Dossier

Page 1

COLUMN DOSSIER

SER ENERGIEAKKOORD VOOR DUURZAME GROEI:

OP WEG NAAR EEN SCHONE TOEKOMST

DOSSIER: MOBILITEIT EN DE TOEKOMST 95 najaar 2014 - p15


Het Energieakkoord voor duurzame groei ligt op koers. Sinds het akkoord in september vorig jaar is gesloten, is er hard gewerkt aan de uit­voering van afspraken. Dat heeft ertoe geleid dat 139 van de 159 afspraken inmiddels zijn opgetuigd, zo staat te lezen in de jaarlijkse voortgangsrapportage die ex-voorzitter Wiebe Draijer van de SER in juni ontving. Ook Mobiel Nederland heeft een belangrijke steen bijgedragen.

Tekst Rein de Ruiter Infographic uit Duurzaamheidsverslag 2013 ARN

Tevredenheid bij de Borgingscommissie Energieakkoord die onder voorzitterschap van Ed Nijpels de voortgang van de uitvoering van het energieakkoord in de gaten houdt. “Door de in gang gezette werkwijze is de weg terug afgesloten,” schrijft Nijpels in zijn aanbiedingsbrief. “Er is sprake van een onomkeerbaar proces dat mogelijkheden biedt voor innovatie, nieuwe investeringen en werkgelegenheidsgroei.” Nijpels en de commissieleden hebben alle redenen om tevreden te zijn met de resultaten die tot nu toe zijn bereikt. Want de doelen zijn even divers als de partijen die het akkoord hebben ondertekend en de materie is complex. Wat nodig is, is een doorbraak die Nederland definitief op het duurzame spoor zet. Maar hoe krijg je dat voor elkaar in een economie die verslaafd lijkt aan fossiele brandstoffen die niet alleen vervuilen, maar op den duur ook nog eens opraken? De partijen blijken een grote bereidheid te hebben om hier constructief over na te denken. Doel van de onderhandelingen voor het energieakkoord was om tot maatschappelijk breed gedragen afspraken te komen om de Nederlandse energiehuishouding drastisch te vergroenen. Want we hebben een grote achterstand in te halen op het gebied van duurzaamheid. Onder leiding van de Sociaal Economische Raad (SER), waar werkgevers, vakbonden en overheid traditioneel met elkaar polderen, werd een ingewikkelde puzzel gelegd om te vergroenen en tegelijk de economische groei aan te jagen en banen te stimuleren. Voor het eerst zaten naast de traditionele SER-partijen ook milieu- en andere maatschappelijke organisaties aan tafel. Het draagvlak moest zo breed mogelijk worden. Voor dat het akkoord was bereikt, werd menigmaal sceptisch gekeken naar de haalbaarheid ervan. Maar toen was daar in de zomer van 2013 ineens een energieakkoord; het eindstation van driekwart jaar praten. Het was knap werk van de SER. p16 - 95 najaar 2014

Nooit eerder tekenden zoveel verschillende partijen van Greenpeace tot VNO-NCW en 71 partijen die daartussen zitten een coherent document waarover ze daarna, in hun afzonderlijke persberichten, nog lovend waren ook. Daartoe behoorden ook 19 vertegenwoordigers (waaronder BOVAG, RAI Vereniging, FNV en Ministerie van Financiën) uit de sector Mobiliteit en Transport. Zij richtten zich onder voorzitterschap van Paul de Krom op het sluiten van een deelakkoord over de wijze waarop personen- en goederenvervoer zich duurzaam kan doorontwikkelen, gericht op groene groei en het bereiken van een significante CO2-reductie voor de sector Transport en Mobiliteit in 2050.

Ambitieus

De doelen die uiteindelijk in het SER Energieakkoord zijn geformuleerd waren ambitieus – zowel op korte als lange termijn - maar ondanks de voorspelde toename van verplaatsingen tot en met 2050 volgens de leden van de zogeheten ‘mobiliteitstafel’ weldegelijk haalbaar. Het primaire doel van de partijen uit de mobiliteit- en transportsector is om de uitstoot van broeikasgassen door de sector in te krimpen. De ambitie is dat in 2050 de broeikasgasemissie van de mobiliteit- en transportsector met minimaal 60 procent is gereduceerd ten opzichte van 1990. Er is ook nog een tussendoel: in 2030 mag de sector maximaal 25 Mton CO2 uitstoten, 17 procent minder dan in 1990. Binnen het akkoord werd ook overeengekomen dat alle personenauto’s die vanaf 2035 de Nederlandse showroom verlaten, in staat moeten zijn om emissievrij te rijden. Ook wensten de partijen een studie naar betalen voor het gebruik van een auto, in plaats van voor het bezit. De Nederlandse overheid heeft toegezegd zelf een steentje bij te dragen door in elk geval tot en met 2018 de verkoop u


COLUMN DOSSIER

Gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw verkochte personenauto's

BOVAG Truckdealers “BOVAG heeft graag input voor het Energieakkoord Aad Verkade geleverd. Wij nemen onze Manager verantwoording en onze BOVAG leden zijn zich ervan bewust Truckdealers dat we naar de toekomst moeten kijken. Wij vinden het energieakkoord belangrijk voor de mobiliteitsbranche. Er is, zeker bij ondernemers, een grote behoefte aan een consistent en coherent energie- en kli­ maatbeleid. En niet alleen om zo minder afhan­ kelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Maar ook door voorop te lopen met een consistent beleid wat betreft de duurzame groei zodat je daar ook aan kunt verdienen. BOVAG gaat voor die uitda­ ging. Onze leden kunnen een belangrijke rol spe­ len richting een duurzamer Nederland. We zijn al goed bezig geweest. Zo is de CO2-uitstoot van nieuwe auto’s en trucks fors verminderd en heb­ ben we de CO2-normen van 2015 al gehaald. BOVAG hoopt op een overheid die op lange ter­ mijn denkt. Want duurzaam gaat niet alleen over groen, maar ook over een realistisch toekomst­ beleid voor ondernemers. Daar kunnen onze leden hun investeringen namelijk op afstemmen. Een tankstationhouder gaat bijvoorbeeld pas serieus investeren in nieuwe pompen als hij weet hoe het rijk brandstoffen – al dan niet alternatief gaat belasten. We staan dus voor een eerlijke en transparante fiscale behandeling van alle brand­ stoffen. Daarbij zou het Rijk moeten uitgaan van wat de meest duurzame brandstoffen en pro­ ducten zijn in plaats van alleen maar te kijken naar wat er uit de uitlaat komt. Dat vraagt om goede normen omtrent duurzaamheid van brandstoffen: van de bron tot de recyclemoge­ lijkheden. Maar dat moet dan wel op Europees niveau gebeuren, want Nederland is geen eiland. Investeren in zekerheid voor ondernemers loont uiteindelijk. Daarnaast kan met ketenmo­ biliteit, het combineren van vervoers­mogelijk­ heden, schadelijke uitstoot worden verminderd. Door niet op één voertuig aangewezen te zijn, maar door mobiliteit op elkaar aan te laten slui­ ten. Wij hebben wel wat speerpunten voor de toekomst. Stop met de lappendeken van regel­ tjes die elke lokale overheid afzonderlijk lijkt in te voeren. En laten we meer over de grens kij­ ken. Duurzaamheid stopt niet bij een grenspost. Ik weet van mijn buitenlandse collega’s dat die bereidheid er is.” Bron: Mobiliteit in Cijfers Auto's 2014/2015, jaarlijkse publicatie van BOVAG en RAI Vereniging

Jaar CO2 gram/km

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

110

119

126

136

147

157

165

Bron: RDC|CBMI, RAI Vereniging

Index uitstoot schadelijke stoffen door het totale personenautopark per km (1990=100) 120

100 CO

2

80

60

40

CO NO

PM10

X

20 NMVOS 1990

1995

2000

2005

2010 2012

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

Elektrisch 0,63%

Aardgas 0,13%

Hybride 10,4%

LPG 0,50%

Personenautoregistraties (verkopen) naar brandstof in % Diesel 24,85%

Benzine 63,49%

95 najaar 2014 - p17 Bron: RDC|CBMI, RAI Vereniging


Recycling van niet verkochte onderdelen

Onderdelenverkoop door demontagebedrijven

82,9%

van de Nederlandse autowrakken wordt gemonitord.

Hergebruik door shreddderbedrijven shredderbedrijven winnen metalen terug t.b.v. de metaalverwerkende industrie.

Aluminium

Koper

IJzer

Onderzoek naar nieuwe toepassingen i.s.m. verschillende marktpartijen

In de pst-fabriek wordt shredderafval gescheiden voor hergebruik. Dit levert 4 hoofdstromen van grondstoffen op, die in verschillende afzetmarkten worden gebruikt voor het maken van nieuwe producten. p18 - 95 najaar 2014

Efficiency grondstofverbruik

95,9%

is nuttig toegepast

Grondstoffenrotonde

Grondstoffen

Textiel en vezels / Vloeistoffen / Metalen / Plastics / Banden / Zand / Accu / Glas


COLUMN DOSSIER

Bewustwording

Tools

Bewustwording is de eerste stap naar besparing en reductie van uitstoot.

Tools ontwikkelen voor mvo en duurzaamheid voor ondernemers. Reductie van gebruik grondstoffen en verbruik energie.

CO2-UITSTOOT

VAN

AMSTERDAM NAAR

UTRECHT

SER Energieakkoord 60% CO2-reductie in 2050 Gedrag

Gedrag van gebruiker leidt tot CO2-besparing (hnr). Reductie van 1 megaton CO2-uitstoot.

Innovatie

Proeftuinen demonstratieprojecten aangejaagd en gestimuleerd door overheid en geadapteerd door bedrijfsleven.

Resultaten

Inzet van alternatieve en slimmere mobiliteit.

Tools 2.0

95 najaar 2014 - p19


“Het streven is om nog dit jaar op deze wijze 300 ondernemingen te begeleiden”

van zeer schone voertuigen fiscaal te blijven stimuleren. Om de doelen te bereiken werd een aantal aangrijpingspunten benoemd: verhoging van de energie efficiëntie, vermindering van de behoefte aan mobiliteit en transport, een groter aandeel duurzame modaliteiten, de overgang naar nieuwe energiedragers, het doorvoeren van het principe de gebruiker/ vervuiler betaalt, effectief bron- en ruimtelijk beleid, effectief mobiliteitsmanagement en aansluiting bij de behoeften en beleving van gebruikers. Volgens de deelnemende partijen moeten deze aangrijpingspunten kansen bieden voor duurzame groei.

Noodzaak

De sector Mobiliteit en Transport was en is doordrongen van de noodzaak om deze ambitie waar te maken, voor onze kinderen en kinds kinderen. Maar een dergelijke missie slaagt alleen door nauwe samenwerking tussen en bundeling van krachten van alle betrokken partijen. Daarom werden afspraken gemaakt over langetermijnperspectieven en kortetermijnmaatregelen. Een aantal van die afspraken is sinds het uitkomen van het energieakkoord in de steigers gezet, blijkt uit de recente voortgangsrapportage.

Een belangrijk resultaat is bijvoorbeeld de zogeheten ‘Visie Brandstoffenmix’, die eind juni is gepresenteerd en waar meer dan honderd partijen uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, centrale en decentrale overheden en kennisinstellingen aan hebben gewerkt. Het visiedocument beschrijft hoe vervoersmiddelen efficiënter zijn te maken en welke duurzame brandstoffen op welk moment in de tijd ingezet moeten worden om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen uit het SER Energieakkoord. De vervolgstap op deze visie is het ontwikkelen van een actieplan. In dit plan worden concrete afspraken gemaakt over hoe de doelstellingen uit de visie gerealiseerd kunnen worden. Dit actieplan gaat dit najaar naar de regering. Maar meer plannen zijn inmiddels op stoom. Zo worden in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu bedrijven ondersteund bij het maken van een uitvoeringsplan om de CO2-reductie van hun personenmobiliteit met een vijfde terug te dringen. Het streven is om nog dit jaar op deze wijze 300 ondernemingen te begeleiden. Waarschijnlijk nog dit jaar gaat een langdurige campagne van start die tot doel heeft flexibel, duurzaam reisgedrag te bevorderen. Er is hierbij gekozen voor een serie deelcampagnes met concrete doelen. u

Argos “Argos is een onafhankelijke ‘downstream’ speler op de oliemarkt in Noord-West Europa. We zijn sinds 2006 pionier in biobrandstoffen en het mengen van biobrandstoffen met minerale olie. De markt voor biobrand­ stoffen blijft de komende jaren groeien nu de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie in veel lidstaten vertaald is naar nationale wetgeving, vaak met een groeiende bijmengverplichting voor biobrandstoffen in wegtransport. Nu al zit er gemiddeld genomen zo’n vijf procent biobrandstof in de diesel of benzine die je tankt; weinigen weten dat. Maar het moet beter en van die noodzaak is de samenleving zich bewust. De Eric van den Heuvel brandstofsector waarin Argos actief is, heeft impact op mens en milieu en de mogelijke effecten ervan Senior Project kunnen niet genegeerd worden. We zien onszelf als frontrunner op het gebied van duurzame brandstoffen. Manager Renewable We waren in 2006 de eerste marktpartij die FAME bij diesel mengde voordat dat werd voorgeschreven. Ook Fuels bij Argos maakten we als eerste bedrijf E85 beschikbaar, een mengsel van 85 procent ethanol en 15 procent benzine; biobrandstof werd toegankelijk gemaakt voor de eindconsument. Voor de invulling van de wettelijk bijmeng­ verplichting van diesel en benzine gebruiken we al jaren voornamelijk grondstoffen en reststromen die niet concurreren met de voedselketen en een zo hoog mogelijke CO2-reductie tot gevolg hebben. We blijven duurzaam denken zonder het commerciële aspect uit het oog te verliezen en zonder aan de functie van mobiliteit te tornen. Dat betekent een gezonde mix van gewone brandstoffen met biobrandstoffen. We blijven zoeken naar nieuwe biobrandstoffen die voor de bijmeng­ verplichting ingezet kunnen worden. Daarbij zou het niet onze voorkeur hebben dat de overheid stuurt met fiscale regels, maar door te sturen op de vermindering van CO2, en dan heb je een set van verschillende aandrijftechnieken, brandstoffen en mobiliteitsoplossingen nodig. We zijn er van overtuigd dat een gesubsidieerde plug-in elektrische auto in sommige gevallen onder aan de streep wel eens minder CO2reductie oplevert dan een niet-gesubsidieerde auto die op een brandstof met een hoog percentage biobrandstof zoals E85 loopt. Bijvoor­ beeld omdat de elektriciteit met steenkool is opgewekt of omdat er met zo’n auto meestal op benzine wordt gereden.”

p20 - 95 najaar 2014


COLUMN DOSSIER

Ondersteuning Tools, projecten en diensten die ondersteunen in het behalen van de doelstellingen uit het SER Energie­akkoord voor duurzame groei. PERSONENAUTO’S trend

2010

trendbreuk

2020

B/D

Personenauto

Personenauto

B/D

B/D

Personenauto

Personenauto (stedelijk/< 200 km*)

Personenauto

Personenauto

-66% (64 g/km) t.o.v. 2010

B/D

B/D

Personenauto

Personenauto

Personenauto

Personenauto

Personenauto (stedelijk/< 200 km*)

Personenauto (< 400 km*)

H

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Personenauto

Personenauto

2050

-44% (105 g/km) t.o.v. 2010

Uitstoot 188 g/km

B/D

2030

Personenauto

1 oktober 2013 Personenauto

Personenauto

Ontwikkelpad personenauto’s (pilots niet vermeld , * dagafstanden)

• Nederland Elektrisch en het Formule E-team, www.nederlandelektrisch.nl • Erkend Duurzaam, www.erkendduurzaam.nl • Het Nieuwe Rijden, www.hetnieuwerijden.nl • E10 check, www.jebentalsnelduurzaamopweg.nl • Versnellingsteam Duurzame Logistiek, www.versnellingsteamduurzamelogistiek.nl • Truck van de Toekomst, www.truckvandetoekomst.nl • 2BCycled Haalbaarheidsstudie Laadinfrastructuur­ fonds S-LIFE, s-life-project.eu • Informatieplatform IvDM.nl

Bron: deelrapport Duurzame Brandstofvisie met Lef, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

RAI Vereniging “De afgelopen maanden hebben we samen met ruim honderd partijen gewerkt aan het opstellen van de ‘Visie op de brandstoffenmix 2050’, een van de belangrijkste uitwerkingen van het SER Energieakkoord. RAI Vereniging en de leden die we vertegenwoordigen zijn daarbij zeer direct betrokken geweest. Het was opval­ lend dat er bij de ontwikkeling van het hoofdakkoord al een grote bereidheid was om over de eigen schaduw heen te kijken. Die bereidheid was er bij de uitwerking de afgelopen maanden nog steeds en dat heeft erin geresulteerd dat we in juni de visie klaar hadden. De conclusie is dat we alleen met een combinatie van effi­ Cees Boutens ciënte vervoersmiddelen en duurzame brandstoffen de reductiedoelstellingen behalen. Dus elektriciteit en Manager Strategie & waterstof waar mogelijk, hernieuwbaar gas en duurzame biobrandstoffen als overbrugging tussen het Public Affairs bij gebruik van fossiele olie en volledig hernieuwbare energiebronnen. Deze brede mix van brandstoffen en RAI Vereniging energiedragers ziet RAI Vereniging voorlopig als noodzakelijk, zonder de marktwerking en toekomstige ont­ wikkelingen uit het oog te verliezen. Het heeft iets onwezenlijks. Je bent met mensen die bezig zijn met budgetten van vandaag aan het praten over oplossingen in 2050 die er nog niet zijn en over producten die nog niet zijn ontwikkeld. Dus vooralsnog kijken we naar de producten die we al wel kennen. We moeten inzetten op zoveel mogelijk elektrificatie van de aandrijving, batterij-elektrisch dan wel met waterstof. De overige brandstofsporen, zoals groengas, moeten we vooral ook gebruiken en stimuleren, zolang elektrificatie nog geen volledige oplossing biedt. De leden van RAI Vereniging hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om elektrisch rijden met full electric en plug-in hybrid auto’s mogelijk te maken in Nederland. We blijven er graag aan meewerken om elke auto met een stekker zo veel mogelijk ook op stroom te laten rijden. De grootste uitdaging daarbij zien wij bij de werkgevers en werknemers, die hierover afspraken moeten maken. De vervolgstap op de brandstoffenvisie is een actieplan. Daarin staan concrete afspraken over hoe we de doelstellingen uit de visie kunnen realiseren. Het moet eind dit jaar klaar zijn.”

95 najaar 2014 - p21


De partijen die het Energieakkoord voor duurzame groei moeten uitwerken, vergelijken dat met het bouwen van een groot huis Daarnaast is er sinds het uitkomen van het energieakkoord een aantal Green Deals uitgevoerd. In een Green Deal probeert de overheid knelpunten weg te nemen om zo duurzame plannen die dreigen te stranden toch uit te voeren, bijvoorbeeld door wetten en regels te veranderen en geschikte samenwerkingspartners te vinden. Zo is deelname van Rijkswaterstaat aan de Green Deal Grond-Weg-Waterbouw gerealiseerd. In vervolgd op het energieakkoord gaat Rijkswaterstaat actief uitvoering geven door in projecten zaken als energiebesparing, leefbaarheid en beperking materialen en grondstoffen in een zo vroeg mogelijke fase mee te nemen. Een andere Green Deal is de CO2-reductie bij mobiele werktuigen die zich richt op het slimmer bedienen van mobiele werktuigen (vooral in de bouw) waardoor veel energie is te besparen. Voor de gehele branche kan dit jaarlijks 100 tot 190 miljoen liter dieselolie besparing opleveren, zo is de inschatting. Nog een opsteker: de besprekingen over de concrete invulling van de Green Deal Zero Emissie Stadsdistributie die voorziet in een aantal regionale pilots zijn in vergevorderd stadium. Met het oog op latere opschaling is een van de voorziene acties om per gemeente of regio Living Labs Zero Emission Stadslogistiek te ontwikkelen en uit te voeren. Iets minder voortvarend is het met de Green Deal Publiek toegankelijke oplaadstructuur gegaan. Die heeft volgens de voortgangsrapportage enige vertraging opgelopen, maar is nu ‘in een gevorderd stadium’. Deze Green Deal gaat over afspraken tussen publieke

en private partijen over de realisatie van een laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen waar iedereen elektriciteit kan ‘tanken’. Het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL), wordt opgericht zodra de Green Deal is getekend.

Huis

De partijen die het Energieakkoord voor duurzame groei moeten uitwerken, vergelijken dat met het bouwen van een groot huis. De fundering ligt inmiddels en de randvoorwaarden om het huis te voltooien zijn nu dus gereed. De komende jaren werken de partijen aan de inrichting van de kamers van het huis: zichtbare resultaten en effecten van het Energieakkoord op onze leefomgeving, economie en werkgelegenheid. Natuurlijk zijn er nog wel een paar hordes te nemen. Het ontwikkelen van een Europees energiebeleid bijvoorbeeld. “De netwerken in Europa moeten massaal met elkaar verbonden worden en het is belangrijk dat we werken aan harmonisering van subsidieregelingen in Europa, waarmee landen elkaar nu soms beconcurreren”, meent borgingscommissievoorzitter Nijpels. In 2016 is er een formeel evaluatiemoment. Dan zal blijken of de inspanningen voldoende zijn om de doelstellingen te halen. Mocht dat niet het geval zijn, dan hebben partijen van het energieakkoord vorig jaar al besloten extra maatregelen te nemen om de afgesproken doelstellingen te realiseren. t

IvDM “Het Instituut voor Duurzame Mobiliteit is opgericht dóór de mobiliteitssector en vóór de mobiliteitssector. Wij proberen samen met de branche een steentje bij te dragen aan een verdere verduurzaming van onze mobiliteit. Het doel van het IvDM is onze partners in staat te stellen duurzaam te opereren. Duurzaamheid is overigens een breed begrip en er zijn veel indicatoren. Als je kijkt naar de CO2-uitstoot van voertuigen per kilometer, dan is die de laatste jaren behoorlijk verminderd. En zo zijn er meer indicatoren die we ieder jaar monitoren, verzaJos van den Broek melen en via ons platform www.ivdm.nl ook delen met de markt. Met deze gegevens onder de arm gaan we met Manager van het de partijen in gesprek, maken we concrete afspraken over de doelen en bespreken we de volgende stappen die Instituut voor we gaan zetten. Ik ervaar het als uitermate positief dat er de laatste jaren steeds meer bereidwilligheid is bij de Duurzame Mobiliteit sector, bij ondernemers én bij de overheid om samen op te trekken voor een duurzamer mobiliteit. De realisatie (IvDM) van het energieakkoord en de voortgang van de uitwerking hiervan is daar een mooi voorbeeld van. Natuurlijk hebben de partijen wel eens eigen belangen, maar ik zie dat juist als een uitdaging waar wij bij het instituut vol voor gaan. Voor een goede discussie moet je niet willen weglopen; uiteindelijk moeten we samen door de branding heen voor een wereld die duurzamer is. Zonder mobiliteit staat alles stil en duurzaamheid is een cruciale randvoorwaarde voor een verantwoorde en succesvolle toekomst. Ik zie duurzaamheid dus niet als een hype die voorbij gaat, maar noodzakelijk voor een klantgerichte, rendabele bedrijfsvoering. Dit biedt volop kansen voor Mobiel Nederland. Het IvDM zet zich daar graag voor in.”

p22 - 95 najaar 2014


COLUMN DOSSIER

DNV GL “DNV GL levert wereldwijd onafhankelijk, deskundig advies- en certificeringsdiensten aan onder andere de maritieme, olie, gas en elektriciteitssector. Als technisch adviseur onderzoeken we samen met ARN of gebruikte Li-ion batterijen uit hybride of elektrische auto’s nog zijn in te zetten in het Nederlandse elektriciteitsnet, voor de opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit. In het energieakkoord zijn de behoeften voor verduurzaming van de energie- en mobiliteitssector vertaald in concrete doelstellingen. Elektrisch rijden is een mogelijkheid voor verduurzaming van de mobiliteitssector – de meeste autofabrikanten doen daar al aan. Zon en wind zorgen voor duurzame opwekking van elektriciteit. Bart in ’t Groen Echter, om deze vormen van duurzame energie grootschalig op het net aan te sluiten en in te passen, is Consultant New het nodig de opgewekte elektriciteit tijdelijk op te kunnen slaan. Daarmee komen batterijen uit elektrisch Energy Technologies aangedreven voertuigen in beeld. Als de actieradius van de batterijen met 20 tot 30 procent is afgenomen, bij DNV GL worden de meeste batterijen afgedankt. Maar ze zijn dan nog wel te gebruiken om zon- en windenergie in op te slaan. Zo kunnen deze batterijen een tweede leven krijgen. Het onderzoeken van de ‘gezondheidsstatus’ van de batterijpacks is onze taak. We weten dat batterijen uit een hybride of elektrische auto langer meegaan dan menigeen denkt. De batterijen met een tweede leven hebben vaak ook nog een restwaarde, wat zowel gunstig is voor de prijs van elektrisch rijden, als voor energie­opslag van duurzame elektriciteit. Momenteel werken we toe naar een proefopstelling die we voor het einde van dit jaar willen uit­ voeren, samen met ARN, de Hogeschool van Arnhem & Nijmegen, de Technische Universiteit Eindhoven en netbeheerder Alliander. Daarvoor moet nog een aantal zaken worden onderzocht waarna we de conclusies in een protocol vatten. Afgezien van de technische haalbaarheid moeten we bijvoorbeeld bekijken of hergebruik van accupacks juridisch mogelijk is en of er voldoende voordelen zijn voor het milieu. Feit blijft dat het zonde lijkt om Li-ion accu’s te recyclen als ze nog prima dienst kunnen doen in een andere toepassing.”

Ames Autobedrijf “Ames Autobedrijf – onderdeel van Amega - is een familiebedrijf met historie. Zelf verwoorden we onze missie zo: ‘Totale mobiliteitsoplossingen aanbieden, gericht op het minimaliseren van de impact op het milieu, zon­ der de duurzaamheid binnen onze eigen organisatie uit het oog te verliezen’. We brengen deze missie dage­ lijks in praktijk. In al onze vestigingen – dat zijn er inmiddels tien - staat duurzaamheid centraal. Wij zien het als onze bijdrage aan het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en voeren dit op alle niveaus door; van de showroom tot de werkplaats en op kantoor. Duurzaamheid gaat over onze producten en diensten, maar Niels ter Brake ook over onze eigen impact op de maatschappij. De focus van onze duurzaamheidsactiviteiten liggen op het Directeur Amega milieu. De auto is onlosmakelijk verbonden met de brandstof die erin gaat en de emissies die eruit komen. Groep BV Duurzame mobiliteit gaat over het reduceren van emissies in de keten. Je kan de ontwikkelingen van nieuwe technieken in de autobranche niet meer loskoppelen van de ontwikkelingen van alternatieve brandstoffen. Als we de totale emissies willen reduceren, moeten we samenwerken in de keten. In 2012 zijn wij gestart om duurzaamheid verder te professionaliseren. We deden al veel, maar we wilden meer. Hiervoor hebben we een externe expert op duurzaamheid aangenomen en hebben we vervolgens onze marsroute en de bijbeho­ rende doelstellingen bepaald. Het personeel speelt een grote rol; zij moeten per slot van rekening het beleid uitvoeren. Daarom is er ook een stuurgroep opgericht, waarin per vestiging een manager vertegenwoordigd is om het vastgestelde beleid door te voeren en nieuwe activitei­ ten te ontplooien. Het levert nu al resultaten op. Zo zijn we Erkend Duurzaam gecertificeerd en reduceren we ons energieverbruik, bijvoor­ beeld met een efficiënt lichtplan. Daarnaast kopen we 100% groene stroom in. Neem ons afval. Door dat optimaal te scheiden, kost het ophalen ons haast geen geld meer. Sterker nog: we verdienen op sommige vestigingen al aan afval. Zo zijn onze verdiensten niet alleen goed voor het milieu, maar is het ook commercieel aantrekkelijk om duurzaam te ondernemen.”

95 najaar 2014 - p23


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.