Confessioneel-Credo 12-2022

Page 1

CREDO

PLONI ALMONI

In de poort probeert Boaz de oudsten van de stad te bewegen de verwandte die Ruth zou kunnen lossen op te roepen. Toevallig komt hij net voorbij. Maar wat is toeval? God zou hem, wordt verteld, zelfs als hij aan het andere eind van de wereld was, vleugels hebben gegeven om Boaz van zorgen te ontslaan. ‘Boaz deed zijn ding, zegt een midrasj, Naomi en Ruth deden elk het hare. Dan doe Ik het mijne, sprak God’.

‘Ploni almoni’, roept Boaz tot de passant. Heet hij zo? Nee, de traditie leidde al eerder uit het verhaal af dat hij Tov heet. Dat wist Boaz, hij was familie. De schepping is tov, is goed in het oog van God. Maar Tov luistert niet naar zijn naam. Hij drukt zich. In plaats van zich over Naomi en Ruth die berooid zijn teruggekomen uit Moab te ontfermen houdt hij zich gedeisd, zoals wij dat ook zo goed kunnen. Daarbij kun je aan allerlei dingen denken. Appjes stilzwij gend negeren. Je kaarten tegen je borst

klemmen en pas op het laatste moment zeggen wat je plannen zijn. Ik denk ook aan de livestream. ‘Een uitkomst’, zegt u dat nog zo enthousiast? Het individu alisme heeft er een krachtige impuls door gekregen. De onderduik bevalt velen goed.

‘Ploni almoni’ betekent iets als ‘Hé, jij daar..’ Er zit iets stekeligs in: ‘Tov kan ik je niet noemen’. Maar het reikt nog verder. ‘Ploni’ komt van ‘verborgen’ en ‘almoni’ van ‘doof’, ‘onverschillig’. Om dat Tov zich als doof houdt, onverschillig

VERBORGENHEID

134e jaargang 30

2022 nr.

is voor de nood van Naomi en Ruth en Boaz schat hij de situatie verkeerd in. Hij denkt slechts aan zijn eigen belang. ‘Mijn kinderen vliegen me naar de keel, als ze horen dat ik mijn goeie geld ge bruikt heb om het erfbezit van Naomi en Ruth te lossen. Wordt uit de verbintenis met Ruth een zoon geboren, dan erft hij straks de grond’. De ziel van de vroeg gestorven Machlon komt in hem tot rust en zijn naam leeft voort.

Boaz, -in hem is kracht’-, staat er gelukkig anders in. Met diepe emotie, omringd door de oudsten als getuigen, koopt hij het erfgoed van Elimelech uit de hand van Naomi en verwerft hij Ruth als vrouw. Ook Ruth ‘koopt’ hij, maar de rabbijnen tekenen aan dat dit een ‘heiligen’ is. Een verheven daad. Ruth wordt zwanger en baart een zoon. Obed wordt hij genoemd, ‘dienaar’. Deze naam die buurvrouwen geven, drukt treffend uit wie Boaz en Ruth zijn. In galop haast de boekrol zich nu naar het einde. Obed is de vader van Isaï, die weer de vader is van koning David, uit wie een dynastie is voortgekomen. Uiteindelijk is Jezus Messias, Gods die naar bij uitstek in deze lijn geboren.

Hebben Boaz en Ruth dit geweten? Nee, daar hebben ze geen vermoeden van gehad. Wat de draagwijdte van je leven is weet je niet. Welke vrucht je inzet voor de gemeenschap heeft, kan je finaal ontgaan. ‘Hou er toch mee op’, ‘ik ben gek ook..’ Ons leven, wat het waard is, is verborgen met Christus in God. (Kol.3:3) Pas wanneer Hij ver schijnt, wordt ook onhuld wie u in wezen bent. Waar alles goed voor was en waar alles toe heeft bijgedragen. U kunt zich wel invoegen in diezelfde stamboom van Boaz en Ruth door uit de kracht van Christus lief te hebben om niet.

Arien Treuren

De komende weken verschijnt Confessioneel-Credo in de zomerse
CONFESSIONEEL
pag 2 Spreken na Pinksteren pag 6 Waarom Jezus moest sterven pag 8 Kerkgeschiedenis van Malawi
juni
12
driewekenfrequentie!

SPREKEN NA PINKSTEREN

‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn’ (Genesis 1:26) ‘Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen’ (Kolossenzen 3:16)

Twee bijbelteksten, allebei woorden van God, die ik deze week tegenkwam. Volgens mij hebben ze veel met elkaar te maken.

brengt vruchten voort naar haar aardmet mensen naar uw beeld. U wilde het gesprek voortzetten Buiten uzelf. Liefde wil groeien.

God wilde het gesprek in zichzelf voort zetten buiten zichzelf. In een wereld die vol is van planten, dieren en mensen, die een paradijs is vol geluk en vrede. Je ziet in Genesis ook, dat God spreekt met Adam en Eva als Schepper-Vriend. In kinderbijbels lees je vaak over God die door de hof van Eden rondwandelt en zijn gedachten met Adam en Eva deelt. Zeker is dat ze nauw met elkaar verbonden zijn, dat er geen enkele barrière tussen hen bestaat. Dat is nu de goede schepping. God wil zijn liefde en goedheid ook kunnen zien en horen bij… ons. Gods liefde wil groeien, meer worden in … ons. Een wonder van verbondenheid.

GOD ZET HET GESPREK VOORT

Genesis 1 is een wonderlijk hoofd stuk, een geloofsbelijdenis dat wij niet toevallig zijn ontstaan, maar gewild. God is onze Schepper. Op allerlei manie ren wordt dat daar duidelijk. Eén manier is vers 26.

Wij geloven in de drie-enige God, Vader, Zoon en Geest. Dat is iets anders dan drie goden, maar ook meer dan één God. Want de Vader is niet de Zoon en de Zoon is niet de Geest. De Vader is de Schepper, de Zoon de Verlosser en de Geest degene die ons tot leven wekt.

God heeft geen mensen nodig, alsof Hij iets tekort zou komen. Toch is er een wereld en zijn wij er.

In het eerste hoofdstuk van de Bijbel spreekt God in zichzelf: ‘Laten wij men sen maken naar ons evenbeeld’. De schepping van de mens het resultaat van een gesprek in Gods hart. Dichter Rien van den Berg verwoordt dat zo (Kees de Ruijter, ‘Horen naar de stem van God, blz. 96):

U was het zelf die besloot uw liefde te vieren, te delen en te bekronen- liefde

Liefde wil groeien, maar dat doel raakt uit het zicht door de mens. Hij laat zich door de satan wantrouwen tegenover zijn Schepper aanpraten. God zou de mens klein wil houden; vanuit de hoog te geeft Hij zijn bevelen geeft en voert geen liefdevol gesprek met zijn hoogste schepsel. Zonde is ten diepste twijfel aan Gods liefde, aan zijn goedheid voor ons. Het is niet voor niets dat Adam en Eva zich verstoppen en het gesprek met God uit de weg gaan. Wie wantrouwt opent zijn hart niet, hij praat hoogstens zo dicht mogelijk langs de ander heen. Weer Rien van den Berg: Liefde riskeert pijn. Ik doe U pijn, elke keer wanneer ik bij U wegbeweeg. Elke keer wanneer ik U afwijs die mij zoek, blokkeer ik het gesprek dat U zoekt, blijft zoeken. God had het gesprek met ons kunnen beëindigen en zich terug kunnen trek ken in zichzelf, maar doet dat niet. Met Kerst hebben we gevierd dat Christus kwam. God sprak door het Kind in de Kribbe, die de Man aan het kruis

HOOFDARTIKEL
2

werd. Hij is Gods antwoord, in Christus wordt de wereld herschapen. Dat is de vreugde van Pasen: uit de dood nieuw leven.

GESPREK MET GOD EN ELKAAR

‘Laat Christus’ woorden in al hun rijk dom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader dankt door Hem (Kol. 3:16-17)’

Herschepping in Christus betekent dat wij door de Geest veranderen, dat wij het gesprek met God oppakken en nooit meer willen missen. Herschepping is dat we God loven om zijn liefde, en dat ons spreken en handelen niet buiten Jezus Christus omgaan. Hij is immers ons leven.

Het lijkt mij een belangrijk uitgangspunt. Voor ons in het dagelijks leven met ge zin, werk en vrije tijd, maar ook voor ons kerkelijk leven. Leven is voortdurend in gesprek zijn met God, antwoord geven op zijn liefde, dankbaar zijn voor wie Hij is. Als we zo gemeente zijn, dan zijn we ook in gesprek met elkaar. Want zonder de ander verander je niet naar Gods beeld; daarvoor heb je medegelovigen nodig. Die hun geluk met je delen, die je aansporen en bemoedigen, die je ook op andere, betere gedachten kunnen zetten. (Ook voor dat laatste wil God hen gebruiken).

GOD SPREEKT IN ONS

Ik besluit met Rien van den Berg en wens u toe, dat het slot van zijn gebed ook onder ons waarheid zal zijn: God van elk begin, vorm ons opnieuw uit de harde klei van ons bestaan, en voeg ons samen als kinderen van U, Zoek ons op, zet het gesprek dat U van de beginne voerde voort in ons. Maak ons een gemeenschap waarin wij U kunnen voelen en vieren. Geef dat als wij samenzijn alles spreekt van U. Weest U, God van elk begin, alles in ons allemaal

ds. Dick Westerneng

GODS WOONPLAATS IS ONDER DE MENSEN

Enige tijd geleden heeft ’n Oalen Griezen, de protestantse kerk te Hellendoorn, extra deuren gekregen: glazen deuren tussen de toren en het schip van de kerk. Het is de bedoeling dat de toren voortaan overdag altijd open zal zijn en dat je door de glazen deuren een blik in de kerk kunt werpen.

Je staat bij ’n Oalen Griezen dus nooit meer voor een dichte deur, wat bij de meeste kerken (in Nederland) helaas wel het geval is.

Ik moest denken aan het eerste verhaal in de bundel God onder de mensen van Toon Tellegen. Ik citeer:

God woonde in een kerk.

Naar alle tevredenheid, vond hij. Mensen zochten hem daar op, Konden het goed met hem vinden. Maar op een dag veranderde hij van gedachte.

Hij hing een briefje op de deur. Ik ben even weg.

God.

De afwezigheid van God. In 2011 pro moveerde W. Dekker op een proefschrift over dat thema. In zijn verantwoording verwijst hij naar een uitspraak van H. Berkhof uit 1988: dat God geen relevan te factor meer in ons leven en samen leven is. ‘Hij mag in kerken, gezinnen, christelijke instituten en verenigingen als gepensioneerde zijn leven nog een

tijd voortzetten, maar in maatschappij en cultuur is voor Hem geen plaats meer.’ Toon Tellegen gaat inmiddels dus nog een stap verder: zijns inziens is Hij ook in de kerk niet meer te vinden. Het is een misverstand te denken dat God alleen in ‘heilige huisjes’ woont, dat Hij daarin zelfs opgesloten kan worden. Jezus heeft dat in een gesprek met een Samaritaanse vrouw duidelijk gemaakt. Dat gesprek ging over de plaats van aanbidding: de tempel op de berg Gerizim of de tempel in Jeruzalem. Wij aanbidden God in Geest en in waar heid, heeft Hij toen gezegd. (Johannes 4: 23) Dan is de plaats van aanbidding dus van secundair belang. Wij geloven dat God in Jezus Christus onder de mensen is komen wonen. Naar wat in Johannes 1: 14 staat: ‘Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond.’ Jezus Christus is nog steeds onder de Zijnen, zoals Hij gezegd heeft: ‘Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’ (Matteüs 18: 20) Inderdaad, wij geloven dat God in Jezus Christus onder de mensen is komen wonen. En wij weten van de belofte in Openbaring 21: 3 over Gods toekomst: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen.’ Naar die toe komst zijn wij onderweg.

MEDITATIE
3

HET ONTSLAG VAN DR. PH.J. HOEDEMAKER ALS HOOGLERAAR AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT (2)

Anna had het verslag van het gesprek met Hoedemaker met genoegen gelezen, schreef ze op 27 september aan Hantje. Ze voegde aan die mededeling toe dat haar vader een brief van de hoogleraar had gekregen, maar ze wist niet wat daar in stond. Vader Noordmans dacht dat die na de ontmoeting in huize Van Dijk geschreven was, liet ze vervolgens weten.

In ieder geval had Hoedemaker een maand eerder een brief aan Noord mans geschreven 1. Daarin had hij laten weten dat hij drie pogingen onderno men had om Friese broeders bijeen te brengen ter bespreking van de kerke lijke ontwikkelingen. Maar het had niet mogen baten: ‘Er is geen veerkracht, geen toewijding, geen vragen naar het Woord Gods en dat alleen.’ Hoedemaker had in het onbevredigende antwoord op zijn inspanningen een teken gezien dat hij het los moest laten. Zijn zorgen spitsten zich toe op zijn positie als hoogleraar aan de VU. Officieel stond de stichting op neutraal standpunt met betrekking tot de Doleantie, maar de praktijk was anders. Noordmans had Hoedemaker geantwoord dat hij de zaak moeilijk vond: ‘Denk slechts een ogen blik na – twee jongens zijn er aan de Vrije Universiteit, waarvan de één mijn pupil [Oepke de Roos, JDThW], de ander mijn a.s. schoonzoon [Hantje van Dijk, JDThW] is, beiden volbloed dolerend gezind – door wie ik natuurlijk tijdens de vacanties als een ontrouwe op kerkelijk gebied wordt aangezien – een zoon [Oepke Noordmans, JDThW] heb ik te Zetten [leerling aan het christelijk gym nasium aldaar, JDThW] – en wat Zetten is weet gij (...)’ 2 En: ‘Hoe gaarne zou ik dus schrijven: Ach blijf toch nog totdat het u door anderen onmogelijk gemaakt wordt langer te blijven, zo gevoel ik toch dat het u reeds thans als iemand die feitelijk in de onmogelijkheid zijt, om uw beginsel aan de Vrije Universiteit ingang te doen vinden, aan moed ontbreekt om te blijven. Mijn conclusie is dus: u uw heengaan te ontraden vermag ik niet, omdat ik uw positie begrijp; aanraden wil ik niet omdat ik uw blijven op hoge prijs stel, althans zo het nog de wigge kon zijn, die tegen de doleerbeweging diep kon worden ingedreven. (...) O, hoe zou ik mij verblijden indien ik als mijn zoon het Zettens gymnasium moet verlaten alsdan niet meer behoefde te vragen: waar nu heen? Maar mijzelf kon

antwoorden: onder leiding van Dr. Hoe demaker naar de Vrije Universiteit.’ Een van Hoedemakers pogingen om Friese broeders bijeen te brengen was een toespraak in Sneek geweest, in 1886 3. In december van dat jaar had de VU-hoogleraar een reis naar Friesland ondernomen. Op 18 december was hij voorgegaan in Heeg en in Nijland, twee dagen later had hij het woord gevoerd in Sneek en wel naar aanleiding van Jesaja 11: 10. In zijn rede had hij felle kritiek geuit op de synodale organisa tie, die hij in haar oorsprong onbijbels had genoemd. Hij had gezegd: ‘Het zich onvoorwaardelijk onderwerpen aan Gods Woord alleen heeft de synoda le strikken, waarin men verward was geraakt, verbroken. Zien we dit, dan is ’t uit met de Synodale heerschappij, gelijk we vertrouwen, dat het voortaan uit zal wezen.’ Het Algemeen Reglement van 1816 4 had de spreker als ‘onwettig in haar wezen’ gekwalificeerd. Hij had als toelichting gegeven: ‘In de synode hebben we een soort van bisschop sambt, een paus, die de plaatselijke gemeente van haar rechten beroofde. (…) Ik heb u bewezen dat gij buigt voor de Anti-Christ. Totdat ge u vrijmaakt ligt ge geknield voor de synode, met den strop om de hals.’ Hoedemaker had nog laten weten dat hij een petitionnement naar de koning wilde sturen. Zijn voor nemen was om er bij de vorst op aan te dringen het destijds door de over heid aan de kerk opgelegde Algemeen Reglement af te schaffen, teneinde de rechten weer aan de plaatselijke ge meenten terug te geven. Terwijl hij nog in Friesland was, had hem het bericht bereikt dat de geschorste ambtsdragers in Amsterdam zich wilden handhaven als kerkenraad van de Nederduitsche Gereformeerde Kerk te Amsterdam, wat hem had doen besluiten een naschrift aan Machtsvertoon of wettig gezag? 5 , waarin hij afscheiding afgekeurde, toe te voegen.

Hier zij nog vermeld dat Kuyper op 3

februari 1889 het artikel ‘Over het optreden van Dr. Hoedemaker’ 6 in De Heraut zou publiceren. Het behelst een verbitterde ‘smartkreet’ uit De Friesche Kerkbode van de hand van ds. L.H. Wagenaar, ‘de man, die voor Heeg in ’s Heeren hand het voornaamste middel is geweest, dat de Kerk tot breking met de Organisatie heeft gebracht’, aldus Kuyper. Hij voegde aan Wagenaars bijdrage toe: ‘Ook onze lezers herinne ren zich het verslag in December 1886 in onze kolommen opgenomen, van de toespraak vol gloed en bezieling door Dr. Hoedemaker destijds in Friesland gehouden, en waarin hij alle Friesche kerken opriep, om op staanden voet met de Synodale organisatie te breken.’

HOEDEMAKER NAAR EN IN NIJLAND Royaal voor 1 januari 1888, op 27 oktober 1887, heeft Hoedemaker een beroep van de Hervormde Gemeente te Nijland gekregen 7. Dat was het werk geweest van H. Pollema, het hoofd der school. Hij had Hoedemakers tirade tegen de synodale hiërarchie in Sneek

D.P. Noordmans.

KERK
4

op 20 december 1886 aangehoord, hij koesterde sympathie voor de Doleantie. Omdat hij in dienst van de kerkvoogden was, kon hij geen kerkelijk ambt bekle den. Wel kreeg hij drie diakenen zo ver dat zij hun invloed aanwendden om de kerkenraad een beroep op Hoedemaker te laten uitbrengen. De VU-hoogleraar nam het aan, maar hij had toen nog niet in de gaten dat sommigen hem tot doleren wilden bewegen. Hij zou er later over schrijven: ‘ginds in het Noorden waren drie mannen, die in het geheim besloten hadden met de doleantie mee te gaan en die, wetende hoe ik tegen over de Besturen stond, meenden dat ik voor die en die kwestie geplaatst, wel zou moeten breken met de Kerk, en hen er uit leiden. Maar God heeft deze Achitofels raad tot dwaasheid gemaakt en mij een tijdlang te Nijland opgebor gen (…) 8 ’

Op 8 januari 1888 deed Hoedemaker intrede in Nijland. Hij werd bevestigd door zijn vriend ds. J.Ph. van der Land uit Rotterdam. In de inleiding van zijn preek liet Van der Land zich afkeurend over de Doleantie uit, tevens liet hij weten dat Hoedemaker er niets van moest hebben. Toen de diakenen dat hoorden, werd het de mannen meteen duidelijk dat hun plan om Nijland onder leiding van Hoedemaker te laten dole ren, gedoemd was te mislukken. Tijdens de preek verlieten ze demonstratief de kerk. Pollema stond wel enkele keren op, maar ging evenzovele malen weer zitten. S. ten Hoeve: ‘Hy doart tink net, omdat er syn funksje as skoallehaed kwytreitsje sil, as er der út rint. 9 ’ Ook na de dag van Hoedemakers bevestiging en intrede zouden de perikelen van de Doleantie niet aan Nijland voorbijgaan, maar de hervormde gemeente aldaar zou voor een scheu ring bewaard blijven.

1 Brief Ph.J. Hoedemaker aan D.P. Noord mans,26augustus1887,geciteerdin: J.D.Th.Wassenaar,NoordmansinFries

land.Bijdragetotdebiografievaneenkerk vader(Zoetermeer1999),48.

2Brief D.P. Noordmans aan Ph.J. Hoede maker,28augustus1887,geciteerdin: J.D.Th,Wassenaar,a.w.,48v.

3Ziedaarvoor:G.Ph.Scheers,a.w., 84;https://gereformeerdekerken. info/2019/07/25/het-ontstaan-van-de-ge reformeerde-kerk-te-sneek-2.

4ZievoorhetAlgemeenReglementvan 1816:J.C.A.vanLoon,HetAlgemeen Reglementvan1816(Wageningen1942); FredvanLieburgenJokeRoelevink(red.), Rampofredding?200jaarAlgemeen ReglementvoorhetBestuurderHervorm deKerkinhetKoninkrijkderNederlanden 1816-2016.

5Ph.J.Hoedemaker,Machtsvertoonofwet tiggezag?Desynodalemaandbriefenhet woordvandenKoningderKerk(Amster dam1886).

6Https://www.digibron.nl/viewer/collec tie/Digibron/id/tag:Heraut,18890203: newsml_c0dcb5153cec093fd9146d69b 9dabb13.

7ZievoordeambtsperiodevanHoe demakerinNijland:S.tenHoeve,‘Dr. PhilippusJacobusHoedemakertoNijlân (1888-1890)’,in:ItBeaken35(1973), 179-192.

8Ph.J.Hoedemaker,Denoodonsopge legd.Leerredeuitgesprokenop16februari 1908indeWesterkerkteAmsterdam,ter herdenkingzijner40-jarigeevangeliebedie ning(Amsterdam1908),16.

9S.tenHoeve,a.w.,184.–Fries;‘Denke lijkdurfthijniet,omdathijzijnfunctieals hoofdderschoolzalkwijtrakenalshijer uitloopt.’

Uit: Dr. Jan Dirk Wassenaar, Wanneer toch mijn liefste? Anna Noordmans & Hantje van Dijk, een liefdesgeschiede nis in de schaduw van de Doleantie. Uitgeverij Royal Jongbloed, Heerenveen; paperback, 506 p., 135 historische foto’s; formaat: 16 x 24 cm. ISBN 9789088973185. Prijs: € 29,99.

Het gezin Hoedemaker, gouvernante Johanna Petronella de Puy en dienstmeid Trijn tje Piso. Foto: Protestantse Gemeente te Nijland
5

WAAROM JEZUS MOEST STERVEN

In een eerder nummer kondigden we al de presentatie aan van het nieuwste boek van de oud-voorzitter van de Confessionele Vereniging: ‘Jezus’ kruisdood in beeld’. In deze bijdrage gaan we dieper in op de inhoud. Die bestaat uit hedendaagse en bijbelse metaforen, die helpen het ge loof in de verzoening door Jezus beter te begrijpen. Voor jezelf, of om het anderen uit te leggen.

Het is aan te bevelen om Van Veluws boek aan te vangen met het door nemen van de inleiding en de bijlage achterin. Hier legt de auteur uit waarom beelden zo belangrijk zijn bij dit belang

rijke geloofsonderwerp. De Bijbel kent namelijk geen uitgewerkte ‘leer van de verzoening door Christus’ kruisdood‘. En hoewel logische argumenten van groot belang zijn, blijken we daarmee

geen volledige grip te krijgen op het mysterie van kruis en opstanding. Verhalende beschrijvingen kunnen ons dan op een andere manier de betekenis laten zien. Dat gebeurt al in de Bijbel

THEOLOGIE
6

BERT VAN VELUW SCHREEF DIT BOEK OM TE GEBRUIKEN IN ALLERLEI SITUATIES

WAAR VERZOENING EN VERLOSSING TER SPRAKE KUNNEN KOMEN. VAN DE ZONDAGSE PREEK TOT CATECHESE, VAN KINDERMOMENTEN IN DE KERKDIENST TOT PIONIERSPLEKKEN

zelf. Metaforische taal kan ramen naar de echte werkelijkheid van God openen, wanneer letterlijk taal daartoe niet voldoet.

Maar liefst 13 bijbelse en 35 eigentijd se beelden presenteert Bert van Veluw in dit boek. Die veelheid is volgens hem nodig omdat het verlossend en verzoenend handelen van God in Jezus Christus is zo’n gecompliceerde en rijke gebeurtenis is. Met de beelden van een kathedraal, diamant of mozaïekvloer il lustreert Van Veluw dat vele verschillen de metaforen elkaar aanvullen. Daarbij heeft elk beeld een bepaalde zeggings kracht, maar ook grenzen. Van belang is ook Van Veluws vaststelling dat de bijbelse beelden uigangspunt blijven, de eigentijdse metaforen gelden als extra hulpmiddelen.

EIGENTIJDSE METAFOREN

Het deel met eigentijdse metaforen begint met het bekende verhaal van de redding van opgesloten mijnwerkers. De geboorde mijnschacht verbeeldt de van God uit herstelde verbinding tussen God en mensen, die door verontacht zaming van de veiligheidsvoorschriften hun wereld zagen instorten. Het aspect van de directeur die in een overall met gevaar voor eigen leven naar de mijn werkers afdaalt, kan staan voor God die in Christus zelf naar ons toekomt. Onder het kopje ‘Grenzen’ noemt Van Veluw dat deze metafoor niets over de wijze waarop de schuld van de mijn werkers wordt goedgemaakt. Ook het sterven van Jezus wordt door dit beeld niet verduidelijkt.

Van de 35 moderne metaforen zijn en kele ontleend aan films, zoals ‘Frozen’ en ‘Armageddon’. Ook de in christelijke kringen veel getoonde Tjechische film ‘Most’ komt langs, met het beeld van de treinwachter die zijn zoon opoffert om mensen in een trein te redden.

Terecht schrijft Van Veluw zeer kritisch over de vergelijkingen in deze film, die vooral de trekken van een Griekse tragedie en het bijbehorende nood lotsdenken ademen. Beter bruikbaar

is het indrukwekkende getuigenis over de Franse politieman Arnaud Beltrame, die tijdens een gijzeling in een super markt bewust de plaats innam van een gewonde vrouw en dat met zijn leven betaalde.

Een boeiende kijk op de eigen positie van de auteur krijgen we bij het beeld over ‘de bliksem en de bliksemafleider’. Deze metafoor wordt dikwijls gebruikt voor het het neerkomen van Gods toorn, die gelukkig door de bliksemaflei der (de gekruisigde Christus) wordt op gevangen. God wordt volgens Van Veluw dan een boze god, wiens gemoeds toestand moet worden ‘umgestimmt’. Reeds in zijn dissertatie (2002) wees de auteur deze visie als een heidense voorstelling van genoegdoening af. Op dit punt is volgens mij nog wel enige discussie te voeren. De wat kinderachti ge beschrijving van ‘de boze god wiens toorn moet worden gestild’ is niet het zelfde als de wel degelijk bijbelse notie van Gods toorn om vertreden recht en gekwetste liefde. Toorn is daarbij geen blinde woede of haat, maar uiting van Gods volkomen heiligheid en rechtvaar digheid. Met een beeld verwoord: Onze menselijke onheiligheid en onrechtvaar digheid veroorzaken in zijn nabijheid ‘kortsluiting’. Idee voor een 36e eigen tijds beeld ter verheldering?

BIJBELSE BEELDEN

Van de 13 bijbelse beelden zijn de meeste wel bekend. Ook deze meta foren belichten verschillende aspec ten van de verzoening door Jezus’ kruisdood: de vrijkoping van slaven, ruilhandel, strijd op het slagveld, het recht in de rechtbank, bevrijding uit de gevangenis… Uitgebreid schrijft Van Veluw over de veelvoudige symboliek van het offer en de toepassing daarvan op Jezus. Ook enkele typologisch op te vatten oudtestamentische bijbelverha len neemt Van Veluw hier op, zoals het kind van David en Batseba. Mooi, maar de keuze lijkt wat willekeurig en exege tisch kwetsbaar. Waarom deze keuze en niet de oudtestamentische Jozef of

koningin Ester? Bij de bijbelse beelden die direct op het mysterie van Jezus’ kruisdood slaan, zou ‘het overnemen en wegdragen van een last’ (Jes. 53:4; Joh. 1:29; Hebr. 12:1-2) mogen worden toegevoegd.

GELOOFSOVERDRACHT

Bert van Veluw schreef dit boek om te gebruiken in allerlei situaties waar verzoening en verlossing ter sprake kunnen komen. Van de zondagse preek tot catechese, van kindermomenten in de kerkdienst tot pioniersplekken. Het lijkt me daar heel geschikt voor, niet in minst vanwege de onmiskenbare gave van de schrijver om helder en beeldend te formuleren. Van harte hopen we dat het velen mag helpen op de weg van het geloof in onze Heer en Verlosser!

‘Jezus’ kruisdood in beeld. Hedendaagse en bijbelse metaforen van verzoening en verlossing’ verscheen bij uitgeverij Van Warven (Kampen 2022) en kost € 19,95

Auteur dr. Wim de Bruin is oudtestamentisch bijbelwetenschapper en als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente Bleiswijk, wijkgemeente Dorpskerk

bert van veluw JEZUS’ KRUISDOOD IN BEELD hedendaagse en bijbelse metaforen voor verzoening en verlossing
7

KERKGESCHIEDENIS

VAN MALAWI

Tijdens de coronapandemie besteedden twee in Malawi gevestigde wetenschappers hun tijd nut tig. In 28 hoofdstukken, op bijna 500 bladzijden, maken de auteurs van het boek ”Malawi Church History 1860-2020” ons bekend met 160 jaar geschiedenis van de kerk in het Centraal-Afrikaanse land Malawi.

Hoewel de auteurs er niet expliciet op wijzen, is de kerkgeschiedenis van Malawi archetypisch voor het verhaal van de kerk in veel andere landen van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het begon vooral door de 19e-eeuwse zen dingsbeweging in de westerse wereld, die het resultaat was van een gods dienstige opwekking in Groot-Brittannië en bijgevolg ook van een succesvolle

protestbeweging tegen de slavernij en de slavenhandel. Het christendom in Afrika werd voorafgegaan door de komst van de islam. Tot op zekere hoogte werd deze zendingsbeweging gefaciliteerd door het kolonialisme. Onverwacht door velen, maar voorzien door sommigen, schoot het christen dom snel wortel en kreeg het een grote numerieke groei, met name na het

einde van het kolonialisme rond 1960. Daardoor verschoof zelfs het centrum van het wereldchristendom van het ‘christelijke’ Westen naar Afrika.

MALAWI De verhalen van David Livingstone over zijn reizen door het Centraal-Afrikaan se gebied dat nu Malawi heet en zijn beschrijving van de wrede slavenhan

WERELDWIJD
8

del, brachten 19e-eeuwse Engelse en Schotse christenen ertoe om daarheen te gaan om het christelijk geloof te brengen. Het begon in 1860 met een onderneming van zendelingen vanuit de hoog-kerkelijke stroming in de Angli caanse Kerk. Dat mislukte en verzand de in botsingen met lokale stammen in het zuiden. Een tweede poging vanaf Zanzibar naar het grote meer (nu: Ma lawimeer) lukte enkele decennia later. Daarvoor, vanaf 1875, hadden presby teriaanse zendelingen van de Church of Scotland en de Free Church of Scotland posten gevestigd waar nu Blantyre ligt en aan de zuidkant van het meer. Geleidelijk aan breidde hun invloed zich uit naar het zuiden en naar het noorden in de kuststreken van het Malawimeer. Daarnaast begonnen Zuid-Afrikaanse gereformeerde zendelingen te werken in het centrale deel van het gebied.

KOLONIAAL

Het jaar 1891 is een markant punt in de geschiedenis. Toen ging Nyasaland – zoals het gebied toen was gaan heten – deel uitmaken van het Britse koloniale rijk. Zendelingen en koloniale heersers leken te verkeren in een gespannen verhouding tot elkaar van wederzijdse kritiek en samenwerking. Na 1900 de den de geloofszendingen hun intrede in het land, onder andere pinksterkerken en baptisten. In het algemeen stonden die veel kritischer tegenover de koloni ale blanke heersers en hadden ze vaak veel begrip voor de smeulende onvrede

onder de bevolking. Die gevoelens resulteerden in 1915 in een opstand, geleid door de baptistisch georiënteer de John Chilembwe van de Providence Industrial Mission. Chilembwe was in Amerika door zwarte christenen opge leid tot predikant. De opstand werd neergeslagen en het koloniale regime beschuldigde protestantse zendelingen ervan deze te hebben uitgelokt. Als gevolg hiervan begon het Britse kolonia le bewind de rooms-katholieke missi onarissen te begunstigen omdat die, naar verluidt, hun bekeerlingen meer gehoorzaamheid leerden. Geleidelijk aan won het christelijk geloof aan ac ceptatie bij de bevolking, tegenover de toch wel sterk blijvende invloeden van de eeuwenoude Afrikaanse traditionele religie en van de islam, die rond 1830 het gebied van het Malawimeer was binnengekomen.

ONAFHANKELIJK

Na het einde van het koloniale tijdperk in 1964 ging de leiding van zendings posten en kerken over op lokale chris tenen. De onafhankelijkheid van Malawi bracht een zeer grote numerieke groei van het christendom met zich mee. Bij dragende factoren waren intensivering van prediking en zondagsschoolwerk in de presbyteriaanse gemeenten, en de invloeden van de pinksterbeweging en de charismatische beweging. Tegelijker tijd onderging Malawi sinds de onafhan kelijkheid in 1964 een 30-jarige periode van dictatuur onder president Hastings

Kamuzu Banda. In het algemeen voeg den de kerken zich naar het straffe poli tieke regime. Maar langzaam groeide er een geest van verzet tegen het onrecht waaronder de bevolking leed. De kerken namen stelling tegen het dictatoriale bewind, dat uiteindelijk het veld moest ruimen. Vanaf 1994 bleef het christelijk geloof zich verspreiden in Malawi. De leiding in de gemeenten en de kerke lijke organen is volledig overgegaan in Malawische handen.

NASLAGWERK

In dit kerkhistorische vademecum wordt de ontwikkeling van bijna alle denomi naties in Malawi gedetailleerd weerge geven. Een uitstekend wetenschappelijk verantwoord naslagwerk over het chris tendom in Malawi, waartoe meer dan 80 procent van de bevolking behoort. Een echte aanrader, voor iedereen die taken verricht voor en in Malawi, maar ook voor anderen die het zendingswerk een warm hart toedragen.

Malawi Church History 1860-2020, Kenneth R. Ross en Klaus Fiedler; uitg. Mzuni Press/African Books Collective; 500 blz.; £ 45,00

9

SCHADUWZIJDE

Skaad. Het Friese woord voor schaduw. Zo heet de voorstelling die geschreven werd in het kader van 75 jaar vrijheid. Afgelopen april en mei werd deze opnieuw opgevoerd, dit keer in de Blokhuispoort in Leeuwarden. De plek van de grote geweldloze overval in 1944, waar 51 gevangenen uit een zwaarbeveiligde gevangenis werden bevrijd. Skaad vertelt het verhaal van Gerard Reeskamp, verzetsstrijder, avonturier en tragische held. Met een zeer toepasselijke titel: Schaduw. Over welke schaduw gaat het dan? De schaduwkanten van de persoon Gerard Reeskamp? Over de schaduw waarin hij als verzetsman streed tegen de Duitsers? Of zijn verzetsdaden, die in de schaduw kwamen te staan door zijn veroordeling na de oorlog? In de voorstelling wordt geen van deze perspectieven geschuwd.

Reeskamp was een drogist in ’t Gooi en al aan het begin van de oorlog betrokken bij het verzet. Al relatief snel kregen de Duitsers hem in de gaten. Voor de veiligheid van zichzelf en zijn gezin, vertrok hij naar Scharnegoutum, Friesland. Daar dook hij niet slechts onder, maar speelde ook een belangrij ke rol in het verzet. Bij een roofoverval in januari 1945 ging het mis: de vee handelaar Hantje Zijlstra overleed aan de gevolgen van deze overval. Hoewel Reeskamp er zelf niet bij was, had hij wel twee jongens er op af gestuurd en een wapen gegeven. Na de oorlog werd haast bij toeval het wapen in Rees kamps bezit gevonden. Hij probeert de daders te beschermen, door andere namen te noemen van verzetsstrijders die tijdens de oorlog overleden zijn. Hun families nemen hem dat niet in dank af. Reeskamp werd veroordeeld tot 4 jaar cel.

Vier personen staan er slechts op het toneel. Elk geeft vanuit zijn rol (of rollen: sommigen spelen op verschil

lende momenten een verschillend personage) een ander perspectief op de persoon Gerard Reeskamp. De één noemt hem een held, de ander avonturier, hij wordt rokkenjager ge noemd vanwege zijn affaire met een jonge vrouw toen hij ondergedoken zat in Friesland. Eén van hen vraagt om rehabilitatie van Reeskamp: hij heeft immers een hoop goede verzetsdaden verricht. Een ander spreekt steeds duidelijk uit dat de zwarte bladzijde niet genegeerd kan worden. En dat die gitzwarte bladzijde van de roofoverval met dodelijk afloop ook wel tekenend is voor hoe Reeskamp opereerde. Daar wordt tegenin gebracht dat het diep triest is hoe een collaborateur zijn straf ontloopt, maar verantwoor delijk is voor de veroordeling van een verzetsstrijder.

Er volgt geen eenduidige conclusie uit de voorstelling. Er is geen sprake van onvoorwaardelijke rehabilitatie. Evenmin wordt er alleen maar negatief over Reeskamp gesproken. Wat vooral

nadrukkelijk naar voren wordt gebracht is hoe weinig zwart-wit het is. Achteraf is het gemakkelijk praten hoe het an ders had gemoeten, maar wat als je in een split second moet beslissen? Dat is de ene kant van het maken van een keuze. Maar aan de andere kant zijn er ook mensen, hele families, slachtoffer geworden van een verkeerde keuze of inschattingsfout. Dat kun je ook niet negeren of zomaar goedpraten. Het is voor onszelf vaak prettig om te denken in termen van goed of fout, zwart of wit. Het schept duidelijkheid. Zeker wanneer we het over de oorlog hebben. En dat geldt niet alleen voor de Tweede Wereldoorlog. Het is verlei delijk om te denken: Oekraïne=goed, Rusland=fout. Om onder te verdelen in pro-Israël of pro-Palestina. Maar als Skaad iets laat zien, is het wel dat ieder mens een schaduwzij de kent. Ieder mens doet dingen die het daglicht niet verdragen kan. Ook mensen die in principe kiezen voor het goede, kennen een donkere zijde.

CULTUUR
10

HEILIGE – ZO GOED ZIJN WE NIET, EN HET IS BETER DAN WE DE MEESTE MENSEN KENNEN. ZONDAAR – HET

ZOU FIJN ZIJN ALS HET

IETS VERZACHT KAN WORDEN: IEDER MENS MAAKT WELEENS FOUTEN.

TOCH KOM JE DAAR NIET ZOMAAR MEE WEG IN SKAAD EN ZEKER NIET IN DE BIJBEL

En geen keuze is zo zwart-wit als het soms lijkt.

Ik moest denken aan een nummer van Over the Rhine, All my favorite people. Daarin klinkt de zin: “All my friends are part saint and part sinner.” Deels heili ge, deels zondaar. Dat zijn grote, ster ke woorden. Heilige – zo goed zijn we niet, en het is beter dan we de meeste mensen kennen. Zondaar – het zou fijn zijn als het iets verzacht kan worden: ieder mens maakt weleens fouten. Toch kom je daar niet zomaar mee weg in Skaad en zeker niet in de Bijbel. “Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent” zo leert Paulus ons over ons heilige deel. Maar net zo goed leren we onszelf kennen als zondaars, voor wie Jezus gekomen en gekruisigd is en uit de dood weer opgestaan. Ook voor God is het niet zo zwart-wit. Maar met het grote verschil dat zijn genade over onze schaduwzij de zijn licht laat schijnen.

ds. Annelieke Warnar

EREPENNING VOOR DR. JAN DIRK WASSENAAR

Tot zijn verrassing ontving dr. Jan Dirk Wassenaar, predikant van de Protestantse Gemeente te Hellendoorn, op vrijdag 3 juni de erepenning van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk in Nederland. Wasse naar was vijftien jaar lid van de Commissie Orgelzaken, waarvan de laatste tien jaar voorzitter. De commissie begeleidt orgelrestauraties. Onder voorzitterschap van Wassenaar heeft aanscherping van de bepalingen in de kerkorde over het orgelbeheer plaatsgevonden. Tevens is onder zijn begeleiding een regeling voor certificering van orgeladviseurs van kracht geworden. Wassenaar kreeg de erepen ning na een lezing in het koor van de Bovenkerk in Kampen. Drs. Rik Buddenberg, voorzitter van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer, prees hem niet alleen voor zijn inzet voor de Commissie Orgelzaken, hij bedankte hem ook als enthousi ast auteur van vele artikelen in het verenigingsblad Kerkbeheer. (Ds. Klaas van der Kamp, classispredikant van Overijssel-Flevoland)

KORT BERICHT
11

STANLEY HAUERWAS, EEN THEOLOGISCHE BIOGRAFIE

Je hebt van die boeken die je vanwege nieuwsgierigheid niet lang op je bureau laat liggen. Hoe mooi is het dan dat de nieuwsgierigheid langzaam overgenomen wordt door het gehoopte leesplezier. Dit was de leeservaring die ik had bij Stanley Hauerwas, een theologische biografie. Deze theologische biografie is verzorgd door Ariaan Baan en Jan Martijn Abrahamse.

Hauerwas theologiseert op eigen wijze en komt heel authentiek over. Treffend is de aanduiding die deauteurs van Hauerwas geven: ‘Hij theologiseert altijd op het scherpst van de snede, omdat hij er van overtuigd is dat alleen de God van Israël, die wij kennen door Jezus Christus, onze aanbidding verdient, en dat deze God ons leven wil transformeren’. (p.15) In zijn manier van theologiseren is Hauerwas een verte genwoordiger van de ecclesial turn. Dit is een manier van theologiseren over het christelijk geloof waarbij de eigen heid van de kerk als uitgangspunt wordt genomen. Hiermee verbonden is de ge dachte dat de christelijke gemeenschap haar eigen narratieve identiteit heeft. Deze staat tegenover de narratieve identiteit van de samenleving en cultuur buiten de kerk. De kerk dient zichzelf te verstaan als een contrastgemeenschap. De kerk onderscheidt zich door een an dere manier van samenleven. Binnen de christelijke gemeenschap is de vorming van karakter en een ethiek van deugden van groot belang. Een concreet voor beeld hiervan is dat Hauerwas nadruk kelijk christelijk leven en pacifisme met elkaar verbindt.

LEESERVARING

Hauerwas lezen en in dit geval lezen over Hauerwas verveelt niet snel. Hij daagt je voortdurend uit en steeds weer wordt je opnieuw geprikkeld. Het sterke is dan ook dat je gedwongen wordt ‘wat is’ in de kerk en binnen de christelijke gemeenschap kritisch onder de loep te nemen. Hauerwas is in staat om je enthousiast te doen inzien dat geloven wel degelijk consequenties heeft en je manier van leven bepaalt. De manier waarop Hauerwas hier over schrijft roept ook bepaalde vragen op. Onder meer over een bepaalde vorm van radicaliteit die door zijn werk loopt. Een andere vraag is die naar de verhouding tussen

kerk en christelijke gemeenschap ener zijds en de moderne cultuur en samen leving anderzijds. Hauerwas gaat daarbij er wel heel sterk vanuit dat beide tegen over elkaar staan. Wellicht is dit iets te zwart-wit. De christelijke gemeenschap of de kerk staat niet alleen maar (kri tisch) tegenover de moderne samen leving en cultuur. Juist daar midden in heeft ze ook haar eigenheid, roeping en verantwoordelijkheid. En dat kan ook samen met andere niet christelijke gemeenschappen. Wanneer christe nen alleen maar aan de zijlijn van het publieke domein staan als toeschou wer is dit mijn inziens te passief. In zijn Geloof in de publieke ruimte biedt Rowan Williams een meer constructieve benadering wanneer hij zijn denken laat bepalen door de gedachte dat christe nen met één been in de samenleving staan en met één been er buiten. Dit betekent dat we meedenken, meedoen

en meehelpen in de samenleving waar we kunnen. En tegelijker het besef niet kwijt raken dat we anders denken en doen door ons geloof.

GESPREKSPARTNERS

De auteurs proberen Hauerwas recht te doen, maar proberen wel alles eerlijk te wegen. Ze zijn gegrepen door de manier van denken van Hauerwas. Maar tegelij kertijd weerhoudt dit ze er niet om zo nu en dan ook vraagtekens te zetten. Het boek is helpend om te laten zien dat Hauerwas een belangrijke gesprekspart ner is wanneer we willen nadenken over de kerk in 21e eeuw. Het is Hauerwas die aantoont dat de kerk een eigenheid heeft die niet zomaar verloren mag gaan. Het geloof in het koninkrijk van God maakt de kerk anders.

De kerk heeft Hauerwas als kritische gesprekspartner nodig. Maar niet als enige. Daarvoor is zijn werk misschien

GEMEENTEWERK
12

uiteindelijk ook te eenzijdig en teveel gericht op hetzelfde. Vooral als het gaat om geloven als karaktervorming en de steeds weer terugkerende nadruk op de ethiek van de deugden. Naast Hauer was zijn ook andere gesprekspartners nodig. De christelijke gemeenschap is meer dan wat ze doet. Haar bestaans recht ligt ook in wat ze gelooft rondom de grote woorden van Gods liefde, gena de, vergeving en verlossing. De kerk is ook een pleisterplaats voor de ziel waar gebroken mensen met lege handen tot God mogen komen. Het klopt dat waar genade is we ook geloven in verande ring en vernieuwing. Maar we mogen nooit denken dat we, als gelovigen en als kerk, al onze gebrokenheid zomaar overstijgen. Het blijft krabbelen en opstaan en nooit vergeten dat we leven van de genade. Dat is en blijft het allereerste.

N.a.v. Ariaan Baan en Jan Martijn Abra hamse, Stanley Hauerwas, Een theologi sche biografie, Utrecht 2022

POP-UP CAMPING

EEN WEEKJE UIT DE (GELD)ZORGEN

Gezinnen die krap bij kas zitten een weekje zorgeloos laten genieten. Dat is het doel van de Pop-up campings waarmee IZB-Dabar deze zomer op twee locaties, in Overberg en Oud-Al blas, een pilot houdt.

Ingrediënten: een terrein van een boer die deze doelgroep een warm hart toedraagt, tenten en/of caravans waar de gasten gratis verblijven, eten en drin ken dat kosteloos ter beschikking wordt gesteld. De plaatselijke Dabarcommis sie tekent, samen met de eigenaar, voor het beheer; Dabar-vrijwilligers verzor gen recreatieve activiteiten zoals een kinderclub.

Ongeveer een miljoen mensen in Nederland leven in (langdurige) armoe de. Door financiële zorgen komt ook de participatie in de samenleving vaak ernstig onder druk te staan. Agnes van Haaften, hoofd IZB-Dabar: ‘Je wordt aangetast in je mens-zijn. Voor gezin nen met kinderen is dat vaak extra moeilijk.’

Boer Gijs van Ginkel van Pop-up cam ping Boaz in Overberg hoopt vooral dat

deze mensen een week uit hun eigen omgeving worden gehaald, ‘even kun nen genieten van de boerenrust. Dat ze een andere manier van leven ervaren.’ Per camping kunnen maximaal dertig mensen per week worden gehuisvest, in totaal vier weken lang. Via diaconieën, voedselbanken en IZB-pioniersplekken worden de gegadigden aangedragen. Bij de selectie van de gezinnen wordt geen al te hoge drempel opgeworpen. Agnes van Haaften: ‘Deze mensen moeten zich al bij zoveel instanties verantwoor den. Ze zijn er helaas aan gewend dat ze met wantrouwen worden bekeken.’

NOG ENKELE PLAATSEN

Er zijn nog enkele plaatsen beschik baar in de periode tussen 9 juli en 13 augustus. Maatschappelijke instanties die contact hebben met mensen die in de doelgroep vallen, kunnen een flyer met daarop alle informatie aanvragen via dabar@izb.nl.

Vrijwilligers, liefst met recente Dabar-er varing, kunnen zich aanmelden, even eens via dabar@izb.nl.

Zie ook www.izb.nl/dabar.

DABAR KORT BERICHT
13

STEFANUS HOUDT VAN

JEZUS

Het thema bij Handelingen 6 en 7 luidt dit keer: vervolgd omdat je Je zus volgt. Het gaat niet om het marte laarschap op zich, maar om de gevol gen van het trouw dienen van Christus. Je kunt en wilt je niet aan zijn opdracht onttrekken. Je gaat in zijn spoor. De toelichting waarmee de bijbelverhalen en verwerkingen zijn gemaakt is deze: ‘In Jeruzalem ontstaat er een grote christelijke gemeente. Steeds meer mensen willen bij Jezus en de kerk horen. Dat levert ook problemen op. Sommige arme vrouwen worden niet goed geholpen. De apostelen hebben daar geen tijd voor. Ze stellen wijze mannen aan om dat te doen. Stefanus is een van hen. Juist Stefanus wordt gevangengenomen. Omdat hij bij het helpen vertelt over Jezus Christus. Omdat hij Hem volgt in heel zijn leven. De Joodse leiders klagen hem aan en vervolgen hem. Ze wordt Stefanus de eerste die gedood wordt omdat hij gelooft. Nog steeds worden christenen dwarsgezeten, soms gevangengezet en vermoord. Wie Jezus volgt, wordt soms vervolgd.’

Voor de onderbouw verzwijgen we de dood van Stefanus niet, maar verkondi gen we zijn diakenschap. Het evangelie van de levende Heer en zorg voor elkaar zijn onlosmakelijk verbonden. Het ver haal van Ineke Fröling:

INLEIDING

Michiel, Joris en Irene zitten aan tafel, met papa en mama. Het is zondag. Op zondag eten ze altijd eerst soep en dan ander warm eten. ‘O’, roept Jori, ‘van daag is het soep met balletjes, mmm ik lust er wel tien!’ ‘Ja, ja’, zegt papa, ‘dat willen we allemaal wel, we gaan eerlijk verdelen, zo hoort het. Het kan niet gezellig zijn aan tafel, als er iemand één balletje in de soep heeft en de ander veel meer.’ En zo gebeurt het ook, ieder

een krijgt evenveel balletjes in de soep en smult ervan.

(Praat er met de kinderen over. Herken nen ze dit, wie heeft dit ook wel eens meegemaakt?)

BIJBELVERTELLING

Weet je waar het ook niet altijd gezellig is aan tafel? Dat is in Jeruzalem. Daar wonen de vrienden van Jezus met nog veel meer mensen. Steeds meer men sen zijn in Jezus gaan geloven en willen er ook bij horen. Dat is natuurlijk fijn. De vrienden van Jezus proberen het voor iedereen gezellig en fijn te maken.

opletten dat het eten eerlijk verdeeld wordt.

En zo gebeurt het. Zeven mannen gaan erop letten dat iedereen evenveel te eten krijgt.

Stefanus ook. Hij woont ook in Jeruza lem, hij houdt van Jezus en vertelt de mensen over Jezus. Hij wil ook graag zorgen dat het goed gaat en de mensen gezellig met elkaar aan tafel kunnen gaan zonder geruzie.

‘Mensen’, zegt Stefanus, ‘luister! Jezus houdt van jullie allemaal, Hij wil dat je voor elkaar zorgt en elkaar helpt. En ook dat je alles eerlijk verdeelt. Ik ga met jullie bidden, voordat we gaan eten. Ik ga ook zorgen dat al dat lekkere eten eerlijk verdeeld wordt. Zo zou Jezus dat ook gedaan hebben.’

Wat fijn dat Stefanus dit doet, en wat fijn dat ook die andere zes mannen dat doen. Zo gaat het goed.

Stefanus doet zijn werk goed. Soms mag hij van God ook een wonder doen, net als Jezus dat deed. Iemand die heel ziek wordt opeens beter. Niet iedereen vindt dat fijn en goed. Er zijn mensen die daarom kwaad gaan spreken over Stefanus, ze vertellen dingen over hem die niet waar zijn.

De mensen daar zijn verschillend, ze zien er verschillend uit en spreken ook een verschillende taal. En het gebeurt steeds vaker dat er ruzie is.

‘Zij heeft meer brood gekregen dan ik’, roept er iemand. ’Nee, niet waar’, roept een ander, ‘je hebt zelf veel meer.’ Er is ruzie over het eten. En dat gebeurt steeds vaker.

‘Zo kan het niet langer’, zeggen de vrienden van Jezus tegen elkaar. ‘Zo is het nooit meer gezellig tijdens het eten, iedere dag is er ruzie.’

Iedereen moet natuurlijk evenveel te eten krijgen. Het maakt niet uit hoe je eruit ziet of welke taal je praat.

De vrienden van Jezus hebben zelf geen tijd om hierop te letten en daar om hebben ze een plan bedacht. Ze kiezen zeven wijze mannen uit, zeven mannen die ook vertellen over Jezus en bidden met de mensen. Zij kunnen

En zo gebeurt het op een dag dat Stefanus gevangengenomen wordt en niet meer bij de mensen kan zijn om ze te helpen. Stefanus gaat dood en dat is heel erg verdrietig. De mensen die kwade dingen over Stefanus vertelden vinden het niet erg dat dit gebeurd is. Maar de andere mensen wel. Wij weten dat Jezus sterker is dan de dood en dat ook Stefanus bij God in de hemel mag wonen.

Zo zijn er nog steeds mensen die over Jezus willen vertellen, dat horen wij ook als we op zondag naar de kerk gaan. Ge lukkig dat dat kan en mag. In ons land is het veilig om over Jezus te praten. Laten we proberen te doen wat Jezus vertelde: Zorg voor elkaar, verdeel alles eerlijk, dan is het fijn.

ds. Dick Westerneng, hoofdredacteur Vertel Het Maar

Stefanus, de eerste martelaar. Met zijn levensgeschiedenis kun je christenvervolging illustreren. De reden voor zijn dood is dat hij diaken is, verkondiger aan achtergestelde weduwen in daad en woord. Juist dat willen we op 3 juli doorgeven.
IN ONS LAND IS HET VEILIG OM OVER JEZUS TE PRATEN. LATEN WE PROBEREN TE DOEN WAT JEZUS VERTELDE
VERTEL HET MAAR
14

Inhoudsopgave

01 opening - Ploni almoni

Arien Treuren

02 hoofdartikel - Spreken na Pinksteren ds. Dick Westerneng

03 meditatie - Spreken na Pinksteren dr. Jan Dirk Wassenaar

04 kerk - Het ontslag van Hoedemaker (2) dr. Jan Dirk Wassenaar

06 theologie - Waarom Jezus moest sterven dr. Wim de Bruin

08 wereldwijd - Kerkgeschiedenis van Malawi dr. Steven Paas

10 cultuur - Schaduwzijde ds. Annelieke Warnar

11 kort bericht - Erepenning voor dr. Jan Dirk Wassenaar

12 gemeentewerk - Biografie Stanley Hauerwas ds. Roberto Buijs

13 kort bericht - Pop-up camping Dabar

14 vertel het maar - Stefanus houdt van Jezus ds. Dick Westerneng

15 colofon

BEROEPINGSWERK

BEROEPEN TE: Zevenhuizen(herv.), A.W.J. Theunisse, Beekbergen(herv.). Gouda(St. Janskerk), T. Jacobs, Leiden(Marekerk). Brandwijk(herv.), prop. J. Speksnijder, Gouda. Dordrecht(herv., wijk 7) en Oud-Beijerland(herv., wijk West), J.J. Mulder, Krimpen aan den IJssel(herv., bw). Wekerom(herv.), J.A.W. Verhoeven, Krimpen aan den IJsel(herv. bw).

AANGENOMEN NAAR: Putten(ger.), R.J. van Amstel, Rotterdam(prot., Alexanderkerk). Zaamslag(prot.), W. Kaljauw, Nijverdal(prot.). Vriezenveen( ger., Ontmoetingskerk), C.A.F.M. Verrips- van Gessel, Bentlo. Hierden(herv., wijk Frankrijk), R.J Kranen, Vriezenveen(herv.). Zuidland(prot.), G.A. Wolfert, Scherpenzeel, (prot.). Hellendoorn(prot., Kruidenwijk), G.H. de Ruiter, Aalsmeer(herv., Dorpskerk). Zuilichem(herv.), J.N. Zuijderduijn Oosterwolde(herv.).

BEDANKT VOOR: Sliedrecht(herv., wijk 3), D. Jongeneel, Katwijk aan Zee(herv., De Noord). Barendrecht(herv., Immanuelkerk) en Bleiswijk(herv., Het Anker), K.M. Teeuw, Voorthui zen(herv.)

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR ds. Wim Scheltens

EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren

Theologie: dr. Wim de Bruin

Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar

Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn

Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342- 494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl

Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl

Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 79,70 Halfjaarabonnement € 45,30 Kwartaalabonnement € 28,00 Buitenland, jaarabonnement € 127,10 Jaarabonnement student € 43,45

Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar.

Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl

COLOFON 15

als je kunt bungelen

Je blijft niet slungelen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Haal het kind naar buiten!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.