Confessioneel-Credo 14-2022

Page 1

HEER, WIJS MIJ UW WEG

Dit is een bekend opwekkingslied (nr. 687). Graag zou ik de gedach ten van dit lied terug zien komen in de maatschappelijke en politieke praktijk. Hoor, hoe dat opwekkingslied verder gaat met:

‘Als mij de moed ontbreekt om door te gaan, troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.’

Kan dat ook bij die stikstof. Ik denk aan de regelgeving. De burgerlijke gemeen te stelt een bestemmingsplan vast. Vergunningen zijn van overheidswege. De rijksoverheid treft maatregelen. Ik zie nog een boer met stamboek-koeien achter de computer zitten om te kijken wat het ministerie nu weer voor regels op de website weergeeft en mailt. Alles gaat volgens de regels. Anders ben je als boer het haasje.

FRIS GROEN

Nu lijkt de vermindering van stikstof een doel op zich te worden. Verminderen van de stikstof door kaalslag van het boerenleven is onverantwoord. Want ‘de’ landbouw kent royale schakeringen door een duurzaamheidsgolf en kring looplandbouw. We leven in de delta van de Schelde, de Maas en de Rijn. Ieder een die ons land in komt, ziet met eigen ogen de frisse groene weilanden. Som mige grond kan door de bodem alleen gedijen als grasgebied, dat nu optimaal gebruikt kan worden voor melkvee.

UITGANGSPUNT

Waarom heeft het Ministerie van Land bouw, Natuur en Voedselkwaliteit niet een veel genuanceerder beeld gegeven van de stikstofproblematiek? Denk

aan de innovatie met separatoren voor mestscheidingen en kunstmestvervan gers. Waarom koos dit ministerie niet voor fatsoenlijke bedrijfsvoering als voorwaarde voor beleid?

Daarom moet het uitgangspunt worden: een goede bedrijfsvoering in de land bouw.

Dat is voor de voedselvoorziening en voor de economie (inclusief de export) van groot belang. En de doelstelling kan blijven: vermindering van uitstoot van stikstof.

De claim dat er rond Natura 2000-ge bieden in een cirkel van een kilome ter geen landbouw mag komen is te ongenuanceerd. Akkerbouw met een enkele bemesting is wat anders dan een grasland met koeien een half jaar lang buiten. De intensieve veehouderij kan ongetwijfeld niet blijven zoals die nu is: de uitstoot en kwetsbaarheid vormen

te grote risico’s. Het kabinet zou er een eer in moeten stellen om samen met de boeren plannen te ontwikkelen tot verbetering van duurzaamheid, bedrijfs voering en landschapsbeheer. Boeren werken aan een goed landschap met biodiversiteit. Dat is voor de vruchtbaar heid van gewassen van groot belangook voor boeren.

EEN LAMP VOOR MIJN VOET

Dan kom ik weer bij dat opwekkingslied uit:

‘Heer, leer mij uw weg, die zuiver is en goed.

Uw woord is onderweg als een lamp voor mijn voet.’

In het Woord van God lezen we prach tige dingen over rechtvaardigheid en bedrijfsvoering: ‘bewerken en erover waken’ (Genesis 2:15), de arbeider is zijn loon waard (Lucas 10:7) en een rund mag je bij het dorsen niet muil korven (Deuteronomium 25:4). En die twee teksten komen weer samen in dat prachtige hoofdstuk 1 Timoteüs 5 (:18).

Het opwekkingslied gaat verder: ‘Als mij het zicht ontbreekt, het donker is, leidt mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.’

Zo komt de bemoediging tot klinken, dat Gods bedoelingen niet alleen duurzaam zijn, maar zelfs eeuwigheidswaarde heb ben. En dat je in geloof, hoop en liefde jezelf weer op de rails voelt komen van blijmoedig geloven en vertrouwen.

Ds. Wim Scheltens
‘Heer, wijs mij uw weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in U richting vindt.’
De komende weken verschijnt Confessioneel-Credo in de zomerse driewekenfrequentie!
CONFESSIONEEL
pag 2 De preek als ‘Godmoment’?! pag 6 Vertalen is verrassen pag 8 Verschuivingen in de moraal 134e jaargang 11 augustus 2022 nr. 14CREDO
462409.indd 1 8/5/2022 1:43:24 PM

DE PREEK: IEDERE ZONDAG EEN ‘GODMOMENT’?!

Wat een vreugdevolle zomer! Hoezo? Omdat er bijna geen pastorie in Nederland te vinden is waarin er deze zomer niet een diepgaande bezinning op de preek plaatsvindt. Dominees zijn allereerst predikers, toch? Er komt tegenwoordig van alles bij kijken en er is van alles op af te dingen, maar is dat niet het hart van de zaak? Het allerbelangrijkste ‘sacrament’ (dat onder protestanten nooit zo mocht heten)?

N

et voor de zomervakantie ver schenen twee prachtige boeken. Vrijwel iedere collega die ik sprak had het erover. U gaat er vast komende winter meer van horen en/of proeven. Beschouw dit schrijven als slechts een aperitief.

DIALOOG, DANS, DUEL

‘God is iets waanzinnigs en vertede rends – maar hoe komt het dat onze taal voor God soms als stukgekauwde kauwgom klinkt?’ Met die vraagstelling, ontleend aan de roman Mintijteer, opent het boek van dr. Kees van Ekris, momen teel programmaleider bij Areopagus, het centrum voor contextuele en missonaire prediking.

In de inleiding legt hij – in verfrissende taal die heel het boek tot een welkome leeservaring maken – uit hoe belangrijk het is dat oude geloofswoorden steeds nieuwe bestaansrelevantie krijgen. Dat een preek mensen van vandaag kan helpen geloven, dat geloof en ongeloof bij niemand statische realiteiten zijn. De ondertitel van het boek is: Preken voor tijdgenoten. Hij schrijft: “Ik spreek liever niet van ‘zoekers’. Alsof wie gelooft niet zoekt, alsof de vragen van tijdgenoten aan ‘gelovigen’ voorbij gaan. Alsof ge loof en ongeloof niet ook in christenen vaak ‘door elkaar heen praten’(9)”. Ver volgens wordt toegelicht waarom deze drieledige titel is gekozen voor een boek over preken: dialoog, dans, duel. Hij noemt die drie begrippen zelfs de beloften van de preek! Allereerst heeft iedere preek iets dialogisch. Hoe kan het ook anders: God spreekt, roept, vraagt! De bijbel is van het begin tot het einde een dialogisch boek. Heeft geloven niet iets van ‘Door een vreemde stem bekoord’? En dat gaat toch niet zonder er persoonlijk, met God en met anderen erover gesprek te zijn? Maar de preek is ook een uitnodiging tot dans. Er is naast het discursieve van de dialoog ook de wereld van het gemoed, ons innerlijk, ons lijf, ons verlangen naar

expressie. Er is dorheid, aanvechting, dreiging van de dood. En soms, zo schrijft Elie Wiesel ergens, ‘a mad de sire tot dance’. Prediking is, vanuit de partituur van de heilige tekst, ook een op- en uitvoering! Daarnaast duelleert God ook met de mens, en de prediker met zijn hoorders. Immers, bij ons mensen wordt ‘de goe de tuin van het begin al snel een jungle van vervreemding, omdat mensen verleid worden door de gedachte om zelf als een god te kunnen leven. Gods goede stem resoneert in hun innerlijk, maar ook andere stemmen, sissende

EEN DOMINEE KAN NIET ELKE KEER EEN VURIGE PREEK HOUDEN. DAT ZOU NIET GEZOND ZIJN

gedachten die God vertekenen tot een vervelende eindbaas’(13). Zo komt Van Ekris ertoe de prediker ook als com battant, deelnemer aan een gevecht te typeren. Een gevecht om het behoud van mensen, om het nee-zeggen tegen stukmakende invloeden, een gevecht om de vreugde van het heil. Vervolgens wordt in tien hoofdstukken op diverse aspecten nader ingegaan. Menig predikant, menig kerkenraad zal er in de smidse van zijn studeerkamer, maar ook aan de kerkenraadstafel of in eene huiskring zijn voordeel mee kunnen doen: na ieder hoofdstuk volgen relevante vragen die het gesprek kunnen helpen.

TE MIDDEN VAN HET TUMULT

Als ik van iemand veel geleerd heb als prediker, dan is het wel K.H Miskotte. Van hem is de prachtige uitspraak dat de preek ‘afgekoelde extase, gestolde verrukking’ is. Hij schrijft – in ook al een boek voor predikers, in zijn taal ‘leerjongens’ – dat als iemand tot de conclusie komt dat het ‘om de waarheid

te zeggen’ niet eenvoudig is exegeet en prediker te zijn, dan zal hij diegene allerminst tegenspreken, maar intus sen hopen, dat er ook iets anders, iets hoopvollers uit deze overwegingen zal worden toegeëigend, tenslotte zelfs een zekere vrolijkheid! En Miskotte liet het niet bij schrijven alleen. Op 1 Juli jl. werd in Amsterdam een bundel nieuw ontdekte preken gepresenteerd, waarin tien gemiddeld meer dan zeventig jaar geleden(!) gehouden preken zijn ver schenen. En ze zijn, stuk voor stuk, het bestuderen waard.

Zo zegt Miskotte bijvoorbeeld in de dienst waarin hij ds. Buskes op 12 september 1943 bevestigt als missi onair predikant in Amsterdam: ‘Het christendom is een failliete zaak zoals het jodendom in Christus’ dagen een failliete zaak was’ (66). En in de preek over onze moeheid eindigt hij aldus: ‘God heeft het opgegeven om iets van ons te verwachten, maar Hij heeft het niet opgegeven als bij de schepping: Christus komt en zoekt en zaligt al het in oude en neiuwe moeheid verlorene. Zo zullen wij kracht vinden om Hem te prijzen, ook als schepper van ons geestelijk leven, als de herder, die uit de eeuwige zorg zijn vermoeide lam ook tot zich neemt’ (43).

CONSUMENT OF GEMEENTELID?

Mooi dat we deze zomer zoveel (over) preken kunnen lezen en doordenken. Maar hoe zit het, – naast de prediker die vaak zelf zijn eerste hoorder is – net de hoorder? Ik geef graag twee vragen en antwoorden door uit een interview met ds. Kees van Ekris in het ND. Zij geven ook de hoorder huiswerk mee.

De verschillen tussen luisteraars zijn vaak groot. Hoe doe je daar, ook als je de gemeente goed kent, als predikant recht aan?

‘Ik zou de vraag willen omdraaien. Als wij naar de kerk gaan, hebben we dan nog het idee dat God tegen ons kan

HOOFDARTIKEL
2
462413.indd 2 8/5/2022 1:43:27 PM

DE ANDER – MET ÉN ZONDER HOOFDLETTER

spreken? Dat is een totaal andere houding dan wanneer je de druk bij de predikant legt, dat een dominee voorbeelden moet gebruiken die mij aanspreken en taal die ik begrijp. Als je die eisen loslaat, zijn opleidingsniveau en leeftijd veel minder belangrijk. Dan kan elk woord dat in de kerk gesproken wordt van God zijn. Leren luisteren is minstens zo belangrijk als leren preken. Daarom vind ik ‘een goede preek’ ook niet zo’n gelukkige kwalificatie. Er zijn preken die naar aardse maatstaven heel matig zijn, maar toch een grote uitwerking hebben. Als een luisteraar merkt dat er bij de prediker een vuur brandt, dan doet dat veel meer dan welsprekendheid. Nu is dat laatste niet onbelangrijk, een predikant moet zich in begrijpelijk Nederlands uitdrukken en structuur in zijn preek aanbrengen, maar daar staat of valt de geestelijke zeggingskracht van de preek niet mee’.

Maar misschien zit hier een belangrijk probleem: een luisteraar ervaart dat vuur bij een voorganger lang niet altijd. ‘Natuurlijk, maar kijk ook dan eens naar jezelf. Luister jij zelf vurig? Misschien was je moe of gespannen en daarom snel geïrriteerd. Als je dat van jezelf weet, scheelt dat al een heleboel. Een dominee kan ook niet elke keer een vu rige preek houden. Dat zou niet gezond zijn. Daarnaast heb je andersom ook als voorganger wel eens het idee dat je tegen een muur aan het praten bent.

Dan moet je als prediker over een gena dige blik beschikken, of die heroveren, om op maandag weer met liefde aan de slag te gaan. Kijk zo ook eens met een genadige blik naar de predikant, als je de preek je tegenvalt. Misschien had hij een bewogen week? Als je dat kunt, heb je de consumerende houding achter je gelaten en is het gemeentelid in je geactiveerd. Genade is de sfeer waarin preken goed worden’.

K.H. Miskotte Te midden van het tumult.

Tien nieuw ontdekte preken, Skandalon Middelburg 2022 ( € 19,95 )

Kees van Ekris Dialoog, dans en duel. Preken voor tijdgenoten. KokBoekencentrum Utrecht 2022 (€ 24,99)

Emmanuel Levinas had de oorlog maar ternauwernood overleefd.

Ondanks zijn Joodse afkomst, geboren in Litouwen, wist hij een krijgsgevangen schap in Duitsland te overleven. Zijn familie echter overleefde de oorlog niet. Hij is één van de grootste denkers geworden in de na-oorlogse periode van de 20e eeuw. Zijn ethische filosofie is geïnspireerd door zijn eigen ervaring als Franse militair in de Tweede Wereldoor log.

De vreselijke gebeurtenissen uit die tijd bepalen zijn denken. Hij gaat hem om de Ander, de medemens. Hij is kritisch op mensen die in hun denken uitgaan van zichzelf.

We hebben het over “mijn portemon nee, mijn mening, mijn Nederland, mijn belangen, mijn huis en mijn kerk”. Dat “mijn” wordt allesoverheersend en de ander verdwijnt uit het gezichtsveld. Levinas vraagt in zijn denken en geloven om het om te draaien. Kun je in je denken en in je doen bij de Ander, de medemens beginnen?

De Ander, die je ontmoet, kun je je niet eigen maken. Je kunt ‘m ook jouw wil niet opleggen. Die Ander blijft je een beetje vreemd, anders.

Maar is het niet onze opdracht die Ander lief te hebben en het goede voor hem of haar te doen? Of, aldus Levinas: God kennen is weten wat men moet doen. Levinas geeft te denken. Eerlijk gezegd zou het een weldaad zijn in deze wereld wanneer wij elkaar in het gezicht zouden kijken en de Ander herkennen. Ruimte geven en recht willen doen.

Tegelijkertijd schrikken we ervoor terug

wanneer we iemands gezicht echt zien. Die Ander doet misschien wel een appèl op jou.

Dan moet je iets. Er voor die Ander zijn. Maar schreeuwt de wereld daar niet om...

De ander in het gezicht zien. Zo gemak kelijk is dat niet. Er wordt een spanning voelbaar.

“Heb je naaste lief als jezelf (Lev. 19: 18)”. Of bedoelt Levinas het nog radi caler:

“...maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan u zelf” (Filip. 2: 3).

En dan vandaag de dag mensen in het gelaat zien die anderen kwaad behande len, onmenselijk. Onmogelijk!

Toch is voor Levinas juist een wrede oorlog de reden geweest om zo te willen denken. Juist ook als het om “geloven” gaat.

We worstelen ermee. We weten er niet goed raad mee. Het lukt ons niet. Of hebben we wel echt de Ander in het gezicht gekeken? Wie goed kijkt ziet misschien toch meer dan die denkt. Soms vang je een flard op van die Ene Andere Mens in het gelaat van de ander. Is Hij het die mij aankijkt in hem of haar?

Trouwens, heeft Hij, de Mensenzoon ook niet geworsteld met wat Hij zag in de wereld en de mens om Hem heen. Toch achtte Hij de ander belangrijker dan zichzelf. Wij leven ervan.

ds. Anne Verbaan- v.d. Heuvel, predikant te Bennekom

Je moet Je moet jezelf Zonder van twee kanten in de ander in die ander komen durven zien te verdwijnen om elkaar te ontmoeten Een tekst van Stef Bos uit 2004
MEDITATIE
3
462413.indd 3 8/5/2022 1:43:28 PM

NIET GENOEG VINKJES

OM DOMINEE TE WORDEN

Naast de negentiende-eeuwse domineedichter en de prozapastoor die al niet zo’n goede naam hebben, bestaan er in die tijd ook nog hulpdomineedichters die net zo productief waren als hun academische collega’s, maar niet telden als volwaardige dominees. Cees Houtman noemt ze in zijn enkele maanden geleden uitgekomen boek over deze auteurs ‘selfmade dominees’, of gods dienstonderwijzers, die er in de geschiedschrijving ‘bekaaid’ vanaf gekomen zijn.

In mijn jongste boek L: de lezer van de 19de eeuw houd ik een pleidooi voor een herwaardering van de domineedich ters, die veelal aan de basis stonden van maatschappelijke veranderingen en via hun dichtkunst invloed uitoefen den op de bestrijding van misstanden. Waar ik me niet van bewust was tot ik Houtmans boek las, is dat er daar naast een groep ongediplomeerde godsdienstonderwijzers bestond die ook de pen hanteerde, vaak met dezelfde maatschappelijke inzet.

VINCENT VAN GOGH

Misschien zijn er mensen die de bio grafie van Vincent van Gogh kennen en weten dat hij op een gegeven moment dominee wilde worden. Maar de strijd om het Grieks en Latijn onder de knie te krijgen viel hem te zwaar, en toen volgde hij enige tijd een opleiding waarmee hij hulpprediker kon worden. Dat werd hij in de Belgische Borinage. Hij was dus een van die ongediplomeerde godsdienston derwijzers. Het werd een mislukking. Op een gegeven moment wist hij die roeping achter zich te laten en koos hij voor het kunstenaarschap. Dat had hij deels te danken aan de domineedichter Eliza Laurillard, die in zijn preken kun stenaars als dienaars van God zag.

DE SELFMADE DOMINEE Maar nu over het boek van Cees Houtman, onder de titel De selfmade dominee als auteur. Van 26 van deze selfmade dominees geeft hij portretten, in chronologische volgorde. De oudste is geboren in 1778, de jongste in 1866. De titel ‘selfmade dominee’ is enigszins misleidend, want dominee mochten ze zich niet noemen. Selfmade waren ze wel: ze schoolden zichzelf in de godsdienstleer. Veel van deze hulppre dikers hadden graag predikant willen worden, maar ze hadden van huis uit

KERK
4
465445.indd 2 8/5/2022 1:43:25 PM

niet genoeg geld om naar de academie te gaan. Beurzen waren er weliswaar al vroeg voor studenten theologie, maar daar kwam iemand zonder Latijnse School toch niet voor in aanmerking. Een soort opleiding voor hulppredikan ten was er wel ingesteld door de syno de, maar de meesten spijkerden zich op eigen houtje bij. Er moeten er veel geweest zijn: Houtman telde in 1869 in Amsterdam naast 27 academische predikanten nog 24 godsdienstonderwij zers, onder wie ook enkele vrouwen. De mannen aan wie Houtman een portret wijdt, zijn opvallend door hun betrok kenheid bij de maatschappij en hun vaardigheid die op schrift te stellen. Er is er geen enkele onder die nog enigs zins bekend is, en dat is jammer als je de schetsen leest die Houtman aan hen wijdt. Het zijn stuk voor stuk markante mannen, die zich los wisten te maken van hun milieu, hun gebrek aan oplei ding in de jeugd wisten te overwinnen, en een prominente plek wisten te bevechten in hun gemeenschap.

van Belkum concentreerde zijn zending op de verschoppelingen van zijn stad. Met name alcoholisten probeerde hij uit hun zelf-vernietigende cyclus te halen. Hij schreef over zijn ervaringen in de bundels Uit het leven: schetsen uit de achterbuurten en Schetsen uit het leven.

Heel triest is het leven van de gebochel de Hendrik Huisman, die eerst boekver koper was en als godsdienstonderwijzer om onbekende redenen tegengewerkt werd door hogere predikanten. Daar over schreef hij een Adres aan den Eerwaarde Kerkeraad, maar dat zette hem nog verder van de kerk af. Hem werd aangeraden doodbidder te worden, maar vanwege zijn afschrikwekkende gestalte leek hem dat niet zo’n goed idee. Uiteindelijk nam hij afscheid van het christendom en sloot zich aan bij de vrijdenkers.

Dan is er nog de gevangenispastor Eg bert Tobi, die in Deventer zowel zieken als gevangenen stichtte, of de histori sche-novellenschrijver Peter Duijs die in Kampen vergeving en bekering predik te. Heel merkwaardig is ook het leven van de orthodoxe Johannes Schale

kamp, vader van vijftien kinderen, huis schilder van beroep, die toch de akte voor godsdienstonderwijzer behaalde en in diverse plaatsen als hulpprediker optrad. Zijn tweede vrouw was een bekeerlinge, die van het roomse geloof overgestapt was naar het hervormde, terwijl zij op weg was kloosterzuster te worden. Over haar leven schreef Schalekamp twee boeken. Schalekamp zou pas in 1944 overlijden, en in 1935 betoogde hij dat de vliegtuigrampen die de KLM troffen een teken van God waren om de mensen van hun zelfver heffing af te doen zien en tot deemoe digheid te bewegen.

VOLGELINGEN VAN DE LIEFDE

Veel van de door Houtman behandelde predikers waren volgelingen van Jan de Liefde, de hoog gewaardeerde en leidinggevende domineeschrijver van tientallen toegankelijke boekjes met een godsdienstige strekking voor jeugd en volwassenen. Hoewel De Liefde veel contacten had met orthodoxe protestan ten uit de kring van het Réveil, was hij een man van het midden. Bij de predi kers van Houtman zijn zowel orthodoxen als mannen die het godsdienstig moder nisme aanhangen.

Houtman geeft precies die informatie die nodig is om geïnteresseerd te raken in deze groep en verstrekt voldoende aanwijzingen om er eventueel verder onderzoek naar te doen. Zijn mannen zijn stuk voor stuk interessante figuren zonder de negentiende-eeuwse zeven vinkjes die de meeste domineedichters wél hadden, en met vaak een drama tische levensloop. Klimmen op de maatschappelijke ladder was niet zo makkelijk, de financiële beloning voor de hulppredikers was schraal, en echt geaccepteerd als volwaardig prediker werden ze nooit. Goed dat er iemand is die zoveel jaren na hun dood hen nog enig eerherstel verleent.

Cees Houtman, De selfmade dominee als auteur. Zesentwintig portretten uit de lange negentiende eeuw. Zutphen: Walburg Pers, 2022.

Auteur prof. dr. Marita Mathijsen is emeritus hoogleraar moderne Nederland se letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

(Ingekorte versie van een artikel op maritamathijsen.wordpress.com, ook gepubliceerd als Niet genoeg vinkjes om dominee te worden op neerlandistiek.nl)

ENKELE VOORBEELDEN De voormalige Leeuwarder bakker Klaas J.H. Maatjes (1815-1870), bevindelijk hervormd godsdienstonderwijzer, die om zijn orthodoxie in Groningen door de predikanten genegeerd werd, en uiteindelijk predikant werd bij de afgescheidenen.
DE MANNEN AAN WIE HOUTMAN EEN PORTRET WIJDT, ZIJN OPVALLEND DOOR HUN BETROKKENHEID BIJ DE MAATSCHAPPIJ EN HUN VAARDIGHEID DIE OP SCHRIFT TE STELLEN
5
465445.indd 3 8/5/2022 1:43:25 PM

VERTALEN IS VERRASSEN

Maar liefst 38 bijdragen, geschreven door vakgenoten en collega’s van Bijbelvertaler Jaap van Dorp, vormen een veelkleurig en verrassend boek. Vol nieuwe en onverwachte vensters op de Bijbel. En, zoals de opdracht bij het schrijven luidde: leesbaar en toegankelijk voor elk geïnteresseerd gemeentelid.

Eerst moet het dan toch gaan over de aanleiding. Bijbelvertaler Jaap van Dorp ging met pensioen. Menig lezer van dit blad zal hem wel eens ontmoet hebben. Op een gemeenteavond over de Nieuwe Bijbelvertaling of tijdens een digitaal seminar in de coronaperiode Rustig en beheerst, tegelijk bevlogen en deskundig, leidde Jaap je door ingewik kelde vertaalproblemen heen. Leerzaam waren ook zijn tientallen artikelen in het breed rondgestuurde NBG-tijdschrift ‘Met Andere Woorden’. Tijdens zijn loopbaan bij het NBG heeft Jaap van Dorp aan vier grote Neder landse Bijbelvertaalprojecten meege werkt: de revisie van de Groot Nieuws Bijbel (1996), de Nieuwe Bijbelvertaling (2004), de Bijbel in Gewone Taal (2014) en de vorig jaar verschenen NBV21. Het zou een miskenning van zijn jarenlange, vaak gedetailleerde monnikenwerk zijn als we teveel te focussen op die paar in het oog springende vertaalvondsten. Toch is daar niet helemaal aan te ontkomen. Zo werden de Behemot en Leviatan - vaak vertaald als dieren (‘nijl paard’ en ‘krokodil’) - dankzij Jaap van Dorp tot mythische, deels bovennatuur lijke gestalten: ‘monster’ en ‘draak’. En dat er ‘bier’ in de Bijbel voorkomt, haalde zelfs het Jeugdjournaal.

‘VERTALEN IS VERRADEN’ Het is een gevleugeld gezegde, geba seerd op de Italiaanse spreuk tradutto re traditore. Talen sluiten immers nooit naadloos op elkaar aan. Je raakt altijd iets kwijt of je voegt iets toe wat er niet stond. Maar je kunt wel vertalen met open vizier. In een transparant vertaal proces waarbij afgewogen en duidelijk toegelichte keuzes worden gemaakt. Een knap voorbeeld daarvan is de wijze waarop de NBV21 tot stand is geko men. In een interview zei Jaap van Dorp daar zelf over: “Het bijzondere van de

THEOLOGIE
6
465447.indd 2 8/5/2022 1:43:29 PM

herziening van de NBV was dat het grote aantal opmerkingen van buitenaf zo’n rol speelde. Volgens mij is dat uniek in de bijbelvertaalwereld. Het gaat daarbij niet zozeer om het corrigeren van echte fouten – dat moet natuurlijk altijd, daarmee moet je niet wachten tot er een revisie komt. Maar het gaat vooral om het kiezen van een beter alternatief.”

VARIATIE EN VERRIJKING

Het boek ‘Vertalen is verrassen’ is met 460 pagina’s een dikke pil geworden. Maar dankzij de opmaak en de betrekkelijk korte artikelen leest het heel plezierig. Ook de variatie helpt daaraan mee. Wist u bijvoorbeeld hoeveel de papyrusrollen kostten, waarop men in oude tijden schreef? En wie begroef Mozes? Heeft de raaf van Noach terecht zo’n slecht imago? Wat of wie gaat er schuil achter de spotnaam ‘koning Kemphaan’ in Hosea?

De artikelen gaan meestal over één of meerdere Bijbelteksten. Vrijwel allemaal betreffen ze het Oude Testament, het vakgebied van Bijbelvertaler Jaap van Dorp. Ze zijn geordend naar de volgorde van de christelijke canon. Sommige Bijbelboeken, zoals Genesis, Psalmen en Jesaja zijn extra goed vertegenwoordigd. Al met al is het een boeiende rondreis door de Schriften, met verrassende doorkijkjes die illustreren hoe de omgang met de Bijbel je kan verrijken.

JAAP EN JOB

Als voorbeeld van zo’n nieuw en onverwacht venster op de Bijbel noem ik de vertaling van Job 42:6. Matthijs de Jong – hoofd Vertalen en Bijbelwetenschap

bij het NBG – wijdt er in dit boek een artikel aan. Daarbij zet hij ook de inbreng van Jaap van Dorp ten aanzien van een nieuwe vertaling van dit omstreden vers in het licht. De klassieke vertaling van Job 42:6 (ook nog in de NBV van 2004) laat Job zijn al te grote woorden herroepen en hem boete doen in stof en as. Het past bij het beeld van een geduldige Job, dat eeuwenlang de Bijbeluitleg heeft beheerst. Zo weerspiegelde ook vers 42:6 een lijdzame Job, die God gelijk geeft en deemoedig neerzit. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw kwamen andere interpretaties van Job naar voren. Meer nadruk werdt

gelegd op zijn opstandigheid en open verzet. Dan is het niet logisch dat Job hier schuld zou belijden en boete zou doen. Nu betekent het gebruikte Hebreeuwse werkwoord (nicham ‘al) in verschillende andere teksten ‘zich laten troosten over’ of ‘getroost zijn over’. Via een zorgvuldig proces van meerdere stappen en afwegingen leidde dit tot de vertaling die we in de NBV21 vinden: “Daarom zal ik verder zwijgen, nu vind ik troost voor mijn kommervol bestaan.”

Job ziet dus af van zijn aanklacht tegen God. Dat heeft echter niet enkel een negatieve reden, namelijk dat God (in de hoofdstukken 38-41) Job heeft laten zien dat een mens geen zaak kan voeren tegen God over diens bestuur. Job heeft ook een positief inzicht opgegaan. Jobs onschuldige lijden blijkt niet te betekenen dat God als bestuurder faalt of zich onheus opstelt als zijn vijand. Jobs onschuld en vertrouwen op God kunnen naast elkaar bestaan. Dit bijgestelde beeld van Job geeft te denken op een wijze die doorwerkt bij het lezen van heel dit Bijbelboek.

“Vertalen is Verrassen. Nieuwe Vensters op Bijbelse Teksten” is voor € 32,- o.a. te bestellen bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG).

Auteur dr. Wim de Bruin is oudtestamentisch bijbelwetenschapper en als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente Bleiswijk, wijkgemeente Dorpskerk.

Pleisterplaats

Liefdevolle aandacht voor mensen die te maken hebben met bijv.

en uit-

7
www.pdcdeherberg.nl 026 33 42 225
Rust en herstel Verdieping en perspectief Structuur en pastoraat
spanning
putting. PASTORAAL DIACONAAL CENTRUM de Herberg Advertentie 465447.indd 3 8/5/2022 1:43:31 PM

JONATHAN SACKS OVER VERSCHUIVINGEN IN DE MORAAL

Het laatste boek van rabbijn Jonathan Sacks (1948-2020) is een geweldig goed boek! Een half jaar voor zijn overlijden in november 2020 is de Engelse versie verschenen onder de titel Morali ty. Vrijwel gelijktijdig is het onder de titel Moraal door uitgeverij KokBoekencentrum uitgebracht in het Nederlands. Sachs constateert dat er op het terrein van de moraal veel gebeurd is sinds het begin van de 16e eeuw.

Jonathan Sacks was niet alleen rab bijn, maar ook filosoof, theoloog en succesvol auteur. Van 1991 tot 2013 was hij opperrabbijn van de Verenigde Hebreeuwse Congregatie van het Geme nebest en van 2009 tot zijn overlijden was hij lid van het Britse Hogerhuis. In 2016 ontving hij de Templetonprijs voor zijn bijdragen aan het maatschappelijke debat en zijn rol in de interreligieuze dialoog. In Nederland werd hij bekend door zijn commentaren op de eerste vijf boeken van de Bijbel. In deze tweede en afsluitende bijdrage over het boek Moraal zal ik mij moeten beperken tot enkele hoofdzaken van zijn betoog. Aller eerst iets over Deel 2: Consequenties: de markt en de staat. Volgens Sachs is het mensbeeld in de 17e eeuw op cruciale wijze veranderd. Het accent verschoof van ‘wij’ naar ‘ik’. Hij citeert een aantal schrijvers die allemaal beweren dat de mens oorspronkelijk en in zijn wezenlijke aard een individu, dus een ‘ik’ is. Sommigen baseren zich daarbij op het Bijbelse ge tuigenis dat de mens geschapen is naar Gods beeld. Sacks heeft het daarbij niet alleen over schrijvers zoals Rousseau die autobiografieën gingen schrijven, maar ook over kunstenaars. Interessant is dat hij hierbij Rembrandt noemt die meer dan veertig schilderijen, eenender tig etsen en zeven tekeningen van zich zelf vervaardigde. Hoe dat ook zij met deze nadruk op het ‘ik’ van de mens, m.i. laat de Bijbel iets anders horen. In het boek Genesis lezen we dat God, de Heer, dacht: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past’ (2:18). Zo schiep Hij Eva als levensgezellin voor Adam. Toch heeft het idee van de mens als individu stand gehouden, getuige

de geschriften van Hobbes, Kant en Nietzsche, die allen door Sacks worden besproken.

LUTHER

In hoofdstuk 5 beschrijft Sacks een volgens hem sprekend geval van verschuiving van het ‘wij’ naar het ‘ik’. De kerkreformatie, in gang gezet door Luther, is volgens Sacks een beslissend keerpunt in de geschiedenis. Ik citeer

Sacks: ‘Luther nagelde (…) zijn vijfen negentig stellingen aan de deur van de slotkerk in Wittenberg en poneerde zijn baanbrekende bewering van een indivi dueel geweten (…). Hij zocht niet iets nieuws, maar iets ouds wat de katholie ke kerk volgens hem vergeten was, na melijk de prominentie van rechtstreekse ontmoeting tussen het individu en God (…) zonder tussenkomst van het ‘wij’ van de kerk’. (94).

SAMENLEVING
8
465449.indd 2 8/5/2022 1:43:29 PM

Toch meent Sacks dat de ideologie van het ‘autonome ik’ in strijd is met de democratie. Immers, een democra tie is niet een verzameling autonome ‘ikken’ die al of niet met elkaar in strijd zijn. Een democratie is een bij uitstek sociaal begrip - dus een ‘wij’ - waarin de relaties rechtvaardigheid, openheid en eerlijkheid essentieel zijn. Uiteraard heeft dit gegeven alles te maken met moraal, het hoofdthema van zijn boek.

MORAAL

Tot slot van dit artikel maak ik nog enkele opmerkingen over Sacks’ op vatting betreffende moraal. Zijn ideeën over moraal zijn vooral te vinden in Deel IV van het boek. Hij begint met de ontdekkingen van Darwin op de Galaposeilanden en met de ervaringen van Alexis de Tocqueville in de VS. Ze kwamen tot dezelfde conclusie, name lijk dat er in iedere vorm van collectief leven zowel competitie als coöperatie nodig is. Moraal is het domein van coöperatie, immers, het bevorderen van het algemeen welzijn kan niet lukken zonder altruïstische samenwerking.

Sacks schrijft: De paradox van natuurlij ke selectie onder sociale wezens, maar vooral Homo sapiens, is dat zelfgerichte genen bij elkaar komen om onzelfzuch tige mensen voort te brengen. Dit was het inzicht waar Darwin ons op heeft gewezen.

Alexis de Tocqueville onderzocht in de VS de democratie; een democratie die berustte op de principiële scheiding van kerk en staat. Dat gegeven betekende dat religie geen staatsmacht heeft.

Echter, dat had zeker niet tot gevolg dat religie geen invloed had. Het tegendeel was het geval, zo constateerde De Tocqueville. Hij ontdekte dat religie het belangrijkste politieke orgaan van het land was. Er werden vele vrijwilligers organisaties opgezet met het doel om het algemeen welzijn te behartigen. Het Christelijk geloof en de op dat geloof geënte moraal speelden daarbij een belangrijke rol.

Ik eindig met de opmerking dat er nog veel meer lezenswaardige inzichten in dit boek aanwezig zijn. Maar die moet de lezer dan zelf maar ontdekken.

Naar aanleiding van: Jonathan Sacks, Moraal: Waarom we haar nodig hebben en hoe we haar kunnen vinden. Uitge verij KokBoekencentrum. Utrecht 2020. ISBN 9789043534512. Prijs: € 27,50.

JONATHAN SACKS MEENT DAT DE IDEOLOGIE VAN HET ‘AUTONOME IK’ IN STRIJD IS MET DE DEMOCRATIE. IMMERS, EEN DEMOCRATIE IS NIET EEN VERZAMELING AUTONOME ‘IKKEN’ DIE AL OF NIET MET ELKAAR IN STRIJD ZIJN. EEN DEMOCRATIE IS EEN BIJ UITSTEK SOCIAAL BEGRIP - DUS EEN ‘WIJ’ - WAARIN DE RELATIES RECHTVAARDIGHEID, OPENHEID EN EERLIJKHEID ESSENTIEEL ZIJN

Fred Cupido
9 465449.indd 3 8/5/2022 1:43:30 PM

LEVENSLANG LEREN

Sinds kort ben ik predikant in gereformeerd Yerseke en hervormd Oosterland. In beide gemeentes is in de corona-tijd de tweede dienst afgeschaft. Nu was de opkomst voor die tijd al klein. Dat een aantal van de vaste, vaak oudere bezoekers, het niet aandurfden te komen was de wel bekende druppel.

Persoonlijk betreur ik deze ontwikke ling, laat ik daarmee beginnen. Ik ben een geloofsopvoeder. Dat kleurt ook mijn preken. In de morgendienst volg ik het rooster van Vertel Het Maar. Beken de en minder bekende bijbelgedeelten komen aan de orde, gekleurd door de tijd van het kerkelijk jaar. Je ontdekt hoe rijk de inhoud van de Bijbel is en hoezeer Oude en Nieuwe Testament met elkaar zijn verbonden. Maar zo’n doorgaande lezing van een bijbelboek is minder geschikt om vragen die opkomen in het leven van gemeente en kerk sys tematisch aan de orde te stellen. Het belijden moet worden geleerd, verdiept en geactualiseerd. Vaak gebruikte men daarvoor de Heidelbergse Catechis mus. Je kunt natuurlijk de tekst van de zondagen volgen, maar ook met diverse Schriftlezingen laten zien dat de Catechismus de Bijbel naspreekt en samenvat.

THEMADIENSTEN

Er zijn natuurlijk geloofsvragen die in de algemene en gereformeerde belijde nisgeschriften nauwelijks aan de orde komen. Denk de onopgeefbare verbon denheid van de kerk met Israël. En vier honderd jaar geleden was de medische technologie minder ontwikkeld. Toen was er een hoge kindersterfte en lag de levensverwachting veel lager. Men hoef de zich niet af te vragen: Mag alles dat kan? Is wat mogelijk is voor een christen ook altijd wenselijk? Ook toen waren er vragen rond dood en leven, maar vaak andere. De kerk beleed toen en belijdt nu de Heilige Schrift als enige bron en norm voor de kerkelijke verkondiging en dienst, ziet Jezus Christus als Heer en Verlosser van de wereld en roept daar mee op tot vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat (Kerkorde artikel I, 3 en 6). Wanneer je de rest van de week niet los wilt zien van de zon dag, zul de Bijbel samen open moeten doen en ontdekken hoe Christus Heer en Verlosser wil zijn in ons bestaan. Het lezen van bijbelteksten in hun verband en in relatie tot andere gedeelten van 10

Gods eeuwig Woord levert de kaders op, waarbinnen moderne vragen zinvol overdacht en toegepast kunnen wor den. Dat kan in themadiensten, het liefst in samenhang met een voor- of nabespreking. Het profetisch spreken en de dialoog tussen gelovigen komen dan beide tot hun recht.

GIJ ZULT NIET DOODSLAAN Het gevaar van deze thematische benadering is wel, dat we de belijdenis van het voorgeslacht links laten liggen en slechts voor de vorm noemen. Ik

betwijfel of dat nog confessioneel mag heten.

Een voorbeeld: Zondag 40 van de Ca techismus bespreekt het zesde gebod: Gij zult niet doodslaan. Doden is haten, kwetsen of doden met gedachten, woorden, gebaren en daden, lezen we. De stap naar cyberpesten en gedrag in het verkeer kun je zonder enige moeite maken. Niet doodslaan is ook: ‘mijzelf geen kwaad berokkenen of moedwillig in gevaar begeven’. Meer dan eens ontstonden in dit kader op catechisatie geweldige gesprekken over roken, drank

VAN DE VOORZITTER
465450.indd 2 8/5/2022 1:43:37 PM

en drugs en opgevoerde brommers. Waarbij natuurlijk ook de toepassingen voor hun ouders aan de orde kwamen. Die keer vertelden ze thuis direct waar ze het met de dominee over hadden

getroost worden. Ze willen stem geven aan hun falen en tekortschieten. Ze willen horen van een God die deson danks van hen houdt en hun vergeving schenkt. En van een God die hun

KERKGANGERS WILLEN BEMOEDIGD EN GETROOST WORDEN. ZE WILLEN STEM GEVEN AAN HUN FALEN EN TEKORTSCHIETEN. ZE WILLEN HOREN VAN EEN GOD DIE DESONDANKS VAN HEN HOUDT EN HUN VERGEVING SCHENKT

gehad! Daar ging ‘het belijden’ verder. En het belangrijkste: jongeren en hun ouders ontdekten opnieuw dat geloven ergens over gaat. Dat ze één mogen zijn met de kerk van hier en ver weg, van nu en lang geleden. Ze staan met dezelfde God in dezelfde strijd.

SAMEN LEREN Kerkgangers willen bemoedigd en

het verkondigen van de verzoening in woorden daad toevertrouwd (2 Kor. 5: 19). Dan gaat Gods Geest in hen werken. Dan ontstaan enthousiasme en toewijding. Het geloof is immers geen verdienste, maar vooral een geschenk. Dezelfde Geest spoort gelovigen aan om hindernissen in het kerk- en chris ten-zijn te overwinnen. Om bij vragen op zoek te gaan naar een antwoord.

HOE VERDER?

De leerdienst is bij uitstek geschikt om vragen op te roepen en te verwoorden. Het is de enige kerkelijke activiteit waarbij een flink deel van de gemeente in één keer bereikt wordt.

De voorganger staat op de kansel namens de gemeente. Het zijn ook zijn (of haar!) eigen vragen die aan de orde komen. Bij sommige onderwerpen kan het verhelderend zijn dat zowel een man als een vrouw de vragen benoemt.

Tegelijk is de predikant dienaar van Gods Woord. Hij of zij wijst de weg na mens de Heer. Het kan niet bij vragen blijven. God wil zich in al zijn rijkdom aan ons openbaren.

Het lijkt mij dat de Confessionele Be weging voor de vraag staat hoe we het wegvallen van de tweede kerkdienst voorkomen en opvangen. Omwille van het belijden van de kerk en haar eigen missie.

11
465450.indd 3 8/5/2022 1:43:38 PM

‘WIE ZICH DOOR DE BIJBEL LAAT INSPIREREN VINDT GEEN STEUN VOOR ZELFGEKOZEN LEVENSEINDE’

In een collegezaal van de Protestantse Universiteit Groningen heb ik een gesprek met professor dr. Theo Boer, hoogleraar ethiek van de Gezondheidszorg. We spreken over het onderwerp zelfgekozen levenseinde, een actueel onderwerp.

Ethiek gaat over het goede hande len, aldus prof. dr. Theo Boer. “Je denkt daarbij na: wat is goed en wat is verkeerd?”

Ik zie in christelijke ethiek, dat God het leven geschapen heeft. Dat komt mooi tot uiting in de zinsnede “Hij zal uw uitgang en uw ingang bewaren”. Maar in de praktijk zien we dat de invloed van de mens op het leven verandert. Sinds de jaren ’60 zijn abortussen onder zekere voorwaarden toegestaan. In Nederland zijn in 2021 zo’n 30.000 abortussen ge pleegd. Vraag aan u: Moet een christen op grond van Gods Woord hier bezwaar tegen maken?

In Richteren 13 staat bijvoorbeeld dat wanneer de moeder van Simson zwanger wordt, zij vanaf dat moment geen wijn of sterke drank mag drinken. Dat betekent dat Simson een aan God gewijd man zou worden. Dan begint de biografie van Simson al bij zijn bevruch ting.”

Niet alleen aan het begin van het leven is er een dreiging voor het ongeboren kind, ook over het levenseinde is er nu volop discussie. Wat is uw mening?

“In uitzonderlijke gevallen kan ik me voorstellen dat je een eind aan het leven maakt. Waar wij in Nederland nu zijn aangeland is het feit dat wij uitzon

‘IN UITZONDERLIJKE GEVALLEN KAN IK ME VOORSTELLEN DAT JE EEN EIND AAN HET LEVEN MAAKT. WAAR WIJ IN NEDERLAND NU ZIJN AANGELAND IS HET FEIT DAT WIJ UITZONDERING NIET MEER ALS ZODANIG BESCHOUWEN, MAAR HET ZIEN ALS GEWONE OPTIE’

“Ik denk dat God een bijzondere aan dacht voor het ongeboren leven heeft. Omdat ik denk dat elk mens kan zien dat het leven vóór de geboorte begint. Begint het leven bij de samensmelting van eicel en zaadcel of het moment van inleggen in de baarmoeder, of bij de eer ste hartkloppingen. Als je het niet zeker weet, moet je ervan afblijven! Als je naar de Bijbel kijkt, zien we Gods betrokkenheid bij het ongeboren leven.

dering niet meer als zodanig beschou wen, maar het zien als gewone optie. Wij zijn in Nederland koplopers van deze trend.”

Nu komt een heikel punt: D66 wil het verstrekken van de laatste wil-pil onder strikte Voorwaarden toestaan. Wat vindt u van deze stellingname van D66? “De term “strikte voorwaarde vind ik een wassen neus. Haal de term “strikt”

maar weg, want er is in feite geen enkele eis: als iemand het graag wil, dan krijgt hij of zij de pil. Tegen mensen boven de 74 jaar zegt D’66: “Als u dood wilt, vinden wij dat wel jammer, maar vinden het ook begrijpelijk. Sterker nog: wij gaan u daarbij helpen, dat is de “goede daad”. Ik gebruik hiervoor de term ageïsme, dat is leeftijdsdis criminatie. Dat signaal vind ik erg. Wij geen aan oudere mensen het signaal geven dat wij wel zonder hen kunnen. Als christen zeg ik, dat de hoge leeftijd een belangrijke waarde is. In 2 Corinthe 5 schrijft Paulus, dat wij van dag tot dag vernieuwd worden. Het lichaam kan het laten afweten, maar jij als mens bent dan nog springlevend. Wees blij dat je oud mag worden. Dat is christelijke ethiek. Actieve levensbeëindiging acht ik in beginsel strijdig met het 6e gebod: “Gij zult niet doden”.”

Wat zegt de Bijbel over voltooid leven? Kardinaal Eijk stelt dat de waardigheid van de mens wordt bepaald dat wij geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis.

“Ik denk dat Eyk niet zal weerspreken dat een mens kan verlangen naar zijn levenseinde. Dat ben ik ook met hem eens. Maar ik vind dat je je leven niet zélf moet beëindigen.

De grote kerkvader Augustinus zei eens: ”Ik kan me voorstellen dat mensen dood willen, maar de dood moet wel van elders komen. Daarmee bedoelde hij: als zich een natuurlijke doodsoorzaak aandient.”

Dr. De Reuver noemt als voorbeeld Psalm 31: Koning David zegt: zuchtend

VARIA
12
465451.indd 2 8/5/2022 1:43:36 PM

slijt ik mijn dagen, ik ben afgedankt en gebroken. Maar hij zegt er wel bij: “Mijn tijden zijn in uw hand”.

“Dat is mooi gezegd. Ik denk, nog even terugkomend op aartsbisschop Eyk met zijn menselijke waardigheid: een mens kan niet een beetje waardigheid heb ben, waardigheid is alles of niets. De overgave aan God die De Reuver noemt, is ook een krachtshandeling. Je moet oppassen voor de framing dat de enige waardige dood een actieve levensbeëindiging zou zijn. Jouw lot met waardigheid dragen is ook een dapper besluit.”

Zijn er vindplaatsen in de Bijbel die verwijzen naar voltooid leven? Van Abra ham, Izak en Jacob wordt gezegd dat ze stierven op hoge leeftijd, geheel van het leven verzadigd. Job zat in ellende, was oud en ziek en veroordeelde zelfs zijn geboortedag. Toch kreeg hij later nog tien kinderen. Dat leert ons dat ook in

de diepste ellende je nog aan God kunt vasthouden. Job stierf op God tijd. “Job geeft hiermee een levensles. Er zijn ziektes waar je aan dood gaat. Niet iedereen wordt zo hersteld als Job. In de Bijbel is er volledig begrip voor een doodswens, maar die moet Je niet zelf voltrekken. Dat is mijn mening.”

In het boek Prediker staat: ‘In de grijsheid van uw leven zal ik u niet verlaten”. Wie zich door de Bijbel laat inspireren vindt geen steun voor het zelfgekozen levenseinde.

“Voltooid leven wordt voorgesteld als twee dingen die het niet zijn: ten eerste wordt net gedaan alsof ik mijn leven vol tooi, terwijl het leven niet zo maakbaar is als wij denken. Ten tweede is het woord “voltooid leven” is een eufemis me. Want in de praktijk zijn mensen die zo’n doodswens hebben, diep ongeluk kig. Zij zijn eenzaam en vervreemd van het leven. Maar bij God is er uitkomst.”

M.C.J. Wielenga
13
465451.indd 3 8/5/2022 1:43:40 PM

STUDENTENWERK (16): TERUGKIJKEN EN OOGSTEN

Twee jaar geleden begon ik met (het schrijven) over studentenwerk. Ik was toen aangenomen bij IFES in Midden-Brabant en dacht na over wat deze jongere generatie bezighoudt en hoe wij ons daar als kerk op kunnen richten en van kunnen leren. In deze een-na-laatste bijdrage bespreek ik mijn belangrijkste leerpunten en deel daarvanuit een aantal adviezen.

Als eerste de aard van het beroep.

Als studentenwerker ben je niet echt onderdeel van een kerk, maar ben je vooral oecumenisch bezig. Je komt in contact met allerlei soorten gemeenten en dat is een grote kans. De studen ten komen namelijk overal vandaan en tijdens de studietijd is het moment om over kerkmuren heen te leren kijken. Ik hoop dat ze iets daarvan mee kunnen nemen als ze zich later settelen. Tegelij kertijd is het lastig om je ergens thuis te voelen. De kans is dan groot dat je meer gaat geven dan dat je zelf ontvangt. Het zou daarom goed zijn als de aansluiting tussen de studneten(pastors) en de kerken gestroomlijnder wordt.

PECHGENERATIE?

Daarnaast is het goed om de uitda gingen van deze generatie nogmaals

te benoemen. Ze komen natuurlijk al vaak terug in het nieuws: ze zijn de pechgeneratie door de afschaffing van de studiebeurs, dan is er nog de lastige woningmarkt, ze hebben last van de prestatiesamenleving, er is wordt steeds meer ontdekt over allerlei (digitale) verslavingen. Nu ik met hen heb gewerkt, kan ik dat aan de ene kant relativeren, maar ook onderstre pen. Relativeren, want de studenten van nu hebben net zo goed plezier, ontdekken nieuwe kanten van zichzelf en kunnen zich zo ontplooien. Dat is niet fundamenteel anders dan vroe ger. Tegelijkertijd is er altijd wel een pessimistische kijk op de toekomst. Gesprekken daarover vallen vaak stil en veel studenten maken zich veel zorgen daarover. De frivole periode waarin niets te gek is, dat is de studietijd (helaas)

niet meer. Deze thema’s zouden in de kerk misschien vaker besproken kunnen worden, zodat zij voelen dat er aan hen wordt gedacht.

BRABANT & DE KERK

Verder wijs ik graag nog op de situatie van de kerk in Noord-Brabant. In de gro te steden zijn er nog een aantal actieve protestantse kerken, maar ook die zijn vaak sterk vergrijsd. In de dorpen erom heen is er lang niet altijd meer een ge meente. Wat dat betreft is het zendings gebied niet ver weg. Het zou mooi zijn om solidair met hen te zijn. Organiseer als gemeente een koppelavond met een Brabantse kerk. Ga als gastvoorganger er eens langs, al is het verder weg. Het bemoedigt hen enorm.

DE JONGERE GENERATIE IS TIJDENS DE STUDIETIJD VAAK RADICAAL BEZIG MET HET GELOOF

Maar na deze twee wat negatievere pun ten sluit ik bemoedigend af. Want de jongere generatie is vaak radicaal bezig met het geloof tijdens de studietijd. Ik heb verschillende mensen ontmoet die ook juist daardoor tot geloof zijn gekomen. Wat dat betreft zijn er dus ook tekenen van groei voor de kerk. Misschien wel op andere manieren dan vroeger, vaak met een meer evangelica le boodschap, maar we hebben het toch over dezelfde God.

Wat zou het mooi zijn als de kerk daarop inspeelt. Landelijk gebeurt dat al door allerlei evenementen, maar ook plaatselijk. Geef de jongere generatie een duidelijke plaats in het bestuur van de gemeente. Zij hebben al ervaring met kringen of zelfs hele verenigingen leiden en de stap naar het ambt hoeft dan niet groot te zijn. En laat hen dan ook enigszins de richting bepalen. Dat zal vast anders zijn dan hoe het vroeger ging, maar we mogen het doen met ver trouwen in de toekomst. De Heer van de kerk blijft immers dezelfde!

STUDENTENWERK
14
465452.indd 1 8/5/2022 1:43:31 PM

VAN DE REDACTIE

Inhoudsopgave

01 opening - Heer, wijs mij uw weg ds. Wim Scheltens

02 hoofdartikel - De preek als ‘Godmoment’?! dr. Peter Verbaan

03 meditief - De Ander ds. Anne Verbaan- v.d. Heuvel

04 kerk - Selfmade dominee prof. dr. Marita Mathijsen

06 theologie - Afscheid Jaap van Dorp Wim de Bruin

08 samenleving - Verschuivingen in de moraal Fred Cupido

10 van de voorzitter - Levenslang leren ds. Dick Westerneng

12 varia - Zelfgekozen levenseinde M.C.J. Wielenga

14 studentenwerk - Terugkijken en oogsten Mart Jan Luteijn 15 colofon

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR ds. Wim Scheltens

EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184

DEELREDACTIES Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia,

ds. Dirk van

Vaste

Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

BEROEPINGSWERK

AANGENOMEN NAAR: Bunschoten-Spakenburg (ger.), G.Doorn, Vriezenveen(herv.). Almkerk (herv.), A.Slingerland, Klundert(herv.). De Meern (Marekerk), M.A.H. Six- Wienen, Benschp(prot.). Vlaardingen (prot., Grote Ketk), G.J. van Meijeren, ‘s- Graveland(herv.). Herkingen-Nieuwe Tonge (herv.), prop. H.A. Neervoort, IJsselmuiden.

BEDANKT VOOR: Capelle aan den IJssel (herv., Schollevaar), A. Slingerland, Klundert(herv.). Dirksland (herv.), P.G.I. van den Berg, Asperen(herv.). Bilthoven (herv., De Ark), prop. H.A. Neervoort, IJsselmuiden.

3770

tel. 0342- 494911

fax

COLOFON 15
persberichten en eindredactie:
Duijvenbode
medewerkers: dr.
UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67
AB Barneveld
0432-494299 abonneeservice@bdu.nl Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 79,70 Halfjaarabonnement € 45,30 Kwartaalabonnement € 28,00 Buitenland, jaarabonnement € 127,10 Jaarabonnement student € 43,45 Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar. Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl
De kopij voor het volgende nummer, inleverdatum 23 augustus, graag mailen naar dr. Jacques Schenderling, in verband met vakantie eindredacteur! Ds. Dirk van Duijvenbode 462415.indd 1 8/5/2022 1:43:32 PM

als je samen kunt dollen Je blijft niet scrollen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Haal het kind naar buiten!

JAN13012-02_adv_A4 staand.indd 3 18-03-14 07:55462418.indd 1 8/5/2022 1:43:36 PM

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.