4 minute read

Frederieke Schaafsma

Next Article
Media

Media

TRENDS IN ARBO de toekomst

Waar gaat het naartoe de komende jaren? Wat is de invloed van de pandemie? Vier kerndeskundigen geven hun visie op veilig en gezond werken. Bundel expertise en versterk de vitaliteit van de werknemer. Kijk niet alleen naar ongevallen en pas op voor tweedeling. Dat zijn valkuilen. Vier perspectieven.

tekst Walter Baardemans en Ton Bennink

“De focus van de werkgever bepaalt wat er gebeurt in de bedrijfsgezondheidszorg.” Zo omschrijft Frederieke Schaafsma, bijzonder hoogleraar arbeids- en bedrijfsgeneeskunde bij het Amsterdam Universitair Medisch Centrum, de huidige bedrijfsgezondheidszorg. Ze maakt zich zorgen dat bedrijfsartsen door de marktwerking onvoldoende hun meerwaarde kunnen laten zien. Schaafsma: “De vraag naar verzuimbegeleiding is enorm.” Tot zover niets nieuws onder de zon, want dat is al jaren het geval. Om het tekort aan bedrijfsartsen op te vangen, zijn de praktijkondersteuners erbij gekomen. Schaafsma: “Maar is er een tekort aan bedrijfsartsen of aan verzuimbegeleiders is dan mijn vraag?”

Polikliniek

Schaafsma is naast haar werk als bijzonder hoogleraar ook hoofd van de polikliniek Mens en Arbeid van Amsterdam UMC en werkt één dag in de week als bedrijfsarts in de praktijk van de polikliniek. Veel professionals worstelen nog altijd met de enorme vraag aan verzuimbegeleiding, bespeurt zij om haar heen. Schaafsma: “Een aantal jaren geleden is ingezet op taakdelegatie: om bedrijfsartsen te ontlasten zouden anderen werkzaamheden van de bedrijfsarts overnemen in de verzuim- Frederieke Schaafsma, bijzonder hoogleraar arbeids- en begeleiding. Dat is an sich een goed idee en begint nu lang- bedrijfsgeneeskunde. zaam vorm te krijgen. Maar de vraag blijft zo groot dat de bedrijfsarts niet meer ruimte krijgt, bijvoorbeeld voor meer preventiegerichte adviezen. Die heeft het alleen maar drukker gekregen.” “De bedrijfsarts krijgt nu vooral complexe verzuimdossiers. Tegelijk zijn er managementtaken bijgekomen. Want de beʻGoede arbozorg drijfsarts blijft wel eindverantwoordelijk voor de zorg door de praktijkondersteuner. De NVAB heeft een leidraad geschreven over hoe om te gaan met taakdelegatie, dat helpt zeker. Maar je blijkt kwetsbaar’ merkt dat iedereen nog aan het zoeken is hoe dit goed in te regelen in de eigen praktijk.”

ʻMijn zorg is dat we zo zitten op de belastbaarheid dat we de belasting te weinig in het vizier hebben’

Er is volgens Schaafsma ook verschil in kwaliteit tussen praktijkondersteuners. “Sommigen hebben een medische achtergrond en BIG-registratie; anderen niet. Dat maakt dat de bedrijfsarts zelf de afweging moet maken of hij of zij aan iemand de taken wil en kan delegeren.”

Coronatijd

Ze is blij dat bedrijfsartsen in de coronatijd hun meerwaarde hebben kunnen laten zien. Schaafsma: “Veel bedrijfsartsen waren gesprekspartner voor werkgevers die zich zorgen maakten. We waren er ineens voor meer dan verzuim alleen; je kon ook advies geven hoe om te gaan met maatregelen. Ik vraag me wel af of we die preventieve inbreng stevig genoeg hebben kunnen neerzetten, zodat de werkgever ook de meerwaarde ziet voor andere arbeidsrisico’s.” De coronatijd zette extra druk op de verzuimbegeleiding, meent zij. Dat maakt de bedrijfsgezondheidszorg volgens haar kwetsbaar. Schaafsma: “Door de coronapandemie zijn er de afgelopen twee jaar bij arbodiensten weinig grote projecten aangevraagd. De focus lag sterk op de verzuimbegeleiding. Niet bij groter preventief risico-onderzoek binnen bedrijven. Daar hadden werkgevers, begrijpelijk overigens, even geen oren naar en ook geen geld voor. Sommige preventiegerichte professionals zoals ergonomen gingen daardoor helaas weg bij arbodiensten. Die specialisten zijn juist belangrijk voor het voorkomen van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat.” “Aan de voorkant kwamen praktijkondersteuners naar binnen, omdat de vraag naar verzuimbegeleiding voor de arbodienst wel goed bleef. De consequentie is dat arbodiensten nog verder de focus krijgen op de verzuimbegeleiding. Dat is voor de arbodienst het verdienmodel waar nog iets te halen valt. De afgelopen twee jaar hebben opnieuw getoond dat marktwerking in de bedrijfsgezondheidszorg kwetsbaar is: de focus van de werkgever bepaalt wat er gebeurt.”

Schrikbeeld: uitholling

Het schrikbeeld voor Schaafsma is dat het vakgebied wordt uitgehold en de bedrijfsarts zijn meerwaarde onvoldoende kan laten zien. “Ik vraag me oprecht af of de bedrijfsarts als een superspecialist in verzuim kan blijven voortbestaan. Natuurlijk is dat heel belangrijk werk, maar als we alleen vanuit de spreekkamer bezig zijn met verzuim en geen beeld meer hebben van de belastende factoren op de werkplek en niet bezig zijn met preventie van uitval, kan een specialist of huisarts het ook doen. Onze meerwaarde zit altijd in zowel de specifieke belastende factoren van het werk goed te kennen als ook de belastbaarheid van een persoon. Mijn zorg is dat we zo zitten op de belastbaarheid dat we de belasting te weinig in het vizier hebben. Daarmee kunnen we ook een deel van onze meerwaarde, onze toegevoegde waarde, niet tonen. Dat is mijn schrikbeeld.” Door de coronapandemie krijgt de bedrijfsarts volgens Schaafsma te maken met nieuwe vraagstukken. Mensen zijn meer gaan thuiswerken en dat blijft ook deels zo, verwacht zij. “De bedrijfsarts moet nadenken over wat thuiswerken betekent voor de risico’s voor de gezondheid van mensen. Je kunt werk en privé makkelijker combineren, maar mensen kunnen ook langer blijven doorwerken en daardoor sneller overbelast raken.” En de afstand tot werknemers wordt groter bij thuiswerk. Schaafsma: “Je krijgt het minder makkelijk in beeld, want je gaat niet zo snel op huisbezoek. We komen als bedrijfsarts al minder op de werkplek. Dit draagt er niet aan bij.”

This article is from: