9 minute read
Uit de Markt: FIT
Uit de markt
FOTO: SHUTTERSTOCK
FIT Sportbalsem GAULTHERIA PROCUMBENS: WARMTE DIE DE SPIEREN WEL BEREIKT
Door Tessa de Wekker
Gaultheria Procumbens, ook wel Bergthee of American wintergreen genoemd, is een van de ingrediënten van FIT Sportbalsem. Het zorgt voor de bekende verwarmende werking van FIT en in tegenstelling tot peperstoffen, die ook veel gebruikt worden in sportbalsems, bereikt Gaultheria Procumbens de spieren wel.
“Vroeger zweerde men bij crèmes en balsems die een heel sterk verwarmend effect hebben. Vaak zitten er peperachtige stoffen in. Wie wel eens zo’n balsem op zijn huid heeft gesmeerd, voelt direct de hitte”, zegt Joop Bergman van FIT International BV. “De peperachtige stoffen zorgen echter voor verwarming, en vaak verhitting, van de huid, maar doen niets met de spieren.”
Sterker nog, sterke peperstoffen zoals capsicum zijn zó sterk dat ze voorkomen dat andere pijn- en gevoelsprikkels worden doorgegeven aan de hersenen. Dit kan blessures tot gevolg hebben. “Je voelt bijvoorbeeld het zwikken van je enkel niet. Als je daarmee doorloopt, kan dat tot een blessure leiden”, zegt Joop.
Bij de ontwikkeling van FIT wilde Joop juist wél de spieren bereiken. Zo kwam hij uit bij Gaultheria Procumbens. Dit winterharde struikje, dat in juni en juli witroze bloemetjes heeft en waar tussen oktober en maart vuurrode bessen aan groeien, komt oorspronkelijk uit Canada, maar groeit tegenwoordig over de hele wereld. Door de bladeren van de plant te destilleren, wordt een etherische olie verkregen.
De olie van Gaultheria Procumbens is rijk aan methylsalicylaat. In het lichaam wordt dat omgezet in onder andere salicylzuur. Dat werd voor de uitvinding van Aspirine (Acetylsalicylzuur) gebruikt als pijnstiller en ontstekingsremmer. Een van de werkingen van Gaultheria Procumbens is het verbeteren van de doorbloeding. “Daardoor heeft het een verwarmend effect. In tegenstelling tot balsems met peperachtige stoffen wordt het verwarmende effect bereikt door een betere doorbloeding en niet door de verwarming van de huid”, vertelt Joop. Hierdoor worden ook de spieren bereikt.
Hoe gebruik je FIT Sportbalsem?
FIT Sportbalsem is zowel vóór het sporten als daarna te gebruiken. Voor het sporten is het volgens Joop aan te raden om de balsem na de warming-up aan te brengen. “Met een warming-up zorg je al voor een betere doorbloeding. Maar vaak zit er, zeker bij bijvoorbeeld voetballers, best wat tijd tussen de warming-up en de start van de wedstrijd. Ze gaan dan eerst nog terug naar de kleedkamer. Daardoor koelen de spieren weer wat af. Om het effect van de warming-up langer vast te houden, kun je FIT Sportbalsem gebruiken. Daarmee blijven de spieren in de verbeterde conditie waarin ze door de warming-up zijn gekomen.”
Sporters en masseurs gebruiken FIT Sportbalsem op verschillende manieren. Het is mogelijk om voor het sporten eerst het lichaam te masseren met olie en daarna een beetje balsem aan te brengen. Andersom kan ook, zegt Joop: eerst de balsem inmasseren en daarna een reguliere massage voor het sporten. “Er zijn ook masseurs die de balsem door de olie mengen en daarmee gaan masseren. Het is maar net wat de voorkeur van de masseur of de sporter is.”
Naast een verwarmende werking door de Gaultheria Procumbens heeft FIT Sportbalsem ook een verkoelende werking door de menthol die erin zit. Joop: “Er zijn sporters die de balsem na het sporten gebruiken na afloop van het douchen. Het zorgt ervoor dat je spieractiviteit na het douchen in een geleidelijk proces wordt afgebouwd. Sporters geven aan dat ze daardoor de volgende dag minder stijfheid voelen.” ●
FOTO: SHUTTERSTOCK
Grensoverschrijdend gedrag in de sport HET CENTRUM VEILIGE SPORT KAN OOK MASSEURS HELPEN DIE VRAGEN OF ZORGEN HEBBEN
Door Joris Zandbergen
Veiligheid in de sport en grensoverschrijdend gedrag zijn zeer actuele thema’s. Het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) is er voor iedereen die betrokken is in de sportwereld en die iets te vragen of melden heeft. “Maak je je zorgen? Neem contact met ons op, daar zijn we voor”, zegt Miriam Reijnen.
Zij is coördinator van het CVSN, dat een onderdeel is van NOC*NSF. “Wij houden ons bezig met allerlei vormen van wat je kunt samenvatten als ongewenst gedrag in de sport. Dat kan zijn op het gebied van integriteit: fraude, belangenverstrengeling, corruptie, matchfixing en doping. Maar ook ongewenste omgangsvormen zoals (seksuele) intimidatie en misbruik, pesten, discriminatie en agressie.”
Sensitief
Het grootste deel van de gevallen die het CVSN behandelt, gaat over omgangsvormen. “Iemand is over je grens gegaan”, zegt Miriam. “Het is heel belangrijk om de normen en waarden helder te maken.” Masseurs maken bij sportverenigingen vaak onderdeel uit van de begeleidingsstaf van sporters of sportteams. En ze zitten doorgaans een beetje tussen de coaches en de sporters in. In de eerste plaats moet een masseur goede omgangsvormen met z’n cliënten vaststellen. “In het verleden werkten sportmasseurs vaak in een aparte kamer, en waren de sporters deels uitgekleed. Dat brengt een risico met zich mee. Je bent daar alleen met elkaar, de een is halfnaakt. Dat is kwetsbaar”, aldus Miriam. Steeds vaker werken masseurs in open ruimtes, bijvoorbeeld de kleedkamer, zegt ze. “Het wordt steeds normaler dat dat een onderdeel van het teamgebeuren is. Maar houd te allen tijde rekening met iemand. Vraag of je mag aanraken en kondig aan wat je gaat doen. Daar kun je al veel mee voorkomen. Leg het uit en vertel waarom het noodzakelijk is. Ook is het goed om te beseffen dat iemand het niet durft of kan aangeven als iets ongemakkelijk voelt. Wees sensitief.”
Vertrouwenspersonen
Vanuit hun functie kunnen masseurs ook misstanden signaleren, zegt Miriam. Door iets wat een sporter vertelt of wat je met eigen ogen ziet. “Sportmasseurs of fysiotherapeuten hebben een eigen gedragscode als beroepsgroep, maar het is ook zo dat als er iemand in gevaar is, je als burger verantwoordelijk bent om er iets mee te doen. Je kunt vragen wat je kunt doen, of vragen of iemand anders moet helpen.” Het kan zo zijn dat je als masseur een afweging moet maken of je je geheimhoudingsplicht moet verbreken, over de wens van de ander heen moet stappen en het geval moet bespreken met een externe partij. Voor deze afweging kunnen masseurs bij het CVSN terecht. “Wij werken met vertrouwenspersonen”, zegt Miriam. “Alles wordt vertrouwelijk behandeld. Het is een groot besluit om iets naar buiten te brengen. Wat is zwaarwegend? Moet de persoon in kwestie de tijd krijgen om zelf actie te ondernemen? Wellicht is daar een sparringpartner voor nodig. In de sport kun je daar het CVSN voor gebruiken.”
FOTO: NOC*NSF
Miriam Reijnen: “Het is situationeel wat we ergens van vinden. Een scheldende trainer is een motivator, een scheldende gymleerkracht is ongewenst.”
Verschillende normen
Als je tegen een dilemma aanloopt, zou je vooraf kunnen informeren bij het CVSN voor je een sporter doorstuurt, vertelt Miriam. “Of je kunt samen met de sporter bellen. Een casemanager kan dan al een dossier maken. Is het een heftig geval, dan moet je snel zorgen dat iemand op het goede pad komt naar hulp. Bij zware situaties kan de zedenpolitie er aan te pas komen. Die kennen wij en daar werken we goed mee samen.” Een masseur van een amateurclub zal vaak andere dingen tegenkomen dan een die betrokken is bij een topsportteam. “Hoe hoger het niveau, hoe vaker een coach wordt genoemd als het gaat over grensoverschrijdend gedrag”, merkt Miriam op. “In de sport gebeuren dezelfde dingen als in de hele maatschappij, maar de sport lijkt het anders te normeren. Als er vanaf de kant geroepen wordt ‘lopen, dikke deur’, dan gaat dat nog weleens onder de noemer ‘alles voor het team’. Terwijl dat in een managementoverleg echt niet zou kunnen. Het is situationeel wat we ergens van vinden. Een scheldende trainer is een motivator, een scheldende gymleerkracht is ongewenst. Op school, bij de opvang, overal wordt het kind beschermd. En als het dan gaat sporten,
35 www.allesovermassage.nl
zijn er blijkbaar andere normen die we toepassen als maatschappij.” Masseurs die bij een sportteam rondlopen, kunnen observeren. ‘”Ze kunnen alert zijn. ‘Ik loop daar rond en er hangt geen fijne sfeer.’ Misschien hebben wij ook zo’n signaal al lopen.”
In vertrouwen behandeld
Hoewel het CVSN nauwe contacten heeft met de verschillende instanties en over een groot netwerk beschikt, handelt het niet altijd op dezelfde manier. “Als je bijvoorbeeld naar de bond belt, heeft die een actieverplichting. Bij ons kan het een beetje vaag zijn. We laten in overleg met de melder dingen soms een periode liggen, om te kijken hoe het zich ontwikkelt. Is er iemand in gevaar, dan wordt er natuurlijk meteen gehandeld waarbij de melder altijd zelf de regie behoudt.” Heb je een vermoeden of bewijs van doping of matchfixing? Miriam: “Altijd bellen met het CVSN. De dopingautoriteit zal meteen een onderzoek (moeten) instellen. Wij kijken met je mee. Wat is je situatie? Wij bellen de instanties, maar houden voor ons van wie we de signalen hebben gekregen. Maak je je zorgen? Heb je iets gehoord? Zit er iemand in de knel? Ben je zelf aangesproken? Is er geld geboden? Wat is de fysieke toestand van de sporter? Neem contact met ons op. Wij hebben het hele netwerk: politie, hulpverlening enzovoort. Misschien bieden we handvatten waar je zelf iets mee kan. Een weekje later bellen we terug en kijken we hoe het gaat. Alles wordt in vertrouwen behandeld. Bel liever een keer te vaak dan te weinig. Wij zijn er voor.” ●
FOTO: WICKIE GIALAMATZIST
Hoe werkt het Centrum Veilige Sport Nederland?
Het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) is een punt waar signalen uit de sportwereld besproken kunnen worden. Het CVSN beschikt over een groot aantal vertrouwenspersonen die een begeleidende rol spelen in het omgaan met incidenten, met zowel slachtoffers als beschuldigden. De organisatie heeft een groot netwerk van hulpverleners en wetshandhavers. Melden of een signaal afgeven kan ook anoniem via chatsysteem SpeakUp. Iedereen die betrokken is bij een sport die valt onder sportkoepel NOC*NSF, kan melding maken bij het CVSN. Onderwerpen die gemeld kunnen worden, zijn zaken als seksuele intimidatie en misbruik, discriminatie, pesten, uitsluiting, intimidatie en machtsmisbruik, matchfixing, en doping- en middelengebruik. Weliswaar is het CVSN onderdeel van NOC*NSF, maar er is intern een scheidslijn, vertelt Miriam Reijnen. “Er is een professioneel statuut opgesteld waarin staat dat de directie geen inzage in de dossiers heeft en ze ook niet mag opvragen. Bij een hoger sportniveau zie je nog weleens terughoudendheid om te melden vanwege het NOC, maar dat is in deze compleet gescheiden.”