8 minute read

post- humane mozaïek

Next Article
NIEUWE OGEN

NIEUWE OGEN

Plein is vanaf het begin in 2001 een open experimenteerruimte in het jaarprogramma geweest, ter weerszijden geflankeerd door het onderwijs van de beide semesters. De maand januari bood door de jaren heen op verschillende manieren onderdak aan een diversiteit van workshops. De grenzen van de discipline zijn verkend, samenwerkingen met andere kunsten (dans, muziek, schrijven, tekenen) zijn aangegaan, meer en minder sterk thematische programma’s zijn georganiseerd, zoals “Dwalen” (het verkennen van de stedelijke ruimte), belichaamde kennis ervaren en inzetten, materialiteit als vertrekpunt nemen, lijfelijke gewaarwordingen in een reeks van omgevingen ontdekken en documenteren. En nu, in Plein22, maken we de stap naar de wereld buiten onszelf, naar “more-than-human”, met een project dat we de naam ‘het posthumane mozaïek’ hebben gegeven.

Maar bij het gebruik van het woord ‘buiten’, in de vorige zin, moet direct een kanttekening worden gemaakt. Met ‘buiten’ wordt impliciet een tweedeling gesuggereerd die juist niet beoogd wordt. Het gaat er om de mens te benaderen in zijn verbondenheid en verstrengeling met alle dieren, planten, materialen, grondstoffen, micro-organismen uit zijn omgeving. Deze publicatie geeft een fragmentarisch beeld van die verbondenheid en verstrengeling.

De laatste jaren stond de formule van Plein in januari onder druk door de corona-maatregelen. In 2021 hebben we Plein verhuisd naar de slotweek van het studiejaar en ook in 2023 zal Plein in juni worden geprogrammeerd. Voor Plein22 is eenmalig afgeweken van het model van de workshop en is een andere vorm toegepast. Dat was het gevolg van twee belangrijke overwegingen. De eerste kwam voort uit de omstandigheden waar we ook in de winter van 2021/22 mee te maken hadden: corona-maatregelen en adviezen die beperkend werkten voor de formule van een intensieve workshop. In de loop van december mochten steeds minder mensen bij elkaar op bezoek of samen op straat zijn. De tweede overweging was inhoudelijk en kwam voort uit het nieuwe thema van het posthumane project.

Al een aantal jaren drong het thema van “het posthumane denken” zich aan de opleiding op. In verschillende onderwijsactiviteiten en in gesprekken die in de periferie van het onderwijs werden gevoerd, kwam dit onderwerp steeds vaker ter sprake. We besloten om van Plein22 een posthumaan project te maken. De vraag was op dat moment hoe we binnen de geldende ‘leefregels’ rond corona en met dit nieuwe, nog deels onbekende onderwerp Plein22 konden organiseren. De kern van de oplossing werd gevonden in de studenten: zij werden ingezet als verkenners en onderzoekers om allerlei verschillende kanten en invalshoeken van het posthumane veld te bestuderen en te documenteren. In plaats van een geconcentreerde activiteit in januari kregen de studenten een semester de tijd voor hun onderzoek met een afronding in juni. De resultaten van hun verkenning, was de gedachte, zou een eerste beeld vormen van het posthumane denken. We gaven dit project de titel “het posthumane mozaïek” omdat we ons realiseerden dat de fragmenten waaruit het resultaat zou bestaan weliswaar een beeld zou opleveren, maar dat van volledigheid geen sprake kon zijn.

De studenten gingen in drietallen aan de slag met vraagstukken die waren geformuleerd door de curator van dit Plein: Marthe Oosting. Zij werd terzijde gestaan door Moyra Besjes en Fredric Baas. Marthe en Fredric hadden bij het Design Museum Den Bosch het onderwerp van het Posthuman al eerder aan de orde gesteld. Onder de begeleiding van Marthe, Moyra en Fredric verdiepten de studenten zich in teksten, discussies en films over dit onderwerp met als doel om een expert of betrokken organisatie te interviewen.

De video’s die hier het resultaat van waren, werden op een indrukwekkende ochtend in een filmzaal van Focus Filmtheater gepresenteerd. Op die ochtend werden de vele facetten van het onderwerp zichtbaar. De presentaties waren net zo divers als de onderwerpen die werden aangesneden. Het resultaat was een veelzijdig beeld dat veel stof tot discussie en verder onderzoek gaf.

“Het posthumane mozaïek”, waar deze publicatie een samenvattend beeld van geeft, blijkt een zeer waardevol en urgent onderwerp dat de komende jaren een sturende rol op de agenda van de opleiding krijgt. Onderwerpen als de klimaatverandering, de energietransitie, de afname van de biodiversiteit, de uitputting van de grondstoffen komen in het posthumane denken en handelen aan de orde. De opleiding wil samen met docenten en studenten op zoek naar manieren hoe deze onderwerpen in het ruimtelijk ontwerpen geadresseerd kunnen worden.

Voor Plein23 hebben we inmiddels een vervolg geformuleerd: de posthumane verbeelding. Het is een stap van verkenning en onderzoek naar het geven van een beeldende uitdrukking. Een stap die nodig is voor het perspectief dat zich steeds nadrukkelijker aandient: hoe krijgen we de planeet weer gezond? Lukt het ons om voor de generaties na ons een leefbare wereld na te laten?

Ko Jacobs

EEN EERSTE VERKENNING ROND VIJF THEMA’S

MARTHE OOSTING

MET BIJDRAGEN VAN:

FREDRIC BAAS

We leven in een tijd van tegenstrijdigheid die filosoof Rosi Braidotti ‘the posthuman challenge’ noemt: het moderne leven is een combinatie van opwinding over ongekende mogelijkheden enerzijds en paniek over massale vernietiging anderzijds. Terwijl we via wetenschap en technologie steeds meer kennis vergaren en mogelijkheden ontwikkelen, is het intussen duidelijk geworden dat de mens verantwoordelijk is voor het in gang zetten van grootschalige veranderingen die zich aan het voltrekken zijn op aarde. Klimaatverandering, milieuvervuiling en een zesde massa-extinctie, om er maar een aantal te noemen.

Het groeiende besef van de impact van menselijk handelen leidde begin deze eeuw tot een voorstel voor een nieuw geologisch tijdperk: het Antropoceen. Een tijdperk waarin de mens de voornaamste kracht is geworden achter geologische veranderingen. Alhoewel de term niet officieel is aangenomen in de geologie, is hij binnen andere wetenschappelijke disciplines en in de kunst omarmd als rijke bron voor reflectie en kritisch debat. Eén kritische kanttekening is in ieder geval belangrijk om te noemen: niet alle mensen dragen in gelijke mate bij aan de menselijke handelingen en houdingen die het Antropoceen in gang hebben gezet. In dit gesprek is het dus belangrijk te beseffen dat de termen ‘wij’ en ‘ons’ niet altijd vanzelfsprekend op de gehele mensheid van toepassing zijn. Over het algemeen zijn het de samenlevingen in het globale noorden met de grootste economieën die de meeste historische verantwoordelijkheid dragen voor onze huidige situatie. Zij zullen de zwaarste cultuur- en systeemveranderingen moeten doorvoeren als we het Antropoceen zo snel mogelijk achter ons willen laten.

Zolang het behouden van een leefbare planeet ons gedeelde streven is, is de grote vraag die ons nu boven het hoofd hangt: hoe veranderen we van koers? Hoe zorgen we ervoor dat ons menselijke bestaan bijdraagt aan een levendige en bloeiende aarde, in plaats van dat we deze wereld onleefbaar maken voor toekomstige én huidige generaties mensen en niet-mensen? Hoe kunnen we ons bestaan zo vormgeven dat het leven zich in al zijn verscheidenheid kan blijven ontwikkelen?

De ‘posthuman’ is een onderzoeksgebied waar mogelijke koersveranderingen worden besproken. De term ‘posthuman’ kan verwarring veroorzaken, omdat deze op verschillende manieren wordt gebruikt. In deze tekst zal ‘posthuman’ verwijzen naar een bepaald gedachtegoed en onderzoeksgebied. Dit gebied wordt bevolkt door een diverse verzameling aan begrippen, ideeën en onderzoekers die zich voornamelijk bezighouden met het herdefiniëren van het begrip ‘mens’. Volgens filosoof Francesca Ferrando gaan de gesprekken rondom de posthuman in essentie over het ontwikkelen van een open begrip van mens-zijn; een mensbegrip waarin er niet langer gezocht wordt naar een universele invulling, en waarin een onderscheid tussen mens en niet-mens steeds lastiger te maken wordt.

De komende korte hoofdstukken zullen laten zien dat het posthuman gedachtegoed ons uitdaagt onze kijk op onszelf en de wereld om ons heen radicaal open te breken. Tijdens PLEIN 22 hebben de studenten hun eerste stappen gezet in de zoektocht naar deze herontdekking; een herontdekking die hard nodig is in een wereld die ons confronteert met crisis na crisis. De studenten hebben onderzocht welke onderwerpen en vragen de posthuman op tafel legt, zonder direct definitieve antwoorden of oplossingen te moeten vinden. We hebben het posthuman thema aangenomen als hulpmiddel en als uitnodiging om opnieuw en met andere ogen naar het bestaan te leren kijken. PLEIN 22 vormt het begin van een ontdekkingstocht naar de mens en de wereld waarin wij als mensen leven, met het posthuman gedachtegoed als gids.

In een poging enige houvast te bieden bij het begin van deze zoektocht hebben we ‘de posthuman’ opgedeeld in een aantal subthema’s: (1) Wie is Mens?, (2) De Nonhuman, (3) Nonhuman Agency, (4) Relationaliteit, en (5) Posthuman Politiek en Kennis. Deze thema’s staan nadrukkelijk niet op zichzelf, maar zijn allemaal onderling verbonden en lopen in elkaar over. De volgende hoofstukken zullen deze thema’s uitdiepen aan de hand van de studentenprojecten, verweven met een aantal—lang niet alle—begrippen en ideeën die van belang zijn in het posthuman onderzoeksgebied.

WIE IS MENS?

Wie is mens? Het lijkt misschien een onnodige en wat gek geformuleerde vraag, maar het is een van de eerste essentiële vragen in het posthuman gesprek, want het antwoord is niet vanzelfsprekend. De interpretatie van het begrip ‘mens’ kent een geschiedenis vol onderdrukking en geweld. Slavernij is een gruwelijk voorbeeld van het aanbrengen van een hiërarchie in menselijkheid, waarbij de ene mens zich (met macht en geweld) het recht toe-eigent een ander mens tot bezit te verklaren en vervolgens als handelswaar door te verkopen. Journalist Leendert van der Valk omschrijft in de Volkskrant hoe slavernij in Nederland in eerste instantie moreel wordt verworpen, maar dat de belofte van rijkdom het uiteindelijk wint van de moraal. Koopman Pieter van der Hagen, die in 1596 met slaafgemaakten in Middelburg aankomt, krijgt uiteindelijk van de Staten-Generaal toestemming om de mensen elders te verkopen. Ook de Nederduits Gereformeerde Kerk keurt aan het begin van de 17e eeuw mensenhandel goed, zolang het heidenen betreft. Van der Valks verhaal laat zien hoe ongelijkheid tussen mensen werd aangejaagd door een verlangen naar macht en rijkdom, en werd ‘gerechtvaardigd’ door onder andere religieuze argumenten. Niet alle mensen zijn altijd in dezelfde mate toegelaten tot de dominante invulling van de categorie mens. Vroeger niet, en vandaag de dag vaak genoeg helaas nog steeds niet.

Als eerste stap in het openbreken van ons begrip van de term ‘mens’, is het nodig te herkennen dat gesloten en beperkende definities van mens-zijn leiden tot discriminatie en uitsluiting. In de inleiding van de Posthuman Glossary stellen Rosi Braidotti en Maria Hlavajova dat het dominante mensbeeld van de gezonde, witte, Westerse man ongelijkheid tot stand brengt. Zij die niet of niet goed genoeg aan dit dominante mensbeeld voldoen, verworden automatisch tot tweederangs mensen. Het is een felle kritiek op het humanisme, dat naar een universeel mensbegrip zoekt. Het posthuman gedachtegoed stelt daarentegen dat de betekenis van mens-zijn gebonden is aan aspecten als tijd, plaats, geschiedenis en cultuur. Volgens Braidotti is het van belang dat we het universalisme weerleggen met perspectivisme: het verankeren van ons zijn en onze ideeën in de plekken van waaruit we denken en spreken. In plaats van universaliteit, draait het in het posthuman gedachtegoed om pluriversaliteit: ‘mens’ is niet één, maar meerdere. En die verschillende ervaringen moeten allemaal gelijkwaardig naast elkaar kunnen bestaan. Alleen dan kunnen we tot een vollediger en inclusiever mensbeeld komen.

Om beter grip te krijgen op verschillende historische invullingen van mens-zijn, onderzochten Onno van Ark, Neri van Burken, Mehmet Arisoy en Anneloes van Dijk de grote lijnen in het mens- en wereldbeeld van de Europeaan door de eeuwen heen. Europa als uitgangspunt om het onderzoeksgebied wat te beperken. Ze maakten een tijdlijn met de globale heersende ideeën over samenleving, religie, natuur en kennis, zoals die in Europa aanwezig waren vanaf de vroege middeleeuwen tot aan vandaag de dag. Op deze schaal worden de grotere, fundamentele verschuivingen zichtbaar, zoals het proces van secularisatie, een veranderend natuurbegrip, en wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Om een blik in de toekomst te kunnen werpen vroegen ze een klas studenten naar hun verwachtingen over hoe onze samenleving, natuur, religie en kennis zich zullen ontwikkelen de komende jaren.

WERELDBEELD

Onno van Ark

Mehmet Arisoy

Neri van Burken

Anneloes van Dijk

This article is from: