4 minute read

Wie is Floris? De man achter de baard

Next Article
Even inchecken

Even inchecken

Tja. De eerste reactie die ik kreeg als ik zei dat ik Floris ging interviewen was: ‘Wie is Floris?’ Het enige kenmerk dat ik te weten kwam, was dat hij een baard had. Heel mysterieus allemaal. Nu willen wij natuurlijk weten: wie is Floris?

Floris fronst nadenkend.

FLORIS:

Eerst was ik iemand die nog zoekende was en heel erg aan het ontdekken waarom ik eigenlijk kunst wilde maken. Nu ben ik meer volwassen geworden. En ik heb geleerd om meer in mijzelf te geloven. In de zin van dat ik helder heb wat ik zou willen doen.

INTERVIEWER: Wie is Floris dan over tien jaar? Floris lacht weer.

Een script van een Interview met Floris Meijer door Jemaya Douwes

FLORIS:

Hoe zie jij jezelf over tien jaar?

INTERVIEWER:

Geen idee. Maar dit artikel gaat niet over mij.

De interviewer lacht.

FLORIS:

Phoe uhm. Ik hoop dat ik nog met cabaret bezig ben. Of zelf nog kleine rolletjes speel. Lesgeven wil ik ernaast doen, maar dan wel aan een jeugdtheaterschool. Want ik ben erachter gekomen door mijn stage op de middelbare school dat ik veel liever met leerlingen werk die het écht willen.

INTERVIEWER:

Waarop ben je, van de afgelopen vier jaar, het meest trots?

FLORIS:

Vorig jaar heb ik met iemand van het conservatorium een voorstelling gemaakt. Hij had mij gevraagd of ik wilde regisseren en een theatrale lijn aan zijn concert toe wilde voegen. En ik ben trots op de stage die ik gedaan heb, en op wat ik daardoor heb geleerd, namelijk trainingsacteren. Wat nu ook mijn werk is.

Verder heb ik met Timo Lourens in de coronaperiode een locatievoorstelling gemaakt. Een hele droge voorstelling over vissen. Het ging helemaal nergens over, maar het was toch een succes. Ik weet nog dat Robby na afloop zei: ‘Ik weet nou niet of ik mij genaaid voel, want er gebeurde niks. Maar ik vond het wel heel vermakelijk.’ Daar was ik blij mee, want ik vind dat een heel leuk gebied om mee te spelen. Het beste om een toeschouwer mee te geven, is een raar onderbuikgevoel.

INTERVIEWER:

Mooi. Mooi. Ik heb uit betrouwbare bronnen vernomen dat jouw afstudeervoorstelling een cabaretvoorstelling is.

FLORIS: Klopt.

INTERVIEWER:

Hoe is die spark voor cabaret bij jou gaan branden?

Floris lacht wederom.

FLORIS:

Dat is een leuk verhaal. Die is heel jong al gaan branden, eigenlijk. Ik zat in groep 2 en meneer Klei ging met pensioen. Voor zijn vertrek mocht ik meneer Klei spelen. Hij was altijd bezig met computers maken en hij ging vaak naar de sauna. Toen kwam ik op in een ochtendjas en de hele school moest heel hard lachen. En vanaf dat moment had ik al door dat ik het leuk vond om voor een publiek te staan dat zo’n reactie geeft.

INTERVIEWER:

En dan dé vraag. Waar gaat jouw voorstelling over?

FLORIS:

Het thema is opgroeien en de voorstelling gaat vooral over de leeftijd waarop ik op ArtEZ zat, maar ook over daarvoor. Het zijn allemaal kleine verhaaltjes. Wat kom je tegen? Hoe werkt dat? Hoe word je nou eigenlijk volwassen? En wat als je dat helemaal niet wilt?

INTERVIEWER:

Dank. Heb je zelf nog wat toe te voegen?

FLORIS:

Uh. Nee. Als het nog niet duidelijk is wie Floris is, ben je altijd welkom voor meer vragen.

De interviewer gaat af en laat Floris achter op het bankje.

Een voorstelling: kijken of ervaren?

Door Elisah Volgers

Een fragment van een monoloog die ik aan het begin van mijn tweede jaar schreef. Corona was in volle gang en de regels werden regelmatig bijgesteld. Het was een verwarrende tijd. Hoe maak je tussen al die maatregelen door nog theater met elkaar?

Tijdens mijn online zoektocht -want ja, waar moest ik anders zoeken dan online- kwam ik de volgende zin tegen: ‘Je huid zit vol herinneringen.’ Al snel ging mijn zoektocht zo: de huid > verlangen > huidhonger. Het missen van lichamelijk contact. Ik besloot mijn hart in het onderwerp te leggen en te schrijven wat ik voelde.

Nu, ruim twee jaar later, zijn we in rustiger vaarwater terechtgekomen. Tenminste, op het gebied van besmettelijke ziektes; de wereld staat daarnaast nog steeds in brand. Toch heeft het onderwerp mij niet losgelaten. Mijn interesse is verschoven naar de tactiliteit die in theater verscholen zit. Theater is altijd een beleving, wat zich uit in vele vormen. Een vorm hiervan is het aanzetten van de tastzin van je publiek, dat wat je voelt. Een aspect waar je als maker invloed op hebt, maar dat ook snel vergeten wordt. Het begint al bij binnenkomst: waar wil je dat het publiek gaat zitten? Is het in een gebruikelijke publieksopstelling op zachte rode stoelen, moet het publiek één voor één de zaal binnenkomen of balanceren op een stoeptegel?

Je kunt echt van alles verzinnen om je publiek al bij deze eerste ontmoeting in een bepaalde sfeer te krijgen.

En dit gaat nog veel verder: je kunt de ruimte manipuleren op het gebied van bijvoorbeeld temperatuur, ongemakkelijke posities of juist (te) comfortabele plekken creëren.

‘Bijna vergeten, Ik wil niet vergeten. Niet vergeten hoe het is

Om een hand aangeboden te krijgen En die zonder twijfel aan te nemen. In je op te nemen hoe die voelt; Slap en vochtig

Of schrikt van de kracht. Hoe het is om niet te schrikken van een schouderklop, Nou ja wel schrikken Want onverwachts. Maar niet omdat je eerste gedachte is

Dat iemand te dichtbij, Maar je zonder woorden roept En je benieuwd bent, wat er is’

Door de kijker zich op deze manier bewust te maken van diens lichaam kun je als maker beïnvloeden hoe die de voorstelling gaat ervaren. Dit laat naar mij idee ook een ander soort herinnering achter. Een verhaal kan ontzettend krachtig zijn, maar de vorm waarin ik als kijker iets heb mogen aanschouwen is ook iets wat ik onthoud.

Zelf heb ik echt goede voorstellingen gezien in zachte rode stoelen, maar kan ik toch meer vertellen over de stukken die ik in de stromende regen heb bijgewoond, of over toen ik tegen een koude plaat moest leunen die langzaam achterover begon te hellen. Mijn huid onthoudt wat ze heeft ervaren.

En dat vind ik iets moois.

Hoe leg je iets wat je voelt vast in woorden? Wat heeft een voorstelling nodig om echt een ervaring te worden?

Naar de antwoorden op die vragen ben ik op zoek.

This article is from: