van de geportretteerde te beschermen, is hier voor mensen met een ‘verzilverbare populariteit’ verandering in gekomen.

Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Sportkader Nederland Postbus 338 2000 AH Haarlem T. 023-531 94 75 E. info@sportservicenoordholland.nl

Verzilverbare populariteit Van verzilverbare populariteit is sprake indien de geportretteerde op basis van zijn bekendheid zijn portret kan exploiteren. Hierbij maakt het niet uit of het een portret van een beroepssporter betreft of van een amateur. De amateurstatus van bokser Arnold Vanderlyde vormde voor de rechter geen beletsel om te concluderen dat er sprake was van verzilverbare populariteit. Bij de beoordeling van de

nummer 3 - 2012

vraag of het financiële belang van Vanderlyde is aan te merken als een redelijk belang in de zin van art. 21 Aw, gaat het er niet om of Vanderlyde de status van amateurbokser of van beroepsbokser heeft. Het gaat erom of de populariteit die Vanderlyde zich als bokser heeft verworven, zodanig is dat een commerciële exploitatie van die populariteit door het openbaar maken van zijn portret mogelijk is. (Hof Amsterdam 27 mei 1993, NJ 1994/658). Vordering Indien uw portret zonder toestemming wordt gepubliceerd, heeft u de mogelijkheid om, mits sprake is van schending van uw privacy dan wel van een verzilverbare populariteit c.q. een commercieel belang, (gerechtelijk) een verbod en/of een vergoeding te vragen. Vrijheid van meningsuiting Niet elke publicatie met de beeltenis van een topsporter of coach staat op gespannen voet met een commercieel belang of de privacy van de geportretteerde. Zo treft u ook in dit tijdschrift illustratief fotomateriaal aan van bekende personen uit de sportwereld. Het gaat hier echter altijd om informatieve artikelen die in het kader van de vrijheid van meningsuiting niet indruisen tegen de persoonsbescherming of een commercieel belang. Het verdient aanbeveling bij elk contract een clausule op te nemen waarin het gebruik en de overdracht van het portretrecht geregeld is. Evenals bij het verweer tegen vermeende schending van portretrecht is het verstandig hiervoor een deskundige te raadplegen.

COACH

37


DE LEVENSLOOP VAN EEN PROFESSIONAL VEREIST EEN ANDERE TOEKOMSTVISIE ABN AMRO Sport & Entertainment Desk Met toewijding en professionaliteit hebt u zich naar de top gewerkt en duizenden toeschouwers genieten van uw vaardigheden op het veld of op het podium. U staat vaak onder enorme druk om te presteren. En daarom laat u uw belangen behartigen door een team dat u vertrouwt. Wij willen graag een aanvulling op dit team zijn. Daarom bieden wij u een dienstverlening op maat voor financiële vraagstukken die spelen tijdens en na uw professionele carrière als ook in uw priveleven. Neem dus nu contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek en bezoek onze speciale site. Wij komen graag met u in contact. Kijk op abnamro.nl/sed of bel: +31 (0)20 - 628 10 47


HEEN-EN-WEER Als je als sportman je grenzen steeds wilt verleggen en de concurrentie een stap voor wilt blijven, dan ontkom je er niet aan om te (blijven) vernieuwen. Dat we elkaar al die jaren trouw zijn gebleven, betekent dat mijn coach Jacco Verhaeren er, samen met mijn andere begeleiders, in is geslaagd mij telkens weer te verrassen of uit te dagen met vernieuwingen of innovaties. Soms zelf bedacht, vaak ook overgenomen of afgekeken van andere toppers uit het zwemmen, van andere sporten of zelfs uit de wetenschap of het bedrijfsleven. Zo gaat Jacco ook voor de Olympische Spelen van Londen weer iets nieuws in de zwemsport introduceren! De zwemmers gaan namelijk niet in het olympisch dorp bivakkeren, maar blijven gewoon tot één dag voor hun wedstrijd in het basiskamp in Eindhoven. Niet Geniaal Jacco! Je moet er met alle nationaliteiten tegelijk filezwemmen in het Aquatic Centre, geen afleiding van gratis Big Macs en maar op komen Magnums in de Vreetschuur en al die beroemdheden die in het Olympisch Dorp ‘gewoon’ een stukje met je oplopen! Federer, Nadal en Bolt: die kom je in Eindhoven nu eenmaal niet tegen. Hooguit Jetro Willems en Mark van Bommel. Ongestoord de laatste puntjes op de i zetten in je eigen bad, is Jacco heel wat waard. Geen snurkende kamergenoten die je uit je slaap houden, maar gewoon lekker dromen over goud in je eigen bed. Daarom vliegen Ranomi, Marleen, Inge, Femke en de reservemeiden pas op vrijdag 27 juli van Eindhoven naar Londen, om vervolgens de volgende dag de 4 x 100 vrij te zwemmen. ’s Avonds vliegen ze dan – met hopelijk wederom een gouden medaille om de nek – weer terug naar Eindhoven Airport. Om daarna – één voor één – weer naar Londen te pendelen voor hun individuele nummer. Tussendoor kunnen de meiden lekker rustig taperen in het basiskamp in Eindhoven. Heerlijk, ver weg van de olympische kolder. Geniaal Jacco! Je moet er maar op komen.

column pieter van den hoogenband

FOTO: ANP PHOTO

Pieter van den Hoogenband is Nederlands succesvolste zwemmer aller tijden. Hij is drievoudig olympisch kampioen, veroverde zestien Europese titels en werd in 2000 bovendien uitgeroepen tot ’s werelds Zwemmer van het Jaar. In 1999, 2000 en 2004 was hij Nederlands Sportman van het Jaar. In 2013 zal hij optreden als toernooidirecteur van het European Youth Olympic Festival in Utrecht, daarnaast beheert hij zijn eigen Topsport Community.

Eindhoven-Londen is slechts 388 kilometer vliegen, veel minder dus dan de 1.450 kilometer tussen het Oekraïense Charkov, de speelplaats van het Nederlands elftal op het EK, en het basiskamp in het Poolse Krakau. Dat is nogal een afstand... om over het tijds- en temperatuursverschil (tijdens het EK) nog maar te zwijgen. Naarmate de prestaties slechter werden, borrelde de vraag op of dat heen-en-weer reizen niet in de benen ging zitten en of ze er niet beter aan hadden gedaan tijdens de poulefase in Charkov te blijven? Bert van Marwijk, die ik als coach zeer hoog acht, pareerde die kritiek doorgaans met zinnen in de trant van ‘zo hebben we het altijd gedaan’ of ‘de Duitsers doen het ook’. Het basiskamp mag dan ooit vernieuwend en innovatief zijn geweest, ik denk dat het in dit geval zijn doel voorbij is geschoten. Of het dé reden van de slechte prestaties is geweest, valt niet te bewijzen. Maar telkens als ik door de lens van de NOS in de holle ogen van de spelers keek, moest ik denken aan dat liedje van Kabouter Plop: ‘Heen-en-weer, daar gaat-ie nog een keer’. En wat zegt Kabouter Lui dan? “Daar word ik zo moe van, van heen-en-weer gaan…”

nummer 3 - 2012

COACH

39


sportmedisch

Bij overbelasting snel handelen Sportblessures komen zeer frequent voor. Vaak is een duidelijke (traumatische) oorzaak voor een blessure aan te wijzen. De gevolgen hiervan zijn vaak door het ongevalsmechanisme te herleiden en vast te stellen. Bij overbelastingsblessures is de oorzaak vaak minder eenvoudig aan te tonen en spelen diverse factoren een rol in het ontstaans­ mechanisme.

Door: Henk van der Hoeven

en Rob Tamminga

Over de auteurs Henk van der Hoeven is orthopedisch chirurg van de Bergman Clinics in Naarden. Rob Tamminga is topsportfysiotherapeut en orthopedisch/manueel therapeut bij Medical Sport & Orthopedic Care in Utrecht, Naarden en Bilthoven.

40

COACH

nummer 3 - 2012

Het is belangrijk bij het ontstaan van overbelastingsblessures alle mogelijke factoren te onderzoeken en aan te passen. In dat geval is er namelijk sprake van verstoring van de balansbelasting en belastbaarheid van het steun- en bewegingsapparaat. Overbelastingletsels kunnen tot uiting komen in verschillende anatomische structuren, zoals botten, pezen, spieren en ligamenten. Daarnaast kan er sprake zijn van een overtrainingssyndroom, waarbij lichamelijke klachten en prestatievermindering optreden. Overbelasting van het bot Bij overbelasting van botstructuren tijdens het sporten verstoren de krachten die op het bot komen het normale proces van botafbraak en botaanmaak. Overbelasting van het bot kan ontstaan door directe belasting, maar ook door krachten die via de spieren worden overgebracht op het bot. Indien de belasting disproportioneel toeneemt, wordt dit proces verstoord en treedt een verhoogde activiteit op van cellen die het bot afbreken en verzwakken. Bij blijvende overbelasting kan dit leiden tot beschadiging van de botstructuur en uiteindelijk een stressfractuur. Verschijnselen De meest voorkomende lokalisaties van botoverbelasting zijn het scheenbeen, kuitbeen, voetwortel, heup en bekken. De sporter zal klagen over op het bot gelokaliseerde pijn, aanvankelijk in lichte

mate, later toenemend in ernst. De klachten zijn inspanningsgebonden en treden op tijdens en na het sporten. Bij onderzoek is er lokale drukpijn op het aangedane bot, indien de botstructuur vlak onder de huid ligt. Bij inspanningsgebonden pijnklachten in de heup- en bekkenregio dient aan een stressfractuur van de heup en/of bekken gedacht te worden. Bij langer bestaande klachten, waarbij niet wordt gereageerd op belastingvermindering, is verdere diagnostiek geĂŻndiceerd. In een vroeg stadium is een rĂśntgenfoto vaak niet betrouwbaar. Een MRI is een uitstekend middel om overbelasting, c.q. stressfractuur aan te tonen. Behandeling Vroege herkenning van de aandoening is van groot belang. Bij een stressfractuur bestaat de behandeling uit het verminderen of volledig staken van sportbelasting van het aangedane bot. Tevens dient de aangedane botstructuur ontlast te worden, door bijvoorbeeld lopen met krukken of het aanbrengen van een immobiliserend gips. Bij afwijkingen in de voet kan een gipsperiode van zes tot acht weken nodig zijn om de verstoorde balans tussen botafbraak en botaanmaak te herstellen. Operatieve behandeling van deze letsels is bij vroege diagnostiek niet nodig. Alleen in hardnekkige gevallen komen in aanmerking voor beoordeling door een


orthopedisch chirurg. De sportarts en sportfysiotherapeut spelen de voornaamste rol in de diagnostiek en behandeling van deze letsels. Overbelasting pezen Klachten door overbelasting van het peesweefsel komen zeer frequent voor. Zo wordt de term peritendinitis gebruikt voor een ontstekingsreactie van de peesschede. Een aandoening in de pees zelf wordt een tendinopathie genoemd. De ontwikkeling van een tendinopathie kenmerkt zich door een reactie van de peescellen op overbelasting. Hierdoor treedt een verdikking van de pees. In een later stadium treedt er een desintegratie op van de pees . Bij voortdurende overbelasting wordt dit reparatieproces geremd en treedt verdere degeneratie op de van de pees. Uiteindelijk kan dit leiden tot partiĂŤle rupturen van de pees en bij verdere verzwakking tot een ruptuur. Verschijnselen Overbelasting van peesletsels kenmerken zich door pijn bij de aanhechting van de pezen aan het bot of in het verloop van het peesweefsel. De pijn treedt aanvankelijk op bij inspanning om daarna weer te verdwijnen. In een later stadium wordt de pijn meer continu en is ook in rust aanwezig. Veel peesklachten kenmerken zich door stijfheid bij het begin van belasting. Bij een ontsteking van de peeskoker is er een zwelling rondom

de pees. Met behulp van echografie kunnen afwijkingen in de pees zichtbaar worden en de ernst van de aandoening worden vastgesteld. MRI is nuttig indien sprake is van lang bestaande klachten en er een mogelijke indicatie is voor operatief ingrijpen. Behandeling In eerste instantie is de behandeling niet-operatief. De conservatieve behandeling bestaat uit aanpassing van de belasting, eventueel ondersteund met ontstekingsremmers in het acute stadium. Fysiotherapie speelt een belangrijke rol bij de behandeling. Er zijn vele behandelingsmethoden bekend, zoals dry needling, echografisch scleroseren, extra vaat­ ingroei, shockwavetherapie et cetera. De meeste hebben echter weinig wetenschappelijke onderbouwing, maar kunnen worden toegepast in combinatie met belastingregulatie en fysiotherapie. De laatste tijd is er veel aandacht voor de toepassing van groeifactoren (PRP-Platelet Rich Plasma) in de behandeling van chronische peesletsels. Behandeling met dit concentraat van bloedplaatjes (waar veel groeifactoren in zitten) zou een stimulering geven van het genezingsproces. Ook hier ontbreekt echter voldoende wetenschappelijk bewijs om als standaardbehandeling toe te passen. Sportfysiotherapie Wanneer de sporter als eerste de sportfysiotherapeut consulteert,

FOTO: ANP PHOTO

Nadal tijdens Wimbledon 2012 waar hij in de tweede ronde wordt uitgeschakeld. Een week later maakt hij bekend twee weken te moeten rusten in verband met een peesontsteking in de knie.

is het van belang de blessureverschijnselen goed te documenteren en het overbelastings- en/of traumamoment te analyseren en de blessure grondig te onderzoeken inclusief de bewegingsketen. Bij positieve red flags (pijn in rust/’s nachts, directe zwelling na trauma, koorts, niet kunnen belasten) dient de sporter voor nader onderzoek naar SEH of sportarts te gaan. Als de conservatieve behandeling na drie tot zes maanden geen effect heeft, kan operatieve behandeling worden overwogen. Dit bestaat uit het uitsnijden van afwijkend of het verwijderen van ontstoken peesweefsel. Het herstel na een operatieve behandeling kan zeker tot zes maanden duren. Conclusie Overbelastingsletsels van het steun- en bewegingsapparaat komen veel voor. Vroege herkenning is belangrijk om een chronische aandoening te voorkomen. Aanpassing van de belasting in combinatie met sportfysiotherapeutische begeleiding zijn de hoeksteen van de behandeling.

nummer 3 - 2012

COACH

41


THEMA

olympische Coaches met een missie debat

paspoort

het EK en WK

FOTO: ANP PHOTO

Roel Verwijlen Naam: Den Geboren: 8 oktober 1956 in Bosch bonds Baan: schermcoach en coach degen vanaf 1990 deelnemer aan de Belangrijkste Athene, 2004 (met prestaties: Olympische Spelen van Bas, Sonja Tol) en Peking, 2008 (met zoon bij kwartfinales). In 2011 zilver met Bas

“Het is grappig te merken dat we nu hoger in de kast zitten”

Door: Iwan Tol

Schermcoach Roel Verwijlen gidste zijn zoon en pupil Bas in 2011 naar een tweede plek op het EK en WK en drie jaar eerder was Bas onder zijn leiding al tot de kwartfinale gekomen op de Olympische Spelen in Peking. Toch heeft Verwijlen nog altijd het gevoel dat hij zich moet verdedigen tegen de kritiek dat het niet zou kunnen, als vader ook de coach zijn van een zoon met een uitgesproken toptalent. “Zelfs tot bij NOC*NSF aan toe klinken die geluiden”, verwondert de Brabander zich. “Kijk, je hebt ook vaders die zijn begonnen als chauffeur en uiteindelijk trainer zijn geworden van hun zoon. Ja, bij die categorie kun je je vraagtekens zetten. Maar al lang voordat Bas ging schermen, was ik coach en niet van de minsten. Ik heb wereldtoppers onder mijn hoede gehad, dus je kunt niet zeggen dat ik mijn sporen niet heb verdiend. En nu gaat het ook weer niet onaardig. Je kunt in mijn dubbelrol van vader en coach

“Ik ben in de eerste plaats zijn vader” 42

COACH

Roel Verwijlen, coach en vader van Bas

nummer 3 - 2012

natuurlijk ook naar de voordelen van deze combinatie kijken: ik heb aan een halve blik genoeg om te weten hoe Bas zich voelt. Daar kan ik meteen op inspelen, maar ik ben maar opgehouden me te verweren tegen de kritiek die me vaak echt wel ergert.” “Ik ben in de eerste plaats zijn vader”, vervolgt Roel Verwijlen. “En tijdens trainingen en wedstrijden kruip ik in de rol van de trainer. Gaandeweg hebben we daar een perfecte formule voor gevonden. Die is niet ingewikkeld. Op trainingen ben ik degene die de lijnen uitzet en die bepaalt hoe het gaat, in de auto op weg naar een toernooi zit ik gezellig te kletsen met mijn zoon. Dat gaat bijna vanzelf.” 1 augustus Het Brabantse duo bereidde zich met trainingskampen in Hongarije en Oekraïne voor op Londen, ver weg van alle hectiek in Nederland. De successen van Bas hadden in aanloop naar Londen tot een heuse publiciteitsgolf geleid. Dat was nieuw voor Verwijlen sr., zonder er meteen van in de war te raken. “Het is grappig om te merken dat we wat hoger in de kast zitten”, constateert hij. “Met subsidieaanvragen bij de gemeente bijvoorbeeld. Daaraan merk je dat we plotseling

serieus worden genomen, dat is fijn. Maar op 1 juli hebben we de stekker eruit getrokken en hebben we niets meer gedaan met pers en andere randzaken. Vanaf dat moment zijn we ons nog meer dan al het geval was volledig gaan focussen op Londen.” Op 1 augustus moet het gaan gebeuren. Die datum staat al jaren rood omcirkeld in de agenda van de Verwijlens. “Alles moet dan samen komen”, hoopt Roel Verwijlen. “Als coach moet je er in mijn opinie voor zorgen dat alle kleine paramaters, van fysieke tot mentale zaken, een zodanig geheel vormen dat niets een gouden medaille in de weg kan staan. Om een voorbeeld te geven: de belangrijkste les van Peking is geweest dat er op de wedstrijddag te veel gesodemieter in de catacomben was door, laat ik zeggen, nieuwe factoren die plotseling wilden meepraten. Daar hebben we nu goede afspraken over gemaakt. Hetzelfde geldt voor de kamerindeling. Die hadden we al heel vroeg duidelijk. Het zijn kleine details, maar straks in Londen moet alles kloppen. Het zou na alles wat we hebben meegemaakt een unieke bekroning van onze samenwerking als vader-zoon en als coachsporter betekenen.”


“We hebben gekozen voor de slimste oefening” Door: John Volkers

De bijzondere olympische oefening van Epke Zonderland op de rekstok (high bar) is slechts deels afkomstig van coach Daniël Knibbeler. “Epke kwam er zelf mee op de proppen. Hij had hem jaren eerder al eens uitgeprobeerd in de zaal. Er is een YouTubefilmpje van.” Ze waren na het olympische kwalificatietoernooi van Londen in januari om tafel gegaan. “En nu, zeg je dan. Plannen maken. Op brug moest de moeilijkheid omhoog. Wat gaan we op rek doen? Wat doet de rest van de wereld? En hoe gaan we winnen?” De gekozen rekstokoefening herbergt de drievoudige Epkespeciaal, nooit vertoond in de wereld van het mannenturnen. Het is driemaal achtereen los van de stok, eerst voor de Cassina, dan voor de Kovacs en ten slotte voor de Kolman. “Het scheelt vijf slingers aan de stok door deze elementen te verbinden. De D-score, de uitgangswaarde, is door de bonussen voor de combi’s 2,1 punten.” Het eerste element is een dubbele gestrekte salto met hele schroef. Het tweede is de eenvoudigste, om op adem te komen als het ware. Het is een dubbele gehurkte salto. De derde is weer een lastige: dubbel gehurkt met hele schroef. We hadden een

nog moeilijkere oefening kunnen maken. Nu is de D-score, de moeilijkheidsgraad, 7,9 punten, voor ons een nieuwe topscore. In theorie was iets boven de 8 zelfs mogelijk geweest, maar we wilden de slimste oefening samenstellen. Dat heeft met de E-score te maken, de uitvoering. Bepaalde aftrekgevoelige elementen hebben we er bewust uit gelaten.” Conditie De conditionele factor bij Epke telt door zijn blessuregevoeligheid mee. We moeten vaak aanpassingen doen aan de omstandigheden, we kunnen vaak niet optimaal voorbereiden. Het is daarom heel waardevol dat deze oefening vijf slingers korter is. Dat scheelt in de verzuring. De oude oefening was 22, 23 slingers. Aan het einde van de oefening is hij nu fitter om een goede landing te maken en het laatste lastige element, de gesprongen hele draai, de kwast, goed uit te voeren. Daar win je dan weer één tiende in uitvoering mee.” Die puzzel wordt door coach en pupil gelegd. Knibbeler en Zonderland werken deze zomer één op één. “We zijn in juni

paspoort

Naam: Daniël Knibbele r Geboren: 10 febr uari 1980 te Wellington (NieuwZeeland) Baan: Turn trainer TSH (Sportstad Heerenveen), hoofdcoach van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) , persoonlijke coach van Epke Zonderland Opleiding: Cios Heerenveen, leermeester s Ber tus Bult en Gerard Speerstra

FOTO: ANP PHOTO

Daniël Knibbeler, de man achter Epke Zonderland

naar Parijs gegaan voor een tiendaags trainingskamp. Je wilt toch graag een inspirerende omgeving. Daarom hebben we ervoor gekozen om mee te trainen met de Franse ploeg, dat is een hele beste. Bovendien is het goed om ook andere Gymnovastokken te voelen. We hebben er een in Heerenveen staan, want in Londen wordt op Gymnova geturnd. We wijken daar niet meer vanaf. Alleen, en dat bleek bij de EK in Montpellier waar Epke twee keer viel, is het Gymnova-magnesium niet bevorderlijk. Het is net wat vetter dan het magnesium dat wij gebruiken. Het koekt aan. Dat voelt niet goed. Epke gebruikt zijn eigen magnesium, maar de stok is volgesmeerd met de andere soort. Het is heel frustrerend dat het daarvan moet afhangen.” “Ep kan rekstokturnen als de beste, maar dan gaat het bij zo’n toernooi als de EK niet om wie de beste is. Maar wie zich het beste aanpast, wie de stok het beste gewend is. Voor mij als coach is het hartstikke frustrerend dat het daarop wordt beslist. En niet op wie de mooiste oefening uitvoert.”

“Ep kan rekstokturnen als de beste” nummer 3 - 2012

COACH

43


Rexona is ‘s werelds best verkochte anti-transpirant (bron: Nielsen 2011)


olympische Coaches met een missie

Leo van Vliet beleeft de Spelen anders dan andere coaches

FOTO: ANP PHOTO

paspoort

Naam: Leo van Vliet Geboren: 15 nov ember 1955 in Honselersdijk Baan: bond scoach wielerprofs sinds 2009, racedirecteu r Amstel Gold Race Belangrijkste prof winnaar Tour-etappe in 197 9 en prestaties: Gent-Wevelg em in 1983

“Als coach moet ik vooral voor een goede sfeer zorgen” Door: Rob Willemse

Zijn situatie is nauwelijks te vergelijken met die van zijn collega’s. Als bondscoach van de wielerprofs beleeft hij het olympisch jaar met ook nog zijn traditionele wielerhoogtepunten als de Ronde van Italië, de Tour de France en de Ronde van Spanje totaal anders dan de coaches uit de andere takken van sport. “Ik werk alleen tijdens het WK en de Olympische Spelen met de renners. De rest van het jaar rijdt iedereen voor zijn eigen ploeg de ene na de andere grote koers. Kijk je naar zwemmers, dan zijn die samen met hun coach vier jaar bezig om op dat ene moment in het olympische bad te kunnen pieken. Als renners mij in bijvoorbeeld de Dauphiné Libéré zien, denken ze heel even: ‘o ja, de Olympische Spelen, die hebben we straks ook nog.’ En ik kan ze moeilijk adviseren: ‘spaar je in de Tour een beetje zodat je in Londen kunt pieken.’ Bij ons kan materiaalpech een belangrijke rol spelen. Het parkoers is elke keer anders. Die zwembaden zullen niet zo heel veel van elkaar verschillen. Veel invloed heb ik dan ook niet op mijn renners, niet in de aanloop naar de Spelen en evenmin tijdens de olympische koers. Ze rijden ook niet met oortjes. Maar mijn hele leven doe ik alles vooral op

gevoel. Ik hoef voor mijn renners geen gediplomeerde trainer te zijn, want bij hun eigen ploeg hebben ze het hele jaar trainers, fysiologen, psychologen, voedingsdeskundigen en noem maar op tot hun beschikking. Als coach moet ik vooral voor een goede sfeer zorgen, waardoor ze voor en met elkaar willen werken. Omdat ik zelf op niveau wielrenner ben geweest en tweemaal in een ploeg reed waarin een Nederlander wereldkampioen werd (Gerrie Knetemann in 1978 en Jan Raas in 1979, red.), denk ik wel een beetje verstand van de materie te hebben.” Lucky “Nederlands kampioen op de weg Niki Terpstra en tijdritkampioen Lieuwe Westra verdienden het al om vroeg aangewezen te worden voor een olympisch startbewijs. Misschien wilde ik juist wel bereiken dat anderen gingen denken: ‘hé, waarom ben ik nog niet geselecteerd?’ Om mee te mogen, moet een renner dit jaar natuurlijk wel iets hebben laten zien. Renners die al heel lang geen prijs hebben gereden, neem ik niet mee.

Omdat wij niet over een Gilbert of Boonen beschikken, moeten we het van een ‘lucky’ hebben. Twee jaar terug zat Terpstra er op het WK dichtbij. Hij strandde op 150 meter van de finish. Als het achter hem stil was gevallen, had hij wereldkampioen kunnen worden. Op zo’n scenario moeten we in Londen weer gokken. Dat de ploegen uit vijf renners – naast Terpstra en Westra gaan ook Lars Boom, Robert Gesink en Sebastian Langeveld naar Londen, red. – bestaan, is in het voordeel van vrijbuiters zoals wij, en in het nadeel van ploegen met een favoriet. Met vijf man kun je een koers niet controleren. Daarom is het ook al heel lang geleden dat de olympische wegwedstrijd in een massasprint eindigde.” Misschien dat het helpt om de Nederlandse renners ter motivatie een dvd van 8 september 1972 te geven, toen Hennie Kuiper als laatste Nederlander olympisch kampioen op de weg werd. Van Vliet: “Dat is wel veertig jaar geleden, toen alleen maar amateurs meededen, maar ik zal er nog eens goed over nadenken.”

“Veel invloed heb ik niet op mijn renners” nummer 3 - 2012

COACH

45


Sport en wetenschap

In De Tongelreep is de olympische ambitie een taak van de wetenschap

“Sport is de nieuwe gloeilamp van Eindhoven” A InnoSportLab De Tongel­reep in Eindhoven

ondersteunt zwemmers op professionele wijze. Binnen vijf jaar is het laboratorium van de

wetenschap uitgegroeid tot een internationaal gerespecteerd zwemcentrum. “Sport moeten we zien als mogelijkheid. Uiteindelijk willen we op eigen benen staan.”

Door: Jan-Cees Butter

46

COACH

nummer 3 - 2012

ls het goed is, ligt zwemster Ranomi Kromowidjojo (21) straks bij de Olympische Spelen in Londen ongeveer 52 seconden in het water tijdens de honderd meter vrije slag. “Dat zijn 52 hele spannende seconden, waarin ze even helemaal op zichzelf is aangewezen”, zegt Roald van der Vliet (39), manager van InnoSportLab De Tongelreep in Eindhoven. “Alle componenten – fysiek, mentaal en techniek – moeten kloppen tijdens die 52 seconden. Wij kunnen dan niets meer doen.” Het klinkt misschien gek, maar je zou kunnen zeggen dat Kromowidjojo verder optimaal geprepareerd wordt voor de Olympische Spelen in Londen. Natuurlijk, ze is geen robot, maar de indrukwekkende meetapparatuur die het InnoSportLab in Eindhoven tot zijn beschikking heeft, is ongekend en zorgt ervoor dat zwemmers weten wat hun ideale lijn is en hoe ze hun kracht het beste kunnen benutten. De techniek staat voor niets. Chris Hendrix, beginnend analist bij het InnoSportLab, laat met een paar drukken op de knop zien wat er met zeventien camera’s (dertien onder water, vier boven water) gemeten wordt. De beelden op het computerscherm zijn indrukwekkend. We zien een ‘sleeptest’, waar een zwemmer aan een koord door het water wordt getrokken, zodat men kan zien in welke positie een zwemmer de minste weerstand heeft. We zien fragmenten van de ‘krachtplaat’, waar via kracht- en tijdsmetingen wordt

gekeken hoe een keerpunt het efficiëntst verwerkt kan worden. En – misschien wel het belangrijkste – er is een ‘startanalyse’, zodat de meest ideale lijn na de afsprong bepaald kan worden. Hendrix laat in slow motion de afsprong van Kromowidjojo zien, die zojuist getraind heeft, en koppelt die aan de gegevens die al over haar bekend zijn. Wat blijkt? Kromowidjojo volgt na de afsprong een vrijwel ideale lijn in het water. Dat stemt iedereen tevreden. Zowel haar coach, Jacco Verhaeren, als haarzelf, die goud als enig doel heeft in Londen. Topsport Meten is weten, maar het moeilijkst is het misschien wel om die gegevens om te zetten in verbeterde trainingsarbeid en -resultaten. Daarom is er wekelijks minimaal één keer overleg tussen trainer, zwemmer en iemand van het InnoSportLab. Op die manier kan men in samenspraak de trainingsarbeid aanpassen. “Maar we gaan daarbij niet over één nacht ijs”, benadrukt Van der Vliet. Het InnoSportLab gebruikt een aantal zwemmers van PSV als proefkonijn, die in ruil daarvoor gebruik mogen maken van de faciliteiten in Eindhoven. “Als we denken dat iets werkt, gaan we dat eerst uitproberen en vervolgens documenteren. Als we echt honderd procent overtuigd zijn, koppelen we het terug naar Jacco. Die bepaalt of hij er iets mee doet.” En hoewel er al vier jaar lang een strak schema voor de Olympische Spelen klaarligt, kan het zomaar


FOTO: SCS/SANDER CHAMID

gebeuren dat er op het laatste moment nog een verbeterpuntje gevonden wordt. Ten tijde van het bezoek aan het InnoSportLab, begin juni, waren er namelijk lichte twijfels bij Van der Vliet. Waar het om ging? De stand van de voeten op het startblok. Moet je je achterste voet hoog op het startblok zetten of juist niet? “Het gaat misschien om honderdsten van een seconde, maar elke mogelijkheid om tijdwinst te behalen moet je serieus nemen. Dat is topsport”, stelt Van der Vliet, afgestudeerd als bewegingswetenschapper. “Aan de andere kant moet je je afvragen: Zorgt een trainingsaanpassing ervoor dat je op een ander vlak iets afbreekt? Dat moeten we zorgvuldig afwegen.” Economie Het InnoSportLab, in 2007 ontstaan en gevestigd in Nationaal Zwemcentrum De Tongelreep, heeft in vijf jaar tijd een ongekende groei doorgemaakt. “Toen ik hier vijf jaar geleden als innovatiemanager begon, was hier nauwelijks iets”, herinnert Van der Vliet zicht. “Het heette een ‘goede start’ als er weinig spetters te zien waren bij de duik van een zwemmer. Jacco vertelde me dat er wel een camera in het water hing, maar hij wist niet eens hoe dat ding aanging.” Inmiddels is het een hightech zwemcentrum, waar topsport, wetenschap en het bedrijfsleven samenkomen. “Dat sport en wetenschap hun krachten bundelen, is logisch”, vindt Van der Vliet. “Maar wij hebben vanaf het begin geprobeerd om

ook het bedrijfsleven te betrekken bij het InnoSportLab. Want als je geen geld verdient, blijf je afhankelijk van subsidies, terwijl we natuurlijk het liefst op eigen benen zouden staan.” Daarom zijn al diverse partijen langsgekomen om de zwemsport commercieel aantrekkelijker te maken. Misschien wordt het entertainmentgehalte binnenkort wel opgevoerd, suggereert de gastheer. Maar liever dan dat wil Van der Vliet de diverse meetmethodes, zoals de ‘sleeptest’, de ‘krachtplaat’ en de ‘startanalyse’ exporteren naar het buitenland. Want de buitenlandse zwemmers die naar Eindhoven komen, hebben zoveel technische snufjes nog nooit gezien. Daarbij moet gezegd: onduidelijk is wat de Verenigde Staten en China precies uitspoken. Ronduit vernieuwend is het onderaanzicht in Eindhoven; vanuit een kelder onder het zwembad kun je door glaswerk naar zwemmers in het water kijken. Het levert fraaie beelden op. Van der Vliet hoopt dat sport in de toekomst een prominente rol gaat vervullen in Eindhoven en ver daarbuiten. “Weet je waarom wij hier nu zitten?” vraag hij. “Omdat hier ooit iemand gloeilampen ging maken, Anton Philips. Dat deed hij eerst voor Eindhoven, toen voor Nederland en vervolgens voor de

Wat blijkt? Kromowidjojo volgt na de afsprong een vrijwel ideale lijn in het water.

hele wereld. Maar omdat hij het beste personeel wilde, moest hij Eindhoven aantrekkelijk maken en bouwde hij diverse faciliteiten voor zijn werknemers, zoals ontspanningscentra, ziekenhuizen en scholen. En er volgde natuurlijk de sportvereniging PSV, die in alle takken van sport vertegenwoordigd was.” Van der Vliet ziet hierin zijn ideaal. “De zwemsport moeten we ook als mogelijkheid zien, net als de gloeilampen. We moeten zelf economie gaan maken, zelf geld gaan verdienen. Wat mij betreft wordt de zwemsport de nieuwe gloeilamp van Eindhoven. Zo kunnen we onze kennis straks gaan exporteren naar het buitenland.” Nadeel is alleen dat door het sterk gesubsidieerde karakter van de topsport in Nederland, alles open is voor het publiek. Hier zijn geen hermetisch afgesloten sportcentra, zoals in de Verenigde Staten en China, nee, iemand als Ranomi Kromowidjojo zwemt op maandagochtend net zo goed naast een bejaarde vrouw, die op recreatieve wijze haar baantjes trekt. Dat kan allemaal beter, vindt Van der Vliet. “Als ik onbeperkt geld had, had ik deze accommodatie naar een nog hoger plan gebracht. Om te beginnen met 3D-weergave van onze zwemmers. Want 3D is de toekomst.”

“Elke mogelijkheid om tijdwinst te behalen, moet je serieus nemen” nummer 3 - 2012

COACH

47


Sport en wetenschap

Eerste testresultaten in InnoSportLab ’s-Hertogenbosch zijn veelbelovend

Breintraining is allesbehalve magie Met je hersenen

muziek beter laten klinken. Het lijkt op tovenarij, maar het is een manier voor topsporters om hun brein in betere conditie te brengen. Breintraining als onderdeel van mentale training.

Door: Marcel Luyckx

48

COACH

nummer 3 - 2012

H

et was voor Rea Lenders even slikken toen ze vernam dat ze al die tijd tot de placebogroep had behoord. Op haar route naar Londen wil Nederlands beste trampolinespringster alles aangrijpen om beter te worden. Dus meldde ze zich vorig jaar aan voor het pilotproject ‘Validatie neurofeedback voor mentale fitness van topsporters’. Waar zes clubgenoten van Flik-Flak de echte hersentraining ondergingen, werd zij net als vijf andere gymnasten van de Bossche sportclub zoet gehouden met een placebotraining. Toen Lenders dat achteraf hoorde, vroeg zij om alsnog de echte breintraining te kunnen volgen. De eerste onderzoeksresultaten waren immers veelbelovend. Vier van de zes proefpersonen gaven aan dat ze erop vooruit waren gegaan. Ze konden zich beter ontspannen, beter focussen en voelden zich mentaal en lichamelijk sterker. Muziek Bij de behandeling van onder anderen ADHD-patiënten zijn positieve resultaten geboekt met neurofeedback. In de topsport is deze techniek om de mentale fitheid te verbeteren relatief nieuw. Bij neurofeedback gaat het om het trainen van bepaalde hersenfrequenties, in dit geval tussen de acht en twaalf hertz, ook wel het alfaritme genoemd. Er is dan sprake van een ontspannen mentale toestand en optimale focus. Philips Research en het Department of Cognitive Neuroscience van de

Tilburg University ontwikkelden een systeem om dit ritme automatisch te trainen aan de hand van auditieve feedback. Samen met InnoSportNL, InnoSportLab ’s-Hertogenbosch, Neurocare en NOC*NSF werd onderzocht of dit systeem ingezet kon worden voor het optimaliseren van de mentale toestand van topsporters. De sporter selecteert een aantal favoriete muzieknummers. “De stijl maakt niet uit. Je hoeft geen zen-muziek te gebruiken. Hardcore kan ook. Er zijn er die juist gestrest raken van klassieke muziek”, stelt onderzoekster Marian Dekker van de Tilburg University. Met sensoren op de polsen en het hoofd worden hartslag en hersengolven gemeten. Proefpersonen worden beloond als hun alfaritme stijgt. Hoe beter zij zich weten te ontspannen tijdens de breintraining, hoe beter de muziek klinkt. Bij stress of afleiding vallen de bastonen weg en klinkt de muziek schel. In het InnoSportLab ’s-Hertogenbosch demonstreert Rea Lenders dat zij het kunstje aardig onder de knie heeft. Usher klinkt rijk en vol als zijn ‘There goes my baby’ door de geluidsboxen schalt. Terwijl er toch volop rumoer is rond de testopstelling op de tweede verdieping van de FlikFlak-hal. Lenders doet haar ogen dicht en sluit zich af van de omgeving, terwijl er een camerateam op haar lip staat. “Die afleiding is juist goed voor het effect. Dan moet ik beter mijn best doen om te ontspannen. Meestal doe ik dit na een


FOTO: SOENAR CHAMID

Vier van de zes proefpersonen gaven aan dat ze erop vooruit waren gegaan

Rea Lenders: “Ik zie breintraining als een unieke kans.”

trampolinetraining, terwijl hier mensen bezig zijn.” Neurofeedback staat niet elke dag op het menu van Lenders. “Een keer per week en als ik het druk heb een keer in de twee weken. Ik visualiseer dan dat ik mezelf zie springen op de Olympische Spelen in de O2-Arena. Ik voel me er lekker bij. Ik mag het tot en met de Spelen gebruiken. De olympische voorbereiding behelst natuurlijk meer dan dit. Ik kan niet zeggen: ‘Dit heeft de training met mij gedaan.’ Alle kleine dingen bij elkaar maken het geheel beter. Ik zie het als een unieke kans.” Net als een aantal andere proefpersonen heeft Rea Lenders aangegeven dat neurofeedbacktraining vooral een positief effect heeft op haar slaapgedrag. “Ik val sneller in slaap en slaap beter. Daardoor voel ik me de volgende dag fitter en heb ik minder last van stress.” “Slaap is het begin van herstel”, weet Marc van der Zande, programmamanager bij InnoSportNL. Doel van het project is allereerst om de werking van neurofeedback met een wetenschappelijke testopstelling te valideren. De testgroep in Den Bosch was te gering van omvang om er wetenschappelijke conclusies aan te verbinden. Van

der Zande ziet grote kansen voor breintraining en staat te springen om de pilot uit te rollen over een grotere groep sporters. Mogelijk wordt het nieuwste InnoSportLab op nationaal sportcentrum Papendal uitgerust met een testopstelling voor neurofeedbacktraining. “We willen het hard maken, zodat het een standaardonderdeel wordt van het pakket van mentale training. Rico Schuijers ziet er heil in.” Schuijers, prestatiemanager mentaal bij NOC*NSF, bracht de nodige sportmedische en sportpsychologische kennis in. Onderzoekster Dekker: “Focus is belangrijk bij sporters. Ze proberen hun brein te ontspannen en zo in een flow te komen. Flow is nog niet te meten. Er hoort in elk geval een optimale focus bij. Wij hebben focus hier gemeten aan de hand van vragenlijsten tussen trainingen door. Ook hebben we een competitie nagebootst. De experimentele groep lijkt meer ontspannen door oefeningen te gaan dan de placebogroep. De sporters laten zich minder afleiden door factoren van buitenaf. Het is geen magie of iets goeroeachtigs. Je traint bepaalde hersengolven. Het is meetbaar. Er is sprake van een leereffect in het brein. De training lijkt pas in de tweede week effect te sorteren. In een vorige studie is gebleken dat er drie maanden nadat mensen gestopt zijn met de training, nog een effect zichtbaar is.” Het Nederlandse onderzoek naar het effect van neurofeedback onder topsporters volgens dit innovatieve

nummer 3 - 2012

protocol is wereldwijd het eerste in zijn soort op deze schaal, aldus Dekker. “Zelf noemen we het breintraining, omdat dat beter te vatten is. En het is niet onwaar.” Van der Zande: “Je moet het zien als een fysieke training. Je traint een orgaan, in dit geval de hersenen.” De keuze voor turners en trampolinespringers als proefpersonen is niet geheel toevallig. Dekker: “Gymnasten zijn erg gefocust op hun lichaam en mentaal hebben ze een hele zware sport. Ze trainen het hele jaar voor die ene oefening.” Philips is leverancier van de harden de software. De testopstelling bestaat nu nog uit een laptop, een aantal kastjes en een hoop draden. Als ook het vervolgonderzoek positieve resultaten oplevert, overweegt Philips een mobiele, compacte versie van de breintrainer te ontwikkelen. Ad Denissen: “Je moet dan denken aan een soort smartphoneapplicatie met EEG-headset.” Een volledige trainingssessie duurt nu nog zo’n veertig minuten. De gemeente Den Bosch, partner van het InnoSportLab in de Brabantse hoofdstad, heeft al geïnformeerd of de hockeysters van de plaatselijke topclub ook gebruik kunnen maken van de breintrainer. Labmanager Maurice Aarts benadrukt dat de training op de eerste plaats bedoeld is voor de absolute toppers. “Anderen kunnen dat uurtje beter besteden aan een extra training. Het is ook geen wondermiddel. Vier van de zes proefpersonen laten een veelbelovende trend zien, te weinig nog voor grote conclusies.”

COACH

49


Coaches of Industry

WE Fashion enthousiast over ‘beleef een coach-sessie’ met Maurits Hendriks

“Iedereen vindt dat er een vervolg moet komen” Wouter Kolk (46) had al een hele weg door het bedrijfsleven afgelegd toen hij in 2007 werd benoemd tot CEO van WE Fashion. Hij werkte als commercieel directeur bij Ahold Asia Pacific in Singapore, was regionaal directeur bij Albert Heijn, CEO van Gall & Gall en CEO bij Etos. Een geboren coach met een avontuurlijk karakter.

COACH

je heel erg te sturen op de harde kant van de organisatie door een aantal dingen te laten kantelen en anders in te richten. Het gevolg daarvan is dat je ook verantwoordelijkheden van mensen verandert, net als de structuur van de organisatie. Toen na een halfjaartje het stof van de operatie was neergedaald, de nieuwe structuur helder was en iedereen zijn nieuwe rol kende, was het tijd voor de volgende fase. Laat ik zeggen de wat zachtere kant. We hadden in sporttermen de plaatsen in de verdediging, op het middenveld en in de aanval ingevuld, wat restte was de vraag hoe we daar in gezamenlijkheid een goed team van konden maken. En hoe we onze mensen zo zouden kunnen coachen dat iedereen begreep wat er in de nieuwe verhoudingen van hem en haar werd verwacht.” Dat was voor hem als boegbeeld van WE Fashion meer dan een truc. “Het ging om training en bewustwording van de nieuwe rol waarin mensen met elk hun eigen verantwoordelijkheid terecht kwamen. Ook met verantwoordelijkheid naar de door hen aangestuurde teams. Dat is niet een kwestie van een middag bij elkaar gaan zitten en op elkaar inpraten, ik zocht voor ons bedrijf van

“Het was een cadeautje”

Door: Poul Annema

50

In zijn eigen omgeving wordt hij een doorzetter genoemd, een type leider dat van avontuur houdt en door weerstand wordt geprikkeld. Wouter Kolk bracht, jong als hij was, de ervaring van een rijk ondernemersleven mee toen hij vijf jaar gelden werd benoemd tot CEO van WE Fashion, het in Utrecht gevestigde internationale modebedrijf met ongeveer 250 winkels en 3.000 werknemers in vele landen. Meer dan door zijn snel opgebouwde carrière viel Kolk bij WE Fashion op door zijn durf en creativiteit. “Creëer je eigen stijl; volg de mode niet blind, maar verzin hem zelf”, is nog steeds het motto van de man die energie put uit de uitdagingen van het zakenleven en voor wie sport als actief hardloper zowel een uitlaatklep als een bron van moed en inspiratie is. Hij is als oud-hockeyer een liefhebber van het spel en geniet nu vooral als coach van zijn drie hockeyende dochters. De ‘beleef een coach-sessie’ van Ernst & Young kwam bij toeval op zijn weg, maar wel op een uitgelezen moment, zegt Kolk op zijn kantoor langs de snelweg in Utrecht. “We hadden als bedrijf net een structuurwijziging in de organisatie aangebracht. Dat was juni vorig jaar. Bij zo’n operatie zit

nummer 3 - 2012


sportief ingestelde veertigers naar inspiratie en begeleiding van buitenaf. Gewoon om eens te horen hoe anderen dat doen of hoe het ook kan. En toen lag opeens die door Ernst & Young geboden mogelijkheid om een coach uit de topsport in te zetten voor mijn neus. Ik wist meteen dat die binding met topsport bij ons zou aanslaan. Als dezelfde mogelijkheid er was geweest met zakelijke leiders uit een andere sector had ik er waarschijnlijk niet op ingeschreven, die hebben we al wel meer in huis gehad. Maar die band met sport gaf de doorslag…” Hendriks Wouter Kolk kreeg de gelegenheid om bij zijn aanvraag voor ‘de sessiedag’ ook de naam in te vullen van de coach die hij graag wilde laten kennismaken met zijn groep van twintig uitverkoren werknemers. “Ik mocht twee namen invullen, maar ik heb twee keer de naam van dezelfde coach opgeschreven, Maurits Hendriks. Ik kende hem niet persoonlijk, maar ben wel onder de indruk van wat hij in de topsport heeft gepresteerd en achtergelaten. Natuurlijk had ik hoge verwachtingen van de bijeenkomst. Ernst & Young had de zaak bijzonder professioneel aangepakt met intakegesprekken en uitleg van de filosofie die er voor hen achter zat. Ik heb de door ons geselecteerde mensen ook in een aparte bijeenkomst verteld wat ik van deze sessie verwachtte. En als jij als leidinggevende zaken belangrijk maakt, vinden de mensen op de werkvloer ze ook belangrijk. We hadden mensen uitgenodigd uit alle lagen van het bedrijf, van creatieve ontwerpers tot mensen die verantwoordelijk zijn voor personeelsbeleid. Van mensen die in de winkels werken tot de mensen die bij ons aan de IT-knoppen zitten.” Wouter Kolk voelt als eindverantwoordelijke ‘coach’ van een groot concern affiniteit met de topsportcoach. Bij het Europees kampioenschap voetbal onderging hij de pijnlijke afgang van Bert

van Marwijk en zijn team niet alleen als waarnemer op afstand, hij verplaatste zich ook in diens rol en maakte voor zichzelf de kanttekeningen die effect hadden kunnen hebben op de prestatie van het elftal. “In de sport heb je echte piekmomenten; bij ons liggen de getallen elke week op tafel. Topsport heeft een podium waarop je kunt schitteren en afgaan, dat hebben wij niet”, zegt Wouter Kolk. “Euforie en applaus zijn het kenmerk van de sport, niet van het bedrijfsleven. Maar als onze cijfers niet kloppen, worden we wel net zo gemakkelijk afgeserveerd. Resultaten halen is de norm. Ik voel me een echte ondernemer, omdat ik altijd wel kansen zie en het leuke van retail is dat het zo dynamisch is als de pest.’ Give us more Wat hij uiteindelijk vond van de coachsessie met Maurits Hendriks? “Het was een cadeautje, voor mij en ook voor mijn mensen. Dat bleek ook wel uit de reactie van de meesten, die vonden dat we mede dankzij Maurits een mooie start hadden gehad, maar dat er een behoefte was aan een vervolg. Give us more, was de tendens. Kijk, het lukt je niet om op zo’n bijeenkomst alle neuzen meteen in één en dezelfde richting te laten wijzen, dat is een utopie. En ik vond ook dat er wel wat meer interactie had mogen zijn, dat de mensen elkaar nog wat meer hadden mogen coachen of elkaar, in positieve zin, nog wat beter de waarheid hadden kunnen zeggen. Door de vaak wat geïsoleerde schakels ontbrak het soms aan cohesie, maar daaruit moet ik weer mijn eigen les trekken. Misschien is het wel zo dat ik de mensen wat vaker bij elkaar moet brengen om ze samen dingen te laten doen.” “Je wilt als ondernemer altijd veranderen, je moet je aanpassen, je moet beter worden en dus moet je blijven bewegen. Zeker in de modewereld waar voortdurend van alles

Wouter Kolk voelt als eindverantwoordelijke ‘coach’ van een groot concern affiniteit met topsportcoach Maurits Hendriks.

aan de hand is. Maar mensen veranderen niet graag, die blijven liever in hun comfortzone zitten. Dus is het aan mij om die slag te maken. Maurits heeft daar zeker bij geholpen met sportgerelateerde verhalen en anekdotes. Ik wil dat mensen de baas worden van het proces waar ze voor staan en niet steeds naar mij kijken in de verwachting dat ik er wel mee kom. Ik weet zeker dat het merendeel de boodschap van Maurits goed in zich op heeft opgenomen: coachen is verantwoordelijkheid nemen, het is mijn overtuiging dat je een succesvolle business runt als het zelfstandigheidsniveau van je mensen heel hoog is. Je moet energie in je bedrijf creëren, mensen de ruimte geven. Het mooie van de coachsessie van Maurits was dat er nu nog steeds mensen naar me toekomen met de mededeling dat ze iets willen ondernemen om het team beter te coachen naar de volgende fase. Er is een gedachte ontwikkeld die helpt en prikkelt.”

nummer 3 - 2012

COACH

51


BERGMAN C

L

I

N

I

C

S

BEWEGINGSZORG

Ivo Hagendoorn – Makelaar en hockeyer

“Zelfs voor de koploper ga ik niet meer door de knieën”

Niet alleen Ivo kan zich verzekerd laten behandelen bij een gespecialiseerde kliniek. Bij Bergman Clinics brengen we hoogwaardige, gespecialiseerde

daarom vrijwel geen wachtlijsten. En, alle voorzieningen voor uw

medische zorg binnen bereik van iedereen. In een prettige omgeving,

behandeling gemakkelijk onder één dak. Inclusief de MRI-scanner.

met bijzondere aandacht voor úw wensen. Als bijvoorbeeld uw

Bovendien kunt u na de ingreep rekenen op een persoonlijk advies

voorste kruisband gescheurd is, begrijpen wij als geen ander dat u

van onze gespecialiseerde fysiotherapeut. Zo kunt u weer helemaal

zo snel mogelijk geholpen wilt worden. Om van de pijn af te zijn,

opgaan in het spel. Bel 0900 - 8099 of ga naar www.bergmanclinics.nl

maar ook om straks weer sneller in het veld te staan. Wij hebben

Aandacht. Daar worden mensen beter van.


olympische Coaches met een missie

“Eelco Sintnicolaas staat er altijd als het echt moet”

paspoort

Naam: Vince de Lange Geboren: 8 apri l 1965 Baan: vana f 2011 bondscoach tienkamp Opleiding: ALO Groningen Doel: een top 6-klassering voor Eelco Sintnicolaas

Door: Iwan Tol

Het was zomer in 1992, Vince de Lange zat op de tribune van het Olympisch Stadion in Barcelona en nam een belangrijk besluit: ooit zou hij als coach ook op zo’n groot mondiaal podium werken, zo nam hij zich voor. “En dan niet alleen om mee te doen, maar ook om daadwerkelijk het verschil te maken”, verduidelijkt de bondscoach tienkamp. In de laatste weken voor Londen, nu zijn diepgewortelde wens – na veel omwegen – uitkomt, moet hij nog wel eens terugdenken aan die dagen op Montjuïc, tussen al die knotsgekke Catalanen. “Ik heb die weken bijna alles gezien. Totdat het geld op was en ik moest kiezen tussen een kaartje kopen voor de race van Ellen van Langen of die van Elly Verhulst. Ik koos voor Elly. Daar heb ik later wel spijt van gekregen, maar ik werd gepakt door de magie van de Spelen.” Hij zegde zijn baan in een sportzaak op en zette in op een fulltimebaan als atletiekcoach. De Lange verzamelde een groep talentvolle tienkampers om zich heen, onder wie Chiel Warners en Bart Bennema, en leek te slagen in zijn missie. Toch ging het in 2001 mis. “De situatie toen was niet te vergelijken met die van nu. Coaches in de atletiek werden nog niet als

volwaardig gezien. Ik kon gewoonweg niet rondkomen van het trainen van atleten en had zoveel schulden opgebouwd dat ik geen andere uitweg zag dan stoppen. Het is letterlijk een keer gebeurd dat mijn auto kapot ging en ik de reparatie niet meer kon betalen. Je kunt wel blijven lenen van je broer, zus of oom, maar op een gegeven moment houdt het op met je droom najagen.” De Lange bleef echter volharden. Na een paar jaar als manager in het bedrijfsleven te hebben gewerkt, besloot hij in 2005 om zich wederom volledig op de atletiek te storten. Hij was met het talent Eelco Sintnicolaas in contact gekomen en brandde van ambitie. De twee hadden een klik, zoals dat heet. Het leidde er vorig jaar toe dat De Lange tot bondscoach tienkamp werd benoemd. Daarnaast is hij werkzaam als topsportcoördinator bij de Nederlandse Waterski en Wakeboard Bond. In Londen geldt een top 6-klassering voor zijn pupil als reëel doel. En wie weet zit er wel meer in het vat voor de zilverenmedail-

FOTO: SOENAR CHAMID

Vince de Lange wil het verschil maken

lewinnaar van het EK in 2010. “Want de tienkamp is een nummer vol verrassingen. Er kan veel misgaan, maar dat geldt ook voor de tegenstanders. Eelco hoort zeker tot het groepje van tien, twaalf atleten die een score van 8.600 punten of hoger kunnen halen. Dat zal nodig zijn om een medaille te winnen”, verwacht De Lange. Al te gewichtig over Londen wil hij nou ook weer niet doen. “We benaderen de zaken nuchter. Natuurlijk zal ik onrustig slapen de dagen voorafgaand aan de tienkamp. Hallo, ik ben een mens, dat lijkt me logisch. Maar er is niets dat ik in de voorbereiding anders had willen doen. We doen ook niet mee aan de verhalen dat er zo veel druk komt kijkt bij de Spelen. Een 400 meter blijft gewoon een 400 meter hoor, of die baan nou in Londen ligt of ergens anders. We staan relaxed in het leven. Zo benaderen we de Spelen ook. Tot nu toe heeft Eelco er altijd gestaan als het erom ging. Ik verwacht in Londen niet anders.”

“We benaderen de zaken nuchter” nummer 3 - 2012

COACH

53


Home Games

Charles van Commenée, een jongen uit Amsterdam-Zuid in het grootste theater van Londen

“De Spelen zijn groot en atletiek het allergrootst” Charles van Commenée

Zijn portret hangt, grote eer, in de National Portrait Gallery, achter Trafalgar Square. Een Nederlands gezicht, de typische zware bril, het licht grijzende haar, de twinkelende ogen, in de tentoonstelling van de olympische mannen en vrouwen die er toe doen in Groot-Brittannië. Atletiekcoach Charles van Commenée heet er Big Charles, maar ook nog vaak The Volcano, de vulkaan. Of ik niet te veel drukte wil maken van die tentoonstelling, zegt hij als we van Trafalgar via de Pall Mall naar Buckingham Palace lopen. Dan: “Maar ik ben daar wel heel trots op.” Het woordje ‘heel’ verandert hij later in ‘een beetje’. Je kunt ook overdrijven, niet waar.

is de belangrijkste atletiekcoach van ons land. Hij staat deze zomer voor een enorme uitdaging: Groot-Brittannië bij de Home Games aan acht olympische medailles helpen, het dubbele van Peking 2008. “Ik voel me bevoorrecht. Want hier gebeurt het, Engeland is nu het centrum van de mondiale sport.”

ANP PHOTO

Van Commenée: “Nu moet ík zorgen dat er atletiekmedailles worden gewonnen in Londen.”

Door: John Volkers

54

COACH

nummer 3 - 2012

Geschiedenis Londen 2012 is overal om ons heen in de Britse hoofdstad. Het zijn de Olympische Spelen die Van Commenée van binnen warm maken. Hij, als hoofdcoach de baas van het Britse atletiekteam, zegt dat voor hem, kind uit AmsterdamZuid, ‘de cirkel rond is’. Dat klinkt voor sommigen pathetisch, maar het is de waarheid voor de atletiekjongen die zijn wortels heeft aan de Olympiaweg in de hoofdstad. “Ik heb acht jaar training gegeven op de atletiekbaan aan het Olympiaplein, waar Jan Blankers zijn Fanny, Fanny Blankers-Koen, training gaf. Het was de enige baan ter wereld die geen lichtinstallatie nodig had. De verlichting

van de huizen rond de baan was voldoende. Ik heb er als jochie zelf ook getraind. Sagitta, de club door Jan zelf opgericht.” Fanny, vier keer goud, Londen 1948, een damesfiets als geschenk, toen was geluk nog gewoon; het is de voorbije jaren allemaal weer bij hem boven gekomen. “Geschiedenis betekent veel voor me. Ik kom van de club die opgericht is voor een atlete die groot werd in Londen. 64 jaar later is de cirkel rond. Nu ben ik volwassen. Nu moet ík zorgen dat er atletiekmedailles worden gewonnen in Londen. Ik vind dat wel bijzonder. Het streelt me.” De Fanny-story, het vooruitzicht Londen te beleven in de sportief warmste dagen van deze eeuw, het speelde in de zomer van 2008 allemaal mee bij de keuze van Van Commenée voor UK Athletics, de Britse atletiekbond. Vier jaar eerder had hij de bond verlaten en verruild voor de uitdaging in eigen land, op een andere, meer beleidsmatige post, aan het werk te gaan. UKA werd NOC*NSF. Trainer werd technisch directeur. “Toen ze in 2008 bij me terugkwamen – ik had altijd contact gehouden met de atletiekbond – was het moeilijker nee te zeggen.” Deskundigheid “Een keer in je leven kun je bij de Home Games, de Thuisspelen, een rol spelen. Althans, zo schat ik dat in. Ik voel me bevoorrecht.


ANP PHOTO FOTO: ANP PHOTO

Want hier gebeurt het, Engeland is nu het centrum van de mondiale sport. De sport komt ook echt thuis in Londen. Voor de derde keer al de Spelen hier. Veel van de sport is bedacht in dit land. De Wenlock Games van 1850, zoek maar eens na. De Coubertin heeft eruit geput, toen hij de klassieke Spelen nieuw leven inblies.” Hier spreekt de romanticus Van Commenée. We vragen waarom de Britten juist bij hem uitkwamen. Waarom een Hollander? “Vanwege diens enorme dosis deskundigheid”, zegt hij. Daarna rolt er een klaterlach door het restaurant. Dan relativerend: “Ik ben van de ALO. Echte deskundigheid in je vak krijg je door bijstudie. Maar dat geldt voor iedereen in deze wereld.” We vragen pesterig, we zijn Nederlanders niet waar, of hij misschien de goedkoopste was en daarom nu in Londen zetelt? “Ha ha, ongetwijfeld.” Dan serieus: “Ik heb de onderhandelingen zelf gedaan. Ik had geen zaakwaarnemer. Dat onderhandelen is niet zo moeilijk hoor. Ik zeg altijd: geef mij het allerbeste bod dat je kunt doen, want ik ga niet onderhandelen. Echt, ik onderhandel niet. Als je me graag wilt hebben, zeg het bedrag maar. Dan oordeel ik wel.” We blijven nieuwsgierig naar de zak met geld. Of hij van het geboden bedrag achterover is geslagen? “Dat laat ik graag aan de fantasie van de lezer”, aldus de man

die zegt geleerd te hebben van zijn half jaar op de Albert Cuyp, als handige jongen in de groentehandel. Hier spreekt een selfmade man, dat is zeker. Het is aan de andere kant van het Kanaal hard werken voor de centen. De klus bij NOC*NSF beschouwt hij in retrospectief als licht en overzichtelijk. “Deze positie eist veel meer van me dan mijn baan bij NOC*NSF. Ik zat op Papendal veel verder van de actie. Ik had niet alleen te maken met sporters, maar ook met hun bondscoach en een technisch directeur. Dan kwam ik nog eens, als technisch verantwoordelijke van het Nederlands Olympisch Comité.” Hoofdcoach “Het contact was er natuurlijk wel met de Nederlandse sporters, maar de impact die je hebt is indirect. Hier, in deze job, is het veel confronterender. Ik ben hier in Engeland niet de technisch directeur zoals sommigen denken, ik ben de hoofdcoach. Ik sta op de baan. Ik verkeer midden in de actie. De dagelijkse interactie is ongepolijst, rauwer.” Hij geeft toe in vier jaar tijd twaalf jaar ouder te zijn geworden. Het zilver vlecht zich in zijn dikke haardos. Het is rennen, van

Londen naar Loughborough, de twee centrale trainingsplekken van de UKA. Het is vliegen van Los Angeles naar Sierra Nevada. En dan is er het bewegen op de dunne draad die de media in het Verenigd Koninkrijk spannen. Voor je het weet val je eraf. In de kwestie over Dwain Chambers, de gestrafte dopingzondaar die sommigen van de Spelen wilden bannen, bleef hij zwijgen. “Dan zei ik: ik heb er wel een mening over, maar die houd ik voor me. Zwijgen is in dit geval beter. Britse kranten laten de waarheid nooit een mooi verhaal in de weg staan. Voordat je het weet word je als coach in een mediagolf meegesleurd, waar je voor de Spelen nooit meer uitkomt. Ik heb mijn handen al vol aan het binnenhalen van al die medailles.”

In Peking was Van Commenée nog aanwezig als vertegenwoordiger van Nederland.

Corebusiness Hij richt zich op de corebusiness, het voorbereiden van de tachtig atleten die acht medailles moeten winnen. Mo Farah, Jessica Ennis, Dai Greene en Phillips Idowu zijn de grote namen. Ze haalden bij de WK in Korea zeven medailles. Voor de Spelen staat een oogst van acht plakken geprogrammeerd. De druk in het thuisland van de sport is enorm.

“Ik voel me bevoorrecht” nummer 3 - 2012

COACH

55


De Nationale Sportpolis De zorgpolis voor iedere sporter! Dat is de Plus van Zilveren Kruis

Jaarlijkse bijdrage voor sportkosten van € 120,-*

Samen met NOC*NSF heeft Zilveren Kruis een uitstekende zorgverzekering ontwikkeld:

✓ Beter Af Polis (basisverzekering) en Beter Af Plus Polis (aanvullende verzekering); ✓ Gratis Beter Af Sport Pakket: snelle toegang tot gespecialiseerde sportzorg en ruime vergoedingen;

✓ Jaarlijks € 120,-* op uw rekening. Kijk op www.zilverenkruis.nl/sportbonden voor meer informatie.

* € 120,- terug op uw rekening. Dit geldt alleen als u een basisverzekering met aanvullende verzekering (1 t/m 4 sterren) afsluit.

A

NB

EVOLEN DO O

R

De voordelen van de Nationale Sportpolis:

A

de Nationale Sportpolis. Dé zorgverzekering voor mensen met een sportief leven.

KEUR SP

ORT

MERK ZO RG.

NL


sportpsychologie, maar we trainen en rusten hier goed. We zullen zien wat dat gaat opleveren. Ik heb die basis hier niet verlaten. Ik heb wel wat dingen veranderd, maar altijd gezorgd dat geen compromis werd gedaan aan trainen en herstel.” Topsportland Groot-Brittannië is het leidende land geworden in de internationale topsport. “Waar jarenlang Australië het leidende sportmodel had, is dat nu van de Britten. De bouwstenen zijn duidelijk. Eén: het falen van 1996, één gouden medaille was nodig. Er was vervolgens de gekrenkte trots, een sportnatie raakte gemarginaliseerd. Er werden Kamervragen gesteld. Twee: door de loterij kwamen er direct forse middelen beschikbaar. Drie: bijna alle sporten werken gecentraliseerd. Van mijn atleten, die op twee plekken verzameld zijn, zie ik tachtig procent elke week. Vier: er is een talentenpijplijn zoals we die in Nederland zes jaar geleden ook begonnen zijn. En ten slotte vijf, en heel belangrijk:

de mensen. We hebben een geweldige CEO in Niels de Vos, er zijn dertig coaches en dertig ondersteunende stafleden bij UKA. Die zijn uit alle windstreken en vele landen gerekruteerd. Ik heb onvoorstelbaar veel sollicitatiegesprekken gevoerd. Soms van vijf minuten, soms van vier uur. Het is dan ook echt mijn staf. Ik heb het team zelf samengesteld.” Soms, heel soms zal hij in de beslissende weken nog een keer De Vulkaan spelen. Maar bij voorkeur laat hij de hitte koken onder het oppervlak, dreigend, klaar om uit te barsten, maar liever niet als een voorspelbaar kunstje. Hij legde het bij zijn aantreden in Londen in 2009 nog eens uit. “Het vulkaaneffect is een krachtige kaart om te spelen, maar je moet hem niet te vaak gebruiken. De essentie van coaching is om verschillende manieren te vinden om je boodschap over te brengen”, zei de jongen uit Amsterdam-Zuid die het sprookje van zijn coachleven aan het beleven is. Binnenkort, in het grootste theater van Londen.

FOTO: ANP PHOTO

“De Spelen zijn groot en dan is atletiek het allergrootst. Je moet het voorstellen als de Winterspelen die in Nederland worden gehouden. Bobslee of skeleton zal niemand wat interesseren, maar we moeten wel een karrenvracht schaatsmedailles halen, want daar zijn wij goed in. Zo is de positie van dit land in de olympische atletiek.” Charles van Commenée is in GrootBrittannië weer onder de indruk geraakt van de basale aanpak in de sport. Coachen is training geven, het uiterste vragen in de oefening, dag na dag. “Het is in Nederland vooral belangrijk hoe je communiceert als coach, niet zozeer wat je communiceert. Ik zie dat anders: Wat is voor mij primair? Daarna hebben we het erover hoe we het gaan overbrengen. In mijn aanpak mag het primaire proces nooit in gevaar komen. Dat is goed trainen. En goed rusten. Dat is de essentie. Hier in Groot-Brittannië doen we veel minder aan technologische innovatie en slechts het hoogst noodzakelijke aan

nummer 3 - 2012

COACH

57


FOTO: ANP PHOTO

column Mart Smeets

Mart Smeets is vanaf 1967 werkzaam in de (sport)journalistiek, waarvan sinds 1974 bij Studio Sport als presentator, documentairemaker en anchorman. Hij volgde talloze Olympische Zomer- en Winterspelen en vele internationale toernooien en bivakkeert jaarlijks een maand in Frankrijk om de Tour de France te volgen. Daarnaast schrijft hij voor Trouw, het Haarlems Dagblad, NUsport en de VARAgids en is hij auteur van meerdere bestsellers.

Wielercoach Een ploegleider, zo zeggen de ongeschreven wetten van het oude wielrennen, is een oud-coureur die de sport niet kon verlaten nadat de sleet op zijn spieren kwam. Omdat hij soep kon bestellen in zeker vier talen en omdat hij een behoorlijk goede naam had behouden na zijn actieve periode, werd de renner, van dag op dag, ploegleider. Van een krom stuur naar een rond stuur, van afzien naar kijken. Van meetrappen werd het meedoen. En hoorde ‘coachen’ daar dan ook bij? Gerrie Knetemann kon het gaaf relativeren: “Een dag per jaar ben ik collega van Rinus Michels, dat geeft wel een apart gevoel.”

Van een krom stuur naar

Andere vraag: Is Leo van Vliet in de ware betekenis van het woord collega van Jacco Verhaeren, om maar een naam te noeeen rond stuur, van afzien men? Velen zullen krachtig het hoofd schudden. Van Vliet, in Londen belast met het mannenwielrennen op de weg, houdt naar kijken zich een flinke vuist vol dagen bezig met zijn renners. Jacco het hele jaar. Toch zijn ze straks in Londen collega’s. Vraag: heeft Van Vliet cursussen gevolgd, de sportacademie doorlopen of misschien het CIOS gedaan? Neen, Leo van Vliet is een man van de praktijk, zoals het merendeel van de ploegleiders. Heel soms dienen zich in de wielrennerij mensen aan die zich op wetenschappelijke wijze het vak hebben eigen gemaakt. Mensen die ‘doorgeleerd’ hebben. Ik stuitte onlangs op een interessant artikel over Rod Ellingworth, een droogstoppel van achter in de dertig die een uitstekende naam heeft als ‘coach’ van Britse coureurs en de bedenker van het succesplan van onder anderen Mark Cavendish, de beoogd olympisch kampioen. Ellingworth werkt bij Team Sky, een ploeg die opvalt. Wat doet zo’n man anders dan zijn collega’s elders, vroeg ik ooit aan mensen van Team Sky. “Hij heeft over alles nagedacht en hij kan zijn kennis op jonge renners overbrengen”, leerde ik. Ik vroeg wat hij met Cavendish had gedaan. Ellingworth klom op de derby als dat moest. Als Cavendish drie uur op de weg had gekoerst, stelde de coach voor direct de wegfiets voor een baanfiets in te ruilen en met die baanversnelling nog twee uur door te werken. “Met als doel?”, vroeg ik. Omwenteling. Het ging erom dat het sprintfenomeen Cavendish zijn omwentelingssnelheid op de baan kon verhogen als hij, na voluit te hebben gesprint achter de derny, alleen in de wind kwam te rijden. Ellingworth is geen magiër, meer een man die ingezien heeft dat in een sport trainingstechnisch veel meer te halen is. Het olympisch wielertoernooi (baan en weg) moet een succes worden in Engeland en dus heeft men ongehoord breed geïnvesteerd. Op de vraag aan Ellingworth of hij wel eens botste met Cavendish, vertelde de coach een schitterende anekdote. Cavendish had ergens de boel besodemieterd en moest een strafessay van duizend woorden schrijven. Het onderwerp: Stuart O’Grady, de Australische renner. Ellingworth vertelt dan hoe Cavendish een met de hand geschreven verhaaltje inleverde. Waarom niet, zoals altijd, op de computer geschreven? Ellingworth: “Omdat hij een luie bui had. Hij dacht… ik schrijf met de hand en dan is het wel goed. Op een computer kan je via ‘word count’ precies zien hoeveel woorden er opgeschreven zijn. Ik ben gaan tellen en kwam tot 800 woorden. Hij dacht slim te zijn, maar ik had hem door. Hij mocht opnieuw beginnen. Zo werken wij samen.” De kans bestaat dat Cavendish olympisch kampioen wordt, denk ik voorzichtig te mogen stellen.

58

COACH

nummer 3 - 2012


Bright science means better performance Topsporters verleggen voortdurend hun grenzen. Voor hen is alleen het beste goed genoeg. Met onze kennis van voeding en materialen ondersteunen we atleten bij het leveren van topprestaties. Daarom zijn wij een trotse partner van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie en gezamenlijk presenteren wij trots onze nieuwste innovatie: een beschermend wielertenue met Dyneema速 vezels van DSM. Zie ook www.dsm.com/sports


NLCOACH - 7e jaargang - nummer 3 - 2012


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.