B2Ai architects
Klooster Gerkenberg in Bree herleeft dankzij smaakvolle herbestemming
Jarenlang stond het klooster Gerkenberg en de bijhorende kerk in Bree leeg. Het torenhoge potentieel onbenut. Tot het innovatief zorgbedrijf Care for Life het in handen kreeg en hun huisarchitect B2Ai architects aanstelde om het om te toveren tot een nieuwe ‘Triamant’, een gastvrije, bruisende woon- en leefbuurt voor mensen van verschillende leeftijden, al dan niet hulpbehoevend.
Dit klooster met neogotische kloosterkerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Carmel (1914-1919) was oorspronkelijk een karmelietenklooster. In 1927 werd het complex aangekocht door de Missionarissen van het Heilig Hart, die er een studiehuis en noviciaat vestigden. In 1969 werd het een bezinningscentrum, geleid
door dezelfde congregatie. In 2001 trokken de laatste paters zich uit Gerkenberg terug. Kort daarna werd het complex aangekocht door de stad Bree waardoor op de site een welzijnscampus met een rusthuis, dagopvang voor senioren, kinderdagverblijf en opvang voor volwassenen met een verstandelijke handicap een plek kregen.
Voor het in 2015 in handen kwam van Care for Life, stond het kloostercomplex al geruime tijd leeg waardoor het verder afgetakeld was. Pas dan is de urgente herbestemming in een stroomversnelling geraakt. Care for Life wou er een nieuwe Triamant realiseren en diende initieel een aanvraag in met naast de herbestemming van het klooster ook een nieuwbouwaanvraag
voor een zorghotel naast het kloostergebouw. Maar dat laatste zou er uiteindelijk nooit komen. Niels Algoedt, ontwerparchitect bij B2Ai architects: “Dat laatste is geschrapt omwille van financiële overwegingen, iets waar we gedurende het hele proces streng over moesten waken. Dat is ook de reden dat de kerk tot op heden minder ingrijpend is aangepakt dan we hadden voorzien. Het interieur kreeg een opfrisbeurt en is op zich best sprekend, maar we hopen zeker het dak in de toekomst nog te kunnen aanpakken, want dat doet nu wat afbreuk aan de rest van het mooi gerestaureerde complex.”
Zoals wel vaker het geval is bij kloostersites, is het complex volledig ommuurd waardoor het afgesloten is van zijn omgeving. Bovendien waren de gebouwen zelf heel statisch in het domein ingeplant, waardoor elke relatie vanaf de straat met de mooie achterliggende parktuinen ontbrak. “Met die prachtige parktuinen die een perfecte aanvulling zijn op de omliggende landelijke omgeving is dat best
wel jammer”, vertelt Niels. “Er een open en toegankelijke site van maken, was dan ook één van onze eerste doelstellingen. In de visie van Triamant om een gastvrije en kwalitatieve woon- en leefomgeving aan te bieden, was dat een belangrijke pijler in ons ontwerp.”
Het initiële programma omvatte de creatie van woonunits (in nieuwbouw) en assistentieflats (in klooster) voor bewoners, aangevuld met een hotel. De oorspronkelijke plannen voor de kerk waren die van een polyvalente zaal die onder meer een restaurant, vergaderzalen, een bibliotheek en een theaterzaal omvatte. Dit werd later teruggeschroefd omdat het financieel niet rendabel en haalbaar bleek.
De combinatie van een renovatie en nieuwbouw is altijd delicaat, zeker wanneer het gaat om gebouwen met een sprekende architectuur. “Net zoals bij veel kloosters zien we een strenge architectuur met een sterke ritmiek. Telkens dezelfde beukmaat met daartussen een dragende penant en betonbalken die
de overspanning maken van muur tot muur en de vloeren dragen. We zien ook drie geledingen met een eerste gevelvlak, een terugspringend gevelvlak en dan nog eens het terugspringend schrijnwerk. Voor de nieuwbouw hebben we ons daarop geïnspireerd, zij het in een iets minder strenge vorm.”
Een belangrijke knoop die B2Ai architects moest doorhakken, betrof de aanwezigheid van de toren en het kapittelhuis aan de achterzijde van de kerk. “Een heel complex knooppunt met overgangen tussen verschillende vloeren en diverse hoogtes. Na het afspringen van het hotelproject hebben we dan de harde beslissing genomen om beide te slopen, net als de aangebouwde vleugel. Een drastisch besluit, maar dat maakte het wel mogelijk om de site volledig open te maken en een doorsteek te creëren vanaf de straat tot helemaal achteraan naar de parktuin.”
Met een nieuwe vleugel kon ook het vooropgestelde programma gerealiseerd worden.
Care for Life bouwt innovatieve zorgdorpen. “De bedoeling is om gastvrije en levendige buurten te creëren waarin jong en oud hun leven lang zelfstandig kunnen blijven wonen. Wie zorgbehoevend is of wordt, kan de klok rond een beroep doen op een professioneel zorgteam. Maar levenskwaliteit en keuzevrijheid staan bij Triamant centraal. Daarmee willen ze een intergenerationeel antwoord bieden op de uitdagingen die de vergrijzing met zich meebrengt. Iedereen kan er immers terecht en kan er ook genieten van een interessant aanbod aan socio-culturele activiteiten en voorzieningen. Een klein dorp in de stad als het ware.”
B2Ai architects legde de puzzel om op een stringente manier de diverse woonunits te
kunnen aanbieden die voldoen aan de wensen van de bouwheer. Daarbij beschikt elke unit over een woonruimte met geïntegreerde keukenfaciliteit, een integraal toegankelijke badkamer en een slaapruimte die zowel vanuit de leefruimte als vanuit de badkamer bereikbaar is. Met het oog op eventuele zorg later. Standaardkamers die een upgrade kregen, beschikken daarnaast over een bureauruimte of extra logeerkamer. Het spreekt voor zich dat de integratie van dergelijke woonunits complexer was in het klooster omdat ze daar gebonden waren aan bestaande structuren.
Dat het klooster lang leeg stond, hielp de renovatie niet. De dakkapellen en vooral het dak waren er erg aan toe. Het dakgebinte zelf konden
ze gelukkig wel bijna integraal behouden. Net als enkele mooie architecturaal waardevolle elementen zoals de natuurstenen trap of de leuke tegelpatronen van de kloostergang die ze in ere wisten te herstellen. Maar alle dunne tussenvloeren werden vervangen en het oude pleisterwerk op de bakstenen muren werd afgekapt, waarna ze werden gekaleid. Bij nieuwe toevoegingen koos B2Ai architects voor een eerder bruut contrast met het bestaande zoals bijvoorbeeld betonstenen in het zicht of een vloer met betonlook. Verder werden de bestaande circulatiekernen geoptimaliseerd met nieuwe en toegankelijke liften van waaruit telkens diverse kamers bereikbaar zijn. In die optiek kreeg de nieuwbouw die de voormalige toren vervangt eveneens een circulatiefunctie. Als referentie naar de toren kreeg dit volume
een knik waardoor het zich ook maximaal naar de tuin richt.
In de kerk kregen de vloer en het bakstenen plafond een frisse opknapbeurt en werden een aantal spreekruimtes voorzien door middel van een luifel met gordijn. De voormalige sacristie aan de achterkant werd vervangen door een nieuwe aanbouw op pilotis met daarin de open keuken voor de brasserie in de nieuwbouw. Die kan bovendien apart verhuurd worden voor evenementen. Een nieuw paviljoen dat tegen de kerk is gebouwd, fungeert als hoofdinkom en werd aan de bovenzijde met spiegelpanelen afgewerkt om deze ingreep zo subtiel mogelijk te houden.
B2Ai architects probeerde een mooi evenwicht te realiseren tussen oude en nieuwe architectuur. Naar analogie met het kloostergebouw is de aanbouw opgetrokken in rode baksteen.
Een kleurnuance, uitgesproken reliëf en metselwerk in wildverband zorgen voor een duidelijk onderscheid tussen het historische gebouw en de nieuwbouw. Dieperliggende metselwerkvlakken met streklagen aan de boven- en onderzijde zijn dan weer een knipoog naar de bestaande ingewerkte en verdiepte metselwerkbogen met harde ritmiek.
Ook de dieperliggende vrijstaande nieuwbouw werd uitgewerkt in de stijl van de aanbouw op pilotis. Net als het bestaande klooster is die vormgegeven als een gebouw met een centrale binnentuin, zij het dat die hier wel een relatie aangaat met de site. Een spel van licht hellende daken met verschillende oriëntatie doorbreekt de strakke vormentaal van de nieuwbouw en laat de zon binnenvallen in de binnentuin. In tegenstelling tot het klooster kregen de daken geen zwarte maar rode leien. Dit om het monolithische karakter
te versterken. Een ander onderscheid zit hem in wit schrijnwerk die kenmerkend is voor het klooster, terwijl de nieuwbouw zwart schrijnwerk kreeg. Met uitzondering van de publieke witte delen zoals de hoofdinkom.
Het is duidelijk dat het kloostercomplex met deze Triamant, goed voor 147 woonunits met hoteluitstraling, nieuw leven ingeblazen werd en dat de site die voorheen in zichzelf was gekeerd, nu helemaal in de omliggende natuur en in het sociale weefsel van Bree is opgenomen. Onder meer dankzij een nieuw fietspad dat door de site en langs het restaurant passeert en opgenomen is in het fietsenknooppunt van Limburg. Dit project komt dus niet alleen de nieuwe inwoners ten goede, maar iedereen die met de stad is begaan.
Tekst: Sam Paret
Foto's: Philippe van Gelooven