Ymere werkt #14

Page 1

kwartaalmagazine over wonen, leven, groeien

werkt

Wat als …?

De rekenmeesters van Ymere Vastgoedsturing

Wie beslist over groei en krimp?

Sylvia Dornseiffer (Amsterdams Fonds voor de Kunst)

‘ Kunst elitair? Integendeel!’

nr 14 | september | 2011


voorwoord

Roerige tijden H

et zijn (alweer) economisch roerige tijden. Emotie, angst en onzekerheid ­voeren de boventoon. Dat zorgt niet alleen voor heftige fluctuaties op de ­aandelenbeurzen, maar werkt ook door in de reële economie. Moeilijke, maar noodzakelijke economische beslissingen zijn vereist. Helaas lijken politieke belangen vaak een hogere prioriteit te hebben. Op dit speelveld moeten ook de woningcorporaties hun weg vinden. Ook bij hen loopt de spanning op. Het uitblijven van een integrale aanpak van de woningmarkt, de ­effecten van het huurbeleid, de vertaling van de Europese regelgeving, de aangekondigde ­ver­mogensheffing: ze leiden allemaal tot zwaar weer, lees: stagnerende kasstromen en daling van het investeringsvermogen. Sommigen voorspellen dat het aantal corporaties zal w ­ orden gehalveerd. Ook met de woningproductie zou dat wel eens kunnen gebeuren, met alle g ­ evolgen van dien voor de woningmarkt, de arbeidsmarkt en de staatskas. Die voor­spellingen lijken steeds reëeler. De verkoop van corporatiewoningen, volkshuis­ vestelijk vaak al ongewenst, zal als redmiddel op veel plaatsen steeds moeilijker worden. Vaak krijg ik te horen: ‘Voor Ymere, een financieel sterke club in een sterk marktgebied, gaat dat toch allemaal niet op?’ Toch wel. Uit scenarioberekeningen blijkt dat wij in geen enkel geval de voorgenomen vermogensheffing tijdig kunnen verdienen. Ook niet als we de huurmaatregelen van de minister maximaal gebruiken, terwijl deze markttechnisch lang niet overal te realiseren zijn. Kortom: de alarmbel rinkelt. Verlaging van onze ­kasstroom dreigt. Dat betekent: minder investeren, verder bezuinigen. Hoe zal dat zijn bij andere clubs in zwakkere delen van de woningmarkt? We staan voor dilemma’s. De regelgeving leidt tot lastenverzwaring, en dat vergt formatieuitbreiding. Dat staat lijnrecht tegenover de efficiency-programma’s van Ymere. Niet-DAEBinvesteringen worden onmogelijk of (te) duur. Dat betekent daling van de investeringen en een rem op herstructurering en gebiedsontwikkeling. Het inflatievolgend huurbeleid ­bevoordeelt zittende huurders en scheefwoners en remt, versterkt door Europese regel­ geving, de doorstroming. Dat maakt het onmogelijk de heffing terug te verdienen. Starters en middeninkomens vallen buiten de boot. Tot slot: de rente is laag en dus gunstig, maar wordt de beschikbaarheid van financiering niet het probleem van de toekomst? Ymere pleit ervoor een aantal noodzakelijke maatregelen uit te werken. 1. Introduceer een huursombenadering met een plus op de inflatie, zodat we kunnen blijven investeren; 2. Maak het mogelijk, onder rendementseisen, om onze kasstroom in te zetten voor de noodzakelijke niet-DAEB-investeringen; 3. Faciliteer de toegang tot de kapitaalmarkt door middel van EMTN-programma’s; 4. Verruim de door Europa opgelegde inkomens­ grens, met het oog op de middeninkomens en de gemengde wijken. Ook dit is nog geen integrale aanpak van de woningmarkt. Maar deze maatregelen zullen wel leiden tot een betere prijs-kwaliteitverhouding van de voorraad, doorstroming en ­toegang voor starters op de woningmarkt, ruimte voor middeninkomens, en investerin­ gen in woningen en wijken. Welke overheid, bewoner of corporatie wil dit niet? Den Haag, verlaat de politieke loopgraven. Maak deze oplossing mogelijk! Roel Steenbeek

2 | september | 2011

“ D en Haag: verlaat de politieke loopgraven”


inhoud

Tijdelijk gebruik ‘Leegstand is geen visitekaartje.’

08

G&PO nieuwe stijl ‘Onze partners zullen merken dat we kritischer zijn.’

20 Vastgoedsturing Geef participatie van ­stakerholders een ­stucturele plaats, ­adviseert Remco Pols.

14

En verder… 04 Mijn wereld

Red Light Radio 13 Podium

Voetballen op straat 18 De Zachte Atlas

Jan Rothuizen bezoekt woongroep Vredenburgh 24 Scenario’s

Economen kijken in de glazen bol

Kunst in de wijk Het biedt herkennings­ punten, inspireert en geeft ­karakter aan de woon­ omgeving.

28

27 Werk in uitvoering

C. van Eesterenplein 35 Wie is waar

Emile Spek neemt afscheid

Coverfoto Sylvia Dornseiffer (AFK) bij het glijbanenhek van Jurgen Bey in de Reimerswaalhof, ­Amsterdam. werkt | 3


mijn wereld

Red Light Radio

E

en radiostation in een voor­ malige peeskamer aan het ­Oudekerksplein op de Amster­ damse Wallen: je moet er maar op komen. De Amsterdammers Hugo van Heijningen en Orpheu de Jong zagen dat wel voor zich. Toen zij hun plannen voor een digitaal radiostation ontvouw­ den, kregen zij meteen medewerking van Ymere, die eigenaar is van het ­bewuste pand. Zo kon het gebeuren dat sinds december vorig jaar Red

4 | september | 2011

Light Radio (RLR), duidelijk zichtbaar vanaf de straat, samen met culturele instellingen uit de buurt en poppodia als Paradiso al meer dan 500 radio­ shows op deze opmerkelijke locatie heeft gemaakt. Met medewerking van binnen- en buitenlandse dj’s, ­kunstenaars, schrijvers en met allerlei akoestische optredens: van noise tot jazz en van hiphop tot newwave. Van Heijningen: “Onze aanwezigheid trekt allemaal creatieve mensen naar deze

buurt. Dat slag kwam hier vroeger nooit. Het is er daardoor een stuk ­gezelliger op geworden.” Dergelijke ­initiatieven zouden wat hem betreft ­vaker gehonoreerd moeten worden. “Er is namelijk veel leegstand in de stad en er lopen veel mensen met ­leuke, ­creatieve ideeën rond die een ruimte zoeken om hun plannen uit te voeren. Vaak kunnen dat soort tijdelijke initiatie­ ven een buurt net even op­fleuren. Ymere snapt dat.”


werkt | 5


kort Welcome 2Amsterdam

Wat Dag van de Dialoog Wanneer 4-13 november (verschilt per locatie) Waar 67 gemeenten in ­Nederland Waarom Het doel van de Dag van de ­Dialoog is om mensen met elkaar in een inspirerend en betekenis­ vol gesprek te brengen, door in kleine groepen aan ­dialoogtafels ervaringen, ideeën en ­dromen uit te ­wisselen. Ymere is partner van Nederland in Dialoog, de ­organisator van dit eve­ nement. Medewerkers van Ymere doen in Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer en Almere mee. Meer weten Kijk op www.nederlandindialoog.nl

Wat Tentoonstelling van de winnende ontwerpen van de Ymere NAi prijsvraag New Harloheim. De inzen­ dingen gaan over HaarlemOost, dat strekt van de Waarderpolder en Zomer­ zone tot en met Schalkwijk. Opgave was de rol te ­versterken die Haarlem speelt in de Metropoolregio Amsterdam. Waar Het Nederlands ­Architectuurinstituut, ­Museumpark, 25 Rotterdam Wanneer Vanaf 26 november

6 | september | 2011

Welcome2Amsterdam is een nieuwe Bed & Breakfast, ­gevestigd in vier ­authentieke ­arbeiderswoningen in ­ Amster­dam-Noord. Medewerkers van de B&B maken onderdeel uit van BSN Leerwerktraject en ­ontwikkelen zo hun horecatalent. Ymere ondersteunt dit traject. De B&B ligt op tien ­minuten ­afstand van hartje stad, in de Van der Pek­ buurt.Ymere stelt de vier woningen tijdelijk ­beschik­baar, ­totdat de aan­ pak van de woningen in deze buurt begint, naar ­verwachting in 2014.

MediaLab in de verlenging Het wijkproject Media­ Lab wordt door Ymere verlengd. Maar liefst 35 jongeren uit de Haarlemse Parkwijk, in de leeftijd van 10 tot 18 jaar, hebben ­inmiddels workshops gevolgd in uiteen­ lopende media­ disciplines als foto­grafie en radio maken. De eindresultaten hebben zij in de wijk ­gepresenteerd in de vorm van exposities. Samen met bewoners, ondernemers en lokale buurtverenigingen werkt Ymere aan concrete initiatieven, die de wijkeconomie, talent­ontwikkeling van bewoners en onder­ linge ontmoetingen in wijken stimuleren. ­Duidelijk is te zien dat MediaLab binding en trots teweeg brengt in de wijk. Reden genoeg voor Ymere om het project, dat wordt uitgevoerd door UCee Station, tot eind van dit jaar te verlengen.

In goede aarde Hoe wortel je in je buurt? Dat is het thema van het verhalen­­project In goede aarde voor en door ­bewoners van de wijken Bornholm en Overbos in Hoofddorp. ­Initiatiefnemers zijn Ymere en ­kunstenaarscollectief 5e Kwartier. Leden van 5e Kwartier reizen vanaf september door de buurten om ­verhalen op te halen bij bewoners. Ook kunnen buurt­bewoners kunst­ werken maken. De ‘opbrengst’ wordt eind november gepresenteerd in een ­reizende ­karavaan. Ymere ondersteunt het project ­vanuit de gedachte dat verhalen van buurt­ bewoners een buurt ­laten leven en de betrokkenheid bij de ­eigen woon­ omgeving verhogen. Meer weten? www.5ekwartier.nl/in-goede-aarde


VvE-beheer op orde Ymere heeft het certificaat Beheerders Vereniging van Eigenaars behaald van Samen Kwaliteit ­Waar­borgen (SKW). Hiermee voldoet het VvE-beheer van Ymere aan allerlei strenge kwaliteitsnormen. Die moeten er samen voor zorgen dat de totale ­‘huis­houding’ van VvE’s op orde is en blijft. Om het certificaat te behalen moet een organisatie ­onder andere voldoen aan het correct naleven van de splitsings­akte en worden er eisen gesteld aan het ­financiële en technische beheer. Daarnaast wordt de orga­ nisatie doorgelicht. De certificering geldt voor drie jaar, maar ieder jaar vindt er een herhalings­onderzoek plaats.

Duurzaam en goedkoper

Een woonblok met 207 appartementen tussen de Adolf van Nassaustraat en de Bos en Lommerweg in Amster­ dam-West is door Ymere energiezuiniger gemaakt. De modernste hoogrendementsketels, zonnepanelen en Led-verlichting voor de gemeenschappelijke ruimtes zorgen voortaan voor lagere energierekeningen voor de bewoners. Ymere is een enthousiast deelnemer aan projecten die zich richten op energiebesparing én op een duurzame toekomst. Goed voor het milieu én goed voor de porte­ monnee van bewoners.

Ontmoetingsplek voor de buurt Het Confuciusveld in Amsterdam-­NieuwWest is omgedoopt tot een tijde­lijke ­ontmoetingsplek voor de buurt. Bewoners kunnen er gebruik maken van 25 moestuinbakken, een ‘kijktuin’ en een speelterrein. De vernieuwing van de ­Confuciusbuurt heeft vanwege de eco­ nomische crisis te maken met ­vertraging. Zo ligt het Confucius­ veld al geruime tijd braak omdat de nieuwbouw op deze locatie later start dan gepland. Tot die tijd heeft Ymere daarom besloten om het terrein een tijdelijke functie te geven. Welke evenementen er precies gaan plaats­vinden, gaan bewoners en lokale onder­ nemers samen bepalen. werkt | 7


experiment

8 | september | 2011


Tijdelijke Huurders Steeds vaker zet Ymere in op tijdelijk gebruik van woningen om de leefbaarheid in kwetsbare gebieden op peil te houden. Inzet van studenten blijkt een praktische oplossing voor een hardnekkig probleem. “Leegstand is nu eenmaal geen visitekaartje.”

H

eidi Borm, programmamanager Taskforce Wijkaanpak bij Ymere, moet er even over nadenken. Maar ze kan echt geen nadelen van tijde­ lijk gebruik ontdekken. “Als corporatie heb je altijd te maken met overgangsfases als een gebied, gebouw of wijk een andere bestemming krijgt. Dat is een soort nie­ mandsland. Die fase duurt nu misschien wat langer dan een paar jaar geleden, maar het effect is hetzelfde. Leegstand is nooit een visitekaartje. En dus zijn we daarmee gaan experimenteren.” Ymere en haar samenwerkingspartners zagen al snel dat het risico op verloede­ ring of verval wordt verminderd door een gebied of gebouw tussentijds betekenis te

geven. Borm: “Zo zijn we uitgekomen bij tijdelijk gebruik. We verhuren op die manier relatief veel woonruimte aan ­studenten, bijvoorbeeld de Tugelaweg­ blokken in de Transvaalbuurt. Of woon­ werkruimte aan (creatieve) ondernemers in Heesterveld, een gebied in Zuidoost.”

Tegenprestatie Tijdelijk gebruik betekent meer dan ­verhuur alleen. Dat ervaart ook Carine Versteeg. Ze studeert communicatie­ management aan de Hogeschool van Amsterdam en is bewoner van de Tugela­ wegblokken. Dit zijn vijf complexen in de Transvaalbuurt, waar Ymere een aantal woningen tijdelijk verhuurt aan studen­ werkt | 9


experiment

‘ Een ideale groep’ Ymere werkt met name in Amsterdam met tijdelijke ­verhuur. Studenten zijn een belangrijke doelgroep. ­Heleen Bots, accountmanager ­Maatschappelijk Vastgoed bij Ymere legt uit waarom.

Hoeveel woningen in Amsterdam verhuurt Ymere eigenlijk aan ­studenten? ”Wij schatten dat ongeveer 3.000 studenten een tijdelijke woning van Ymere hebben. Ymere ver­ huurt 1.650 tijdelijke woningen in Amsterdam, met gemiddeld twee bewoners per woning. Niet iedere bewoner is student. Vandaar de schatting.” Waarom zijn studenten belangrijk voor Ymere? “Tegenwoordig zijn studenten fiks aan de studie; er wordt relatief ­weinig gefeest. Ze zijn flexibel en zorgen vaak op een goede manier voor leven in een wijk. Wat Ymere betreft dus een ideale groep voor tijdelijk gebruik.” Enig idee hoe studenten Ymere zien? “Voor studenten is het in Amster­ dam niet makkelijk om woonruimte te vinden. Studenten ­weten dat Ymere graag goede huurders vast­ houdt. Als een ­tijdelijk contract ophoudt, bieden wij ze als het even kan dan ook graag weer een nieuwe (tijdelijke) woning aan.”

10 | september | 2011

Carine Versteeg betaalt geen huur en zet zich als tegenprestatie in voor de wijk.

ten, die zich als tegenprestatie inzetten voor de buurt. Versteeg: “Ik betaal geen huur aan Ymere, maar werk gemiddeld acht uur per week als studentcoördinator in de buurt. Het grootste deel van mijn werk bestaat uit het coachen en begelei­ den van scholieren. Zo zijn we bijvoor­

beeld net gestart met het Talentenhuis, bedoeld voor leerlingen van het Montes­ sori College Oost.” Versteeg heeft heel bewust gekozen voor deze manier van wonen én het in praktijk brengen van haar studie. “Voor ik naar de Transvaalbuurt verhuisde, woonde ik aan


de Nieuwe Keizersgracht. Een prachtige plek, maar ik wist niet wie mijn buren waren. En als student in een grote stad als Amsterdam had ik daar wel behoefte aan.” In het blad van haar studentenvereniging las Versteeg een advertentie waarin Ymere samen met de Academie van de Stad (zie kader op de volgende pagina) vroeg om studenten voor het Tugelateam, zoals de actieve studenten van de Tugelaweg­ blokken worden genoemd. “Ik vind het belangrijk om hier te mogen wonen”, zegt Carine Versteeg. “Ik leer mijn buren kennen en zie in de praktijk wat je alle­ maal moet doen om cultuurverschillen

te overbruggen in een aandachtswijk als deze. Bovendien leer ik projectmatig werken en krijg ik als ­studentcoördinator verantwoordelijk­heden die bij mijn stu­ die en latere werk goed van pas komen.”

Voorleesservice Ook student sociologie Marcella van Room woont in de Tugelawegblokken. “Ik heb echt geluk gehad met deze plek”, zegt ze. “Voor studenten sociologie is het niet makkelijk om werkervaring op te doen. Hier ben ik coördinator van de Voorleesservice en kan ik mijn studie in de ­praktijk brengen.” De Voorleesservice

Projecten met studenten Naast de Tugelawegblokken in Transvaal, werkt Ymere op nog veel meer plaatsen met studenten in tijdelijke­­pro­jecten. De duur van de tijdelijke verhuur verschilt per ­project, terrein of locatie. In de infografiek een overzicht van het tijdelijk gebruik waar Ymere initiatiefnemer van is.

is bedoeld om taalontwikkeling te ­bevor­deren. Studenten lezen bij kinderen thuis voor, en op woensdagmiddag is er een voorleesmiddag in het Tugelahuis. Het project bereikt zestig tot zeventig gezinnen, deels in het buurtcentrum, deels bij mensen thuis. Zowel Van Room als Versteeg hebben de indruk dat de buurt blij is met de stu­ denten uit het Tugelateam. “We worden in ieder geval positief ontvangen, het ­contact is persoonlijk”, zegt Versteeg. Beide studenten hebben met Ymere een contract voor anderhalf jaar, dat met een half jaar verlengd kan worden. “Ymere

Waar Landlust, Bos en Lommer – Amsterdam Met wie Academie van de Stad Wat Landlust Springlevend: studenten zetten zich in voor de Narcius Querido­ school.

Waar Van der Pekbuurt – Amsterdam Met wie Academie van de Stad Wat Leefbaarheid ­bevorderen in de buurt tijdens de transformatie.

Waar Tugelawegblokken (Transvaalbuurt) – Amsterdam Met wie Academie van de Stad Wat Studenten wonen en werken in de wijk.

Waar Zomerzone – Haarlem Met wie Twee andere corporaties (Pré Wonen, Elan Wonen) en ­studenten Hogeschool ­Inholland Wat De kwiQ fit: werkplaats voor ­talentontwikkeling, sport en ­gezondheid. Studenten hebben ­onderzoek g ­ edaan naar de behoeften vanuit de buurt. Ook is overgewicht bij tienermeiden onderzocht.

Waar Slotervaart, Geuzenveld, Slotermeer, ­ Osdorp – Amsterdam Met wie Vrije Universiteit Amsterdam Wat VoorUit: studenten doen mee aan maatschappelijke activiteiten in de wijken, zoals huiswerk­­­ begeleiding, computerles en sport­ activiteiten.

Waar Heesterveld – Amsterdam Met wie Studenten en ondernemers Wat Complexen transformeren tot een hotspot in afwachting van sloop.

werkt | 11


experiment

Academie van de Stad De Academie van de Stad laat studenten leren van de stad. Tegelijk worden studenten ingezet om een bijdrage aan de stad te leveren, bijvoorbeeld door een project als het Tugela­ team. Naast projecten in de wijk zijn er ook onderzoeken die door studenten worden ­uitgevoerd en waar ze studie­ punten voor krijgen.

Studente Marcella van Room is coördinator van de Voorleesservice.

vindt het belangrijk om een buurt bete­ kenis te geven, samen met de bewoners”, licht Heidi Borm toe. “Het Tugelateam is er een goed voorbeeld van hoe dat ook tijdelijk kan. Met aandacht, capaciteit en inzet van mensen. Terwijl er gewerkt wordt aan renovatie en nieuwbouw, 12 | september | 2011

brengen studenten nieuwe dynamiek in de buurt. Dat zorgt ook bij de vaste bewoners voor andere inzichten. En zo werkt het tijdelijk gebruik – voordat de renovatie en nieuwbouw werkelijk start – als iets positiefs.”

De Academie van de Stad is een ideële stichting die samenwerkt met hogescholen, ­universiteiten, stadsdelen en woningcorpora­ ties, waaronder Ymere. Er zijn projecten op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn, ­integratie, sociale cohesie en stedelijke ontwikkeling. Sinds de start in 2008 heeft de Academie van de Stad 144 maatschappelijke projecten tot stand gebracht. Meer dan 2.200 studenten hebben 310.000 uren besteed aan de sociaal-maat­ schappelijke o ­ ntwikkeling van de stad. In het studiejaar 20112012 ­starten er weer veertig nieuwe projecten. Meer weten? www.academievandestad.nl


podium

‘S

chop vooral de bal en geen rotzooi’ – dat was het thema van het Nationaal Kampioen­ schap Straatvoetbal, dat jaarlijks georganiseerd wordt door de Nederlandse Straat­ voetbalbond (NSVB). Dit keer deden meer dan 1000 teams uit 23 gemeenten mee aan dit sportieve evenement. Na tal van voorrondes ­volgde er een finaledag in Diemen. Het idee achter het kampioenschap is dat het de onderlinge buurt­ contacten versterkt. Tevens brengt het evenement hang­ gedrag en overgewicht onder de aandacht. Ymere onder­ steunt deze doelstellingen en heeft het evenement daarom ­gesponsord.

werkt | 13


vastgoedsturing

14 | september | 2011


Wel in de cockpit, geen co-piloot Hoe kunnen we gemeenten, collega-corporaties en anderen verantwoord betrekken bij belangrijke beslissingen? Die vraag onderzocht adviseur Remco Pols in opdracht van Ymere.

werkt | 15


vastgoedsturing

P

er definitie is het werkterrein van Ymere wijd­ vertakt – en daardoor nauw vervlochten met dat van allerlei andere partijen. Ymere wil die partijen sterker en gestructureerder betrekken bij het beleid en de uitvoering dan nu gebeurt. De vraag is hoe dat op een goede manier kan. Die vraag is belangrijk, want stakeholders willen graag meedenken. Ze verwachten ook dat ze dat kunnen doen. Tegelijkertijd is er op dat gebied nog veel te winnen. Zo kwam de visitatiecommissie die Ymere en haar prestaties in 2010 tegen het licht hield tot de conclusie dat Ymere een goed overzicht heeft van wie haar stakeholders zijn. Maar zij worden nog te weinig systematisch en transparant betrokken bij het formuleren van beleid, toekomstige prestaties en het uitvoeren van activiteiten. Overleg dat er wel is, vindt vooral ad hoc plaats, op wijk- en projectniveau, aldus de commissie. Remco Pols onderzocht deze zomer in ­opdracht van Ymere hoe dit beter kan, speciaal bij de vastgoed­ sturing: de beslissingen over bouwen, ver­bouwen, onderhouden, renoveren of slopen van woningen. Pols, oud-wethouder van Amstelveen en oud-­ journalist, ondervroeg eerst allerlei betrok­kenen ­binnen Ymere. Vervolgens stelde hij borende vragen aan een bonte verzameling belanghouders, van ­Emile Jaensch, namens de VVD bestuurder in Amster­dam Zuidoost tot Adri Duivesteijn, PvdA-­ wethouder in Almere. En hij sprak met externe ­deskundigen zoals Vincent Gruis (zie kader). Welk beeld tekent zich af? “Bij Ymere ziet men van hoog tot laag het belang in van belanghoudersparticipatie, ook op dit terrein. Maar er wordt verschillend gedacht over de manier waarop. Moet het bijvoorbeeld direct of indirect? Ofwel: gaan we zo nu en dan naar stakeholders toe, of halen we ze echt binnen? En op welk niveau moeten anderen kunnen meedenken? Op kleine schaal, zoals met huurders al gebeurt, of ook op grote schaal, op strategisch niveau? Men zoekt naar een goede formule.”

16 | september | 2011

“ Stakeholders willen helemaal het stuur niet overnemen”

De stakeholder die op strategisch niveau ­participeert: dat klinkt alsof Greenpeace kan meebeslissen over de ­investeringen van Shell. “Inderdaad, bij sommigen bestaat de vrees dat je doorschiet. Maar partici­ patie wil niet zeggen dat je het stuur uit handen geeft. Je kunt stakeholders prima bij je vastgoedsturing betrekken, in de cockpit toelaten dus, zonder ze co-piloot te maken. Het grappige is dat de stakeholders die ik heb gesproken, dat zelf ook zeggen. Men wil erbij zijn voordat Ymere opstijgt en men hoort ook graag waar het toestel uiteindelijk is geland. Maar Ymere vliegt zelf.” Voor beduchtheid is dus geen ­reden? “Nee, mijn onderzoek laat zien dat Ymere en de stakeholders er eigenlijk hetzelfde over denken. Stakeholders willen helemaal het stuur niet overnemen. Wel willen ze goed weten waar de vlucht heen gaat en ook op de hoogte blijven als de omstandigheden onderweg veranderen.” Hoe denkt u over de kanttekeningen van de ­visitatiecommissie? “Ik vind ze, zeker als je het over vastgoed­


sturing hebt, niet vreemd. Ymere is, zoals elke cor­ poratie, gewend om in de eerste plaats vanuit de invalshoek van het vastgoed zelf, de financiën en de klant naar investeringsbeslissingen te kijken. Dat is een vertrouwde, ­duidelijke optiek. Daar komen nu de b ­ elanghouders bij. Ymere experimenteert met een nieuwe vorm van vastgoedsturing en heeft besloten daarbij ook scherper naar de s­ takeholders te kijken. Dat is nieuw en spannend en de ­visitatiecommissie wordt dus op haar wenken b ­ ediend.” En dat is goed? “Ik zou zeggen: ja. Dat vloeit om te beginnen voort uit de ondernemingsstrategie Met ziel en zakelijkheid. Daarin staat dat Ymere wil opereren in co-­ makership met belangrijke partners. Een andere ­motivatie is de actualiteit. De positie van corporaties staat sterk ter discussie. En dan is er ook nog eens de economische crisis: gemeenten, de zorgsector, maar ook corporaties zien grote bezuinigingen op zich ­afkomen. Als je dan goed samenwerkt, word je er ­allemaal beter van. Dat geldt voor alle corporaties, overigens.” Komt u ook met aanbevelingen voor verbetering van de participatie? “Ja. Ik stel een aantal maatregelen voor, bijvoorbeeld om participatie een structurele plaats te geven in de vastgoedsturing. En ik suggereer om er experimen­ ten mee te doen. De praktische uitwerking kan per regio verschillen, omdat de regio’s waarin Ymere opereert ook verschillen. Mijn advies is overigens vooral ­gericht op het tactische niveau. Op strategisch niveau duikt de vraag op wie de overkoepelende belang­houders zouden kunnen zijn. Provincies? De metropoolregio? De stadsregio? Of nog anderen?” Kunnen andere corporaties iets met dit onderzoek, of is het een typische Ymere-aangelegenheid? “Zeker niet! Anno 2011 worstelen alle corporaties met de vraag hoe ze de inbreng van belanghouders op allerlei terreinen kunnen vormgeven. Iedereen moet daar iets mee. Ook voor andere corporaties is dit een interessante exercitie.”

‘ Stakeholdersparti­cipatie is een must’ Vroeger werden belanghouders vooral om praktische redenen betrokken bij de activiteiten van woningcorporaties. De laatste jaren gaat de betrokkenheid verder, stelt prof. dr. ir. Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Delft. Vincent Gruis geeft leiding aan een groep onderzoekers die werkt aan de onderzoekslijn Maatschappelijk ondernemerschap en voorraadbeleid woningcorporaties. Een van die onderzoekers, Karoline Poorter, deed onderzoek naar belanghoudersparticipatie door woningcorporaties. Uit haar onderzoek kwam naar voren dat parti­ cipatie op veel verschillende manieren plaatsvindt en dat corpora­ ties er op heel verschillende manier inhoud aan geven. “Het onderwerp is hoogst actueel”, zegt Gruis. “De laatste jaren hebben woningcorporaties zich op steeds meer maatschappelijke terreinen begeven. Daarom voeren ze nu niet alleen praktische, maar ook morele motieven aan om belanghouders bij hun doen en laten te betrekken. Ze vinden dat ze het aan de maatschappij verplicht zijn.” Voor grote corporaties is belanghoudersparticipatie een must, vindt hij. “Ze hebben te maken met veel instituties. Dan kom je al snel in tegengestelde belangen terecht, en daar moet je rekening mee houden. Niet alle politici zien heil in sloop en nieuwbouw, bij­ voorbeeld.” Het belang van het Ymere-onderzoek is dat het inzich­ ten kan opleveren over hoe belanghoudersparticipatie vorm kan krijgen op strategisch, corporate niveau, vindt hij. “Wie moet nadenken over strategische kwesties? Bijvoorbeeld over groeien of krimpen in bepaalde regio’s? Dat zijn belangrijke vragen. Zodra de schaal van opereren groter wordt, neemt ook de complexiteit van participatie toe.” Gruis, zelf lid van de raad van commissarissen van twee woning­ corporaties, signaleert ‘in het veld’ een toenemend pragmatische opstelling ten aanzien van stakeholdersparticipatie. “Waar woning­ corporaties zich tot voor kort wilden ontwikkelen tot brede maat­ schappelijke ondernemingen, beperken ze zich nu steeds meer tot de aloude kerntaken. Het zou niet goed zijn om daarbij de belangen te veel te versmallen, vind ik, bijvoorbeeld door corporaties om te vormen tot een soort verenigingen van eigenaren. In dat geval heb je aan overige belanghouders geen boodschap meer en verdwijnt een wezenlijk kenmerk. Corporaties zijn er namelijk niet alleen voor de huidige bewoners, maar ook voor de toekomstige.”

werkt | 17


de zachte atlas

18 | september | 2011


Vredenburgh Beeldend kunstenaar Jan ­Rothuizen ­ontmoet bekende en minder bekende mensen en schetst hun leef­ wereld. Dit keer neemt hij een kijkje in Vredenburgh, een van de monumenten die ­Ymere openstelde tijdens de Open ­Monumentendag. Ymere was hoofd­sponsor van Open ­Monumentendag ­Amsterdam. Van Jan Rothuizen is De Zachte Atlas van A ­ msterdam ver­schenen, waarin ook ­platte­gronden zijn opgenomen die eerder in Ymere werkt zijn gepubliceerd. Meer infor­ matie: www.janrothuizen.nl

werkt | 19


G&PO nieuwe stijl

‘Alleseter wordt

smaak-­ maker’ Het bedrijfsonderdeel Gebieds- en Projectontwikkeling (G&PO) van Ymere is afgeslankt en heeft zich tegelijkertijd versterkt. Er is een duidelijk doel, een heldere missie. “Onze partners zullen merken dat we kritischer zijn.”

M

akkelijk was het niet, de reorganisatie van G&PO, want voor zo’n vijftien mede­ werkers was er geen plaats meer in de nieuwe organisatie. Praktisch was het ook niet, want de onrust die een reorganisatie per definitie met zich meebrengt, duurde een aantal maanden, terwijl het werk tegelijkertijd moest doorgaan – en dat in een moeilijke markt. Maar het moest. En sinds medio 2011 is volgens Ymere-bestuurder ­Stefan Schuwer het belangrijkste achter de rug. “De onzekerheid is weg. Iedereen weet nu waar hij of zij aan toe is. Het ­grootste deel van ons personeel kan blijven. We

20 | september | 2011

weten waar we heen willen en we zijn bezig om ons werkproces opnieuw in te richten.” G&PO heeft zichzelf als het ware opnieuw uit­ gevonden. Dat moest ook wel – onder druk van de marktomstandigheden, vanuit een behoefte aan een zakelijker bedrijfsvoering en als direct gevolg van de nieuwe Ymere-ondernemingsstrategie. “Vroeger”, zegt Schuwer, “waren we geneigd overal ‘ja’ op te zeggen. We deden veel. Eigenlijk te veel – vaak uit enthousiasme. Maar in de huidige markt moet dat anders. We kijken nu niet meer of iets interessant is, maar of het relevant is. Concentra­


Stefan Schuwer

“ We kijken nu niet meer of iets inter­essant is, maar of het relevant is.”

tie, focus op heldere doelen, dat is voortaan het parool. Daarop sluiten we al onze processen aan, ­zoals huisvesting, een zakelijker bedrijfsvoering, de ICT, onze manier van denken en werken, ­houding en gedrag.”

Een heldere visie Kern van de verandering: G&PO opereert nu met een afgeslankte portefeuille in zes kerngebieden, die ­beter aansluiten bij de overall Ymere-strategie en bij de werkzaamheden van bedrijfsonderdeel Wonen, dat verantwoordelijk is voor de verhuur.

Nieuwe organisatie G&PO, afgeslankt van 180 naar zo’n 150 fte’s, heeft nu een ­vierhoofdige directie, met twee directeuren projectontwikkeling, een directeur realisatie en een financieel directeur. De ­aan­­sturing is daarmee verzakelijkt. Er zijn ook nieuwe functies, zoals de ontwikkelingsmanager en de vastgoedmanager. Zij zijn ver­ antwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in hun eigen project- en/of ontwikkelingsportefeuille, maar treden ook op als coach en leermeester voor de junioren in hun team. werkt | 21


G&PO nieuwe stijl

De markt wordt benaderd vanuit een duide­ lijke visie. Uitbreiden en groeien is geen doel op zich meer, concentratie en verdieping daaren­tegen wel. De alleseter wordt een smaak­maker: G&PO wil een conceptueel sterke, binnenstedelijke gebiedsontwikkelaar zijn. De werk­portefeuille, het personeels­ bestand, het management en de bedrijfs­ voering zijn daarop afgestemd. De relaties met de om­geving ook: meer nog dan vroeger zoekt Ymere samenwerking met andere ­partijen, om ‘winnende teams’ te formeren, zoals Schuwer het noemt. Die co-makers zijn ­bijvoorbeeld ontwikkelende aannemers of andere ­ont­wikkelaars, andere woning­ corporaties, of overheden (zie kader). De buitenwereld gaat de verandering dus merken? “Zeker”, zegt Schuwer. “In onze ­creatieve denktank, FLX, werken alle onder­ delen van Ymere samen om tot conceptueel betere gebiedsontwikkeling te komen. Dat kan de wijkaanpak betreffen, de her­ programmering van de herstructurering, of nieuwbouw, zoals Nobelhorst in Almere of Toolenburg-Zuid in de Haarlemmermeer. Onze partners zullen merken dat we ­kritischer zijn. We vragen veel meer naar het waarom. We kijken continu of we toe­ gevoegde waarde kunnen leveren: voor de buurt, de wijk, de stad. Zijn we slim bezig? Dat wordt de vraag.”

Almere Waar nu nog weilanden zijn gaat Ymere – samen met de gemeente ­Almere – de nieuwbouwwijk Nobelhorst ontwikkelen. Deze ‘wijk voor ­initiatieven’, met in totaal zo’n 4.300 woningen, is opgezet vanuit het idee dat (toekomstige) bewoners een zo groot mogelijk aandeel hebben in de ­ontwikkeling van hun wijk. Ondernemerschap, ­talent en duurzaamheid zijn de pijlers onder het plan. Het is de bedoeling dat in Nobelhorst allerlei ­kleinschalige netwerken op gang komen. Het plan is door een team van Ymere-medewerkers bedacht in vier ­maanden tijd, onder hoge druk en in nauwe samenwerking tussen mensen die meestal los van elkaar opereren. Een ­‘regiekamer’ hield het overzicht. Bij de plannen­ makerij werd dankbaar gebruik gemaakt van het grote ­netwerk dat Ymere in ­Almere heeft opgebouwd. Deze revolutionaire manier van werken wordt door het nieuwe G&PO geadopteerd. 22 | september | 2011

Ymere wil een positief geluid laten horen. Dat geluid zit in de ondernemingsstrategie Met ziel en zakelijkheid, en het zit ook in het nieuwe G&PO. Stefan Schuwer: “Wij gaan werken vanuit kansen die zich voordoen, niet vanuit het minimaliseren van ambities of het terugschroeven van plannen. Die ­negatieve geluiden hoor ik te veel om me heen: bezuinigen, terugschroeven, afbou­ wen… Wij doen daar niet aan mee. Met een investeringsruimte van 300 miljoen euro per jaar hebben we ook de middelen om lang­ jarig in onze zes kerngebieden te investeren. We gaan weliswaar op een kleinere schaal­ grootte werken, maar op een positieve ­manier, vanuit ons eigen zelfbewustzijn.”


Amsterdam Rond het Hercules Seghers­ plein in de Amsterdamse wijk De Pijp combineert Ymere de fysieke aanpak van tachtig woningen met binnenstede­ lijke gebiedsontwikkeling: ­verbetering van de openbare ruimte, aanpak van verromme­ ling en verloedering, tegen­ gaan van wildplassen en vandalisme en aanpassing van de verlichting. Bij het ontwerp en de uitvoering is nauw samengewerkt met het stads­ deel Zuid, dat investeringen in de openbare ruimte versnelde en veel betrokkenheid toonde, juist omdat de Ymere-aanpak verder ging dan alleen woning­ verbetering. Deze typische stadsbuurt (met nogal wat eigenzinnige eenlingen) kreeg ook nieuwe woningen, bestemd voor een bonte mix van bewoners: een studentenhuis voor Joodse studenten, op loopafstand van de synagoge, ruime koop­ woningen voor stedelijk ge­oriënteerde gezinnen en ouderenwoningen. Deze brede aanpak van ­binnenstedelijke nieuwbouw en renovatie, met veel aandacht voor bewoners­ participatie, samenwerking met de overheid en verbete­ ring van de omgeving, is ­maatgevend voor de werk­ wijze van het nieuwe G&PO.

werkt | 23


financiÍle scenario’s

Crises, crashes en kabinetsplannen 24 | september | 2011


Hoe garandeer je dat je ook in de toekomst kunt investeren in goede woningen en leefbare buurten? ­Door vooruit te kijken en verschillende scenario’s door te rekenen. Bij Ymere gebeurt dat onder ­toeziend oog van Rowdy Wijnhout, ­directeur concernfinanciën.

E

en keer per jaar sluit Wijnhout zich op met een aantal bevlogen economen om scenario’s te bedenken. Wat zijn de belangrijkste financiële ontwikkelingen en hoe kun­ nen die zich in de toekomst verder ontwikkelen? Wijnhout: “Dat zijn altijd levendige discussies, want economen zijn het natuur­ lijk nooit met elkaar eens. En de mogelijke scenario’s zijn talrijk.” Hoeveel scenario’s werken jullie uit? “In ons Financieel Meerjaren Plan rekenen we zeven scenario’s uitgebreid door. Een computerprogramma doet de sommen voor nog eens honderd andere willekeurige scenario’s. De basis van het Meerjaren Plan is een scenario dat in het verlengde ligt van de huidige omstandigheden en de ons bekende verander­ ingen, en dat ervan uitgaat dat zich verder geen ingrijpende ­ontwikkelingen zullen voordoen. Hoe realistisch dat is, dat is de vraag. Mogelijk worden nieuwe kabinetsplannen voor de corpo­ raties ingevoerd en staan we aan de vooravond van ingrijpende veranderingen, die een behoorlijke impact hebben op onze financiële pijlers. Daarom hebben we ook een scenario door­ gerekend op basis van die kabinetsplannen, en natuurlijk een aantal scenario’s die heel anders verlopen.” Wat zijn dat voor scenario’s? ”Twee crisisscenario’s en twee crashscenario’s.” Crashscenario’s? Was de kredietcrisis in 2008 een crash? “In een crashscenario gaat echt van alles mis. Nog veel erger dan de kredietcrisis. In de crashscenario’s die we hebben door­ gerekend, gaan we ervan uit dat de Euro-crisis verergert. Net werkt | 25


financiële scenario’s

als Griekenland en Ierland komt daarin ook Nederland in een landencrisis met een fors hogere rente als gevolg.” Nederland meegezogen in de schuldencrisis? Dat lijkt niet waarschijnlijk. ”Nee, dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren. Geen enkele van de doorgerekende scenario’s zal zich precies zo voordoen. Maar alle scenario’s samen geven inzicht in hoe onze onderneming ervoor staat, nu en in de toekomst. Ze laten ook zien hoe snel onze strategische financiële pijlers onder druk komen te staan. En welke mogelijkheden wij hebben om bij te sturen.”

“ In een crashscenario gaat echt alles mis” Wat zijn die financiële pijlers voor Ymere? “Een voorwaarde om te kunnen blijven investeren is dat banken ons geld lenen. Onze belangrijkste financiële pijler is dus onze financierbaarheid. En die is gebaseerd op onze kasstromen. Als woningcorporatie zijn onze belangrijkste inkomsten: de huurinkomsten. Onze uitgaven bestaan vooral uit bedrijfs­ kosten, onderhoudskosten en rentekosten. Als we de inkomsten en de uitgaven van elkaar aftrekken, houden we de kasstroom over. De toezichthouder eist dat die meerjarig zo ruim is, dat wij in vijftig jaar al onze leningen zouden kunnen afbetalen. Maar onze kasstromen zijn uiteraard geen statisch gegeven.” Welke factoren zijn het meest bepalend voor de kasstromen van Ymere? “Met een leningenportefeuille van 3,5 miljard is de nominale rente de meest bepalende kasstroom. Als de rente met één ­procent stijgt, dan kost ons dat jaarlijks 35 miljoen euro meer. Gelukkig kan dat niet van de ene op de andere dag gebeuren, omdat we een actief renterisicomanagementbeleid voeren, maar hoe dan ook is rente belangrijk voor ons. Inflatie net zo. Want inflatie heeft niet alleen effect op de kosten, maar ook op de rente. Gaat de inflatie omhoog, dan stijgt de rente meestal ook. Toch is hoge inflatie niet alleen ongunstig, want het ­betekent dat de huren ook omhoog gaan. Natuurlijk zijn ook de bouwkostenontwikkelingen belangrijk en de verkoopprijzen van woningen. Wat ook heel belangrijk is, is de mutatiegraad, die bepaalt hoe snel een huurwoning leegkomt. Als een huur­ 26 | september | 2011

woning leegkomt, kunnen we de huur verhogen of de woning verkopen. Als een woning lange tijd niet vrij komt, hebben wij dus minder inkomsten. Iedere economische – of politieke – ­ontwikkeling heeft zijn effect op deze financiële parameters. Door in de scenario’s die effecten telkens weer in andere combi­ naties en kwantiteiten los te laten op de financiën van Ymere, onder­zoeken wij de robuustheid van onze financiële pijlers en de mogelijkheden om bij te sturen.” Welke mogelijkheden zijn dat dan? “Als onze investeringen onder druk komen te staan, kunnen wij ervoor kiezen om meer bestaand bezit te verkopen of om ­investeringen op de lange termijn te vertragen ten behoeve van de investeringen van nu. Maar we kunnen er ook voor kiezen om te besparen op kosten. Dat kunnen bedrijfskosten zijn of bijvoorbeeld kosten van onderhoud. Onderhoud van woningen kost veel geld, maar leidt niet tot hogere huren. Dat geld ver­ dienen we dus niet terug. Onderhoud is vanzelfsprekend wel nodig om de kwaliteit van de woningen voor onze huurders op peil te houden en de woning eventueel op termijn te kunnen ver­kopen. Maar als we meer geld steken in onderhoud, betekent dat ook dat we minder kunnen investeren. Wij kunnen ons geld immers maar één keer uitgeven. Hetzelfde geldt voor de voorgenomen kabinetsplannen. De ­heffing van 760 miljoen, die alle verhuurders samen zouden moeten betalen, betekent voor Ymere een bedrag van 25 mil­ joen euro per jaar. Dan hebben wij dus 25 miljoen euro minder aan rentebetaling te besteden. Bij een rente van 5% betekent dit dat wij 500 miljoen euro minder kunnen lenen en dus ­investeren. De regering heeft ook plannen gepresenteerd om de huren voor de hogere inkomens te verhogen. Maar het duurt vele jaren tot je met die inkomsten 25 miljoen euro hebt terug­ verdiend. Waarschijnlijk moeten we in dit geval dus een deel van de kosten opvangen door de verkoop van woningen. Maar er is een grens aan de hoeveelheid woningen die je te koop kunt ­zetten. Mogelijk betekenen de kabinetsplannen dan toch een achteruitgang in investeringskracht op de langere termijn.” Maar dit soort beslissingen neemt Ymere niet alleen… “Klopt. Als woningcorporatie werken wij niet in isolement, maar samen met tal van maatschappelijke partners, zoals gemeenten en andere corporaties. Wij bespreken dit soort dilemma’s al in een vroeg stadium met hen, zodat we de verwachtingen kunnen managen en samen prioriteiten kunnen stellen. Het voordeel van toekomstscenario’s is: je kunt je bijna niet laten verrassen. Door die scenario’s kunnen we op tijd anticiperen en zélf blijven sturen, zodat we ook in de toekomst onze maatschappelijke rol kunnen blijven vervullen.”


werk in uitvoering

Ouderen die al jaren in de Bouwmeesterbuurt in Almere wonen en op zoek zijn naar een wat kleiner appartement, hoeven niet meer naar elders te verhuizen. In opdracht van Ymere komen op het centraal gelegen C. van Eesterenplein 42 gemakswoningen. Ouderen uit de buurt krijgen voorrang.

een nieuw gebouw met 42 appartementen in de sociale huursector, een gezondheids­ centrum, een gymzaal voor verschillende ­basisscholen en horeca. Twee bestaande woon- en winkelcomplexen aan de rand van het plein worden grondig gerenoveerd. Waar In de Bouwmeesterbuurt in Almere ­Buiten. Ontwikkelaar Ymere. Project Vernieuwing van het woon- en winkel­ Architect Inbo. gebied C. van Eesterenplein. Bijzonder Het C. van Eesterenplein, het Wat Midden op het plein, waar voorheen een ­centrum van de buurt, is enigszins verouderd. pannakooi en parkeerplaatsen waren, komt Bewoners en winkeliers dreigen daardoor te

vertrekken naar nieuwere wijken van Almere. Een grote opknapbeurt moet het winkelplein weer aantrekkelijk maken. De nieuwbouw op het voorheen vrijwel lege plein maakt de buurt knusser en intiemer. Er komt een verkeersvrij gebied, waar je kunt wandelen of een praatje maken en waar kinderen kunnen spelen. Wanneer Op 22 maart sloegen wethouder Berdien Steunenberg en Pieter de Jong, lid van de Raad van Bestuur van Ymere, de ­eerste paal. De renovatie is naar verwachting in ­januari 2012 gereed, de nieuwbouw vol­ gend jaar zomer.

werkt | 27


leefbaarheid

‘ Kunst verrijkt een wijk’ Hoe belangrijk is kunst voor de kwaliteit van de woon­­ omgeving, hoe zwaar telt daarin de stem van ­bewoners en wat zijn daarin de trends? Drie inge­wijden geven hun visie.

“K

unst draagt bij aan het welbevinden van ­bewoners en de leefbaar­ heid van buurten”, zegt Sylvia Dornseiffer, directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). “Behalve esthetische waarde heeft kunst maatschappelijke en sociale waarde. Kunst verrijkt een wijk en geeft de buurt een eigen identiteit.” Ook ontwerper Jurgen Bey, directeur van het Sandberg Instituut, is overtuigd van 28 | september | 2011

het belang van kunst voor de kwaliteit van een woonomgeving. Volgens hem neemt kunst zelfs net zo’n belangrijke plaats in als wonen en groen. “Kunste­ naars kunnen niet vaak genoeg betrok­ ken worden bij de invulling van een wijk. En het resultaat hoeft echt niet altijd functioneel te zijn. Je ziet nu vaak de neiging tot ‘algemeen nut’, bijvoorbeeld kunst in de vorm van zitmeubels. ­Hoewel ik zelf in de toegepaste hoek zit,

ben ik ook voorstander van op zichzelf staande kunstwerken, die een relatie met de omgeving hebben.”

Vakmanschap Het AFK heeft goede contacten met een aantal woningcorporaties in de hoofd­ stad. Met Ymere initieerde het al het ­Matchingsfonds, waarbij het fonds de inleg van private partijen voor groot­ schalige kunstprojecten verdubbelt. Wil


“ De slak bij de ingang van de Gelria fleurt het gebouw op. Een dode hoek wordt ­leven ­ingeblazen. Het geeft het gebouw bovendien net iets meer cachet. Ik ben ervan overtuigd dat kunstuitingen in de openbare ruimte een positief effect ­hebben. Daardoor voelen we ons met elkaar meer verantwoordelijk voor onze woonomgeving. Dat vergroot het ­saam­horigheidsgevoel.” Esther-Rina Urbani, woonachtig in de Gelria, Amsterdam Noord, bij het kunstproject van Marijke van Warmerdam werkt | 29


leefbaarheid

“ Het opgeknapte Palmplein is mede dankzij het kunstproject weer een echte ontmoetingsplek voor de buurt. Bewoners drinken er met elkaar een borreltje, en iedereen mag aanschuiven. Toen de kunstwerken er net waren, raakten we er met elkaar over aan de praat. Over het gedicht van stadsdichter Sylvia Hubers bijvoorbeeld. Dat ­fungeerde als een katalysator om de onderlinge contacten op gang te brengen.” Judith Kulk, woonachtig op het Palmplein, Haarlem, bij het kunstwerk van Baukje Trenning

30 | september | 2011


een woningcorporatie via dit fonds kunst toepassen in een nieuwbouw- of reno­ vatieproject, dan gebeurt dat bij voor­ keur in samenspraak met bewoners en de architect. “Het wordt steeds ondenk­ baarder dat je zomaar een kunstwerk in een nieuwbouwbuurt zet”, zegt Dornseiffer. “Je moet de bewoners inlichten en bij voorkeur enthousiast maken over wat je gaat doen. Dit bevordert de participatie en betrokkenheid in een buurt. Samen met de corporaties dragen we verant­ woordelijkheid voor kunst in de open­ bare ruimte.” Bey zet wel wat vraagtekens bij de steeds verdergaande invloed van bewoners op kunst in de openbare ruimte. “Er is een raar beeld ontstaan rond participatie. Alsof iedereen altijd aan het roer moet staan. Ik geloof in vakmanschap en de eigen kwaliteit van de kunstenaar of ­ontwerper. We leven in een tijd van popu­ larisering, waarin we alles voor iedereen begrijpelijk willen maken. Maar je moet niet altijd alles uitleggen.” Het kunstbeleid van Ymere vindt hij ‘goed en georganiseerd’. “Het is vaak een onder­ deel dat bevochten moet worden. Critici

Tom Jaspers

“Kunst laat je nadenken over de stad”

benadrukken de extra kosten en kijken te weinig naar de opbrengsten: een ­kunstopdracht levert werk op en voegt kwaliteit toe aan een wijk. Bovendien breng je bewoners en bezoekers in ­contact met schoonheid die inspireert. De waarde van kunst moet je worden geleerd, net als eten of voetbal.”

Sylvia Dornseiffer

“ Behalve ­esthetische heeft kunst ook maatschappelijke en sociale waarde”

Kabouterdeurtjes Tom Jaspers is projectleider van de Straatkunstprijs, een prijs die bedacht is om bijzondere publieke kunstwerken onder de aandacht te brengen. Jaspers vindt het chic van woningcorporaties dat ze met kunst investeren in de leef­ omgeving van wijken. Verstandig ook, omdat kunst ervoor zorgt dat bewoners graag in een wijk willen wonen. “Een ­stabiele leefomgeving zorgt voor stabiel rendement van je vastgoed. Ymere ziet dat goed. Ik zie ook corporaties die hier minder actief in zijn.” Zelf houdt Jaspers van spannende, auto­ nome straatkunst, een beetje underground. Zoals kleine kabouterdeurtjes die overal opeens opduiken. “Prachtig vorm­ gegeven, met kleine details zoals belletjes of een deurmatje. Het heeft humor en laat je nadenken over de stad. Heel sterk.”

Collectieve zone Dornseiffer kent vanuit haar functie vele goede voorbeelden van kunst die is geïn­ tegreerd in de openbare ruimte. Zoals het 53 meter lange kunstwerk van Rob Birza in Geuzenveld, Stadsmuur West, een werkt | 31


leefbaarheid

“ Dankzij de schildering op de gevel oogt de flat verzorgder. Alsof het ­gebouw een beetje meer waard is. Voor iedereen die er langs rijdt, is de kunst goed te zien. Het is immers niet zomaar een tekeningetje. De ­afbeelding maakt de flat ook ­minder ­anoniem, een beetje persoonlijker. De buurt krijgt daardoor een vriende­lijkere uitstraling.” Hanny de Graaff, woonachtig in Graan voor Visch, Hoofddorp, bij het kunstproject van Aam Solleveld

32 | september | 2011


Jurgen Bey

“ D e waarde van kunst moet je worden geleerd”

­zigzaggende gemetselde muur met ­banken. “Deze Toscaans aandoende muur fungeert als scheiding tussen een opvanghuis in een voormalig kerk­ gebouw en het woongebied van de nieuw ontwikkelde ‘Leuke Buurt’. Het geeft de kerk privacy, maar is ook leuk voor buurtbewoners.” Dornseiffer is ook gecharmeerd van het kunsthek van ­Studio Makkink en Bey in de Reimers­ waalhof in Amsterdam: een glijbaan­hek­ werk met twee glijbanen die over de grens tussen openbaar en privé heen steken. “Een hek heeft altijd iets negatiefs”, legt Bey de achterliggende gedachte uit. “Het biedt bescherming, maar je associeert het ook met een ­verbod of inbraak. Voor ons was de esthetische waarde belangrijk. Wij hebben het hek daarom vervangen door een collectieve zone; een mooie, speelse glijbaan, die je niet ervaart als storend hek.” Bey ziet de toekomst voor kunst in de woonomgeving niet somber in. “We zien de naweeën van een tijdperk waarin de nadruk lag op de economie en het ­individu. De aandacht verschuift weer naar het collectief. Kijk maar naar het

organiseren van beheer en onderhoud van de woonomgeving. Dat gebeurt nu al meer in gezamenlijkheid.”

Onder druk De bezuinigingen op kunst en cultuur treffen ook de stad Amsterdam en hebben grote gevolgen. “De culturele sector staat enorm onder druk. We moeten met elkaar kijken hoe we een culturele infrastructuur in de stad en de wijken kunnnen behou­ den”, stelt Dornseiffer. Scherpere keuzes vanwege beperkte ­budgetten hoeven niet slecht uit te pak­ ken, denkt zij. “Soms is de vraag terecht of kunst wel nodig is. Is er urgentie? Voor die vragen staan we, samen met de gemeente en de corporaties. Samen wil­ len we ervoor zorgen dat we op basis van ervaring en cijfers over leefbaarheid meer draagvlak krijgen voor kunst en cultuur. Kunst is niet elitair. Integendeel.”

Ymere en kunst Ymere reserveert structureel budget voor kunst in de open­ bare ruimte. Uitgangspunt bij de kunstopdrachten is de ­binding van bewoners en om­wonenden met hun woning en buurt. Door te investeren in goede architectuur en beel­ dende kunst investeert Ymere in de kwaliteit en identiteit van de woonomgeving. Kunst biedt herkenningspunten, inspireert en geeft karakter. Kunst vormt een aanleiding voor bewoners om met elkaar in contact te ­komen en zich hun buurt eigen te maken. Ymere heeft op dit gebied een status hoog te houden. De kwaliteit van het ontwerp staat hoog in het vaandel. Al ruim vijftien jaar heeft de corporatie een actief kunstopdrachten­beleid, waar­ bij het accent ligt op kunst­ toepassingen in nieuwbouw en renovatieprojecten. Ymere heeft een eigen adviseur Kunst & Ontwerp, Ineke Brunt, die de kunstprojecten begeleidt. Daarnaast investeert Ymere, vooral via de wijkaanpak, in projecten waar kunst niet het doel is maar een middel om mensen met elkaar in contact te brengen. Dat vraagt om ­andere kwaliteiten van kunste­ naars of ontwerpers. werkt | 33


service Colofon Ymere werkt is het magazine voor relaties van Ymere. Het verschijnt vier keer per jaar. Hoofdredactie Saskia Somberg

Hier zijn we te vinden Noord-Kennemerland

Eindredactie Margot Franssen Coördinatie Onno Hogenaar Aan dit nummer werkten mee Ilse Ariëns, Esther Barfoot, Rosalie de Boer, Ineke Brunt, Pieter Jan Datema, Jeroen ­Frissen, Edwin Lucas, Irene Ponec, Anje Romein, Margreet Steiner

AmsterdamNoord AmsterdamAlmere West Huys Azië AmsterdamOost AmsterdamCentrum Haarlemmermeer

Haarlem

Fotografie René den Engelsman, Michel Hobbij, Milan Vermeulen, Iris Vetter, Martin Waalboer, Edwin Weers Illustraties Bureau MET (Podium), Jan Rothuizen (De Zachte Atlas) Art direction en vormgeving Atelier van GOG Redactie en productie Eric Went, Went Werkt Journalistiek Druk Tussen de bedrijven door (TDBD), Nijkerk Redactieadres Ymere Postbus 2412 1000 CK Amsterdam ymerewerkt@ymere.nl Dit is een uitgave van Ymere. Dit magazine is met zorg samen­ gesteld. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Kopiëren of overnemen van (delen van) de inhoud is toegestaan in overleg met Ymere. Abonneren Mail uw adres- en e-mailgegevens naar ymerewerkt@ymere.nl. Dan ontvangt u Ymere werkt en tevens de digitale nieuwsbrief.

34 | september | 2011

Huys Azië

Amsterdam-Centrum

Jollemanhof 8, 1019 GW Amsterdam

Mauritskade 17a, 1091 GC Amsterdam Postbus 94480, 1090 GL Amsterdam

Raad van Bestuur, Concernstaf en Waardesturing, Financiën & Ondersteuning Postbus 2412, 1000 CK Amsterdam Gebieds- en Projectontwikkeling Postbus 2961, 1000 CZ Amsterdam ontwikkeling@ymere.nl Wonen, Markten & Innovatie Postbus 94278, 1090 GG Amsterdam

Almere

Haarlem Oorkondelaan 65, 2033 MN Haarlem Postbus 2332, 2002 CH Haarlem

Haarlemmermeer Burgemeester Pabstlaan 10 2131 XE Hoofddorp Postbus 197, 2130 AD Hoofddorp

Noord-Kennemerland Bovenweg 180A, 1834 CJ Sint Pancras

Rentmeesterstraat 32, 1315 JS Almere Postbus 10187, 1301 AD Almere

Amsterdam-Noord Floraweg 200, 1032 ZG Amsterdam Postbus 37005, 1030 AA Amsterdam

algemeen telefoonnummer

Amsterdam-Oost Muiderstraatweg 19, 1111 PS Diemen Postbus 12380, 1100 AJ Amsterdam

Amsterdam-West Anderlechtlaan 200, 1066 HL Amsterdam Postbus 90465, 1006 BL Amsterdam

Via dit nummer verbinden onze mede­werkers u door naar de afdeling of persoon die u zoekt. Tenzij anders vermeld, kunt u ons mailen op klantenservice@ymere.nl (voor huurders) of info@ymere.nl (voor zakelijke relaties).


wie is waar Netwerkborrel bij een afscheid Na veertien jaar neemt Emile Spek afscheid van Ymere als directeur Projectontwikkeling. Ter afscheid organiseerde Ymere een borrel. Op verzoek van Emile: een netwerkborrel. “Zoek elkaar op en verzin nieuwe dingen. Er zijn zoveel kansen voor maatschappelijk vastgoed.”

Wie: Rob Post. Is: stadsdeelvoorzitter Amsterdam-Noord. Aanwezig omdat: de realisatie van het Water­ landplein in Noord aan Emile kan worden ­toegeschreven. “De crisis brak uit, maar Emile ­zette door.” Vindt: dat het succes van Emile schuilt in zijn eerlijkheid. “Hij maakt nooit een geheim van wat hij vindt. Hij wil er sámen uitkomen.”

Wie: Tjeerd Herrema. Is: adviseur publieke sector (onder andere voor Twijnstra Gudde). Aanwezig om: Emile te eren voor de lef en ­liefde waarmee hij de Timorschool heeft ­gerealiseerd, een nieuw cultureel en eco­ nomisch centrum in de Indische Buurt. Vindt: “Je kunt woningen opknappen, maar een buurt verbetert pas echt door goede ­voorzieningen.”

Wie: Jannette de Boer en Frederik Schutte. Zijn: directeur en bestuursvoorzitter van Stichting Kriterion. Aanwezig omdat: Stichting Kriterion op ­initiatief van Emile een bioscoop is begonnen in de ­Timorschool. Vindt: “Door op die locatie een bioscoop te ­willen heeft Emile zijn nek flink uitgestoken.”

Wie: Wienke Bodewes. Is: algemeen directeur Amvest. Aanwezig omdat: hij emotioneel nog erg met Ymere verbonden is. Hij was er vijftien jaar ­actief, onder andere in de Raad van Bestuur. Vindt: dat Ymere haar voortrekkersrol in de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed moet handhaven. Projecten zoals Het Sieraad of de Timorschool brengen een buurt op een hoger plan.

Wie: Roeleke Vunderink. Is: echtgenote van Emile Spek en secretaris van het College van Bestuur van de VU. Aanwezig omdat: haar man afscheid neemt en ze het leuk vindt haar oud-collega’s te zien, want Roeleke is oud-vestigingsmanager van Ymere. Vindt: het mooi dat Emile met veel van de aanwezigen zo’n persoonlijke band heeft. “Terwijl hij met velen van hen in het verleden pittige onderhandelingen heeft gevoerd.”

Wie: Liesbeth van der Pol. Is: architect en voormalig Rijksbouwmeester. Aanwezig omdat: ze Emile een zeer warm hart toedraagt. Ze heeft hem leren kennen toen de bouwcrisis uitbrak en architecten veel werk ­zagen wegvloeien. Zij heeft destijds een denktank opgezet over de toekomst van de bouw. Vindt: het bijzonder hoeveel energie Emile steekt in initiatieven zoals de denktank van wel­ eer – buiten zijn gewone werkzaamheden om.


Europese regelgeving bepaalt dat huishoudens met een gezamenlijk jaarinkomen hoger dan E 33.614,- teveel verdienen om nog een sociale huurwoning toegewezen te krijgen. Ymere helpt deze ‘grootverdieners’ met het ‘Woonticket Middeninkomens’. Daarmee reserveren we voor hen vrije sector huurwoningen met een huur van E 652,- tot E 950,- per maand. Of koopwoningen van E 75.000,- tot E 250.000,- Zo ontwikkelt Ymere tal van initiatieven om de woningmarkt in beweging te houden.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.