CC 20-2022

Page 1

pag 2 Hijzelf verandert niet pag 4 Eten als heilige handeling pag 8 Maak je Bijbel groen

CREDO

SLAVERNIJ VERLEDEN EN SLAVERNIJ HEDEN

Bij populisten denken we aan mannen als Bolsonaro en Erdogan. Aan Trump die zich warm draait om opnieuw president van de Verenigde Staten te worden. In ons land worden Geert Wilders en Thierry Baudet zo getypeerd. En Caroline van der Plas, een vrouw. Maar populisme, de neiging zich te richten naar de zogenaamde wil van het volk, is iets dat veel breder leeft.

Toen ik tiener was, had je nog beginselpartijen. Het CDA (opgericht in 1980) is zeer idealistisch, vergeleken met nu bijna utopisch begonnen. ‘Niet bij brood alleen’ heette het bevlogen eerste partijprogramma. Een motto ontleend aan de Bergrede van Jezus. Niet welvaart, maar ons aller welzijn moet voorop worden gezet. Er was bij de totstandkoming van de partij een levendige discussie over de grondslag. Het was dan ook bijzonder dat Rooms-Katholiek (de KVP), gereformeerd (de ARP) en hervormd (in de CHU) samen gingen. Uiteindelijk werd voor de formule gekozen dat ‘het evangelie als richtsnoer fungeert voor het politiek handelen’ van de partij. ‘t Is inmiddels lang dat ik dat iemand uit het CDA heb horen zeggen!

Ook de PvdA had idealen. ‘Waar visie ontbreekt, waar vooruitzicht ontbreekt, komt het volk om’, sprak Joop den Uyl in 1973 begeesterd in zijn regeringsverklaring. Ook die woorden zijn ontleend aan de bijbel, Spreuken 29:18. U kent de slogan ‘spreiding van macht, kennis en inkomen’ misschien nog wel. Na al die neo-liberale jaren klinkt ze me als muziek in de oren.

De PvdA heeft in de tijd van Wim Kok zijn ideologische veren van zich afgeschud. Eigenlijk zijn alle partijen links en rechts van midden op elkaar gaan lijken. Ze zijn vooral pragmatisch, ze kunnen zomaar van standpunt veranderen, zoals ten aanzien van het leenstel-

sel. De kiezerpolls, alsof er elke dag verkiezingen worden gehouden, zijn belangrijker dan idealen en beginselen. Die woorden komen uit de oude doos.

CLIËNTELISME

Zo zal de regering haar excuses aanbieden over het slavernijverleden. Over de kwalijke rol die Nederland daarin heeft gespeeld. Zoals koning Willem-Alexander al eerder, in 2020 op staatsbezoek in de Indonesië excuses aangeboden heeft voor Nederlands geweld in de jaren van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Ik kan me voorstellen dat hij op de Nederlandse Antillen en in Suriname een verklaring af zal leggen.

Wat ik onthutsend vind, in regelrechte strijd met dit voornemen, is het besluit een regeringsdelegatie te sturen naar de WK voetbal in Qatar. Arbeiders zijn als slaven uitgebuit bij de bouw van de stadions daar. Het onbeschermd werken in de moordende hitte, -in NRC werden dagen van 29 uur(!) genoemd-, heeft de gezondheid en het geluk van duizenden mensen voorgoed vernietigd. Ik krijg die dingen niet bij elkaar. Zo’n plechtige verklaring heeft dan toch niets om het lijf? Als het erop aankomt, kiezen we weer voor geld en goed. In dit geval geen katoen, koffie of tin, maar olie en gas over de rug van moderne loonslaven.

Draait het in Nederland uiteindelijk om de consument? De burger als

ontevreden klant? Ik noem dat populisme. Niet ergens voor durven staan. Om principes geen pijn willen lijden. Ik hoop dat er niemand van u naar het voetballen kijkt!

Arien Treuren

CONFESSIONEEL
134e jaargang 17 november 2022 nr. 20
495105.indd 1 11/11/2022 4:30:42 PM

HIJZELF VERANDERT NIET

Rust mijn ziel, uw God is Koning, heel de wereld zijn gebied. Alles wisselt op zijn wenken, maar Hijzelf verandert niet.

De Confessionele Beweging is al jaren betrokken bij het werk van de IZBvereniging voor zending in Nederland. Vorige week was het hoofdbestuur uitgenodigd op de jaarvergadering, waar het beleidsplan 2023-2028 in hoofdlijnen werd gepresenteerd en bediscussieerd. Kern van het stuk is de gereformeerde missionaire traditie: ‘We hebben het kruis van Jezus nodig om gered te worden van het oordeel. Hij heeft recht op ons leven en kan mensen roepen voor een bijzondere taak. Dat Hij ons roept en dat we die roep beantwoorden, is genade; geen gunst aan God.’

Die laatste vier woorden staan er vanwege een verschuiving die men vaststelt. Niet meer ‘hoe geef ik het geloof handen en voeten vanuit de verlossing van mijn leven?’, maar ‘hoe geef ik mijn geloof vorm?’ Geloven wordt een hulpstuk in je leven, waarin de vraag vooral is of ik iets aan God en geloof heb en beleef. God moet bevestigen wie wij zijn. Steeds vaker wordt gevraagd binnen de

gemeente: ‘bestaat God eigenlijk wel?’ Niet als de worsteling God is zover weg, ik heb honger en dorst naar Hem. Nee, als een neutrale vraag, met soms als antwoord ‘waarschijnlijk niet’.

HET GESPREK

In de discussie klonk een grote verlegenheid en openheid. De drie opvattingen worden niet geuit door drie gescheiden groepen gelovigen. De overgang is vloeiend. Ook mensen die Gods genade belijden zijn vatbaar voor een meer deistische opvatting met veel ruimte voor de zelfstandige mens. God wordt meer gedacht als hulp naast jou en minder als de bron van het leven, die je roept en aan wie je gehoorzaam moet zijn. Hierdoor ontstaat ook en verschuiving in de motivatie voor het missionair werk in Nederland. Bijbels gezien is dat als gelovigen ingeschakeld worden (geroepen zijn) in het levensreddende werk van Gods Geest, waarin we het wonder van het ontstaan en de groei van het

geloof mogen zien. In de praktijk ligt de nadruk vaak op de vraag hoe we deze generatie zo goed mogelijk bereiken met Gods bestaan en liefde. Hoe bereiken we randkerkelijken en de jongeren met het Evangelie? Hoe zijn we zo kerk dat zij ook blijven of gaan meedoen? Het missionair werk moet daar dan de methoden en tips voor aanreiken. Ik ben benieuwd welke wijzigingen deze eerlijke zelfreflectie in het conceptbeleidsplan van de IZB gaat opleveren.

BELEIDSPLAN

Een paar weken terug was er in de Gereformeerde Kerk Yerseke een jongerennevendienst. Zo’n 15 jongeren zaten achter in de kerk in enkele banken bij elkaar. Het was echt hun hoekje. Het herinnerde me aan mijn eigen jeugd en aan de jongeren in mijn tweede gemeente die op de galerij bij elkaar zaten. Toen we terugkeerden in de kerkenraadskamer na de dienst zaten ze daar nog, enthousiast. Ik

HOOFDARTIKEL
2
495126.indd 2 11/11/2022 4:30:38 PM

vond het hartverwarmend hen zo te zien. Anderzijds miste ik ze tijdens de verkondiging.

Er stond toen al een extra kerkenraadsvergadering gepland om een start te maken met een nieuw beleidsplan. Het wegvallen van de tweede dienst (leerdienst, seriepreek), de gebedsgroep en commissie bijzondere diensten die een doorstart willen maken en de goede deelname aan catechisatie en vakantiebijbelweek waren ons uitgangspunt. Een belangrijk doel daarvan is zo kerk te zijn dat de gemeente over tien jaar niet ophoudt te bestaan, omdat er te weinig leden zijn.

Aan de hand van een praatpapier ontstond een mooi gesprek over sterke en zwakke punten van de gemeente, maar vooral over geloven met jong en oud in de gemeente.

ONZE LEEFWERELD

Op het praatpapier had ik, denkend aan de IZB-avond, vragen gezet als ‘Hoe ziet u de leefwereld van jongeren? Waar houden ze zich mee bezig? Wat zijn hun sterke en zwakke punten? Merkt u bij uzelf een verschuiving in uw geloven door de jaren heen? Vindt u dat jongeren op dezelfde manier moeten gaan geloven als wijzelf? Zo nee, wat heeft dat voor gevolgen voor kerkdiensten en andere kerkelijke activiteiten?’. Maar ook deze: ‘Hoe reageert u op de stelling: Het gaat er toch om dat wij in God geloven en uit zijn Woord leven. Dan moet je niet vragen wat wijzelf en jongeren willen, maar wat God ons geeft en van ons vraagt.’

Verschillende ambtsdragers vertelden enthousiast over hun geloofsleven van jongs af aan, maar uitten tegelijk de onmacht en frustratie om het Evangelie aan hun kinderen en kleinkinderen over te brengen. ‘Hebben we niet al tientallen jaren gefaald als kerk, als je de terugloop ziet?’ Zo kwamen we bij de inhoud van het Evangelie, onze bron en norm voor heel het leven. Die bemoedigde ons. We besloten het idee van een dubbeldienst te gaan uitwerken.

Twee diensten met hetzelfde thema: de één een klassieke dienst en de tweede een viering met jongeren. De bezoekers komen bij beide en nemen deel aan een nabespreking. Als aanloop naar een jaarthema.

Hoopvol gingen we naar huis, nadat we onze afhankelijkheid van God hadden verwoord in ons gebed. Hij verandert niet. God is Koning.’

MAAL VAN ZOETIGHEID

IS STERK EN HET VERSLINDT ALTIJD, NU BIEDT HET EEN MAAL VAN ZOETIGHEID.” RECHTERS 14: 14

Met dit knap vertaalde raadsel van Simson voor dertig samenzwerende kameraden op zijn bruiloft vallen we met de deur in onze wereld waar tal van regeerders die sterk zijn elkaar almaar door verslinden! Het is verschrikkelijk wat er gebeurt in Oekraïne, Afghanistan, een groot deel van het Midden-Oosten en hoeveel meer landen kunnen we nog noemen. Als ik dit schrijf is er een klimaattop in Egypte. Zal daar een stap genomen worden die recht doet aan wat God bij Zijn schepping ons opgedragen heeft: rentmeester zijn van deze aarde? De zondvloed klotst en wie zal deze keren? Er zijn niet zoveel presidenten en koningen en ministers en aanverwante regeerders die verstaan dat hun ambt gegeven is en waar je dit bekleedt je geroepen bent om te dienen.

Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat de wreedheid van de heersende klasse beangstigend is. Als Simson geboren wordt is de Filistijnse dictatuur al veertig jaar verschrikkelijk. Simson groeit daarin op met een roeping vanaf zijn geboorte. Dat werd gezien aan het feit dat hij geen bier dronk en dat er geen schaar in zijn haar kwam. Hij slentert Timna binnen en wordt verliefd op NB een Filistijnse. Maar uiteindelijk volgen vader en moeder hun zoon op

zijn onbegrepen pad. Simson is veelkleurig en niet van het protocol of de traditie. In een binnenbocht brult een leeuw hem toe maar Simson verstomt dit geraas letterlijk en figuurlijk. Simson is gedreven door Gods Geest niet bang maar treedt de tegenstander moedig tegemoet. Het levert Simson een profetie op: uit deze macht zal zoetheid opstaan. Daar werkt Simson aan met forse speldenprikken aan het wrede juk. In alle uitzichtloosheid van deze tijd zoeken we biddend een weg. In Openbaring 5 wordt gesproken over een kolossale boekrol van binnen en buiten beschreven. Alle geschiedenis van onze aarde is daar beschreven in volle zwaarte. Niemand kan deze geschiedenis ontsluiten! Met liefst zeven zegels is zij afgedicht. Johannes die het ziet huilt. Maar dan wordt hij gewezen op de Leeuw van Juda. Deze zal de boekrol openen. Deze Leeuw is het Lam, geslacht op Golgotha. Er is een uitkomst, er is zoetheid beloofd en aanstaande van een nieuwe hemel en aarde. Tot die tijd zijn wij geroepen te bidden en te bouwen, te geloven en te hopen. Een kind bad afgelopen zondag in de kerk dat er bomen worden gepoot. Dat stelt mij gerust.

MEDITATIE
3
“HET
495126.indd 3 11/11/2022 4:30:39 PM
ds. Piet Rozeboom,

AAN TAFEL!

Eten en drinken is in bijna alle culturen iets dat met riten omgeven is. Dat is ook bij Christenen het geval. Van huisuit zijn we als leerlingen van Calvijn gewend te bidden voor het eten, te danken na de maaltijd en uit de Bijbel te lezen. In het Jodendom wordt eten als een heilige handeling gezien. ‘Eten zonder het ritueel van je handen wassen en het uitspreken van berachot, het uitspreken zegenspreuken is een vorm van ontucht.’

Het Hebreeuwse woordje voor tafel, ‘sjoelchan’, is afgeleid van het werkwoord ‘sjalach’, dat zenden, sturen betekent. Wat wij aan tafel mogen eten, -er is ook voedsel dat ons niet geoorloofd is: zie Hdl.15:12-, wordt u gezonden. In Psalm 145: 15-16 staat: ‘Aller ogen wachten: op u die het voedsel geeft, altijd weder. Gij opent uw hand en verzadigt uit uw overvloed alles wat leeft’.

Het begin van dit zenden, dit geven ligt in Gen.1:29. In het tiende scheppingswoord zegt God: ‘Zie, ik geef aan jullie al het zaaddragende gewas dat over het aangezicht van de gehele aarde is en al het geboomte waaraan zaaddragende boomvrucht is: het zal jullie tot eten zijn’. -En wij maar de pitten uit de mandarijnen halen, de druiven; pitloze vruchten voor pitloze mensen! Eten is dus iets heiligs. Het is gevolg geven aan het scheppingshandelen van God. Het is zijn schepping voltooien. De Joodse levensleer, waarin honderden grotere en kleinere thema’s in detail worden behandeld, heet niet toevallig

de ‘sjoelchan aruch’, de gedekte tafel. Het begint bij goede tafelmanieren. Wat wij naar het terrein van de etiquette verbannen hebbe, staat in deze ‘ethiek’ voorop! Wat onbelangrijk lijkt, doet ertoe.

SJOELCHAN ARUCH

Eén van de dingen die not done zijn, is lopend eten. Schrokkend en slokkend, terwijl je met belangrijker zaken bezig bent. Daar zijn natuurlijk vele varianten op. Eten terwijl je kijkt naar de tv of dit vrome blaadje leest.. In het eten hebben we met God te maken. Er zit een lichtvonk in het voedsel die ons leven geeft, fysiek en mentaal. ‘Goddelijke kracht stelt ons in staat om te denken, te spreken en goede en heilige dingen te doen.’

Eten behoort ook met zorg te worden klaargemaakt. Dieren krijgen hun voer uit een zak in een bak, maar mensen eten uit een schaal of op een bord. In China kwam ik voor ‘t eerst in een KFC , een soort Mc.Donalds. Waterige koffie en slappe patat: wegwerpvoedsel

in wegwerpverpakking. Muzak op de achtergrond. Mijn dochter Bin Bin (toen 6) zei: ‘Hier hoeven we niet te bidden!’ Daar had ze gelijk in. Ik voelde me zoals Miskotte zo vrolijk typeert ‘een besefloos slobberwezen aan de welvaartstrog’. Niet helemaal happy dus! En dan te bedenken dat in dit China bij rijstoogst de aren ooit één voor één werden losgesneden. Wat hebben we de Chinezen gebracht?!

ALS EEN KONING

Ik zei net: eten doe je zittend op een stoel. ‘t Woordje ‘stoel’ en ‘troon’ zijn in het Hebreeuws identiek. Zoals God zit op zijn troon, mogen wij zitten aan tafel. Hoewel het enorm onder druk staat in onze tijd en nauwelijks te doen is in een opgroeiend gezin waarin huiswerk, sport en de file van invloed zijn, vind ik ‘blijven zitten aan tafel’ nog steeds een gouden devies.

Van samen eten, daar de tijd voor nemen, gaat rust uit. Van de eerste christenen staat er in Hdl.2:46: ‘Zij braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten’. Ze wisten zich één met elkaar en verbonden met God. De dingen van elke dag zijn niet de baas over ons, wij mogen er als koningen over heersen.

Toen in 1947 de Wereldraad van Kerken haar oprichtingsvergadering had in Amsterdam, waren veel buitenlandse gasten diep onder de indruk van de manier waarop het Avondmaal werd gevierd. ‘t Is iets specifiek Nederlands om het Avondmaal aan met wit linnen bedekte tafels te vieren en elkaar de zilveren broodschaal en zilveren beker aan te reiken.

In veel kerken ontvang je brood en wijn voor in de kerk. Je loopt heen en weer. In de Anglicaanse Kerk kniel je neer. Een mooie vorm is ook de opstelling in een kring. Er valt van iedere vorm wel iets goeds te zeggen. Maar dat er iets feestelijks zit, iets koninklijks in het met elkaar aan tafel zitten, is wat

GELOOF
4
495173.indd 2 11/11/2022 4:30:47 PM

die christenen van elders goed zagen. In deze gejaagde en gestresste wereld is er God zij dank een plek waar we tot rust en inkeer mogen komen. Dat is in het huis van God, aan zijn tafel. Je kunt er een voorsmaak van de eeuwigheid in ervaren!

ZEGENSPREUKEN

In het Jodendom bestaat de gewoonte om bij het begin van de maaltijd een beracha (zegenspreuk) over de wijn en het brood uit te spreken. Bij het opheffen van de beker wordt er gezegd: ‘Gezegend zijt Gij, Here, onze God, koning der wereld, die ons de vrucht van de wijnstok hebt gegeven’. En voordat het brood gebroken wordt: ‘Gezegend zijt Gij, Here, onze God, die het brood uit de aarde voort doet komen’. In het evangelie sluit Jezus zich aan bij dit gebruik.

Het gekke is dat onder christenen dit zegenen van God in onbruik is geraakt. God zegent ons, dat zijn we gewend. Aan het einde van iedere kerkdienst wordt u gezegend. Bij het trouwen, de openbare geloofsbelijdenis of bevestiging tot ambtsdrager gebeurt dat individueel. Ook ernstig zieken wordt de hand opgelegd onder het uitspreken van een zegen.

Maar in de Bijbel lees je ‘t ook andersom. ‘Zegen mijn ziel, de grote Naam des Heren’, luidt de aanhef van Ps.103, berijmd. Ook in Ps. 134 en Ps.148 wordt de Here uitbundig gezegend. Wat is dat dan? ‘t Is Gods

grootheid en goedheid prijzen, loven, erkennen. Wie God om zijn scheppingsgaven zegent, verbindt hemel en aarde. Die is meer dan bunkeraar of lekkerbek.

HET GEHEIM

De schepping staat in het teken van de tweeheid. Heel de schepping is opgebouwd uit polaire tegenstellingen: licht en duister, zee en land, vogels en vissen, etc.. De getalswaarde van ‘zegenen’ in het Hebreeuws is 222. De twee op het vlak van het verleden, het

heden en de toekomst. Door Hem te zegenen breng je de Here naderbij. Je groeit in dankbaarheid en verwondering. Het vanzelfsprekende gaat eraf. De dingen krijgen hun glans. In het Hebreeuws hangt ‘seoeda’, maaltijd nauw samen met ‘sod’, geheim. Etend en drinkend, met elkaar pratend, deelnemend aan het scheppingshandelen van God, beleef je het geheim. ‘Dan wordt het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet’.

5
495173.indd 3 11/11/2022 4:30:52 PM
Arien Treuren

EREDIENSTVAARDIG

‘Eredienstvaardig’, zo heette ooit een tijdschrift voor liturgie en kerkmuziek. Het verschijnt al geruime tijd niet meer onder die titel. Dat geeft mij de gelegenheid om onder die vlag twee uitgaven over liturgie te bespreken.

W

at gebeurt er allemaal rondom en in een protestantse kerkdienst?

Volgens Riemer Roukema, onderzoekshoogleraar Vroeg Christendom aan de Protestantse Theologische Universiteit en predikant van de Waalse gemeente te Zwolle, zijn veel kerkgangers zich daar maar ten dele bewust van. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Het is dan ook een goede zaak dat hij een boekje geschreven heeft over vorm en inhoud van de kerkdienst: ’s Zondags ga ik naar de kerk – of niet. Het betreft een grondige bewerking van artikelen die enkele jaren geleden in Geandewei, Confessioneel en Gezamenlijk Zondagsblad voor Drenthe, Overijssel en Flevoland verschenen zijn.

Roukema is afkomstig uit een gezin dat lid was van de Gereformeerde Kerken in Nederland, die in 2004 in de Protestantse Kerk in Nederland zijn opgegaan. Maar hij heeft zich later breder georiënteerd. Hij is betrokken geweest bij Youth for Christ en hij heeft contacten gehad met ‘evangelische’ gemeenten, Pinkstergemeenten en de charismatische beweging. Ook heeft hij de oecumenische gemeenschap in Taizé in Frankrijk en een kleine evangelisch-doopsgezinde gemeente in de Vogezen leren kennen. Hoeveel invloeden hij in de loop der jaren ook heeft ondergaan, uiteindelijk neemt hij het graag een beetje op voor de traditionele kerkdienst, zoals hij het zelf formuleert.

Na de ‘Inleiding’ staat Roukema stil bij de voorbereiding op de kerkdienst, bij het begin van de dienst, bij de Schriftlezingen en de preek, bij dankzegging, voorbede en de Maaltijd en bij ‘Na de dienst’. Vrijwel alle aspecten van de kerkdienst passeren zo de revue. Op deskundige wijze legt de auteur die uit. Af en toe maakt hij een historisch uitstapje, vooral naar de Reformatie en de Vroege Kerk oftewel de eerste eeuwen van het christendom.

Roukema schrijft niet alleen deskundig, maar ook zeldzaam toegankelijk. Het is verbazingwekkend hoe eenvoudig – dat is iets anders dan simplificerend – de auteur, die een in binnen- en buiten

gerespecteerd geleerde is, de stof weet te presenteren. Hij doet dat steeds heel evenwichtig, erg genuanceerd. Wikkend en wegend. In de ondertitel van ’s Zondags ga ik naar de kerk – of niet spreekt hij over ‘kritische beschouwingen’, maar hij is altijd heel mild, zorgvuldig in zijn kritiek. Bijvoorbeeld als het gaat over stilte of gepraat voor de dienst en over afkondigingen voorafgaande aan de dienst. Hij heeft persoonlijk voorkeur voor stille voorbereiding en hij vindt dat de kerkenraad zich met een hele serie afkondigingen tussen de ontmoeting met ‘het heilige’, met God, met het evangelie dringt. Nog enkele observaties. Roukema uit enige moeite met sommige liederen van evangelische snit – ze ademen naar zijn mening te zeer de sfeer van louter en alleen ‘Gloria’, ‘Halleluja’. Van veel herhalingen in de tekst is hij ook geen voorstander. Iets anders: hij moet weinig hebben van zodanig beamergebruik dat de orde van dienst gepresenteerd wordt als een programma dat afgewerkt wordt – met icoontjes en plaatjes. Over simplificerend gesproken. En dan de laatste zinnen van het boekje: ‘Een van de redenen waarom de rooms-katholieke kerk het protestantse Avondmaal niet op één lijn met de Eucharistie kan stellen, is de achteloosheid waarmee protestanten doorgaans met de restanten van de Maaltijd omgaan. Dat lijkt mij iets om eens goed over na te denken.’

Het is wel duidelijk: Roukema heeft een boeiend boekje geschreven. Ik heb het met veel instemming gelezen. Ik wens het een talrijk lezerspubliek toe. Ik attendeer de leden van de commissie eredienst van mijn gemeente op de uitgave en ik geef de commissie Vorming & Toerusting in overweging er enkele bijenkomsten aan te wijden. ’s Zondags ga ik naar de kerk – of niet is daar uitermate geschikt voor.

Over de ontmoeting met het heilige, met God, met het evangelie gesproken: daarover verscheen Dichter bij God. Aanwijzingen voor een rijke liturgie, van

de hand van Arjan Plaisier en Ineke Cornet. Plaisier is voormalig scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, tegenwoordig is hij predikant van de Protestantse Gemeente De Brug in Amersfoort; Cornet promoveerde in de theologie, ze doceerde christelijke spiritualiteit aan de University of Divinity in Melbourne.

Plaisier en Cornet willen een bijdrage leveren aan de toekomst van de protestantse liturgie, die naar hun mening voldoende vitaliteit in zich heeft. Tegelijkertijd willen ze ontvankelijk zijn voor elementen van de rooms-katholieke theologie en willen ze impulsen van de charismatische beweging honoreren. Ze kiezen niet voor het evangelische format, maar stellen zich daarin niet defensief op. Het gaat hen in alles vooral om de spirituele dimensie van de liturgie, die ze als tweerichtingsverkeer kwalificeren: de ontmoeting van God met ons en van ons met God.

Vanuit de invalshoek van ontmoetingen in de liturgie staan Plaisier en Cornet stil bij de ontmoeting in het Woord, in de doop, in het Avondmaal, in het gebed en in ontferming, vrijspraak en lofprijzing. Nadat ze die aspecten hebben behandeld, richten ze de blik op de ruimte en de tijd van de Godsontmoeting (het kerkgebouw, de zondag, het kerkelijk jaar) en op ‘de orde’ en ‘het verhaal’. Wat de orde betreft: er moet een orde moet zijn, maar dat betekent niet dat de liturgie niet beweeglijk en veranderlijk kan zijn. Volgens de auteurs is er zelfs iets voor ‘blended worship’ te zeggen: kruisbestuiving van protestantse en andere stijlen. Maar het kan niet zo zijn, zeggen ze, dat de dienst met van alles en nog wat ‘opgeleukt’ wordt. Van een term als ‘liturgie als creatieve oefenruimte’ moeten ze ook niet veel hebben. Laat staan van wat ik iemand eens in een vergadering van een jeugddienstcommissie hoorde zeggen: ‘dat we een dienst in elkaar gaan zetten.’ Dan zouden Plaisier en Cornet de spirituele, (lees: welhaast sacramentele) dimensie missen.

Ook Dichter bij God heb ik met veel

GEMEENTEWERK
6
495176.indd 2 11/11/2022 4:30:33 PM

DE GEEST ALS TOMTOM

IDEAAL? NEE, DAT ZOU HEN TE MENSELIJK GEFORMULEERD ZIJN. LIEVER: HET WONDER. DAT VAN DE GODSONTMOETING IN DE LITURGIE. INDERDAAD, MET MINDER KAN HET NIET TOE. EN GELUKKIG, GODDANK GESCHIEDT DAT WONDER VAAK’

instemming gelezen. Het steekt een spade dieper dan dat van Roukema. Andersom gezegd: het is hoger gegrepen. Niet alleen in wat men de ‘moeilijkheidsgraad’ zou kunnen noemen. Het was mij ook wel eens iets te hoog, in die zin dat ik mij in hemelse sferen zag zweven. Ik bedoel: de werkelijkheid van de kerkdienst is zo vaak anders. Ondertussen is het wel zo dat Plaisier en Cornet het ideaal op die manier hoog houden. Het ideaal? Nee, dat zou hen te menselijk geformuleerd zijn. Liever: het wonder. Dat van de Godsontmoeting in de liturgie. Inderdaad, met minder kan het niet toe. En gelukkig, Goddank geschiedt dat wonder vaak. Voor wie zich daarvoor openstelt.

N.a.v.:

- Arjan Plaisier en Ineke Cornet, Dichter bij God. Aanwijzingen voor een rijke liturgie; KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht, 2022; 236 p.; ISBN 9789043538343; prijs: € 20,00.

- Riemer Roukema, ’s Zondags ga ik naar de kerk – of niet. Kritische beschouwingen over de protestantse kerkdienst; Uitgeverij Van Warven, Kampen, 2022; 120 p.; ISBN 9789493288102; prijs: € 14,95.

Emeritus predikant Marius Noorloos, onvermoeibaar, ondanks zijn leeftijd, heeft een bundel toegevoegd aan zijn boekenreeks over ‘Leven uit de Bron’. Het is geschreven vanuit de overtuiging dat al het werken aan missionair gemeente-zijn tot mislukken is gedoemd, ‘als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in ’t licht der waarheid’.

Gedurende zijn lange ambtelijke loopbaan, hij begon in 1966, heeft Noorloos de kerken in Nederland zien afkalven. ‘Komt dat omdat de Geest niet op kan tegen de tijdgeest?’ werpt Sake Stoppels op in een aanbeveling bij het boek. De vraag heeft Noorloos ook bij tijd en wijlen in de greep gehad. Toen hij predikant was in Lelystad, eind jaren zeventig, werd hij voor het eerst geconfronteerd met de massale kerkverlating. ‘Jaarlijks kwamen duizenden mensen met kerkelijke papieren in Lelystad wonen. Driekwart van hen haakte onmiddellijk af. Ik was verbijsterd’, vertelde hij onlangs in een interview. De confrontatie met de secularisatie ligt aan de basis van zijn levenswerk, een serie vaak herdrukte boeken over missionaire gemeenteopbouw. Zijn meest recente uitgave, ‘De Geest wijst de weg; naar een aantrekkelijke kerk en een rechtvaardige samenleving’, is ontstaan vanuit de praktijk in Noorloos’ woonplaats Apeldoorn, in de pioniersgemeente De Fontein, met een confessionele, een charismatische en een evangelische stroming. Samen optrekken in zo’n veelkleurige gemeente vraagt om een (her)oriëntatie op de heilige Geest, die als een Tomtom de weg wijst. ‘Niet alleen is de Geest nodig als betrouwbare gids, maar evenzeer zijn de bereidheid en het inzicht nodig

van leden en vooral leiders, in kerk en maatschappij om zich door Hem te láten leiden’, schrijft Noorloos. ‘Evenals een doodzieke patiënt niet te genezen is met pijnstillers, een beter bed of een andere afdeling, krijgen (!) kerken alleen toekomst, wanneer voorgangers en kerkenraden zich willen laten zegenen en gezeggen door Woord en Geest.’ Wie de eerdere boeken van Noorloos las - Leven uit de Bron, Groeien bij de Bron e.a. – herkent zijn hartstochtelijke aansporing tot het beoefenen van omgang en relatie met God, het zoeken van de stilte als zendtijd van de Geest, om vandaaruit te komen tot bezinning, beleidsvorming en activiteiten. In die volgorde. De praktijk is vaak omgekeerd, waardoor kerkenraden het risico lopen zowel de omgang met God als met elkaar te verwaarlozen en te verzakelijken. Het betoog van Noorloos mondt uit in een pleidooi voor een mission statement, dat als een stemvork de toon aangeeft en tien stappen om de inzichten in de praktijk toe te passen.

Noorloos heeft het boek opgedragen aan geloofsgenoot en metgezel in goede en kwade tijden, dr. Gert Marchal, oud-eindredacteur van Confessioneel. Sinds hij getroffen werd door een herseninfarct, in 2013, heeft hij afasie en is hij door zijn halfzijdige verlamming aan een rolstoel gekluisterd. Tijdens een feestelijk huiskamerconcertje kreeg Marchal onlangs het eerste exemplaar aangeboden.

Koos van Noppen

N.a.v.: De Geest wijst de weg, 143 pag., 14,99 euro, is uitgegeven bij Brevier, Kampen.

VARIA
7
495176.indd 3 11/11/2022 4:30:35 PM
‘HET

THEOLOGIE

HET NBG GAAT VOOR GROEN

Het laatste nummer van Met Andere Woorden, een veelgelezen blad van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG), staat geheel in het teken van ecologie. Vijf NBG-webinars gaan deze maanden over Bijbel en duurzaamheid. Het NBG gaat nadrukkelijk voor groen. Daartoe dient ook een bijzonder werkboek: Maak je Bijbel groen. Compleet met groene stift en een stickervel om je Bijbel te vergroenen.

Hoewel de bijbel ontstond in een andere tijd en de combinatie met ‘groen’ dan ook niet vanzelfsprekend is, zijn er genoeg groene teksten te vinden. Een bladzijden lang register geeft er maar liefst 1654. Een kleine steekproef leert me dat niet alle aangegeven groene teksten als zodanig even overtuigend zijn. Zo hebben drie uitspraken van Johannes de Doper (Johannes 1:23, 29. 32) zeker relevantie voor het bijbelse gesprek over Gods en onze zorg voor de wereld, maar het gaat wat ver om ze specifiek groen te kleuren. Zinvoller acht ik dan de indexen met groene thema’s in de bijbel. Een mooie uitdaging om je bijbel ter hand te nemen en te ontdekken of aan de ene bijgeleverde groene stift voldoende hebt.

GROEN PERSPECTIEF

‘Maak je Bijbel groen’ wil ons helpen de Bijbel te lezen vanuit het perspectief van duurzaamheid. Drie doelen geeft NBG-uitgever Stefan van Dijk daarbij aan:

- Verwondering door te ontdekken hoeveel bijbelteksten eigenlijk groen te noemen zijn en door natuurfoto’s, waarin de schoonheid van de schepping bezongen wordt.

- Verdieping door bijbelstudie die je andere vragen laten stellen aan de tekst, en door artikelen die de thematiek van bijbel, geloof en duurzaamheid bijbels-theologisch uitwerken.

- Inspiratie door portretten van mensen die, gemotiveerd vanuit hun geloof, stappen zetten op de weg naar duurzaam leven. Het levert een gevarieerd en veelkleurig geheel op. Het meeste materiaal verscheen eerder in de zogenaamde Groene Bijbel (2016), een destijds met problemen omgeven uitgave. Het is goed dat vele mooie bijdragen aan dat project nu alsnog beschikbaar zijn gekomen in de vorm van dit werkboek.

STUDIE- EN WERKMATERIAAL

Zes hoofdthema’s zijn uitgewerkt als

studie en elk voorzien van bijbehorend werkmateriaal:

1. En het was goed – over de goedheid van de schepping

2. God vinden – over manieren om God in de schepping te vinden

3. Verbondenheid met de schepping –over hoe de mensheid deel uitmaakt van de schepping

4. Zorg voor de schepping als rechtvaardigheid – omdat zorgen voor de schepping ook een daad is van sociale rechtvaardigheid

5. De gevolgen van de zonde – over de gevolgen van menselijke verkeerde keuzes voor de schepping

6. de nieuwe aarde – over hoe de aarde

met alles wat erop leeft een plek heeft in Gods verlossingsplan Het woord studie klinkt wat groot voor de vermelding van vijf bijbelpassages met enkele toelichtende zinnen en gespreksvragen. De per thema gerangschikte artikelen en portretten geven evenwel meer. Zo gaat het dan toch behoorlijk de diepte in. Ondertussen houdt de grote afwisseling in thema’s en auteurs het boeiend en prettig leesbaar. Nadeel van deze werkwijze is dat de grote, verbindende lijn soms wat uit beeld lijkt te raken. Van ‘eten en geweten’ gaat het via een joods perspectief en Keltische spiritualiteit naar het boek Job. Bij de eveneens sterk afwissende

8
495186.indd 2 11/11/2022 4:30:41 PM

portretten zitten bekende namen als Marianne Thieme, Carla Dik-Faber en Reinier van den Berg. Lezenswaard is het zonder meer!

BEKIJK HET EENS ZO

Uit de veelheid van materiaal kies ik twee citaten, uit een artikel en uit een portret. Het artikelfragment is van de bekende Britse exegeet en kerkleider N.T. Wright: “Bekijk het eens zo: Wat zou u doen als er een vriend bij u kwam met de vraag: ‘Ik heb serieus moeite met het weerstaan van verleidingen en ik val altijd machteloos in de zonde terug. Maar dat geeft niet echt, want op een dag zal God mij een nieuw lichaam geven dat niet tot zonde in staat is. Waarom zou ik daar niet op wachten? Ik hoop dat u dan zou antwoorden: Maar God is al begonnen met dat uiteindelijke, laatste werk van de nieuwe schepping. Door de doop en het geloof heb je de oude orde van zonde en dood achter je gelaten, en door Gods Geest die in je leeft, heb je Gods eigen opstandingskracht, zodat je ook nu al de zonde kunt weerstaan en uiteindelijk als een volledig mens kunt leven. Daarom moet je nu al zo veel mogelijk net zo leven als uiteindelijk in de toekomst.” (p. 89).

Vanuit deze gedachtegang doordenkend over Gods en onze zorg over de schepping, stelt Wright: ‘Jezus komt, dus plant een boom!’.

GEWELDIG BINDMIDDEL

Een mooie motiverende bijdrage is ook het portret van missionair pionier Bettelies Westerbeek. Zij schrijft over de dienende en helende werking van een kerktuin tussen de flats van de Haagse wijk Moerwijk: “Het werkt therapeutisch, dat ritme van zaaien en wachten en wieden en oogsten. Het ontkiemen van de plantjes, de bestuiving door bijen en insecten, het vrucht dragen, maar ook de dingen die niet lukken: zo is het leven ook en daar kan ik met de bezoekers op een ongedwongen manier over praten. Vaak is het zo dat de ervaring van liefde, veiligheid en rust er al is door de tuin, voordat ik heb kunnen vertellen over God en het geloof. De tuin is verkondiging in zichzelf!”

Het werkboek Maak je Bijbel groen is een uitgave van het NBG en kost € 17,95

Dr. Wim de Bruin is oudtestamentisch bijbelwetenschapper en als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente Bleiswijk, wijkgemeente Dorpskerk

LAATSTE ZONDAG

Dit kalenderjaar is zondag 20 november de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Op deze zondag worden de namen voorgelezen van hen die ons in het afgelopen kerkelijk jaar zijn ontvallen. Bij elke naam wordt een kaars aangestoken. Daarna brengen we onze eigen verbondenheid en gevoelens tot uiting door zelf een klein lichtje aan te steken. Dat wordt altijd erg gewaardeerd in onze gemeente. De mensen van voorbij zijn niet weg. Ze zijn bij God. Locatie: de hemel. Navigatie: onbekende weg. Zij leven ook voort in onze harten en gedachten, zowel persoonlijk als in de gemeente van Christus. Vroeger gebeurde dit op oudjaarsdag, wellicht in het sentiment van “Uren dagen, maanden, jaren”. De laatste jaren kiezen we voor de zondag, die voorafgaat aan eerste advent. Het komt daarmee ook dichter bij de katholieke traditie van de zogenaamde Allerzielen, begin november. Het verschil is dat katholieken bidden voor de zielerust van de overledenen en dat protestanten bidden om troost voor de nabestaanden en allen die rouwen, korter, langer of heel lang geleden.

Het is goed om de namen nog een keer te laten klinken, van hen die in Gods ontferming zijn opgenomen. Zij zijn geborgen voor altijd en vallen niet uit Gods hand en ook niet uit ons hart. Daar mag je best bij stil staan. Tegelijkertijd worden wij in onze jachtige en stressvolle tijd er aan herinnerd

dat wij voorbijgangers zijn. Wij blijven hier niet altijd. Dat is het overwegen waard. Niet te vast hechten aan alles op aarde en zoveel wat ons in de reclame wordt aangeboden en voorgespiegeld als het echte geluk. Maar wat houd je daarvan uiteindelijk over? Er is meer tussen hemel en aarde. Er is ook meer dan spullen en materie. Spirtitueel leven is nodig, meer dan ooit. Om rustmomenten te creeeren in je ziel, in je tijd en in je huis. Dm niet altijd door te rennen, maar ook eens stil te staan en er rustig voor te gaan zitten. Daar vaart een mens wel bij! Niet toevallig is de zondag daarna de eerste advent. Als een soort oud-en-nieuw in de gemeente van Christus. Het Licht van de wereld komt binnen, ongevraagd en soms niet welkom, maar wel broodnodig. Jezus, blinkende Morgenster!

Daarmee symboliseren we ook dat de dood van de laatste zondag geen dikke punt is. De dood heeft niet het laatste woord, ook niet in het kerkelijke jaar. Een nieuw begin. Van jaar tot jaar. Een cyclus die doorgaat totdat Christus en het Koninkrijk doorbreken en voorgoed gekomen zijn. Zo spreken we met 2 woorden en zeggen wij in 1 adem: laatste zondag en eerste advent. Dat betekent hoop voor het leven daar aan de overkant en troost voor het leven hier op aarde, aan deze kant.

ds. Dirk van Duijvenbode

VARIA
9
495186.indd 3 11/11/2022 4:30:42 PM

ZEVEN BRIEVEN UIT DE WERELDKERK

Met een verwijzing naar deze brieven uit het laatste bijbelboek verscheen onlangs het boek ‘Zeven brieven uit de wereldkerk’. Het boek bevat zeven brieven uit verschillende delen van de wereld. Zeven voorgangers uit respectievelijk Colombia, Kenia, de Democratische Republiek Congo, Zuid-Afrika, India, Indonesië en Libanon schreven een brief aan een Nederlandse collega. De brieven worden daarna kort beantwoord. In de brieven klinken, net als in de brieven van de Openbaring, woorden van aanmoediging maar ook woorden van vermaning.

BEMOEDIGING

De bemoediging komt vooral naar voren in de hartelijke woorden die gesproken worden over het verleden. Ondanks de kolonialistische tekortkomingen kijken de zusterkerken met dankbaarheid terug op wat ze ooit ontvangen hebben. Naast veel ballast is het zaad van het evangelie gestrooid en het heeft vrucht gedragen. Verheugend is het dat de

kerken nu zelfstandig zijn en op voet van gelijkwaardigheid met hun ‘moederkerken’ kunnen omgaan. Daarbij is er nu ook het besef dat de relatie wederzijds is geworden en dat we van elkaar kunnen leren. De stem van broeders en zusters uit een andere context wordt gehoord. Daar is dit boek een getuige van. Dat is trouwens niet altijd aangenaam. Net als in de brieven uit de Openbaring klinkt het ‘Ik heb tegen u’ ook in deze zeven brieven door.

VERMANING

Hevig is bijvoorbeeld de kritiek van ds. Kabongo uit Congo. Hij verwijt de Nederlandse kerken dat ze – zoals de gemeente in Efeze uit Openbaring 2:1-6 – ‘hun eerste liefde hebben verzaakt’. Die ‘eerste liefde’ is voor hem het gezag van de Bijbel. Ook op de gastvrijheid van Nederlandse christenen is veel aan te merken. De Zuid-Afrikaanse Charles Daniel du Toit vertelt over een pijnlijke ervaring die hij op bezoek in een Nederlandse gemeente meemaakte. Onze

verbondenheid met andere culturen is vaak een kwestie van theorie en mag niet teveel onze eigen praktijk verstoren.

HERKENNING

Herkenning spreekt vooral uit de brief van Elizabeth Sendek uit Colombia. Zowel in de Zuid-Amerikaanse als in de Nederlandse kerk is er sprake van ‘secularisatie van het hart’. Niet alleen de wereld om ons heen, maar juist ook ons eigen hart wordt vervuld van geseculariseerd denken. Sendek constateert deze tendens bij christenen in Colombia.

Michiel Vastenhout moet het helaas ook constateren in de Nederlandse situatie. We raken als Christenen zo vervuld van ‘werelds’ denken, dat we ons leven eerder laten bepalen door de stem van de meerderheid om ons heen dan die van de Heiland. Hij roept ons toch tot volgelingen die Hem op alle terreinen van het leven gehoorzaam willen zijn?

IN CRISISTIJD

Ontroerend om te lezen vind ik de brief

WERELDWIJD
De Openbaring van Johannes begint met zeven brieven. Brieven die opgetekend zijn door de apostel maar die direct zijn geciteerd uit de mond van de levende Heer Zelf. Stel je voor dat dat vandaag zou gebeuren. Wat zou er dan voor de kerk in Nederland en voor onze gemeenten in staan?
10
495235.indd 2 11/11/2022 4:30:34 PM

van ds. Basem Melki. Hij schrijft vanuit zijn land Libanon dat in de afgelopen jaren klap op klap heeft gekregen. In 2020 was de grote explosie van een graanpakhuis in de haven. Daarbij vielen veel slachtoffers en een groot deel van Beirut werd verwoest. Voor de christelijke kerk was dit een wake up-call. Christenen werden uit hun isolement geroepen tot concrete actie: helpen waar geen helper is. Bij alle, relatief minder heftige, maar toch ook ernstige crises die ons land treffen, klinkt de oproep: grijp juist in moeilijke omstandigheden de kans om het evangelie handen en voeten te geven.

OPENBARING

Wat deze zeven brieven ons bieden is niet te vergelijken met wat we uit de brieven van de Openbaring horen. De Stem van de Levende Heer, klonk in de oren van de apostel op Patmos. Voor elk van de zeven gemeenten van Klein-Azië was er een brief. Iedere brief was dus speciaal bestemd voor één gemeente. Elke gemeente had haar eigen geschiedenis, haar eigen cultuur en dus ook haar eigen plus- en minpunten. Maar over de hoofden heen klinkt de oproep aan de andere gemeenten om eruit te halen wat van toepassing is. Elke brief besluit daarom met de woorden: ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tot de gemeenten zegt’.

TOEPASSING

Ook de brieven uit de wereldwijde kerk kunnen we op deze manier lezen. We kunnen ter harte nemen wat op onze situatie van toepassing is. Daardoor spreekt de Geest ook tot ons. Het boek ‘Zeven brieven uit de wereldkerk’ is daarom heel geschikt om in gespreksgroep, bijbelkring of bezinningsmoment van de kerkenraad te bespreken. Om dat voor ons makkelijk te maken zijn er bij elke brief een aantal gespreksvragen, bijpassende liederen en een gebed toegevoegd, zoals: “Geef dat we als Kerk in Nederland een lichtend licht en een zoutend zout zijn, een bron van heil voor onze omgeving. Wilt U dat wonder in ons verrichten door Uw Heilige Geest. Alleen door genade, amen’.

N.a.v. ZEVEN BRIEVEN UIT DE WERELDKERK, Wouter van Veelen (red.), Uitgeverij Vuurbaak 2022. Het boek is er in papieren versie of als ebook. Er is ook een bijpassende website: www.zevenbrieven.nl

KROONJUWELEN VAN HET LOO

Confessionele Kring Apeldoorn nodigt u uit voor de lezing Kroonjuwelen van het Loo. Dit is een prachtige boeiende serie over het landgoed van de koninklijke familie het Kroondomein het Loo. De lezing vindt woensdag 23 november om 19.45 uur plaats in de Hofstad te Apeldoorn. Ontvangst is er vanaf 19.15 uur.

De lezing wordt gegeven door Jan Huttinga. Naast zijn werk als jachtopzichter daar (al ruim 37 jaar) heeft hij als hobby natuurfotogra e. Wat hij ziet en beleeft, probeert hij vast te leggen met zijn camera. Huttinga laat de vier seizoenen beleven in de kleur en sfeer van dit prachtige gebied.

Na deze avond zult u anders kijken naar de natuur in al zijn pracht en zullen we ons nog meer verwonderen over Gods schepping. De toegang is vrij. Belangstellenden zijn van harte welkom, dus neem gerust iemand mee. Indien mogelijk graag aanmelden via e-mail: cka@confessionelebeweging.nl

WEBSITE!

Bent u al bekend met de website van Confessioneel-Credo? Sinds enkele weken zijn wij ook online aanwezig. Uit nieuw verschenen nummers worden steeds een paar artikelen online geplaatst. In het archief zijn oude nummers opnieuw te lezen. En soms verschijnt er ook een kort artikel speci ek voor de website. Uiteraard blijven we ook gewoon op papier verschijnen. Of beter gezegd: daar ligt onze primaire focus. De website is bedoeld als aanvulling en om breder beschikbaar te zijn. Neem vooral een kijkje op www.confessioneelcredo.nl. Misschien komt u een artikel tegen dat u graag deelt met vrienden, familie of andere geïnteresseerden: op die manier kunt u ons ook helpen om bredere (naams)bekendheid te krijgen.

KORTE BERICHTEN
11
ds. Hans van Dalen
495235.indd 3 11/11/2022 4:30:35 PM

EN DE MENS SCHIEP…

“Sinds het begin (Naardense vertaling) is God Schepper van de hemel en de aarde,” lezen we in Genesis. Hij schiep orde in de chaos, licht in de duisternis en leven waar de aarde doods was. God schiep de mens naar zijn beeld en ook de mens kreeg de mogelijkheid om te scheppen: in beeldende kunst, muziek en literatuur schept de mens soms nieuwe werelden. Een prachtig eerbetoon aan de Schepper van hemel en aarde is de symfonie And God created Great Whales van Alan Hovhaness.

Deze symfonie van Hovhaness is gecomponeerd in 1970 en dus niet nieuw. Ik kwam er echter voor het eerst mee in aanraking toen ik onlangs me verdiepte in de kunstvormen die naar aanleiding van het scheppingsverhaal gemaakt zijn. En ik was onder de indruk. Persoonlijk vind ik het geen muziek om op de achtergrond aan te zetten, terwijl je met iets anders bezig bent. Maar het is zeker de moeite waard om het eens op te zoeken en er voor te gaan zitten. ‘And God created Great Whales.’ De symfonie duurt ruim 12 minuten en is een mengeling van een orkest en de opnames van walvissen. De muziek ligt niet direct lekker in het gehoor. Alan Hovhaness gebruikte zelf de term ‘niet-rit-

mische chaos’ om zijn compositie mee te beschrijven. En bij vlagen klinkt het inderdaad chaotisch. Het ritme is onduidelijk, ontbreekt soms helemaal en ook niet elke klank is even melodieus en harmonieus.

Tussen de klanken van de strijkers en de al dan niet ritmische slagen van de percussie door klinken de diepe tonen van walvissen. Soms als zware, lage bassen, soms hoger, haast zingend. Soms is het heel duidelijk wanneer het orkest speelt en welke geluiden uit de opnames van walvissen komen. Op andere momenten gaan muziek en opname zo naadloos in elkaar over, dat voor een ongetrainde luisteraar het onderscheid vervaagt of zelfs verdwijnt.

Van intense chaos, waarbij individuele muzikanten in het orkest totaal verschillende fragmenten spelen, ontwikkelt het muziekstuk zich tot een steeds harmonieuzer geheel. Van chaos tot vorm. In de titel verwijst Hovhaness naar Genesis, maar ook in de compositie hoor je dat terug. In het begin is de aarde woest. In het begin van de muziek is er chaos. En langzaamaan ontstaat orde en regelmaat. De dingen worden op elkaar afgestemd. Van losse fragmenten ontstaat er een geheel. En aan het einde kun je zeggen: het is goed, het klinkt harmonieus.

De mens schept, maar alleen in het beeld van God, die Schepper van hemel en aarde is. In de symfonie ‘And God created Great Whales’ is dat bijzonder duidelijk. Want Gods grootste schepselen, de walvissen, zijn een wezenlijk onderdeel van deze symfonie. De muziek komt tot zijn recht door de klanken van walvissen. De muziek wordt pas van betekenis, wanneer het samen gaat werken met die klanken uit Gods schepping.

CULTUUR
12
495241.indd 1 11/11/2022 4:30:39 PM

HET CONSULENTSCHAP IS NIET MEER WAT HET WAS… (1)

Op 1 juli werd een aanpassing van ordinantie 4-10 van de kerkorde met betrekking tot het consulentschap doorgevoerd. U haakt nu misschien meteen af, onder het motto: ‘Dat geloof ik allemaal wel.’ Toch is het van belang om die wijziging onder ogen te zien. In het licht van de geschiedenis van het consulentschap ontwaar ik daarin een verdergaande aantasting van de solidariteit tussen gemeenten; en: een opening naar wat ik de ‘outsourcing’ oftewel de ‘privatisering’ van het consulentschap zou willen noemen.

In de kerkorde van 1951 van de Nederlandse Hervormde Kerk werd bepaald dat de ambtelijke werkzaamheden bij een predikantsvacature door het breed-ministerie (van de ring) verricht moesten worden. Daartoe diende een regeling opgesteld te worden, waarbij voor elke (wijk)gemeente een consulent en een secundus werden aangewezen. De consulent fungeerde als ‘pastor

van de geldelijke verrekening daarvan laat ik hier rusten.)

De regeling van 1951 kwam niet uit de lucht vallen. In het oude gereformeerde kerkrecht was de consulent in de vacante gemeente de vertegenwoordiger van de classis, die een aantal verantwoordelijkheden ten aanzien van alle gemeenten in het ressort had, in het bijzonder op het terrein van het beroepingswerk.

loci’. Hij verrichtte de pastorale werkzaamheden in de vacante (wijk)gemeente, met uitzondering van de zorg voor de predikbeurten. In de vergaderingen van de kerkenraad had hij een raadgevende stem; en: buiten zijn tegenwoordigheid konden geen besluiten genomen worden, behalve als het voorzitterschap bij een hulpprediker berustte. Het breed-ministerie moest er ook voor zorgen dat in de vacante gemeente elke zondag en op eerste kerstdag één kerkdienst werd gehouden. Dat waren de zogenaamde ‘vacaturebeurten’. Dat was een heel systeem van gezamenlijke inzet van de predikanten van de ring in de diensten van de vacante gemeente. (De kwestie

De consulent was dus van oudsher de exponent van het kerkverband. Daar zat deze gedachte achter: gemeenten staan niet op zichzelf.

In de negentiende eeuw kreeg de consulent onder het Algemeen Reglement van 1816 een bredere taak. Hij moest niet alleen conform de aanduiding ‘consulent’ raad geven en mee leiding geven aan het beroepingswerk. Hij diende ook te zorgen voor ‘vervulling van alle delen van het herderlijke en leraarswerk’. Hij nam dus de plaats van de vroegere predikant in. De inkomsten die aan de predikantsplaats verbonden waren, gingen dan ook (grotendeels) naar de ring.

Het is wel duidelijk: de taak van de consulent volgens de hervormde kerkorde van 1951 lag in het verlengde van wat daarover in het Algemeen Reglement van 1816 was voorgeschreven. Er is in de loop der jaren wel het een en ander in de regelgeving veranderd, maar de bepaling dat de consulent in principe de vroegere predikant moest vervangen bleef gehandhaafd, behalve als er een hulpprediker of een emeritus-predikant op een officiële aanstelling aanwezig was. Wel werd in het model-ringreglement enigszins aan de gegroeide praktijk in de waarneming van het dienstwerk tegemoetgekomen. De consulent was later in het bijzonder belast met ‘het bijwonen van de vergaderingen van de kerkenraad en zijn moderamen, het pastoraat in bijzondere omstandigheden, de bevestiging en inzegening van huwelijken en de belijdeniscatechese’. Bij de ‘afgescheiden kerken’ hadden consulenten een veel bescheidener plaats. Ze speelden daar in feite alleen een officiële rol bij het beroepingswerk. Ze gaven verder slechts bijstand in die zaken waarin de kerkenraden hun raad en hulp inriepen. Dat had natuurlijk alles te maken met de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente (lees: kerk) op het afgescheiden erf. In de Gereformeerde Kerken in Nederland wees de classis een consulent aan ‘om voor zover nodig aan de kerkenraad leiding en raad te verschaffen’. De kerkenraad kreeg wel het advies de consulent te raadplegen, zeker bij het beroepingswerk. Men kon hem zelfs het voorzitterschap van de kerkenraad opdragen. Maar hij had niet het recht de vergaderingen bij te wonen, hij kon alleen komen als hij daarvoor was uitgenodigd. In de ‘Tussenorde’ in het kader van Samen op Weg werd voor gefedereerde gemeenten afgesproken dat de consulent voor alle vergaderingen moest worden uitgenodigd, hij diende in elk geval bij besluitvorming ten aanzien van het beroepingswerk aanwezig te zijn.

KERK
13
495260.indd 1 11/11/2022 4:30:47 PM
‘ER IS IN DE LOOP DER JAREN WEL HET EEN EN ANDER IN DE REGELGEVING VERANDERD, MAAR DE BEPALING DAT DE CONSULENT IN PRINCIPE DE VROEGERE PREDIKANT MOEST VERVANGEN BLEEF GEHANDHAAFD, BEHALVE ALS ER EEN HULPPREDIKER OF EEN EMERITUS-PREDIKANT OP EEN OFFICIËLE AANSTELLING AANWEZIG WAS. WEL WERD IN HET MODEL-RINGREGLEMENT ENIGSZINS AAN DE GEGROEIDE PRAKTIJK IN DE WAARNEMING VAN HET DIENSTWERK TEGEMOETGEKOMEN’

NIET ZONDER JEZUS

Wat betekent wat Lucas verkondigt aan de kerk rond het jaar 70 voor de christelijke kerk van vandaag? Ook nu zijn er nog wel mensen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten. De gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar laat ons twee manieren van bidden, van leven zien.

Lucas 18:9-14 stelt ons eerst een joodse leider voor. Hij leert anderen hoe ze moeten geloven. Hij legt de Schriften uit en past ze toe het dagelijks leven. De Farizeeërs bedenken praktische oplossingen voor geloofsvragen. Daarin draven ze wel eens door. Een voorbeeld: op de sabbat mag je niet werken, dan moet je rusten. Maar mag je nu wel een lastig insect doodslaan? Is dat werken? De Farizeeërs maakten deze wet: een luis mag je wel doodslaan, maar een vlo niet. Een luis blijft namelijk zitten en een vlo springt weg. Voor het doodslaan van een vlo moet je dus moeite doen, dat is werken en dat doe je niet op de sabbat.

De Farizeeërs waren er trots op, dat ze Gods geboden zo gedetailleerd konden uitleggen en vooral dat ze zichzelf altijd daaraan hielden. Ze voelden zich dan ook veel beter dan de gewone Joden. Die geloofden misschien in God, maar minder dan zij. Daarom staan Farizeeërs ook op plaatsen te bidden waar iedereen hen kan zien. Die uit Jezus’ gelijkenis ook: midden in de tempel. Iedereen mag zien en horen wat hij zegt. God, ik dank u dat ik niet zo ben als de andere mensen en zeker niet zoals die tollenaar. Ik vast twee keer per week (meer dan verplicht was) en geef een tiende van al mijn inkomsten af’. Zo bidt die Farizeeër. Maar is het wel bidden, wat hij doet? Bidden is praten met God. Doet die Farizeeër dat? Hij vraagt in ieder geval niets aan God. Hij denkt niet dat hij iets van God nodig heeft. Hij vertelt alleen aan God hoe goed hij is. En in zichzelf denkt hij: daar is God het mee eens, Hij zal mij wel een flinke beloning geven en verschrikkelijk blij zijn dat er zulke goede mensen zijn als ik. Ik ben een supergelovige…

De Farizeeër bidt dus eigenlijk niet, hij praat tegen zichzelf.

TOLLENAAR

Deze mensen werden door hun omge-

ving met de nek aangekeken. Ze inden de belasting voor de Romeinen. Ze werkten samen met de vijand en probeerden daar zelf beter van te worden. Denk maar aan Zacheüs. Hij geeft aan Jezus eerlijk toe dat hij de mensen te veel geld vroeg, dat hij hen afperste. Altijd maar meer willen hebben ten koste van een ander, bij deze tollenaar knaagt dat aan zijn geweten. Hij weet dat het niet goed is, maar kan zijn leven ook niet zomaar veranderen.

Hij is wel naar de tempel gegaan. Misschien brengt bidden een oplossing. Maar ja, staan tussen al die mensen die hem haten… De tollenaar zoekt een donker hoekje, ergens achterin. Hij durft niet op te kijken en zeker niet naar de hemel, naar God. Hij vindt zichzelf veel te slecht om bij God te horen. Hij zegt niets over zichzelf, maar slaat zich van schaamte op de borst. Zijn hele gebed bestaat uit één zinnetje: ‘God, wees mij, zondaar, genadig.’ Het is een schreeuw om hulp naar God. ‘Here God, als U mij

nog wil helpen, als U mij vergeven wilt, doe het alstublieft’.

GODS GENADE

De Farizeeër had geen probleem. Hij vond zich goed genoeg, eigenlijk heel goed. Eigenlijk de beste. Hij had Gods liefde en vergeving niet nodig. De tollenaar zat met zichzelf in de knoop. Hij weet zeker dat hij zichzelf niet kan redden. Hij heeft God nodig met zijn liefde en vergeving. Misschien komt het dan toch nog goed. En nu wordt het spannend, want wie bidt er op de juiste manier? Wie leeft er zoals God dat wil? Je zou misschien denken: de Farizeeër. Die komt veel in Gods huis, leest in de bijbel, bidt veel en leeft netjes. Dat is toch beter dan zo iemand die doet wat hij zelf wil en nog ten koste van anderen ook.

Toch blijkt de tollenaar het juiste te doen. Hij ontvangt vergeving en gaat naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God. Want hij meende wat hij zei, hij deed zich niet beter voor dan dat hij was. Hij kwam naar God, eerbiedig en klein. Je kunt pas leven met God als je jezelf niet overschat, als je eerlijk erkent hoeveel je verkeerd doet. Dag in, dag uit. Pas dan kun je oprecht met God spreken.

Natuurlijk moet je daarna ook je best doen om het beter te doen. Je kunt geen tollenaar blijven van wie iedereen schande spreekt. Je moet aan jezelf werken en gaan leven zoals God van je vraagt. Vergeving vragen is niet vrijblijvend. Als God jou toch nog zijn kind wil noemen, ondanks je fouten, dan wil je Hem niet teleurstellen, natuurlijk. Vergeving vraagt om een nieuw leven aan Gods hand. Bescheiden en vol liefde voor God en de mensen om je heen.

EN JIJ?

Ik schreef al: Lucas schrijft voor de kerk veertig jaar na Jezus en voor ons. Wat in de Bijbel staat is voor alle tijden belangrijk. De vraag is dus óók: op wie lijk jij? Als jij tot God bidt, zeg je dan: ’kijk, eens hoe goed ik het doe, ik kan eigenlijk wel zonder U’ of ‘Heer, ik heb U heel hard nodig, red me alstublieft’? Welke manier van bidden vind jij de beste?

ds. Dick Westerneng, hoofdredacteur Vertel Het Maar

VERTEL HET MAAR
14
495263.indd 1 11/11/2022 4:30:49 PM

Inhoudsopgave

01 opening - Slavernij verleden en heden Arien Treuren 02 hoofdartikel - Hijzelf verandert niet ds. Dick Westerneng 03 meditatie - Maal van zoetigheid ds. Piet Rozeboom 04 geloof - Aan tafel! Arien Treuren 06 gemeentewerk - Eredienstvaardig dr. Jan Dirk Wassenaar 07 varia - De Geest als tomtom Koos van Noppen 08 theologie - Het NBG gaat voor groen dr. Wim de Bruin 09 varia - Laatste zondag ds. Dirk van Duijvenbode 10 wereldwijd - Zeven brieven uit de Wereldkerk ds. Hans van Dalen 11 korte berichten 12 cultuur - En de mens schiep… ds. Annelieke Warnar 13 kerk - Het consulentschap dr. Jan Dirk Wassenaar 14 vertel het maar - Niet zonder Jezus ds. Dick Westerneng 15 colofon

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR ds. Arien Treuren

EINDREDACTEUR

ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 - 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren

Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342-494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl

Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl

BEROEPINGSWERK

BEROEPEN TE:

Nijkerkerveen(Eben-Haezer), I. de Graaf, Katwijk(geestelijkverzorger, classis Katwijk). Hardenberg, G.Rohaan, De Krim en G.G. Rohaan-van de Kamp, Bergentheim. Oud-Beijerland (herv., wijk West), W.P. Emaus, Urk(herv., De Bron).

AANGENOMEN NAAR:

Scherpenzeel(herv., wijk Zuid), M. Stehouwer, Wijngaarden(herv.).

BEDANKT VOOR:

Ameide en Tienhoven(herv.), A.L. Molenaar, Bruinisse(herv.). Barendrecht(herv., Immanuelkerk), J.J. ten Brinke, Oud-Beijerland(herv, wijk Oost). Ederveen(herv.) en Veenendaal (herv., Vredeskerk), J.C. Breugem, Boven-Hardinxveld(herv.).

Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 79,70 Halfjaarabonnement € 45,30 Kwartaalabonnement € 28,00 Buitenland, jaarabonnement € 127,10 Jaarabonnement student € 43,45

Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar.

Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341-565477, klantenservice@cbb.nl

COLOFON 15
495266.indd 1 11/11/2022 4:30:56 PM

Je blijft niet zappen als je lol kunt trappen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Haal het kind naar buiten!

JAN13012-02_adv_A4 staand.indd 1 18-03-14 07:55 495274.indd 1 11/11/2022 4:30:47 PM

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.