6 minute read

Denken over dans en inclusie

“I just make art with whoever I have in front of me”

“Time and reflection is needed to cooperate with, understand and educate social workers about the goals of dance. We need to understand what caretakers want and need and the other way around.”

“Iedereen kan dansen en dans is voor iedereen betekent volgens ArtEZ BaDD dat: Ieder mens, los van diens leeftijd, gezondheid, sociaalculturele achtergrond, gender, fysieke of mentale mogelijkheden toegang zou moeten hebben tot danseducatie. Om dat ideaal te verwezenlijken zijn docenten dans nodig die achter deze missie staan en dusdanig zijn opgeleid dat ze dit streven kunnen helpen bereiken. Breed geschoolde docenten die de kennis en vaardigheden bezitten om aan alle doelgroepen, in iedere situatie en welke dansdoelen dan ook effectief en inspirerend les kunnen geven”

(BOS, 2018, PP. 34).

Denken over

“OMG ! What are we doing? Social work? Entertaining participants with artistic processes and skills?”

dans en inclusie

“Diversiteit is een gegeven. Mensen verschillen van elkaar. De verschillen betekenen iets voor ieders positie in de samenleving en de kansen die men krijgt. Ze sturen ons gedrag en denken.“

(DE VRIJER & MATENA, 2019, PP. 6)

“Are all humans artists?

If so, is working in communities always art?”

De term inclusie verwijst naar hoe je met verschillen en overeenkomsten omgaat. De kracht van diversiteit en de voordelen ervan worden benut wanneer het unieke van elk individu wordt (h)erkend en verwelkomd. Inclusie is de mate waarin makers, producenten, werkenden en publiek van alle identiteiten - zichtbaar of niet - zichzelf kunnen zijn en zich veilig en gerespecteerd voelen.

(DE VRIJER & MATENA, 2019, PP. 6)

“The ultimate effect that we want to achieve: inspiration, sustainability, standing up for your lives,-changing people’s lives, connecting. And burning a lot of straws!”

Denken over dans en inclusie

In het denken en de gesprekken over dans in het community werkveld kwam in de opleiding BaDD het begrip inclusie vaak naar boven. Een aantal studenten wilde voorbereid worden op het werken in een inclusieve en diverse danssector zoals te lezen in de samenvatting van de bijeenkomst met BaDD studenten over de artist-educator in dans op pagina 39. Maar wat betekenen die begrippen en wat betekent dat dan vervolgens voor het beroep van dansdocentmaker en hun opleiding? Het begrip inclusie is in de afgelopen jaren een veel besproken en bediscussieerd onderwerp binnen de culturele sector. Er zijn verschillende definities te geven, iedereen verstaat er iets anders onder en gebruikt het begrip op een individuele manier. Volgens Sonja Parmentier (dansdocente en choreograaf) kan het danswerkveld in drie verschillende gradaties vormgegeven kan worden:

Het kan betekenen, dat er een specifiek dansaanbod is voor een bepaalde groep mensen, bijvoorbeeld een dansles alleen voor mensen met een verstandelijke beperking.

De tweede vorm is een mengvorm, waarbij een dansles/project wordt aangeboden waar zowel mensen met een beperking (of een andere groep) samen dansen met mensen zonder beperking. Men brengt bewust twee groepen (of dansers van verschillende generaties) bij elkaar.

De derde vorm is een overstijgende vorm en ziet inclusie veel breder. Inclusie wordt hier gezien als een nieuwe standaard in de danswereld. Iedereen heeft toegang tot het hele dansaanbod wat er is, onafhankelijk van je fysieke en cognitieve mogelijkheden, je culturele achtergrond, je leeftijd, gender, etc. Hier wordt dus niet meer specifiek benoemd dat het een project voor dansers met en zonder een beperking is, maar er wordt vanuit gegaan dat iedereen er aan deel kan nemen. Deze houding en zichtwijze op inclusie heeft een verandering in het denken over dans (en andere kunstvormen) nodig, waarbij ook de beeldvorming over dans en de esthetiek van dans bevraagd wordt (persoonlijke communicatie, 20 oktober 2018).

Ondertussen zijn er binnen ArtEZ en de gehele culturele sector ook meer collectieve gedachten ontwikkeld. De overtuiging van BaDD is dat inclusie en diversiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar omdat inclusie uit verschillende vormen van diversiteit kan bestaan, deze verschillende vormen ook afzonderlijk van elkaar onderzocht kunnen worden om er meer grip op te krijgen.1 Uitgangspunt hierbij is de omschrijving van de begrippen zoals geformuleerd in de culturele Code diversiteit en inclusie (DE VRIJER & MATENA, 2019). Hiermee wordt ook aangesloten op de landelijke Agenda Inclusieve Podiumkunsten 2020-2024 (MARINELLI, 2019) waarin aanbevelingen worden gedaan voor het toegankelijk maken van kunstvakopleidingen voor dansers met een beperking en voor de stappen die hogescholen kunnen zetten om studenten en docenten op te leiden tot inclusieve danskunstenaars. De basis hieronder wordt gevormd door de Convention on the Rights of Persons with Disabilities, die door Verenigde Naties geformuleerd is voor het inclusief onderwijs. De opleiding BaDD van ArtEZ profileert zich sinds 2018 met de slogan “Iedereen kan dansen

1 Zo heeft Jessica de Jaeger bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar Culturele diversiteit binnen de Bachelor Docent Dans van ArtEZ (De Jaeger, 2020).

en dans is voor iedereen” (BOS, 2018, PP. 34). Ze wil inclusie dus in de breedste zin van het woord begrijpen, ontwikkelen en verdiepen. Daarbij is een belangrijke vraag of het begrip inclusie überhaupt nog wel gehanteerd moet worden. Is het nog nodig om te spreken over verschillende werkvelden en ‘speciale’ mensen waarmee gewerkt wordt? Moet de opleiding daar dan ook speciaal aandacht aan besteden of kan het omgaan met verschillen en overeenkomsten ‘gewoon’ onderdeel zijn van de opleiding?

AAN DE SLAG

Uitnodiging: Bekijk de fotopagina’s en documentaire Rythm is it (Maldoom, 2004) en lees het artikel Dansles voor mensen met dementie (VAN INGEN 2019), de tekst van dit hoofdstuk en de samenvatting van de discussie over het community werkveld tijdens Next Move conferentie op pagina 37. Vragen: Wat betekent dans-inclusie voor jou? Wie en wat inspireert jou op dit gebied? Welke ervaring heb jij hiermee? Wat zijn jouw gedachten over de slogan “Iedereen kan dansen en dans is voor iedereen”? Waar zou inclusie volgens jou toe moeten bijdragen? Advies: Ga met elkaar in dialoog over verschillende gedachten, definities en perspectieven. Aanwijzing: Dit kun je bijvoorbeeld doen aan de hand van een door jouw geformuleerde stelling, definitie, manifest of fascinatie.

Uitnodiging: Bekijk het product dat je gemaakt hebt bij de vraag ‘Wat betekent ontmoeten in beweging voor jou?’ en verdiep je in een aantal verdiepingsbronnen op pagina 34 t/m 36 over achtergronden van verschillende doelgroepen. Vraag: Wat zou ontmoeten in beweging kunnen betekenen voor iemand die….? Aanwijzing: Verwerk je antwoorden in bijvoorbeeld een (poster)presentatie over een specifieke groep mensen. Advies: Ga met elkaar in dialoog over je bevindingen en wat daarin opvalt. Verzamel de gezamenlijke antwoorden en inzichten. Uitnodiging: Lees het artikel Juist de verschillen zijn interessant (CLAASSEN, 2020) en verdiep je met behulp van een aantal verdiepingsbronnen op pagina 34 t/m 36 in verschillende definities en uitspraken over (dans en) inclusie. Vragen: Wat is (dans en) inclusie volgens jou? Op welke bronnen baseer jij je? Welke verschillende definities zijn er te geven? Hoe heeft inclusie door de geschiedenis heen een rol gespeeld? Wat valt je daarin op als je naar verschillende culturen kijkt? Zijn er voor- en nadelen van inclusie te benoemen? Is er behoefte aan eenduidigheid? Waarom? Wanneer? Moet er bijvoorbeeld een quotum zijn voor minderheden bij projecten of voorstellingen? Is het echt nodig te weten wat de definitie van inclusie is? Of gaat het meer over de vraag ‘Wanneer is er inclusie?’ Is daar een antwoord op te geven? Wat als het begrip inclusie niet (meer) zou (hoeven) bestaan? Advies: Ga met elkaar in dialoog over de vragen en verzamel de gezamenlijke antwoorden en inzichten.

Uitnodiging: Kies een (aantal) verdiepingsbronnen op pagina 34 t/m 36 over een specifiek thema binnen het community werkveld om je in te verdiepen; zoals ‘narratief werken’, ‘kruispuntdenken’ of ‘mensen met een verstandelijke beperking’. Vragen: Welke bronnen vind je meer of minder van waarde voor het beroep en de opleiding BaDD. Waarom? Advies: Bespreek met elkaar welke (delen) interessant zijn, aansluiten bij praktijkvragen, projecten en de professionele beroepsontwikkeling. Aanwijzing: Maak een (poster)presentatie of bedenk een bewegingsopdracht voor anderen om de onderzochte thematiek invoelbaar te maken. Advies: Nodig een oud-student of andere expert op een specifiek gebied uit om te vertellen over zijn/haar ervaringen en gedachten over dans en inclusie. Aanwijzingen: Start een leesclub rondom het thema ‘doelgroepen’ of ‘contact maken’.

This article is from: