Ymere werkt #16

Page 1

kwartaalmagazine over wonen, leven, groeien

werkt

Zeggenschap

Niet meepraten maar zelf doen Crisis

Zo blijven a ­ mbities overeind

Monique van der Plas (gemeente Almere)

‘ Bouwmeesterbuurt zit fysiek en sociaal in de lift’

nr 16 | MAART | 2012


voorwoord

Huren is niet voor losers E

lk jaar verkoopt Ymere een deel van zijn woningbezit. In 2011 ging het om 913 woningen, een hoge score. We maken er dan ook veel werk van: we splitsen woningen, geven doorstroom- en verhuispremies, bestrijden illegale onderverhuur, en ook onze afdeling verkoop zit er bovenop. Het kabinet wil verder gaan. De Raad van State buigt zich momenteel over het kabinetsvoorstel om woningcorporaties te verplichten driekwart van hun huurwoningen te koop aan te bieden aan hun huurders. Over dit plan is al veel gezegd, de ene reactie nog negatiever dan de andere. Nog los van de vraag of het juridisch kan, zijn ook wij er ongelukkig mee, omdat het onze mogelijkheden aantast om effectief te werken aan gemengde en leefbare w ­ ijken. Ymere is zeker niet tegen verkoop van huurwoningen. We hebben zelfs zo’n 25 procent van onze woningen in de verkoop. Door verkoop maken we nieuwbouw mogelijk. Maar we willen samenhangende plannen kunnen maken voor onze wijken, met renovatie, isolatie en sloop/ nieuwbouw als instrumenten. We willen kunnen sturen op waarde en rendement. Voor zo’n geïntegreerde aanpak moeten wij strategisch met onze woningvoorraad kunnen omgaan. Zittende huurders moeten elders heen kunnen, complexen moeten klaar worden gemaakt voor sloop of verkoop. Daarvoor moeten we specifieke complexen kunnen aanmerken. Als wij gedwongen worden te verkopen, kan dat niet meer. En zitten huurders hier wel op te wachten? Slechts een half procent van de woningen in onze verkoopvijver verkopen we aan zittende huurders. Door het kabinetsvoorstel worden mensen met lage inkomens verleid zich in de schulden te steken, met alle risico’s van dien, zeker nu. Dat je beter af bent in een koopwoning dan in een huurwoning, betwijfel ik. Voor velen beantwoordt een huurwoning veel beter aan hun financiële spankracht en huishoudenssituatie. Of het kabinetsvoorstel het haalt, is de vraag. Belangrijker vind ik wat erachter zit: de gedachte dat kopen beter is dan huren. Een onjuiste veronderstelling, misschien zelfs ideologie. Een gezonde woningmarkt heeft een evenwichtige voorraad huurwoningen nodig, in de sociale en de vrije sector. Ymere zet zich in voor een goed plan om de woningmarkt écht gezond te maken, mede gebaseerd op dat uitgangspunt. Gaat het in 2012 gebeuren? Roel Steenbeek

2 |

werkt

“ D at je beter af bent in een koopwoning, betwijfel ik”


inhoud

Participatie Ymere zoekt naar nieuwe manieren om samen met bewoners te werken aan de ideale woonomgeving.

08

Ziel versus ­zakelijkheid

14 Toezicht­ houderschap “De sector heeft qua imago nog steeds een inhaalslag te maken”, stelt Guido van Woerkom, de nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen van Ymere.

20 New ­Harloheim Winnaars van Ymere NAi prijsvraag bedachten een parelketting voor HaarlemOost: “ Haalbaarheid was voor ons een belangrijke factor.”

24

En verder… 04 Mijn wereld

Merwedeplein 37 II

13 Podium

Kunstroute in Almere 18 De zachte atlas

Jan Rothuizen bezoekt een startersstel 27 Werk in uitvoering

Tuinen van Luna, Heerhugowaard 28 Wijkvernieuwing

De Bouwmeesterbuurt in A ­ lmere zit in de lift

35 Wie is waar

Het Monumenten­ diner

Coverfoto Monique van der Plas ­(programmamanager ­Bouwmeesterbuurt) op het C. van Eesterenplein. MAART | 2012 | 3


mijn wereld

Merwedeplein 37 II

“H

aar lievelingsschoe­ nen uitgeschopt op de grond voor het onopgemaakte bed - dat was het beeld uit 1942 dat terugkwam toen ik voor het eerst rondwandelde in de gerestaureerde woning van Anne Frank aan het Merwedeplein. Een teken dat ze in alle haast had moe­ ten vertrekken”, vertelt Jacqueline van Maarsen, bekend als Annes beste vriendin Jopie. Ymere kocht

4 |

werkt

de woning in 2004 en herstelde die na uitgebreid onderzoek in oude staat. “Daarvoor krijgen ze van mij een pluim op de hoed!” Het huis is tijdelijk verblijf voor buitenlandse schrijvers die in eigen land niet vrij kunnen werken, en is normaal gesproken niet toegankelijk voor het publiek. Afgelopen december werd voor één keer een uitzonde­ ring gemaakt, en het liep storm. Uiteraard was Jacqueline erbij:

“Ik was onder de indruk van al die honderden mensen die gekomen waren voor dat ene kleine meisje. Anne zelf zou het prachtig gevon­ den hebben, want ze droomde ervan beroemd te zijn. Ik zou willen dat de woning vaker te bezichtigen was. Het is de eigen plek van de familie Frank, de plek waar Anne haar dag­ boek begon en waar veel van mijn herinneringen aan haar liggen.”


MAART | 2012 | 5


kort

200 Zoveel kinderen van basisscholen uit de wijken Bornholm & Overbos en Graan voor Visch in Haarlemmermeer hebben meegedaan aan de schooljudo-clinic van wereldkampioen en Olympisch medaillewinnaar Ruben Houkes. De kinderen leerden niet alleen judoën; er werd ook gewerkt aan normen en waarden, weerbaarheid, samenwerken, coördinatie en conditie. Ymere steunt het programma Schooljudo.nl, omdat Ymere het sporten door kinderen wil stimuleren en hun talent wil ontwikkelen. Schooljudo is nu ook van start gegaan in Amsterdam-Noord.

Waterlandplein in wording Het vernieuwde Waterlandplein in Nieuwendam-Noord, krijgt steeds meer vorm. Op het Amsterdamse plein worden zes woontorens gebouwd waarvan de hoogste zestig meter hoog is en zeventien etages telt.

De torens verrijzen bovenop drie blokken met daarin een nieuw winkelcentrum, een wijkcentrum met bibliotheek en een centrum voor zorg en gezondheid. Daarnaast voorziet het plan in totaal 319 woningen (koop, vrije sector en sociale huur) en 300

Nieuw-West bloeit op De eerste 28 koop-eengezinswoningen in de Hoogheemraadbuurt in De Punt in stadsdeel Nieuw-West zijn klaar voor bewoning. Het nieuwbouwproject Westerpunt bestaat in totaal uit 42 nieuwe eengezinswoningen gebouwd in zes blokjes van zeven woningen. De realisatie is in handen van VOF De Stadstuinen, een samenwerking van Ymere en Bouwfonds. De woningen liggen in een stadsdeel dat helemaal opbloeit. Er komen meer bomen en planten, bankjes en straatlantaarns en veel nieuwe voorzieningen voor kinderen. Op het grasveld aan de noordkant van De Punt is bovendien een nieuwe tennisbaan gerealiseerd.

6 |

werkt

overdekte parkeerplaatsen. Ontwikkelcombinatie Nieuw Waterlandplein CV (bestaande uit Ymere en AM) is opdrachtgever voor de vernieuwing van het Waterlandplein. Het bouwproject zal vermoedelijk eind 2013 klaar zijn.

BuurtExperts aan de slag De Stedenwijk in Almere is twaalf BuurtExperts in de leeftijd van 9-12 jaar rijker. Ze hebben een opleiding gevolgd bij De Bakkerij, die in opdracht van Ymere leefbaarheidsprojecten uitvoert in stadswijken. De kinderen hebben een buurtonderzoek gehouden en daarna een heus actieplan opgesteld om hun buurt schoner, gezelliger en actiever te maken. Voor hun inspanningen ontvingen zij het diploma BuurtExpert. De BuurtExperts blijven, als leden van de Kinderraad, actief in Stedenwijk-Midden.


Gouden Baksteen

voor Ymere Oudste monument Ymere heeft in Leiden 98 woningen overgenomen van de zorg- en welzijnsorganisatie Libertas. Het gaat om monumentale panden en stadsvernieuwingsappartementen in het centrum van de stad. De vestiging Haarlemmermeer neemt de woningen in exploitatie; het beheer blijft voorlopig in handen van de Leidse corporatie Ons Doel. Tot de aankoop hoort ook de monumentale Stadstimmerwerf uit 1612 aan het Kort Galgewater. Dit is nu het oudste van de ruim 370 rijks- en gemeentelijke monumenten die Ymere bezit. Monumenten bevorderen de kwaliteit van de woonomgeving. Ymere vindt het belangrijk dat cultureel en historisch erfgoed wordt ­behouden.

Ymere heeft de Gouden Baksteen 2011 gewonnen. Deze prijs van het tijdschrift NUL20 gaat naar de ontwikkelaar die dat jaar de meeste woningen in Amsterdam heeft ge­realiseerd. In 2011 leverde Ymere maar liefst 874 woningen op, waarvan 72 procent

sociale huurwoningen. De nummers twee en drie (De Alliantie en Eigen Haard) kwamen tot 437 en 382 woningen. Een flink deel van de productie (288 woningen) werd gerealiseerd in AmsterdamWest, met de oplevering van De Tribune (Laan van Spartaan). In 2008 en 2006 won Ymere deze prijs ook al.

Nieuwe ­vestiging Op 1 juni opent Ymere een nieuwe vestiging in het centrum van Alkmaar, voor de regio Noord-Kennemerland. Het huidige kantoor in Sint Pancras zal dan sluiten. De nieuwe vestiging komt in de nieuwbouw van Het Bolwerk aan de Helderseweg 1. Ymere is onlangs gestart met de (ver)bouwwerkzaamheden.

Urgentie­regeling persoonlijker Persoonlijker, meer op maat gesneden en met voorwaarden die eerder een kader vormen dan dat ze harde regels zijn: dat zijn de ingrediënten van de nieuwe urgentieregeling voor sociale huurwoningen in de gemeente Haarlemmermeer.

In de nieuwe regeling staat geen opsomming meer van situaties waarin men sowieso in aanmerking komt voor een urgentieverklaring. In plaats daarvan zijn er voorwaarden opgesteld waaraan men minimaal moet voldoen voordat een beoordelingscommissie de aanvraag in behandeling neemt.

De regeling is ontwikkeld door de gemeente Haarlemmermeer in samenwerking met Ymere. Meer weten? De brochure “Urgentie voor sociale huur Haarlemmermeer” is tijdens kantooruren verkrijgbaar bij Ymere, Burgemeester Pabstlaan 10 in Hoofddorp.

MAART | 2012 | 7


participatie

van

mee­ praten naar zelf doen

De wereld verandert, en daarmee ook de manier waarop Ymere bewoners betrekt bij hun woonomgeving. ­Nieuwe vormen van participatie doen hun intrede, maar ook verregaande vormen van zeggenschap. Een zoektocht naar nieuwe ­manieren om ­samen met bewoners te werken aan de ideale woonomgeving.

8 |

werkt


Ymere heeft een belangenpuzzel ontwikkeld. Deze wordt gebruikt in gesprekken met bewoners

A

l enige tijd is duidelijk dat de verhouding met huurders aan herijking toe is. Ymere wil bewoners beter leren kennen en hun deskundigheid vaker benutten. Om die ambitie te realiseren is een nieuw participatiebeleid ontwikkeld. Ymere wil nieuwe groepen huurders aanspreken, zoals jongeren, allochtonen en werkenden, en alternatieve vormen van participatie bedenken. Een goed voorbeeld is het nieuwe digitale klantenpanel van huurders, die via internet om hun mening worden gevraagd. Pieter de Jong, lid van de Raad van Bestuur van Ymere zegt daarover: “We zijn op de goede weg, maar er moet nog meer gebeuren. De komende jaren blijven we actief bijdragen aan nieuwe vormen van

participatie, onder meer door met andere partijen experimenten te ontwikkelen.” Participatie, eigenaarschap en coproductie: ze staan bij Ymere hoog op de agenda. De Jong is duidelijk over het waarom. “We zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van onze dienstverlening, van onze projecten en van de woonomgeving hoger wordt als we de gebruikers er bij betrekken.

Sterke tendens Binnen deze ontwikkelingen worden huurders steeds vaker medeverantwoordelijk voor hun eigen woonomgeving. De Jong: “Mensen willen en kunnen een wijk zelf vormgeven. Ze nemen hun lot graag in MAART | 2012 | 9


participatie

eigen hand en willen niet langer dat een corporatie of gemeente alles doet.” Ook het economische tij speelt daarbij een rol, bijvoorbeeld in renovatietrajecten. Bewoners nemen genoegen met minder kwaliteit als dit betekent dat de huur minder omhoog gaat. Ymere zorgt bijvoorbeeld dat het casco in orde is, de bewoner zorgt zelf voor het binnenwerk. “Deze tendens wordt steeds sterker”, zegt De Jong. “Bewoners doen meer zelf, zorgen zelf dat hun woning en leefomgeving op orde is. Zij zeggen: doe alleen wat echt nodig is, de rest doen wij wel. Als het kan willen we hierop ingaan.” Ook in het beheer zoekt Ymere naar mogelijkheden om bewoners meer zelf te laten doen. De Jong: “Neem de schoonmaak van een portiek. Wij kunnen dat voor een kostendekkend tarief aan een schoonmaakbedrijf uitbesteden. Maar bewoners kunnen het ook zelf doen.” Nieuw wordt ook de mogelijkheid om huurders een stem te geven binnen de Vereniging van Eigenaren. Dit kan wenselijk zijn als een deel van een complex wordt verkocht en de kopers een VvE vormen. Huurders willen daarbij ook zeggenschap krijgen, bijvoorbeeld over gemeenschappelijke ruimten of de komst van een huismeester. De Jong: “De huurders spreken niet namens Ymere, maar ze krijgen een stevige positie in de VvE. We hopen dat dit voor alle partijen winst oplevert.”

Sociale media Om te werken aan gezamenlijke opgaven, moeten partijen wel elkaars wensen en mogelijkheden kennen. De Jong verwacht daarbij veel van de sociale media. “Ze brengen ons makkelijker met elkaar in contact en je kunt rechtstreeks zien en horen wat er in wijken en buurten leeft. Huurders laten ook sneller en directer van zich horen, zoals bewoners die twitteren met onze regiodirecteuren. Reacties van ‘geweldig die renovatie’ tot ‘hoe haal je het in je hoofd om te gaan slopen.’ Kort en snel, dat is een groot voordeel van sociale media.” 10 |

werkt

Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist

‘Durf anders te denken’ “In Amsterdam-Noord zijn we bezig met een Trust, waarbij bewoners zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het beheer van hun leefomgeving. De huidige economie dwingt instituties veel meer ruimte te geven aan burgerinitiatief. Corporaties kunnen bijvoorbeeld meer verantwoordelijkheden bij huurders leggen en de kracht van burgers mobiliseren. Dat betekent loslaten en risico nemen. Ik heb het idee gelanceerd van een ‘woninggebonden budget’. Bewoners krijgen daarbij toegang tot het budget voor het onderhoud van hun woning en organiseren dit zelf of samen met buren. Veel goedkoper dan wanneer de dure corporatie dit organiseert. Ik hoor de bezwaren al, maar praat er eens over. Durf anders te denken. Ymere heeft die durf wel. Het bestuur reageert positief op dit soort ontwikkelingen. Ymere wil vernieuwen, meebewegen met de tijd. Men realiseert zich dat de huidige organisatievormen niet het eeuwige leven hebben.”


Noud Verhave, mede-artistiek leider Moving Arts Projectst

‘Prikkelen en v ­ erleiden’ “De Tour de Transvaal is bedoeld om bewoners te laten zien wat er met de bewonersbudgetten voor de wijk is gebeurd en om ze op nieuwe ideeën te brengen. Het gaat niet alleen om die dag, maar om het blijvend onder de aandacht brengen van de verbeteringen in Transvaal. Corporaties kunnen niet genoeg aandacht hebben voor participatie. Het is belangrijk om te zoeken naar nieuwe werkmethodes. Als je bewoners direct bij hun woonomgeving wilt betrekken, moet je het boeiend en spannend maken. Je moet ze prikkelen, verleiden, in beweging brengen. Dat kan goed met muziek, theater en beeld. Dat moet je wel kunnen en willen financieren. Het is in ieders be­lang. Voor de ontwikkeling van bewoners, een wijk, de economie. Ymere staat open voor samenwerking en nieuwe ideeën, maar het kan altijd beter. Geef bewoners meer vertrouwen en laat ze meer zelf doen. Zorg ook voor continuïteit. Eén keer een activiteit met bewoners organiseren is niet voldoende, geef er een vervolg aan. Het hoeft niet altijd groots of duur, maar alleen met blijvende aandacht heb je echt rendement.”

Jan van der Roest, voorzitter Samenwerkende Huurders­organisaties Ymere

‘ Kruip in de huid van ­bewoners’ “Het nieuwe participatiebeleid is in goede samenwerking ontwikkeld. Het eerste onderdeel staat er nu, met een digitaal klantenpanel, maar er is meer nodig om bruggen te slaan tussen Ymere en haar huurders. Medewerkers moeten nog beter leren in de huid van bewoners te kruipen en meer kennis opbouwen over de rechten van huurders. Daarom is het goed dat er een interne training komt over participatie en zeggenschap. Het komt nu aan op de uitvoering van het beleid. Daar heb ik wel zorgen over. Er zijn ambassadeurs aangewezen die het beleid intern moeten uitdragen, maar zij krijgen daar nauwelijks tijd voor. Ik heb ook de indruk dat het beleid een beetje hapsnap wordt uitgevoerd. Wil je participatie goed neerzetten, dan moet je zwaar inzetten op regie en de voortgang bewaken. Het beleid is goed, maar voer het nu ook echt goed in.” MAART | 2012 | 11


participatie

Guido Wallagh, partner-adviseur Inbo

‘ Van plan-participatie naar doe-participatie’ “Nu de tijd van grote, abstracte, en institutionele plannen voorbij is, waait er een nieuwe wind. Van plan-participatie wordt afscheid genomen. Niet in de laatste plaats omdat de plan-participatie vooral tegenstanders wist te bereiken, terwijl de grote massa zich in stilte bleef hullen. Wat opkomt, is een doe-participatie. Bewoners gaan hun directe woonomgeving zelf beheren en maken andere bewoners enthousiast. Bewoners ontwerpen met hun kennis van de buurt een kunstwandelroute, selecteren kunstenaars om hen te adviseren en willen zelf het onderhoud doen.”

Adri Duivesteijn, wethouder Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling in Almere

‘Fundamentele breuk’ ‘Stadsdorp voor Initiatieven’. Dat is het motto van Nobelhorst, een nieuwe, sociaal-duurzame wijk in Almere Hout Noord. Centraal staan initiatieven van de mensen die zich in de wijk zullen vestigen. Voor Nobelhorst wordt een ‘participatieonderneming’ opgezet. Het doel daarvan is dat alle bewoners en ondernemers participeren in de ontwikkeling en het beheer van de wijk. Wethouder Adri Duivesteijn is positief over de uitwerking die Ymere geeft aan het begrip ‘sociaal-duurzame wijk’. “Wat mij betreft worden steeds meer verantwoordelijkheden bij de mensen zélf neergelegd, bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte, het opwekken van energie en het scheiden van afval. In de Verenigde Staten heb je gated communities; zelforganisatie is daar normaal. Hier willen wij hetzelfde bereiken, maar zonder de geslotenheid van een hek. Het gaat om het samen bouwen aan de wijk, aan de stad, aan de samenleving. Dat past ook bij deze tijd. Mensen willen meer zeggenschap, en kunnen die verantwoordelijkheid ook aan. Dat betekent een fundamentele breuk met de manier waarop wij onze wijken in het verleden hebben vormgegeven.” 12 |

werkt


podium

B

ewoners van De Wierden in Almere Haven hebben ­samen met kunstenaars een kunstwandelroute door hun wijk bedacht. Naast kunstwer­ ken en beelden (soms van

natuur­lijke materialen), is er onderweg kunst te ­bewonderen in de vorm van speeltoestellen voor kinderen en bankjes om op te zitten. De kunstwandelroute is aangegeven met blauwe

t­ egels. De partners van de ­integrale wijkaanpak – gemeen­te Almere, de Alliantie en Ymere – hebben de bewo­ ners bij de uitwerking van hun idee ondersteund.

MAART | 2012 | 13


ambities in crisistijd

14 |

werkt


Zo zakelijk mogelijk – maar de ziel is niet te koop Ymere kijkt terug op een goed jaar. In 2011 werd een resultaat behaald dat het ­mogelijk maakt om ook in 2012 weer ruim 300 miljoen euro te investeren in nieuwbouw, woningverbetering en wijkaanpak. Maar kan dat in de toekomst wel zo blijven? De crisis verdiept zich. Hoe blijven de ambities overeind?

R

oel Steenbeek is geen man die bij de pakken neerzit in moeilijke tijden. De bestuursvoorzitter van Ymere ziet het juist als een uitdaging om ambities te blijven waarmaken, ook als de seinen op oranje staan. “Ik zeg wel eens: al komt de duivel in huis, we zullen onze ziel niet aan hem verkopen. Onze drive is: een brede woningcorporatie blijven, die werkt aan wijken met perspectief. Dat zit heel diep; het staat niet ter discussie.” In 2010 heeft Ymere die ambities vastgelegd in de ondernemingsstrategie Met ziel en zakelijkheid. De titel zegt het al: ambities kunnen alleen worden waargemaakt als er zakelijk wordt geopereerd. Naar verwachting wordt dat de komende jaren steeds belangrijker, of het nu gaat om de ambities voor de klant (‘Goede woningen en diensten op maat’, ‘Woongenot in leefbare wijken’, ‘Keuzevrijheid en wooncarrières’) of de samenleving (‘Talentontwikkeling en sociale stijging’, ‘Ontwikkelkracht voor sociaal duurzame wijken’). Het jaar 2011 mag dan goed geweest zijn, de vooruitzichten stemmen niet vrolijk, erkent Steenbeek.

De jaarlijkse vermogensheffing vanaf 2014, de beperkte mogelijkheden om huren te verhogen, maatregelen uit Brussel en Den Haag, de situatie op de woningmarkt – het plaatst Ymere voor dilemma’s.

Fundamenteel punt Een voorbeeld: het huurbeleid. Gaat Ymere de maximale ruimte benutten om de huren op te trekken? En wat betekent dat voor de huurders? Steenbeek hierover: “Wij kiezen ervoor om niet alle Donner-punten te incasseren. In sommige regio’s zou daardoor elke tweede woning van Ymere in de vrije sector vallen. Wij houden driekwart van onze woningen in de sociale sector. Natuurlijk laten we daarmee geld liggen, maar dit is een fundamenteel punt. Te veel mensen wachten al te lang op een betaalbare sociale huurwoning, zeker in de overspannen regio van de woningmarkt waarin wij opereren.” Om diezelfde reden wil Ymere niet méér sociale huur­ woningen verkopen. Financieel gezien zou dat verstandig zijn (al is het nog de vraag of het lukt, gezien de MAART | 2012 | 15


ambities in crisistijd situatie op de woningmarkt), maar volkshuisvestelijk niet, zegt Steenbeek. “Ook dit raakt aan onze ziel. Er zit een grens aan het onttrekken van sociale huurwoningen aan de voorraad.”

Dilemma’s In het voorjaar van 2012 buigt Ymere zich verder over deze en andere dilemma’s. Daarbij zullen soms pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt. Omdat de inkomsten (uit huren en verkopen) nauwelijks kunnen worden vergroot, zal de oplossing vooral moeten worden gezocht in het terugbrengen van de kosten. “Als we daar niets aan doen, daalt ons investeringsvolume met zo’n 30 procent, van ruim 300 naar 200 miljoen euro per jaar. Dat willen we pertinent niet. Dat volume is nodig om dynamiek in de voorraad te houden.” De vraag is dus: hoe kosten te besparen? Efficiënter werken? De huisvesting anders regelen? Of het onderhoud aanpassen? Steenbeek: “We kijken naar alle opties. Zo gaan

J­ohan Conijn

“ Hoe ben ik dienstbaar aan de huurders?”

we kijken of het onderhoud optimaal is georganiseerd. Misschien kunnen we geld besparen door meerjarige contracten. Zelf gaan we 13 miljoen euro bezuinigen, vooral door de efficiency te verbeteren en kritisch te kijken naar onze personele en organisatiekosten. Ymere kiest er niet voor om vestigingen te sluiten. Dat zien we collega-corporaties nu doen, maar wij willen als grote corporatie herkenbaar blijven voor onze huurders. Dat geven we niet weg.” Ook de wijkaanpak wordt tegen het licht gehouden. Steenbeek: “Bij onze fusie hebben we aangegeven dat we 65 miljoen euro onrendabel zouden gaan investeren. Daar houden we aan vast. Maar de context is inmiddels veranderd: iedereen heeft minder geld. Wij gaan niet investeren als anderen niets doen.”

Evenwicht Ook door zorgvuldig treasurybeleid en scherp sturen op rendement denkt Steenbeek ziel en zakelijkheid in even-

De corporatiesector moet ingrijpend op de schop. ­Alleen dan kan de dringend gewenste nieuwe inrichting van de woningmarkt er écht komen, bepleitte Johan Conijn, bijzonder hoogleraar Woningmarkt (UvA), op 1 december 2011 in de jaarlijkse Vastgoed­lezing. Hoe denkt hij over de dilemma’s waarmee woning­corporaties anno 2012 ­worstelen? Als het aan Johan Conijn ligt, worden woningcorporaties gesplitst in een vermogenseigenaar en een vastgoedonderneming. Zo kan de staatssteun worden verminderd, ontstaat een gelijk speelveld met andere verhuurders en komen er meer huur­ woningen voor de middeninkomens beschikbaar. Juist daaraan is nu een groot tekort. “Er moet veel veranderen”, vindt Conijn. “Corporaties moeten kostendekkende huren kunnen vragen. De financiering verschuift dan van het object, de woning, naar het

16 |

werkt


wicht te kunnen houden. “De grote vraag wordt of we ons investeringsvolume van 300 miljoen euro per jaar kunnen blijven halen. Dat wordt spannend.” Hij realiseerde zich onlangs dat hij de laatste tijd wel erg veel ‘als een boekhouder’ praat. “Toch gaat het me altijd om de ziel van ons werk. Ik wil dan ook niet op de crisis reageren door alleen maar op de centen te letten en de zakelijkheid te laten prevaleren. We gaan ook door met investeren in onze organisatie, in innovatie. We willen goede mensen houden en binnenhalen. Ja, dat kost geld. Maar investeren is belangrijk, juist nu. Alleen organisaties die dat doen, overleven. Onze klanten mogen dat van ons verwachten.”

en daarna. Huurders van nu en later hebben belang bij de continuïteit van Ymere. Ook daarom moeten we het wél volhouden in de wijken. We willen per se niet een smalle corporatie worden die zich alleen maar toelegt op beheer en onderhoud. Als je dat gaat doen, begeef je je op een glijdende schaal. Onze ziel blijft in de lucht: daaraan ­tornen we niet. We gaan echt tot het gaatje om dat zo te houden. Want als wij het niet meer doen, doet niemand het.”

4

6 5

3

7

Glijdende schaal Het vinden van een evenwicht tussen ziel en zakelijkheid is dan ook geen doel op zichzelf, stelt Steenbeek. “Uiteindelijk doen we het voor onze huidige én toekomstige huurders, en voor de wijken. Het economisch klimaat is moeilijk. Meer mensen zullen problemen krijgen in 2012

subject, de huurder. Dan komen er ook extra middelen vrij voor de wijkaanpak en worden verantwoordelijkheden eindelijk uit elkaar getrokken.” In afwachting van zo’n nieuwe ordening ziet Conijn veel woningcorporaties worstelen met het ‘ziel-en-zakelijkheid-dilemma’. Zijn advies: “Begin altijd met het beantwoorden van deze vraag: hoe ben ik dienstbaar aan mijn huidige en toekomstige huurders?” Naar zijn vaste overtuiging komt het optimale antwoord op die vraag pas tot stand als de corporatiesector wordt getransformeerd, net als de woningmarkt zelf. Maar nu dat er voorlopig niet van komt (Conijn: “Nog niet!”), heeft hij deze zeven adviezen om zielen-zakelijkheid-dilemma’s te hanteren:

1

Verbeter de efficiency.

“Iedereen in corporatieland is daar nu mee bezig. De vermogensheffing van Donner heeft in die zin ook een positief effect. Het kan efficiënter! De

2

bedrijfswaarde van een woningcorporatie schiet omhoog als de efficiency met bijvoorbeeld 20 procent wordt verbeterd.”

2

Bouw voorlopig geen nieuwe koopwoningen meer.

3

Verhoog de investeringen in de bestaande ­voorraad.

4

Heroverweeg de wijkaanpak.

5

Reken niet op de verkoop van nog meer ­huurwoningen.

“De markt is daarvoor te slecht.”

“Kijk daarbij ook naar energiebesparing. Wees kritisch op de organisatie van onderhoud en beheer. De kosten daarvan zijn relatief te hoog.”

“In welke mate moet wijkaanpak nog via sloop en nieuwbouw verlopen? Kan het niet kostenefficiënter, bijvoorbeeld door renovatie?”

8

1

ringsplannen op te baseren. Maar ga wel door met verkopen. Niet meer dus, maar ook niet minder.”

6

Durf de huur te verhogen.

7

Wees terughoudend met maatschappelijk ­vastgoed.

“De huren kunnen best omhoog, mits huurders worden gecompenseerd via de huurtoeslag. Corporaties moeten de maximaal redelijke grens durven op te zoeken. Er zijn veel meer middeldure huurwoningen nodig, zeker nu de koopmarkt in het slop zit. Een corporatie als Ymere zou er veel huishoudens een plezier mee doen.”

“Als het gaat om een activiteit die de woonkwaliteit aantoonbaar verbetert, dan kan het; anders niet. Maatschappelijk vastgoed is meer iets voor goede tijden. Er zijn ook andere partijen op aarde die dat goed kunnen.”

“De kans dat je hierin slaagt, is gering. Het risico is te groot om er je investeMAART | 2012 | 17


de zachte atlas

18 |

werkt


NieuwVennep Beeldend kunstenaar Jan Rothuizen ontmoet bekende en minder bekende mensen en schetst hun leef足 wereld. Dit keer neemt hij een kijkje bij Reinout en Roosje, een stel dat onlangs is gaan samenwonen in Nieuw-Vennep. Van Jan Rothuizen is onlangs De Zachte Atlas van Nederland verschenen, waarin ook plattegronden zijn opgenomen die eerder in Ymere werkt zijn gepubliceerd. Meer informatie: www.janrothuizen.nl

MAART | 2012 | 19


toezichthouderschap

20 |

werkt


‘ Rolzuiverheid blijft belangrijk’ Sinds 14 december 2011 heeft Ymere een nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen: Guido van Woerkom, in het dagelijks leven hoofddirecteur van de ANWB. Een gesprek over ­Ymere, en over zijn plannen en ambities. “Als voorzitter wil ik vooral ook een klankbord zijn voor het bestuur.”

MAART | 2012 | 21


toezichthouderschap

A

nders dan je misschien zou ­denken is Van Woerkom niet gevraagd om voorzitter van de Raad van Commissarissen van Ymere te worden. Begin 2011 stuurde hij zelf een sollicitatiebrief. In de vacature was hij meteen geïnteresseerd. “De wereld van de corporaties boeit me zeer. Ik heb een fascinatie voor bedrijven en organisaties waarin publiek en privaat elkaar ontmoeten.” Ymere is zo’n bedrijf, net als de ANWB: ondernemend én maatschappelijk actief. Het maakt Van Woerkom (1955) bij uitstek geschikt voor deze functie. Na zijn rechtenstudie in Leiden werkte hij onder meer bij Albert Heijn en bij een communicatieadviesbureau. Sinds 1999 is hij hoofd­ directeur van de ANWB. Daarnaast is hij president-commissaris van Evides en voorzitter van de Raad van Toezicht van de Hotelschool in Den Haag. Hoe heeft u Ymere aangetroffen? “Voor mijn officiële aanstelling heb ik bijna een jaar kunnen rondneuzen. Een soort informeel introductieprogramma. Dat heeft grote voordelen, want als je eenmaal in functie bent, praten mensen toch anders met je. Mijn beeld is dat Ymere een professionele organisatie is, die de zaken goed voor elkaar heeft, zoals de relaties met de huurders, de investeringen, het onderhoud en de communicatie.” Vindt u informeel contact belangrijk? “Het hoort bij goed toezichthouderschap. Toezichthouders moeten goed contact houden met de organisatie, alle signalen oppikken, ook informeel. Het afgelopen jaar ben ik bijvoorbeeld in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam geweest. Ik heb daar met Ymere-medewerkers gepraat, die zich met passie voor die wijk inzetten.” Die mensen zullen u op zo’n moment waarschijnlijk niet spontaan aanspreken als ze met iets zitten. 22 |

werkt

“ Informeel contact is ­belangrijk” “Nee. Dat betekent dus dat ik sensitief moet zijn. Hoe geeft iemand antwoord op een vraag? Hoe lang duurt het voordat het antwoord komt? Die signalen wil ik oppikken.” Wat ziet u eigenlijk als uw belangrijkste taak als voorzitter van de Raad? “Onze taak ligt formeel vast: de Raad ziet toe, controleert, inspireert en grijpt desnoods in als het verkeerd gaat. Wij toetsen of de ondernemingsstrategie wordt waargemaakt. Ik vind het van groot belang dat wij daarbij niet op de stoel van de bestuurders gaan zitten. Zij hebben de dagelijkse leiding. Als voorzitter is het mijn taak de samenwerking tussen de verschillende commissarissen – ieder met hun specifieke expertise – te stimuleren en waar nodig te verbeteren. Als specifieke kennis ontbreekt, moet die worden aangevuld. Als voorzitter wil ik vooral ook een klankbord zijn voor het bestuur, met respect voor de diverse persoonlijkheden. Daarom wil ik om te beginnen iedereen goed leren kennen. Wat drijft de bestuurders? Waar zitten hun twijfels, hun vragen?” Waarschijnlijk – onder meer – bij de doelmatigheid, de komende jaren een belangrijk thema in de bestuurskamer. Waar gaat u speciaal op letten? “De komende jaren zullen moeilijke keuzes moeten worden gemaakt. Hoe houdt Ymere de investeringen op peil, en kan de kwaliteit daarvan gehandhaafd worden? Doelmatigheid heeft daarnaast een ander aspect. Corporaties kunnen hun rol alleen goed spelen als de samenleving vertrouwen heeft in hun professioneel, doelmatig opereren. De incidenten in de


‘ Eerst goed ­observeren’ Een nieuwe commissaris kan pas na een jaar zijn werk goed doen. Dat zegt prof. dr. Mijntje Lückerath, hoogleraar Corporate Governance aan de Nyenrode Business Universiteit. “Het is eerst goed observeren, daarna kan het echte werk beginnen.” Lückeraths onderzoekt corporate governance, en meer specifiek de rol en samenstelling van de Raad van Commissarissen in relatie tot de Raad van Bestuur en relevante stakeholders. Ze is co-auteur van het jaarlijkse Nationaal Commissarissenonderzoek en van de Gedragscode voor Commissarissen en Toezichthouders (2009). Wat zou zij een nieuwe voorzitter meegeven? Een antwoord in vier stappen. 1.Heb goed zicht op het proces. “Een voorzitter van de Raad van Commissarissen is de linking pin met het Bestuur. In discussies is hij of zij de verbindende factor. De voorzitter hoeft niet tot in detail inhoudelijk op de hoogte te zijn. Een commissaris heeft sowieso informatieachterstand. Maar de voorzitter moet wel goed zicht hebben op het proces.” 2.Wees onafhankelijk. “Een commissaris moet alle stakeholders in gedachten houden, de belangen goed tegen elkaar afwegen, en zonder last of ruggespraak handelen – maar dan ook echt. Dat vergt alertheid. Het is niet in afvinklijstjes of codes te vangen.” 3.Durf jezelf te laten evalueren. “Er gaat veel goed, al lijkt dat door de media-aandacht voor mis-

sers soms anders. Je ziet nu een hang naar meer regelgeving om zaken in goede banen te leiden. Ik denk dat gedrag beter is te sturen als je uitspreekt wat je ziet. Dat kan het beste in een formele evaluatie, waar je zonder stemverheffing, maar wel met argumenten, jezelf en anderen beoordeelt. Dat gebeurt nu nog te weinig, blijkt uit het Nationaal Commissarissenonderzoek. Ik pleit ervoor om eens per drie jaar een externe partij de evaluatie te laten begeleiden. Bij woningcorporaties is dat extra belangrijk, omdat de maatschappelijke verantwoordelijkheid hier zwaar weegt.” 4.Laat je meer zien. “De Raad van Commissarissen mag zich meer manifesteren. Nu gebeurt dat doorgaans alleen in het jaarverslag, en dan vaak niet optimaal. De verslaglegging mag dynamischer – bijvoorbeeld met een website. Als het goed is, gaat de samenleving daardoor anders tegen de commissaris aankijken. Er zijn veel misverstanden. Zo is een commissaris er heus niet alleen voor het toezicht. Hij of zij kan ook advies geven, coachen, de bestuurders bijstaan bij moeilijke beslissingen, bij voorkeur door het stellen van goede open vragen: `Zeg, waarom heb je deze beslissing nu eigenlijk genomen?’”

corporatiesector zijn mij uiteraard niet ontgaan. De sector heeft qua imago nog steeds een inhaalslag te maken.” Mijntje Lückerath, hoogleraar Corporate Governance, vindt dat een Raad van Commissarissen zichtbaarder mag zijn. “Dat klinkt goed, maar nogmaals: de Raad van Bestuur zit op de bok.” Begrijpelijk, maar door die opstelling komt de commissaris van een woningcorporatie nu vaak alleen in beeld bij incidenten, en dan meestal op een onwelkome manier: als hij of zij bij misstanden niet heeft ingegrepen. Het goede werk van de commissaris blijft vaak onzichtbaar. “Ja, dat is een punt. Hoe kun je iets meer ruimte nemen, zonder de bestuurders in de weg te lopen? Ik wil die handschoen wel oppakken. Maar rolzuiverheid blijft belangrijk.” Hoe laat de Raad van Commissarissen zichzelf beoordelen? Door een externe partij? Of evalueert de Raad zichzelf? Uit het Nationaal Commissarissenonderzoek van Lückerath blijkt dat evaluatie nu vaak te weinig gebeurt of te informeel gebeurt. “Allereerst: zelfkritiek is voor commis­ sarissen erg belangrijk. Het is me opgevallen dat dat bij Ymere wel goed zit. Evaluatie door een externe partij klinkt goed, maar de vraag is dan: wie controleert de externen? Ik heb op zich geen externe partij nodig om de Raad goed samen te stellen of mijn werk goed te doen. Er zijn bovendien goede governance-afspraken op dat gebied. Wat ik wel een inspirerend idee vind, is de inzet van een facilitator die ons helpt om aan te geven waar het wel of niet goed gaat. Wij zullen elkaar diep in de ogen kijken bij de evaluatie. Aan mij als voorzitter de taak om daarvoor te zorgen.”

MAART | 2012 | 23


new harloheim

Parelketting voor Haarlem-Oost Een buitenboulevard, een nieuwe centrale as, het pimpen van ­bestaande woonwijken – het zijn belangrijke ingrediënten uit ­Kettingreactie – parelketting rond een rijk stedelijk ­mozaïek. Met dit plan voor Haarlem-Oost wonnen ontwerpers Joep van der Veen en Tom Bokkers de Ymere NAi prijsvraag New ­Harloheim.

Infrastructuur: Oost-as en station Haarlem-Oost Voorwaarde voor een succesvolle ontwikkeling van Haarlem-Oost is de aanleg van een centrale as van noord naar zuid. Geen zielloze verkeersader, maar

24 |

werkt

een levendig gebied met een vernieuwd winkelcentrum Schalkwijk. Een nieuw station, Haarlem-Oost, moet het huidige station Spaarnwoude vervangen. Van der Veen schetst het beeld. “Hier ontstaat een centraal verkeers-

knooppunt van wegen, spoor en water, gecombineerd met wonen, winkelen, werken en recreëren. Het station kan een startpunt worden voor een vaartocht, bijvoorbeeld naar de Stelling van Amsterdam.”


Y

mere vroeg met de prijsvraag New ­Harloheim om een haalbare visie voor een uitgestrekt, gevarieerd gebied. ­Uitgangspunt van het ontwerpteam was: geen sloop en nieuwbouw, maar voortborduren op bestaande kwaliteiten, zoals een gevarieerd stedelijk mozaïek, een rijke historie, veel groen en water, en sterke verbindingen met de regio. Bokkers en Van der Veen werkten samen in een multidisciplinair team, waarin ook een sociaal geograaf en een vastgoedeconoom mee-

Joep van der Veen (links) en Tom Bokkers

Buitenboulevard Het hele gebied wordt omzoomd door een boulevard. Deze schakelt als een parelketting stad, land en recreatie aaneen. Je kunt er wonen en werken in het groen, er komen fiets- en wandel-

routes, maar ook strandjes en moestuinen. Voortborduren op het bestaande kan hier goed. Neem de Meerwijkplas: langs het water staat onder andere een galerijflat, verstopt achter een donker, slecht onderhouden

bosje. “Breek dit open”, adviseren de ontwerpers. “Maak er een strand van, terrasjes, een open bomenrij. Met een paar aanpassingen voeg je veel kwaliteit toe.”

MAART | 2012 | 25


new harloheim

dachten. Bokkers: “Ieder bracht zijn eigen expertise én verantwoordelijkheid in. Haalbaarheid was voor ons een belangrijke factor. Het is geen plan voor onszelf, we hielden de belangen van de gemeente Haarlem en van Ymere in het vizier en zochten naar een verdienmodel.”

Nieuw begin Kettingreactie is geen einde, maar een nieuw begin. Vanaf nu gaan politici, corporaties, projectontwikkelaars en deskundigen verder praten over

Mozaïekstructuur Haarlem-Oost bestaat uit een mozaïek van wijken met uiteenlopende kwaliteiten en (sociale) problemen. De sfeervolle wijken ten oosten van het centrum zijn gewilde woonlocaties en

26 |

werkt

het winnende plan voor Haarlem-Oost, onder andere in de tentoonstellingsruimte bij het NAi, waar alle inzendingen te bekijken zijn. Uiteraard wordt ook goed geluisterd naar bewoners en ondernemers. Van der Veen: “Ik luister graag naar de verhalen van bewoners. De één vreest zijn volkstuin te verliezen, de ander is positief over nieuwe ontwikkelingen. We hopen dat er uiteindelijk concrete projecten uit voortkomen die iedereen omarmt.”

kunnen worden opgewaardeerd. Een nieuwe brug zorgt voor betere toegankelijkheid. Door het imago te verbeteren en een deel van de sociale huurwoningen te renoveren en te verkopen komen er nieuwe groepen bewoners

‘ Goed dis­cussiestuk’ “Kettingreactie is een goede winnaar. Het plan is een mooie combinatie van subtiele en dragende ingrepen, bijvoorbeeld de subtiliteit van een brug of park, naast een elementaire nieuwe centrale as. We zijn er ook blij mee omdat het een strategie is met een financiële onderbouwing en een soort stappenplan. In deze tijd kun je niet één groot, kant-en-klaar plan morgen uitvoeren. Haarlem heeft hiermee een goed discussiestuk in handen.” Ewout Cassee, wethouder Ruimtelijke ­Ordening in Haarlem

naar het gebied. Naast deze grote transformaties gaat het om ‘stedelijke acupunctuur’: kleinschalige renovaties geven Haarlem-Oost nieuwe energie.


werk in uitvoering

Het lijken nu nog doorsnee rijtjeshuizen, maar straks komen op alle daken zonnepanelen te staan. Bewoners van de locatie Tuinen van Luna in Heerhugowaard kunnen zo hun eigen elektriciteit opwekken, net als de andere bewoners van Stad van de Zon, de grote vinexlocatie waar dit nieuwe project deel van uitmaakt. Stad van de Zon, ontworpen door stedenbouwkundige Ashok Bhalotra op basis van het concept voor duurzame stedenbouw

van Bert Smolders, is het grootste 足CO2-neutrale project van Nederland. project Tuinen van Luna. wat 84 eengezinswoningen, waarvan 46 sociale huur en 38 vrije sector huur. waar In Heerhugowaard-Zuid, in het meest noordelijke deel van Stad van de Zon. ontwikkelaar Bouwfonds Ontwikkeling samen met Ymere. architect Jan Rietvink van Rietvink Architecten uit Oosthuizen.

bijzonder De eengezinswoningen staan in een ruim opgezette wijk met een bijzondere groenstructuur en veel water. Ze hebben stuk voor stuk een diepe achtertuin, waardoor iedereen van de zon kan genieten, ook bewoners met een tuin op het noordoosten. De woonkamers zijn ruim en licht en zijn op de tuin georienteerd. wanneer Het project is gestart in september 2011. Oplevering van de woningen staat gepland voor de tweede helft van 2012. MAART | 2012 | 27


wijkvernieuwing

B

ooming ouwmeesteruurt

De Bouwmeesterbuurt in A 足 lmere zit in de lift. De moeizame 足jaren, waarin het imago van de buurt door de ondergrens zakte, lijken voorbij. Vier partners van deze succesvolle wijk足 vernieuwingsoperatie leggen uit hoe dat komt.

28 |

werkt


MAART | 2012 | 29


wijkvernieuwing partner Ymere wie Ellen Ros wat programmamanager ­Wijkaanpak

Ellen Ros

“ Bewoners zien weer perspectief” 30 |

werkt

“Halverwege dit jaar wordt het C. van Eesterenplein opgeleverd. Geografisch gezien het hart van de Bouwmeesterbuurt, maar het functioneerde nauwelijks als zodanig. Niet zo vreemd; het was een gigantische grasvlakte, waar een busbaan dwars overheen liep. Aan de zuidkant stonden twee rijtjes winkels in een haak, maar het pleingevoel ontbrak. Tegenover die haak heeft Ymere nu een appartementencomplex van acht verdiepingen gebouwd met 42 levensloopbestendige woningen. De bestaande winkelstrips en bovenliggende appartementen hebben een metamorfose ondergaan in dezelfde stijl als de nieuwbouw. Vijftig procent van de nieuwe woningen is met voorrang aangeboden aan buurtbewoners, zodat ze in hun eigen wijk kunnen blijven en hun eengezinswoningen weer vrijkomen. Tussen de nieuwbouw en de winkels is een echt plein ontstaan, dat de gemeente binnenkort stijlvol gaat inrichten. Ook schenkt Ymere de bewoners een interactief lichtkunstwerk voor op het plein. Het is het kunstwerk Marbles, zes grote polyester knikkers ontworpen door de jonge – inmiddels internationaal vermaarde – kunstenaar Daan Rosengaarde. We hopen dat kinderen ermee gaan spelen en dat het voor de bewoners een ontmoetingsplek van de 21ste eeuw wordt. In de onderste laag van de nieuwbouw komt er verder een horecavoorziening, die overdag geopend is, en een gezondheidscentrum. Het Bouwmeesterhuis, dat tijdelijk was verplaatst, keert ook terug naar het plein. Daar kunnen bewoners elkaar ontmoeten en activiteiten ontplooien. Er komen ook werkplekken en een balie voor het Buurtbeheerbedrijf en het Leerwerkbedrijf. Daar ben ik het meest trots op: de volle breedte van onze aanpak. Door de samenwerking met allerlei partijen worden projecten opgestart vanuit gezamenlijkheid. Buurtbewoners zien weer perspectief voor hun wijk.”


partner Buurtbeheerbedrijf wie Kirsten de Wit wat beheeradviseur groen, ­gemeente Almere “Het Buurtbeheerbedrijf is nog in oprichting. Het bedrijf, dat B5 gaat heten, is een initiatief van Ymere en de gemeente Almere, maar wordt straks door een ondernemer als een bedrijf gerund. Het Buurtbeheerbedrijf zorgt voor het dagelijkse onderhoud van de openbare ruimte en van de sociale huurwoningen in de wijk. Het gaat een belangrijke rol spelen, want we willen uiteraard dat de openbare ruimte en de woningen na de huidige grote onderhoudsbeurt in goede staat blijven. Bewoners die een reparatie aan hun woning nodig hebben of een reparatie in de openbare ruime willen melden, kunnen straks langskomen of bellen naar een loket in het Bouwmeesterhuis. Wij zorgen dan dat er iemand langsgaat voor de reparatie of klus. Maar het Buurtbeheerbedrijf biedt ook een uitgelezen kans om de studenten in een leerwerktraject aan het werk te helpen. Jonge loodgieters of leerling-stratenmakers kunnen met een leermeester van het Buurtbeheerbedrijf werkervaring opdoen. Maar ook mensen die werkloos zijn en in een re-integratietraject zitten, kunnen via het Buurtbeheerbedrijf laagdrempelig opnieuw in een werkritme komen. Het zou mooi zijn als dit buurtbewoners zijn, zodat ze op een nieuwe manier worden betrokken bij hun wijk. Net zoals bewoners het Buurtbeheerbedrijf kunnen inschakelen voor begeleiding van eigen initiatieven in de openbare ruimte, zal het Buurtbeheerbedrijf op haar beurt zo veel mogelijk bewoners en ondernemers bij zijn activiteiten betrekken. Als we met het Buurtbeheerbedrijf een bijdrage kunnen leveren aan een booming Bouwmeesterbuurt, is onze missie geslaagd.”

Kirsten de Wit

“ Dagelijks onderhoud op orde” MAART | 2012 | 31


wijkvernieuwing partner ROC wie Hieke van der Meulen wat manager opleidingen Welzijn en initiatiefnemer Leerwerkbedrijf

Hieke van der Meulen

“ Studenten doen goed werk” 32 |

werkt

“In mijn ogen is de integrale wijkaanpak de nieuwe vorm van welzijnswerk. Vroeger werkten de welzijnsinstellingen en maatschappelijke instanties in belangrijke mate los van elkaar om een gezin of buurt te helpen met hun persoonlijke of sociale problemen. Het welzijnswerk van de toekomst is veel meer een netwerk van organisaties en activiteiten, die vanuit allerlei invalshoeken en in gezamenlijkheid individuen, gezinnen en de buurt ondersteunen en inspelen op sociale cohesie. Het is uitermate belangrijk voor mijn studenten om vroeg te leren over hun muurtjes heen te kijken en te leren hoe je samenwerkt en samenleeft. Alle studenten die aan de slag gaan via het Leerwerkbedrijf krijgen een introductieprogramma dat bestaat uit het meelopen met alle betrokken partijen, zoals de gemeente, Ymere, de politie of Zorggroep Almere. Daarna schrijven zij een plan over de werkzaamheden die zij gaan doen. Het moet werk zijn waar bewoners écht iets aan hebben - liever nog, zelf om gevraagd hebben – en wat past binnen de gemeentelijke eisen van integrale wijkaanpak en binnen de eisen van de opleiding. Het Leerwerkbedrijf begon met zes studenten van de studies Pedagogisch werk, Jeugdzorg en Sport. Inmiddels zijn daar studenten Sociaal-maatschappelijk werk, Sociaal-cultureel werk, onderwijsassistenten, veiligheidsstudenten, technische studenten en studenten van een culturele opleiding bij gekomen. En ze doen mooi werk, zoals leesbevorderingsprojecten via de school in de wijk, sportbegeleiding op het voetbalveldje, en ouderenwerk gericht op het activeren van vereenzaamde ouderen. Ik hoop dat de buurtbewoners deze studenten ook gaan zien als leuke, frisse mensen, die hen helpen de wijk te ontwikkelen.”


partner Gemeente Almere wie Monique van der Plas wat programmamanager ­Bouwmeesterbuurt “Wat ik mooi vind, is de aandacht voor de opbouw van zowel de fysieke als de sociale structuren in de Bouwmeesterbuurt. Dat is ook nodig. De gevoelens van onveiligheid en de toenemende criminaliteit van de afgelopen jaren zijn te wijten aan de afbrokkeling van beide. In 2011 zijn we begonnen met het groot onderhoud aan de woningen en straten aan de zuidkant van de busbaan. In 2012 is de noordkant aan de beurt. Met Ymere, de basisscholen en de bewoners hebben we besloten een van de speeltuinen in de buurt te vervangen door een moestuin. Scholieren leren daar straks hoe komkommers en tomaten groeien, en ook bewoners kunnen er terecht. De moes-

tuin vormt een nieuwe verbinding tussen de bewoners. Sport is ook een belangrijk bindmiddel in onze aanpak. Zo hebben wij met scholen aan beide zijden van de busbaan - werelden die zich niet mengen - een sportdag georganiseerd. En de scholen hebben judo-clinics georganiseerd, gesponsord door Ymere. De judomeester kwam voorzien van judopakken voor de kinderen - een paar judolessen geven op school. Veel kinderen zijn daarna lid geworden van de judovereniging. Kinderen die normaal gesproken thuis achter de computer zouden kruipen, stoeien lekker met elkaar, leren over respect en eigen grenzen stellen. Ze groeien weer sámen op. In een wijk waar mensen veel langs elkaar heen leven en er veel vooroordelen bestaan over en weer, is alleen al de ontmoeting tussen mensen een groot succes.”

Monique van der Plas

“ Sport en moestuin als bindmiddel”

Samen aan de slag De Bouwmeesterbuurt is de oudste wijk van Almere-Buiten. De wijk is in de loop van de jaren tachtig gebouwd voor jonge gezinnen die op zoek waren naar een betaalbare eengezinswoning met tuin. In de jaren negentig volgde een tweede verhuisgolf naar Almere, van vooral Surinaamse gezinnen uit Amsterdam-Zuidoost. De eerste generatie wijkbewoners is intussen oud geworden. De eengezinswoningen die ze bewonen, zijn nu te groot. Maar er is nauwelijks aanbod van ouderenwoningen in de Bouwmeesterbuurt. Hun kinderen hebben zich elders gevestigd. De meer welvarende gezinnen zijn weer teruggegaan naar Amsterdam of zijn in de nieuwere wijken van Almere gaan wonen. Het zijn de gezinnen met een lager inkomen en een lager opleidingsniveau die zijn achtergebleven in de Bouwmeesterbuurt. De problemen achter de voordeur zijn vaak veelvoudig en complex. Het imago van de wijk zakte vijf jaar geleden door de ondergrens. Als je echt niets meer te kiezen hebt, dan ga je in de Bouwmeesterbuurt wonen, was de gangbare opvatting. Genoeg is genoeg, zeiden de gemeente Almere en Ymere, die een derde van de huizen in de buurt bezit. Het was het startsein voor een grootschalige ­fysieke, economische en sociale vernieuwing van de buurt. Aan dit programma wordt door meer dan tien partijen samengewerkt.

MAART | 2012 | 33


service Colofon Ymere werkt is het magazine voor relaties van Ymere. Het verschijnt vier keer per jaar. Hoofdredactie Iris Schmohl Eindredactie Margot Franssen Coördinatie Onno Hogenaar Aan dit nummer werkten mee Ilse Ariëns, Esther Barfoot, Francisca Bett, Helene de Bruin Ineke Brunt, Pieter Jan Datema, Jeroen ­Frissen, Conny Heemskerk, Edwin Lucas, Irene Ponec, Anje Romein, Margreet Steiner Fotografie Ivo van der Bent, Yvonne Brandwijk, René den Engelsman, Reinier Gerritsen, Kick Smeets, Milan Vermeulen, Martin Waalboer Illustraties Bureau MET (Podium), Rogier Rosema, Jan Rothuizen (De Zachte Atlas) Art direction en vormgeving Atelier van GOG Redactie en productie Eric Went, Went Werkt Journalistiek Druk Tussen de bedrijven door (TDBD) Redactieadres Ymere Postbus 2412 1000 CK Amsterdam ymerewerkt@ymere.nl Dit is een uitgave van Ymere. Dit magazine is met zorg samen­ gesteld. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Kopiëren of overnemen van (delen van) de inhoud is toegestaan in overleg met Ymere. Abonneren Mail uw adres- en e-mailgegevens naar ymerewerkt@ymere.nl. Dan ontvangt u Ymere werkt en tevens de digitale nieuwsbrief.

Hier zijn we te vinden Huys Azië Jollemanhof 8, 1019 GW Amsterdam Raad van Bestuur, Concernstaf en Waardesturing, Financiën & Ondersteuning Postbus 2412, 1000 CK Amsterdam Gebieds- en Projectontwikkeling Postbus 2961, 1000 CZ Amsterdam ontwikkeling@ymere.nl Vastgoed, Wijkvernieuwing & Innovatie Postbus 94278, 1090 GG Amsterdam

Almere Rentmeesterstraat 32, 1315 JS Almere Postbus 10187, 1301 AD Almere

Haarlemmermeer

Amsterdam-Noord Floraweg 200, 1032 ZG Amsterdam Postbus 37005, 1030 AA Amsterdam

Noord-Kennemerland

Amsterdam-Oost Muiderstraatweg 19, 1111 PS Diemen Postbus 12380, 1100 AJ Amsterdam

Amsterdam-West Anderlechtlaan 200, 1066 HL Amsterdam Postbus 90465, 1006 BL Amsterdam

Mauritskade 17a, 1091 GC Amsterdam Postbus 94480, 1090 GL Amsterdam werkt

Oorkondelaan 65, 2033 MN Haarlem Postbus 2332, 2002 CH Haarlem

Burgemeester Pabstlaan 10 2131 XE Hoofddorp Postbus 197, 2130 AD Hoofddorp

Amsterdam-Centrum

34 |

Haarlem

Bovenweg 180A, 1834 CJ Sint Pancras

Algemeen telefoonnummer 088 – 000 89 00 Via dit nummer verbinden onze mede­werkers u door naar de afdeling of persoon die u zoekt. Tenzij anders vermeld, kunt u ons mailen op: klantenservice@ymere.nl (voor huurders) of info@ymere.nl (voor zakelijke relaties).


wie is waar ‘We moeten onze steden bewaren, niet bevriezen’ Het jaarlijkse Monumentendiner vormt de afsluiting van de Open Monumentendag in Amsterdam. Kopstukken uit de monumentenwereld komen op uitnodiging van Ymere bij elkaar om samen te dineren, te luisteren naar interessante sprekers en te discussiëren. Het diner vindt altijd plaats in een bijzonder monument; deze keer in het eigen ‘Pakhuys Afrika’.

Wie Esther Agricola. Is directeur Bureau Monumenten & Archeologie van de gemeente Amsterdam. Aanwezig omdat “wij nauw samenwerken met Ymere. Ymere sponsort de Open Monumentendagen in Amsterdam, wij organiseren ze.” Vindt dat monumenten het kapitaal van Amsterdam vormen. “Juist in tijden van crisis moeten we er zuinig mee omspringen.”

Wie Hans Vermeulen. Is architect en partner DUS Architecten. Aanwezig omdat “ik vaak werk aan de herontwikkeling van monumenten, zoals bijvoorbeeld het Karel Appelhuis, de Van Gendthallen en Nieuw Hembrug.” Vindt dat bij herbestemmen ook nieuwe financieringsmodellen nodig zijn. “Bijvoorbeeld door collectieven te smeden, zodat meerdere organisaties het risico dragen.”

Wie Irene Ponec. Is ontwikkelingsmanager bij Ymere met portefeuille Amsterdam-Centrum. Aanwezig omdat “wij veel monumenten in portefeuille hebben.” Vindt een gebouw een levend wezen. “Ik vind het getuigen van respect voor een pand om het een nieuwe bestemming te geven in dienst van de stad.”

Wie Liesbeth Jansen. Is cultureel ondernemer (voormalig directeur en aanjager van de Westergasfabriek). Aanwezig omdat “herbestemming van monumenten belangrijk en noodzakelijk is.” Vindt tijdelijke exploitatie een goede manier om richting te geven aan invulling op de lange termijn. “Tijdelijke gebruikers dragen ook bij aan het behoud en de zichtbaarheid van een pand.”

Wie Tracy Metz. Is kunstredacteur bij NRC Handelsblad. Aanwezig omdat ze voorzitter is van de bijeenkomst, en “ik als bewoner van deze stad geïnteresseerd ben.” Vindt leegstand het ‘onvermijdelijke topic’ van dit moment. “Met zeven miljoen vierkante meter lege kantoorruimte hoop ik dat de monumentenwereld – gespecialiseerd in herbestemming – de weg kan wijzen.”

Wie Victor van der Chijs. Is managing partner OMA (architectenbureau opgezet door Rem Koolhaas). Aanwezig omdat hij vanavond spreker is en zich als voorzitter van het ‘Top team creatieve industrie’ bezighoudt met cultureel erfgoed. Vindt het twijfelachtig of het wel zo’n goed idee is om Amsterdam op de Werelderfgoedlijst te zetten. “We moeten steden wél bewaren, maar niet bevriezen.”


De bal zomaar de tribune in schieten. Mag dat? Ja, dat mag. Want de ramen van De Tribune op Laan van Spartaan zijn voorzien van bijzonder glas. Waarmee je aan de voorkant geen last hebt van de voetballers en aan de achterkant het verkeer op de Ring A10 niet hoort. De Tribune is een van de spraakmakendste projecten in Amsterdam. Samen met partner Bouwfonds realiseren we veel van onze maatschappelijke ambities in één gebouw: studentenwoningen voor MBO’ers en topsporters, zorgwoningen, klimcentrum, restaurant en fitnessruimte.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.