Contact Het magazine van
AxionContinu
Nummer
1
jaargang 11| maart 2016
Omgaan met diepe dementie
Nieuwe markt
Herstelzorg Medicijnverstrekking
Medido op proef CliĂŤnttevredenheidsonderzoek
Betere score Contact | jaargang 11 | maart 2016
1
Contact Het magazine van AxionContinu | Nummer 1 | jaargang 11 | maart 2016
3
4
Het verhalenhuis
Omgaan met diepe dementie
Verhalen schrijven met ouderen
Ervaringen in Isselwaerde
8
12
Herstelzorg
Medido op proef
Een nieuwe markt voor AxionContinu
Automatische medicijnverstrekking
13
14
Verbouwen
CliĂŤnten meer tevreden
Maak er een feestje van
Proefproject in’t Huis aan de Vecht
Verder in dit nummer Mijn verhaal Mij ontgaat niet veel 6 Functie Centraal Specialist ouderengeneeskunde 10 Kort Contact Berichten vanuit AxionContinu 16 CultuurContact Levensverhalen als cadeautje 18
10 Functie Centraal
Vrijwillig in beeld Bram Hamming 20
Het Verhalenhuis
Schrijven met ouderen “Willen jullie je voornaam midden op een leeg vel papier schrijven en daaromheen al je associaties en herinneringen, of er wat ook in je opkomt?” De deelnemers aan Het Verhalenhuis doen wat de jonge schrijfster Helena Hoogenkamp hen opdraagt. Doel is ouderen te helpen bij het optekenen van hun herinneringen en gedachten. Het levert mooie verhalen op, maar ook veel gesprekstof, zoals blijkt op deze donderdagmiddag in het Sonnenborgh-zaaltje van Tolsteeg. Het Verhalenhuis is een initiatief van Noortje Kessels, die in Eindhoven literatuur naar verzorgingshuizen bracht via voorleessessies. Ze ontdekte dat ouderen ook heel graag zelf herinneringen op papier willen zetten, maar vaak niet weten hoe ze dat kunnen aanpakken. Omdat Kessels ook het management doet van jonge schrijvers, kwam ze op het idee van Het Verhalenhuis. Hierbij nemen de deelnemers in tien bijeenkomsten van ongeveer twee uur de pen ter hand, aangemoedigd door een schrijfster. Zo leren ze boeiend te schrijven. Het zou kunnen leiden naar een mooie publicatie, maar dat is niet het ultieme doel. De deelnemers moeten vooral plezier in schrijven krijgen. Door de griep is de opkomst vandaag wat mager, maar de animo lijdt er niet Contact | jaargang 11 | maart 2016
onder. “Ik wil jullie nu vragen een stukje te schrijven over je naam,” zegt Helena. “Daarbij kun je gebruikmaken van wat je al hebt opgeschreven, maar dat hoeft niet. Daarna gaan we het voorlezen, voor wie dat wil tenminste. Want wat je liever voor jezelf houdt, hoef je niet te delen.” De schrijfster heeft vooraf al wat spelregels voorgelezen: “Voorlezen is in het begin altijd spannend en eng. Je geeft jezelf bloot. Een vertrouwelijke sfeer en wederzijds respect zijn daarom belangrijk. Voorlezen is nooit verplicht. Teksten kunnen ineens toch te persoonlijk zijn en dan hoeven ze niet voorgelezen te worden. Het idee dat het niks voorstelt of dat het niet mooi genoeg is, mag echter niet de reden zijn.”
“De vertrouwelijke sfeer en wederzijds respect zijn belangrijk” De zwaar astmatische Marion bijt het spits af. Ze heeft een mooi stukje geschreven over hoe haar handwerkjuffrouw haar vroeger op school altijd ‘Majo’ noemde, in plaats van Marion, en hoe verschrikkelijk ze dat vond.
Ze haalt ook een herinnering op aan hoe ze vele jaren later haar pestkop in de bus zag zitten, maar haar niet durfde aanspreken. Dan leest iedereen zijn stukje voor en ontspinnen zich gesprekken over hoe je aan je naam bent gekomen – vroeger werden de kinderen vaak vernoemd naar de opa’s en oma’s – en of je je naam bij je vindt passen. “Ik heet Friedeke,” zegt mijn rechterbuurvrouw. “Een mooie naam,” reageren de anderen. “Niet één die veel voorkomt.” In haar stukje suggereert ze een moeilijke jeugd. Ze wil er verder niet op doorgaan, want dat wordt te persoonlijk. Inmiddels heeft Noortje op internet opgezocht dat Friedeke ‘vredestichter’ betekent. “Dat klopt wel,” zegt ze. “Thuis probeerde ik het altijd gezellig te houden.” Dan gaan de verhalen in de map die iedereen heeft gekregen. “Ga er vooral nog verder aan werken,” zegt Helena. “We geven hier met opzet weinig tijd, zodat jullie gedwongen worden er niet omheen te draaien. Dat helpt om iets te produceren. Maar beschouw het als aanzetten. Teksten zijn nooit af.” (LN) Het Verhalenhuis is begin dit jaar gestart in Tolsteeg en bij nog twee huizen in Eindhoven en Arnhem. Voor meer informatie kunt u terecht bij welzijnsmedewerker Sanne Sanders (ssanders@axioncontinu.nl).
3
Omgaan met diepe dementie Hoe is het als je vader of moeder diep dement is? Annette Veenendaal, wier moeder Tonny al ruim tien jaar in Isselwaerde verblijft, wil erover vertellen. In een gesprek waarbij ook groepsleider Tilly Karremans en welzijnsmedewerker Liesbeth Vergeer aanschuiven.
I “Laatst dacht ik dat ik een traan over haar wang zag lopen.”
4
k zie haar nog binnenkomen,” zegt Tilly. “Ze kon nog zelf lopen, was actief. Ze zat geregeld op de duofiets. Ze hield van gezelligheid en er was een andere bewoonster met wie ze het heel goed kon vinden. ‘De twee dames’ noemden we ze.” Dat was ruim tien jaar geleden. Sinds een jaar of acht kan mevrouw Veenendaal niet meer lopen en heeft ze overal hulp bij nodig. Af en toe brabbelt ze iets onverstaanbaars. Dochter Annette herkent ze niet meer. Niemand meer trouwens. Hoewel je nooit zeker weet of er niet soms, heel af en toe, een helder moment is. Liesbeth: “Laatst dacht ik dat ik een traan over haar wang zag lopen. Je weet niet waar dat vandaan komt, maar het greep me aan. Wat gaat er nog in haar om?” Tilly: “Aan haar ogen kun je ook wel zien als ze iets fijn vindt, bijvoorbeeld als ze chocolade proeft. Maar het zijn heel kleine oplevingen.” Annette: “Ik kan me nog herinneren in een van de eerste weken dat mijn moeder hier was, dat ik twee
mensen aan een tafeltje zag zitten met iemand die zwaar dement was. Toen ging het wel al door mijn hoofd: het kan altijd nog erger. Afgelopen jaren dacht ik vaak dat de diepste fase wel was bereikt, maar dan zakte ze toch nog verder weg. Ik vind het fijn dat veel mensen van de verzorging wel weten hoe ze was, toen ze hier kwam.”
Gezelligheid “Het is altijd fijn als je een bewoner beter kent,” zegt Tilly, “maar voor ons is het toch ook werk. Wat wij kunnen doen is veel liefde en aandacht geven, want ieder mens wil aandacht. De basisbehoeften blijven bestaan. Mevrouw Veenendaal eet en drinkt goed, al is het vooral gemalen voeding. Ze kan haar gebit niet meer in. Ze slaapt heel veel. Iemand die net als zij zo diep in dementie is, met wie je nauwelijks met woorden kunt communiceren, probeer je op een andere manier te bereiken. Via andere zintuigen. We grijpen ieder zorgmoment aan om haar te laten voelen wie ze is. Als ze opstaat is er een fijne sfeer met gedempt licht, prettige muziek en een lekkere geur. Ze heeft aangepaste kleding, om het aankleden gemakkelijker te maken. Dementie gaat vaak samen met verkramping. Een keer in de week krijgt ze een uitgebreide zintuigactivatie in bad. Ook dan zorgen we voor een fijne sfeer. Dat is voor haar behalve ontspannend overigens ook vermoeiend, zodat ze daarna de hele
dag op bed blijft. Op andere dagen zit ze in een aangepaste rolstoel, zodat ze toch betrokken blijft bij de andere bewoners.” “Ze hield altijd zo van gezelligheid,” zegt Annette. “Ze komt uit een gezin van twaalf kinderen, was dol op gezelschap. Toen ze hier kwam, had je nog vierpersoonskamers. Nu alleen nog eenpersoonskamers. Voor haar was het een uitkomst. Ze zag erg op tegen het verblijf hier, maar ze vond meteen aansluiting bij de andere dames op haar kamer. Ze had het naar haar zin, was vrolijk. En toen ineens was alles weg. Tenminste, een tijdje heeft ze me nog herkend.” Tilly: “Ze heeft destijds een periode heel veel gehuild, waarbij ze sterk afviel. Maar dat was op een gegeven moment over. Lichamelijk is ze heel sterk. Ze heeft nauwelijks medicatie nodig.”
Prikkelen Liesbeth: “Welzijn organiseert veel activiteiten, ook voor diep dementerende bewoners. Voor mevrouw Veenendaal is het meeste echter te veel gevraagd. Je moet haar niet al te zeer vermoeien. Ze gaat om de week een middag naar een sessie met klankschalen, die diepe klanken en trillingen voortbrengen en zorgen voor ontspanning. Ook weer een manier om haar zintuigen te prikkelen. Maar voor haar is het ook al fijn als je haar handen insmeert met een crème. Ze heeft ze vaak gebald tot een vuist; door de massage gaan ze open.”
“Ze is er, maar ze is er ook weer niet.”
“Het is heel belangrijk dat je blijft praten, dat je voortdurend zegt wat je doet,” vult Tilly aan. “Dat stelt gerust. En je weet niet wat ze meekrijgen. In alle jaren dat ik hier werk heb ik in elk geval geleerd dat iedereen anders is, ook in de dementie, en dat je soms wordt verrast. Mevrouw Veenendaal gaat nog elke week naar de kapper. Ze was altijd een echte dame. Of ze er nog veel om geeft, weet ik niet, maar het voelt goed om het te blijven doen.” Dochter Annette: “Het is soms zo moeilijk om beslissingen voor haar te nemen. Geven we wel of geen griepprik? Je weet niet waar je goed aan doet. Als ik zeg: doe maar niet, dan voelt dat ook beladen. Toen ze zo afviel besloot ik haar geen bijvoeding te laten geven. Met extra slagroom in het gewone eten is ze er toen weer bovenop gekomen en daar was ik heel blij om. Maar ik verkeer in een soort niemandsland. Ze is er, maar ze is er ook weer niet.” Tilly: “Het verdriet moet nog komen. Je bent haar kwijt, maar zo lang ze er nog is, is ze nog je moeder.”
Huilen Annette: “Eerst kwam ik steevast elke week, vaak twee keer, nu is het eerder eenmaal in de twee weken. Ook dat is een strijd met jezelf. Je vraagt je af: Waar doen we het nog voor? Wie leert hiervan? Het gaat met ups and downs en ik probeer het los te laten, maar je wenst deze situatie niemand toe. Een vriendin wier vader laatst alzheimer kreeg, zei me: Nu snap ik pas echt wat je doormaakt.” Tilly: “Het komt op je pad en je moet ermee dealen. Wij kunnen daar alleen maar begrip voor opbrengen.” Annette: “Soms als ik hier naar buiten loop en ik zie een kaarsje branden bij een foto, denk ik weleens: Wanneer ben ik aan de beurt? En stiekem ook wel: Was het maar zover. Maar een tijdje geleden ontmoette ik toevallig een vrouw die ik hier weleens zag als zij haar moeder bezocht. Toen ze vertelde dat haar moeder was overleden moest ik ineens zo onbedaarlijk heftig huilen. Ik wist niet wat me overkwam. Stonden we daar, midden in een modezaak, in elkaars armen.”(LN) Contact | jaargang 11 | maart 2016
5
Kent u of bent u ook zo’n bewoner met een bijzonder verhaal? Mail de redactie van ContACt en misschien staat uw verhaal de volgende keer hier. communicatie@axioncontinu.nl
“Mijn vader en mijn vrouw hebben de meeste invloed op mijn leven gehad,” steekt Frans Achterberg meteen van wal. “Mijn vrouw overleed in 2001, maar ze zit nog steeds in mijn leven verweven. Bij alles wat ik doe, speelt zij op de achtergrond mee. Het was een doodgoeie vrouw, heel introvert.” Bij haar portret, in zijn appartement in De Wartburg, staat een bosje rozen. “Ik zorg altijd dat er verse bloemen staan, ook al kosten ze straks een tientje per stuk.”
Frans Achterberg:
‘Mij ontgaat niet veel. Nog steeds niet’ Frans Achterberg werd in 1933 geboren aan de Groeneweg in Utrecht. Later verhuisde het gezin naar de Fregatstraat. “Die lag toen nog aan de rand van Utrecht. Ik kon er naar hartelust spelen en in de zomer zwom ik in het Merwedekanaal.” De vader van Frans,
Jo Achterberg, was timmerman. “Mijn vader was de goedheid zelve. Hij zat nooit thuis. Elke dag ging hij lopend, met zijn werkkistje, naar een klus toe.” Aangezien zijn oudste broer metselaar was, lag Frans’ beroepskeuze voor de hand. “Ik kon goed leren en heb de
mulo afgemaakt, maar ik wilde toch de bouw in. Dus ging ik naar de ambachtsschool en daarna haalde ik als metselaar mijn gezelsdiploma.” In zijn vrije tijd voetbalde Frans fanatiek, maar hij volgde ook danslessen, waar hij zijn vrouw ontmoette. “Tijdens een kerstsoiree kwam ik Corry tegen. Ik weet nog precies wat ze aanhad: een witte blouse, zwarte rok en een rood jasje. Ze liep met me mee naar huis. Ze was verlegen, zei heel weinig, maar stelde me wel vragen.”
Koude sloot Het leven van Frans verliep tot dusver op rolletjes. Er was alleen een klein obstakel: de militaire dienst. “Ik moest in 1953 in Amersfoort opkomen, daarna ging ik naar Nunspeet, voor een opleiding bij de verbindingstroepen. Ik liep altijd vooraan bij het hardlopen.” Kennelijk viel dat op, want Frans werd voor een commando-opleiding naar Roosendaal gestuurd. “Wel zwaar. Ik heb een keer een halve nacht tot aan mijn nek in een koude sloot gestaan, omdat ik dacht dat ik een wachtpost heen en weer hoorde lopen. Pas toen het licht begon te worden, bleek het een paard te zijn.” Na zijn opleiding bij de commando’s ging Frans op oefening: door Denemarken, Zweden,
6
Corry met zoon op de Lessinglaan.
“Ze waren me een beetje té zorgzaam.”
Noorwegen en Finland. Later werd Frans ingezet als beveiliger. “Ik moest bijvoorbeeld mee naar Fontainebleau in Frankrijk, waar in een kasteel een topoverleg van hoge militairen plaatsvond. Ik zat dan als beveiliger van een generaal in een van de vier limousines; het was nooit duidelijk in welke auto de generaal werkelijk zat, ook niet voor mij.”
Kopje koffie? Na zijn diensttijd wilde Frans samen met Corry naar Australië emigreren, waar ze om metselaars zaten te springen. “Maar mijn moeder huilde twee maanden lang, omdat haar jochie wegging. Dus toen ben ik maar hier gebleven.” Het stel trouwde, kreeg een zoon en een dochter, en kocht uiteindelijk een huis aan de Julianaweg. “Dat heb ik met hulp van mijn familie helemaal opgeknapt. Ik heb er 41 jaar met veel plezier gewoond.” Voetballen is jarenlang een passie voor Frans geweest. “Ik heb eerst bij Zwaluwen Vooruit gespeeld, maar op mijn twintigste ben ik overgestapt naar het eerste elftal van Sint Maarten.” Rond zijn veertigste, na een knieblessure, verruilde hij het voetballen voor vissen. “Ik was daar nog maar net mee begonnen, toen ik meedeed aan een wedstrijd - die ik meteen won. Ik viste vaak bij Tienhoven, of in Lunetten, waar toen nog geen huizen stonden.
Ik kwam helemaal tot rust.” Frans rijdt in de zomer nog vaak met zijn auto langs de plekken waar de sportvissers zitten, of gaat kijken bij viswedstrijden. “Het gaat me dan vooral om het sociale contact, ik ben een gezelligheidsdier.” In 2001 overleed Corry. “Daar was ik helemaal kapot van. Ik hoopte elke dag dat ik niet meer wakker zou worden. Met hulp van de RIAGG ben ik er langzaam weer bovenop gekomen. Ik heb nooit een andere vrouw gezocht. Ik werd wel eens door weduwes gevraagd een kopje koffie te komen drinken, toen ik nog aan de Julianaweg woonde, maar daar had ik geen behoefte aan.”
Sinds 2012 woont Frans in De Wartburg, waar hij al snel in contact kwam met de Cliëntenraad en later de Centrale Cliëntenraad. “Ik ben nogal kritisch, weet je. Mij ontgaat niet veel, nog steeds niet. Ik wil zeker niet betutteld worden. Dat was in het begin wel zo, hier in De Wartburg. Ze waren me een beetje té zorgzaam. Nergens voor nodig, laat mij mijn gang maar gaan.” (KM)
Het eerste elftal van Sint Maarten, Frans staat linksachter.
Contact | jaargang 11 | maart 2016
7
Herstelzorg Nieuwe markt voor AxionContinu Stel, je breekt je onderbeen en na ziekenhuisopname begin je met revalideren. Je woont echter in een huis met trappen, of in een flat zonder liften. Een verblijf in een zorghotel kan dan een uitkomst zijn. Zulke ‘lichte’ revalidatiegevallen, met een eenvoudige zorgvraag, kunnen gebruik maken van herstelzorg. “Zorghotel De Wartburg biedt ook herstelzorg als er plek is tenminste,” zegt Heleen Engbers, manager van de divisie Revalidatie & Herstel bij AxionContinu. Zij wil het aantal plaatsen voor herstelzorg dan ook uitbreiden.
H
et verschil tussen herstelzorg en revalidatie is de complexiteit van de zorg en de behandeling. Je zou herstelzorg ook revalidatie-light kunnen noemen. “Bij revalidatie werk je veelal met een multidisciplinair team, omdat de zorgvraag omvangrijker en complexer is,” vertelt Heleen. “Maar er is een grote groep die na een operatie of een chemokuur lichtere zorg nodig heeft, en die zorg niet thuis kan ontvangen. Bijvoorbeeld omdat het huis niet geschikt is, of omdat er geen partners of andere mantelzorgers zijn die een deel van de zorg op zich kunnen
8
nemen. Over het algemeen is de medische zorgvraag van deze cliëntengroep eenvoudiger. Er is bijvoorbeeld alleen fysiotherapie nodig. Deze cliënten kunnen dan een kamer huren in een zorghotel. Veel verzekeraars vergoeden een deel van de kamerhuur, als de gast hiervoor verzekerd is. De zorg en therapie worden vergoed vanuit de basisverzekering.”
Tweede zorghotel “Jaarlijks moeten we zo’n vierhonderd mensen die behoefte hebben aan herstelzorg, teleurstellen, simpelweg omdat we geen plek hebben,” vertelt Heleen. “Nu worden namelijk de meeste kamers gereserveerd voor gasten die complexe revalidatiezorg nodig hebben. Daarom zijn we een tweede zorghotel aan het voorbereiden, dat vooral voor deze laatste groep bestemd is. Zorghotel De Wartburg gaat zich dan helemaal richten op
“Je zou herstelzorg ook revalidatie-light kunnen noemen.”
herstelzorg. We bieden gasten een comfortabele omgeving, met permanente beschikbaarheid van verpleegkundige zorg en (fysio)therapie.” Het plan is om het tweede zorghotel in de oude flat van Albert van Koningsbruggen te vestigen, waar nu tijdelijk studenten wonen. De nabijheid van De Parkgraaf, nu al helemaal gericht op revalidatie, is daarbij een voordeel, vindt Heleen. “Je hebt alle disciplines en voorzieningen centraal bij elkaar, dus kun je efficiënter werken. Bij de ontwikkeling van het tweede zorghotel maken we natuurlijk gebruik van de kennis en ervaring van Zorghotel De Wartburg. Zo zullen er bijvoorbeeld zorgmedewerkers meegaan naar het tweede zorghotel. Dat kan ook, want Zorghotel De Wartburg zal straks met minder zorgmedewerkers toe kunnen. De zorgbehoefte van herstelzorg-gasten is immers lager. Wat uiteraard niet verandert voor deze
zomer is gepland, komen dan appartementen voor tijdelijk verblijf, bijvoorbeeld voor gasten die geen complexe revalidatie of herstelzorg meer nodig hebben, maar nog niet naar huis kunnen, omdat hun woning (nog) niet is aangepast. De plannen passen ook in het politieke klimaat. Staatssecretaris Van Rijn wil het ‘eerstelijnsverblijf’, waarvoor nu al een subsidieregeling geldt, volgend jaar opnemen in de basisverzekering. “De doelgroep voor deze regeling is te vergelijken met de herstelzorggasten. Doordat er geen aanvullende verzekering meer voor afgesloten hoeft te worden, zullen meer mensen hiervan gebruik willen en kunnen maken.“(KM)
WIK Vitaal Heleen Engbers
gasten, is de kwaliteit van de zorg en behandeling en de comfortabele setting. Zorghotelgasten stellen prijs op hun privacy en op de hotelsfeer. Ze kiezen bewust voor een setting zonder institutioneel karakter. Ook in het tweede zorghotel wordt hieraan dus veel aandacht besteed.”
In de basisverzekering De capaciteit van het tweede zorghotel is voorlopig begroot op dertig kamers, met eigen sanitair. In de rest van de flat, waarvan de verbouwing na de Contact | jaargang 11 | maart 2016
Onlangs sloot AxionContinu een overeenkomst met WIK Vitaal, een ‘vereniging voor vitaliteit en herstel’, die als voornaamste streven herstelzorg betaalbaar wil maken. De vereniging exploiteert een eigen zorghotel in Noordwijk aan Zee, maar vergoed ook verblijf in vier andere zorghotels, waaronder De Wartburg. Leden van WIK - de letters staan voor Willen Is Kunnen - betalen een maandelijkse premie en krijgen in ruil daarvoor een flinke korting als ze gebruik moeten maken van herstelzorg. “Die korting is heel behoorlijk,” vertelt Heleen Engbers, “en varieert tussen de dertig en zeventig procent. Voor ons is dit een interessante aanvulling, want WIK-cliënten blijven door de korting vaak wat langer bij ons.”
9
“Het zorgende heeft altijd in me gezeten”, zegt Hanna Lanting. “En ook de interesse in ouderen.” Als scholier had ze een bijbaantje in de keuken van een verpleeghuis en later was ze een tijdje zorghulp. “Dan kwamen de liedjes die ik van mijn oma had geleerd goed van pas.” Eerst wilde ze huisarts worden, maar tijdens een stage in een verpleeghuis zeiden haar begeleiders dat ze geknipt was voor dit vak. “Toen ben ik er helemaal voor gegaan.” Sinds 2011 bij werkt ze bij AxionContinu op de locaties Voorhoeve, De Wartburg en De Bijnkershoek.
Wat houdt het werk in? “Ik zie mijn rol vooral als iemand die processen begeleidt. Ik werk met mensen die langdurig bij ons verblijven en doe meer aan care dan cure. Veel artsen zijn vooral gericht op genezing. Ik vind het ook heel uitdagend om me in te zetten voor de kwaliteit van het bestaan, in fases van het leven waarop het soms lastig wordt. Onze bewoners zijn hier niet voor niets, die hebben met van alles te kampen. Hoe kunnen ze daarmee omgaan? Wat doen we nog wel aan medische zorg en wat niet meer? Uiteraard is de familie daar sterk bij betrokken en als specialist ouderenzorg moet je heel goed kunnen aanvoelen hoe iedereen er in zit. Niet alles wordt altijd duidelijk uitgesproken, dus contact maken is heel belangrijk. Welke verwachtingen zijn er en hoe reëel zijn die?”
Pal voor ons gesprek zagen we een begrafenisondernemer een brancard met een afgedekt lichaam naar buiten rijden. “De dood is onlosmakelijk met dit werk verbonden. Je moet er vrede
mee kunnen hebben dat iemand niet meer beter wordt. Die allerlaatste fase van het leven is intensief en verdrietig, maar het is zo belangrijk dat het stervensproces goed verloopt. Vooral voor familie en vrienden, want mensen blijven zich nog heel lang herinneren hoe die laatste dagen en uren zijn gegaan. Dus is het fijn als het leven goed kan worden afgesloten. De dood is niet alleen kommer en kwel, maar hij kan ook berusting met zich meebrengen.”
Is de nabijheid van de dood het lastigste onderdeel van je werk? “Het lastigst vind ik de grote verantwoordelijkheid die soms bij mij wordt neergelegd als er moeilijke beslissingen moeten worden genomen. Moet iemand wel of niet een zware operatie ondergaan? Gaan we wel of niet een palliatief traject in? Ik merk dat familie en bewoner al snel naar de arts kijken. Wat zou u doen? Zegt u het maar. Dan heb ik meer macht dan ik eigenlijk zou willen. Want wat is wijsheid, zeker als ik ook nog eens voel dat familie en bewoner niet op één lijn zitten? Daar ben ik dan ook na werktijd nog over aan het piekeren.”
Hoe ziet je werkdag eruit? “Ik heb vijf afdelingen onder mijn hoede en minimaal één keer in de week loop ik er visite. Ik bespreek bewoners met de verpleging of zie ze zelf. Daarnaast zijn er ook zorgplanbesprekingen. Iedere bewoner heeft een zorgplan en minimaal twee keer per jaar wordt dat doorgenomen met de familie, de zorg en bijvoorbeeld een psycholoog of fysiotherapeut, als dat nodig is. Ik pleeg veel telefoontjes met familie, verzorging en medebehan-
Functie: Specialist ouderengeneeskunde Functiedoel: Is verantwoordelijk voor de medische zorg en gezondheidstoestand van de cliënten. Dit betekent o.a.: inhoudelijke verantwoordelijkheid voor en de regie over het zorgplan. Bewaakt de gezondheidstoestand, verantwoordelijk voor informatie aan (naasten van) cliënten t.a.v. medische situatie, inhoud en doel van(multidisciplinaire) behandeling, zorgplan en prognose. Benodigde opleiding: Opleiding tot basisarts en daarna specialisatie tot specialist ouderengeneeskunde. Aantal: 9 personen. Aantal fte: 7,6 fte.
10
AxionContinu heeft 2.200 medewerkers en circa 140 verschillende functies. Bij sommige functies denkt iedereen zich een voorstelling te kunnen maken. Andere functies zijn minder bekend. delaren. Ik zit bij overleggen, schrijf brieven en begeleid de basisarts die bij ons werkt. En natuurlijk kunnen er altijd dingen tussendoor komen, zoals acute situaties. Mijn dag begint om negen uur en zit erop om halfzes. Twee tot drie keer per maand moet ik ’s avonds en ’s nachts bereikbaar zijn, tussen vijf en negen. Eén keer in de maand draai ik een weekenddienst voor alle locaties en dat kan soms best pittig zijn.”
Functie In deze rubriek iedere keer een andere functie in de schijnwerpers. Deze keer:
Wat zijn de ontwikkelingen in jouw vakgebied? “De werkdruk is zonder meer toegenomen. Ik zie meer cliënten en de problematiek is zwaarder, doordat mensen pas een plekje in een woonzorgcentrum krijgen als ze zich thuis echt niet meer kunnen redden. Ik overleg nu al geregeld met huisartsen, als cliënten van hen bij ons in een serviceappartement wonen. En dat zal in de toekomst mogelijk meer worden, omdat onze kennis een welkome aanvulling is als ouderen langer thuis blijven wonen. Maar er bestaat nog veel onduidelijkheid over hoe zulke consulten moeten worden vergoed, dus dat is nog volop in ontwikkeling. Verder voorzie ik geen grote veranderingen. Natuurlijk blijf ik me scholen om de beste medische zorg aan onze bewoners te kunnen blijven geven.” (LN)
Specialist ouderengeneeskunde Hanna Lanting
11
door. Na een week was het onderdeel van haar dagelijkse routine.”
Automatische medicijnverstrekking
Medido op proef In de Lekstreek wordt sinds november een pilotproject gehouden
met volautomatische medicijndispensers, de zogenaamde medido’s. De proef verloopt goed, vertelt manager Thuiszorg Miriam Dwarswaard. Zo goed, dat binnenkort ook vijf cliënten in Lopik een medido krijgen. Ook de gebruikers zijn positief, zoals de 81-jarige Tinie Bierlaagh: “Het is hartstikke handig, ik neem nu op tijd mijn medicijnen in.”
D
e medido, een kastje ter grootte van een broodrooster, wordt eens per week gevuld met een rol medicijnen, die de apotheek voor elke cliënt individueel samenstelt. Zo kunnen er dus verschillende medicijnen op meerdere momenten van de dag worden verstrekt. Op zo’n moment piept de medido en drukt de cliënt op een knop, waarna het apparaat het zakje verstrekt en opensnijdt. Neem de cliënt de medicatie niet, dan belt de alarmcentrale na een vooraf ingestelde tijd (dertig minuten tot een uur) de cliënt. Als deze niet reageert,
12
neemt de alarmcentrale contact op met de Thuiszorg. “We schatten vooraf in of een cliënt nog wel in staat is zijn medicatie zelfstandig, met hulp van de medido, in te nemen. Dit blijven we ook controleren. We gaan immers wekelijks bij de cliënt langs om de rol te vervangen,” vertelt Miriam Dwarswaard. “Ook cliënten met lichte vergeetachtigheid kun je leren ermee om te gaan. Een mevrouw in de wijk, bijvoorbeeld, hebben we een week lang begeleid. Telkens als het innamemoment kwam, nam de verzorgende de hele cyclus met haar
Zelfredzaamheid bevorderen De medido heeft nog een aantal extra mogelijkheden. Zo kan de cliënt de medicijnen voor de volgende innamemomenten ook in handen krijgen, bijvoorbeeld als diegene naar een activiteit gaat, of bij iemand op bezoek wil. De cliënt kan de medicatie tot 24 uur vooruit ‘opnemen’. Ook kan de medido cliënten die op een bepaald moment een pufje moeten nemen, daaraan herinneren door een melding op het display van het apparaat. De Lekstreek is gekozen voor dit pilotproject, omdat er slechts met een tweetal apothekers afspraken nodig waren. In maart krijgen zeven thuiszorgcliënten van AxionContinu in Utrecht ook zo’n medicijndispenser. “De medido’s zorgen in veel gevallen voor een win-winsituatie,” zegt Miriam. “De zelfredzaamheid van de cliënten wordt bevorderd en voor AxionContinu neemt de efficiency toe.” De stelregel is, dat het plaatsen van een medido ten minste één contact per dag moet schelen. “Bij iemand die toch al drie keer per dag oogdruppels toegediend krijgt, levert het dus niets op, want daar gaat de Thuiszorg toch al ondersteuning bieden.” Mevrouw Bierlaagh is wel tevreden: “Ik vind het prima, het scheelt ook weer werk voor de verzorgenden. Ik wil zoveel mogelijk zelf doen, dus hiermee win ik aan zelfstandigheid. Ik vond het momentje met de verzorgende ook altijd wel gezellig, hoor, maar ik doe aan veel activiteiten mee, dus sociaal contact heb ik genoeg.” (KM)
Of je nu thuis of in een woonzorgcentrum woont, een verbouwing hoort er af en toe gewoon bij. Ook bij AxionContinu worden geregeld delen van locaties onder handen genomen. Hoe ga je om met de overlast, zoals slopen, hakken en boren, die nu eenmaal bij een verbouwing komt kijken? De Bijnkershoek geeft tips.
Verbouwen?
Maak er een feestje van!
“In De Bijnkershoek wordt flink verbouwd. De derde verdieping werd vorig jaar geschikt gemaakt voor kleinschalig wonen en dat gaf aardig wat geluidsoverlast,” zegt zorgmanager Marjon Kuiltjes. “Toen ook de tweede verdieping moest worden aangepakt, vonden we dat we het anders moesten organiseren.” Al het zware werk met gigantisch veel geluidsoverlast werd in één week uitgevoerd. “En dan heb je het over het weghakken van dragende muren. Het zware werk dus, dat niet in een uurtje klaar is,” zegt servicemanager Frans Tienhooven. Marjon: “Door het werk te concentreren heb je één week een enorme herrie, in plaats van een langere tijd. Wij hebben besloten om van die week een feestje te maken.” En dat deden ze in De Bijnkershoek. De welzijnsmedewerkers organiseerden van alles voor de bewoners, die overdag in het restaurant en de Contact | jaargang 11 | maart 2016
ruimte van de dagopvang verbleven. Er was taart en er werden ‘bouwmaaltijden’ als kroketten met friet, boerenkool en macaroni geserveerd. Frans: “En we deelden symbolisch 250 setjes oordopjes uit.”
Afstemming Zo’n operatie vraagt niet alleen om een goede afstemming met de aannemer. Marjon: “Zorg dat je allemaal samen optrekt, de bouwers, welzijn, facilitaire en zorgmedewerkers. Wij kwamen elke ochtend bij elkaar om de bijzonderheden door te nemen. Maak ook een plan B, voor als het onverhoopt anders loopt.” Frans: “Dat laatste is belangrijk. Je weet dat er een alternatief is, als het nodig is. Dat geeft rust. Zo hadden wij voor de zekerheid extra meubilair gehuurd om naar een andere vleugel in het gebouw te kunnen uitwijken. Dat hoefde gelukkig niet. Én leg het goed uit aan bewoners en familie.”
Natuurlijk gaat niet alles volgens plan. Marjon: “Er zijn altijd bewoners die het niet prettig vinden. Je moet vooraf al in individuele gevallen een oplossing zoeken, samen met de familie. Het is steeds schakelen. Maar veel bewoners vonden het helemaal geen punt. Over het algemeen is het heel goed verlopen.” Dat vindt ook Mieke Flipse,lid van de cliëntenraad van De Bijnkershoek. “Het was vooral prettig dat Frans Tienhooven ons vooraf vertelde wat er precies ging gebeuren. En ik hoorde een mevrouw zeggen: ‘Ik zet gewoon mijn gehoorapparaat uit’.” (BS) Vrijwilligers Hans Kragten en Gerard Zell hebben een korte film gemaakt van de verbouwing van De Bijnkershoek. Deze is met de code op een smartphone of tablet te bekijken.
13
Guus interviewt mevrouw De Neijs.
Cliënten tevredener dan in 2013 “En wat vindt u van het eten?” vraagt Guus von Hegedus aan de 82-jarige Nel de Neijs. Guus, kwaliteitsfunctionaris bij AxionContinu, voert haar antwoord meteen in op zijn iPad. Mevrouw De Neijs is een van de bewoners van ‘t Huis aan de Vecht die hij vandaag ondervraagt.
G
uus is van plan om elke maand zo’n tien tot vijftien bewoners van ‘t Huis aan de Vecht aan de tand te voelen. Doel van dit proefproject: eerder signaleren als cliënten ontevreden zijn, zodat het managementteam sneller kan zorgen voor verbeteringen, zonder de resultaten van het tweejaarlijkse cliënttevredenheidsonderzoek (CQi-onderzoek) af te moeten wachten. “Het liefst ga ik onverwacht bij iemand langs, of meteen nadat ik heb gevraagd of iemand wil meewerken. Zo voorkomt je dat bewoners te lang gaan broeden op antwoorden; ik wil eerlijke reacties.” En die krijgt hij. “Tja, ontevreden, dat klinkt meteen zo hatelijk,” zegt mevrouw De Neijs, op de vraag over het eten. “Nou, u mag best kritisch zijn hoor,” stelt Guus haar gerust. “Ik ben misschien té kritisch,” zegt mevrouw De Neijs. “Ik moet ook zeggen dat ik een slechte
14
en moeilijke eter ben. Ik lust heel veel niet.” Dus blijft het eindoordeel op ‘ontevreden’, maar wel met een aantekening waarin Guus de omstandigheden schetst. Dat laatste is belangrijk, vertelt hij. “Deze enquêtemethode biedt ruimte voor vrije tekst. Dat is weliswaar lastiger te verwerken, maar je geeft iemand daarmee meer aandacht. Wat kan de keuken bijvoorbeeld doen om lastige eters tegemoet te komen? Op die manier kun je fijnmaziger dingen verbeteren. Dat hoort ook bij je vakmanschap.” Voor dit proefproject is ‘t Huis aan de Vecht gekozen omdat het een gemêleerde populatie van cliënten met lichamelijke aandoeningen heeft. De proef loopt in principe een jaar door, maar de verwachting is dat al eerder ook andere locaties aan de beurt zullen komen.
Beter dan 2013 De vragenlijst van Guus, met vragen over veiligheid, eten, gastvrijheid en het schoonmaken, lijkt sterk op de vragen die bij het CQi-onderzoek worden gesteld. De uitkomsten van dat onderzoek zijn net binnen. Aan het CQi-onderzoek doen vrijwel alle leden van brancheorganisatie Actiz mee, zodat de resultaten
tussen zorginstellingen onderling te vergelijken zijn. De onderzoeksresultaten worden naar verwachting in de zomer bekendgemaakt op de website kiesbeter.nl. De resultaten van 2013 waren aanleiding voor verbeterplannen. “Het schoonmaken en de maaltijden waren toen thema’s die over de hele breedte zorgen baarden. We hebben daar de afgelopen jaren veel in geïnvesteerd, dus in 2015 is er ook over de hele linie een verbetering te zien,” zegt bestuurssecretaris René Leideritz. “Verder zien we veel goede scores, maar ook een aantal slechte.” “Maar dat hadden we ook verwacht,” vult Guus aan. “De grote veranderingen bij AxionContinu afgelopen jaar, de transitie, heeft veel impact gehad, medewerkers die op andere locaties zijn gaan werken, veel bewoners die noodgedwongen zijn verhuisd. De effecten daarvan zie je in de scores van sommige locaties terug, maar gek genoeg niet bij alle.”
Vergelijken “Het wordt interessant om straks de cijfers met die van andere zorgaanbieders te vergelijken,” zegt René. “De ontwikkelingen waar AxionContinu mee te maken heeft gehad, gelden immers voor de hele sector.” Toch zijn de globale scores over 2015, ondanks de transitie, beter dan die van 2013. Qua veiligheid scoort AxionContinu op alle locaties beter dan twee jaar geleden. Voor Mariënstein is een opvallend
“We hebben de laatste jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de maaltijden.”
Contact | jaargang 11 | maart 2016
“We willen wat sneller weten of maatregelen voor mondzorg effect hebben.” resultaat dat de bewoners tevredener zijn over de inrichting. “Niet verbazingwekkend, net na een renovatie,” zegt René. Minder tevreden zijn de cliënten van de Thuiszorg, maar ook dat is weer te verklaren vanuit de politieke keuze om het aantal uren terug te schroeven.
Mondzorg In principe laat AxionContinu de cliënttevredenheid elke twee jaar peilen. Dit jaar wordt echter een extra onderzoek gehouden. “We zijn vorig jaar begonnen de mondzorg te verbeteren. 2015 geldt als een nulmeting - we hebben toen ook extra vragen over mondzorg toegevoegd - maar we willen nu wat sneller weten of de maatregelen effect hebben,” zegt René. Toch waakt AxionContinu ervoor om álles met formulieren vast te leggen. “Een goede aanpak heeft vaak meer resultaat. AxionContinu is bijvoorbeeld twee keer zo goed in het voorkomen van doorligwonden dan gemiddeld in de branche. En dat is te danken aan de goede aanpak ervan.” De uitkomsten van de CQi-onderzoeken worden steevast besproken met de zorgmanagers en met de Cliëntenraad, waarna verbeterplannen worden opgesteld. Maar er is een tendens om de cliënttevredenheid vaker direct met de medewerkers te bespreken. “We leggen dat streven naar kwaliteit steeds lager in de organisatie en gaan dus ook met teams om de tafel zitten,” vertelt Guus von Hegedus. “Er is veel geïnvesteerd in het werkplezier van de medewerkers. Aandacht voor medewerkers vertaalt zich één op één naar tevredenheid van bewoners. Wat is er nu fijner om geholpen te worden door iemand die zijn werk met zichtbaar plezier doet?” (KM)
15
Tienduizendste bezoeker museumproject Een bewoner van woonzorgcentrum Tolsteeg was op 11 december 2015 de tienduizendste bezoeker van Vrijdag Museumdag. Via dit succesvolle
project gaan bewoners van Utrechtse woonzorgcentra al sinds 2009 één keer per twee weken gratis naar de musea in de stad. AxionContinu is initiatiefnemer van Vrijdag Museumdag en heeft het project opgezet omdat senioren die in een woonzorgcentrum wonen, vaak niet (meer) in de gelegenheid zijn om zelfstandig naar een museum te gaan. Vrijdag Museumdag is echt een dagje uit: het vervoer is geregeld, bewoners krijgen een rondleiding en in de pauze is er koffie met gebak. Vrijdag Museumdag wordt mogelijk gemaakt door financiële steun van de Van Baaren Stichting. (MH)
Berichten vanuit AxionContinu
Jenaplanleerlingen in ’t Huis aan de Vecht Schoolkinderen zijn geen zeldzaamheid bij AxionContinu. Veel locaties houden activiteiten samen met de kinderen van een nabijgelegen school. In ‘t Huis aan de Vecht gebeurde echter iets opvallends: twee schoolkinderen van de Jenaplanschool Cleophas namen zelf het initiatief om iets voor de bewoners te doen. “Opeens stonden ze bij de receptie, Melissa en Dawda, uit groep acht. Ze hadden via de media gehoord dat veel ouderen eenzaam waren en daar wilden ze
16
iets aan doen. ‘We willen mensen blij maken’, zeiden ze,” vertelt vrijwilligerscoördinator Jeroen Blokland. En zo kwam de hele klas van Melissa en Dawda op 15 januari langs in ‘t Huis aan de Vecht, om appels uit te delen aan de bewoners. Sindsdien helpt een aantal leerlingen elke week bij de vrijdagmiddagactiviteit. “Ze schenken koffie en thee voor iedereen in de grote zaal en ze gaan met mensen in gesprek. Het is een heel leuk initiatief,” zegt Jeroen. (KM)
ISO Certificering voor Thuiszorgteam Het thuiszorgteam van AxionContinu heeft op woensdag 9 december 2015 het ISO 9001-certificerings-traject met succes afgerond. Dit certificaat is onder andere van belang voor het behoud van de contracten met zorgverzekeraars. Maar het laat vooral zien dat het thuiszorgteam voldoet aan de vereisten op gebied van kwaliteit- en veiligheidsmanagement. De auditoren (‘controleurs’) waren onder de indruk
van de ondersteuningsplannen, de zorgdossiers als geheel, en de betrokkenheid en deskundigheid van de medewerkers. Ook noemden zij de samenwerking binnen de thuiszorgteams als positief punt. Naast het thuiszorgteam is ook Zorghotel De Wartburg ISO-gecertificeerd. AxionContinu is bezig om voor al haar locaties de ISO-certificering te behalen. (PvdS)
De Wijck wordt Voorveldse Hof
175 jaar De Wartburg Woonzorgcentrum De Wartburg heeft in januari het 175-jarig bestaan gevierd. Hoewel De Wartburg nu een prachtig nieuw pand heeft, gaat de geschiedenis van het Lutherse ‘Wees-, oude mannen- en vrouwenhuis’ terug tot 1841. Toen schonk de heer Van Dorsselen een pand aan de Lutherse gemeente. Dit eerste pand lag aan het Domplein en bood in eerste instantie woonruimte aan zes ouderen en twee weeskinderen. Toen er later meer weeskinderen in het pand kwamen wonen, kregen Contact | jaargang 11 | maart 2016
de ouderen een eigen locatie in de Lange Nieuwstraat. In maart 1941 namen de bewoners – inmiddels alleen nog maar ouderen – hun intrek in het Rusthuis De Wartburg in Oog en Al, het bekende witte gebouw met het spitse torentje. In de zomer van 2012 was de nieuwbouw klaar en werd het witte historische pand omgebouwd tot zorghotel. Tijdens de feestweek in De Wartburg werd onder andere de traditionele maaltijd met vlees, grauwe erwten en rijst geserveerd. (MH)
AxionContinu bouwt een nieuwe locatie op het voormalige Veemarktterrein, aan de oostkant van Utrecht. In januari is besloten dat deze kleinschalige woonvoorziening voor mensen met dementie officieel de naam Voorveldse Hof krijgt. De naam De Wijck, die eerder voor deze nieuwe locatie was bedacht, gaf te veel verwarring. Voorveldse Hof verwijst naar de Voorveldse Polder, het gebied ten oosten van Utrecht waarbij de nieuwe wijk Veemarkt ligt. Voorveldse Hof bestaat uit zeven kleinschalige woongroepen, waar het huishouden samen met de bewoners wordt vormgegeven door een vast team van verzorgenden. Op de begane grond komen een grand café en een prachtige binnentuin. In de zomer van 2016 wordt de nieuwe locatie in gebruik genomen. (MH)
17
Met vele kunst & cultuur projecten wil AxionContinu haar bewoners in contact brengen met poëzie, muziek, dans, toneel en beeldende kunst.
Levensverhalen als cadeautje In ’t Huis aan de Vecht krijgen bewoners die weinig bezoek ontvangen een levensverhaal cadeau. Theatermakers Linde Baaijens (midden) en Suzan Tolsma (rechts) van het Stut Theater in Utrecht gaan hiervoor in gesprek met bewoners. Zij luisteren naar hun levensverhalen en maken hierop geïnspireerd kleine theatrale cadeautjes die ze voor de ouderen zelf opvoeren. Suzan: “We bezoeken de bewoners één keer per week gedurende zes weken. We maken contact, luisteren en bouwen een band op. We zoeken naar een balans tussen vragen stellen en er gewoon zijn. En door samen iets te doen en de ander te observeren leer je iemand ook goed kennen.” Linde: “We richten ons voornamelijk op de ouderen die zich in sociaal isolement bevinden. We kunnen hen echt iets extra’s geven. Wij noemen dat een ‘theatraal cadeautje'. Dat kan een liedje zijn of een verhaal. Voor Bea, waar
18
we zo naartoe gaan, heb ik een lied geschreven. Onze band is heel hecht geworden. Ik noem haar ‘mijn grijze vriendin’. En ook nu het cadeau klaar is, bezoek ik haar nog steeds.” Suzan schrijft meestal een verhaal met de bewoner als hoofdpersonage. “Vaak maak ik er ook nog iets tastbaars bij. Ik heb bijvoorbeeld een landkaart gemaakt bij een verhaal over Indonesië. En een herinneringsboek met vakjes waarbij de bewoner kon kiezen welk vakje ze open wilde doen en welke ze liever dicht liet. Het doet echt iets met hen. Ik bezocht een vrouw die erg somber was over alles wat zij in haar leven had meegemaakt. Na mijn bezoeken zei ze dat ze nu weer oog heeft voor de mooie dingen die ze ook heeft beleefd.” (MH) Over hun bijzondere ontmoetingen schrijven Linde en Suzan mooie blogs die te lezen zijn op www.stut.nl.
Colofon
Woonzorgcentra Koningsbruggen Beneluxlaan 924 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 00 koningsbruggen@axioncontinu.nl
’t Huis aan de Vecht Costa Ricadreef 9 3563 TA Utrecht tel. (030) 264 66 68 hadv@axioncontinu.nl
De Schutse Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
De Ingelanden Louis Armstronglaan 800 3543 EB Utrecht tel. (030) 686 78 00 ingelanden@axioncontinu.nl
Tolsteeg Saffierlaan 10 3523 RC Utrecht tel. (030) 256 75 67 tolsteeg@axioncontinu.nl
De Componist Georg Jarnostraat 14-20 3543 BX Utrecht tel. (030) 686 63 30 componist@axioncontinu.nl
Isselwaerde Kronenburgplantsoen 3 3401 BN IJsselstein tel. (030) 688 19 14 isselwaerde@axioncontinu.nl
Voorhoeve Van Heuven Goedhartlaan 3 3527 CE Utrecht tel. (030) 295 38 53 voorhoeve@axioncontinu.nl
De Drie Ringen Kandinskystraat 40 3544 NW Utrecht tel. (030) 686 69 50 drieringen@axioncontinu.nl
Mariënstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
Serviceappartementen De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
‘t Huis aan de Vecht Costa Ricadreef 9 3563 TA Utrecht tel. (030) 264 66 68 hadv@axioncontinu.nl
Tolsteeg Saffierlaan 10 3523 RC Utrecht tel. (030) 256 75 67 tolsteeg@axioncontinu.nl
De Hooghe Camp Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
Schutseplein Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
Revalidatie
En verder
De Parkgraaf Beneluxlaan 926 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 11 parkgraaf@axioncontinu.nl
Centraal Bureau Postbus 2251 3500 GG Utrecht tel. (030) 282 22 00 info@axioncontinu.nl
Marhaban De Gasperilaan 116-118 3527 GH Utrecht tel. (030) 293 45 81
Zorghotel De Wartburg Kennedylaan 300 3533 KN Utrecht tel. (030) 295 86 60 info@zorghoteldewartburg.nl
Hospice IJsselstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 hospiceijsselstein@axioncontinu.nl
Servicebureau AxionContinu tussen 9.00 – 17.00 uur op werkdagen (030) 282 22 77 servicebureau@axioncontinu.nl
Contact | jaargang 11 | maart 2016
ContACt is het magazine van AxionContinu. AxionContinu levert wonen, zorg en revalidatie, in Utrecht, IJsselstein en Lopik. ContACt wordt vijf keer per jaar verspreid in een oplage van 7.500 exemplaren, onder cliënten, cliënten op de wachtlijst, bewoners van serviceappartementen, vrijwilligers, medewerkers en relaties van AxionContinu. Wij bedanken iedereen die heeft meegewerkt aan dit nummer hartelijk voor hun bijdrage. Vragen of opmerkingen Het is mogelijk dat u naar aanleiding van ContACt vragen heeft. Wij helpen u graag verder. Bel (030) 282 22 00, mail: communicatie@axioncontinu.nl of kijk op www.axioncontinu.nl Redactieadres AxionContinu Afdeling Communicatie & PR Postbus 2251, 3500 GG Utrecht communicatie@axioncontinu.nl Redactie Maaike Hoogland (MH) Rene Leideritz Kees Mollema (KM) Petra van der Sanden (PS) Berber Schrijver (BS) Willem de Bruijn Tekstbijdrage Louis Nouws (LN) Fotografie Willem Mes Kees Mollema en anderen Vormgeving BLADEN&CO/Willem de Bruijn Druk Drukkerij Hendrix Volg ons ook op:
19
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor AxionContinu. Daarom staat achterop elk nummer van ContACt een vrijwilliger van AxionContinu in de schijnwerpers. Wilt u ook vrijwilliger worden? Mail dan naar communicatie@axioncontinu.nl
Bram Hamming:
‘Een glimlachje is vaak al genoeg’ Bram Hamming verzorgt elke woensdagmiddag het 'bruin café' op de Amaliahof van Koningsbruggen. “Ik hoef niets te ontvangen, een glimlachje is vaak al genoeg. Het is boeiend, die interactie met dementerenden. Ook al praten ze soms niet meer, als je hun hand vasthoudt, merk je dat er contact is.”
Bram heeft een achtergrond in de zorg. Tot hij een aantal jaar geleden om lichamelijke redenen werd afgekeurd, werkte hij als verzorgende voor een thuiszorgorganisatie in Abcoude. Maar daar ging wel een carrièreswitch aan vooraf. “Ik heb eigenlijk het grootste deel van mijn leven in de logistiek gewerkt. Maar ik voelde me altijd aangetrokken tot de zorg. Op mijn achtenveertigste heb ik die stap gewaagd en na een opleiding van twee jaar ging ik aan de slag in de thuiszorg. Het was precies wat ik ervan verwacht had. Ik heb wel eens spijt gehad dat ik die keuze niet eerder heb gemaakt,” vertelt de 56-jarige Bram. Voorafgaand aan het ‘bruin café’ praat Bram even bij met mevrouw Koning.
Liefde en plezier Bram is al een paar jaar actief als vrijwilliger binnen AxionContinu. “Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden heb ik in De Wartburg een koersbalgroep opgestart. Dat is uitgegroeid tot een heel leuke groep, die elke vrijdag koersbal speelt. Maar in de herfst van vorig jaar had ik behoefte aan een nieuwe uitdaging. Ik wilde niet dat het sleur zou worden, want dan doe je je werk niet
20
meer met liefde en plezier.” Sindsdien werkt Bram elke dinsdag bij een grote kringloopwinkel in Maarssen. “Ik vind het heerlijk om daarheen te gaan. Het is een leuk, enthousiast team.” Zijn inzet voor het ‘bruin café’, waarvoor hij al drie jaar actief is, is echter nog niet aan sleur onderhevig. “Ik ga hier altijd met plezier heen. Ik zet alles klaar en als de bewoners er zijn,
schenk ik koffie, zet een muziekje op. Ik probeer het gewoon gezellig te maken. Het contact verloopt eigenlijk vanzelf. Na afloop was ik af en ruim alles weer op. Ik ga hier wel eens de deur uit en dan denk ik: stel nou dat ik zo oud ben als deze mensen, dan hoop ik dat ik ook zo goed wordt verzorgd. Ik denk dat ik het daarvoor doe.” (KM)