4 minute read
Piet Hoogendoorn verkocht zijn
BEDRIJFSOPVOLGING Door Maxim Renders
GEEN BEDRIJFSOPVOLGING, MAAR WEL VOORTZETTING VAN FAMILIETRADITIE
BIJ JE DOCHTER IN DE ZAAK
Een oude liefde zal Piet Hoogendoorn de transportsector nooit noemen. Want zijn liefde voor het werk is nog even bloeiend als tevoren. Al meer dan vijftig jaar. Zelfs na de verkoop van zijn florerende transportbedrijf P.J. Hoogendoorn Transport. Want alsof er niets veranderd is, staat hij nu dagelijks zijn dochter bij in haar fonkelnieuwe transportbedrijf A.E. Hoogendoorn Transport. En dat zou best nog eens jaren kunnen voortduren.
De 68-jarige Piet Hoogendoorn verkocht zijn bedrijf P.J. Hoogendoorn Transport in Lunteren aan de familie Mandersloot in Renswoude, in de transportsector actief onder de bedrijfsnaam Mantrans. Hij had het graag binnen de familie gehouden, aan zijn dochter Anna verkocht. Maar die had andere plannen. Het zou nog een halfjaar duren eer ze de stoute schoenen aantrok om samen met haar partner A.E. Hoogendoorn Transport te beginnen. Als je de klok eens terug zou kunnen draaien... De keerzijde is dat hij zijn firma op een goed moment verkocht en zij nu onder eigen naam al twee auto’s heeft rijden. Maar denk vooral niet dat Anna’s onderneming klein blijft. Die indruk krijg je snel genoeg in gesprek met haar vader Piet. “Er zouden er zo maar eens vijf bij kunnen komen”, brengt hij achteloos ter sprake.
BETON EN NOG EENS BETON
Hij kan het weten, kent het klappen van de zweep. Begonnen als chauffeur bij zijn vader neemt hij in 1979 een auto van hem over om uiteenlopende goederen te gaan vervoeren, stortgoed onder andere. Na een jaar gaat hij beton rijden voor de Edese betonfabriek: het begin van een langdurig verbond. Hij zal het tot 2020 blijven doen. Destijds reed hij nog maar met één auto; het werden er uiteindelijk zestien. Het bedrijf groeide mee met de groei van de betonfabriek, die zich intussen in Veenendaal had gevestigd onder Bruil EBM Veenendaal. De planning van de vijftien chauffeurs deed hijzelf, las de tekeningen, wist hoe de auto’s moesten worden geladen en maakte de berekeningen. Ook de administratie werkte hij samen met zijn vrouw weg. “Met een paar dichte auto’s reden we weliswaar ook naar Duitsland, België en een klein stukje Frankrijk. Maar er was genoeg werk in Nederland. Bovendien: rijd je internationaal, dan krijg je te maken met een ander type chauffeur. Onze chauffeurs kon je typeren als hobbyisten, die dag en nacht met hun auto bezig zijn, die netjes met hun materiaal omgaan. Dat past bij ons. We reden de elementen tot en met 17 meter. En het lossen deden we zelf tot elementen van 12 meter. Stuk voor stuk Scania’s en Volvo’s, dikke achtcilinders, goed voor 700 pk.”
APETROTS
Natuurlijk, hij is apetrots op zijn dochter Anna. Dat ze het lef heeft getoond om zelf een bedrijf te beginnen, dat ze binnen de kortste keren haar vakdiploma’s en vakrijbewijs haalde. En dat ze nu met hem samenwerkt. Haar vriend is al chauffeur, dus die kon meteen beginnen. Nadat ze zich had ingeschreven bij de Kamer van Koophandel kon het feest beginnen. Tja, en toen wilde ze natuurlijk ook een degelijke auto hebben. Een dikke Scania bij voorkeur. Als die dan ook nog eens een eigen smoel zou kunnen krijgen... Piet had destijds voor zijn eigen bedrijf al een uniek kleurenmengsel gefabriceerd, dus die oefening wilde hij wel herhalen. Hij ging aan de slag en opnieuw toverde hij een unieke kleur tevoorschijn. Dit keer voor A.E. Hoogendoorn Transport. Beiden zijn goed te spreken over de samenwerking. “Leuk om zo met mijn vader te werken”, stelt Anna. “Mooi wat ik het allemaal voor mijn dochter kan doen”, reageert Piet. “Met schuld begon ik mijn bedrijf. 12 procent rente moest ik betalen! Mijn vergunningen moest ik zelf bekostigen; ik kreeg geen stuiver van mijn vader. Zie het maar te redden, dat was feitelijk zijn advies. Nou, dat is gelukt. Met hard werken. Vroeger kon je veel meer doen. Ik keek niet op een uurtje meer, reed door totdat de klus geklaard was. Tegenwoordig word je geblokt. Dan stopt de auto er gewoon mee.”
ER KOMT VEEL BIJ KIJKEN
P.J. Hoogendoorn Transport, dat toen zestien auto’s telde, was te groot voor zijn dochter. Dat durft hij wel te stellen. Als hij ziet hoeveel moeite het de huidig eigenaar kost om de zaken in hoog tempo draaiende te houden, nee, dat ziet hij Anna nu nog niet doen. Je moet je materiaal door en door kennen en de mogelijkheden ervan, wil hij maar zeggen. Pas dan kun je je medewerkers exact vertellen wat ze moeten doen. Maar een transportbedrijf met zestien auto’s, dat is Anna’s wens ook niet. Haar kantoorbaan zou ze niet willen missen en met name in de weekends werkt ze voor haar transportonderneming. Natuurlijk, de jeugd handelt anders dan de ouderen, neemt andere beslissingen over de bedrijfsvoering. Ook dat merken beiden. “De tijd verandert. Ze zijn wat makkelijker”, klinkt het vastbesloten. “Het onderhoud van de kranen en de opleggers, dat deed ik vroeger zelf. Na een week rijden denken ze: lekker weekend! Je auto iedere week wassen? Ach, kan wel een keertje overslaan. Hebben ze een lekke band, dan bellen ze de dealer op. Die regelt alles.” “Dat is deze generatie”, reageert Anna. “De aanschaf van een auto en de kosten die erbij komen kijken, ja, daar kijk ik anders tegenaan. Maar ik heb geleerd dat er meer bij komt kijken en veel tijd in gaat zitten.”
1. Piet had destijds voor zijn eigen bedrijf al een uniek kleurenmengsel gefabriceerd (kleine foto), dus die oefening wilde hij wel herhalen.
Hij ging aan de slag en opnieuw toverde hij een unieke kleur tevoorschijn. Dit keer voor A.E.
Hoogendoorn Transport.