Magazine honours programme artez hogeschool voor de kunsten uitgave 2013

Page 1

A ZK

ART AS/Z KNOWLEDGE

ArtEZ Honours Programme

INHOUDSOPGAVE

VAN ZELF SPREEKT NIETS

0 – 3

Hoewel nergens onderzocht is of ‘onderzoek’ of  ‘research’ trending topics zijn geweest op Twitter kunnen we er niet meer om heen dat beide termen in het kunstonderwijs van bijzondere betekenis zijn geworden in de afgelopen jaren en in alle disciplines stevig huis gehouden hebben als gevolg van het Bologna-akkoord uit 1999 over de hoger onderwijsruimte in Europa. ArtEZ heeft de handschoen opgepakt om in haar onderwijs serieus aandacht te gaan besteden aan onderzoek en aan theorie. Dit heeft onder meer geleid tot het opzetten van het Honours Programma (HP) dat precies die beide doelen op het oog heeft. Wat hebben theorie en onderzoek met een HP van doen? In principe niets meer dan in het reguliere kunstonderwijs. Toch is er voor gekozen om een speciaal programma te ontwikkelen met deze zwaartepunten, omdat er behoefte was aan een plek waar beide gebieden in relatie tot elkaar staan en waar studenten terecht kunnen die meer dan gemiddeld intellectueel uitgedaagd willen worden. En die behoefte is er ook, zo blijkt. Steeds meer studenten uit uiteenlopende disciplines vinden hun weg naar het HP en vormen tezamen een nieuwe

Van zelf spreekt niets

Peter Sonderen en Marijn de Langen

4 – 11 / 68 – 78

Docenten, lezingen, excursies

12 – 66

Onderzoek studenten

67

Colofon

0


gemeenschap binnen de hogeschool. Het HP wil inderdaad graag een laboratorium en platform zijn waarin de diverse kunstdisciplines met elkaar samenwerken en samen denken. De interdisciplinaire aanpak maakt het HP tot een bijzondere plek: studenten krijgen tijd en ruimte om andere kunstdisciplines en denkkaders te leren kennen, kritisch te bevragen en te waarderen. Door die ontmoeting ontstaat ook nieuw inzicht in de eigen denkkaders. Doordat het HP ook geregeld docenten van de opleidingen betrekt bij het onderwijs aan en het onderzoek van de studenten vindt er waardevolle kennisuitwisseling plaats en wordt langzamerhand ook steeds meer zichtbaar hoe theorie en onderzoek in de verschillende opleidingen en kunsten worden ingevuld. Hieruit blijkt dat er wel degelijk verschillen zijn in opvattingen maar dat er ook veel gemeenschappelijk is. Juist die gemeenschappelijkheid is interessant in het kader van onderwijs waaraan diverse disciplines deelnemen. In samenwerking met het Lectoraat Theorie in de kunsten is daarom een onderzoek gestart naar de rol van theorie en onderzoek in de beroepspraktijk van de diverse kunsten, met als centrale vraag wat ze daarin met elkaar gemeen hebben en waarin ze duidelijk van elkaar verschillen. Voordat de resultaten van dit onderzoek in een publicatie zullen verschijnen, willen we hier alvast meer op microniveau laten zien hoe we tot nu toe in het HP met theorie en onderzoek te werk zijn gegaan.1

ONDERZOEK VERSUS THEORIE Hoe krijg je een programma van de grond dat twee grootheden verbindt die elkaar wel vooronderstellen maar niet tot elkaar te herleiden zijn? Onderzoek vooronderstelt immers altijd een theoretisch uitgangspunt maar hoeft niet over theorie zelf te gaan. Theorie vooronderstelt altijd een onderzoek naar begrippen maar hoeft zelf niet tot onderzoek te leiden. Dit spanningsveld van onherleidbare grootheden is uitdagend. Dit merken we ook bij de studenten die allen door hun eigen opleiding en hun persoonlijke ontwikkeling al min of meer ‘theoretisch’ opgeladen het HP binnenstappen en op zoek zijn naar verdieping. Ofschoon we pas drie jaar ervaring hebben met het programma, zien we al duidelijk dat de meeste studenten die voor het HP kiezen niet erg dogmatisch zijn, dat wil zeggen openstaan voor andere invalshoeken, andere theorie en andere opvattingen. Deze nieuwsgierigheid en interesse vormen de basis van hun behoefte aan het doen van onderzoek. Er lijkt echter wel een verschil te zijn tussen studenten van toegepaste afdelingen, die meer vanuit een bepaalde zekerheid werken en sterk praktijkgericht zijn, en studenten van afdelingen waar de student autonomer moet handelen. De eerste groep gaat vaak onderzoek doen naar de identiteit en waarde van het eigen vakgebied, waarbij de zekerheid deels wordt opgegeven terwijl de andere groep studenten juist binnen de grote vrijheid naar ‘ijkpunten’ zoekt om onderzoekend het eigen kunstenaarschap

1 — Het onderzoek wordt uitgevoerd door lector Peter Sonderen en Marijn de Langen, onderzoekscoach van het HP. Het onderzoek wordt internationaal opgezet, bijvoorbeeld door uitwisseling van ervaringen met buitenlandse onderwijsinstellingen. In onder andere Helsinki, Göteborg, Glasgow en Londen bestaan vergelijkbare programma’s rondom theorie en onderzoek met een interdisciplinaire opzet.

1


vorm te geven.2 Bij iedereen vormt echter de verwondering  – die de grondslag is van nieuwsgierigheid en interesse zoals Descartes heeft laten zien  – de belangrijkste drang tot onderzoek.3 ZELF ONDERZOEK Ons onderwijs begint meestal met een onderzoek naar de eigen vooronderstellingen en opvattingen. Deze moeten zichtbaar en bespreekbaar worden gemaakt. We streven daarbij een vorm van een politiek van de zichtbaarheid na, geïnspireerd door Jacques Rancière, die tot het persoonlijke niveau teruggebracht wordt: wat kan en mag ik van mijzelf onderzoeken? Onderzoek is dus vooraleerst zelfonderzoek. Wat vind ik nou eigenlijk? Uit welke context kom ik? Met wie voel ik verwantschap? Waarom heb ik hier nog nooit over nagedacht? Waar ben ik mee bezig? Waarom interesseert mij dit? Wat wil ik weten? In zoverre is het HP ook een vorm van Bildung, met als belangrijkste element de zelfontplooiing, ‘Selbstbildung’. Het is alleen wel een zelfontplooiing die uiteindelijk haar vorm vindt via de kunst. Om hieraan invulling te geven proberen we studenten te leren elke vanzelfsprekendheid te onderzoeken, om te keren en kritisch te benaderen. Alles wat vanzelf spreekt is verdacht omdat het een autonomie van gedachten vooronderstelt die werkelijke ontwikkeling zelfs kan uitsluiten. Het HP gaat nadrukkelijk uit van de

artistieke omgeving die een belangrijke habitat van de student vormt. Maar ook de veranderende omgeving waarin we met zijn allen leven wordt aan de orde gesteld en onderzocht. Dit gebeurt vooral in het eerste jaar op de woensdagavondcolleges en -voordrachten die het zelfonderzoek reliëf geven. Wetenschappers, kunstenaars, ontwerpers, dansers, critici schetsen vanuit verschillende invalshoeken hoe de huidige samenleving gelezen zou kunnen worden, hoe er in gehandeld kan worden en hoe je je daar als maker-onderzoeker toe verhoudt. De bijeenkomsten worden altijd gevolgd door een uitgebreide discussie met de spreker, die ook nog teksten heeft verstrekt die de studenten vooraf gelezen hebben. Studenten schrijven achteraf  hun bevindingen op. Dit laatste is noodzakelijk omdat de materialisering van gedachten in schrift belangrijk is om begrippen beter in de vingers te krijgen. Daarmee kunnen ze ook voor de praktijk van de kunsten waardevoller worden. Deze aanpak vooronderstelt dus dat nieuwe ideeën, denkbeelden, contexten en diverse indrukken van belang zijn voor de ontwikkeling van goede kunstenaars. En dat vinden we ook. We bieden een omgeving aan die studenten meer bewust maakt van de grote en snelle veranderingen in de neoliberale, gemediatiseerde omgeving. Meer dan ooit is de kern van veel kunstdisciplines aan het veranderen of verdwijnen hele kunstdisciplines uit beeld. Daarnaast stelt de samenleving

2 — De denkbeelden van Michel Foucault over disciplinering worden in het HP gebruikt om posities en instituties te onderzoeken. 3 — Verwondering is volgens Descartes de belangrijkste basisemotie van de mens. Zie P.C. Sonderen, ‘Passions and purity. From science to art: Descartes, Spinoza and Hemsterhuis’, in: Hemsterhuis: a European Philosopher rediscovered (ed. Claudia Melica), Napoli 2005, p. 199-216. http://www.academia.edu/298544/Passions_and_purity._From_ science_to_art_Descartes_Spinoza_and_Hemsterhuis

2


telkens nieuwe eisen. Maatschappelijke relevantie, publieksparticipatie, ondernemer-zijn en samenwerking (grensoverschrijding) zijn voorbeelden daarvan. Elke kunstdiscipline kent de opdracht om ook naar andere disciplines te kijken en daar mee samen te werken. Er is een enorm ‘Verdacht’ ontstaan als een discipline zich te veel met zichzelf bezighoudt. Gevolg is dat de kern of relevantie van een discipline eigenlijk bij een andere discipline komt te liggen waardoor er een soort van virtuele stoelendans van kernen plaatsvindt. Wat in de marge staat wordt de kern en de kern wordt marge. Dit spel van netwerken waarbij er geen ‘centraal centrum’ meer is, hoe paradoxaal dit ook klinkt, moeten studenten leren doorzien om strategisch voorbereid te zijn en te blijven. Kunstenaars in alle disciplines zullen zich intellectueel moeten scherpen willen zij in de telkens veranderende wereld kunnen bereiken wat ze willen bereiken. Daarom is het zelf als uitgangspunt ook niet meer van_zelf_sprekend. MATERIE VAN DE THEORIE: PRAKTIJK Theoretische inzichten verwerven wordt in het programma dus ingezet om studenten zich breder te laten oriënteren en te positioneren. Dat is de voornaamste reden om gastdocenten uit te nodigen die afkomstig zijn uit uiteenlopende disciplines en daardoor uit veelsoortige discursieve praktijken. Theorie is immers ook materie, het is ook een praktijk. Dat zien we vervolgens ook gebeuren in het onderzoek dat de studenten gaan doen. Leidend daarbij is een door hen zelf geformuleerde onderzoeksvraag

en onderwerp die gelieerd zijn aan hun kunstpraktijk. Daarbij kan het onderzoek leiden tot een literatuuronderzoek zoals dat ook op de universiteiten wordt gedaan, maar kan het ook en dat in toenemende mate, gekoppeld worden aan het eigen artistieke werk. Hierbij is er sprake van artistiek onderzoek waarbij theorie en praktijk op een gelijkwaardige manier worden ingezet. Studenten schetsen in het eerste jaar de eerste contouren van hun onderzoek. Het tweede jaar wordt vooral gebruikt om het onderzoek te realiseren. Het onderzoek wordt dan begeleid door de onderzoekscoach vanuit het HP en een docent uit de vakopleiding. Welke vakdocent dat wordt hangt af van de richting van het onderzoek. Zodra de artistieke component sterker wordt (= praktijk) ligt het voor de hand een praktijkdocent in te schakelen. Beweegt het onderzoek zich meer richting theorie dan is een theoriedocent logischer. Een combinatie is overigens ook mogelijk. Het onderzoek van de studenten moet er toe leiden dat zij zich kunnen meten met hun internationale collega’s die veelal in een universitaire omgeving hun kunstonderwijs krijgen en daardoor veel meer theoretisch geschoold worden. Wij leggen het accent op een probate verbinding van theorie en praktijk en zoeken per individu naar het juiste evenwicht. Vandaaruit ontstaat een solide basis voor een vruchtbaar en zichzelf vernieuwend kunstenaarschap. Het HP is daarmee ‘denktank’ van ArtEZ, dat het venster op de wereld telkens weer bevraagt. Peter Sonderen – lector Theorie in de kunsten, ArtEZ en Marijn de Langen – onderzoekscoach HP 3


DE KUNSTENAARONDERZOEKER LEGT EEN VERBINDING TUSSEN WERK MAKEN, LEZEN EN SCHRIJVEN: HIJ BEWEEGT ZICH TUSSEN DE WERELDEN VAN KUNST EN ONDERZOEK. IDEEテ起 KRIJGEN VORM DOOR DE CONSTANTE WISSELWERKING TUSSEN ARTISTIEKE CREATIE EN THEORETISCHE REFLECTIE. Falk Hテシbner componist, theatermaker en onderzoeker Tussen denken en doen. Artistiek onderzoek als verbreding en verdieping van het kunstenaarschap lezing over de positie van kunstenaars die zich verdiepen in de verhouding tussen theorie en praktijk

4


5


WE LEVEN NIET IN EEN TIJDPERK VAN VERANDERINGEN, MAAR IN EEN VERANDERING VAN TIJDPERKEN. DE MENSEN DIE GEK GENOEG ZIJN OM TE DENKEN DAT ZE DE WERELD KUNNEN VERANDEREN, ZIJN DEGENEN DIE HET DOEN. Jan Rotmans hoogleraar Transities en Transitiemanagement, directeur onderzoeksbureau DRIFT, Erasmus Universiteit Rotterdam en oprichter Urgenda In het oog van de orkaan. Hoe leidt crisis tot vernieuwing? lezing over transitieprocessen in Nederland en de beweging naar een duurzamere samenleving

6


ALS ONTWERPER VAN WEARABLES DENK JE NA OVER DE FUNCTIE, VORM EN PRESENTATIE VAN JE WERK. HET IS EEN JONG VAKGEBIED WAARIN MEERDERE ONTWERPDISCIPLINES SAMENKOMEN. HET IS BELANGRIJK OPEN TE STAAN VOOR DE KENNIS EN KUNDE VAN ANDEREN EN JE EIGEN ERVARINGEN TE DELEN, BIJVOORBEELD VIA OPEN SOURCE. Piem Wirtz productontwerper, projectmanager kunst, design & technologie Wearable Technology, van concept naar interactie lezing over interdisciplinair werken en kennisdeling op het snijvlak van mode en technologie

7


8


VOORDAT JE BEGINT MET ONDERZOEK BEKIJK JE WAT DE POSTULATEN VAN JE METHODES ZIJN; DAT WAT JE ONBEWUST VOOR WAAR AANNEEMT. JE KUNT NIET BUITEN POSTULATEN, MAAR KIES BEWUST TOT WELKE DENKKADERS JE JE VERHOUDT. Laura van Grinsven kunsthistoricus en filosoof, docent filosofie ArtEZ en UvA Colleges over wetenschapsfilosofie en het gedachtegoed van filosoof Martin Heidegger

9


JE MAG TWIJFELEN, JE MAG ZOEKEN. STAP UIT JE EIGEN WERELD, RELATIVEER JE WERK EN DURF LOS TE LATEN. KIJK BIJ ELKE VOLGENDE STAP WAAR JE UITKOMT EN PROBEER BESTAANDE PATRONEN TE DOORBREKEN. DE DINGEN ZIJN NOOIT AF EN NOOIT PERFECT, MAAR JUIST HET IMPERFECTE MAAKT DAT HET ONVERWACHTE ZICH AANDIENT. Merlijn Twaalfhoven componist en cultureel ondernemer Kunst in spanningsvelden: Syrious Mission lezing over onconventionele muziekprojecten die verbindingen aangaan, bijvoorbeeld in een Syrisch vluchtelingenkamp in Jordanië

10


11


ONDERZOEK STUDENTEN Teksten: Marlies van Hak

HET VOORTBESTAAN VAN EEN VERDWENEN BEELD

Carina van der Ham

RIZOMATISCH DENKEN

Janneke Broekhuizen

MET VORMGEVING EEN VERHAAL VERTELLEN

Charlotte van den Bosch

DE ONTWERPER ALS ONDERZOEKER

Dana Dijkgraaf

RITUELEN ONTWERPEN

Juliette Huygen

HET DOMINANTE LICHAAM

Mirjam Sรถgner

KLEURENHOREN

Myrthe te Lintelo

ROTTEND FRUIT EXPOSEREN

Tjalling Mulder

ROMANTISCHE IRONIE

Willeke van Ravenhorst 12


HET VOORTBESTAAN VAN EEN VERDWENEN BEELD CARINA VAN DER HAM

Carina van der Ham studeerde in augustus 2012 af bij de bacheloropleiding Fine Art van ArtEZ in Zwolle en bij het Honours Programme. Met haar werk onderzocht ze de rol van herinnering in de ervaring van kunstwerken. Carina’s afstudeerwerk werd genomineerd voor de TENT Academy Awards. Direct na haar opleiding bij ArtEZ werd ze geselecteerd voor

13

een onderzoeksprogramma bij No Academy en kreeg ze een opdracht van Het Instituut, dat maatschappelijke vraagstukken onderzoekt. ONDERZOEK De echo van de materie WEBSITE www.carinavanderham.nl


14


VAN EEN OBJECT DAT HEEFT BESTAAN GALMT DE VROEGERE AANWEZIGHEID SOMS LANG DOOR. WANNEER IS HET DE MOEITE WAARD OM EEN OBJECT TE HERINNEREN? Met De echo van de materie sloot Carina haar onderzoek bij het Honours Programme af: “Deze tekst vormt een geheel met mijn bachelor-scriptie Tilted Arc – van staal naar verhaal en beschrijft mijn stappen voor en na de scriptie. De tekst gaat over de invloed van onderzoek op het beeldend werk enerzijds, en over onderzoek doen als aanvulling op de bacheloropleiding anderzijds.”

IMMATERIEEL ERFGOED “Het werk Tilted Arc van Richard Serra, een opzij hellende stalen boog van 36 meter lang, stond acht jaar op Federal Plaza in New York. Het werk is sitespecific, wat betekent dat de sculptuur specifiek is ontworpen voor deze plek en alleen hier kan bestaan. Ergens anders komt het niet tot zijn recht, omdat de dialoog met de omgeving het 15


kunstwerk maakt. In 1989 werd de boog op last van de rechter verwijderd, na een publieke discussie over zijn dwingende karakter. Tijdens mijn onderzoek naar de verwijdering van dit kunstwerk ontdekte ik dat het werk nog steeds bestaat als een vorm van immaterieel erfgoed. Niet de plek, maar de tijd is de bepalende factor geworden voor het voortbestaan van het kunstwerk, want zolang er mensen zijn die zich het kunstwerk herinneren en zich erover uitspreken blijft Tilted Arc actueel.” Dit perspectief sluit aan bij recent onderzoek in de beeldende kunst, zoals de relatie tussen immaterieel erfgoed en autonome kunst, en vormt een vertrekpunt voor Carina’s eigen werk.

AFWEZIGHEID ALS RUIMTE “Van een object dat heeft bestaan galmt de vroegere aanwezigheid soms lang door. Wanneer is het de moeite waard om een object te herinneren? Kan de herinnering aan een kunstwerk het kunstwerk worden? En hoe zit het met de betekenis van het werk als het enkel nog in de herinnering bestaat? Wat gaat er bij herinneren verloren? En wat komt er op een later tijdstip voor in de plaats? Mijn werk gaat over dergelijke vragen. Er is sprake van tijdelijkheid, vluchtigheid en vooral van afwezigheid, 16


die ik beschouw als een ruimte om in te vullen.� Tilted Arc is in die zin een case study die gedachten oproept over wat een kunstwerk kan zijn: door de veranderde vorm en betekenis verandert het referentiekader van het werk mee. De discussie over de betekenis komt centraal te staan, waardoor (opnieuw) verbinding met de actualiteit ontstaat.

17


18


RIZOMATISCH DENKEN JANNEKE BROEKHUIZEN

Janneke Broekhuizen studeerde in augustus 2012 af bij de bacheloropleiding Fine Art van ArtEZ in Zwolle en bij het Honours Programme. Ze is ge誰nteresseerd in de rol en de betekenis van het kunstenaarsboek en structuren in tekst. Na haar opleiding is ze o.a. op reis geweest en werd vervolgens toegelaten tot de verkorte bachelor Schrijven voor Film en Televisie aan

19

de Erasmus Hogeschool Brussel (departement RITS School of ARTS), waar ze in september 2013 startte. ONDERZOEK Van boom naar rizoom WEBSITE www.jannekebroekhuizen.com


20


HET IS MIJN TAAK ALS KUNSTENAARSCHRIJVER OM NIEUWE VERBINDINGEN TE LEGGEN DOOR MIDDEL VAN TAAL. Janneke deed onderzoek naar het werk van de Franse filosofen Deleuze en Guattari. “Mijn interesse voor hun werk werd gewekt toen ik hun rizomatisch denken tegenkwam tijdens een digitale zoektocht naar informatie voor mijn bachelorscriptie. Ik verdiepte me op dat moment in een tekst van Roland Barthes, De dood van de auteur. Via het klikken op een aantal hyperlinks kwam ik het boek Mille Plateaux van Deleuze en Guattari tegen.”

HET ZWAARD VAN HERAKLES “Het rizoom (de wortelstok) in de botanische zin van het woord heeft als functie het organisme verse grond te bieden zodat nieuwe planten kunnen groeien en bloeien. Rizomatisch denken is een methode die door het leggen van nieuwe verbindingen zorgt 21


voor een vruchtbare omgeving waarin nieuwe ideeën kunnen ontstaan. Het draait grotendeels om experimenteren met manieren van denken, van leven, van zijn. Het rizoommodel, dat de basis van dit experimenteren vormt, heeft een aantal eigenschappen, waarvan voor kunstenaars de principes van de cartografie en de kopieertechniek de meest interessante zijn. Jezelf een rizomatische denkwijze aanmeten houdt in dat je, in plaats van routineus het terrarium van je hagedis te verschonen, Herakles’ zwaard ter hand neemt en het beestje de kop afhakt om te zien of er misschien twee nieuwe koppen teruggroeien.”

LINGUÏSTISCHE SCHAKELS In het beeldend werk van Janneke speelt de werking van taal een grote rol. “De wijze waarop ik me in het verleden bezighield met teksten (zowel lezend als schrijvend) ging uit van de chronologie, waarbij teksten een duidelijk begin- en eindpunt hadden. Het onderzoek naar het rizomatisch denken heeft me uit dit automatisme gehaald en me de ogen geopend voor andere manieren van zowel tekstinterpretatie als tekstcreatie. De manier waarop met taal wordt omgegaan binnen de context van het rizoom is veelzijdig: tekst kan zich op verschillende manieren manifesteren. 22


Filmtrailers, strips in de krant, opschriften op grafstenen, weblogs, sms’jes - het rizoom van het dagelijks leven is doordrongen van linguïstische schakels, en draait in veel gevallen om de manier waarop deze schakels worden geïnterpreteerd en verwerkt. Het is nu mijn taak als kunstenaar-schrijver om nieuwe verbindingen te leggen door middel van taal.”

23


24


MET VORMGEVING EEN VERHAAL VERTELLEN CHARLOTTE VAN DEN BOSCH

Charlotte van den Bosch studeerde in juli 2013 af bij de bacheloropleiding Graphic Design van ArtEZ in Arnhem en bij het Honours Programme. Tijdens haar studie liep ze stage bij MGMT Design in New York. Als maker wil ze complexe onderwerpen voor het publiek inzichtelijk maken door middel van grafisch ontwerp. Charlotte vertrok na haar afstuderen naar Toronto om

25

werkervaring op te doen bij Bruce Mau Design, en overweegt daarna een theoretische master te gaan volgen. ONDERZOEK Anonimiteit als kracht van grafisch auteurschap WEBSITE www.charlottevandenbosch.com


26


HET AUTEURSCHAP KAN JUIST WORDEN VERSTERKT ALS DE ONTWERPER OPZETTELIJK ZIJN IDENTITEIT VERBERGT. Charlotte merkte op dat de positie van de grafisch ontwerper in verandering is. “Al sinds de jaren zeventig pogen grafisch ontwerpers meer invloed uit te oefenen op de inhoud en de vorm. Ook de academie richt zich steeds meer op het voorbereiden van ontwerpers die niet alleen dienstbaar zijn maar met vormgeving een verhaal kunnen vertellen, betrokken zijn bij de inhoud en bovenal geëngageerd zijn.”

TEGENPOLEN In haar artikel voor het Honours Programme probeert Charlotte de strategie van anonimiteit binnen hedendaags ontwerp te duiden. “De grafisch auteur streeft ernaar zijn signatuur of zijn boodschap zichtbaar te maken in een ontwerp, terwijl anonimiteit onzichtbaarheid suggereert. Grafisch auteurschap en anonimiteit schijnen op het 28 27


eerste gezicht dan ook elkaars tegenpolen te zijn. Toch sluiten ze elkaar niet uit. Auteurschap verdwijnt niet wanneer de maker onbekend blijft bij het publiek. Wat nu als grafisch auteurs hun onbekendheid omzetten in een intentionele anonimiteit waarbij de identiteit van de ontwerper bewust wordt verborgen? De grafisch auteur kiest er dan voor om werkelijk anoniem te zijn, waarbij elke naamsvermelding ontbreekt en de maker ontraceerbaar wordt voor het publiek. Het auteurschap kan juist worden versterkt als de ontwerper opzettelijk zijn identiteit verbergt. Op deze manier kan hij bepaalde problematiek aankaarten, informatie aan het licht brengen en vrijuit ontwerpen zonder angst voor politieke vervolging of copyrightzaken.”

ANONIMITEIT ALS KRACHT Denk aan de kunstenaar Banksy die het mysterie rond zijn persoon met dit pseudoniem in stand houdt, maar wiens ‘street art’ breed herkend wordt. Zijn eigenzinnige sjabloonstijl, persoonlijke visie en zelf geformuleerde teksten maken Banksy tot een uitgesproken auteur die tegelijkertijd zijn identiteit verborgen houdt. Anonimiteit zie ik dan ook als de kracht van een grafisch auteur, vooral wanneer het bewust wordt ingezet. Het versterkt het 29 28


geÍngageerde en persoonlijke aspect van het ontwerp en de mogelijkheid om uitgesproken en activistisch te werk te gaan.�

30 29


30 31


DE ONTWERPER ALS ONDERZOEKER DANA DIJKGRAAF

Dana Dijkgraaf studeerde in juli 2013 af bij de bacheloropleiding Graphic Design van ArtEZ in Arnhem en bij het Honours Programme. Dana liep stage bij ontwerpbureau Åbäke in Londen. Voor haar afstuderen bij Graphic Design maakte ze de posterinstallatie Mechanical Jungle waarbij robots centraal staan in het grafisch proces, en creëerde ze een installatie in opdracht van de Iraanse kunstenaar Navid Nuur. Dana werd genomineerd als Arnhemse Nieuwe door Ontwerp

31

Platform Arnhem (OPA) en is medeoprichter van een experimenteel galerieplatform: The Gallery Presents:. Momenteel werkt zij als freelance grafisch ontwerper en oriënteert zich op mogelijke samenwerkingsverbanden. ONDERZOEK Een realistische utopie: een autonoom ontwerponderwijs WEBSITE www.danadijkgraaf.nl


32


DE ONTWERPER VAN MORGEN DIE WORDT OPGELEID TOT INHOUDELIJK ONDERZOEKER EN TOT EEN WHICH-MEDIUMFITS-BEST-DESIGNER. Dana’s onderzoek is een reflectie op haar eigen vakgebied. “De digitale revolutie heeft tot gevolg dat iedereen verschillende media-uitingen kan creëren, bewerken en delen. De opgeleide grafisch ontwerper onderscheidt zich van de producerende massa met zijn vaardigheid om problemen te constateren en op te lossen, met zijn vermogen conceptueel en vanuit een academisch perspectief te denken. Ik ben mijn onderzoek gestart vanuit de visie van grafisch ontwerper Daniël van der Velden, die stelt dat de wereld niet meer vormgevers nodig heeft, maar meer zelfstandig denkende ontwerpers.”

VOORBIJ CROUWEL EN VAN TOORN “Een debat over de positie van de grafisch ontwerper vond veertig jaar geleden al plaats, maar 33


nog steeds is het actueel. Er zijn ontwerpbureaus die dienstmatig werken en zich objectief opstellen in het proces – naar voorbeeld van Wim Crouwel – maar ook ontwerpers die sterk een eigen stijl hanteren en meer invloed hebben op het eindproduct, waarvan Jan van Toorn een vertegenwoordiger is. Naast de visuele vertaler en de subjectieve verteller is een derde soort ontwerper opgestaan die de rol inneemt van de onderzoeker en de auteur. Deze gaat nog een stap verder: hij fungeert als probleemsteller en oplosser in één.”

HERONTWERP VAN DE ACADEMIE “Metahaven is een goed voorbeeld. Dit ontwerpcollectief stelt zichzelf ten doel om vanuit een artistiek perspectief inhoudelijke vragen te stellen, constateringen bloot te leggen en zelfs alternatieven aan te bieden. De onderzoekende auteur vormt het symbool voor de nieuwe zelfstandig denkende ontwerper van vandaag. Nu de rol van de ontwerper verandert, moet ook de academie mee veranderen. De disciplines binnen het onderwijs zouden verder moeten kijken dan het eigen medium en zich moeten richten op nieuwe vaardigheden, praktijkvormen en het doen van onderzoek. De focus moet in mijn ogen worden verlegd van de 34


beheersing van de gebruikelijke tools om daarmee vragen te beantwoorden, naar het slim en conceptueel inzetten van de mogelijke tools vanuit de vragen die de ontwerper zelf stelt. Ik speculeer over een herontworpen academie waarin de ontwerper wordt opgeleid tot inhoudelijk onderzoeker en tot een whichmedium-fits-best-designer.�

35


36


RITUELEN ONTWERPEN JULIETTE HUYGEN

Juliette Huygen studeerde in juli 2013 af bij de bacheloropleiding Product Design van ArtEZ in Arnhem en bij het Honours Programme. Met haar producten wil ze andere perspectieven bieden en discussie oproepen. Als ‘designantropoloog’ analyseerde ze in haar afstudeerwerk onze houding ten opzichte van euthanasie. Juliette won het stipendium 2013 van de Groote Sociëteit in Arnhem. Met haar winnende projectplan start ze een onderzoek naar de rol van design bij het bespreken van

37

onderwerpen als ziekte, dood en verdriet met kinderen. Juliette is in september 2013 gestart met de pre-master Comparative Arts and Media Studies aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ONDERZOEK Ritueel design. Over de toekomst voor rituelen en de rol van de ontwerper daarin WEBSITE www.juliettehuygen.com


38


DESIGN HEEFT DE KRACHT OM RITUALISTIEK IN STAND TE HOUDEN OF ZELFS NIEUW LEVEN IN TE BLAZEN. “Rituelen spelen een grote rol in het dagelijks leven. Tradities bieden troost, veiligheid en zekerheid. Wat zijn rituelen eigenlijk en waarom hebben mensen er behoefte aan? Met dit onderzoek probeer ik een antwoord te vinden op de vraag of er een toekomst is voor rituelen en hoe de productontwerper daar vorm aan kan geven.”

DE INTRINSIEKE KRACHT VAN HET OBJECT “Rituelen ontstaan uit een behoefte om van iets onbegrijpelijks een verhaal te maken. Via rituelen kunnen mensen orde scheppen in hun emoties en moeilijke dingen een plaats geven. De meeste van onze rituelen komen voort uit dagelijkse handelingen, vaak onbewust.” Na een analyse van de kenmerken en het ontstaan van rituelen, heeft Juliette gekeken naar de rol van attributen. “Muziek bijvoorbeeld 39


kan een manier zijn om emoties op te roepen, maar objecten hebben diezelfde kracht. Omdat producten herkenbaar zijn binnen hun dagelijkse context, kunnen ze eenvoudig symbool voor iets staan. Bovendien refereren ze aan een bepaald pragmatisch gebruik. Dit intrinsieke aspect van het product kan voor het ritueel van grote betekenis zijn.”

LOTSMUNT Voor haar afstudeerproject bij Product Design heeft Juliette zich verdiept in euthanasie. “Hoe ga je om met een keuze voor de dood? Rituelen zouden daar een rol in kunnen spelen, aangezien ze in dit onderwerp hun doel vinden: het creëren van zekerheid bij angst en chaos, emoties structureren en een uitweg bieden. Bij euthanasie zijn we afhankelijk van de dokter en van regeltjes, terwijl het juist over een persoonlijke keuze moet gaan. Om dit verhaal te vertellen en een manier te bedenken om met de onzekerheid om te gaan, heb ik onder andere de Lotsmunt ontworpen. In dit product zijn verschillende aspecten van een munt en een tol samengebracht, inclusief bijbehorende symboliek: de tweezijdigheid, de heffing die men moet betalen, kop of munt als beslissingselement. Mijn product maakte emoties los, zette aan tot actie (het draaien van de tol) en leidde soms tot het 40


bespreekbaar maken van grotere thema’s rond het leven en de dood. Uit het onderzoek kan ik concluderen dat het mogelijk is om rituelen opnieuw uit te vinden en te ontwikkelen. Ik ben ervan overtuigd dat design de kracht heeft om ritualistiek in stand te houden of zelfs nieuw leven in te blazen.�

41


42


HET DOMINANTE LICHAAM MIRJAM SÖGNER

Mirjam Sögner studeerde in juni 2013 af bij de bacheloropleiding Dans van ArtEZ in Arnhem en bij het Honours Programme. In het kader van een jaarlijkse uitwisseling met het Kibbutzim College in Tel Aviv, werd Mirjam door ArtEZ geselecteerd om na haar afstuderen een korte periode in Israël te verblijven en werk te maken met studenten. Daarna verhuisde ze

43

naar Berlijn om nieuwe inspiratie op te doen als danser/ maker en om haar focus te verbreden naar beeldende kunst, theater, design en muziek. ONDERZOEK Der absichtslose Tänzer WEBSITE https://vimeo.com/58143170.


44


HET BEGON MET DE VRAAG WAT ER VAN DANS OVERBLIJFT WANNEER JE JE BEPERKT TOT DE NOODZAKELIJKE ONDERDELEN: RUIMTE, TIJD EN LICHAAM. Mirjam rondde haar onderzoek naar het lichaam in de dans af met een geschreven reflectie in twee delen. “Het eerste gaat over de scheiding tussen lichaam en geest, waarbij het lichaam van de geest moet worden bevrijd om centraal te staan voor de toeschouwer. Het tweede stuk gaat over een lichaam dat zo dominant is, dat het zich niet langer laat onderdrukken door de geest. Ik ben theoretisch in deze problematiek geïnteresseerd, maar ook als choreograaf. Daarom analyseerde ik werk van filosofen en wetenschappers, en betrok ik ook mijn eigen artistieke werk erbij.”

AFPELLEN TOT DE LAATSTE LAAG “Het begon allemaal met de vraag wat er van dans overblijft wanneer je je beperkt tot de 45


noodzakelijke onderdelen: ruimte, tijd en lichaam. Het gaat mij hier om het dansende lichaam dat de factoren ruimte en tijd inhoud geeft. Wat mij fascineert, meer dan het karakter van een mens, is de materialiteit van het fysieke lichaam zelf. Ik wil zichtbaar maken wat al aanwezig is. Ik wil mijn dansers aanzetten hun eigen materiaal te vormen en hun lichaam zo intensief mogelijk waar te nemen. In de praktijk betekent dit dat ik in mijn stukken probeer om laag voor laag van een mens af te pellen totdat het lichaam als louter fysiek skelet overblijft.”

OOZE “De theorie bood mij de mogelijkheid mijn fascinatie voor deze thematiek te voeden. Aan de hand van theoretici als Descartes, Merleau-Ponty, Deleuze & Guattari en Barthes onderzocht ik ideeën over de scheiding tussen lichaam en geest; twee totaal verschillende elementen die in één organisme bestaan maar niet per definitie een eenheid vormen. Ook heb ik gekeken naar hoe andere kunstenaars de materialiteit van het lichaam benaderen, waaronder beeldhouwer Auguste Rodin en fotografe Vivianne Sassen. Ik raakte geïnspireerd door het proces van ontleding van een organisme, zoals ten tijde van de Renaissance werd gedaan 46


in het anatomisch theater. Voor mijn eigen stuk OOZE zoomde ik helemaal in op de huid en de details van het lichaam en ik vroeg me daarbij af wat er zou gebeuren als ik de laatste schil ook nog zou ontleden. De kennis die ik heb opgedaan bij het Honours Programme was een ware verrijking voor mijn opleiding als danser/ maker en helpt me enorm om de reflecterende kunstenaar te worden die ik wil zijn.â€? OOZE ging in première bij ArtEZ op 12 december 2012, was te zien bij Korzo in Den Haag als onderdeel van Voorjaarsontwaken van 1 tot 4 mei 2013, en werd geselecteerd voor het programma The Makers Present: Dance van ITS Amsterdam (uitvoering op 24 juni 2013).

47


48


KLEURENHOREN MYRTHE TE LINTELO

Myrthe te Lintelo studeerde in juni 2013 af bij de bacheloropleiding Fine Art van AKI ArtEZ (specialisatie Sculpture) in Enschede en bij het Honours Programme. Myrthe is geĂŻnteresseerd in het sublieme, het primitieve, en de verbinding tussen geest en lichaam. Myrthe werd toegelaten tot de Master Fine Art van de LUCA school of arts,

49

Sint-Lukas, Brussel, waar ze in september 2013 is gestart met de opleiding. WEBSITE www.myrthetelintelo. wordpress.com ONDERZOEK AudioVisueel. Kunstzinnige synesthetische strategieĂŤn


50


IK BEN OP ZOEK GEGAAN NAAR STRATEGIEËN OM ZELF MUZIEK OM TE ZETTEN IN BEELDEN. Is het mogelijk strategieën te ontwikkelen om het ‘kleurenhoren’ aan te leren – een vorm van synesthesie waarbij muzikale geluiden in het brein worden omgezet naar beelden? Vanuit haar interesse in beeldende kunst en muziek en in nieuwe creatieve methoden, verdiepte Myrthe zich in deze vraag. “Ik ben jaloers op iedereen die kleuren ziet bij klanken en heb een fascinatie voor synesthesie (een eigenschap die ik zelf niet bezit). Daarom ben ik op zoek gegaan naar strategieën om zelf muziek om te zetten in beelden.”

MASSIVE ATTACK, EDDIE VEDDER EN HANS ZIMMER Het onderzoek resulteerde in een theoretische reflectie en een serie tekeningen gemaakt op muziek. “Ik bestudeerde onder andere het werk van Wassily Kandinsky, een Russische beeldend kunstenaar die de overeenkomsten tussen kleuren en het karakteristieke timbre van muziekinstrumenten heeft beschreven. 51


In 1911 schilderde hij bijvoorbeeld een abstract werk geïnspireerd op een muziekstuk van Schönberg. Om de wisselwerking tussen geluid- en beeldaspecten technisch te kunnen duiden heb ik daarnaast een analysemodel opgesteld. Daarbij heb ik als voorbeeld digitale muziekvisualisatie, oftewel Music Visualizers, gebruikt. Uiteindelijk heb ik zestien tekeningen gemaakt bij verschillende muziekstukken, onder andere van Massive Attack, Eddie Vedder en Hans Zimmer. Van deze tekeningen heb ik het werkproces beschreven en ik heb hun beeldaspecten geanalyseerd. Dat leverde interessante vragen op. Wat is bijvoorbeeld de rol van de factor tijd als je een vertaling maakt van klank naar beeld?”

ANDERE VORMEN VAN SYNESTHESIE “Hetgeen ik heb ontwikkeld is eerder ‘toegepaste’ synesthesie dan ‘natuurlijke’ synesthesie. Waar het mij om ging, was het toepassen van de techniek van synesthesie op mijn werk. De uitkomst is een overzicht van persoonlijke koppelingen tussen muziek en beeld, maar nog geen duidelijke methode. In het vervolg zou ik willen experimenteren met andere vormen van synesthesie, zoals de koppeling tussen het zicht en de huid; het voelen met 52


de ogen. Ik zou dit onderzoek ook graag nog voortzetten in driedimensionale vorm, met bijvoorbeeld klei.�

53


54


ROTTEND FRUIT EXPOSEREN TJALLING MULDER

Tjalling Mulder studeerde in juni 2013 af bij de bacheloropleiding Fine Art van AKI ArtEZ (specialisatie Sculpture) in Enschede en bij het Honours Programme. Hij werkt veelvuldig met keramiek en vergankelijk materiaal. Tjalling werd toegelaten tot het Sandberg Instituut,

55

de masteropleiding bij de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar hij in september 2013 is gestart met de Master Material Utopias. ONDERZOEK Tentoongesteld Verval


56


WAAR ROTH BACTERIËN DE RUIMTE GEEFT TOT HET WERK ONHERROEPELIJK IS VERANDERD, ZORGT HIRST VOOR EEN GECONTROLEERD VERVAL DAT NIET TOT STILSTAND KOMT. Tijdens zijn studie Fine Art is Tjalling zich gaan specialiseren in het gebruik van organisch materiaal dat op natuurlijke wijze vervalt, bijvoorbeeld groente en fruit dat op den duur gaat rotten. “Ik ben geïnteresseerd in het concept van beweging: het kunstwerk ondergaat een proces, waardoor het altijd in verandering is. Dit werd ook het uitgangspunt voor mijn onderzoek voor het Honours Programme, waarbij ik steeds op mijn eigen beeldend werk heb gereflecteerd.”

SCHIMMEL, BACTERIËN EN KADAVERS “Om te beginnen heb ik geanalyseerd hoe restauratoren organisch materiaal kunnen restaureren en conserveren, met welke regels zij te maken hebben, 57


en hoe die van invloed kunnen zijn op het behoud van mijn werk. Vervolgens heb ik onderzocht hoe gevestigde kunstenaars omgaan met vergankelijk materiaal en welke maatregelen zij treffen om het te kunnen exposeren. Ik richtte mij daarbij specifiek op twee beeldend kunstenaars: Dieter Roth en Damien Hirst. Roth maakt biologisch afbreekbaar werk van etenswaren en Hirst werkt veelvuldig met het conserveringsmiddel formaldehyde en met kadavers. Waar Roth schimmel en bacteriën de ruimte geeft om het werk ‘in beweging’ te houden tot het onherroepelijk is veranderd (omdat verandering voor hem inherent is aan werken met organisch materiaal), zorgt Hirst voor een gecontroleerd verval dat niet tot stilstand komt; hij is zijn eigen restaurator en zal zijn werk verversen als rotting zichtbaar wordt. In mijn eigen praktijk maak ik gebruik van beide strategieën.”

KERAMIEK “Parallel aan het gebruik van organisch materiaal ben ik mij gaan verdiepen in het ambacht van keramiek. Wat gebeurt er als beide materialen – het vergankelijke en het blijvende – samenkomen? Aan de hand van mijn eigen objecten en mijn ideeën voor behoud en beheer ervan, kwam ik tot de conclusie 58


dat duidelijke handleidingen en heldere documentatie wezenlijk zijn bij het exposeren en beheren van mijn materiaal. Het onderzoek voor het Honours Programme heeft ertoe geleid dat ik de kwaliteiten en valkuilen van mijn artistieke werk beter kan duiden.�  

59


60


ROMANTISCHE IRONIE WILLEKE VAN RAVENHORST

Willeke van Ravenhorst studeerde in juli 2013 af bij de bacheloropleiding Fine Art van ArtEZ in Arnhem en bij het Honours Programme. Ze maakt locatiegebonden ruimtelijke installaties van kabel, touw en garen, waarbij proces en tijdelijkheid belangrijke uitgangspunten zijn. Willeke is medeoprichter van kunstenaarsinitiatief EPIX. In september 2013 realiseerde ze nieuw werk bij circa‌dit,

61

een Arnhems platform voor onderzoek en experiment. Ze werkt momenteel aan een bronzen beeld van schrijver Nescio voor Rhenen en oriĂŤnteert zich op een artist-inresidency in Duitsland. ONDERZOEK Romantische Ironie Nu. Een oscillerende houding tussen modernisme en postmodernisme WEBSITE www.wnvanravenhorst.com


62


HET PROCES VAN BEVRAGEN, POGEN, TRACHTEN, DOEN – OOK AL LEIDT DIT WELLICHT NERGENS TOE. Met haar onderzoek probeert Willeke te duiden wat de romantische ironie is en op welke manier dit begrip in de hedendaagse kunst relevant kan zijn. “Sinds ik me kan herinneren ben ik bezig geweest met het bevragen van de wereld. Daarbij was ik niet op zoek naar eventuele antwoorden, ik was geïnteresseerd in het vragen zelf. Via het Honours Programme stuitte ik op de term ‘romantische ironie’; het proces van bevragen, pogen, trachten, doen – ook al leidt dit wellicht nergens toe. Deze wisselwerking tussen het verlangen naar het absolute en tegelijkertijd het besef van de onvervulbaarheid hiervan, is waar de romantische ironie over gaat. Dit idee intrigeerde mij als mens en kunstenaar enorm.”

SCHLEGEL EN DE METAMODERNISTEN Romantische ironie is een term die niet gemakkelijk te definiëren is. Willeke baseert zich onder meer op de vroeg-romantische 63


Duitse theoreticus Friedrich Schlegel. “Hij heeft het concept ontdekt en beschreven. Volgens hem is er altijd sprake van een beweging en nooit van iets dat absoluut of waar kan zijn. Het verlangen zelf is in zijn ogen belangrijker dan de voltooiing van dat verlangen. Ook later komt de romantische ironie steeds terug bij schrijvers, beeldend kunstenaars en componisten. Het begrip lijkt een zekere tijdloosheid te bezitten. Ik kwam erachter dat de romantische ironie niet slechts een concept is, maar voornamelijk een houding die je aan kunt nemen tegenover het leven. Zo ontdekte ik dat het vandaag de dag ook herkend wordt, bijvoorbeeld door de metamodernisten; cultuurfilosofen die bij kunstenaars een ‘modern’ verlangen constateren. Kwam het in de vroeg-romantische periode voort uit een tegenreactie op de rede van de verlichting, dan kan het in deze tijd worden gezien als tegenreactie op de scepsis van het postmodernisme.”

DE RUIMTE PAKKEN MET MIJN ARMEN “Hoe beter ik de romantische ironie begon te bevatten, hoe beter ik mijn eigen beeldend werk begon te begrijpen. Ik realiseer me dat ik beter massief materiaal kan gebruiken als ik iets groots wil bouwen, maar ik wil het toch 64


proberen met touw en draad. Ik wil de ruimte pakken met mijn armen. Ik weet dat dat niet kan, maar mijn interesse ligt ook niet in het bereiken van dit doel. Ik wil niet beweren, ik wil alleen maar bevragen.�

65


66


AzK

Art as/z Knowledge Colofon Uitgave: ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Honours Programme Theorie en onderzoek, november 2013. Tekst & redactie: Marlies van Hak, Peter Sonderen, Marijn de Langen, Iris van de Kamp, Dalila Sehovic Ontwerp: Dana Dijkgraaf, Charlotte van den Bosch Fotografie: Honours Programme, studenten (afbeeldingen bij eigen werk), Sanne ZurnĂŠ (pag. 11, 43 inzet, 55 inzet, 68), Raisa Kingma (pag.25 inzet), Bram de Ridder (pag. 31 inzet), Sander Luske (pag.37 inzet), Tanja Busking (pag. 43-48) Druk: JP Offset, Duiven ISBN: 978-90-74485-00-5 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieĂŤn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.

67


68


ALS JE DE BETEKENIS VAN DIGITALE DANS, DE RELATIE TUSSEN LICHAAM EN TECHNIEK, DE TECHNOLOGIE ALS PERFORMER OF DE WERKING VAN INTERACTIVITEIT GAAT ANALYSEREN, ZOU JE HET CONVENTIONELE IDEE VAN TECHNOLOGIE ALS ONDERSTEUNEND MIDDEL VOOR DE CHOREOGRAFIE MOETEN LOSLATEN. Zeynep Gündüz docent en onderzoeker, Universiteit van Amsterdam Technological performance in digital dance lezing over actuele onderwerpen in het dansonderzoek, waaronder ‘technological performance’ en het concept ‘posthuman’

69


SCHRIJF VANUIT JE PERSOONLIJKE FASCINATIE EN VERWONDERING. SCHRIJF JE MET PLEZIER, DAN IS DAT TERUG TE ZIEN IN DE TEKST EN KUN JE DE LEZER NOG BETER BOEIEN.

Michiel Sauter docent, HAN talencentrum Workshop schrijfvaardigheid over de essays van Montaigne en de kunst van het schrijven

70


DE CRISIS HEEFT ALS POSITIEF EFFECT DAT EEN STAD VEEL DYNAMISCHER WORDT INGERICHT. MET STRATEGIEテ起 VOOR TIJDELIJK GEBRUIK, NIEUWE FUNCTIES VOOR BESTAAND MATERIAAL EN ANDERE MANIEREN VAN SAMENWERKEN KUN JE ALS ONTWERPER EEN MAATSCHAPPIJ DIE IN ONTWIKKELING IS VORM GEVEN. Jos de Krieger architect, Superuse Studios Connecting flows to improve urban ecosystems lezing over filosofie, onderzoek, ontwerp en uitvoering van bouwprojecten waarbij hergebruik centraal staat

71


72


BIJ KUNSTENAARS LIGT VAAK EEN TABOE OP GELD VERDIENEN. ALS AUTONOOM KUNSTENAAR MOET JE BLIJKBAAR NIET HET IDEE WEKKEN DAT JE GEÏNTERESSEERD BENT IN DE MARKT, HET GROTE PUBLIEK EN ECONOMISCH SUCCES. EEN CREATIEF MENS KAN ECHTER OOK OP DAT PUNT CREATIEF EN VERNIEUWEND ZIJN. Dany Jacobs lector Kunst, Cultuur en Economie, ArtEZ en HAN Wat moeten jullie met de creatieve economie? lezing over kunst en innovatie, verdienmodellen en het dubbel succescriterium

73


ER IS EEN NIEUWE GENERATIE ONTWERPERS ONTSTAAN; EEN HYBRIDE TUSSEN KUNSTENAAR EN MODEONTWERPER. TAAL EN COMMUNICATIE ZIJN DAARBIJ STEEDS BELANGRIJKER GEWORDEN. DE FOCUS KOMT MEER TE LIGGEN OP DE BOODSCHAP EN HET VORMGEVEN VAN EEN BEPAALDE IDENTITEIT. José Teunissen lector Modevormgeving, ArtEZ Couture Graphique: de relatie tussen mode, grafisch ontwerp en het lichaam lezing over de geschiedenis van de mode, de intrede van grafisch ontwerp in de mode en actuele ontwerppraktijken

74


75


VRAAG JE BIJ HET UITWISSELEN VAN KENNIS AF WELKE VOORONDERSTELLINGEN JE ZELF HANTEERT, EN HOE JE DEZE KUNT BEVRAGEN. BEN JE BEWUST VAN JE BLIK EN JE AANNAMES, KEN JE CONTEXT EN HET PERSPECTIEF VAN WAARUIT JE WERKT. Diane Elshout choreograaf, dramaturg Bodies and Boundaries lezing over de theorie van ‘spectatorship’ door filosoof Jacques Rancière en de ‘gaze’, de dominante blik in de visuele cultuur

76


CULTUUR BESTAAT NIET, MAAR GEDRAGINGEN WEL. CULTUUR EN DE WAARDEN DIE WE ERAAN TOESCHRIJVEN, KOMEN VOORT UIT GEDRAG. KUNSTENAARS KUNNEN DE ROUTINES, GEWOONTES EN ‘CULTURE CLASHES’ BEVRAGEN. Theo Verheggen cultuurpsycholoog, Open Universiteit Cultureluurs worden we ervan. Misverstanden over wat ‘cultuur’ is en wat het doet met mensen lezing over cultuur-psychologie en de sociale vormgeving aan patronen in gedrag, gedachten en gevoelens

77


78


www.artez.nl/honoursprogramme

ISBN 978-90-74485-00-5 79

ART AS/Z KNOWLEDGE ARTEZ HONOURS PROGRAMME 2012 — 2013

Het Honours Programme Theorie en onderzoek is een programma voor een selecte groep studenten van de bacheloropleidingen van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Het programma is van start gegaan in september 2010 en inmiddels heeft de eerste lichting studenten hun honoursonderzoek afgerond en zijn ze afgestudeerd bij hun opleiding. Een goed moment voor de verschijning van het nulnummer van het nieuwe magazine Art as/z Knowledge. In de tekst ‘Van zelf spreekt niets’ lichten lector Peter Sonderen en onderzoekscoach Marijn de Langen de kerngedachten achter het programma toe en zetten ze uiteen op welke manier het programma ‘als laboratorium en platform waarin diverse kunstdisciplines met elkaar samenwerken en samen denken’ een aanvulling vormt op het bacheloronderwijs. Het hart van het magazine bestaat uit de bijzondere en uiteenlopende onderzoeken en de toekomstplannen van de eerste afgestudeerden. Het magazine bevat daarnaast foto’s van een selectie van workshops en excursies die hebben plaatsgevonden en quotes van een aantal gastdocenten.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.