S1#1 Master interieurarchitectuur
Wonen in de ecokathedraal
Gastdocent: Rob Hendriks
ArtEZ hogeschool voor de kunsten
[C]r
Corpo-reality staat voor de inhoudelijke benadering van het onderwijsprogramma van de masteropleiding interieurarchitectuur van ArtEZ. Het verwijst naar onze verantwoordelijkheid als interieurarchitect voor de vormgeving van ruimtes waar mensen in leven en werken. De drie dimensies lichamelijk, sociaal en reflectief liggen aan de basis van de invulling van het onderwijsprogramma: De lichamelijke dimensie Ons lichaam gaat direct een relatie aan met iedere ruimte waarin we ons bevinden. Het is de taak van de interieurarchitect om de aspecten van de ruimtelijke ervaring en de omgeving te bespelen. De sociale dimensie Ruimtes waarin je leeft en werkt deel je met andere mensen. De manier waarop je met elkaar functioneert, wordt beïnvloed door de vormgeving van deze ruimte. De reflectieve dimensie Veel ruimtes worden door grote groepen gebruikt of bezocht. De interieurarchitect heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid die verder gaat dan de oplossing voor de vraag van de opdrachtgever. In de ontwerpprojecten van de studio’s komt voornamelijk de lichamelijke dimensie aan bod. Aan de hand van twee thema’s, stromen en verblijven, die wisselend worden ingezet, worden de onderwerpen van de ateliers bepaald. In het thema stromen passen bijvoorbeeld openbare ruimtes, waar veel mensen komen en weer weggaan. Denk aan de vertrekhal van Schiphol of grote overdekte winkelcentra. Verblijven gaat over plekken en ruimtes waar mensen meer tijd door brengen, zoals verpleeghuizen, woonhuizen, kantoren of kinderdagverblijven. Het doen van onderzoek is ook in de ontwerpprojecten een belangrijk onderdeel: onderzoekend ontwerpen en ontwerpend onderzoeken.
Docenten in de ontwerpstudio zijn (interieur-)architecten die in de praktijk werken aan (inter-)nationale opgaves. Bij de ontwerpprojecten leren studenten op die manier verschillende ontwerpbenaderingen kennen. Ingrid van Zanten coordinator InterieurArchitectuur E i.vanzanten@artez.nl
Rob Hendriks Geboren : 04.04.64
Studie(s): HTS Bouwkunde (2 jaar), TU Delft (1990 afgestudeerd)
Momenteel bezig met: een boerderij in de uiterwaarden van de IJssel, een studentenunit van beton, de tijd na de crisis en de rol van de architect
Ontwerpvisie: de architect geeft vorm aan het verhaal van de bewoner Contact: www.daad.nl In deze ontwerpstudio, met als thema hergebruik, werden mogelijkheden verkend om van een gebouwde ruimtelijke structuur bruikbare gebruiksruimte te maken, met bijzondere kwaliteiten.
De afgelopen decennia hebben we in Nederland veel meer meters gebouwd dan we kunnen vullen met gebruik. Zo staat momenteel 6 miljoen m2 kantoor leeg, wordt er geen bedrijventerrein meer aangelegd en is de woningbouw nagenoeg stilgevallen. Deels zullen deze ontwikkelingen crisis gerelateerd zijn, maar de algemene verwachting is dat na een mogelijke korte opleving de teneur van krimpende nieuwbouwbehoefte tot 2030 stevig zal doorzetten. Dit heeft te maken met stagnatie in bevolkings- en welvaartsgroei. Tegelijkertijd hebben we jarenlang technisch zo goed gebouwd dat de huidige gebouwenvoorraad nog decennia meekan. Wel zullen de eisen die we aan de gebouwen stellen veranderen. De hele bouwopgave verschuift hiermee van nieuwbouw naar transformatie. Voor een deel zal dit werkzaamheden opleveren waarvoor nauwelijks een ontwerper behoeft te worden ingeschakeld; groot onderhoud dat de aannemer prima kan doen. Aan de andere kant van het spectrum staan de monumenten die dankzij hun bijzondere en erkende kwaliteiten gekoesterd worden. Bij de transformatie of restauratie van deze gebouwen zullen gespecialiseerde (interieur-) architecten ingeschakeld worden. Tussen deze uitersten bevinden zich tal van gebouwen waarbij de opgave lastiger is. Gebouwen die kwaliteiten missen om ze te laten voldoen aan bv nieuwe bouwfysische of gebruikseisen.
Gebouwen die niet eenvoudig tot nieuwbouwniveau zijn op te krikken en/of gebouwen waarvoor het lastig is een nieuwe functie te bedenken. Wie slimme voorstellen kan bedenken voor deze groep gebouwen heeft de komende jaren een architectuurpraktijk. Om gevraagd te worden zal het voor de (interieur-)architect absoluut noodzakelijk zijn zijn/haar meerwaarde in een project aan te tonen. Mogelijk is deze meerwaarde te vinden in een combinatie van ruimtelijke, technische en financiĂŤle vondsten om een gebouw opnieuw bruikbaar te maken.
4
Mijns inziens ligt de nadruk bij de huidige opgaven eenzijdig op het op nieuwbouwniveau krijgen van de bestaande voorraad. Waarbij we alle problemen van bouwfysische aard technisch moeten zien op te lossen. Een ontwerphouding waarbij het bestaande in takt gelaten wordt en er middels toevoegingen, die wel aan de nieuwbouweisen voldoen, ruimte wordt gemaakt voor nieuwe functies, omzeilt dit technische vraagstuk. De bestaande structuur wordt dan hergebruikt op de punten waar hij sterk is. Deze kwaliteiten hoeven dan niet meer door de nieuwbouw geleverd te worden. Bovendien levert een dergelijke benadering letterlijk ruimte voor andere gebruiksvormen, namelijk de tussenruimte tussen de bestaande structuur en de nieuwbouwelementen. Indien we in staat zouden zijn deze tussenruimten te leren waarderen en een instrumentarium te ontwikkelen om hen ook in de exploitatie van het gebouw een nut te geven, dan kan er op een heel andere manier naar de transformatie van de bestaande gebouwenvoorraad gekeken gaan worden. Dit ontwer-
patelier doet een poging dit instrumentarium te ontwikkelen. Daartoe maken we gebruik van een gebouwde structuur die enerzijds zo weinig gebouw is dat we er met een grote mate van vrijheid in kunnen werken en anderzijds zo dwingend is in zijn aanwezigheid dat elke student gedwongen wordt een uiterst scherpe ontwerphouding aan te nemen. De ecokathedraal van Louis le Roy is een gebouwde structuur die aan deze eisen voldoet. De opgave in deze ontwerpstudio was de ecokathedraal tot een bewoonbare ruimte te maken. De transformatie van een hoop stenen. Grondlegger le Roy sprak altijd van een fundament; de studenten voegen een volgende laag in de tijd toe, die van een beleefbare en bruikbare ruimte. Welke worden als de meest kenmerkende eigenschappen van de ecokathedraal gezien? En hoe kunnen die behouden blijven of versterkt worden? Welke verhouding kiezen zij t.a.v. het fundament? Hoe zichtbaar/onzichtbaar is de ingreep? Hoe verhouden de voorstellen zich onderling? Welke mogelijkheden liggen er verscholen in bouwen als uithollen? Welke zintuiglijke belevingen staan centraal in het ontwerp? In een periode van 7 weken hebben de studenten kennis gemaakt met verschillende aspecten van transformatieopgaven. De keuze voor een terrein/structuur i.p.v. een gebouw om de transformatieopgave op uit te voeren bleek een gelukkige. Elke student heeft zich op zijn/haar persoonlijke wijze een houding gevormd t.o.v. het werk van le Roy. Met verschillende achtergronden en opleidingen hebben de studenten elk een stap voorwaarts in hun ontwikkeling gemaakt. De kleine groep, verschillende werkvormen en vele centrale besprekingen maakten een intensieve oefening mogelijk.
5
FUNDAMENTUM Jamie Bunnik
Het gebied van de ecokathedraal wordt langzaam gevuld met opstapelingen van oude stenen. Elke keer wanneer je er terug komt is er weer verder gebouwd en is er meer hoogte en vorm ingekomen. Ik vind het mooi dat le Roys zo duidelijk een standpunt weet in te nemen en door te zetten. Want uiteindelijk is de natuur inderdaad degene die de cultuur over neemt. Met ons bouwen kunnen wij die natuur alleen wel een beetje sturen. Dat is ook wat ik heb willen doen met mijn ontwerp. Iets blijft niet onaangetast en dan kun je er beter rekening mee houden of ruimte voor bieden dan het ontkennen of tegen proberen te gaan. Wij zijn de enige die er ordening in kunnen aanbrengen want de natuur doet het met een vrije wil. Nu is het allemaal laten groeien voor mij niet een vorm van schoonheid, maar zie ik het wel als iets waarvan je de kracht kan gebruiken om te verstevigen.
Mijn concept is gebasseerd op een stukje wat le Roys zelf heeft geschreven. Namelijk dat hij hoopt dat de ecokathedraal ooit 200 meter hoog zal worden. Vandaar dat ik mijn ontwerp ook weer als fundament voor iets nieuws wil gaan zien. De oorsprong van het woord fundament komt van het Latijnse fundamentum, wat grondvesten betekent. Vandaar dat ik niet de breedte maar de hoogte in ben gegaan als of ik een fundament omdraai, wat van binnen ruimte schept om te leven. Deze compacte ruimte staat op verschillende plekken in het gebied en is voor de mensen die op het terrein werken, om op te warmen, te koken en slapen.
6
7
A gift at the end Mirna Koghee
Tijdens het bezichtigen van het terrein viel mij de schoonheid van het terrein op door de gevallen bladeren. Dit vond ik een goede kernkwaliteit waardoor ik benieuwd was naar de rest van de seizoenen. Hoe zou het er dan uitzien? Daarom wilde ik bij mijn gebouw ook iets met de seizoenen doen.
Als je aan komt lopen steekt er een glinsterend fel blauw golvend element de grond uit. Dit is een groot contrast met wat Le Roy gemaakt heeft om te zorgen dat het elkaar versterkt. Als het regent loopt het water over de golving heen en lijkt het net een waterval. Het gebouw is een soort slakkenhuis. Je gaat van de ingang de trap naar beneden een soort bunker lijkt het in. Door steeds links een hoek om te slaan worden de wanden steeds lichter en is er steeds meer licht te zien. Totdat je twee keer een hoek om bent geslagen en je uiteindelijk 360 graden hebt gedraaid kom je in een witte ruimte waar ook veel licht door naar binnen valt. Vooral in de zomer als driekwart van het dak open staat waardoor je dus echt in de buitenlucht bent. Je kunt geen contact maken met de omgeving maar wel met de lucht. De privĂŠ kamers zijn aan de gang geplaatst. Maar doordat de gang aantrekkelijker is zullen deze niet snel betreden worden. Als de slaapkamer wel betreden wordt als het regent hoor je dat er druppels vallen. Het dak steekt net iets uit waardoor het water dat over de entree gaat bij het slaapkamerraam naar beneden drupt.
8
9
L.O.G.
Daphne van Rosmalen VISIE ECOKATHEDRAAL
CONCEPT
Voor het eerst in een ontwerp ben ik geconfronteerd met de factor tijd. Louis le Roy is meester in het loslaten van tijd. Zijn creatie, de ecokathedraal, ontstaat zonder vooropgezet plan. De stenen die voorhanden zijn worden gestapeld, de natuur vindt haar weg om, door en over de cultuur, waardoor de grens tussen die twee elementen vervaagt.
Bij aankomst kijk je naar een stapel stammen, op elkaar gestapeld, schijnbaar wachtend tot iemand ze komt halen. Na enige moeite zul je de ingang kunnen vinden, en het gebouwtje kunnen betreden door een wand weg te duwen. Je komt in een ruimte waar alles bestaat uit stammen; het plafond, de wanden en de vloer. Door weer een wand weg te duwen kun je de rest van de ruimte binnengaan. Een wand die naar buiten geduwd kan worden geeft een buitenruimte, stammen die de ruimte in komen bieden een plek om plaats te nemen. Op enkele plaatsen hebben stammen plaats gemaakt voor glas, zodat licht en lucht door de ruimte kunnen.
Mijn ontwerp vormt een nieuwe laag in de tijd. Waarbij de stenen overduidelijk een nieuwe laag vormen ten opzichte van de natuur, zo vormen mijn boomstammen een nieuwe laag ten opzichte van de stenen. De schijnbare ongeordendheid van de stenen wijkt af van de geordende stapeling van de boomstammen. Wanneer de natuur ook de boomstammen zal omarmen, zal de grens tussen steen, stam en en natuur weer vervagen.
De geordendheid van het exterieur herbergt de schijnbare ongeordendheid, net als de stenen, in het interieur.
10
11
ʻDe natuur laat zich niet haastenʼ
- Louis le Roy
Hannah Steendam
De eco-kathedraal is een project dat zich in tijd en ruimte ontvouwt tot een systeem van natuurlijke processen die voor complexiteit en diversiteit zorgt. Een standpunt waar ik me bij heb aangesloten bij het ontwerpen van een leefbare ruimte, niet omdat ik geen eigen mening heb, maar omdat mijn mening aansluit bij zijn filosofie.
De bijen geven in de winter warmte en in de lente geven ze diversiteit en complexiteit door het bestuiven van planten en bloemen. Vanuit dit verblijf zal vrijwillig verder worden gebouwd door mensen die daar verblijven, het tijdsbestek doet er niet toe, want er is geen tijd.
De ruimte bestaat uit stapelingen van bijenkasten. Deze bijen creëren warmte in de winter, genoeg om te fungeren als verwarming, in de zomer te veel om er te kunnen verblijven. Dit winterverblijf heeft alleen een bed, een nest, om elkaar warm te houden en voort te planten.
12
13
Artist in residence Robert van Middendorp
Het grootste gedeelte van de ingreep bevindt zich binnen het bestaande kader van de kathedraal zo ook de ingang. Via een betonnen trap, die het regenwater naar een goot afvoert (afb 1.), kom je in een als maar donker wordende gang. Zintuigen worden een voor een uitgeschakeld en tast wordt primair. Na enige meters verandert de ondergrond van aangestampte aarde langzaam in een houten vloer waardoor het geluid van de voetstappen verandert. Vervolgens is er licht aan het eind van de gang te zien die je verleidt verder deze gang in te gaan. Vervolgens kom je in de plek die bestemd is voor een artist in residence, een kamer met slechts een tafel, bureau en houtkachel. De wanden zijn van gestapelde stenen en er is een houten opbouw met een groot raam. Achter dit raam bevindt zich de eerder genoemde goot het water wat hierin wordt opgevangen kan niet weg omdat er geen afvoer is, hierdoor zal er met goed weer licht door het raam naar binnen kaatsen en is de weerspiegeling op het dak te zien (afb 2.).
Na een bezoek aan de ecokathedraal werd ons gevraagd ons ontwerp te beschrijven zonder te beginnen met ontwerpen. Eco-kathedraal stil, sereen en op zichzelf, slapend tussen struikgewas. mens, natuur, fijne vriend, groots gebaar, ben er pas. massief, grof en toch rein, eeuwigheid, hemelpoort, zoals ik ben, moet ik zijn.
Ontwerp tree voor tree betreed ik de ruimte, waar ik het licht tot mij neem
licht, puur, klein massief, nooit benijd, helder licht. goed verborgen, klein gebaar, ben aanwezig tot ik zie, tot het einde ben ik daar, inspiratie eeuwigheid....
Wanneer we deze ruimte weer verlaten betreed je een tweede gang ook hier is er licht aan het einde van de tunnel te zien. Wanneer je dichter bij dit licht komt zie je een holte in de muur waarin je plaats kan nemen. Als je hier zit zie dat er op de muur het achterliggend landschap wordt afgespeeld met behulp van het camera obscura principe. Hierna kan je gang volgen nar de uitgaan van de artist in residence.
De basis die Louis Le Roy gelegd heeft is zo in harmonie met zijn omgeving en bezit een monumentale waarde waar ik niet aan wil tornen. Dat is de rede waarom ik ervoor gekozen heb om op eenzelfde manier verder te werken maar wellicht een ander steensoort te gebruiken.
14
afb 1. opgevangen regenwater in goot.
afb 2. weerspiegeling van regenwater op het dak
15
STUDIO-CAHIER verschijnt onregelmatig
Colofon/ Dit Cahier wordt uitgegeven door: ArtEZ Academie van Bouwkunst www.artez.nl/architectuur Gastdocent/ Rob Hendriks www.daad.nl
Studenten/ - Jamie Bunnik - Mirna Koghee - Daphne van Rosmalen - Robert van Middendorp - Hannah Steendam Redactie/ Robert van Middendorp Eindredactie/ Ingrid van Zanten
ArtEZ Press 2011