(TM) 360 - SBa - B2Ai
Van afgesloten eiland naar open buurtwijk met fraai en herkenbaar gezicht voor provincie Oost-Vlaanderen
De Leopoldskazerne in Gent, een iconisch militair gebouwencomplex op het hoogste punt van de stad, krijgt eindelijk een nieuwe invulling. Na jaren een gesloten eiland in de stad te zijn geweest stelt het zich voortaan volledig open en dat is niets te vroeg. Niet alleen richting de stad wordt het complex verder opengemaakt, ook de blinde muur langs de binnenring van Gent verliest zijn gesloten karakter en wordt zelfs de voornaamste ingang. Dat heeft dan weer alles te maken met de provincie Oost-Vlaanderen die al even op zoek was naar een plek voor al haar medewerkers en naar een zekere herkenbaarheid.
Met deze nieuwe locatie voor het Provinciehuis, schrijft de provincie Oost-Vlaanderen zich in in wat bekend staat als de cultuurkilometer die
zich uitstrekt van het Stam tot aan het MSK, het S.M.A.K. en het ICC. Toch was het geen gemakkelijke opdracht, want hoe tover je die burcht in de stad die De Leopoldskazerne was, om tot een open huis dat aansluiting vindt bij de buurt? Jan Mannaerts: “Door er een groot inclusief project van te maken, want behalve de provincie komen er ook woonentiteiten, een hotel en een kindercrèche. En de grootste ingreep betreft misschien wel de openbare ruimte, een publiek toegankelijk park zal immers verrijzen op de plaats van het voormalige paradeplein van de militaire kazerne.”
Na een lange procedure kwam het consortium Democo - Matexi met 360architecten, Sergison Bates Architects, B2Ai en Maarten Dobbelaere
(restauratie) als winnaar uit de bus van de Design & Build-wedstrijd die werd uitgeschreven. De hoofdinsteek voor de herontwikkeling van de site bestond uit meerdere lagen. Je hebt natuurlijk de eclectische architectuur die je overdondert als je vanop het paradeplein naar de kazernegebouwen om je heen kijkt. Die bijzondere architectuur is per definitie sturend voor alle bijkomende ingrepen die je doet. “Enerzijds tekende zich de duidelijke, haast clichématige ambitie af dat dit een afgesloten eiland binnen de stad was dat een buurt moest worden die aansluiting vindt bij de omliggende wijken. Dat vonden we een boeiende stedenbouwkundige operatie om te onderzoeken. Anderzijds is het fascinerend dat de kazerne destijds ontworpen was met de voorzijde naar het centrum gericht en de hoge omwalling naar achteren. Toen was er nog geen sprake van de ringlaan aan de Charles de Kerckhovelaan. Bij dergelijk complex dat in se af is, rijst de vraag wat je er als architect aan moet toevoegen. Daarom was het een zegen voor ons dat de vraag van de provincie er kwam
om een soort gezicht en publiek adres te maken langs de kant die voor ons Gentenaars altijd een blinde muur is geweest. De zoektocht naar hoe je die openbreekt en er een publieke aanwezigheid creëert, is zeker een boeiende uitdaging geweest.”
Nadenken over nieuwe architectuur of een nieuwe verschijning om de omkering te helpen bewerkstelligen dat het project zich voortaan door haar publieke functie evenzeer richt naar de ringlaan en het Citadelpark dan naar het centrum, was voor 360architecten uitermate interessant. “Het omhelst meer dan louter een opening maken in die blinde muur. De kazerne bestond namelijk uit losse paviljoenen gekenmerkt door een strenge architectuur volgens een stramien dat uitgezet was voor de functie die het moest bekleden. Je had grote slaapzalen voor de militairen zonder comfort en kleinere voor de officieren. Geen enkel paviljoen was met elkaar verbonden, dus op een gegeven moment in het ontwerpproces werden we geconfronteerd met de
nood om die met elkaar te verbinden om een werkend provinciegebouw te krijgen. Onze oplossing bestond erin om vanuit de Charles De Kerckhovelaan gezien een soort betonnen plint rond die gebouwen te leggen die bewust laag blijft. Daarin zitten alle publieke functies vervat met centraal het onthaal, een ruimte die tussen binnen en buiten zweeft en ook voorziet in een doorsteek naar het park.”
De paviljoenen zelf werden herleid naar een casco structuur om ze een nieuwe invulling te geven volgens de functie die er logischerwijze best bij past. Zo hadden de vroegere slaapzalen de perfecte maat voor klasruimtes, het hoekgebouw had een zekere kamerstructuur waardoor het zich goed leende om er de deputatie en de kabinetten in onder te brengen. De dakconstructie van het hoofdgebouw is aangepast om er 2 verdiepingen aan kantoren in onder te brengen. Het meest prominente natuurstenen gebouw op de punt van de vijfhoek tenslotte is herbestemd als raadszaal op de verdieping en exporuimte op het gelijkvloers.
Het ontwerpteam nam ook een standpunt in wat de algemene beeldbepaling betreft. Zo mocht wat wel nieuw is binnen dat toch wel sprookjesachtige kader een autonome verschijning hebben op voorwaarde dat het affiniteit had met het bestaande. Daarbij werd niet het contrast opgezocht of overdreven historiserende architectuur toegepast, maar eerder een zachte hedendaagse aanvulling die zich op de achtergrond zet. Dat uit zich zowel in vormgeving als in materialiteit en kleurzetting, alles geïnspireerd op het bestaande. Zo verwijst de robuuste betonnen plint naar de vele natuurstenen elementen die er aanwezig zijn en de lichte opbouw kent een stalen bekleding die geprofileerd en genuanceerd is waardoor een geleding verschijnt via
schaduwspel die ook erg aanwezig is in de bestaande eclectische stijl.
De belangrijkste ingreep voor de buurt is uiteraard de creatie van een centraal publiek park op de plaats van het militaire plein waarrond het ensemble van gebouwen was ontworpen terwijl de ondersteunende functies aan de blinde gevel waren voorzien. Op elke hoek van de vijfhoekige site komen er strategische openingen om het volledig doorwaadbaar te maken, vanuit de omliggende straten tot in het groene hart. Die openingen zijn evenwel niet van die orde dat ze de samenhang van het ensemble in het gedrang brengen. Ook publieke en buurtgerichte programma’s als het café/brasserie voor werknemers en
bezoekers van de provincie, het hotel en het kinderdagverblijf zullen een rol spelen in het open karakter van de plek en de provincie duidelijk aanwezig maken in de stad.
Het publieke karakter van de site combineren met woonfuncties is niet evident, ook al hou je die verkeersvrij. De ontwerpers dachten hier dan ook al over na in het masterplan. Vandaar dat in de perimeter waar vroeger de ondersteunende functies gesitueerd waren ook collectieve tuinen zijn voorzien. “Zo krijg je een graduele overgang van publiek park naar collectieve tuinen en vervolgens private terrassen naar de woonentiteiten. Een essentieel geheel waar je geen schakel uit kan wegnemen, maar die nu als positieve collectiviteit wel garant staat voor een fantastische plek om te wonen in de stad.”
Het feit dat het zo’n grote ontwikkeling betreft, liet toe om resoluut de duurzame kaart te trekken. Zowel voor het Provinciehuis als voor de buurt. Via een BEO-veld en zonnepanelen op de site zelf kunnen ze hernieuwbare energie opwekken en zijn ze fossielvrij.
Tal van maatregelen zorgen ervoor dat het Provinciehuis zelfs een BREEAM ‘excellent’score haalt waarmee het als renovatieproject vele nieuwbouwprojecten overtreft. Daarbovenop werd op het masterplan de BREEAM COMMUNITY toegepast die peilt naar duurzaamheid op wijkniveau en over alle domeinen heen.
“Het framework dat we hebben bedacht is robuust genoeg om wisselende functies in de toekomst aan te kunnen. Het mag gerust een eigen leven gaan leiden later. Voor
de werknemers zal het een aparte maar wel kwalitatieve werkplek zijn, een ambitie die de provincie ook zelf uitsprak. De gesloten Leopoldskazerne deels teruggeven aan de stad en zijn inwoners vonden wij heel belangrijk. De interactie met buurt en stad versterken, was dan ook onze voornaamste drijfveer. Wij gaan tevreden zijn wanneer de Gentenaars de reflex maken om aan de vernieuwde Leopoldskazerne te denken wanneer ze elkaar willen ontmoeten. Maar we zijn ervan overtuigd dat het alles heeft om een nieuwe hotspot in de stad te worden.”
Beelden:
Site - Joris Bourgeois
Reception hall - Nora Walter Back office - Sergison Bates