9 minute read

Toekomst zonder pandemieën

EEN TOEKOMST ZONDER PANDEMIEËN IS MOGELIJK

Viroloog Jaap Goudsmit schreef een boek over het coronavirus. Volgens hem kunnen we in de toekomst gevrijwaard blijven van dit soort ontwrichtende virusuitbraken. Heeft hij gelijk?

JOS OVERBEEKE

Al jaren roept iedereen dat een nieuwe, verwoestende pandemie elk moment kan uitbreken. En als zo’n uitbraak zich dan aandient, worden we er toch door overvallen. Beleidsmakers reageerden soms traag op het coronavirus, waardoor het de gelegenheid kreeg zich verder te verspreiden, met alle schadelijke gevolgen van dien. Hoe is het toch mogelijk? In zijn nieuwe boek steekt viroloog prof. Jaap Goudsmit de hand in eigen boezem. Als aids- en grieponderzoeker kent hij de gevaren van virusuitbraken als geen ander, toch was hij een van de mensen die dachten “dat het ook dit keer wel zou meevallen”. Met die laatste woorden doelt hij op de SARSepidemie van 2002-2004 en de Mexicaanse Griep van 2009. In beide gevallen werd aanvankelijk groot alarm geslagen, maar viel het aantal slachtoffers uiteindelijk erg mee. Om laatstgenoemde ziekte te bestrijden kocht de Nederlandse overheid voor 341 miljoen euro vaccins in, waarvan het grootste deel ongebruikt bleef.

Eerlijk man

Jaap Goudsmit is een eerlijk man. Als zomergast bij de VPRO, driekwart jaar geleden, benadrukte hij dat we over het coronavirus – en virussen in het algemeen – nog heel veel niet weten. Het werd een zeldzaam openhartig gesprek. Het gebeurt niet vaak dat artsen zo duidelijk de beperkingen van hun eigen vakgebied aangeven. Weliswaar is de afgelopen decennia veel ontdekt over virussen en epidemieën, mede dankzij de uitbraken van aids, ebola en andere ‘pesten’. Toch blijkt het coronavirus zich in veel opzichten anders te gedragen dan de bekende virussen. En dat maakt het zo moeilijk om te bepalen wat goede maatregelen zijn, aangenomen dat je niet de hele maatschappij in het slot wilt gooien. In ‘Vrij van corona’ vertelt Goudsmit vooral over het virologisch onderzoek dat het afgelopen jaar, en daarvoor, is gedaan naar corona en andere ziekmakers. Hij laat zien hoe virologen – op basis van kennis over oudere virussen – proberen het nieuwe virus zo goed en zo snel mogelijk in kaart te brengen. Het is duidelijk dat het voorbije jaar er een was van snel voortschrijdend inzicht. Zo zagen we Mark Rutte, in zijn eerste toespraak vanuit het Torentje, moeite doen om het begrip ‘groepsimmuniteit’ uit te leggen: als een voldoende aantal Nederlanders immuun is tegen het coronavirus, dan zal het virus zich niet verder verspreiden. “Daarom streven wij naar groepsimmuniteit”, aldus de premier. Een paar dagen later leek het concept alweer verlaten.

Mary Mallon

Goudsmits boek ziet er prettig uit, is opgedeeld in behapbare hoofdstukken, en wordt niet ontsierd door al te veel technische termen. Toch is het vaak niet makkelijk om zijn betoog te volgen. Geregeld denk je: wat wil hij hier nou zeggen? Wat is de rode draad in dit verhaal? NRC Handelsblad schrijft dat het boek is ontstaan uit een wekelijks blog. Mogelijk is dat de oorzaak dat er soms wat structuur ontbreekt. Niettemin zien we veel interessants voorbij komen. Zo stamt uit de oertijd van de infectiologie het tragische verhaal van de Ierse Mary Mallon. Tussen 1900 en 1907 besmette zij in New York 47 mensen met buiktyfus, van wie enkele overleden. Zelf had Mary nergens last van – ze had geen symptomen – en daarom duurde het enige tijd voordat zij als bron werd getraceerd. Uiteindelijk leefde zij jaren in gedwongen internering, opdat zij de schuldige bacterie niet zou kunnen verspreiden. Een andere interessante kwestie in het boek is de veroudering van het immuunsysteem, een onderwerp dat pas de laatste jaren serieuze aandacht krijgt. Waarom worden juist ouderen slachtoffer van ziekten als griep en Covid-19? Het antwoord is eigenlijk heel simpel: het immuunsysteem veroudert, net als de rest van het lichaam. Op latere leeftijd werkt het minder goed. In veel mindere mate gaat het boek over wat de beste aanpak is om het coronavirus in te dammen, iets wat in de publieke discussie wél centraal staat. Goudsmit lijkt niet vies te zijn van stevig ingrijpen: alles doen om het virus zo snel mogelijk bij de kladden te pakken en verspreiding te voorkómen. Dit zou je een ‘medischvirologische’ benadering kunnen noemen. Echter, in het publieke debat gaat het ook over andere zaken, zoals de gevolgen van de huidige aanpak voor de niet-Covidzorg, zoals bij kanker en orgaantransplantaties. Over de gevolgen van de beperkende maatregelen voor de economie. En voor het welzijn van de burgers, misschien vooral jongeren, die opeens veel minder speelruimte hebben. Zijn we niet te veel gefocust op dat ene virus, z’n slachtoffers en de drukte op de IC’s? Viroloog Goudsmit gaat deze discussies niet aan en zegt in feite: we moeten het virus zo snel mogelijk onschadelijk maken, dan verdwijnen die andere problemen vanzelf. Dat betekent echter wel dat we eerst een tijd door de zure appel van de lockdown moeten heen bijten.

Als zomergast bij de VPRO, driekwart jaar geleden, benadrukte Goudsmit dat we over het coronavirus – en virussen in het algemeen – nog heel veel niet weten.

Immunoceen

Aan het eind van het boek wordt duidelijk waar Goudsmit met de titel op doelt: Vrij van corona. Het begin van een nieuw tijdperk. Hij toont zich hier een optimist. Onze kennis van virussen en virale uitbraken is de afgelopen decennia sterk gegroeid. Kijk bijvoorbeeld naar de vaccinontwikkeling: in een jaar tijd zijn meerdere vaccins tegen het virus geproduceerd. Dat is nooit eerder vertoond! Als we de juiste maatregelen nemen, hoeven virusuitbraken ons voortaan niet meer zo zwaar te treffen als het coronavirus nu doet, zegt Goudsmit. Voorwaarde is wel dat we gezonder leven. Immers, het zijn vooral mensen met overgewicht die kwetsbaar blijken voor het virus. Ten tweede moeten we de zoektocht naar antivirale middelen met kracht voortzetten. Strikt genomen heeft Goudsmit hier gelijk, maar hoe eenvoudig is het om overgewicht te bestrijden? De sociale geneeskunde leert dat dit een taaie kwestie is, zeker in een samenleving waar de noodzakelijke en minder noodzakelijke etenswaren op elke straathoek verkrijgbaar zijn.

Lees ook het artikel in ReumaMagazine 1-2016, waarin Jaap Goudsmit vertelt dat ‘chronische ziekten zijn te voorkomen’ of kijk op www.reumamagazine.nl.

HET ‘LEVEN MET LEPELS’ VAN ALEXIA POLICHRONIS

Alexia Polichronis (26) uit Valkenswaard leeft met de gevolgen van scoliose (een vergroeiing van de ruggengraat), het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) en fibromyalgie. Ze vertelt openhartig over haar operatie, de diagnoses, het onbegrip op school, de ontdekking van haar Griekse roots én over haar blog ‘levenmetlepels’*.

In 2006 is haar rug operatief rechtgezet. “Dat was een heftige ervaring”, blikt ze terug. “Vooral de periode na de operatie vond ik zwaar. Je moet je leven opnieuw opbouwen en alledaagse bewegingen als lopen weer aanleren. Voor mijn gevoel was ik juist na de operatie uit balans omdat ‘scheef’ tot dat moment voor mij aanvoelde als ‘recht’. Ik moest er enorm aan wennen om ook echt ‘recht’ te zijn.” Door de operatie en het lange revalidatietraject miste Alexia op school alle leuke dingen. “De eindmusical in groep 8, kamp, ik heb er maar een klein deel van kunnen meemaken. Klasgenoten snapten niet goed wat mij precies mankeerde. Ik herinner mij nog dat een van de meisjes zei: ‘als ik jou was, zou ik al lang weer beter zijn!’. Ze had geen idee natuurlijk, maar ik werd er heel verdrietig van. Mijn moeder zei: ‘Besteed er geen aandacht aan en probeer niet te verwachten dat iedereen zich in jou verdiept. Richt je op de mensen die echt in je geïnteresseerd zijn’. Dat wijze advies heb ik altijd met mij meegenomen.”

Griepje dat niet meer over ging

Het kostte haar drie jaar om volledig van de operatie te herstellen. Op haar 13de kreeg Alexia opeens een griepje dat maar niet over ging. “Na lang zoeken stelde de kinderarts de diagnose CVS. Ik had daar nog nooit van gehoord.

De boodschap kwam ook niet echt binnen. Tijdens de rit in de bus terug naar huis vroeg mijn moeder wat ik ervan vond om iets te hebben waartegen geen medicijnen waren. Pas toen begon het kwartje te vallen.” CVS omschrijft ze als ‘uitputtend’. “Het is alsof mijn lichaam stopt met functioneren. Mijn spieren kappen ermee, mijn hartslag schiet omhoog, ik heb koorts. Het lijkt op een heftige griepaanval.” Een paar jaar geleden kreeg Alexia lichamelijke klachten die ze niet kon verklaren. “Dagelijkse handelingen begonnen pijn te doen. Ik kon niet meer traplopen, niet meer tillen en als ik bij mijn moeder achterop de scooter had gezeten, had ik daarna hevige spierpijn in mijn bovenbenen. Mijn moeder, die ook fibromyalgie heeft, herkende de klachten en mijn huisarts stuurde mij door naar haar reumatoloog. Ik ben er dankbaar voor dat ik de diagnose snel heb gekregen, want ik weet uit verhalen van anderen dat het soms lang kan duren.” Ondanks CVS en fibromyalgie is het haar gelukt om de opleiding mbo marketing en communicatie bijna af te ronden. Ze zit in het laatste jaar en is zich aan het oriënteren op een vervolgopleiding.

Griekse kant

Haar Griekse vader woont in Griekenland. In 2019 verbleef Alexia vijf maanden bij hem. Ze liep stage bij een reisorganisatie, gespecialiseerd in fiets- en wandeltochten voor Nederlandse en Belgische toeristen. “Ik vond het heel waardevol om een tijdje bij mijn vader te leven. Hij heeft vijftien jaar in Nederland gewoond en spreekt goed Nederlands. Ik heb niet alleen hem beter leren kennen, maar ook mijn eigen Griekse kant. Sommige Griekse gewoontes heb ik mee teruggenomen naar Nederland. Zoals de siësta die ze er houden om lichamelijke en geestelijke rust te vinden. En de Griekse mindset om de dingen in je eigen tempo te doen, spreekt mij meer aan dan de Nederlandse hectiek. Tenslotte heb ik ondervonden dat het Griekse klimaat gunstiger voor mijn lichaam is dan het grillige Hollandse weer. Ik kon daar gerust wandeltours van zeven kilometer aan. Dat hoef ik hier echt niet te proberen.” In Griekenland begon Alexia met het bijhouden van een dagboek voor school. Ze kreeg daar leuke reacties op. “Dat is de reden dat ik na mijn terugkeer in Nederland op Instagram een blog ben gestart: @levenmetlepels. Ik ben begonnen met de intentie om eerlijk en onverbloemd te laten zien wat het is om te leven met een combinatie van chronische ziektes. Dat pakte aanvankelijk niet zo goed uit. Ik was zo bezig met het zoeken naar de volgende ‘struggle’ waarover ik kon schrijven, dat ik er zelf depressief van werd. Het gevolg was dat ik lichamelijk ook achteruitging. Toen kwam de eerste corona-lockdown. Ik raakte mijn zomerbaantjes kwijt, waardoor ik nog dieper in de put zakte. Therapie is voor mij de oplossing geweest. Dat ervaarde ik eerst als een drempel, terwijl ik nu zie dat ik deze stap moest nemen om weer vooruit te komen. Mijn verhalen zijn nog steeds eerlijk, maar ook positief. Tegen jongeren met een beperking wil ik zeggen: accepteer dat je mindere dagen hebt en dat jouw leven anders is dan dat van gezonde jongeren. Iedereen heeft een eigen tijdlijn. Sommigen studeren op hun 20ste af en anderen op hun 25ste en dat is helemaal prima!”

Alexia Polichronis: “Iedereen heeft een eigen tijdlijn.”

* Leven met lepels verwijst naar de lepeltheorie die mensen met chronische aandoeningen gebruiken om aan hun omgeving uit te leggen hoeveel energie het hen kost om te kunnen functioneren in het dagelijks leven.

JUDITH URBAN

This article is from: