5 minute read
Dubbelleven Monique van Haren
Doktersassistente en masseur Monique van Haren “ALS DOKTERSASSISTENT KRIJG IK DE VRIJHEID OM MIJN KENNIS TE GEBRUIKEN”
Door Lisa Deen Beeld Orange Pictures
De een vliegt de hele wereld over als purser, de ander is rechter en de derde is lerares op een basisschool. Allemaal hebben ze één ding gemeen: ze zijn ook masseur. In de rubriek ‘Dubbelleven’ vertellen leden over hun beide passies. Hoe combineren ze hun twee beroepen en wat is daar zo leuk aan? Deze keer: Monique van Haren (57) uit Loo (Duiven). Zij is masseur en doktersassistente bij GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA).
Hoe ziet een gemiddelde week er voor jou uit, Monique?
“Ik ben in dienst van de GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA), zij leveren huisartsenzorg voor asielzoekers. Ik werk drie dagen per week als doktersassistente bij asielzoekerscentra. Het is een bijzondere werkomgeving die goed bij mij past. Voor mij is het een voorrecht om te kunnen praten met mensen uit zoveel verschillende culturen. Daarnaast heb ik een eigen praktijk, Krachtig Sport- en Wellnessmassage op Maat. Mijn klantenbestand is niet enorm groot, maar in mijn praktijk werk ik voornamelijk in de avonden of op de zaterdag. Ook ben ik vrijwilliger bij Sportvereniging Loo en Sportvereniging Spero, waar ik op vaste avonden actief ben als sportmasseur. Zo nodig help ik ook bij de jeugdopleiding
van De Graafschap. Het is best een druk schema, maar ik vind het vooral heel leuk. In de vrije tijd die ik over heb zet ik me daarnaast graag in voor goede doelen en sportfestiviteiten.”
Hoe is de combinatie van beide beroepen ontstaan?
“Ik ben in 1999 in het ziekenhuis begonnen. Omdat ik iemand ben die graag van alles leert, heb ik op veel verschillende afdelingen gewerkt. Op een bepaald punt dacht ik: ik wil verder. Ik houd van de medische wereld. Daarom wilde ik iets leren wat ik buiten mijn ziekenhuiswerk kon gaan doen en wat ook medisch is. Zodoende ben ik gestart met sportmassage."
43 www.allesovermassage.nl
Had je toen direct het idee om een eigen praktijk te beginnen?
“Eigenlijk heb ik daar destijds nooit echt over nagedacht. Ik ben er gewoon mee begonnen en wilde me inzetten voor een leuke sportvereniging. Totdat verschillende mensen me vroegen of het niet een idee was om een eigen bedrijfje te starten. Uiteindelijk heb ik dat gedaan: ik had niets te verliezen.”
In hoeverre versterken de beide beroepen elkaar?
“In de asielzoekerscentra werk ik als doktersassistente en werk ik samen met de verpleegkundigen en huisartsen. Ik doe triage en ik merk dat ik door mijn kennis en achtergrond vaak al andere vragen stel aan mensen die bijvoorbeeld binnenkomen met hoofd- en rugklachten. Vaak gebeurt het dat mensen met dat soort klachten het advies krijgen om maar even een pilletje te slikken en wat oefeningetjes te doen. Maar dat helpt niet op de lange termijn. Ik ga er meestal goed voor zitten, bespreek met de mensen hoe we er samen voor kunnen zorgen dat de klachten verdwijnen. Als je er iets meer de tijd voor neemt, merk je ook al gauw dat mensen gemotiveerd raken om aan hun herstel te werken. Als doktersassistente geef ik voornamelijk adviezen, maar het komt ook wel eens voor dat ik wat mobilisatie doe. Het feit dat ik de vrijheid krijg om mijn kennis te gebruiken maakt het enorm leuk.”
Je wekelijkse programma is best vol. Hoe is de balans tussen werk en privé?
“Ik ben altijd heel enthousiast, ga overal volledig voor. Dat kan een struikelblok zijn. Wat dat betreft vind ik het fijn als ik structuur heb. Ik heb vaste dagen in het asielzoekerscentrum en probeer ook duidelijke afspraken te maken bij de sportverenigingen. Op de donderdag heb ik bijvoorbeeld altijd gewoon een dag voor mezelf. Daarnaast heb ik mijn man achter me staan die me waar nodig afremt als hij merkt dat het te veel wordt. Het belangrijkste is vooral dat ik energie krijg van de dingen die ik doe. Naast mijn werk geniet ik er ook van om lekker hard te lopen en probeer ik gezond te eten en te leven.”
Wat maakt de combinatie van je beroepen zo leuk?
“Vooral het feit dat het allemaal goed bij elkaar past. Het is medisch, ik werk met mensen. Daar geniet ik van. Als sportmasseur ga ik zelf met een patiënt aan de slag om ze te helpen. Ik wil mensen tevreden en klachtenvrij zien weggaan. Daarnaast vind ik het enorm leuk om uit te vinden wat er precies aan de hand is, wat de klachten exact zijn. Om als een soort Sherlock Holmes op onderzoek uit te gaan vind ik superinteressant. Ik heb 23 jaar hoorn en bugel gespeeld in een orkest en uiteindelijk de keuze gemaakt om mijn energie te steken in de sportmassage. Ik merkte dat ik daar gelukkiger van werd. De omgang met mensen, het menselijke contact en het medische gedeelte: dat is wat ik het mooiste vind in mijn werk. Wat dat betreft is het echt een goede stap geweest. Het werk hoort gewoon bij me. Ik wil er voor de mensen zijn.”
Waar zie jij jezelf over een jaar of vijf?
“Ik heb nog steeds het idee dat de combinatie van mijn twee beroepen een ideale is. Het leuke is dat ik in mijn beroepen nooit ben uitgeleerd. Als sportmasseur vallen er nog allerlei technieken te leren en dat houdt het uitdagend. Ik zou het leuk vinden om uiteindelijk misschien bij een bedrijf of een verzorgingstehuis aan de slag te gaan als masseur. Vlak voor de coronapandemie had ik al wat contact gezocht, maar nu is dat toch wat lastiger allemaal. In de toekomst wil ik wellicht een dag minder als doktersassistente werken zodat ik me dan wat meer kan focussen op de (sport)massage.” ●
45 www.allesovermassage.nl