5 minute read

Zo voldoe je als vereniging aan de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen

Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen: zo voldoe je hier als vereniging aan

Voor bv’s en nv’s bestonden al wettelijke regels voor bestuur en toezicht, maar met de komst van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) zijn deze regels ook van toepassing op verenigingen en stichtingen. Door verenigingen onder andere in de statuten te laten vastleggen hoe zij moeten handelen wanneer het zittende bestuur niet meer actief kan zijn, wil de overheid voorkomen dat verenigingen en stichtingen de dupe worden van (financieel) wanbestuur of misbruik van posities. Arthur van der Hoeff, voorzitter van de Nederlandse Stichting voor Vereniging en Recht, legt uit wat de WBTR voor tennis- en padelverenigingen inhoudt en hoe zij hieraan kunnen voldoen. Middels modelstatuten, een stappenplan en handige handvatten biedt de KNLTB verenigingen hierbij een helpende hand.

@ Luc Keersmaekers

Sportverenigingen en hun bestuurders worden al enige tijd regelmatig geattendeerd op de inwerkingtreding van de WBTR. Veel mensen krijgen de indruk dat het om een compleet nieuwe wet gaat, maar dat is niet het geval. Wel moeten verenigingen een aantal zaken gaan regelen. “De WBTR is een aanvulling op een bestaande wet”, aldus Van der Hoeff. “Die aanvulling bestaat voor verenigingen uit een aantal extra bepalingen, bijvoorbeeld over het risico op bestuurdersaansprakelijkheid wanneer je je zaken niet op orde hebt. Die risico’s waren er altijd al en zijn niet groter geworden, maar ze zijn in de WBTR alleen duidelijker vastgelegd. Daarmee wil ik ontzenuwen dat de WBTR een enorme verandering is. Dat is niet zo, maar natuurlijk is de WBTR wél iets waar het bestuur van een vereniging zich bewust van moet zijn en mee aan de slag moet. Er is niet voor niets veel aandacht voor.”

Behoorlijk bestuur, tegenstrijdig belang

Wat houdt de WBTR dan precies in voor tennis- en padelverenigingen? Van der Hoeff licht de twee belangrijkste punten toe. Allereerst: het ‘behoorlijk bestuur’. “Dat begrip is de kern van de WBTR. Als

je ‘behoorlijk bestuurt’, voorkom je dat je als bestuurder aansprakelijk wordt gesteld. In de WBTR wordt duidelijker gemaakt wat behoorlijk bestuur inhoudt. Het belangrijkste is dat je altijd het belang van de vereniging boven je eigen belang moet stellen. Als blijkt dat je dit niet hebt gedaan en daarmee schade hebt berokkend aan de leden of de vereniging, is dat een grond voor bestuurdersaansprakelijkheid. Als je dus een persoonlijk belang hebt dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging, mag je als bestuurder even niet meedoen. Dan moet je je onthouden van de vergadering en de besluitvorming.” Weigert de bestuurder zich in zo’n geval te onthouden van de vergadering en de besluitvorming, dan blijft het besluit staan tenzij iemand naar de rechter stapt.

Van der Hoef: “Iedere bestuurder moet daarom tijdig melden welke nevenwerkzaamheden hij of zij doet, zodat de rest van het bestuur hiervan op de hoogte is. Zij kunnen dan aangeven wanneer ze denken dat er sprake is van belangenverstrengeling. Met de WBTR worden de persoonlijke belangen transparanter, om deze belangenverstrengeling te voorkomen. Als je dit doet, je boekhouding op

“De WBTR is geen enorme verandering, maar het is wél iets waar het bestuur van een vereniging zich bewust van moet zijn en mee aan de slag moet”

– Arthur van der Hoeff

orde hebt en dus behoorlijk bestuur voert, voorkom je dat je als bestuurder direct aansprakelijk wordt gesteld in het geval van bijvoorbeeld een faillissement van de vereniging.”

Statutenwijziging, ontstentenis en belet

Behalve het ‘behoorlijk bestuur’ dat in de WBTR zwart-op-wit staat, verplicht de wet ook dat iedere vereniging één extra bepaling in de statuten opneemt. In deze bepaling moet staan hoe de vereniging handelt wanneer het zittende bestuur, om welke reden dan ook, plotseling niet meer actief kan zijn. “Dat komt vaker voor dan je denkt”, legt Van der Hoeff uit. “Dat kan door een ruzie komen of wanneer er sprake is van kasroof, waardoor het bestuur geschorst wordt. Soms zijn er ook gewoon te weinig bestuurders, omdat enkelen er na een jarenlange bestuursfunctie toch echt een keer mee stoppen. Wanneer er tijdelijk geen bestuur is, noemen we dat ‘belet’. Als er helemaal geen bestuur meer is, heet dat ‘ontstentenis’. In beide gevallen wil je natuurlijk voorkomen dat je vereniging stuurloos raakt. Daarom noteer je in de statuten bijvoorbeeld dat je een schaduwbestuur hebt benoemd, een zogeheten continuïteitscommissie. Daarin zitten dan oud-bestuurders of anderen met bestuurderskwaliteiten, die de boel kunnen opvangen als dat nodig is. De gewijzigde statuten moet je wel eerst door de algemene ledenvergadering laten goedkeuren en vervolgens laten bekrachtigen door de notaris, maar dat hoeft niet vóór 1 juli 2021 [wanneer de WBTR in werking treedt, red.] te gebeuren. Dit kan gewoon bij de eerstvolgende statutenwijzigingen van de vereniging.”

“Met de WBTR worden de persoonlijke belangen transparanter en kan belangenverstrengeling worden voorkomen”

Actiepunten

Er zijn enkele stappen die je als tennis- en padelvereniging moet zetten om aan de WBTR te voldoen:

1. denk na over de inrichting van je vereniging; 2. wijzig je statuten, maak gebruik van de modelstatuten van de KNLTB; 3. handel als ‘behoorlijk bestuur’ aan de hand van de maatregelen/handvatten die je terugvindt op Centrecourt.nl.

Kijk op Centrecourt.nl/wbtr voor meer informatie over alle wijzigingen en de (praktische) implementatie van de WBTR.

Ondersteuning vanuit de KNLTB

Voldoen aan ‘behoorlijk bestuur’ en de statuten wijzigen – dat zijn dus de twee voornaamste zaken die tennis- en padelverenigingen moeten aanpakken om te voldoen aan de WBTR. Veel specifieke kennis van verzekeringen, het recht of administratie heb je daar als bestuurder niet voor nodig. Het is belangrijk om na te denken over een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, welke de KNLTB via VLC & Partners aanbiedt. Hierover lees je meer in de rubriek Partner in Beeld over VLC & Partners (zie pagina 64-65 van dit magazine). De KNLTB heeft ook een stappenplan opgesteld en modelstatuten beschikbaar gesteld, die je een-op-een kunt overnemen. Op Centrecourt.nl/wbtr worden de belangrijkste wijzigingen toegelicht en ook heeft de bond een handige lijst met handvatten opgesteld, om te checken hoe goed jouw vereniging al bestuurt. “Tennis- en padelverenigingen hoeven het echt niet allemaal zelf te bedenken”, aldus Van der Hoeff. “Daarom is het helemaal niet lastig om te voldoen aan de WBTR, je wordt er goed doorheen geloodst.” Al met al ziet Van der Hoeff de invoering van de WBTR voor verenigingen en stichtingen als een goede zaak. “Het vergroot het bewustzijn van wat goed besturen inhoudt en bevat geen rare bepalingen die verenigingen belemmeren. De WBTR bevat eisen waaraan je meestal al voldoet als je een goed bestuur voert, alleen staat het er nu wat duidelijker wanneer je het niet goed doet. Daarmee verkleinen we de kans dat verenigingen ten onder gaan aan wanbestuur of misbruik van posities.”

“Tennis- en padelverenigingen hoeven het echt niet allemaal zelf te bedenken, je wordt er goed doorheen geloodst”

– Arthur van der Hoeff

This article is from: