Confessioneel-Credo 18-2022

Page 1

pag 2 Een ervaringsverhaal pag 4 Over leden en niet-leden pag 8 Schaapjes op het droge?

CREDO

134e jaargang 20 oktober 2022 nr. 18

ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT…

Het bleek een spannend thema, op de Ontmoetingsochtend van de Confessionele Beweging op 1 oktober jl. in Nijkerk. Als de kerk vloeibaar wordt… De foto van de watervallen van Schaffhausen vind ik wel illustratief. Vloeibaar… het heeft z’n eigen dynamiek en kracht. Maar je kunt het niet meer vastpakken. Het stroomt overal heen en kan (lijken te) vervloeien. Zo kan dat ook voelen met de kerk in onze tijd.

In dit nummer bieden we enkele bij dragen aan van de bijeenkomst over een vloeibare kerk. De predikanten Wim de Bruin en Dick Westerneng openen met twee ervaringsverhalen. Dan volgt een bijdrage van ‘hoofdspreker’ Ronelle

Sonnenberg. Grondig gaat ze met ons de wetenschappelijke diepte in, voor sommige lezers misschien iets te diep… Maar haar prachtige metafoor over ‘het samen drinken van een goed glas wijn’ kan iedereen aanspreken.

Twee bijdragen rond het thema ‘vloeibare kerk’ zijn speciaal voor dit nummer geschreven. Robert-Jan van Amstel verkent op zijn eigen manier het (van origine engelse begrip) liquid church en zoekt daarbij bijbelse lijnen. Een verrassende pastoraal-praktische vertolking biedt Anja van Geerenstein. Zij laat daarmee zien dat het niet enkel kommer en kwel is met een meer ‘vloeibare kerk’. Er zijn kansen en mogelijkheden!

We wensen u nuttige en aangename leeservaringen toe!

Maak de zin af…

Het was een opdracht die de deelne mers aan de ontmoetingsmorgen van 1 oktober van hoofdspreker Ronelle Sonnenberg kregen. ‘Als de kerk vloeibaar wordt…’ Hoe gaan die zin verder. Enkele genoemde ‘vervolgen’:

Als de kerk vloeibaar wordt… …hebben we stapstenen in het meer nodig …zoeken we een bedding om te stromen …werpen we het anker uit of laten we ons meestromen …drinken we het levende water van Christus …wachten we op een golf om mee te surfen …zoeken we wat vast is …bidden we om de stroom van de Geest

CONFESSIONEEL
Robert-Jan van Amstel Wim de Bruin Dick Westerneng

VERVLOEIENDE KERK TIJDENS 30 JAAR DOMINEESCHAP

EEN ERVARINGSVERHAAL MET TWEE TIJDSBEELDEN

In 1988 werd ik als dominee verbonden aan mijn eerste standplaats, een hervormde gemeente in een tweelingdorp in zuidwest Drenthe. Het woord vloeibaar was op de kerk van die dagen nog niet van toepassing. Je kon de kerk bij wijze van spreken vastpakken, en dan bedoel ik dus niet het gebouw. Het was duidelijk wat de gemeente van Christus was en waar die voor stond. Het waren gewoon de mensen die elke zondag voor mijn neus zaten en die het ook inhoudelijk en praktisch-kerkelijk behoorlijk met elkaar eens waren. Zonder dat men het woord confessioneel nou echt kende – een ouderling uit die tijd sprak onbekommerd over onze ‘conventionele’ gemeente – zaten we daar wel.

Heerlijk duidelijk was dat ergens, de inhoud die ook van mij als predikant gevraagd werd dus. En terugkomend op de mensen. Ik heb nog altijd grote bewondering voor ze. Ondanks wat ik er als beginnende, onervaren predikant, zo groen als gras, van bakte… Elke week kwamen ze gewoon weer. Dat waren de kerkelijke mensen, zo wisten zijzelf en zo wist ik en zo wisten ook de andere mensen in het dorp. Ja, we hadden natuurlijk de zogenaamde randkerkelijken. Maar misschien vreemd genoeg, ook die groep was tastbaar. Hun kinderen kwam je tegen op de zondagsschool. En met een beetje geluk stuurde ze hun tieners naar de catechi satie. En als gezin zag je ze elk jaar met Kerst in de dienst. Vreemd genoeg waren ze daar op hun manier ook trouw. Onvergetelijk is voor mij de man die mij elk jaar na het verstommen van het Ere zij God bij de uitgang vrolijk begroette: “Bedankt maar weer dominee, en tot volgend jaar”. En hij was er, het volgen de jaar.

O ja, dan waren er de buitenkerkelijken, dat was dus de rest van het dorp, nou ja behalve de gereformeerden – sorry -, maar die hadden hun eigen besognes, en op een paar beleefde samenwer kingsvormen na leefden we verder vrij moedig en blijmoedig langs elkaar heen. Dat meenden we onszelf nog te kunnen veroorloven in die tijd.

Wat betreft die buitenkerkelijken: de meesten stonden nog met naam en toe naam in onze kerkelijke administratie. Typisch gevolg van de hervormde volks kerkachtergrond, maar versterkt door een op zijn manier gewetensvol ambte naar van de burgerlijke gemeente. Deze

had tientallen jaren bij elke geboorte aangifte van niet duidelijk kerkelijke in woners de letters NH ingevuld, want tja: ‘niks is ook maar niks’. Een bijzondere invulling van het begrip vloeibare kerk was het overigens wel, toen al… Wat deden we met die buitenkerkelijken, ingeschreven of niet? Ook zij vormden in de praktijk een duidelijke groep. Een enkeling zag je, net als menig randker kelijke, als vrijwilliger op de jaarlijkse rommelmarkt, verder waren ze er nooit. En daar hadden we dan natuurlijk de evangelisatiecommissie voor. Deze be vlogen commissie, onder leiding van de predikant, - ik dus – bleef deze mensen, die al zo vaak hadden aangegeven dat ze er geen zin in hadden, overstelpen met flyers en stichtelijke blaadjes, met als gevolg dat ze nog niet kwamen of meededen.

Een tastbare kerk dat was het…: tast baar waren de mensen, tastbaar was de geloofsbeleving.

En dat heb ik in de jaren dat ik dominee mag zijn dus zien veranderen. Een men tale omschakeling vroeg het ook van mij en dat vond ik nog niet zo gemakkelijk. Als traditioneel opgegroeide hervorm de jongen leek het zo eenvoudig: als meelevend kerklid ga je op zondag naar de kerk, bij voorkeur twee keer. Maar heel bijzondere redenen daargelaten, ben je daar gewoon, zit je daar en doe je mee. Dat is de gemeente, dat is de kerk en daarna komen er wat andere dingen waar je als kringlid of vrijwilliger bij betrokken bent.

Hoe anders de kerk van nu. Ja ze zijn er nog steeds, in mijn huidige gemeente in een typisch randstaddorp in Zuid-Hol land: de trouwe groep kerkgangers en

vrijwilligers, hoewel flink vergrijsd en kleiner wordend in getal. Maar daarom heen bevindt zich een soort van fluïde cirkel, en terwijl ik het neerschreef was ik me bewust hoe ik door dit zo te for muleren nog mijn uitgangspunt neem in dat oude denken over de kerk.

Ach, je kunt een hele rij noemen van dingen waar we het dan over hebben: van kerkshoppen tot alleen gaan als je zin hebt. Van het gezin dat zo eens in de drie weken bij ons aanschuift tot de vrouw die Hour of Power helemaal tof vindt, maar wel bij onze bijbelkring komt. Of het stel dat mij na de dienst een foto stuurt van de livestream: op de foto staat de TV met mij in beeld, daarover op tafel twee borden met croissantjes, glaasje sinaasappelsap en een gekookt eitje. Ik moet glimla chen maar denk ook: is dit het dan? Vrijheid, blijheid? Maar dan is daar op een thema-avond over euthanasie ook die man die helemaal niets leek te hebben met geloof en kerk, maar dit soort bijeenkomsten is hij er graag bij. Ik denk ook aan de kunstexpositie met bijbels werk van Marc Chagall die we afgelopen weken in de koorruimte van de kerk hielden, en waar overal vandaan geïnteresseerde mensen op af kwamen. Vloeibare kerk: best ingewikkeld vind ik het, zeg ik eerlijk. Ook over geloofsin houd en geloofsbeleving gaat het dan, over praktische en liturgische beleving van kerkdienst en gemeentezijn. Toen ik mijn moeite, zeg gewoon maar frustra tie, in een eerdere gemeente eens uitte, zei een ouderling in iets beleefdere woorden tegen mij dat ik niet moest zeuren. Deze gemeente, zo hield hij me voor: is een kruiwagen vol kikkers die er allemaal uit willen springen, elk een

THEMA: ‘ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT’
2

andere kant op. En jij Wim, hebt maar één taak: houd ze in de kruiwagen. Die ouderling was met zijn zicht op de gemeente en haar ontwikkeling verder dan ik. Wat betreft zijn advies wat mij te doen stond, ligt het wat anders denk is. Altijd maar bezig zijn de kikkers in de kruiwagen te houden of terug te dauwen? Wat een krampachtigheid, doodmoe word je ervan. En ook hier: het uitgangspunt is nog steeds een oud model van denken.

Wat dat wel? Daar ga ik het niet over hebben, ik heb vandaag al mijn hoop gesteld op Ronelle. Nou, dit zeg ik nog wel en ik gaf het tussen de regels al wat aan. Het is niet alleen kommer en kwel. Er zijn kansen, meer dan 30 geleden heel verrassende en open ontmoetingen. Ik kan daar van genieten. Maar als we kerkenraads leden nodig hebben, is het toch wel heel lastig, zo’n vloeibare en ik vul in: vrijblijvende kerk. Of moet ik dan ook anders gaan kijken en anders gaan denken? Het gaat voor mij niet maar om een willekeurig kerkmodel, maar om commitment. Commitment aan Christus, en daarom ook aan de kerk als zijn lichaam. Dat commitment is niet gebonden aan de kerkvorm van de jaren ’80 of welke tijd ook. Ze hangt wel samen met persoonlijke en gezamenlij ke toewijding. Met zichtbare dienst en getuigenis ook. Laten wij – geleid door Gods Geest – wegen mogen vinden om ook in deze tijd dit spoor te gaan.

Dr. Wim de Bruin is oudtestamentisch bijbelwetenschapper en als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente Bleiswijk, wijkgemeente Dorpskerk.

LAAT HIJ MIJ KUSSEN!

Dat zijn de eerste woorden in Hoog lied. Wie zegt dit, tegen wie, en wat is de bedoeling? Hooglied is een gedicht over de liefde. Dit bijbelboek is liefdespoëzie. Dat is opmerkelijk. Het draagt de naam “Hooglied”, maar letterlijk heet het: “Lied van de liede ren”. En waarover gaat dit allermooiste lied? Over de liefde. Die liefde wordt bezongen door twee jonge mensen: een vrouw en een man. De vrouw heeft de huwbare leeftijd bereikt. In Israël was je dan een jaar of vijftien jaar oud. De jongen zal van haar leeftijd zijn. Niet dat dit twee concrete jonge mensen zijn. De dichter werkt met metaforen, zoals dat gebruikelijk is in poëzie. Hooglied is in feite één grote metafoor. Dit boek is een van de vier wijsheidsboeken in de Bijbel. Dat is al een aanwijzing wat het doel van Hooglied is: wijsheid bijbren gen over de liefde, onderwijs geven. Deze voorlichting ligt in het verlengde van de Tora, de eerste vijf boeken in de Bijbel.

Eerder deze maand werd een manifest gepubliceerd met als strekking: de sek suele voorlichting op scholen moet veel beter. Dit manifest was opgesteld door expertisecentrum seksualiteit Rutgers en 37 jongeren- en maatschappelijke organisaties. Zo moet seks niet alleen behandeld worden tijdens lessen biolo gie, maar moet er tijdens andere lessen veel meer ruimte komen met leerlingen

te praten over respect, diversiteit en genot. Een gemiste kans is dat de op stellers kennelijk Hooglied niet kennen. De seksualiteit is een scheppingsgave. De Bijbel spreekt in Genesis 1-2 over het onderscheid man/vrouw, over de behoefte aan gemeenschap waarin de mens tot zijn bestemming komt, over liefde en trouw om een relatie te onder houden en samen gelukkig te worden.

Juist daarover gaat Hooglied. Van de liefde wordt genoten, maar zij is niet eenvoudig. Seksualiteit heeft problema tische kanten. Genderdysforie is een ac tuele kwestie. Als er ooit behoefte aan wijsheid is, is het vandaag. Er is veel teleurstelling, pijn, mislukking. Huwelij ken stranden, relaties worden verbro ken. Inmiddels groeit een groot aantal kinderen op in een gezin waarin hun biologische vader of moeder ontbreekt. Hooglied opent met dat de vrouw harts tochtelijk verlangt naar haar geliefde om bemind te worden. Wie de vrouw is of wat haar situatie is, we lezen er niets over. Wel weten we onmiddellijk wat zij wil, wat zij buiten adem begeert. Zij hunkert door haar vriend bemind te worden. Zij verlangt ernaar om intens te genieten en van zijn liefde bedwelmd te raken. Het gedicht begint ergens en het eindigt zonder iets van een afsluiting. Liefde is in Hooglied in uitvoering.

MEDITATIE
3

LID VAN DE KERK

Hoort die man die mijn kerkdienst downloadt als MP3-bestand en ’s middags beluistert tijdens zijn rondje op de racefiets bij de kerk? Ja, want ik weet dat hij ouderling is in een andere gemeente. Maar hoe zit dat met die kleindochter die even luistert naar het gebed voor haar ernstig zieke oma, maar zich nooit bezighoudt met Bijbel en geloof?

In de Kerkorde wordt een helder on derscheid aangegeven tussen leden en niet-leden van de kerk. Je bent lid van de Protestantse Kerk, wanneer je bent gedoopt en deelneemt aan het leven van de gemeente. Die gemeente is, begenadigd door de Geest, geroepen tot dienst aan het Woord van God. Dus de prediking van het Evangelie en de viering van doop en avondmaal in de openbare eredienst, gebeden, missi onaire arbeid, diaconaat, herderlijke zorg, geestelijke vorming en alle andere arbeid tot opbouw van het lichaam van Christus (art. IV,1). Direct daarna volgt iets wat dr. L. van Drimmelen ‘het meest gereformeerde artikel in de kerkorde’ noemde: ‘Alle leden van de gemeente zijn geroepen en gerechtigd hun gaven aan te wenden tot vervulling van de opdracht die Christus aan de gemeente geeft’ (IV,2).

Een duidelijk onderscheid tussen kerk en wereld. Bijbels ook: wie in Christus gelooft is nieuwe schepping (2 Kor. 5:17), niet langer de weg van de heide nen met hun loze denkbeelden gaan, omdat je Christus hebt leren kennen (Ef. 4:17vv), de kerk is een stad op een berg (Mt. 5:14). Prof. J. Kennedy om schreef de kerk daarom als ‘contrastge meenschap’.

Een lid van de kerk is per definitie ac tief. Dat wil zeggen dat hij of zij Christus als Heer van het hele leven aanvaardt. Vanuit de doop wil hij leerling zijn van Christus en Hem volgen. Wie dat niet wil mag vriend van de kerk heten (graag zelfs), maar geen lid.

ACHTERHAALDE GEDACHTE?

Kun je dat onderscheid nog volhouden in een tijd van secularisatie?

In Oosterland zitten ongeveer 75 men sen in de kerk, meest ouderen, 60 thuis en 90-125 beluisteren later de opname. Meer hoorders later dan live. De kerk is halfvol. En over tien jaar?

Een kerklid dat nauwelijks in de kerk kwam, bezocht ik regelmatig in het hospice. Hij vroeg of ik zijn uitvaart

wilde leiden. Toen het zover was kozen de kinderen voor een samenkomst met drie sprekers: de familie, de voetbal vereniging en mij. Natuurlijk mocht ik uit de Bijbel lezen, kort daarover iets zeggen en bidden.

Enkele jaren na de begrafenis van haar vader vroeg een onkerkelijke vrouw mij haar te bezoeken toen ze zelf ernstig ziek werd. Het werd een begeleiding van enkele maanden. Haar crematie mocht ik leiden. Er klonk allerlei goede seculiere muziek naast mijn woorden als predikant en één gezang. Van kerkelijke uitvaart naar kerkelijke presentie. Ik was er, gesteund door mijn kerkenraad, van harte. Men vond dat we de grenzen ruim moeten trekken en beschikbaar zijn voor iedereen. En toch. Als ik op bezoek ga heb ik ont moetingen op straat. Ik ben, al werkend in mijn ambt, net zozeer man van het dorp als dominee. Natuurlijk is mis sionaire presentie een deel van mijn opdracht, maar richt je je daarbij nu op eredienst en gebeden? Is het doel dat mensen gaan meeleven en zich aan sluiten bij hen die mijn vrijstelling voor het werk in Gods Koninkrijk financieel mogelijk maken?

Is de vervloeiende kerk in feite geen aanpassing van het eigenlijke in de hoop op betere tijden? En dan beroept men zich op de lange golfbewegingen in de kerkgeschiedenis. Of men zegt ‘waar twee of drie in Gods naam bijeen zijn, daar is Hij’. Ik hoor dat nooit bid den in een stampvolle kerk. Is heel die vloeibare, niet zo tastbare, kerkopvatting geen doekje voor het bloeden?

TWEE GELUIDEN

Op het symposium ‘Hoopvol opvoeden in een seculiere samenleving’ (30-92022, 320 leerkrachten, jeugdwerkers, ouders en predikanten!) viel mij op dat men vooral de nadruk legde op het eigen geloofsleven. Men wilde naden ken over de eigen reformatorische zuil om die inhoudelijk te versterken. Eerlijk

werd erkend dat gelovigen deel zijn van die seculiere wereld. Die beïnvloedt ook ons. Christenen, burgers van het Ko ninkrijk zijn en blijven zondaars, hoewel ze verlost zijn en hun Heiland willen vol gen. Dat stemt bescheiden en mild en stimuleert om de grenzen tussen kerk en wereld niet te scherp te trekken. Een dag eerder hoorde ik op radio 1 de opinie van Ton Elias over het onderzoek naar beschuldigingen van grensover schrijdend gedrag van oud-Kamer voorzitter mevrouw Arib. Is de huidige voorzitter mevrouw Bergkamp nog wel geloofwaardig? Onder haar leiding worden de omgangsvormen in het par lement steeds slechter. Hij pleitte voor een nieuwe tijdelijke voorzitter die door iedereen wordt gerespecteerd en voort durend het goede voorbeeld geeft. De nood vraagt om Kees van der Staaij van de SGP. Een collega met zeer moderne, weinig bijbelse opvattingen viel hem bij. Samen riepen ze om hulp van de kerk.

VLOEISTOF KOMT OVERAL

Door deze twee geluiden viel mij deze gedachte in: een vloeibare kerk kan vanwege haar zijn doordringen in de maatschappij. Vloeistof heeft maar een klein gaatje nodig om lekkage te veroor zaken. Voor iets hards en massiefs is dat moeilijk.

Ik lijd aan de teruggang van de kerk. Ik zie het gevaar voor christenjongeren die vaak uitzonderingen, eenlingen zijn in hun omgeving en als rariteiten worden gezien. Houdt hun geloof in opbouw dat vol? De kerkdiensten, waarin heel ons leven in het licht van het Evangelie komt, en de toerusting waarin onze Heer leren kennen en liefhebben zijn onmisbaar. Daar klopt het hart van het geloof.

Toch zie ik het niet allereerst als een probleem dat de grenzen van de kerk niet direct duidelijk zijn. In de woorden van oud-premier Lubbers: Voor een probleem zoek je volhardend naar een oplossing. Soms is die er niet; het probleem is onoplosbaar. Daarmee

THEMA: ‘ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT’
4

is het geen probleem meer, maar een gegeven. En dan ga je verder. Ik pleit er niet voor een andere definitie van kerklid te gaan gebruiken. Dat kan niet als je belijdt dat de Zoon van God van het begin tot het einde van de we reld door zijn Geest en Woord in de een heid van het ware geloof een gemeente verzamelt, beschermt en instandhoudt en dat ik hiervan een levend lid ben en

eeuwig zal blijven (Heid. Cat, zondag 21). Dankzij de Heilige Geest is de kerk massief, anders, contrastgemeenschap in de samenleving. Dat is haar wezen. Tegelijk mag ze onbezorgd vloeibaar zijn, proberen overal heilige lekkage te veroorzaken in de maatschappij. Chris tenen moeten er in gedachten, woorden en daden naar streven dat Gods Naam niet gelasterd, maar geëerd en gepre

zen wordt. Dat velen roepen om hulp van de kerk, omdat ze liefdevol en hoop vol in een seculiere samenleving doet wat haar hand vindt om te doen.

ds. Dick Westerneng is als predikant verbonden aan de Gereformeerde Kerk te Yerseke en de Hervormde Gemeente te Oosterland en tweede voorzitter van de Confessionele Beweging.

5
‘IS DE VERVLOEIENDE KERK IN FEITE GEEN AANPASSING VAN HET EIGENLIJKE IN DE HOOP OP BETERE TIJDEN? EN DAN BEROEPT MEN ZICH OP DE LANGE GOLFBEWEGINGEN IN DE KERKGESCHIEDENIS. OF MEN ZEGT ‘WAAR TWEE OF DRIE IN GODS NAAM BIJEEN ZIJN, DAAR IS HIJ’. IK HOOR DAT NOOIT BIDDEN IN EEN STAMPVOLLE KERK. IS HEEL DIE VLOEIBARE, NIET ZO TASTBARE, KERKOPVATTING GEEN DOEKJE VOOR HET BLOEDEN?’
Mt. St. Michel, stad op een berg, beeld voor de kerk.

ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT…

Als de kerk vloeibaar wordt… op de ontmoetingsochtend van het Confessionele Beweging 1 oktober jl. ging ik op zoek naar taal om deze zin af te maken, taal om na te denken over de verhouding kerk, instituut, gemeente, samenleving en millennials. Millennials (geboren circa 1985-2000) noem ik expliciet, omdat zij de vloeibare generatie belichamen. Voor mensen die in West-Europa geboren zijn vanaf circa 1985 geldt, meer dan in eerdere eeuwen, dat er geen vaste identiteit is. Je hele identiteit moet je vanaf je geboorte construeren, niets ligt vast. En die identiteitsconstructie is een individuele opdracht geworden dat voorzien is van torenhoge verwachtingen.

Met dat je het woord vloeibaar in je titel opneemt kun je niet om socioloog Zygmunt Bauman, grond legger van de term ‘liquid modernity’, heen (1999). Met vloeibaar modern bedoelt hij een samenleving waarin de omstandigheden waarin mensen handelen sneller veranderen dan dat handelen duurzaam wordt in gewoon tes en routines. Bauman blijft spreken over modern, maar modern krijgt het bijvoeglijknaamwoord vloeibaar. Vloei bare moderniteit. Moderniteit dat wijst op noties als beheersen, controle, en maakbaar staat voorop. Vloeibaar dat wil zeggen instituties en autoriteit vallen weg. De maakbaarheid van het leven komt zo in individuele handen. Dat lijkt een vorm van vrijheid, maar doordat de bescherming van het individu weg valt, niet in de laatste plaats op internet zelf, is dit op haar beurt weer met vragen en zorgen omgeven. De macht is verscho ven van de georganiseerde politiek naar the space of flows in de netwerksamen leving (Manuel Castells 2004). Maar deze tijd brengt veel onzekerheden. Liquid fear is een van Baumans andere concepten (2006). Bauman, beschrijft de veranderingen, maar evalueert deze ook. En dat doet hij kritisch, in die zin dat vloeibaar ook altijd om solid vraagt. Het momentane en de korte termijn is niet genoeg in het licht van de mondiale onzekerheden (2012). En in aansluiting bij het denken van Levinas bekritiseert Bauman alles wat riekt naar individualis me. Er is altijd een ander die een appèl doet en waardoor we tot zelfverstaan (kunnen) komen.

De term liquid/vloeibaar wordt door andere auteurs opgepakt, bijvoorbeeld door de Britse theoloog Pete Ward die in 2002 Liquid Church als titel aan zijn

boek meegeeft. Hij is minder kritisch over het liquid en geeft aan dat de kerk die niet het vloeibare omarmt in deze tijd geen kans van slagen heeft. De Britse Ruth Perrin deed onderzoek naar millennials (2020). Relationaliteit en authenticiteit staan bij hen voorop, evenals de waarde van tolerantie en participatie. Nederlands onderzoek naar missionair handelen van jonge ren uit de orthodoxe hoek van de kerk laat ditzelfde zien voor adolescenten (Visser-Vogel en Sonnenberg, 2020). In de pluriforme context van vandaag de dag staan die waarden centraal. In de kerk zijn die noties ook van belang en niet alleen omdat millennials en jongeren dat zeggen, er zijn ook (bijbels)theologische argumenten te bedenken.

DE KRACHT VAN EEN METAFOOR

Bauman spreekt over vloeibare moder niteit. Vloeibaar wijst op de intrinsieke veranderingen van de moderniteit. De moderniteit die haar eigen spelregels niet meer kan volhouden. En, zo inter preteer ik de normatieve evaluatie van Bauman, liquid kan niet zonder solid. Maar solid, dan op de manier van liquid. Bauman gaat ons voor in de oefening om met twee verbindende woorden te spreken. Vloeibare moderniteit. Die te genstrijdigheid krijg je conceptueel niet goed bij elkaar. Zo’n woord ontstaat in reactie op een ontwikkeling, en heeft de neiging om een dualistische werking te hebben: tegenover zwaar/solid zetten we licht/vloeibaar en dat proberen we vervolgens weer samen te brengen. Gelukkig hebben we in de theologie

THEMA: ‘ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT’
6

naast conceptuele taal ook beeldtaal, en verbeelding. Oudtestamentica Marjo Korpel heeft mijn ogen geopend voor de wereld van metaforen in de bijbel. Er is een kernmetafoor, bijvoorbeeld herder en daar komen andere metaforen bij ‘staf, stok, schaap, hoeden, weiden’. Die metaforen hebben een verwijzende en openbrekende kracht en hebben de potentie iets van God te laten zien. Ik kan me nog een oefening herinneren waarin ze ons uitdaagde om zelf een metafoor te bedenken in relatie tot God. Ik weet niet meer wat ik heb bedacht, maar wel dat dit perspectief van meta foren en het oefenen daarmee mijn kijk op de bijbel heeft verrijkt en mij ook ge voeliger heeft gemaakt voor het heilige spel van de liturgie.

In lijn met deze oefening, van jaren terug, heb ik de zin van deze dag afge maakt. Elke metafoor is beperkt net als concepten dat zijn. Het theologische gesprek gaat door, maar tegelijkertijd doet een beeld een appèl, het roept verlangen wakker, het maakt onrustig, of het helpt je om middels identificatie tot zelfverstaan te komen. Het gaat dan ook niet zozeer om het beste beeld, maar om een beeld dat evocatief is. Daarom: als de kerk vloeibaar wordt dan drinken we samen een goed glas wijn.

Vorm is inhoud en inhoud is vorm. Zonder het glas vervloeid de wijn. Het glas kan verschillen, maar niet alles is even goed: wijn uit een plastic beker smaakt toch niet zo lekker. Het glas kan natuurlijk ook een beker zijn, een fles of een vat. Dat ik even vasthoud aan het glas heeft te maken met het volgende. Het transparante maakt dat we zicht houden op de wijn en niet enkel de institutionele kaders zien, tevens is het glas open om te drinken en ook bedoeld om te drinken. Dan pas komt het glas tot zijn bestemming. Tegelij kertijd brengt een glas ons ook bij de handeling van glasblazen. Ook voor het glas is adem, Ruach, nodig. Een glas wijn, het is een metafoor, waarin bijbels noties resoneren: Bloed, avondmaal, Christus, samen, spirit, de wijn is op, traditie, feest.

Als de kerk vloeibaar wordt (of wellicht beter ‘is’), dan wat mij betreft op zo’n manier dat de kerk een transparante en veilige plek en gemeenschap is waar houvast en existentiële vreugde hand in hand gaan. Als de kerk vloeibaar is dan wat mij betreft op zo’n manier dat door de onzekerheden heen of door de voor oordelen heen, millennials en boomers elkaar ontmoeten en elkaar helpen om zicht te houden op het feit dat de kerk, kerk is in een wereld waar de wijn op raakt, vreugde vaak ver te zoeken is en te veel mensen, ook millennials, alleen en in stilte drinken.

UITLEIDING

Eigen aan de kerk, zeker in de pro testantse traditie, is dat er zowel een sacramenteel verstaan is van de kerk en de liturgie, met een bepaalde orde, historie, structuur en zintuiglijkheid, evenals een pneumatologisch verstaan van de kerk en de liturgie, met een bepaalde dynamiek en contextualiteit (Barnard 2019). In het DNA van de pro

testantse kerk zit dat er ruimte is voor pluriformiteit, laten we dat hooghouden en inbrengen in de wereldkerk, en tege lijkertijd kan dat alleen vruchtbaar zijn, als er ook goed veilige en herkenbare kaders zijn ten dienste van veiligheid, vrijheid en vreugde voor eenieder en van het geheel. Ik denk, in lijn met Bauman, aan ethische connotaties als verdeling van macht, heldere proce dures bij onethisch gedrag. Maar ook aan een gerichtheid op de oecumene. Ik denk ook aan beproefde methodes. Nieuw is niet altijd beter. Ik denk aan belijdenisgeschriften van de kerk waarin in een bepaalde tijd en context belang rijke kernen van het christelijk geloof op noemer zijn gebracht. We staan op de schouders van het voorgeslacht. En ik denk aan het basisgegeven dat christe nen ‘aan elkaar gegeven zijn, in Jezus naam’ en zo kerk zijn.

Ronelle Sonnenberg is universitair do cent aan de PThU (o.a. de predikantsopleiding van onze kerk)

7

DE LIQUIDE KERK: NATTE VOETEN OF DE SCHAPEN OP HET DROGE HEBBEN?

Het woord “liquide” koppel ik vooral aan de vraag of ik voldoende middelen heb om de rekeningen te kunnen betalen of een grote aankoop te doen. Nu kom ik het steeds vaker tegen in de sociologie en de (praktische) theologie: in de liquid church (LC, de vloeibare kerk) gaat het dus niet om de vraag of het instituut over voldoende pecunia beschikt.

De vloeibare kerk wil de dorst lessen van de zinzoeker binnen en buiten de kerk. Ik besef dat ‘zinzoeker’ een vaag begrip is. Ik bedoel de mens die wel de kerk heeft opgegeven en God niet. In de Verenigde Staten is de Liquid Church inmiddels één van de 100 snelst groeiende kerk van het land. De pioniers, de voorgangers, de kerk mensen maken natte voeten, omdat het levende water, Jezus Christus zelf 9Johannes 7, vers 37 en 38) de stad en het dorp hén vooruit spoelt.

TOT DE TAILLE

Het visioen van Ezechiël 47 speelt een cruciale rol in de LC: de profeet wordt bij de arm genomen door “een man” (een engel). Water sijpelt uit de tempel in Jeruzalem (Ezechiël 47, vers 2 NBV21) waarna het stroompje dieper en breder wordt van enkeldiep naar kniehoogte tot de taille. De man haalt Ezechiël eruit en zet hem aan de kant. Het oog van de profeet valt op “heel veel bomen” aan weerszijden van de rivier (vs.7) Een tot een verbeelding sprekend gebeuren –want hoe stroomt dit water in en door het eigen dorp, stad en land vanuit het kerkgebouw waaraan u bent verbonden? Wie zijn de ‘bomen’ die zich daar laven aan het levende water?

SCHAPEN

Blijkbaar wordt in het overzeese Amerika de dorst gelest van een groeiend aantal mensen, want de LC krijgt steeds meer schapen op het droge. Natuurlijk is de hamvraag die we als kerken in Neder land al decennia stellen wanneer we horen over groeiende kerken in binnenen buitenland: hoe doen ze dat dan? Wat kunnen wij daarvan leren? Zijn we bereid natte voeten te maken?

EERST ZIEN

Wat ik onder andere begrepen heb uit de literatuur over de LC is het zoge noemde show-and-tell: als kerkgemeen schap heb je eerst te laten zien en dan pas erover vertellen. Een autoverko

per kan nog zoveel vertellen over de kwaliteiten van de auto, eerst wil ik zelf een proefrit maken waarna ik de keuze maak in samenspraak met de info van de verkoper.

In de gevestigde kerken die inmid dels lang bestaan is het vooral eerst vertellen en dan laten zien. Volgens het LC-concept werkt dat niet langer in een post-christelijke omgeving waarin wij leven: christenen zijn in de minder heid, kerkverlating en -sluiting zijn aan de orde van de dag. LC kiest duidelijk een andere benadering: begin niet met woorden. Laat de dorstige die God niet heeft losgelaten, eerst zien en proe ven wat het is om te geloven in God of om - geraakt door het evangelie van verzoening en genade - Jezus Christus te volgen.

VERENIGEN

Het concept van de LC heeft een sterke insteek. Het levende water ofwel het evangelie is voor hen die overgeslagen worden (overlooked) én dorstig zijn. Het is bedoeld om de creativiteit in mensen te stimuleren, vrijgevigheid op te peppen en talenten te ontdekken en die te gebruiken. Dat alles kan mensen verbinden en verenigen. Er wordt geëx perimenteerd en geleerd van fouten en mislukkingen. De vloeibare kerk is dus letterlijk vloeibaar – de mensen zijn de waterdruppels verenigd tot een stroom van water gevoed door God.

ANDERE KANT VAN VLOEIBAAR

De negatieve kant van het vloeibare wordt door de Pools-Amerikaanse socio loog Zygmunt Bauman beschreven waar wie collega Ronelle Sonnenberg elders in deze uitgave verwijst. Hij heeft veel gepubliceerd over de (post-)moderni teit. Drie boektitels bevatten het woord liquide: Liquid Life (2005), Liquid Fear (2006) en Liquid Times – Living in an Age of Uncertainty (2007). De socioloog kleurt het woord liquide meer negatief in, althans waar het gaat om de gevol gen.

LEGOSTEENTJES

In de samenleving en haar cultuur wordt alles vloeibaar, omdat vaste structuren, instituten, patronen en leefgewoontes meer en meer verdwijnen in de vaart der volkeren. De snelle tijd waarin we leven gééft nauwelijks tijd om nieuwe gedragingen en gewoontes van mensen te laten stollen. Alles vervliegt voordat überhaupt de finish is bereikt of is afgerond, alsof iemand speelt met Le gosteentjes en nooit iets afmaakt. Dat alles wordt versterkt door de sociale media en de hijgerigheid van Facebook, Tiktok en Snapchat. Sociale verbanden tussen mensen worden vloeibaar en lossen op. Het leven wordt een stoelen dans. Wie het eerste zit als de muziek ophoudt, heeft geluk en de ander pech. Een vloeibare samenleving maakt zich heel kwetsbaar en onzeker.

OERVLOED

Bij een dergelijke vloeibare samenleving denk ik aan een Bijbels beeld: in Ge nesis 1, vers 2 lezen we dat de aarde woest en doods was, duisternis lag over de oervloed (tohoewabohoe), over het water zweeft Gods geest. Voordat God licht roept, is alles bedolven onder het water, onder het vloeibare. Als alles vloeibaar is, dan is er geen leven mogelijk.

Een vloeibare samenleving of een vloeibare kerk is een oxymoron: de twee termen worden tegelijk gebruikt, terwijl zij zich tegenspreken. Zonder droge grond onder de voeten kunnen mensen niet wortelen en een samenleving en een kerk niet bestaan. Daarom scheidt God op de derde dag het water van het droge land, een vloeibare scheidslijn. God wil de schapen op het droge heb ben. Sterker nog: Hij wil de mens voor altijd bewaren. Af en toe zul je natte voeten hebben, zeker.

VLOEIBARE BIJBEL

Aan het slot van de Bijbel, in Open baring 22 is een sprekend visioen te vinden: het levende water vloeit door de

‘ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT’
THEMA:
8

stad en levensbomen staan aan weers zijden. We kunnen niet zonder bodem en een kerk niet zonder vaste grond. Tegelijk leert de vloeibare kerk dat we eerst hebben te laten zien wat het evan gelie is. voordat we het gaan vertellen: een vloeibare Bijbel waaruit het levend water sijpelt. Zonder water wordt óók de kerk een woestijn.

Gebruikte literatuur:

Tim Lucas & Warren Bird, Liquid Church, Michigan 2019

Zygmunt Bauman, Liquid Life, Cambridge 2005

Bezinningsvragen

1. Wat vindt u van het concept “de vloeiende kerk”?

2. Als u kijkt naar uw eigen kerk wat is daar vast en vloeibaar?

3. De insteek van de Liquid Church is de medemens die dorst naar God eerst de dorst te lessen en dan pas te vertellen over het evangelie. Wat vindt u van deze aanpak? Hoe zou u dat doen in uw dagelijks leven?

ds. Robert-Jan van Amstel is predikant in de Gereformeerde Kerk van Putten (PKN). www.amstel4.nl

DR. J. VAN ECK 70 JAAR: MINISYMPOSIUM EN BOEKPRESENTATIE

Donderdag 24 november vindt in de Hervormde Kerk te Lexmond (zie afbeelding) een mini-symposium plaats ter gelegenheid van de 70e verjaardag van theoloog/emeritus legerpredikant dr. J. van Eck. ‘Tussen bonders en barbaren’ is de titel van de bijeenkomst met medewerking van dr. M. den Dulk, dr. W. Dekker, ds. T. de Ridder, dr. P.J. Visser en ds. H. Westerhout. Het symposium begint om 13.30 uur (inloop vanaf 13.00 uur) en eindigt rond 16.30 uur met een informeel samenzijn. In ver band met de organisatie is aanmelding gewenst, via een mail aan j.jongkind@ hetnet.nl

Tijdens de bijeenkomst zal ook de presentatie plaatsvinden van het boek ‘Dobberen op de genade; de vreugde van de verkiezing.’ Een bundel met artikelen en preken van Van Eck, uit de afgelopen (ruim) veertig jaar. Sommige zijn niet eerder gepubliceerd, andere zijn speciaal met het oog op dit boek geschreven. Het thema van de verkie zing heeft Van Eck sinds zijn studenten tijd geboeid. Hij hoopt dat zijn nieuwe boek eraan zal bijdragen dat het vaak versmade onderwerp vandaag opnieuw de aandacht krijgt die het verdient. Het boek wordt uitgegeven bij Brevier in Kampen.

KORT BERICHT
9

SCHUILPLAATS TEGEN WANHOOP

D

e dag werd geopend met een bijeen komst in de Oude Kerk, waar o.a. burgemeester Verhulst van Ede en mi nister Weerwind spraken. Aan mij werd gevraagd om als predikant te spreken. In de middag liepen de nabestaanden met lange witte linten met daarop de namen van hun geliefden door het centrum van Ede. Een indrukwekkend gezicht. Hieronder mijn toespraak, die ik begon met Ps. 46:2-4 en 8

WAAROM?

Verbijsterd, verdoofd, verslagen, verdrie tig, woedend, dit zijn de eerste woorden die bij mij opkomen, als ik denk aan de mensen die iemand door geweld hebben verloren. ’s Morgens is er niets aan de hand en dan opeens wordt een geliefde door de hand van iemand an ders uit dit leven weggerukt. We kijken elkaar aan en houden elkaars hand vast, zoeken troost bij elkaar of kruipen juist in onze schulp, omdat we geen woorden hebben bij het verdriet, dat zo onverwachts in ons midden is komen te staan.

Steeds weer als ik bij mijn zusje kom,

zie ik die foto van Shelley staan. Een jonge vrouw. Het leven lacht haar toe, de toekomst ligt vol beloften voor haar. Een toekomst die haar ontnomen is, in haar eigen huis door de man van wie zij hield. En zij is niet de enige, zij is degene die ik ken uit de verhalen van mijn zusje. We zitten hier met een kerk vol mensen met allemaal hun eigen gruwelijke verhaal. Met één overeen komst: iemand die ons dierbaar was, is door geweld van zijn of haar toekomst beroofd. Daarmee is ook de nabestaan den een stuk toekomst ontnomen. En we vragen ons af: Waarom?

GOD IS AANWEZIG

In de Bijbel staan liederen geschreven door mensen, die ook door de diepten van het leven heengingen. Eén van die teksten is Psalm 46:

“God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood, Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee.”

De woorden uit dit lied willen ons ver tellen, dat God aanwezig is, als wij Hem het hardste nodig hebben. Niet dat we dat ook altijd merken. God lijkt mis schien op een dag als vandaag waarop we onze geliefden herdenken, heel ver weg. Maar er is geen plek op deze wereld waar God niet is. God is hier en nu aanwezig om ons tot steun te zijn, om ons houvast te geven en niet alleen vandaag. Hij is altijd bij ons, wij hoe ven Hem niet uit te leggen hoe wij ons voelen, Hij weet het al. Ook als wij de woorden niet hebben, ook als wij niet weten waar wij Hem moeten zoeken, weet Hij waar Hij ons moet zoeken. Om voor ons een veilige plaats te zijn om te schuilen, een plek waar we in onze wanhoop naar toe kunnen gaan. Hij wil voor ons zorgen, als de aarde om ons heen wankelt, onze wereld instort, om dat iemand van wie we zoveel hielden zomaar ineens weg is.

Wij vragen ons misschien af “Waarom?” Waarom heeft iemand zoveel geweld gebruikt, dat onze dierbaren (die zoveel betekenden in het leven van misschien maar een paar mensen, misschien van

THEMA: ‘ALS DE KERK VLOEIBAAR WORDT’
In 2014 ontstond vanuit verschillende organisaties de Federatie Nabestaanden Geweldsslachtoffers. Zij organiseren al 25 jaar de Dag Herdenking Geweldslachtoffers, dit jaar in Ede.
10

heel veel mensen) er nu niet meer is? Waarom zij? Waarom hij? Waarom heeft God zoveel, zulk zwaar geweld toege laten, dat diegene van wie wij zoveel houden daaraan overleed? We mogen die vraag stellen. Alleen, wij krijgen geen antwoord op die vraag.

BIJ HEN, OOK BIJ ONS

Er is ook de vraag “Waar was God toen zij stierven?” Op die vraag durf ik wel een antwoord te geven, het is een geloofsantwoord. God was erbij toen zij stierven, God heeft hen Thuis gehaald. God was bij hen en al die tijd tot in de dood toe, waren zij, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, geborgen in Zijn handen. God is ook bij ons, Hij wil ons houvast zijn, ons tot steun zijn juist omdat het leven ons pijn doet, een pijn die niet meer weg zal gaan.

Zoals wij onze armen liefdevol om onze geliefden hebben geslagen, zo heeft God Zijn armen liefdevol om hen heengeslagen op het moment van hun sterven. Zo wil God Zijn armen liefdevol om ons heen slaan.

Wij begrijpen niet waarom iemand op zo’n gruwelijke manier van ons werd weggenomen. Maar toch, juist in dit grote, rauwe verdriet, waar wij geen woorden voor hebben, wil God ons nabij zijn. God zit niet onbewogen ver weg op een wolk. Hij wil naast ons staan, wil ons de kracht geven, die wij nodig hebben, nu wij verder moeten, met een lege plaats in ons midden.

Onze Hemelse Vader wil Zijn armen om ons heen slaan. Het maakt het niet uit of wij Hem al ons hele leven kennen, of dat wij Hem eigenlijk helemaal nog niet kennen. Hij wijst niemand af. Als wij naar Hem toevluchten met ons verdriet, met onze pijn, in onze wanhoop, dan zal Hij Zijn armen om ons heen slaan. Hij staat naast ons in onze verbijstering, onze verdoving, onze verslagenheid, ons verdriet, onze woede. Hij laat ons niet alleen in onze wanhoop. Zijn trouw aan ons zal eeuwig bestaan. Ook al merken wij het zo vaak niet, Hij is een betrouw bare hulp in de nood, die ons een veilige schuilplaats wil bieden tegen de wanhoop in, die ons in Zijn liefde wil bewaren en zelfs in de dood ons leven zal sparen.

ds. Anja van Geerenstein is predikant van de Gereformeerde Kerk te Rhoon en lid van het hoofdbestuur van de Confessio nele Beweging.

CONFESSIONELE KRING APELDOORN

‘EEN NIEUWE BIJBELVERTALING VOOR DE 21E EEUW’

In oktober 2021 werd de NBV21 gepresenteerd en door koning Willem Alexander in ontvangst genomen. Na jaren intensief werk ligt nu een helde re en verantwoorde vertaling op tafel, die bestemd is om de Bijbel in de 21e eeuw te worden. Geen ander boek heeft in de loop der eeuwen zoveel invloed op onze samenleving uitgeoefend als de Bijbel.

Prof. Peels heeft als lid van de bege leidingscommissie het vertaalproces van dichtbij meegemaakt, en kan hier veel over vertellen. In de lezing komen verschillende kernvragen langs. Waarom was een nieuwe Bijbelvertaling nodig? Hoe heeft het vertaalteam het werk aangepakt? Wat waren problemen, uitdagingen, kansen en ontdekkingen? Hoe gaat deze nieuwe Bijbel landen in Nederland? Aan de hand van concrete

voorbeelden van tekstvertalingen (via powerpoint) krijgen we een beeld van de stand van zaken.

De spreker is sinds 1993 hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij publiceerde diverse boeken over het Godsbeeld van het Oude Testament, en over de theolo gie van de oudtestamentische profeten. Hij was betrokken bij de totstandko ming van de NBV (2004) en de NBV21 (2021).

Woensdag 26 oktober 19.45 uur ont vangst vanaf 19.15 uur, in De “Hof stad” te Apeldoorn.

De toegang is vrij. Belangstellenden zijn van harte welkom, dus neem gerust iemand mee. Indien mogelijk graag aan melden via e-mail: cka@confessionelebeweging.nl

VARIA
11

WONDEREN BIJ DE GEBOORTE VAN SALOMO

De profeet Nathan heeft zijn hielen nog niet gelicht of het kindje wordt ziek. In korte tijd steeds zieker. Hoewel David weet waarom dit gebeurt en waar dit naartoe gaat, pleit hij bij God ten gunste van de jongen. In dit artikel dat nog ruim voor Eeuwigheidszondag verschijnt, wil ik u vertellen wat voor troostrijks ik in Joodse bron over dit in en in trieste Bijbelgedeelte (II Sam.12: 15-25) heb gevonden.

David vastte streng, overdag. Volgens de traditie in de Tent waar de ark stond opgesteld. In de nacht, wanneer hij thuis was, legde hij zich op de grond te slapen. Niet op een matras, in bed. Want juist boete en berouw kunnen een goddelijk besluit te niet doen!

Koning Hizkia die door de profeet Jesaja wordt verteld dat hij zal sterven, grijpt eeuwen later terug op een uitspraak die aan David toegeschreven wordt. ‘Zelfs als er scherp zwaard rust op je nek, moet je niet stoppen met smeken om ontfer ming’. Hizkia zal die ook verkrijgen. Uit genade worden er vijftien jaar aan zijn leven toegevoegd.

Maar dit kind sterft, op de zevende dag. Davids dienaren durven het hem niet te vertellen. Ze fluisteren onder elkaar: ‘Toen het kind nog leefde wilde hij al niet naar ons luisteren’, -ze hadden op David ingepraat om op te staan van de vloer en te eten. ‘Hoe kunnen we hem dan zeggen dat het gestorven is? Hij zal een ongeluk begaan.’ Hij zal niet ons, -uit woede over het slechte nieuws-, maar zichzelf kwaad berokkenen.

Uit hun gefluister maakt David op wat er aan de hand is. Hij doorbreekt de stilte. Hij vraagt: ‘Is het kind gestorven? Zij zeg gen:’Ja, gestorven.’ Ze durven ‘t woordjes klein kind of babytje niet in de mond te nemen. ‘t Is te erg.

HET GEHEIM VAN KLEDING

Wat David dan doet, is verwonderlijk. Hij stplineaat op, wast zich, zalft zich, verwis selt zijn kleren en werpt zich in het huis van de Here voor Hem neer. Daarna komt hij thuis en vraagt hij zijn dienaren of ze hem brood om te eten voor willen zetten. David vast niet langer en neemt geen rouwperiode meer in acht. Nee, hij handelt voortvarend met grote kracht. De werkwoorden stapelen zich op. Hij trok dus ook frisse, schone kleren aan om te naderen tot God.

GELOOF
12

Vroeger had iedereen zondagse kleren. Die kleding was een uittingsvorm van eerbied en ontzag. Oudere mensen herinneren zich de wastobbe op zater dagavond nog en de nette, goeie kleren die werden gereed gelegd. Niet zo prettig als je de achtste op rij was.. In onze tijd zie je mannen door de week in strak pak met stropdas, terwijl ze in de kerk of consistorie een t-shirt dragen. Dat is de omgekeerde wereld. Haalt u zich de begrafenis van Koningin Elizabeth nog eens voor de geest. Iemand in vrijetijds kleding gezien?

HET EVENWICHT HERVONDEN

David bidt en vast niet langer omdat hij dat in het huis van de Heer heeft gedaan. Hij heeft daar zijn ziel tot rust en stilte gebracht, zoals er in Psalm 131 staat. In het Hebreeuws van die Psalm staat er een werkwoord (‘sjiwiti’) dat ‘egaliseren’, ‘vlak maken’ betekent. In de storm heeft David zijn evenwicht hervon den. De balans. Ondanks zijn verdriet en een diep besef van schuld. Hij heeft Gods oordeel aanvaard. Hoe? Niet door ijzeren wilskracht en strenge geestelijke oefening maar doordat hij bij wijze van spreken als een kind dat bij zijn moeder geborgenheid zoekt bij de Here op schoot geklommen is. ‘Een schoot van ontferming is onze God’, geeft Huub Oosterhuis de lofzang van Zacharias weer. (Ld.158b) David was radeloos, redeloos en reddeloos. Zoals iedere mens voor wie het Ramp jaar aangebroken. Toch staat hij helder van geest en bij zijn positieven op. ‘’Bij de Eeuwige, onze Heer, zijn uitkomsten tegen de dood’, staat er in Psalm 68. Die ontdekking wens ik ieder toe.

TROOST

Er staat ook in de tekst dat hij Bathseba troost. Volgens de traditie wilde zij niets meer van David weten en niet langer met hem leven. Hoe heeft David haar getroost? Hij moet haar wel uit hebben laten razen, haar volle woede hebben verdragen en haar teder hebben gekoes terd. Heeft hij misschien gezegd wat ook al doorschemerde in de woorden tot zijn knechten?

‘Ons kind keert niet terug tot ons, maar wij zullen gaan tot hem.’ ‘De jongen is al waar wij nog zullen komen. Wij zijn hem niet voor altijd kwijt. Nee, hij is ons voor uit gegaan. Hij wacht ons op in het volle licht.’ Dat is wat we dankzij het evange lie van Jezus Christus mogen geloven. Troost is er, de mogelijkheid het leven te herpakken, doordat we dat ‘ergens’, bewust of onbewust weten. De liefde is

sterk als de dood. (Hgl.8:6) De liefde van mensen, de liefde van God.

SALOMO

Uiteindelijk wordt Salomo geworden. In die naam horen de rabbijnen ‘t woord je ‘sjalem’, dat ‘heelheid’, ‘gaaf zijn’ betekent. ‘Hij balsemt de wonden en heelt alle smart’. De Here is een God die u heelt en geneest. Iedere ‘gewone’ kerkdienst is er in feite één van heling en genezing. Dat is het wonder dat zich steeds opnieuw in stilte voltrekt. De naam Salomo kun je, meer voor de hand liggend, ook met ‘t woordje ‘sjalom’

verbinden: ‘vrede’. ‘Zijn naam zal Salomo zijn, staat er in I Kron.22:9 als bood schap van de Here tot David, want Ik geef vrede en rust aan Israël in zijn dagen’. Het is ook vrede tussen David en God. Dat is bijzonder. Na alles wat er gebeurd is! Maar prachtig vind ik, dat in het Jo dendom de tekst ook wordt gelezen alsof Bathseba hem de naam Salomo geeft. Dat is niet te bevatten. Dat ook Bathse ba troost en vrede heeft gevonden bij de Here. Dat is niet alleen troostvol, dat schept ook hoop.

13

OOK NOG TER SPRAKE GEBRACHT

‘Ook nog ter sprake gebracht’ – onder die titel publiceerde dr.ir. Jan van der Graaf, voormalig algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, een bundel ‘miniaturen over reisgenoten’. Het boek is het derde in een reeks. Eerder verschenen Ze hadden wat te zeggen en Ook zij hadden wat te zeggen. In Ook nog ter sprake gebracht tekent de auteur portretten van mensen met wie hij in het min of meer recente verleden in bepaalde kerkelijke of maatschappelijke verbanden samengewerkt heeft of met wie hij publicitair contact gehad heeft.

In zijn keuze is Van der Graaf allerminst eenkennig geweest. De bijdragen gaan niet alleen over personen uit de rech terflank van het kerkelijke spectrum. Ze hebben ook betrekking op mensen als prof.dr. Gerrit de Kruijf en dr. A.A. Spijkerboer. De auteur merkt in het ‘Ten geleide’ op dat er niet altijd in alle opzichten gemeenschappelijkheid van gevoelen of overtuiging was, maar dat er wel steeds verwantschap was. Verder stond hem bij verschillen steeds een adagium voor ogen dat hem ooit in zijn studententijd was aangereikt: ‘Wees zakelijk scherp maar persoonlijk mild.’

Die mildheid blijkt uit alle schetsen: ze zijn gekleurd door een fijnzinnige benadering. Ik benadruk dat, omdat Van der Graaf als ‘bondscoach’ bij tegenstanders op het kerkpolitieke erf nog wel eens een andere indruk gewekt heeft. Wie hem persoonlijk heeft leren kennen – dat geldt ook voor mij – is ervan overtuigd dat hij altijd vanuit het genoemde adagium heeft willen opere ren. Waarvan akte!

Net als in de vorige delen in de reeks neemt Van der Graaf in het onderhavige tal van citaten op die betrekking hebben op een of meer gemeenschappelijke

ervaringen met de reisgenoot. Dan moet men niet alleen denken aan wat hij zelf ooit over hem of haar heeft geschreven, bijvoorbeeld in een in memoriam of in een discussie. Hij neemt ook steeds een of meer stukken tekst over van de geportretteerde. Leidend bij de keuze waren aspecten van het leven die voor hem van betekenis zijn geweest. Bijzon der is dat hij steeds vermeldt hoe het overlijden van de mensen in de overlij densadvertentie bekendgemaakt is. Ik heb de portretten die Van der Graaf getekend heeft met veel genoegen gele zen. Vooral omdat ze vaak veel herken ning opriepen, bijvoorbeeld die van prof. dr. W. Balke en dr. H. Vreekamp. Samen vormen de biografische schetsen van Van der Graaf een alleszins leesbare ‘petite histoire’ van ongeveer een halve eeuw, in het bijzonder voor degene die in die tijd meereisde. Van harte ter lezing aanbevolen!

dr. Jan Dirk Wassenaar

Jan van der Graaf, Ook nog ter sprake gebracht. Voor de derde keer vijfentwin tig miniaturen over reisgenoten; Uitgeve rij De Banier, Apeldoorn, 2022; 270 p.; ISBN 9789087187187; prijs: € 15,90.

RECENSIE
14
Dr.ir. Jan van der Graaf. (Foto: Reformatorisch Dagblad)

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof:

COLOFON 15
01
02
03
04
06
08
09
10
11
12
14
15
Inhoudsopgave Thema: als de kerk vloeibaar wordt
opening door Robert-Jan van Amstel, Wim de Bruin, Dick Westerneng
Vervloeiende kerk tijdens 30 jaar domineeschap ds. Wim de Bruin
meditatie - Laat hij mij kussen! dr. Henk Post
Lid van de kerk ds. Dick Westerneng
Als de kerk vloeibaar wordt… Ronelle Sonnenberg
De liquide kerk ds. Robert-Jan van Amstel
kort bericht - Dr. J. Van Eck zeventig jaar
Schuilplaats tegen wanhoop ds. Anja van Geerenstein
Bijeenkomst Confessionele Kring Apeldoorn
geloof - Wonderen bij de geboorte van Salomo ds. Arien van Treuren
recensie - Jan van der Graaf over reisgenoten dr. Jan Dirk Wassenaar
colofon REDACTIE Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar. Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com HOOFDREDACTEUR ds. Arien Treuren
EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06-20628184
ds. Arien Treuren Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter
Vaste medewerkers: dr. Wim
dr. Wim
UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342-494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 79,70 Halfjaarabonnement € 45,30 Kwartaalabonnement € 28,00 Buitenland, jaarabonnement € 127,10 Jaarabonnement student € 43,45 Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar. Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341-565 477, klantenservice@cbb.nl
Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode
de Bruin, drs. Fred Cupido
de Ruyter, dr. Peter Verbaan

Je blijft niet mailen als je samen kunt spelen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Haal het kind naar buiten!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.