3 minute read

Historische transitie werklandschappen Nederland

Goedbeschouwd werken Nederlanders al eeuwenlang met werklandschappen. De specieke term is er echter nooit aan gegeven. Als geen ander is Nederland in staat gebleken het landschap naar zijn hand te zetten en er een werkend landschap van te maken. Zo vonden de Nederlanders in de strijd tegen het water al snel slimme oplossingen. Wanneer in ogenschouw genomen wordt dat de helft van Nederland onder water zou staan zonder de door mensen gebouwde waterkeringen, kan stellen dat Nederland in de loop der jaren één groot werklandschap geworden is. Geen landschap zoals een bedrijventerrein waar mensen werken, maar een landschap gecreëerd dóór mensen, werkend vóór mensen. Droogmakerijen zijn cultuurhistorisch uniek binnen Europa. “We hebben in het laagland een traditie van strijd tegen het water om het land droog te maken en te consolideren. Die strijd is gecultiveerd en verinnerlijkt; Nederlanders zien vooral die elementen (terpen, dijken, grachten, polders, Deltawerken) als kenmerkend en verbindend.”12 Het landschap zou zelfs bijgedragen hebben aan de cultuurvorming van het land. De strijd tegen het water wordt namelijk ook wel verbonden aan de zogenoemde poldercultuur, een term die gebruikt wordt voor een overlegcultuur: een typisch Nederlands kenmerk. Al in het jaar 47 na Christus beschrijft Romein Plinius - op enigszins cynische toon - de oplossing van Nederlanders in de strijd met het water: terpen “Tweemaal per dag overstroomt de oceaan een groot deel van hun gebied, zodat het niet goed uit te maken is of dit land tot de zee of tot het land gerekend moet worden. Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven door huizen te bouwen op steile heuveltjes. Die heuveltjes zijn met handkracht opgeworpen tot een hoogte die net boven de hoogste vloed uitsteekt.”13 Rond de 10de eeuw werd begonnen met de bedijking van het rivieren- en kustgebied tegen overstromingen. Aanvankelijk waren dit vooral veengebieden en vanaf de 13e eeuw werden vooral rivieren omdijkt. Zo ontstonden de uiterwaarden. Voornamelijk in het rivierengebied vond er in deze uiterwaarden veel kleiwinning plaats voor de productie van bakstenen. Met het steviger worden van de dijken groeide het Hollandse vertrouwen in de strijd tegen het water. Dit uitte zich met name in een nieuw ingezet middel: de polder. Met behulp van windmolens werden ondiepe gebieden drooggelegd, nadat er dijken en ringvaarten omheen waren gelegd. In het verlengde van deze techniek werd tussen 1956 en 1968 midden in de vroegere Zuiderzee, Flevoland aangelegd: het grootste kunstmatige eiland ter wereld.

bron: Nederland Waterland (voetnoot 20)

Anno 2021 is Nederland niet voldoende in staat het landschap in te zetten voor de energietransitie. In de bouw, maar ook voor particulieren is de energietransitie wel degelijk voelbaar en wordt er steeds meer duurzame energie opgewekt:

Windenergie Windmolens langs snelwegen, op grote stukken weiland en windparken op zee maken meer en meer onderdeel uit van het landschap.

Zonne-energie In de bouw van woningen of utiliteitsgebouwen is zonneenergie volledig geïntegreerd in het ontwerpproces en de uitvoering. Ook komen er steeds meer weilanden vol zonnepanelen die een hele wijk van stroom kunnen voorzien. Het is eveneens mogelijk om zonne-energie te gebruiken om warm water te produceren in combinatie met een zonneboiler. Biomassa Biomassa is organisch materiaal zoals hout of groente-, fruit- en tuinafval. Energie opgewekt uit biomassa geldt als duurzame energie omdat de CO2 die bij de verbranding in de atmosfeer verdwijnt pas kort daarvoor is opgenomen uit de atmosfeer tijdens de groei van de planten of bomen. Er is sprake van een gesloten CO2-kring.

Lucht- en bodemwarmte Lucht- en bodemwarmte zijn duurzame energiebronnen die langzaam in opkomst zijn. Met behulp van een elektrische warmtepomp kan warmte uit de lucht of de grond worden benut voor het verwarmen en koelen van woningen. Ook kan warmte uit diepere aardlagen (500 meter of meer) direct worden benut voor het verwarmen van een wijk of bijvoorbeeld kassen. Waterkracht In Nederland wordt nog weinig energie uit waterkracht opgewekt. Dit is een gemiste kans.Waterkracht heeft namelijk allerlei voordelen. Enkele voordelen van waterkracht zijn: - Waterkracht is schoon. Er hoeven geen grondstoffen voor te worden gewonnen, en er ontstaan geen afvalproducten. Er is dus ook geen vervoer nodig van grondstoffen of afval. - Waterkracht is een energiebron die nooit opraakt. - Waterkracht is goedkoop. Voor de bouw van de waterkrachtcentrale is wel een investering nodig, maar daarna zijn de kosten heel laag. Een waterkrachtcentrale gaat tientallen jaren mee. - Waterkracht maakt het mogelijk heel veel energie op te wekken. - Waterkracht is niet afhankelijk van het weer. Waterkracht is dus een veel betrouwbaardere energiebron dan zonnestroom of windenergie.14

12 Rijksdienst van cultureel erfgoed. (2020). 13 Provincie Gelderland. (2011). Werkschrift Werklandschappen. 14 Voor- en nadelen van waterkracht | Essent. (2020).

This article is from: