![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/0e157a2b30b49a29d69c6f97f5d84598.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
10 minute read
Leven op een wolkje in Afrika...
de donkere Antwerpse binnenstad. Een niet zo leuke gedachte voor iemand die zich, zonder paraplu, te voet naar zijn afspraak moet begeven. Als een ‘behendige’ antilope huppel ik, achterna gezeten door dorstige regendruppels, over plassen vol gevaren. Vergeef mij deze ietwat absurde vergelijking maar ik vermoed dat ik mij al volop aan het inbedden ben in de leefwereld van de vrouw die ik deze namiddag mag ontmoeten. Ze is een zeer getalenteerde natuur- en wildlife fotografe die een goed anderhalf decennium geleden voor het eerst neerstreek in Afrika en er haar hart verloor. Karin Van Couwenberg zit rustig van een lekkere capuccino te genieten wanneer ik druipnat, alsof ik zonet uit de Schelde ben gekropen, het koffiehuis Günther Watté, binnendrijf. Vijf minuten later zit ik met een lekkere rooibosthé in een knusse zetel naast Karin.
Karin VC: “Ik was nog maar zeven toen ik met mijn vader op pad ging en mijn eerste foto’s maakte. Ook toen al was ik, ondanks het feit dat we midden in de stad woonden, een meisje wiens hart sneller ging slaan wanneer ze dieren zag. En liefst dan nog wilde dieren. Ik kan me niet herinneren hoe ontelbaar veel keren ik mijn arme vader naar de Zoo van Antwerpen moet meegetrokken hebben. En hoe ik hem wist te overtuigen ook andere dierenparken, ver buiten Antwerpen, te gaan bezoeken.”
Advertisement
CMm: Hoe verklaar je dan dat je pas een goed 10 jaar geleden voor het eerst Afrika aandeed en vooral dat je er vroeger nooit aan dacht om van wildlife-fotografie je beroep te maken?
Karin VC: “Op het tweede deel van je vraag kan ik makkelijk antwoorden. Met een cliché zo groot als een huis weliswaar, maar zo passend voor de generatie waar ik deel van uitmaak. Veelal was het toen zo dat dromen onbereikbaar bleken, dat er meer gezocht werd naar een toekomst die perspectieven en vooral meer zekerheid kon bieden. In mijn vrije tijd ben ik wel fotografie gaan studeren, maar het duurde inderdaad tot net na de eeuwwisseling voor ik het eerst in Afrika landde. De omstandigheden van het leven zorgen er meestal voor dat de realiteit het haalt op de droom. Maar ik vind dat geenszins een reden tot klagen. Ik ben zeer blij dat ik mijn hobby en passie van het wildlife-fotograferen kan beleven.”
CMm: Ik kan me wel inbeelden dat het behoorlijk emotioneel moet geweest zijn om die eerste keer het Afrikaanse Continent te kunnen bezoeken? Wat doet Afrika met een mens?
Karin VC: “Mijn eerste bezoek aan Afrika zal ik inderdaad altijd koesteren. Het valt moeilijk te omschrijven welke roes van gevoelens en emoties daar toen mee gepaard ging. Ik had al veel in Azië gereisd, maar vanaf het moment dat ik proefde van Afrika, wist ik het gewoon... Afrika oefent een quasi hypnotiserende kracht uit op iedereen die er voet aan de grond zet. De bewondering voor de onevenaarbare natuurpracht, de verwondering als je als nietige sterveling voor die gigantische wijdse open vlakte staat... Een onmetelijke groene oceaan die je alleen maar scheidt van de einder. De stilte, enkel onderbroken door het geluid van een dier in de verte. De confrontatie met jezelf en ook met het begrip schoonheid in haar zuiverste vorm, het maakt je nederig. Als ik vandaag land in Botswana, sluit ik de ogen, neem de geur van wilde salie in mij op en zeg: ‘Ik ben thuis’.”
CMm: Hoeveel keer per jaar verblijf je in Afrika?
Karin VC: “Ik probeer om toch tweemaal per jaar voor een periode van een drietal weken af te zakken. Soms is het iets meer, maar nooit minder. Het gemis zou te sterk zijn. Meestal ga ik naar Botswana. Ik heb er met de jaren veel vrienden gemaakt met wie ik ook regelmatig samenwerk en die ik kan vertrouwen.”
CMm: Vertrouwen?
Karin VC: “Ja, natuurlijk. Als je gaat fotograferen in een wereld waar een potentieel gevaar je bijna van overal omringt, dan moet je je voorzorgen nemen en de regels respecteren. In het begin dat je Afrika aandoet, ben je louter aangewezen op specialisten die instaan voor je veiligheid. Dus is het logisch dat je hun advies niet in de wind slaat en blindelings uitvoert wat zij zeggen. Na een paar bezoeken besef je hoe dicht Afrikanen nog bij de natuur staan. De mensen met wie ik werk voelen perfect aan hoe de dieren het best te benaderen zonder hen in hun natuurlijke habitat te verstoren. Ze weten hoe hun voertuigen ideaal te positioneren, anticiperen vaak en vermijden zo gevaarlijke situaties. Kortom, met hen erbij weet je perfect wat kan en wat niet. En uiteraard kennen zij het hele gebied als hun broekzak. Ze weten op welke plaats ze dieren kunnen aantreffen. Ze kunnen sporen lezen, ze vangen ‘alarm calls’ op. Kreten van andere dieren of het wegvluchten van bv. eekhoorns. Hieruit kunnen ze afleiden dat er katachtigen in de buurt zijn. Al mag je dat niet te letterlijk nemen. Soms zijn er dagen dat je niets of niemand tegenkomt.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/847b6182721b9cb46fa175d7ec15b5cf.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
CMm: Hoe ziet zo’n dag voor een wildlife fotograaf er doorgaans uit?
Karin VC: “Het zijn best lange dagen. Voor dag en dauw ben je al op want het juiste licht is voor een fotograaf bron van alle bestaan. In de vroege ochtend vertrek je in een halfopen wagen met het team en begint er een dag van zoeken en wachten. Over het algemeen blijf je die hele periode in de wagen. 14 uur in een krappe wagen zitten kan je niet echt comfortabel noemen. Het is er broeierig heet en je zit met velen samengeplakt op een veel te kleine ruimte. Occasioneel komt het eens voor dat je buiten de bescherming van een voertuig op pad mag gaan. Zo kennen we in Botswana een kudde volwassen olifanten die als weesolifantjes vroeger door mensen zijn opgevoed. Ook al leven deze dieren nu perfect in het wild, toch zijn ze intuitief aan mensen gewoon gebleven. Het is ronduit fantastisch als je met wilde olifanten samen door de vlakte kan stappen. Het geeft een ongelooflijke energie, een boost, met niets te vergelijken. Maar het is eerder uitzondering dan regel. Wanneer een mannetjes leeuw naast je wagen zijn gebrul inzet, gaat je haar gewoon rechtstaan en ontgaat de wil om uit te stappen je vrij snel. Voor een fotograaf is het zalig als die dagen kunnen resulteren in enkele foto’s die de moeite lonen. Maar een garantie op succes krijg je nooit. Op een dag werken volgt niet altijd een bekroning. Het komt regelmatig voor dat je uitgeput en vol stof op je bed gaat liggen en de teller op je camera weinig of niets te melden heeft. In het omgekeerde geval ben je de koning te rijk en leef je op een wolkje.”
CMm: Ik neem vooral foto’s van mensen. Ik kan me inbeelden dat het fotograferen van dieren een heel andere belevenis is. Waar moet je vooral rekening mee houden?
Karin VC: “Een fotograaf moet behoorlijk wat geduld hebben en tegelijkertijd constant alert zijn. Op dat vlak verschillen beide topics niet zo veel van elkaar. Ik denk dat bij het fotograferen van dieren het ‘moment’ echter sneller voorbij is. Als een jagende leeuw of een cheeta op zijn prooi springt, als er echt interactie is tussen dieren, dan krijg je geen tweede kans af te drukken. Als de foto goed is, weet je dat al vanaf het moment dat je afgedrukt hebt. Ik werk meestal met een klem die ik aan ons voertuig kan vastmaken. Een 300 mm en een 1.4 convector ( 420 mm) zijn mijn vaste objectieven en dan heb ik nog een 70-200 lens met aparte body bij de hand voor als er zich onverwachts actie afspeelt dichter bij ons. Heel veel hangt ook van de beelden die je wenst te schieten. Ik hou van totaalbeelden maar ben evenzeer geïnteresseerd in details. Een slagtand of een slurf van een olifant, kleurenschakeringen op de huid van een giraf. De omstandigheden bepalen echter alles. Een jagend luipaard zal je weinig opportuniteit geven haar imposante vacht in detail te observeren. Maar als je ze kan volgen en wanneer ze hoog in de kruin van een boom haar dutje doet...”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/913febed645630713e1d0d9a6678a48a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
CMm: Je hebt zo een speciale twinkel in de ogen als je over Afrika vertelt. Ik heb het gevoel dat we aan tafel zitten en direct de ‘hoofdschotel’ hebben aangesneden. Toch wil ik het graag ook even hebben over die andere gebieden waar je foto’s nam. Je tocht naar de Noordpool...
Karin VC: “Het minst wat je kunt zeggen is dat dit een unieke ervaring was. Een kans die mij geboden werd door een vriend fotograaf. Hij wilde graag met een heel team, ik denk dat we uiteindelijk met zijn twaalven waren, per zeilboot naar de Noordpool trekken. Een boot, ietwat aangepast gelukkig, met een verstevigde boeg, al maakte dit er natuurlijk nog geen ijsbreker van. Een wild plan maar, op het discomfort na, vrij risicoloos. Tenminste als je erover waakt dat je niet in het pakijs komt vast te zitten! De reden waarom hij voor een zeilboot koos was heel eenvoudig. Hij wilde absoluut vanop ooghoogte de dieren, die wij zouden tegenkomen, fotograferen. Ik moet zeggen dat het een beklijvende tocht was en niet eenvoudig omdat we in vrij primitieve omstandigheden moesten leven. Ik denk dat wij ons op die drie weken tweemaal hebben mogen douchen. Gelukkig misschien was het zo extreem koud dat niemand hierover struikelde. Ik kan je zeggen dat er behoorlijk wat adrenaline door je aderen vloeit wanneer een ijsbeer op een paar stappen van je over het ijs wandelt. Het was zomer en dus bijna, een etmaal vol, constant licht. Iemand hield de wacht en het kon dus perfect dat we met zijn allen zaten te fotograferen om 2 uur in de ochtend en ontbeten om 3 uur in de namiddag. Een heel bizarre ervaring.”
CMm: De koude is voor iemand als jij, die zo van Afrika houdt, natuurlijk ook geen bondgenoot?
Karin VC: “Dat zou ik nog niet zo direct zeggen. Ik heb in Finland bruine beren gefotografeerd vanuit een schuilhut die dan afgesloten werd en waar we een ganse nacht in de kou doorbrachten. De omstandigheden waren similair aan die van de Noordpool. Weet je, er bestaan geen slechte weersomstandigheden, alleen slechte kledij en gereedschap. Je kan je wapenen tegen alle extreme situaties, zeker de klimatologische. Als je het juiste materiaal en uitrusting gebruikt, hoeft de koude helemaal geen tegenstander te zijn. Maar natuurlijk mag je nooit koude vingers, voeten of gezicht hebben, want dan is het fotograferen meteen gedaan. In Yellowstone, waar de foto van de bizon getrokken werd was het -35°. Ik heb er uren al wakend in een sneeuwstorm stil op mijn knieën gezeten, geduldig wachtend tot de groep dichter zou komen. Toen ik op het einde wilde opstaan bleek dat mijn broek aan de grond was vastgevroren...”
Cmm: Brrr... Ik keer toch liever terug naar Afrika dan. Ik wil het even hebben over je tocht in de heuvels van Rwanda. Het geluk dat je hebt mogen proeven om die bijzondere wezens, de berggorilla’s, te kunnen observeren in hun natuurlijke habitat. Wat doet dat met een mens?
Karin VC: “Vooreerst moet ik zeggen dat ik een jaar behoorlijk heb getraind om de lange wandeltocht die voorafgaat te kunnen volmaken. Drie volle dagen in het dichte oerwoud bijna continu klimmen is niet evident. Maar de ontmoeting met deze prachtdieren was beklijvend, een van de ontroerendste momenten uit mijn hele leven. Eens we de dieren gelokaliseerd hadden, kregen we maar een uur. Zo werd er over gewaakt dat ze niet gestoord werden in hun dagelijkse routine. Vooraf werd er ook zeer duidelijk afgesproken wat je mocht doen en hoe je moest reageren als een dier op je afkwam. Niet dat berggorilla’s agressief zijn, maar wanneer een mannetje van ruim 200 kilogram op je komt afgestapt... Dan ga je onderdanig neerzitten, maak je je heel klein en begin je met wat bladeren te spelen, zonder het dier in de ogen te kijken. Mijn ervaring met de berggorilla’s was dubbel. Zelden ben ik zo emotioneel geraakt door zo veel gelijkenissen tussen mens en dier. En tegelijkertijd voelde ik mij zo schuldig dat wij mensen er altijd maar in slagen de schoonheid van de natuur in vraag te stellen.”
CMm: Je hebt een heel mooi boek, ‘The Magic of Botswana’ gepubliceerd. Een mooi boek met vooral ook een mooi verhaal. Karin VC: “Ik heb altijd de droom gehad ooit een mooi boek te kunnen maken. Met mijn vrienden Pia en Matthew hadden we het er regelmatig over. In een tentenkamp waar we verbleven, was het de gewoonte, een beetje zoals we hier in Europa een chocolaatje of een bloempje op het nachtkussen vinden, dat er elke avond een gedichtje op ons bed lag. Deze avondregels waren van zo’n schoonheid en intensiteit, dat ik de schrijver van deze prachtpoëzie graag wilde ontmoeten. Het bleek een man te zijn die in het tentenkamp... in de keuken werkte. We hebben hem dan gevraagd om aan ons boek mee te werken. De opbrengsten schenken we aan onze lieve dichter, Egotetse Easy Molapisi om zich te kunnen vervolmaken in de poëzie en zijn leven een wending in die richting te geven. Mijn grote voorbeelden, de wildlife fotografen Dereck en Beverly Joubert deden ons de eer het voorwoord te schrijven.”
CMm: De natuur ligt je duidelijk aan het hart. Ooit overwogen om in Afrika te gaan wonen?
Karin VC: “Overwogen zeker. Geloof me, het ware paradijs ligt in Afrika. Realistisch is zo’n beslissing op dit moment niet. Vergeet niet dat fotografie ad hoc nog altijd een, zij het dan zeer passionele, hobby is en dat ik eerst nog een beetje in de ‘jungle’ van de hedendaagse maatschappij zal mogen rondlopen. Maar het behoort zeker tot de mogelijkheden dat ik op een dag in het vliegtuig richting Afrika stap om er te blijven. Weet je, als je in Afrika een tijdje hebt doorgebracht, besef je dat wij in het Westen alle contact met het aardse, met de natuur hebben verloren. Ik vind dat wij, wat sommigen ook mogen beweren, als mens heel veel kunnen bijleren van de Afrikanen. Wij hebben al zo veel om zeep geholpen, dat wij deze laatste strohalm, dat laatste stukje ongerepte natuur, niet uit handen mogen geven. Want het gevaar loert om elke hoek. Vele jonge Afrikaanse kinderen willen zich aan ons spiegelen. Ze beseffen niet welke rijkdom aan hun voeten ligt. Ik steun daarom actief initiatieven die het Afrikaanse patrimonium in ere trachten te houden en die vooral aan de jongsten uitleggen hoe belangrijk het is de natuur en de dieren die er al eeuw na eeuw vertoeven, te respecteren.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/239d01230fe6852eae08f6acfdf203f9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
CMm: Een verscheurende eindvraag. Als je mag kiezen, een camera of dieren?
Karin VC: “Als ik toch zou moeten kiezen, zal ik resoluut voor de dieren kiezen. Soms ben ik zo gefascineerd door het wonderlijke gedrag van dieren dat ik er spontaan, heel eventjes, mijn camera voor opzij leg en gewoon geniet van het spektakel. Door jaren in de wildernis dieren te gaan observeren, ben ik ze meer gaan begrijpen. In vele gevallen kan ik inschatten welke keuze een dier in een bepaalde situatie gaat maken. Ik denk dat ik hierdoor niet alleen een betere fotograaf ben geworden, maar ook een beter mens. Dieren zitten immers heel eenvoudig in elkaar. Ze zijn, op een paar uitzonderingen na, niet agressief. Wat ze doen en laten is ingegeven door de drang om te overleven en hun nageslacht te beschermen. Dieren zijn niet rancuneus, nemen het meestal op voor elkaar. Ik denk dat we aan hen een voorbeeld kunnen nemen.” www.wildlife-photography.be – info@wildlife-photography.be
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/59ae29252688fee357a9ac999baa42c1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230320104728-0862324a78fa8243c00b22c413403f1e/v1/35ba56046d3340a7e0083a9ea960b591.jpeg?width=720&quality=85%2C50)