Duurzaamheid 3.0 Het individu maakt het verschil

Page 1

DU U R Z A A M H E I D B ELEID

Het individu maakt het verschil

Duurzaamheid 3.0 Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan weliswaar volop in de belangstelling, maar ze staan nog te ver af van het individu. Hoe kan het individu bijdragen aan een duurzame wereld, nu en in de toekomst? Bedrijven kunnen hier hun invloed laten gelden, door medewerkers bij het duurzaamheidsbeleid te betrekken. Immers, het is voor hen niet voldoende om te kunnen zeggen dat ze in een duurzaam gebouw werken. Belangrijker is of ze zich duurzaam gedragen in het gebouw. Voor facility managers ligt hier een rol van aanjager. TEKST: RENÉ STEVENS

Uit deskresearch blijkt dat duurzaamheid een zeer ruim begrip is. Er valt van alles onder, het is contextafhankelijk en het is subjectief. Eén scherpe en ondubbelzinnige definitie ontbreekt. Bovendien is bij duurzaamheid vaak sprake van een impliciete ethische discussie over welke doelen we als mensheid moeten nastreven. Het woord duurzaamheid staat niet op zichzelf. Het is een eigenschap die aan tastbare zaken (zoals duurzame producten, diensten of productieprocessen) en ontastbare zaken (zoals het menselijk leven, de leefwereld en de samenleving) wordt toegeschreven. De Engelse taal kent er een aantal woorden voor:

16

• sustainability (duurzaamheid): een zaak geschikt om voor lange(re) tijd te blijven bestaan in relatie met haar omgeving, • durability (slijtvastheid of bestendigheid) en endurability (draaglijkheid/goed te verduren): het ingebakken vermogen van een zaak om invloeden van buitenaf te kunnen afweren of te kunnen verdragen, • renewability (hernieuwbaarheid): meestal in relatie tot het verstandig omgaan met energie en grondstoffen om het leven op de planeet in stand te houden. Bij duurzaamheid gaat het dus niet alleen om het ‘hier en nu’, maar ook

FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 185 | NOVEMBER 2010

om ‘elders en later’. Er is bezorgdheid over de toekomst van de aarde, over de menselijke samenleving en over de wereldverdeling van goederen, hulpbronnen en middelen. Vaak zijn er botsende belangen voor zowel de samenleving als bedrijven.

Duurzaamheid 1.0, nadruk op milieu Duurzaamheid kwam op de agenda van de wereldleiders te staan met het rapport van de VN-commissie Brundtland uit 1987. Daarin wordt duurzaamheid als volgt gedefinieerd: ‘Duurzaamheid is het voorzien in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige genera-


BELEID DUURZ A A M H E I D

ties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’ In deze definitie zijn drie componenten van duurzaamheid te onderkennen: • bescherming van het milieu, • economische groei, waarbij ook ontwikkelingslanden de mogelijkheid wordt geboden om een groei door te maken die gelijk staat aan die van ontwikkelde landen, • sociale ordening: de kloof tussen arm en rijk moet worden verkleind om een achteruitgang van het milieu in arme landen te voorkomen. Duurzaamheid in de bovenstaande definitie gaat over de schaarste van de hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht, zowel nu als in de toekomst. Wij hebben maar één planeet aarde, grondstoffen kunnen opraken en de opnamecapaciteit van de atmosfeer en onze natuurlijke omgeving kent haar grenzen. De nadruk in deze definitie ligt op de milieuaspecten van duurzame ontwikkeling. De fundamenten economische groei en sociale ordening worden beide bezien in relatie tot milieubescherming.

Als je het milieu van onze planeet in balans wilt krijgen, kan dat per definitie alleen maar op mondiaal niveau. Het zijn de wereldleiders die tot onderlinge afspraken moeten komen. Vanwege politieke en economische belangen is dit geen eenvoudige opgave, zoals recent ook weer tijdens de VN Klimaatconferentie in Kopenhagen is gebleken. Maar bedrijven die hun verantwoordelijkheid durven te nemen hoeven niet lijdzaam af te wachten.

Duurzaamheid 2.0, nadruk op Profit In 1998 heeft John Elikington met zijn boek ‘Cannibals with Forks’ op een heldere wijze uiteengezet hoe bedrijven de samenleving kunnen en moeten helpen. Hiermee werd het van wereldschaalniveau teruggebracht tot een meer behapbaar schaalniveau van bedrijven en organisaties. Het gaat daarbij om het met elkaar in balans brengen van economische welvaart, milieubescherming en sociale rechtvaardigheid. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) of duurzaam ondernemen was geboren. Het is een vorm van ondernemen gericht op econo-

mische prestaties (Profit), met respect voor de sociale kant (People), binnen de ecologische randvoorwaarden (Planet): de zogenaamde ‘triple-P’-benadering. De ‘triple-P’-benadering helpt om de mate van duurzaamheid van een bedrijf in kaart te brengen. Ook kan het fungeren als leidraad om een MVO-beleid uit te stippelen. Het doel van een onderneming is immers niet alleen winstoptimalisatie. Een bedrijf heeft ook medeverantwoordelijkheid voor de sociale en ecologische component. De samenleving verwacht tegenwoordig van bedrijven dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. In de ideale situatie zijn de sociale consequenties van bedrijfsmatige acties, de ecologische consequenties en de economische resultante voor de onderneming in balans. Dit draagt niet alleen bij aan een duurzame samenleving, maar leidt ook tot betere resultaten voor het bedrijf. Het is een afweging van korte termijn versus lange termijn en ‘wij’ versus ‘zij’. Geld is en blijft echter van groot belang voor een bedrijf. Immers, zonder winst geen toekomst. Lag de nadruk bij duurzaamheid 1.0 op de

FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 185 | NOVEMBER 2010

17


DU U R Z A A M H E I D B ELEID

milieucomponent, bij duurzaamheid 2.0 ligt de nadruk op de ‘Profitcomponent’. Op zich niets mis mee, want geldstromen zijn een belangrijk instrument om tot een duurzame wereld te komen. Het maken van een gezonde winst geeft onderne-

vooral op de mens als individu, zowel de mensen binnen als buiten het bedrijfsperspectief. Binnen het bedrijfsperspectief zijn mensen medewerkers, leveranciers en klanten. Buiten het bedrijfsperspectief kan iemand vader, moeder, alleenstaand

Duurzaamheid 3.0 legt de nadruk vooral op de mens als individu mingen namelijk de gelegenheid om een vierde P van ‘Prosperity’ (verdelen van voorspoed) toe te voegen. Ook dit is een facet van ‘duurzaamheid’ en ‘groen’ ondernemen. Als je de ontwikkelingen rond duurzaamheid 1.0 en 2.0 in beschouwing neemt, kun je spreken van een voortschrijdend inzicht over duurzaamheid. Naar mijn mening staan we aan de vooravond van een volgende, meer evenwichtige fase: duurzaamheid 3.0.

Duurzaamheid 3.0, nadruk op het individu In zowel duurzaamheid 1.0 als 2.0 was er de menscomponent in de vorm van de term ‘People’. Het VNBrundtlandrapport verstaat onder ‘People’ de bevolking van de ontwikkelingslanden. De ‘triple-P’-benadering beschrijft de component ‘People’ in termen van sociale ordening, sociaal kapitaal of sociale rechtvaardigheid. Beide benaderingen staan ver van het eigen, persoonlijke handelen van ieder mens af. Hoe kan het individu een verschil maken voor een duurzame wereld, nu en voor de toekomst? Veel mensen zijn van mening dat je ‘rijk’ moet zijn om duurzaam verantwoorde keuzes te kunnen maken. Tijdens mijn reizen naar ontwikkelingslanden ben ik er echter achter gekomen dat het niet zo gemakkelijk is om vast te stellen wat rijk (en dus ook arm) is. In de ontwikkelingslanden is men misschien wel financieel arm, maar spiritueel juist rijk. Terwijl het Westen weliswaar financieel rijk is, maar spiritueel arm. Het ene of het andere is niet direct goed of slecht. Voor het maken van verantwoorde keuzes is het van belang om de juiste balans te vinden tussen materieel en immaterieel, tussen hoofd en hart. Duurzaamheid 3.0 legt de nadruk

18

of samenwonend zijn. Beide perspectieven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beïnvloeding binnen het ene perspectief heeft dus ook effect op het andere perspectief. Het zijn uiteindelijk mensen die met hun denken, emoties en het daaruit volgende handelen een duurzaam verschil maken. Hier kunnen bedrijven hun invloed laten gelden. Duurzame gedragsverandering is een weg van vele kleine stapjes, van vallen en opstaan, maar niet onmogelijk. Mensen maken hun keuzes niet alleen op rationele gronden, maar grotendeels op emotionele gronden. Als het hart spreekt en mensen zich met elkaar en een groter doel verbonden voelen, is er veel mogelijk. Een bedrijf heeft via zijn merk(en) een directe invloed op gedrag van zijn klanten en via zijn productieproces op leveranciers en medewerkers, en daardoor meer impact op milieu en sociale uitdagingen dan politici of milieuactivisten ooit kunnen hebben. Het gaat daarbij om verantwoordelijkheid nemen en mensen bewuster maken van de gevolgen van

Ir. René P.M. Stevens MBA is algemeen directeur van ATELIER V real estate B.V. uit Amersfoort (www. atelier-v.nl). ATELIER V ontwikkelt en implementeert strategieën voor huisvesting, vastgoed en stedelijke

FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 185 | NOVEMBER 2010

ontwikkeling.

hun handelen voor onze planeet en de samenleving. Bedrijven kunnen via hun producten mensen activeren om andere prioriteiten te kiezen, hun eigen rol te overdenken, op een andere manier te werken en om meer zelf te doen. Maar ook kan een bedrijf iets teruggeven aan de samenleving en daarmee zijn maatschappelijke betrokkenheid tonen, bijvoorbeeld door sponsoring van duurzame of maatschappelijk betrokken projecten of doordat werknemers in bedrijfstijd (op vrijwillige basis) een bijdrage kunnen leveren aan een goed doel.

Inspirerend ondernemen Ongeacht of er sprake is van 1.0, 2.0 of 3.0, maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen gaat in de kern over fatsoenlijk ondernemen. Fatsoen is niet afhankelijk van wat je doet, maar van wie je bent. Je bent niet alleen werkgever of werknemer, maar ook mens en bewoner van deze planeet. In beide rollen heb je een verantwoordelijkheid die niet vrijblijvend is. Met voorbeeldgedrag inspireer en beïnvloed je andere mensen. Iedere organisatie heeft een andere kijk op duurzaamheid en de mate van duurzaamheid, net zoals iedere organisatie een eigen kijk heeft op kwaliteit, kosten en/of winst. Streef je een minimale belasting van het milieu na of juist een maximale bijdrage aan het milieu? Dit verschil in benadering blijkt ook wanneer je op zoek gaat naar het meest duurzame gebouw van Nederland. Het predicaat ‘meest duurzame gebouw van Nederland’ blijkt afhankelijk van de methode waarmee de duurzaamheid wordt gemeten. Er zijn meerdere organisaties die verschillende meetmethoden en bijbehorende certificering hanteren, ieder met hun eigen benadering van duurzaamheid. Bovendien is duurzaamheid context- en tijdafhankelijk en schrijden inzichten en meettechnieken voort. In de zoektocht naar duurzaamheid blijkt ook dat ‘hoe ver je wilt gaan’ bepalend is voor het duurzaamheidskader. Kan een sigarettenfabriek duurzaam zijn doordat ze het meest duurzame fabrieksgebouw heeft? Terwijl het product, de sigaret, niet duurzaam is voor het welzijn van zowel de rokers als niet-rokers? Is een bank automatisch duurzaam als


BELEID DUUR Z A A M H E I D

zij uw spaargeld laat bijdragen aan een duurzamere samenleving door alleen maar te investeren in sociale, culturele en ‘groene’ bedrijven? Ongeacht hoe ze met mensen, klanten, middelen en dergelijke omgaat? En aan de andere kant: Heeft het voor de sigarettenfabriek dan geen zin om iets aan duurzaamheid te doen, omdat haar core business niet duurzaam is? Wanneer iedereen begint te doen wat in zijn macht en mogelijkheden ligt, wordt het wiel van verduurzaming in ieder geval in beweging gezet en kunnen in de tijd nieuwe keuzes worden gemaakt om een bijdrage te leveren.

Duurzaam gebouw of duurzaam gedrag Hoe waardevol energiebesparing en het terugdringen van de CO2-footprint ook zijn, inzetten op hoofdzakelijk het verduurzamen van het vastgoed is te beperkt. Het is ‘slechts’ een deel van de invulling van het begrip duurzaamheid. Ben je namelijk in staat om alle afhankelijkheden te benoemen en sluitend door te rekenen om zo af te wegen wat nu meer of minder duurzaam is? Het blijkt dat deze rekensommen moeilijk zijn uit te voeren, omdat vaak niet tot in detail bekend is hoe het productieproces van (deel)producten is opgebouwd op het gebied van mensen, middelen en materialen. De enige manier om hieruit te komen is om vast te stellen waar de nadruk bij duurzaamheid voor jouw organisatie dient te liggen. Het blijft dus altijd een subjectieve inschatting, maar daarmee geen vrijbrief om halve maatregelen te nemen. De medewerkers worden vaak niet of nauwelijks als individu bij duurzaamheidsbeleid betrokken. Is het voor een medewerker voldoende om te kunnen zeggen dat hij in een duurzaam gebouw werkt? Belangrijker is of de medewerker zich duurzaam gedraagt in het gebouw. Facility management is bij uitstek een aanjager van het MVO-beleid omdat medewerkers er dagelijks mee in aanraking komen. Facility managers moeten vaak besluiten voorbereiden, zoals de keuze tussen aardewerk bekers of recyclebare bekers, papieren handdoeken of linnen handdoeken. De technische

benadering van dit vraagstuk is om een businesscase te maken, de mensgerichte benadering is om na te gaan welk gedrag de keuze bij medewerkers teweeg zal brengen. Als de perceptie van medewerkers is dat linnen beter is dan papier, dan stimuleert

betrokken. Door het gedrag van uw medewerkers verspreidt het beleid zich bovendien in de keten en worden ook klanten en toeleveranciers erbij betrokken en geïnspireerd om hun bijdrage te leveren. Iets dat werkt en misschien niet cijfermatig

Doorbreken van ingesleten gedrag gaat over het reanimeren van de ‘heartset’ de keuze voor linnen hun duurzame gedrag. Dit kan dan een effect hebben op andere gedragingen en daarmee het effect op duurzaamheid vergroten. Ja maar, dat is niet vast te stellen, hoor ik u denken. Klopt. Maar de technische benadering blijkt ook niet in staat om een sluitende berekening te maken, laat staan gedurende de looptijd van het contract te controleren. En menselijk gedrag en handelen is uiteindelijk wel de factor die bepaalt of duurzame maatregelen al dan niet effect hebben. Je kunt je nu de vraag stellen: Kan ik iets duurzamer maken zonder dat ik het kan meten? Dit is een benadering vanuit alleen het hoofd. Als je verliefd bent, ga je niet naar een dokter om een test te doen om te laten vaststellen of je verliefd bent. Je weet het gewoon. Alleen gevoel blijkt dan voldoende te zijn. Met duurzaamheid is het niet anders. Het doorbreken van ingesleten gedrag gaat daarom niet alleen over het veranderen van de ‘mindset’, maar vooral over het reanimeren van de ‘heartset’. Zonder hart voor de (duurzaamheids)zaak beklijft het niet. Maak voor de medewerkers duidelijk ‘What’s in for me’; niet alleen de rationele financiële prikkels, maar vooral ook de emotionele intrinsieke prikkels. Maak het duurzaamheidsbeleid simpel en leuk. Maak het zo tastbaar en visueel dat medewerkers er hun eigen dromen, idealen en hoop in herkennen. Dan en alleen dan komt de inspiratie uit het hart en is men intrinsiek gemotiveerd. Zij gedragen zich dan niet alleen duurzaam binnen, maar ook buiten het ‘duurzame gebouw’, waardoor er een sneeuwbaleffect ontstaat en gezin, familie en vrienden erbij worden

onderbouwd kan worden is beter dan iets dat onderbouwd is, maar niet werkt. Wees helder en transparant over welke MVO-doelen de organisatie nastreeft. Geef daarbij de prioriteiten aan, om in conflictsituaties keuzes te kunnen maken. Voorbeeldgedrag en stimuleren zijn belangrijker dan een duurzaamheidsjaarverslag. Het duurzaamheidsbeleid blijft dan niet in de boardroom hangen, maar wordt onderdeel van het dagelijks reilen en zeilen van het bedrijf. Een bedrijf dat op deze manier met duurzaamheid omgaat, maakt medewerkers trots; zij willen erbij horen en het creëert een binding die het arbeidscontract overstijgt.

Moraal van het verhaal Organisaties die hun duurzame gebouw laten certificeren kiezen vaak een meetmethode die gunstig is om bovenaan de lijst te komen. Maar wat doet de werkgever meer dan mensen in een duurzaam gebouw laten werken? Het gaat er veel meer om dat individuen, mensen zoals u en ik, intrinsiek gemotiveerd zijn om in hun dagelijkse leven zelf (ook) een bijdrage te leveren aan voorspoed voor allen, nu en in de toekomst. Je kunt als individu weliswaar niet de hele wereld veranderen, maar je hebt wel invloed op je eigen handelen en voorbeeldgedrag. Goed voorbeeld doet volgen. Gandhi zei al: ‘Be the change you want to see in the world.’ Het gaat om de levenshouding. Het is niet iets wat alleen de verantwoordelijkheid van onze politieke leiders of onze werkgever is. Duurzaamheid 3.0 doe je zelf en daarmee krijgt de component ‘People’ de plaats die het verdient.

FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 185 | NOVEMBER 2010

19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.