Contact zomer 2020
Corona Na de lockdown is er weer ruimte voor de lach We kunnen weer op bezoek ‘Lessen trekken uit ervaringen’
1
Inhoud zomer 2020
Contact Het magazine van AxionContinu
Corona We leven in een heel bijzondere periode en kunnen amper bevatten wat er is gebeurd en nog gebeurt. Corona heeft een enorme impact op ons allemaal.
10 16
20
4 Corona bij Axioncontinu 6 Vanuit het crisismanagementteam 9 Durf te benoemen wat er speelt 10 Na de lockdown 13 Een waardig afscheid betekent veel 14 ‘We schrokken van de heftigheid’ 16 Jacht op mondkapjes, schorten en spatbrillen 19 Vrijwilligers lopen zich warm 20 Weer op bezoek 22 Digitaal samen koffiedrinken 24 Verhuizen in coronatijd 25 ‘Lessen trekken uit ervaringen’
Ook op mij als bestuurder van AxionContinu. Ik was in maart nét drie dagen hier in dienst, toen ik ineens aan het hoofd stond van het crisismanagementteam (CMT). Corona was de grote onbekende. Er was onzekerheid over wat er op ons af zou komen, instanties vertelden hoe we moesten handelen en een overheid gaf adviezen met de beste intenties. Aan het CMT de taak om alles rondom corona binnen de organisatie in goede banen te leiden. We moesten bewoners en medewerkers beschermen en het virus buiten de deur proberen te houden. Helaas zijn er toch bewoners en medewerkers besmet geraakt en er zijn bewoners overleden. We leven intens mee met de nabestaanden. Dat doen we ook met de medewerkers. Voor hen was het nauwelijks bij te benen. De snelheid waarmee corona om zich heen greep, de gevolgen die dat had. Alle regels en richtlijnen. Het was voor hen loodzwaar. Niet voor niets bieden wij hen psychosociale ondersteuning. In het CMT liepen we tegen dilemma’s aan. Bijvoorbeeld bij de verplichte lockdown en daarna de openstelling. In samenspraak met de OR, de Centrale Cliëntenraad en de Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraad konden we steeds besluiten nemen die voor dat moment passend waren. Al waren die voor velen moeilijk, zoals voor bewoners en familie. Terugkijkend weten we nu dat we bij nieuwe besmettingen de locaties niet meer volledig willen sluiten als dat niet nodig is. Mijn grootste zorg is een mogelijke tweede golf. Medewerkers hebben nu rust en ontspanning nodig om de afgelopen periode te verwerken. Ook cliënten willen we zo goed mogelijk beschermen. Iedereen, zowel medewerkers, cliënten en bezoekers, draagt bij om corona buiten de deur te houden. Laten we hopen dat de tweede golf aan ons voorbijgaat. We doen het samen met elkaar. Martin den Hartog Raad van Bestuur
Contact anders dan anders Dit nummer van Contact is anders dan anders. Het is helemaal gewijd aan het thema dat ons allen de laatste maanden zo heeft bezig gehouden, corona. We blikken terug naar wat er is gebeurd en hoe verschillende mensen de situatie hebben ervaren. Het geeft u ook een kijkje achter de schermen tijdens deze voor iedereen heftige periode. U ontvangt dit nummer digitaal in plaats van geprint. In de afgelopen periode was het onmo-
gelijk om een ‘gewoon’ zomernummer van Contact te maken. De redactie kon niet naar locaties voor interviews en foto’s. Ook kan er nu in korte tijd veel veranderen, zoals een mogelijke tweede golf, waardoor de kans bestaat dat u een blad met achterhaalde informatie ontvangt. Daarom versturen we Contact dit keer digitaal, zo kunnen we zo actueel mogelijk zijn. In alle locaties leggen we voor degenen die geen computer hebben enkele geprinte exemplaren neer.
Hoog muzikaal bezoek voor Voorveldse Hof Bewoners van Voorveldse Hof genoten begin mei van een bijzonder concert door cellist Jascha Albracht en violiste Pauline Terlouw van het Metropole Orkest. De binnentuin was omgetoverd tot concertpodium. De muziek die Jascha en Pauline spelen, staat ook op een speciale cd van het Metropole Orkest ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. Een cadeau, een paar exemplaren van de cd plus een boek over het orkest, werd in een mandje omhoog gehesen naar de eerste etage. Het concert is tot stand gekomen met medewerking van een buurtbewoner, Olfert Koning, medewerker van ActiZ.
Corona
4
bij AxionContinu
Eerste verdenkingen van besmettingen bij bewoners. Dagbehandeling sluit. Scholen en kinderopvang gaan dicht. Er wordt in den landen gehamsterd. De eerste spontane acties om bewoners en medewerkers een hart onder de riem te steken ontstaan. Regels bezoek worden aangescherpt.
De kans dat corona ook Nederland bereikt, is groot. AxionContinu bereidt zich voor op mogelijke besmettingen in de locaties.
Februari
Het CMT begint met de eerste voorbereiding van de heropening van de locaties. Vanuit de overheid moet die aan veel voorwaarden voldoen. Per locatie wordt een plan gemaakt.
Start actie Naai mondkapjes voor AxionContinu.
Maart
Alle locaties gaan per direct ‘op slot’.
Het crisismanagementteam (CMT) van AxionContinu komt voor het eerst bijeen. Het CMT volgt alle ontwikkelingen nauwkeurig. In het CMT wordt bepaald hoe alle richtlijnen en regels die vanuit de overheid en het RIVM op ons afkomen binnen de organisatie worden ingevuld.
De overheid kondigt per 11 mei een proef aan met bezoek in enkele verpleeghuizen in Nederland.
Het project ‘Contact met naasten’ wordt opgezet, om zo gauw mogelijk anderen vormen van contact tussen bewoners/ cliënten en naasten mogelijk te maken. De eerste ‘alternatieve ontmoetingen’ volgen kort daarna, zoals beeldbellen.
April
Mei
In meer locaties zijn bewoners besmet. Ook overlijden bewoners aan de gevolgen van corona. Ondertussen zijn medewerkers bijna fulltime bezig met het inkopen van mondkapjes. AxionContinu heeft steeds voldoende middelen om aan de richtlijnen van het RIVM te voldoen.
5
De dagopvang en dagbehandeling worden weer voorzichtig opgestart.
Restaurants gaan weer voorzichtig open voor bewoners.
Juni
In alle locaties zijn raambezoeken mogelijk. Het aantal besmettingen binnen AxionContinu daalt.
Juli
Veel medewerkers kunnen even bijtanken tijdens hun vakantie. Binnen de organisatie worden gesprekken over COVID-19 gehouden om lessen uit deze intensieve periode te halen.
De bezoekregeling wordt verder verruimd. Kapper, pedicure, fysiotherapeut en anderen komen weer naar de locaties.
Augustus
Het aantal besmettingen in Nederland neemt weer toe. Dit keer zijn ook veel jongeren besmet. Men is bang voor een tweede golf. AxionContinu is nog steeds coronavrij.
Binnen een week na de eerste besmetting in Nederland werd bij AxionContinu het crisismanagementteam (CMT) in het leven geroepen. Het CMT bepaalt kort gezegd hoe de organisatie corona het hoofd biedt. Denk aan hoe alle richtlijnen van het RIVM worden uitgevoerd, hoe de bezoekregeling wordt georganiseerd en hoe de inkoop van mondkapjes wordt geregeld. In het CMT zitten de voorzitter van de raad van bestuur (voorzitter), artsen, zorgmanagers uit de verschillende locaties en facilitair managers. Alle geledingen zijn vertegenwoordigd. Er wordt nauw samengewerkt met HR (‘personeelszaken’) en Communicatie. Het CMT kwam een tijd lang dagelijks bijeen. Nu is dat eens per twee weken en vaker als dat nodig is.
6
Vanuit het crisismanagementteam Ingeborg Pot,
zorgmanager divisie verzorgd wonen Ingeborg Pot zat vanaf het begin in het crisismanagementteam (CMT). “Het was snel duidelijk dat de uitbraak van het coronavirus om bijzondere maatregelen vroeg. Dit was geen ‘gewone’ infectie-uitbraak.”
A
xionContinu heeft een permanente infectiepreventiecommissie die adviseert over het hygiënebeleid. Ingeborg is er voorzitter van. “Maar voor de aanpak van het coronavirus moesten alle zeilen worden bijgezet en medewerkers uit alle geledingen van de organisatie worden ingeschakeld. Het crisisteam kwam in het begin bijna dagelijks bij elkaar, want er kwam in korte tijd heel erg veel op ons af. De samenstelling van het team wisselde enigszins afhankelijk van wat er speelde. En het CMT kon voortdurend een beroep doen op andere mensen in de organisatie.” Er moest beleid worden gemaakt op basis van inzich-
ten en richtlijnen die aan verandering onderhevig waren. “Dat beleid moesten we vertalen naar concrete maatregelen waarvan vele echt ingrijpend waren voor het dagelijkse werk. Het ging van behandelprotocollen tot bezoekregelingen. Er was natuurlijk ook heel veel
Ingeborg Pot: aandacht voor de beschikbaarheid van voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarnaast moesten we medewerkers, cliënten en familie informeren via nieuwsbrieven, Familienet en diverse standaardbrieven. Er waren duizend en één dingen te doen.”
Communicatie Nu komt het CMT nog een keer in twee weken bij elkaar. “Of eerder wanneer nodig. De afgelopen periode was onwijs intens en zeer leerzaam. We waren nauwelijks voorbereid op zo’n ingrijpende pandemie, maar dat gold natuurlijk voor heel Nederland. We moesten dus al doende leren. Hiervoor hadden we geen scenario’s klaarliggen. Zo is het onder meer lastig gebleken een balans te vinden in de voorlichting. We kregen zowel te horen dat we te veel informatie gaven, als te weinig. Dat we te voorbarig waren of juist te traag. Communiceren in crisistijd is sowieso lastig, maar helemaal als je te maken hebt met aanpaste richtlijnen vanuit de overheid.” Ingeborg is zorgmanager van de divisie verzorgd wonen voor de locaties Voorveldse Hof, De Wartburg, De Gildenborgh en Voorhoeve. “In de loop van de coronacrisis bleek het wel een voordeel dat ik zorgmanagers uit eerste hand kon vertellen welke maatregelen eraan zaten te komen. Van de andere kant kon ik het CMT goed informeren over wat er in die huizen
“Vooral zorgteams hebben te kampen gehad met lastige situaties, waarvan de effecten nog doorwerken.” speelde. Korte lijnen in de organisatie blijken dan ontzettend waardevol te zijn.”
Initiatieven Ondanks de frustraties die zo’n grote crisis bijna onvermijdelijk met zich meebrengt, vielen Ingeborg toch ook veel positieve zaken op: zoals de solidariteit tussen medewerkers. “We hebben als CMT nooit vergeefs een beroep op iemand gedaan. Iedereen maakte altijd direct tijd vrij. Er zijn ook veel spontane initiatieven ontstaan, van concerten organiseren tot scholingen geven op locatie voor het juiste gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Sommige initiatieven zullen, naar ik verwacht, blijven bestaan. En ook de coaches zullen nog wel even blijven om medewerkers mentaal bij te staan. Want vooral zorgteams hebben te kampen gehad met lastige situaties, waarvan de effecten vaak nog doorwerken. Zoals het afscheid nemen na overlijden van een cliënt. Dat is altijd al zwaar, maar helemaal als de gangbare rituelen niet meer kunnen doorgaan vanwege de coronamaatregelen. Dat vraagt om een andere manier van emotionele verwerking, en om nieuwe rituelen.” ●
Sophie van Putten, specialist ouderengeneeskunde Met infectiepreventie als aandachtsgebied, maakte ook arts Sophie van Putten deel uit van het crisismanagementteam (CMT) . “Het was een hectische periode”, herinnert ze zich, “maar het lijkt alweer zo lang geleden.
I
n het begin zaten we dikwijls bij elkaar, inmiddels is dat veel minder vaak. Nu de ergste crisis is bezworen, ligt de aanpak weer meer bij de zorgteams op de locaties en de afdelingen. Onze cliëntengroepen zijn heel divers, die kun je niet over
één kam scheren. Een revalidatie-afdeling met veel wisselende cliënten vraagt een wat andere aanpak dan een kleinschalige woonafdeling met vaste bewoners.”
Quarantaine “We zijn natuurlijk nog niet klaar met corona, maar de afwegingen die we voortdurend maken tussen het gevaar van besmetting en het welzijn van bijvoorbeeld een verpleeghuisbewoner, liggen nu meer op individueel niveau. Een nieuwe verpleeghuisbewoner zou formeel veertien dagen in strikte quarantaine moeten. Maar wat doe je iemand aan als die twee weken in afzondering moet in een voor hem of haar nieuwe en
7
8
dus vreemde omgeving? Soms is zo duidelijk dat iemand weinig kans heeft om besmet te zijn dat je zo’n quarantaineregel minder strikt hoeft na te leven.”
Onzekerheid In de begindagen van de corona-uitbraak werden Sophie en haar collega Elly Woudstra bijna dagelijks overspoeld door adviezen van beroepsgroepen en richtlijnen van de overheid en het RIVM. “Wij hadden een dagtaak aan het nagaan wat dat voor onze organisatie betekende. En om dat dan weer te vertalen in instructies voor de dagelijkse praktijk. We merkten dat medewerkers onzeker werden van de aanpassingen van werkwijzen. Hadden we op maandag een instructie gemaakt op basis van wat dan als beste werkwijze gold, hoorden we Rutte op woensdag in zijn persconferentie weer iets anders zeggen. Dat was frustrerend voor mensen op de werkvloer en dat
Positieve berichten
Facebook werd overstelpt met vrolijke en ludieke acties.
Sophie van Putten:
“Een revalidatie-afdeling met veel wisselende cliënten vraagt een wat andere aanpak dan een kleinschalige woonafdeling met vaste bewoners.” kregen we als CMT behoorlijk op ons bord. Het leek soms wel of we het niet goed konden doen. Maar voor ons was dat natuurlijk ook frustrerend. De richtlijnen van de overheid en RIVM waren voor iedereen het houvast, die konden we niet negeren. Achteraf kun je misschien zeggen dat de overheid eerder meer aandacht had moeten geven aan specifiekere richtlijnen voor ouderenzorg.” ●
De behoefte aan goede informatie was groot, tijdens de coronacrisis. Het communicatieduo Berber Schrijver en Maaike Hoogland stond zeven dagen per week op scherp.
Durf te benoemen wat er speelt G een twee dagen waren hetzelfde na de uitbraak van het virus. Mocht je, bij wijze van spreken, maandag nog iemand een hand geven, dinsdag werd dat weer afgeraden. De regels en adviezen van het RIVM en de overheid waren zo houdbaar als de voorspellingen van het weer. “Ons crisismanagementteam beoordeelde steeds wat alle informatie betekende voor de organisatie en welke acties nodig waren. Wij informeerden vervolgens zo snel mogelijk alle betrokkenen: leidinggevenden, medewerkers, bewoners, cliënten en familie en contactpersonen,” zegt Maaike.
Persoonlijke verhalen Om een indruk te geven van wat dat onder meer inhield: tot half augustus verschenen er 48 nieuwsbrieven en 20 edities van ContactExtra. Berber: “Niet iedereen heeft behoefte aan hetzelfde nieuws. In de nieuwsbrieven stond veel zakelijke informatie voor medewerkers. Familieleden en bewoners kregen een speciale uitgave die qua inhoud en toon meer op hen was toegespitst. En ContactExtra voor medewerkers gaf ons de mogelijkheid ook de meer emotionele kant van de crisis te belichten met persoonlijke verhalen.” Wat deel je wel en wat niet? Die vraag dringt zich soms op in een heftige periode met veel gevoeligheden. “Je hebt te maken met een spanningsveld: voor de een weegt veiligheid van de bewoners het zwaarst, voor de ander het welzijn. We wilden steeds helder zijn, wolligheid vermijden. Het is belangrijk dat je durft te benoemen wat er speelt, maar je woorden wel zorgvuldig afweegt,” zegt Maaike.
Voelsprieten Om te weten wat de informatiebehoefte is, moet je weten wat er speelt. Berber: “We staken op alle plekken in de organisatie onze voelsprieten uit, hadden voortdurend contact. Soms wilden locaties ook ergens advies over krijgen, bijvoorbeeld over
het schrijven van een brief aan familieleden. Daar hielpen we dan ook bij.” Het was niet alleen kommer en kwel in de communicatie. AxionContinu werd overstelpt door mooie initiatieven en acties, ook van de eigen medewerkers. Maaike: “Die verdienden het natuurlijk om aandacht te krijgen, want ze waren hartverwarmend. Maar op een gegeven moment werden het er zoveel dat we moesten selecteren. We verwezen dan naar de Facebook-pagina’s van de locaties.”
Elkaar afwisselen Het werk ging zeven dagen per week door. Berber en Maaike wisselden elkaar steeds af, om beurten namen ze het voortouw. Berber: “Wie niet aan de slag was, keek op de achtergrond wel mee.” Maaike: “Het is een zware, maar ook uitdagende periode geweest. De race tegen de klok lukte misschien niet altijd, maar we hebben naar vermogen alles gedaan. En we zijn supertrots op al onze collega’s die zich uit de naad hebben gewerkt. Ik denk dat we een hechtere organisatie zijn geworden.” ●
9
10
Na lockdown is er weer ruimte voor de lach Ook ’t Huis aan de Vecht moest van de ene dag op de andere de deuren sluiten. En ook al hield het coronavirus zich hier behoorlijk koest, de gevolgen waren ingrijpend. Manager van afdeling 2, Bep van den Engel: “Sinds mijn 17e werk ik in de zorg, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt en hoop ik ook niet meer mee te maken.”
N
a de lockdown leek in één klap al het leven uit het woonzorgcentrum verdwenen. Aan de deuren kwamen rood-witte linten te hangen, zoals bij een ernstig ongeluk. Bij de ingang werden containers neergezet voor onder meer het halen en brengen van wasgoed en het afleveren van boodschappen. Wie binnenkwam liep tegen een ijzeren muur. Daarachter was het onwerkelijk stil, de ballen op het grote biljart lagen er zielloos bij. “Het sluiten van de deuren was simpel,” zegt Bep. “Maar de gevolgen achter die gesloten deuren waren gigantisch.”
Pannenkoeken bakken Medewerker welzijn Stijn Ros merkte het direct. “Ik hoorde op de radio dat de scholen gingen sluiten. We wilden met wat vrijwilligers pannenkoeken gaan bakken voor de bewoners, maar vanwege het virus besloten ze niet te komen. Toen ben ik maar met twee collega’s gaan bakken.” Van het ene op het andere moment vielen alle vanzelfsprekendheden weg en moesten er in raketvaart maatregelen worden genomen. Er kwam een gedetailleerd draaiboek. Na de eerste besmetting moest het team worden opgesplitst over twee etages
om besmettingen te voorkomen. Medewerkers gingen familieleden en contactpersonen bellen voor het geven van informatie en uitleg. Stijn organiseerde met zijn collega’s het beeldbellen. De rol van de zorg veranderde. “Aandacht en welzijn werden veel belangrijker,” zegt verzorgende-in-opleiding Brenda Kuijf. “Bewoners wilden ook informatie, maar wij konden niet altijd antwoorden omdat de situatie in het begin nogal eens veranderde.”
11
Isolement een beproeving Bewoners kregen het gevoel gevangen te zitten en dat leverde soms onrust op. “Niet iedereen accepteerde dat ze hun kamer niet mochten verlaten. Dan zag een bewoner iemand in de tuin en was direct de vraag: waarom mag ik dat niet? Je moest als verzorgende heel flexibel zijn en snel kunnen schakelen. Tegelijk moest je voortdurend alert zijn vanwege het werken
Stijn Ros:
“Het contact was hard nodig voor het uitwisselen van ervaringen, maar ook om er samen de humor in te houden.”
Brenda Kuijf:
“Ik ben geroerd door het enorme vertrouwen van bewoners.” met beschermende middelen, wat in het begin best onwennig was.” Het isolement als gevolg van de lockdown werd voor iedereen, zowel zorg als bewoners, een grote beproeving. Bep ziet nog steeds het gezicht voor zich van een bewoner van Griekse afkomst. “Hij spreekt geen Nederlands, dus kan moeilijk met iemand contact maken. Tot de lockdown kreeg hij iedere dag bezoek van zijn zoon, maar daarna werd het stil. Ik vond het heel triest om dat te zien.” Stijn: “Toen we het beeldbellen hadden opgezet, was die zoon degene die het vaakst van iedereen belde met zijn vader.”
Geen activiteiten De medewerkers spanden zich tot het uiterste in, maar zagen meerdere bewoners intussen achteruitgaan. Brenda: “De activiteiten lagen stil, er waren geen uitjes en ze konden niet bij de fysiotherapeut terecht om oefeningen te doen. Iedereen reageerde verschillend, maar het werd er daardoor niet makkelijker op.” Collega’s zochten steun bij elkaar. De medewerkers welzijn startten een groepsapp om elkaar op de hoogte te houden. Stijn: “Het contact was hard nodig voor het uitwisselen van ervaringen, maar ook om er samen de humor in te houden. Je hebt met collega’s aan een half woord genoeg terwijl je mensen die niet in de zorg werken steeds uitgebreid moet uitleggen hoeveel impact het werk heeft.”
Worstelen met de situatie Bep zag haar teamleden soms worstelen met de situatie. “Ze maakten zich ook zorgen over besmettingsgevaar. Sommigen zijn mantelzorger voor oma, oppas voor hun zus of hebben kinderen met een kwetsbare gezondheid en het werk ging maar door.
12
Dan heb je elkaar hard nodig, want je moet het samen doen.” Ze schiet bijna vol wanneer de teamgeest ter sprake komt. “Mij werd af en toe gevraagd naar een andere werkplek te gaan vanwege het besmettingsgevaar omdat ik als manager niet gemist kon worden. Dat vond ik lastig, want ik voel me onderdeel van het team, niet belangrijker dan anderen. Ik wilde voortdurend weten wat iedereen nodig had en daarvoor moet je in de buurt zijn.” Bijzondere, mooie momenten waren er gelukkig ook, onder meer dankzij de vele blijken van medeleven van de buitenwereld. Stijn: “De raambezoeken waren het eerste moment dat familie en bewoners weer dichtbij elkaar mochten zijn. Dat werd enorm gewaardeerd, mijn telefoon stond roodgloeiend voor het maken van afspraken.”
Brenda: “Ik ben geroerd door het enorme vertrouwen van bewoners. Ze waren totaal niet bang door mij besmet te worden en beschouwden me als een venster op de wereld. Dat gaf voor mij een extra dimensie aan het werk.” Bep denkt aan een bewoonster die net vóór de lockdown overleed. “Ondanks de beperkingen hebben we op waardige wijze afscheid van haar kunnen nemen in het bijzijn van medewerkers en familieleden. Daar denk ik met voldoening aan terug.” Inmiddels lijkt de lockdown alweer lang geleden. De rood-witte linten en de containers zijn verdwenen. Buiten bij de ingang roken wat bewoners een sigaretje alsof ze daar nooit mee zijn gestopt. In de achtertuin klinkt vrolijke muziek en zorgen medewerkers van het restaurant voor de thee. Bep: “Het is nog niet zoals het was, maar we kunnen weer lachen.” ●
Ik voelde me ronduit eenzaam Ineens kreeg meneer Cozijnsen (88) het ijskoud en bleek hij bijna veertig graden koorts te hebben: corona. Hij kan zich nauwelijks iets herinneren van de drie weken die hij het bed moest houden in zijn appartement. Pas de vierde week mocht hij voorzichtig weer in beweging komen. “Het had niet langer moeten duren. Ik heb nog steeds moeie benen, maar gelukkig gaat het iets beter.” Maar na de ziekte volgde het isolement.
Meneer Cozijnsen was gewend regelmatig met zijn scootmobiel de hort op te gaan, maar de lockdown gooide roet in het eten. “Ik zat gevangen en het huilen stond me nader dan het lachen.” Bezoek ontvangen in de ‘gevangenis’ zat er ook al niet in. Noodgedwongen moest hij beeldbellen met zijn trouwste bezoeker, zoon Ton. “Dat was een kleine troost, maar ik vond het bijzonder moeilijk om hem niet in het echt te
kunnen zien. Ik voelde me ronduit eenzaam.” Hetzelfde geldt voor zijn zoon. “Het doet zeer als je ziet dat het niet goed gaat met je vader. Ik schrok me dood toen hij corona bleek te hebben. Daarna mocht ik één keer op bezoek, maar toen kwam er wéér een lockdown. Dat was ontzettend klote.” Hij heeft nog steeds een dubbel gevoel over de lockdown. “Natuurlijk is het begrijpelijk dat je bewoners op die manier bescherming wilt bieden. Maar ik dacht ook: ach, laat hem toch lekker naar buiten gaan, dan kan hij tenminste nog een beetje genieten.” Zijn vader krabbelt langzaam weer op. “Hij noemt ’t Huis aan de Vecht een sterrenhotel. Het eten is goed en de medewerkers zijn vriendelijk. En ik kom ieder week weer langs, ’s middags, want dan kan hij een wijntje drinken.” Meneer Cozijnsen heeft ook weer puf voor zijn grote hobby, puzzelen. Hij is de uitdaging aangegaan van een legpuzzel met maar liefst 3.000 stukjes. “Als dat me lukt, verdien ik wel een schouderklopje.”
13
Een waardig afscheid betekent veel Tijdens de afgelopen maanden moest regelmatig afscheid genomen worden van bewoners. In totaal zijn er bij AxionContinu tweeĂŤnvijftig bewoners met bewezen corona overleden. Maar er overleden ook bewoners aan andere aandoeningen dan corona. Een aantal locaties is extra zwaar getroffen. Natuurlijk is de dood geen vreemde in de woonzorgcentra, maar door corona was het afscheid anders dan gewoonlijk. Een waardig afscheid betekent veel, niet alleen voor de familie maar ook voor de medewerkers. Het helpt het verdriet een plek te geven. Op de locaties is veel aandacht besteed aan alternatieve mogelijkheden om afscheid te nemen en te herdenken. Elke locatie heeft zo zijn eigen rituelen gecreĂŤerd om het verlies een plek te kunnen geven. Zo vormden de medewerkers een erehaag voor overleden bewoners op de brug van Isselwaerde en zijn er op locaties herdenkingsplekken gemaakt waar mensen even stil kunnen staan bij de overledenen. Wij wensen alle nabestaanden, vrienden en medewerkers veel sterkte toe.
Ook bij AxionContinu raakten cliënten en medewerkers besmet met het virus. Specialist
14
ouderengeneeskunde Elly Woudstra: “Bij de eerste gevallen van corona schrokken we echt van de heftigheid en vooral de snelheid waarmee covid-19 verliep. Vanaf half april werd dat ziekteverloop milder en zijn ook veel mensen van de ziekte hersteld.”
Specialist ouderengeneeskunde Elly Woudstra
“We schrokken van de heftigheid” O
mschakelen van je gewone denken”, dat noemt Elly Woudstra de grootste verandering die de corona-uitbraak teweegbracht. Voor haar zelf helemaal, want zij was een van de twee specialisten die werden vrijgesteld van hun normale werkzaamheden om zich helemaal te richten op de medische benadering van corona. “We hielden alle informatie en richtlijnen in de gaten om steeds zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de situatie. Dat vroeg om veel aandacht, want de inzichten en de daaruit volgende richtlijnen van overheid en RIVM werden nogal eens aangepast.”
Afstand houden Zo lang er geen vaccin of medicijn is tegen covid-19 is de behandeling en zorg gericht op het verlichten
van de ergste symptomen: benauwdheid en extreme vermoeidheid door zuurstoftekort bij de longschade die de ziekte aanricht. Daarnaast probeer je zoveel mogelijk verlichting te geven en let je op vocht en voeding. Maar belangrijker nog is de preventie, het voorkomen dat cliënten en medewerkers besmet raken. Met de bekende maatregelen: anderhalve meter afstand houden, het regelmatig ontsmetten van de handen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en handschoenen of zelfs schorten en brillen bij strikte isolatie. “En ook bij AxionContinu was er een lockdown. Dan merk je hoe belangrijk persoonlijke contacten zijn in de ouderenzorg. Dat je als familie of medewerker afstand moet bewaren is echt ingrijpend. Ik vond het zelf een wat vervreemdende tijd en snap de frustraties ook wel die de maatregelen soms opriepen. Maar die voorzichtigheid was echt nodig om de pandemie in toom te houden.”
Eigen testlocatie Testen op corona is een ander wapen in de strijd tegen het virus. “We hebben in Domstate een eigen testlocatie waar medewerkers snel terecht kunnen
Elly Woudstra:
“Dat je als familie of medewerker afstand moet bewaren is echt ingrijpend.”
Genezen van corona
15
Toen mevrouw Mulder (98) voor het eerst weer beneden kwam in Zorghotel De Wartburg werd er uitgebreid geapplaudisseerd, ze was genezen van corona. Eind maart bleek zij ziek te zijn en goed ook. Zo ziek dat een goede kennis, haar eerste contactpersoon, tijdens de lockdown op bezoek mocht komen om afscheid te nemen. Zelf had mevrouw Mulder niet zo in de gaten dat zij ernstig ziek was. En ook niet dat zij op haar kamer in strikte isolatie was. “Ik lag toch in bed, dus dat maakte niet uit,” vertelde ze half mei. Wat haar goed is bijgebleven zijn de medewerkers in hun persoonlijke beschermingsmiddelen. “Al dat plastic de hele tijd. En je kunt de gezichten niet zien.”
en binnen 24 uur de uitslag krijgen. Ook cliënten testen we als ze verdachte verschijnselen hebben. Op dit moment (20 augustus-red) is er binnen AxionContinu geen enkele besmetting. We houden dat natuurlijk continu in de gaten om snel te kunnen reageren. We hebben overigens ook in maart mensen getest als dat nodig was, alleen toen op kleinere schaal omdat er minder capaciteit was. Maar als een bewoner positief testte was wel duidelijk welke maatregelen we moesten nemen.”
Maatregelen werken Hoewel er nog veel onduidelijk is rond het virus, blijken de getroffen maatregelen wel te werken. Inmiddels is in De Parkgraaf een revalidatietraject voor covid-19 patiënten opgezet. Daar zijn zo’n dertig mensen behandeld of in behandeling. “Het lukt ons steeds beter om uit te vinden welke zorg we kunnen bieden aan (ex-)coronapatiënten. Maar tot er een goed werkend vaccin of geneesmiddel is zullen we toch vooral moeten inzetten op preventie. Soms houd ik mijn hart vast als ik zie hoe lichtzinnig mensen nu soms zijn. Laatst zag ik een jongeman zijn tante van 85 stevig omhelzen. Toen ik er wat van zei antwoordde hij enigszins gepikeerd: ‘Maar ik ben toch familie?’ Alsof het virus daar rekening mee houdt…” ●
Corona in cijfers 1e bewoners positief getest: Laatste bewoner positief getest:
18 maart 13 juli
Overleden positief getest:
52
Hersteld positief getest:
89
Meeste positief geteste bewoners van 1 tot en met 3 mei, namelijk 63 Aantal bewoners dat in quarantaine is geweest: 437 Dit zijn alleen cijfers van bewoners die positief zijn getest. Zeker in de beginperiode, waren de testmogelijkheden beperkt. Er waren dus ook bewoners met een ‘hoge verdenking’ van corona. Dan is steeds gehandeld alsof zij besmet waren. Het aantal sterfgevallen ligt waarschijnlijk hoger. Bewoners van verpleeghuizen hebben een kwetsbare gezondheid en vaak al verschillende aandoeningen. In een aantal gevallen is niet met zekerheid te zeggen dat corona uiteindelijk het overlijden heeft veroorzaakt.
16
Het is half juli en eindelijk wat rustiger voor Joost van Schaik en Bernard van Gisteren, die de afgelopen hectische maanden voor AxionContinu aan voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen moesten zien te komen.
De jacht op mondkapjes, schorten en spatbrillen
B
ernard: “Het was in de eerste weken van de coronacrisis echt een knokmarkt. Iedereen moest mondkapjes, schorten, handschoenen en spatbrillen hebben, maar er was nauwelijks aan te komen. Ook niet voor onze organisatie, al kunnen we achteraf gelukkig zeggen dat we nooit een tekort hebben gehad.” “Al was het soms wel krap,” zegt Joost. “Dan hadden we bij wijze van spreken woensdag de laatste schorten uitgeleverd en kregen we pas donderdagochtend een nieuwe voorraad. Je kon er in die eerste weken niet altijd zeker van zijn dat een
bestelling ook werkelijk op tijd werd geleverd, dus we knepen we hem weleens.”
Vechtmarkt Bernard: “Toen begin maart de omvang van de coronacrisis duidelijk werd zijn Joost en ik door het Crisis Managementteam (CMT) gevraagd de centrale inkoop van de beschermingsmiddelen op ons te nemen. Tot dan gebeurde dat decentraal, maar het was snel duidelijk dat dat niet zou werken in de vechtmarkt die was ontstaan. Je moest snel kunnen handelen en je moest op je hoede zijn, want er
waren malafide aanbieders actief met middelen die kwalitatief niet deugden. Of die voorschotten vroegen, maar op die manier doen wij geen zaken.” Joost: “Bernard en ik hebben kort in het CMT gezeten, maar dat kostte ons te veel tijd. We moesten echt alle tijd steken in de jacht op de beschermingsmiddelen. We hadden het vertrouwen van het management en budget waarmee we uit de voeten konden. Dat kon niet anders, want soms moesten we binnen een halfuur beslissen of we een partij mondkapjes kochten of niet.” Bernard: “We hadden gelukkig beschermingsmiddelen op voorraad toen de crisis losging, want we moeten altijd rekening houden met uitbraken van bijvoorbeeld het NORO-virus. De eerste kwestie waarmee we te maken kregen was de aanbeveling om de lichaamstemperatuur van bewoners voortaan weer tussen de billen op te nemen. AxionContinu werkt met iets minder nauwkeurige maar voor bewoners minder belastende oorthermometers. Er bleek in heel Nederland geen enkele rectale thermometer te koop.”
Spannend Joost: “Het was voortdurend zoeken naar leveranciers die nog wel iets hadden, als de bekende kanalen nee moesten verkopen. Het was googlen op internet of via via wat te horen krijgen. Het lastigst was op een gegeven moment de inkoop van mondkapjes, ook al omdat daar in de media nogal de nadruk op kwam te liggen. Iedereen is dan op zoek
Joost van Schaik:
“Het was spannend dat zoeken naar spullen en kijken of je een deal kon maken.”
en er was in die eerste weken eigenlijk geen coördinatie. De Veilgheidsregio’s probeerden een centrale inkoop op te zetten, maar dat werkte niet.” Bernard: “Pas toen de landelijke overheid half april het Landelijk Consortium Hulpmiddelen optuigde kwam de gezamenlijke inkoop op gang. Inmiddels werkt die goed. Maar AxionContinu heeft altijd voldoende mondkapjes gehad. Toen we volgens de richtlijn de zogenaamde FFP2-maskers moesten gebruiken dreigden wel een tekort. Maar die richtlijn werd afgeschaald naar chirurgische maskers, type IIR, en daar hebben we toen heel snel actie op ondernomen. Via een groothandel voor tandartsbenodigdheden konden we een grote partij aanschaffen. Het was voortdurend heel alert zijn, ook in de weekenden.” Joost: “Op een bepaalde manier was het ook een leuke tijd. Het was spannend dat zoeken naar spullen en kijken of je een deal kon maken. We kregen ook veel steun, soms uit onverwachte hoek. Collega’s van De Verdieping hielpen met het opstellen van de richtlijnen en het maken van instructiefilmpjes. Onze ICT-partner Korton maakte via een 3d-printer 500 brilmonturen voor faceshields. Carglass doneerde handschoenen. Vrijwilligers maakten thuis stoffen mondkapjes. Na een oproep op Facebook kregen we er wel 3500.” Bernard: “Die stoffen maskers zijn overigens nooit gebruikt bij contacten met cliënten met bewezen
Stoffen mondkapje, gemaakt door vrijwilligers
18
corona. Ze waren er voor mensen die het niet prettig vonden zonder een masker door een gebouw te lopen.” Joost: “Aan desinfectie- en schoonmaakmiddelen was op een gegeven moment ook een tekort. We hebben rechtstreeks contact gelegd met een fabrikant hier in de buurt. Die kon leveren maar dan moesten we het zelf ophalen. Nou geen probleem, dan rijden we zelf, hebben is hebben.” Bernard: “Alleen aan sommige medische apparatuur is nog gebrek. Saturatiemeters waarmee het zuurstofgehalte in het bloed kan worden gemeten, ze zijn niet te krijgen. De infraroodthermometer was lange tijd niet te krijgen. Maar gelukkig hoeft bezoek nu niet meer getemperatuurd te worden. De richtlijn is aangepast. In de praktijk tref je bij bezoekers eigenlijk niemand met verhoging.”
Voorbereid
Getallen Beschermingsmiddelen Hoeveel mondkapjes, handschoenen, desinfecterende gel en andere persoonlijke beschermingsmiddelen heeft AxionContinu tijdens de ‘eerste golf’ gebruikt? Chirurgische mondkapjes: 256.300 FFP2 mondneusmaskers: 16.000 Handschoenen: 263.700 Jasschorten: 73.500 Halterschorten: 19.000 De aantallen zijn bij benadering, omdat er bij veel verschillende leveranciers besteld moest worden. Desinfecterende gel: 1820 liter Handzeep per pompje: 1098 De werkelijke aantallen liggen hoger, omdat locaties ook zelf zeep en gel aangeschaft hebben.
Bernard: “Wij volgden de richtlijnen van het RIVM. Lastig was dat de richtlijnen nogal eens werden aangepast. Was iedereen net gewend aan een protocol, moest het net weer anders. Moesten er bijvoorbeeld eerst schorten met lange mouwen worden gebruikt, later waren halterschorten toereikend. Medewerkers waren daar soms verontwaardigd over en onzeker. Ze snapten het niet, want op televisie zag je in ziekenhuizen een soort ‘maanmannetjes’ aan het werk zag, zo ingepakt waren die.” Joost: “We zijn wel van de richtlijnen van het RIVM afgeweken door medewerkers eerder en vaker chirurgische maskers te laten gebruiken. Dan zit je overigens wel eerst een tijd te rekenen. Je moet inschatten hoeveel maskers er nodig zijn en of we die inderdaad op voorraad kunnen hebben.” Bernard: “Niemand weet wat er nog komen gaat. Een tweede golf zou zomaar kunnen. We zijn beter voorbereid en ook landelijk zijn de voorraden aangevuld.” Joost: “Gisteren zag ik op tv dat er mogelijk een tekort aan handschoenen dreigt. Dan denk ik gelijk: moeten we in actie komen?” Bernard: “Maar je moet ook oppassen niet te gaan hamsteren, want dat is maatschappelijk niet verantwoord. We zijn er natuurlijk voor AxionContinu, maar willen ook niet dat andere organisaties achter het net vissen. Het is wel zaak alert te blijven.” ●
Vrijwilligers lopen voorzichtig warm Noodgedwongen stonden de vrijwilligers die zich inzetten voor AxionContinu afgelopen maanden aan de zijlijn. Maar voorzichtig, héél voorzichtig, komen activiteiten weer op gang.
W
at kan er wel en wat niet? Het is momenteel misschien wel de belangrijkste vraag in het hoofd van vrijwilligerscoördinator Leidsche Rijn Sandra Visee. “Plezier is belangrijk, zowel voor vrijwilligers als bewoners, maar veiligheid ook. Ik zoek naar wat haalbaar is zonder die balans te verstoren.” Ze hield – en houdt - geregeld contact met ‘haar’ vrijwilligers, zowel via een nieuwsbrief als telefonisch. “Ik leg ze onder meer uit hoe de situatie momenteel is, wat de regels zijn en informeer naar de bereidheid om weer in actie te komen. Sommigen staan te trappelen, anderen zijn een beetje bang. In het laatste geval is het beter wanneer iemand nog even thuis blijft.”
Beperken van risico’s Na de lockdown werd als eerste gestart met het inzetten van vrijwilligers tijdens de raambezoeken. Ze hielpen familieleden en naasten bij het bezoeken van bewoners achter glas. “We hebben ze goed ingewerkt en zorgden ervoor dat er een vast clubje werkte, met strenge regels, om de risico’s te beperken. Het waren vaak emotionele ontmoetingen, dus er was intensief overleg met alle betrokkenen.” Momenteel zijn de activiteiten voor bewoners nog schaars. Her en der delen vrijwilligers weer koffie uit. In De Drie Ringen draait de bingo als vanouds, maar wel per afdeling, dus met kleinere aantallen deelnemers. En in De Ingelanden koken vrijwilligers weer op de afdelingen en zijn de eerste pannenkoeken al gebakken. “Omdat afstand houden daarbij makkelijk is. Bij zingen met bewoners is dat een stuk lastiger, dus dat zie ik voorlopig nog niet gebeuren. Dat vind ik jammer, want zingen is voor mensen met dementie een heel fijne bezigheid.
19
Gelukkig zijn vrijwilligers creatief en bedenken ze zelf hoe het wél kan.” (zie ‘Zingen in de tuin’ op pagina 27.)
Afleiding is fijn De vrijwilligerscoördinatoren bekijken nu welke échte groepsactiviteiten weer mogelijk zijn. “Activiteiten met een actieve rol voor de bewoners, want mee kunnen doen is belangrijk. Sommige bewoners houden niet van veel prikkels, maar de meesten vinden afleiding fijn. Ik krijg geregeld te horen dat bewoners achteruit zijn gegaan vanwege het gebrek aan afleiding. Dat is vervelend, maar tegelijk een compliment voor het werk van onze vrijwilligers. Ze zijn echt gemist.” ● Sandra Visee:
“Sommigen staan te trappelen, anderen zijn een beetje bang.”
20
‘Familie of andere naasten zijn altijd welkom,’ staat op de website van AxionContinu over woonzorgcentrum Voorhoeve. Dat klopt nog steeds, maar de bezoekregeling beperkt wél de mogelijkheden.
Weer op bezoek Z omaar naar binnen lopen is er niet meer bij. De bezoeker moet aanbellen, waarna de receptioniste met een druk op de knop de deur opent. Op een tafel staat zeep voor het ontsmetten van de handen en een doos tissues. De receptioniste vraagt de bezoeker een registratieformulier in te vullen dat ook op tafel ligt. Daarop staan onder meer de ‘spelregels’ voor bezoekers - afstand houden, mondkapje - en een aantal vragen over corona die te maken hebben met mogelijk besmettingsgevaar. Alleen veilig bezoek mag verder. “Maar we kunnen niet alles controleren,” zegt afdelingsmanager Karin van Zanten. “Bezoekers gaan ook de tuin in en naar de kamers van bewoners. We weten niet of iedereen zich daar aan de regels houdt, maar vertrouwen op ieders verantwoordelijkheidsgevoel.” Doordeweeks kunnen familieleden tot half vier ’s middags binnenkomen, in het weekeinde tot vijf uur en ze mogen blijven zolang ze willen. Die tijden
hebben te maken met de aanwezigheid van vrijwilligers of medewerkers voor de registratie. Maar uitzonderingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld wanneer een bewoner ziek is. Komt iemand buiten ‘kantoortijden’, dan opent een bedrijfshulpverlener de deur. “Familieleden zijn tevreden over onze bezoekregeling.”
Persoonlijk contact Lockdown, babbelboxen, deuren open, deuren dicht…De bezoekregeling was de zoveelste verandering in toch al hectische tijden. Medewerkers vonden het belangrijk families daar zo zorgvuldig mogelijk over in te lichten. “Persoonlijk contact is belangrijk, zeker omdat we hier een fors aantal coronabesmettingen hebben gehad en veel familieleden bezorgd waren,” vult groepsleidster Wendy Burgwal aan. “Je kan steeds een brief schrijven, maar wij kiezen er liever voor iedereen te bellen.” Bezoek kan dus weer, maar mét beperkingen.
“Bewoners hebben een gezamenlijke huiskamer, het was mooi om te zien hoe bezoekende familieleden vóór de lockdown ook onderling contact maakten. Dat kan nu helaas niet, maar de sfeer is ondanks alles hecht gebleven.” De periode waarin familie en bewoners elkaar een half uur lang in de ‘babbelbox’ konden ontmoeten, was soms lastig. Karin: “Familieleden hadden elkaar al lang niet gezien, wilden elkaar knuffelen en aanraken. Voor de medewerkers was dat niet altijd makkelijk.”
Zware wissel Voorhoeve is inmiddels in rustiger vaarwater terechtgekomen, maar de afgelopen maanden trokken een zware wissel op iedereen. “We werden overvallen door het aantal besmettingen, iedereen voelde zich machteloos. Uiteindelijk konden we het behappen omdat we veel extra hulp kregen, onder meer van vrijwilligers, andere disciplines en uitzendkrachten. En vergeet de inzet van onze eigen medewerkers niet.” ●
Karin van Zanten:
“We werden overvallen door het aantal besmettingen, iedereen voelde zich machteloos.”
Kwaliteit van leven Je moeder minder vaak kunnen zien dan je zou willen is ingewikkeld, zegt Annet de Bos over de bezoekregeling. Het liefst had ze haar moeder nadat die positief werd getest mee naar huis genomen om voor haar te zorgen. “Ze had het heel moeilijk met haar isolement. Het was fijn om haar af en toe te kunnen zien, eerst in de babbelbox en later ook via raamgesprekken. Bezoek is o zo belangrijk voor de kwaliteit van leven en het tegengaan van eenzaamheid.” Annet vond het lastig dat ze wel met haar moeder mee mocht voor ziekenhuisbezoek, maar dat ze haar niet thuis mocht ontvangen. “Het beleid is voor iedereen hetzelfde. Dat begrijp ik, maar niet iedereen past dezelfde schoen. Mijn moeder heeft geen dementie en is heel autonoom. Ze kon zich alleen niet meer redden na de dood van mijn vader. Nadat ik bezwaar maakte, mocht ik haar gelukkig wel één keer per week ophalen.” Ze is blij met het vertrouwen dat ze kreeg. “Ik was vaak kritisch, maar Karin had altijd een luisterend oor. Ik ben tevreden over hoe Voorhoeve alles heeft gedaan.”
Dubbel pech Ria Roling had haar moeder eveneens vaker willen zien. “En ook langer dan het half uur dat de bezoekregel toeliet. Maar ik snap ook dat iedereen dat wel wil en de bezoekmogelijkheden dus beperkt moeten worden. Ik had dubbel pech want ik kreeg zelf corona en mocht drie weken niet langskomen.” Het eerste raambezoek voelde als het bezoek aan een gevangene. “Vrijwilligers zorgden voor de begeleiding. Ik zou zeggen: laat de familie daar een rol in spelen, dan voelen bewoners zich nog meer op hun gemak. Je ziet ze achteruitgaan door het isolement en het gemis van familieleden.” Ria’s vader overleed aan corona, wat voor moeder een grote klap was. “Bezoek vindt ze ontzettend fijn. Ze verbergt haar verdriet een beetje, maar met familie is dat anders. Dan kan ze haar ei meer kwijt.”
21
22 Ponijem Thomassen, informatie adviseur
Mirjam Uittenbogaard, projectleider zorg
Waar: kantoortje/thuisstudio Bijzonderheden: rustig, tenminste als zoontje van 1,5 naar de opvang is.
Waar: keukentafel Bijzonderheden: fashionable met schoenendozen ;)
Bijna van de ene op de andere dag moesten kantoormedewerkers, onder wie ruim honderd van het Centraal Bureau, vanwege het virus thuis gaan werken. De administraties van AxionContinu, ICT, secretariaten, het werk werd ineens allemaal vanuit huis gedaan. Op zolders of in huiskamers werden werkplekken ingericht. Vaak waren er kinderen thuis die les moesten hebben en zat de partner aan dezelfde keukentafel te werken.
Digitaal samen koffiedrinken
H
et was in het begin behoorlijk behelpen. Dat iedereen zo plotseling niet meer ‘op kantoor’ kon werken, daar was AxionContinu niet op voorbereid. Maar binnen de kortste keren kon iedereen op een veilige manier vanuit huis inloggen en aan de slag. Er waren eerst wat kinderziektes, maar die werden snel verholpen. Verder was binnen twee weken ook ´Teams´ beschikbaar. Daarmee kun je via je iPad, computer of laptop online met elkaar overleggen en vergaderen. Je ziet de anderen op je scherm. Het was even wennen in het begin, maar het blijkt al gauw een uitkomst te zijn. Ook kun je met Teams beeldbellen met een collega en dat maakt praten soms wat gemakkelijker.
‘Zakelijk’ kun je thuis met Teams prima werken. Maar je mist het contact met je collega’s, het praatje bij de koffieautomaat. Of de mogelijkheid om even informeel samen over iets na te denken. Verschillende collega’s gebruikten Teams dan ook voor bijvoorbeeld digitaal samen koffiedrinken. Zo heeft een groepje medewerkers van het Centraal Bureau enkele vaste momenten in de week waarop ze elkaar digitaal kunnen ontmoeten om gewoon even te kletsen. Voorlopig blijft thuiswerken de norm en naar verwachting zullen de meeste ook in de toekomst af en toe blijven thuiswerken. ●
23 Sabina van Heeswijk, HR adviseur Waar: woonkamer Bijzonderheden: tussendoor even kleien en troosten.
Roelof Kuperus, medewerker bedrijfs-economische zaken
Waar: woonkamer Bijzonderheden: Vrouw en kinderen werken/ studeren elders in huis.
Esther de Clerq, medewerkers bedrijfsondersteuning
Elles Sannes, functioneel beheerder I&A
Waar: studio Bijzonderheden: vanuit huis in de verte De Componist en vlakbij De Drie Ringen.
Waar: kamer van dochter Fenna (10) Bijzonderheden: Fenna zelf werkt aan de keukentafel en laat soms een lief briefje achter.
Saskia Popal, adviseur welzijn
Marinette du PrĂŠ, medewerkster verzuim
Waar: keukentafel Bijzonderheden: twee pubers werken in hun eigen kamer, de kat loopt constant in en uit.
Waar: woonkamer Bijzonderheden: naast twee dikke Van Dale’s ook de Heukels Floragids in gebruik om laptop op de juiste hoogte te krijgen.
24
In Nederland lag het leven zo ongeveer stil, maar de renovatie van De Bijnkershoek ging gewoon door en was halverwege mei klaar. En zo kon het gebeuren dat middenin coronatijd 38 bewoners Domstate terugverhuisden naar De Bijnkershoek. Dat was op z’n zachtst gezegd een flinke uitdaging.
Verhuizen in coronatijd H et lijkt wel een militaire operatie,” stelde Facilitair manager Frans Tienhooven in mei terwijl hij de verhuiswagen vol spullen van bewoners zag aankomen bij De Bijnkershoek. Samen met een collega van de technische dienst die al gereed stond, begeleidde hij de verhuizers. “Hop, naar binnen, met grote spullen even de lift in, boven in het appartement neerzetten en hop, weer naar buiten. Alles gebeurt gecontroleerd en zonder dat contact wordt gemaakt met anderen. En vanmiddag mag één familielid komen om te helpen met het inrichten.”
Eerste uitpakwerk De afgelopen twee jaar is De Bijnkershoek helemaal verbouwd, in mei keerde een eerste groep bewoners terug van hun tijdelijke onderkomen in Domstate naar hun nieuwe appartementen in De Bijnkershoek. De overige bewoners verhuisden in kleine
groepjes. “De afdelingen 5 en 6 zijn versneld opgeleverd, de laatste bewoners konden begin juli verhuizen.” Frans was in zijn element. Verhuizingen en verbouwingen organiseren vindt hij machtig werk. En dankzij een uitgekiende voorbereiding waarin hij samen met afdelingsmanager Geke Louwrier alles tot in detail vastlegde, liep de ‘militaire operatie’ gesmeerd. “We verhuizen ’s ochtends omdat in Domstate dan iedereen druk is met de revalidatie en de lift nauwelijks wordt gebruikt. Wie dat toch wil doen, houden we tegen,” vertelde hij. De zaterdag voor de verhuizing konden familieleden die gecontroleerd waren op het coronavirus, al spullen komen brengen waarvoor in Domstate geen ruimte was en die op andere plekken waren bewaard. “Het eerste uitpakwerk was dus al achter de rug.”
Kippenvel De appartementen zijn onherkenbaar geworden: de kleine éénkamerappartementen zijn veranderd in ruime tweekamerwoningen. De reacties van bewoners bezorgen Frans kippenvel. “Ze zijn onder de indruk, emotioneel.” Niet alle bewoners konden terugkeren, bijvoorbeeld door een verslechterde gezondheid, maar uiteindelijk kon de puzzel worden opgelost. “En er waren nog wel wat wensen. Sommigen wilden graag aan de zonkant wonen, anderen op de hoogste verdieping. We hebben het gelukkig iedereen naar de zin kunnen maken.” ●
Bestuurder Marie-Claire van Hek
‘Lessen trekken uit ervaringen’ Ook voor bestuurder Marie-Claire van Hek vormden de coronamaanden een bijzondere periode. “Je wil in zulke lastige tijden naast je medewerkers staan, maar dat was onmogelijk. Er moest afstand worden gehouden.” Wel heeft ze – met Martin den Hartog, haar collega in de Raad van Bestuur – contact proberen te houden met zorgteams en stafmedewerkers via beeldbellen. “Naast alle regelwerk op centraal niveau wilden we ook graag uit eerste hand horen waar medewerkers behoefte aan hadden, waar ze zich zorgen over maakten.”
I
nmiddels is de evaluatie van die afgelopen maanden gaande. Een extern bureau (DIG) heeft medewerkers en familie gevraagd hun verhalen te vertellen en suggesties te doen. Marie-Claire: “De conclusies moeten nog getrokken worden, maar wat ik al vernomen heb is dat mensen ontzettend graag hun verhaal doen. In de coronamaanden, en zeker tijdens de lockdown, hebben we toch in wat ik noem ‘eigen bubbel’ moeten leven en werken. We hebben allemaal onze ervaringen en het is goed die uit te wisselen om ook beter van elkaar te begrijpen wat we in die periode hebben doorgemaakt. Het is zeker goed frustraties uit te spreken. Zorgteams blijken zich bijvoorbeeld niet altijd voldoende gesteund te hebben gevoeld door
Marie-Claire van Hek:
“De veerkracht van de teams is bewonderingswaardig hoog.”
25
de rest van de organisatie. Uit die ervaringen moeten we lessen trekken, waarbij het wel zaak is niet veroordelend te zijn naar elkaar. Want wat me vooral is opgevallen in die crisistijd is dat iedereen in de organisatie zeer betrokken was en zich op welke manier dan ook wilde inzetten.”
Hechter Het is duidelijk dat de pandemie een zware wissel heeft getrokken op vooral zorgmedewerkers. “Dat horen we ook van het psychosociale team dat we hebben opgezet om medewerkers te ondersteunen op het mentale vlak. Niet alleen was de zorg zwaar, met de nodige sterfgevallen, het waren ook angstige tijden met het risico zelf besmet te raken. Er zijn ook medewerkers ziek geworden, wat dan weer de werkdruk verhoogde. Maar de veerkracht van de teams is bewonderingswaardig hoog. Je hoort ze ook vaak zeggen dat de onderlinge band sterker is geworden door wat ze hebben doorstaan.”
26
Zo beschouwd is de coronacrisis niet enkel kommer en kwel. Het heeft ook ontwikkelingen in gang gezet. “Teams zijn hechter geworden en durven eerder hun verantwoordelijkheid te nemen. Er zijn samenwerkingen ontstaan over disciplines heen. Allemaal zaken die we graag zien gebeuren. Ook het Familienet lijkt nieuw leven te zijn ingeblazen. Het bestond natuurlijk al, maar het leek soms een verplicht nummer om het bij te houden. Nu werd weer eens duidelijk hoe belangrijk het is naasten te betrekken bij het dagelijks leven van een cliënt.”
Trends Corona versnelde meer trends. “Thuiswerken is niet meer weg te denken. Al maakt de evaluatie ook duidelijk dat medewerkers wel degelijk behoefte houden aan contact met collega’s anders dan via telefoon of beeldbellen. Het is toch fijn elkaar regelmatig in levenden lijve te ontmoeten, even een praatje maken en informeren hoe het gaat. Het beeldbellen blijkt vaak een heel efficiënte manier om te overleggen. Zeker in onze organisaties met zijn vele locaties kan dat veel tijd schelen.” Het virus lijkt bovendien een onbedoeld groot effect te hebben op het landelijk gepropageerde beleid om ouderen langer thuis te laten wonen. “Tijdens de coronacrisis hebben we nauwelijks nieuwe cliënten aangenomen in onze huizen.
Marie-Claire van Hek:
“Thuiswerken is niet meer weg te denken.”
Familie was blijkbaar toch bang dat er mogelijk besmettingen zouden zijn waardoor ze hun familielid een tijd niet zouden kunnen bezoeken. We hebben dus best veel lege bedden op dit moment en ik verwacht dat die terughoudendheid richting verpleeghuizen nog wel even zal aanhouden. Voorlopig kunnen we dat financieel opvangen met extra ondersteuning van de overheid, maar het is de vraag hoelang dat blijft. Aan de andere kant vraagt deze ontwikkeling ook om extra versterking van onze thuiszorgtak, want de behoefte aan thuishulp zal toenemen. We zien ook meer instroom bij onze revalidatieafdeling van cliënten die herstellen van corona. En in overleg met ziekenhuizen en huisartsen in de regio hebben we een aantal bedden paraat voor opname van COVID-19-patiënten, mocht dat nodig zijn bij een tweede golf.”
Herdenking “Als er een tweede golf komt, en eigenlijk gaan we ervan uit dat die komt, zullen we veel beter zijn voorbereid dan bij de eerste golf. We zijn nu bezig met het uitwerken van een herdenkingsmoment. In het najaar is er een nationale herdenking. Wij willen daar als AxionContinu een eigen invulling aan geven. Het was een heftige periode. Het is goed daar samen bij stil te staan en een tastbare herinnering achter te laten. Maar laten we vooral geïnteresseerd blijven in elkaars ervaringen. Dat we die blijven vertellen en met elkaar blijven delen, is belangrijk om samen verder te kunnen.” ●
Colofon Contact is het magazine van AxionContinu. Het magazine verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 6.000 exemplaren. Contact wordt verspreid onder cliënten, medewerkers, vrijwilligers en relaties van AxionContinu. Redactieadres AxionContinu Afdeling Communicatie Beneluxlaan 922 3526 KJ Utrecht (030) 282 22 00 communicatie@axioncontinu.nl Redactie Marleen ten Berge Maaike Hoogland Berber Schrijver Mirjam Welleweerd Louis Nouws Eddy Steenvoorden Willem de Bruijn Fotografie Eddy Steenvoorden en anderen
Hart onder de riem We hebben elkaar extra hard nodig in deze bijzondere periode, waarin veel anders gaat dan we zijn gewend. De afgelopen periode zijn onze bewoners en medewerkers aangenaam verrast met overweldigende, creatieve, positieve en hartverwarmende acties en initiatieven uit allerlei verschillende hoeken. Dit hielp en helpt om deze moeilijke tijd samen door te komen.
Beste buurtbewoners, leveranciers, bloemisten, bakkers, artiesten, vrijwilligers en alle anderen die ons verrassen met kaarten, bloemen, optredens, handgemaakte mondkapjes, taartjes en nog veel en veel en veel meer.
hartelijk We willen jullie graag
bedanken! Het is hartverwarmend om in deze bijzondere periode te ervaren hoeveel mensen om onze cliënten en medewerkers heen staan. Samen komen we deze tijd door! Martin den Hartog, Marie-Claire van Hek, Raad van Bestuur AxionContinu
AxionContinu. Optimisten in de zorg. axioncontinu.nl
Vormgeving BLADEN&CO/Willem de Bruijn
Zomer 2020
Zingen in de tuin Niet zingen mét bewoners? Dan maar vóór bewoners! Het idee ontstond spontaan tijdens een ontmoeting van vrijwilligers Peter Roelofsen, Ria van der Zouw en Gerrie Mettes. Ze zijn betrokken bij het alzheimerkoor van AxionContinu en zongen
AxionContinu. Optimisten in de zorg. AxionContinu biedt wonen, zorg en revalidatie, thuis of in één van de veertien locaties in Utrecht, IJsselstein en Lopik. Onze passie is het bieden van waardevolle zorg aan cliënten door te denken in mogelijkheden. In wat wél kan. Zo halen we het beste uit een situatie, zelfs wanneer die onomkeerbaar is. Daarom is AxionContinu: Optimisten in de Zorg. www.axioncontinu.nl
vóór het coronavirus toesloeg iedere dinsdagavond met bewoners van De Gildenborgh. “Er bleek veel enthousiasme voor zingen in de tuinen te zijn. Inmiddels hebben we al zo’n tien uitvoeringen achter de rug en er doen altijd wel andere koorvrijwilligers mee.” Op een zonnige woensdagmiddag eind augustus zingen ze in de tuin van De Voorveldse hof. De luisteraars genieten, maar de vrijwilligers zelf ook. “Het is geweldig, maar intussen vragen we ons ook af hoeveel deelnemers aan de zangbijeenkomsten we nog zullen terugzien wanneer we weer kunnen beginnen. Dat is wrang.”