CC 3-2023

Page 1

pag 2 Diversiteit: moeilijk thema

pag 4 Niet mannelijk, niet vrouwelijk pag 6 Leefbare humaniteit

CREDO

‘Hoe denk jij over … [vul maar in: homo’s, transgender, enz.]?’

Het is een veelgestelde vraag aan christenen wanneer zij zich ook buiten kerkelijke kringen bewegen. En niet zo gek: op de sportvereniging gaat een van de leden in transitie: zijn mededeling blijkt ook in het team en de rest van de sportvereniging heel wat teweeg te brengen aan vragen en twijfels. Aan de keukentafel vertelt een kleindochter aan haar oma dat ze zoekende is naar haar seksualiteit. Op het werk kom je collega’s tegen met een niet-traditionele gezinssamenstelling.

Maar is het wel de juiste vraag ‘wat we ervan vinden’? Aan een antwoord op deze vraag kleeft haast inherent het oordeel van ‘goed’ of ‘fout’. Is niet een belangrijker vraag: hoe gaan we hiermee om? In dit nummer van Confessioneel-Credo hebben we geprobeerd iets van onze gedachten en omgang met deze vraagstukken weer te geven. We bieden geen sluitende ant-

woorden. De artikelen geven iets weer van onze zoektocht en het leerproces dat wij doormaken. Soms kom je wijze woorden tegen, die je verder helpen. Soms ontstaan er vragen om nog eens wat langer op te kauwen.

Dit nummer begint met een artikel van Mart Jan Luteyn hoe de vraagstukken naar diversiteit niet alleen over anderen

135e jaargang

9 februari 2023 nr. 3

CONFESSIONEEL GENDER EN SEKSUALITEIT

gaan, maar ook vragen aan onszelf zijn. Eibert Kok vertelt over zijn persoonlijke ontwikkeling als predikant, naarmate hij meer in aanraking komt met mensen uit de LHBT+-gemeenschap. Peter Verbaan legt een aantal vragen op tafel aan de hand van Ad de Bruijne, die naar de ethiek van deze vraagstukken kijkt, niet vanuit de schepping(sorde), maar met het oog op de voltooiing. Een artikel van Annelieke Warnar gaat in op een situatie van transseksualiteit en de worsteling die dat op verschillende terreinen met zich mee brengt. Tenslotte komt Wim de Bruin aan het woord. Hij heeft alle artikelen gelezen en probeert een antwoord te vormen op de vraag: ‘komen we hier verder mee?’

519015.indd 1 2/6/2023 9:39:02 AM

THEMA: GENDER EN SEKSUALITEIT

HOE DIVERSITEIT PERSOONLIJK WORDT

Diversiteit is een moeilijk thema. Het raakt namelijk niet alleen de ander, maar ook jezelf. Hoewel de kerkelijke discussies over seksueel-ethische vragen al lang lopen, is er toch een ontwikkeling zichtbaar. Het onderwerp komt namelijk steeds dichterbij – en dat leidt misschien wel tot meer weerstand.

eminisme is sinds het midden van de twintigste eeuw een manier om aandacht te vragen voor het vrouwelijke perspectief. Waar het eerst vooral gericht was op gelijke rechten in de samenleving, is er later ook aandacht gekomen voor hoe vrouwen dingen anders beleven. Dit geldt ook al voor vrouwen in de Bijbel. Tegelijkertijd hield deze beweging het onderscheid in bepaalde zin juist in stand: vrouwen moesten zich blijkbaar verdedigen, terwijl mannen de norm bleven. Maar de laatste tijd is er ook veel meer interesse in het masculiene perspectief. Wat betekent het dan eigenlijk om man te zijn en hoe zit het met de mannelijkheid van David, Johannes of Jezus?

Deze dubbele beweging laat zien dat iedereen op een bepaalde manier naar het leven kijkt. Dat is niet per se negatief – het doel is vooral om je ervan bewust te zijn. En te zorgen dat je de ander ook echt de ander laat zijn, in zijn of haar unieke perspectief. Nadenken over gender is zeker niet alleen iets voor mensen die twijfelen of ze wel met het bij hen passende geslacht geboren zijn. Want wij zijn allemaal beïnvloed door onze opvoeding en door de media over het ideaaltype van man en vrouw. In hoeverre laten wij ons daardoor leiden?

FAMILIE

Daarnaast is er de discussie rondom andere samenlevingsvormen. Denk aan homoseksuele stellen, samengestelde gezinnen, en nu ook polyamorie, waarbij je op hetzelfde moment meerdere partners hebt. Waar dit eerst een uitzondering was, kennen we nu allemaal een zogenoemd niet-traditioneel gezin van man, vrouw en hun gezamenlijke eventuele kinderen. Ook dat stelt ons voor nieuwe vragen die iedereen aangaan. Met name over de taak die je hebt richting mensen buiten het eigen (klassieke) huishouden – oudere familieleden,

vrienden zonder woonruimte, misschien ook wel vluchtelingen. Is het vooral een kwestie van binnen en buiten, of zou dat dynamischer mogen zijn?

Bovendien kan je deze ontwikkeling wat mij betreft positief zien. In het verleden is er misschien wel te vaak vastgehouden aan (opnieuw) een ideaalbeeld van wat een goed gezin zou zijn, terwijl de pastorale praktijk veel weerbarstiger bleek te zijn. Het is goed om dat gesprek, over hoe je thuis met elkaar om blijft gaan als de liefde bekoelt of er spanningen zijn, eerder aan te gaan. Een familie vormen is niet zomaar iets, maar blijft hard werken. Je mag er niet vanuit gaan dat het toch wel goed zit.

VERLANGEN

Een derde beweging legt de nadruk op het menselijke verlangen en hoe dat een rol speelt in onze relaties. Want waar seksualiteit en met name het plezier daarin jarenlang een taboe was, is het gesprek daarover langzaamaan meer geopend. Eerder bestonden er vooral strenge regels over wat er wel en niet mogelijk was, nu mag je ook eerlijk vertellen over je eigen ideeën en behoeften – zonder dat die gelijk afgekeurd worden. Jongeren denken vaak al eerder na over wat ze eigenlijk zouden willen en zijn in die zin misschien zelfs wel eerder volwassen. Tegelijkertijd is het lastiger om een definitieve keuze te

F
2
519019.indd 2 2/6/2023 9:39:03 AM

maken, omdat er zoveel mogelijkheden zijn.

Opnieuw helpt het om er dieper op te reflecteren. Verlangen is namelijk niet alleen iets slechts, maar vooral iets dat God in ons hart heeft gelegd om ons op elkaar te richten. Hoewel bepaalde zaken nog steeds op de lange termijn onverstandig zijn, geeft deze benadering meer ruimte om helemaal mens te zijn – inclusief je eigen, vaak verborgen, binnenkant. Ook hier is het gesprek dus niet meer gericht op hoe een ander zou moeten leven, maar op waar het jouw leven raakt.

PERSOONLIJK

Van de drie bovenstaande typeringen zijn nog andere voorbeelden te geven, maar samen laten ze wel zien dat het gesprek over diversiteit fundamenteel is veranderd. Het blijkt dat het te makkelijk en misschien ook wel onrechtvaardig is om vooral naar de ander te kijken zonder daarbij jezelf te betrekken. Wat deze boodschap van het Evangelie betekent, ontdekken we vandaag de dag steeds meer. Juist degene die door iedereen voor zondaar wordt aangemerkt, kan jou laten zien waar jouw leven niet zo heilig is als gedacht…

Uit de kerkelijke discussies blijkt keer op keer dat dat ontzettend lastig is. We doen liever alsof wij precies weten hoe het moet en willen liever niet kwetsbaar zijn. De ander oordelen blijft makkelijker dan de ander radicaal liefhebben. En dat herken ik ook bij mezelf. Graag zou ik ook zeker weten wat het goede is om te doen, voor iedereen als het even kan. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik mijn eigen leven vaak al ingewikkeld genoeg vind...

Hoe dan verder? Mag dan gewoon alles wat kan? Dat is een veelgehoorde vraag, verwijt zelfs bijna. Maar eigenlijk ook een heel onpersoonlijke opmerking. Het gaat erover wat de ander wel of niet zou mogen doen, terwijl het gesprek over diversiteit, zoals we hebben gezien, veranderd is. Misschien is het dan mooier om samen op te trekken. Door zelf open te zijn over je eigen leven: je identiteit, je gezin, je diepste verlangens. Want ook jouw leven is weleens een zoektocht en echt niet het perfecte plaatje. Uiteindelijk blijk je dan niet eens zoveel te verschillen met iemand die tegen de randen van het leven aanloopt en daar nieuwe manieren hoopt te vinden om zichzelf te kunnen zijn. Zo wordt diversiteit echt iets persoonlijks.

EN GODS WOORD DAN?!

“ALS IEMAND ER IETS AAN TOEVOEGT… EN ALS IEMAND IETS AFNEEMT…” (OPENBARING 22: 18 EN 19)

Bij het nadenken over actuele ethische thema’s, zoals bij enkele artikelen die in dit nummer zijn opgenomen, is de vraag: wat zegt de bijbel ervan? Bij veel kwesties zijn bepaalde bijbelteksten aan te dragen. Bij andere kwesties is dat ingewikkelder. Dat heeft mijns inziens te maken met tijdperk en cultuur. Daar kun je niet altijd een isgelijkteken plaatsen. Plus de vraag waar je dat wel toepast en waar niet.

Het kan gebeuren dat je de bijbel voor je eigen karretje spant, door bijbelteksten uit te kiezen die jou ‘goed liggen’: het staat er toch?! In een ander geval leg je de bijbel zo kontekstueel uit, dat het lijkt dat de bijbel los komt te staan van de huidige cultuur en als een verouderd museumstuk wordt weggezet. Dan kun je de bijbel ook nog laten buikspreken: allerlei harde en absolute conclusies trekken, waar de bijbel die zelf helemaal niet aangeeft. Johannes ontvangt aan het begin van de Openbaring, die hij van Jezus Christus ontving, een duidelijke waarschuwing: niet toedoen en niet afdoen aan de profetie. Toegespitst op de inhoud van de Openbaring, over de laatste dingen, de eindtijd en de voleinding. Met een harde restrictie, waarbij plagen en je deel van de levensboom in het geding zijn! Hetzelfde kun je zeggen over de inhoud van de gehele openbaring in Gods Woord: niet toedoen en niet afdoen. De gevolgen daarvan zijn allesbehalve neutraal, dit misbruik heeft grote en fundamentele gevolgen voor dit leven en het toekomende leven. Opvallend is dat daarbij het ‘toedoen’ als eerste wordt genoemd. Nog voordat het ‘afdoen’ aan de orde komt. Wie de kontekst, waarin een bijbeltekst geschreven is, loslaat, plukt een tekst die niet los verkrijgbaar is. Doe je dat bij een aantal teksten tegelijk, ontstaat een mini-dogmatiek over een ethisch onderwerp. Met de zogenaamde bewijzen op tafel. Het staat er toch?! Het staat er zeker, maar is daarmee

alles gezegd en wat is de concrete toepassing van dit Godswoord?

Een ander gevaar is het schrappen van teksten die je niet liggen of die niet zo passen bij onze cultuur in 2023. Achterhaald of ouderwets en niet van deze tijd en klaar. Professor Van Gennep leerde ons destijds: als een bijbeltekst jou niet ligt, dan moet je zelf anders gaan liggen. De bijbel is geen supermarkt, waarbij je in je mandje en karretje gooit wat jou zelf goed uitkomt. Van ds. Hovius leerde ik in Katwijk aan Zee: het is gevaarlijk om uit het zwijgen van de Schrift conclusies te trekken. Als de bijbel ergens niet uitgesproken over is, dan heeft dat op zichzelf al een boodschap. Het is geen grijs gebied van onduidelijkheid. Maar blijkbaar heeft de Geest het nodig geacht om niet een absoluut ja of nee uit te spreken, op een bepaald punt. Waarvan acte. Dat vraagt veel overdenking en bezinning. En een wacht voor mijn lippen, om met de psalm te spreken (Ps 141). In mijn jeugd kreeg ik mee: elk Woord is een daad van de Geest. Maar maak daar nooit je eigen daad van.

ds. Dirk van Duijvenbode

MEDITATIE
3
519019.indd 3 2/6/2023 9:39:05 AM

THEMA: GENDER EN SEKSUALITETI

IN CHRISTUS GEEN MANNELIJK EN VROUWELIJK

Door een van mijn dochters raakte ik een aantal jaren geleden meer betrokken bij de LHBT+-gemeenschap. In het pastoraat en daarbuiten had ik daarvoor wel verschillende mensen ontmoet die lesbisch of homo waren en daardoor iets leren kennen van hun leefwereld. En ik had in de gemeente die ik toen diende het proces begeleid om te komen tot een antwoord op de vraag die ordinantie 5-4 van de kerkorde van de Protestantse Kerk stelt. De uitkomst van dat proces was dat ook een homohuwelijk in de kerk gezegend kon worden. Die eerste twee letters van LHBT+ hadden voor mij wel een gezicht gekregen, maar van wat schuil ging achter de andere letters en de plus had ik geen idee.

Totdat mijn dochter in haar studie een minor (en later een Research Master) Genderstudies ging doen. Er ging voor haar en via haar ook voor mij een nieuwe wereld open. Ik ontdekte nieuwe kleurschakeringen, QIA, in het LHBT+ spectrum waarvan ik het bestaan niet wist. Voor haar studie liep zij stage bij TranScreen en vervolgens is ze daar als vrijwilliger in de organisatie betrokken gebleven. TranScreen is een filmfestival dat films laat zien waarin trans personen en andere queer personen een (hoofd)rol spelen. Op haar uitnodiging ben ik inmiddels bij verschillende edities te gast geweest bij één of meer films, vaak met een nabespreking. Op die manier heb ik verschillende mensen ontmoet en levensverhalen gehoord. Daardoor heb ik ook iets geproefd van de worsteling en de pijn die queer en trans personen in hun leven soms doormaken. Het heeft mijn horizon verbreed.

Wat betekent dit nu voor mijn werk als predikant? Het belangrijkste is misschien wel bewustwording, bij mezelf en bij mensen om me heen. Ik merk dat er veel onwetendheid is. Veel mensen weten wel wat LH betekent. Dat heeft vaak wel een gezicht. BT is al minder bekend en heeft minder een gezicht. Waar de letters QIA voor staan, weten veel mensen niet. Soms vinden mensen aandacht ervoor overdreven of onzin. In mijn werk probeer ik daarvoor aandacht te vragen. Ik ben steeds meer bewust gemaakt van de marginale en kwetsbare positie van verschillende LHBT+’ers. Ik vind dat de kerk ook voor hen een veilige plek moet zijn. Ik zie dat als een evangelische opdracht. Onwetendheid en/of onverschilligheid kunnen dan, vaak onbewust, een onveilige plek creëren. De ontmoetingen met mensen

uit de LHBT+ gemeenschap hebben mij bewust gemaakt van de cisgender normativiteit in onze samenleving en ook in de kerk. Cisgender betekent ‘niet transgender’. Je bent geboren als jongen, en je voelt je ook jongen. Of je bent geboren als meisje, en je voelt je ook meisje. De werkelijkheid blijkt veel diverser. Nog steeds wordt er heel binair gedacht in onze samenleving en ook in de kerk. De aanspraak ‘broeders en zusters’ is daarvan een voorbeeld. Die aanspraak probeer ik zelf te vermijden. In navolging van de spoorwegen waar de aanspraak ‘dames en heren’ vervangen wordt door ‘beste reizigers’ –terecht, want het doet er in de trein niet toe of je nu v/m/x of twijfelend bent, je bent reiziger – zouden we in de kerk een woord moeten vinden dat het Griekse ‘adelfoi’ vertaalt naar een passend Nederlands woord dat we in Christus familieleden/verwanten van elkaar zijn,

kinderen van onze hemelse Vader. In die relatie doet het er niet toe of we ons als x, m of v identificeren. Ik vind het dan ook een gemiste kans dat bij de herziene editie van de Nieuwe Bijbelvertaling in 2021 de vertaling ‘broeders en zusters’ is gehandhaafd. Die vertaling was in 2004 bedoeld als poging om inclusief te vertalen zodat niemand zich buitengesloten zou voelen. Door binair te vertalen gebeurt dat nu toch bij een deel van onze geloofsgenoten. Hoe kunnen zij een plek vinden in de kerk als ze niet serieus genomen worden in wie ze zijn? Eén van de misverstanden is volgens mij (in tegenstelling tot wat wel beweerd wordt) dat bij genderneutraal taalgebruik en genderfluïditeit het niet gaat om het uitwissen van het verschil tussen man en vrouw, maar om het erkennen van een veel grotere diversiteit die je niet in twee hokjes kunt stoppen.

4
519041.indd 2 2/6/2023 9:38:59 AM

Zelf kreeg ik steeds meer behoefte aan bijbelse onderbouwing. Ik was dan ook erg blij met het boek dat in 2019 verscheen onder redactie van Heleen Zorgdrager e.a. ‘Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt, Handreiking voor gelovige transgender personen en werkers in de kerk’. In dat boek staan twee hoofdstukken van Justin Tanis over genderdiversiteit en de Heilige Schrift. Boeiend om te lezen hoe hij als transman schriftpassages leest. Hij begint uiteraard met Genesis 1 en 2. Door zijn bril merkt hij details op die mij anders zouden ontgaan. Hij ziet bijvoorbeeld de polariteit van mannelijke en vrouwelijk in het verlengde van de polariteiten van dag en nacht, van zee en land. Er is ook een tussengebied. Een andere schriftpassages die hij behandelt is Jesaja 56: 1-5, over de plek die de eunuch krijgt toebedeeld in Gods tempel. De eunuch die vasthoudt aan het verbond met God ontvangt iets beters nog dan kinderen: een eeuwige naam. Voor hem is de eunuch de bijbelse personage bij uitstek waarmee een trans persoon zich kan identificeren. Die tekst uit Jesaja lijkt een correctie op Deuteronomium 23: 1 waar de eunuch de toegang tot de tempel wordt ontzegd. Toen ik rond coming out dag dit bijbelgedeelte in een preek aan de orde stelde en iets deelde van deze uitleg, maakte dat bij diverse gemeenteleden iets los. Ik kreeg ik verhalen te horen over kinderen of kleinkinderen die trans zijn en over de moeite die het deze gemeenteleden kost om te accepteren dat hun (klein) zoon nu als vrouw of hun (klein)dochter als man door het leven gaat.

Ik zou willen pleiten voor een omgang met LHBT+ers waarbij we ons oordeel opschorten. De kerk heeft in de loop van de geschiedenis al te veel met het oordeel klaargestaan. Liever eerst spreken mét mensen dan over standpunten. In de geschiedenis hebben we vaker gezien dat met veranderende vragen en standpunten in de maatschappij ook de manier waarop bijbelteksten werden uitgelegd veranderden. Probeer te kijken door de ogen van de ander. Zoek de ontmoeting. Luister.

Galaten 3: 28 ‘In Christus is geen mannelijk en vrouwelijk’ vind ik in dit verband een mooie gedachte. Daar grijpt Paulus niet terug op een scheppingsorde maar op wat je misschien wel een herscheppingsorde kunt noemen.

ds. Eibert Kok, predikant van de Protestantse Gemeente Brielle

DUBBELE TEKST VAN STEF BOS?

Beste collega Van Duijvenbode, Voor zover ik weet hebben wij elkaar nooit ontmoet, maar ik kom u toch regelmatig tegen als schrijver in Confessioneel/Credo. Met genoegen, kan ik wel zeggen. Deze keer bleef de voorpagina met Stef Bos (vorige nummer, Confessioneel-Credo 2-2023 -red) bij mij haken. De tekst van dat lied vond ik heel dubbel.

Aan de ene kant ben ik het erg eens met de gedachte die u ook uitspreekt in de meditatie op p.3: mag God zelf eens iets zeggen? Bij Stef Bos betekent dat dat God ook zelf als ‘ik’ aan het woord komt en dan afscheid neemt van allerlei labels die mensen hem in de loop der eeuwen hebben gegeven. Dat is terecht. In de loop van de tijd die ik aan de VU werkte, heb ik dat in toenemende mate als een probleem ervaren: dat God in de academische theologie altijd z’n mond moet houden. Wij spreken óver hem (zoals de vrienden van Job), maar tot een dialoog zoals in veel bijbelteksten komt het nooit. Het lijkt mij dé motor achter de secularisatie.

Aan de andere kant, ook Stef Bos maakt zijn eigen invuloefening van God: Ik ben de wolken en de wind, vuur, stroming, zee, etc. Dat is de postmoderne God van de natuur en het gevoel, maar of het de God is die in de bijbel ‘ik’ zegt? Ik denk het niet. Deuteronomium 4 is heel helder: je kunt niets in de schepping met Jhwh identificeren. Schepping is schepping en God is God. De huidige gevoelsreligie haalt dat nog al eens door elkaar.

Het is terecht dat u naar Jesaja 40 verwijst, maar het zou goed zijn om de bijbel ten opzichte van de religie van Bos wat scherper te profileren. God wordt wel wat snel transcendent in uw stuk en groter dan de bijbel. Dat is zo binnen de systematische theologie, maar het betekent ook dat God al gauw weer op afstand komt te staan, terwijl ik van de bijbel denk te begrijpen hoeveel pijn en moeite God heeft gedaan om in de mensenwereld aan de orde te zijn.

God zegt vaak ‘ik’ op momenten dat wij mensen dat lastig vinden: Jhwh maakt zich zorgen om de reactie van de volken (Deut 32:27); hij wordt moe van mensen en hun religie (Jesaja 1:15 43:24), hij moest zich inhouden (Ezechiël 20: 8, 13, 17, 22), etc. Allemaal teksten in de ‘ik’-stijl. Of God groter is dan de bijbel, vraag ik me af. De bijbel laat juist zien hoe groot hij is en hoe klein hij heeft willen worden ter wille van het overleven van zijn schepping. Of Stef Bos daar ruimte voor heeft, vroeg ik mij af.

Ik denk ook niet dat u hem op alle punten gelijk geeft, maar ik werd wel benieuwd naar hoe u kijkt naar God die bij Stef Bos ‘ik’ zegt, maar dan vooral een onderdeel van zijn eigen schepping lijkt te worden.

In 2019 heb ik meegedaan aan het ‘preekfestival’ in Amersfoort over ‘profetische prediking’. Daarin heb ik ook de gedachte uitgeprobeerd dat theologie begint bij God die ‘ik’ zegt. Het stuk gaat hierbij in attachment.

Het leek mij goed om u te laten weten wat uw stuk bij mij opriep. Zinvol om te beginnen bij Stef Bos, dat is voor gesprekken in confessionele kring heel nuttig. Maar ik denk dat we wat meer bijbel naast hem moet zetten dan de ‘gans andere’ van Barth.

Met een vriendelijke groet, Eep Talstra

prof. dr. Eep Talstra is emeritus hoogleraar Oude Testament en werkt bij de Vrije Universiteit Amsterdam.

INGEZONDEN
5
519041.indd 3 2/6/2023 9:38:59 AM

LEEFBARE HUMANITEIT

Joyce heet ze. Ze hadden er op middelbare school in het tweede jaar met elkaar indringend over gesproken. Ze wist niet goed, wat ze precies was. Sommige jongens waren leuk, en daar voelde ze wel wat voor, maar met sommige meisjes waar ze veel mee optrok gebeurde ook wel eens dingen waar je niet over praatte, maar die ook ‘best chill’ waren. Misschien wilde ze het ook allemaal wel niet precies weten. Alleen, ook daarvoor was er een letter in het seksuele identiteitenspectrum van LHBTAQ+ (Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, A-seksueel, Queer (of Questioning), Inter-seksueel, of +(=geen van deze allen). Wat vindt u ervan, oma?

De vragen rondom gender en seksuele diversiteit komen steeds dichterbij. Zomaar kan het aan tafel, in de kring van familie, vrienden en/of goede collegae ter sprake komen, eenvoudigweg omdat het bij jongeren en onder studenten een issue is en je er danig mee kan worstelen.

Toen ik ging studeren in de jaren tachtig waagde prof. H.W. de Knijff een boek over de erotische cultuur en de christelijke seksuele ethiek. Hij verdedigde met verve het huwelijk onder de welluidende titel: Venus aan de Leiband (en daarom vroegen we hem ons huwelijk in te zegenen). Hij schreef in het voorwoord: ‘Aan onze kinderen – en met hen ook een beetje hun generatiegenoten, voor wie de groei naar een leefbare en volwassen humaniteit zoveel ingewikkelder is dan die voor onze generatie was – is dit boek opgedragen.’ We zijn sinds de verschijning van dat boek in 1987 – waarover toen ook al discussie was – inmiddels zesendertig jaar verder. Hoe ingewikkeld is de groei naar een leefbare en volwassen humaniteit heden ten dage?

DIT HEB JE ER NU VAN

Onlangs verscheen er, hervormingsdag 2022, weer een lijvig boek over theologische ethiek en seksuele diversiteit van hoogleraar (aan de TU Kampen/Utrecht)

Ad de Bruijne onder de titel Verbonden voor het leven.

Als predikant kreeg De Bruijne in Rotterdam te maken met een relatief grote concentratie homo’s en lesbiennes, ze hadden hun eigen kerkelijke gemeente vaak ingeruild voor de veilige anonimiteit van de grote stad. Hij schrijft in het voorwoord hoe in zijn hart nog altijd schrijnt wat de eerstehulparts tegen hem zei toen ze beiden na een zelfmoordpoging van een van zijn gemeenteleden aan diens bed stonden: ’Dit heb je er nu van, van dat standpunt in de kerk’. Op deze plaats kan ik

niet uitgebreid ingaan op zijn boek en voorstel, maar er staan wel een aantal rake opmerkingen en constateringen aangaande seksuele ethiek in die in dit themanummer niet mogen ontbreken.

WAARNEMINGEN

In de eerste plaats stelt hij dat christelijke ethiek wat anders is dan redeneringen opzetten vanuit de bijbelse exegese. Vaak blijkt de bijbelse insteek – bijvoorbeeld bij die paar bijbelpassages die over homoseksualiteit lijken(!?) te gaan – doorslaggevend. Maar in de bijbel zelf komen Gods geboden toch niet als geïsoleerde plichten naar ons toe? Gods geboden staan altijd in een kader, ze zijn in zichzelf goed omdat ze spreken van wie God is en hoe hij het heeft bedoeld. Ze passen bij hoe God mens en de wereld heeft bedoeld. Jezus’ woorden en opdrachten worden pas inzichtelijk wanneer je Hem, de levende Heer zelf daarachter ziet en begrijpt hoe hij ons voorgaat nee, niet terug naar de schepping of de traditie, maar op weg naar het Koninkrijk. Ook inzake seksualiteit is de kerk onderweg, ergens tussen schepping en voltooiing. Bovendien, en ergens relativeert dat de seksualiteit zonder deze onbelangrijk te maken: het is ook nog eens zeer waarschijnlijk op grond van de schrift om te denken dat in het Koninkrijk de seksualiteit zal verdwijnen. Met andere woorden, het is belangrijk, zeker er is ruimte voor diversiteit, maar het is niet het één en het al. Dat mag ook wel eens gezegd en onderstreept worden in een wereld waar het soms om niets anders lijkt te gaan, zeker ook bij alle reclames, dan om seksuele prikkels. Of met de woorden van de ethicus Wannenwetsch: seksualiteit is een ten onrechte verzelfstandigd terrein. Aan de ene kant is het begrijpelijk dat vanuit hun strijd hun seksuele geaardheid identiteitsbepalend is, ook omdat ze zo lang gediscrimineerd of nooit zichzelf

konden of mochten zijn. Aan de andere kant: religie, huidskleur, opvoeding, opleiding, beroep, woonplek, het zijn toch allemaal identiteitskenmerken?

In de tweede plaats: de kerk en de bestaande christelijke literatuur heeft vaak een pastoraal-kerkelijke inslag. Maar daarmee lijken de dilemma’s van de kerk – hoeveel ruimte is er voor andersgeaarden in de gemeente, in ambt en huwelijk – zomaar urgenter dan de vragen van homo’s zelf. Maar met die invalshoek komen de vragen rondom gender en homoseksualiteit altijd in de derde persoon aan de orde. Dienen deze vragen niet te worden doordacht in de eerste persoon? Dat betekent dan niet dat elk individu autonoom en onafhankelijk zijn weg wel kan zoeken, maar dat je in de christelijke gemeente met elkaar zoekt welke weg geëigend is voor iedere alleengaande, of wie als stel leeft in verbondenheid in die gemeente, of zo denk ik in dat spoor verder, wie transformatie overweegt.

Ten derde signaleert hij, ten gevolge van de seksuele revolutie in de jaren zeventig in de samenleving, een reactie op of beter tegen wetticisme. Waar velen Gods genade ontdekken of herontdekken als hart van het evangelie, kan dat zo stelt hij, ook ‘goedkope genade’ (Bonhoeffer) worden. Mondige moderne mensen laten zich niet graag gezeggen, en zo verschuiven opvattingen onder christenen in de richting van een tolerante visie en praktijk.

In de vierde plaats – nadat ook is gezegd dat in de kerk andere ethische thema’s soms veel te weinig aan bod komen – brengt hij naar voren dat er in de theologie geregeld selectief wordt gewinkeld, waar het niet-theologische, zeg maar biologische, psychologische of historische kennis en wetenschappelijke onderzoeken betreft. Iedereen kan zijn of haar visie wel ondersteunen met bepaalde studies uit andere vakgebieden. Moeten we niet stellen dat er op

THEMA: GENDER EN SEKSUALITEIT
6
519061.indd 2 2/6/2023 9:39:00 AM

dit terrein ook veel ideologisch geladen is, soms vanuit een bepaalde hoek de wind waait?

BLINDGEBORENE

Ik herinner me een opmerking van Prof. Martin den Heijer, hoogleraar en tevens voorzitter van het Kennis- en zorgcentrum voor Genderdysforie van het Amsterdam UMC. Hij zegt in een interview (in Kontekstueel 34/3, jan 2020): ‘Het gevaar is groot dat mensen met genderdysforie ‘burgerslachtoffers’ worden in een ideologische strijd’. Tegelijk verwoordde hij ook prachtig waaraan deze kwestie van gender hem vaak deed denken: ‘Ik moet in mijn

werk geregeld denken aan de blindgeborene in Joh. 9. Deze mens is inzet geworden van een theologisch debat, een debat over wie er gezondigd heeft (vers 2), een vraag over de reikwijdte van het sabbatsgebod (vers 14, 16) en de vraag over Jezus’ identiteit en macht (vers 16). In plaats van blijdschap over zijn genezing is er een hoogoplopend conflict over zienswijzen. Midden tussen de meningen zit een medemens. De blindgeborene brengt de farizeeën terug bij zijn realiteit; ik weet dat ik blind was en nu zie!’

KOSTBAAR EN KWETSBAAR

Wat vindt u ervan, oma, vroeg Joyce.

Oma antwoordde: ‘Ach mijn lieve kind, ik heb op allerlei vragen geen antwoord. De wereld verandert zo snel, en lang dacht ik: maar de mens niet. Maar zelfs dat weet ik niet altijd meer..... Maar ik zeg je eerlijk: Ik geloof dat God ons in de seksualiteit iets heel moois heeft gegeven. Maar ook iets heel kwetsbaars. Zo heb ik dat, en als jong meisje, en met je opa in zestig jaar huwelijk, ervaren. Wees er zuinig op. En ik hoop dat we alles kunnen blijven delen. Al hoop ik vooral dat je ook een zielsverwant vindt, zoals ik die van God gekregen heb’.

7
519061.indd 3 2/6/2023 9:39:05 AM

WONDERBAARLIJK IS WAT U GEMAAKT HEBT

In de generatie ouders waar ik zelf ook bij hoor, is genderneutrale opvoeding een thema. Voor veel ouders is dat niet veel meer dan je kind vrij laten in waar het mee speelt en welke kleur kleding het draagt. Je zegt tegen een jongen die met poppen wil spelen niet dat ‘dat voor meisjes is’. En andersom mag een meisje gerust met auto’s spelen. Je geeft het kind de ruimte om zich te ontwikkelen op een wijze die bij hem of haar past. En ook in het taalgebruik let je erop: niet elk meisje hoeft schattig te zijn en niet elke jongen hoeft stoer te zijn. Gevolg: het ene meisje zal dan nog steeds graag moedertje spelen in de poppenhoek, terwijl het andere meisje het liefst in de plassen staat te springen en voetbalt op het schoolplein. En beide zijn goed.

In dat opzicht sluit ik me aan bij wat bijvoorbeeld de auteurs van Vuur dat nooit dooft: gender, seksualiteit en theologie in gesprek schrijven over een schaal van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Iedereen bevindt zich ergens in dat spectrum. En die lijnen zijn niet zo zwart-wit als we vaak hebben gedacht vanuit het biologische geslacht van een persoon. Zo deel ik vanuit de huidige genderneutrale opvoeding de gedachte, dat je niet moet verwachten dat elke jongen gelukkig wordt van auto’s en elk meisje van poppen. Jongens mogen er net zo goed van houden om zich mooi te maken, en meisjes mogen gerust ontdekken dat ze liever jongenskleren dragen omdat ze zich daar vrijer in kunnen bewegen. De ene persoon is vrouwelijker of mannelijker dan de andere, dat hangt met meer samen dan wat er tussen de benen zit. Er zijn ook mensen die verder gaan. Niet alleen willen zij dat hun kind kan spelen wat ze willen en zich kleden zoals ze willen, zij menen dat een kind geen geslacht in het paspoort hoeft te hebben en dat het later zelf kan kiezen. Daarnaast is er een groep mensen die echt een discrepantie ervaart tussen zijn/haar biologische geslacht en het geslacht waarmee hij/zij zich identificeert. In het voorpagina-artikel verwezen we al naar de volgende (waargebeurde) situatie:

TRANSITIE

In het oosten van het land, in een gemengd sportteam met tieners (ca. 15 jaar) komt iemand met een bericht: hij is geboren als meisje, maar voelt zich een jongen. Het proces is al een

tijd aan de gang, maar nu is duidelijk dat hij in transitie gaat. Zijn geslacht bij de sportbond wordt aangepast, hij gebruikt een andere naam. De sportclub probeert hier begripvol in te zijn en vraagt om respect voor dit besluit. De speler blijft even welkom als altijd. Interessant is wat er daarna gebeurt: meerdere teamgenoten gaan zich afvragen wie en wat zij zijn. Voel ik me thuis in het geslacht waarin ik geboren ben? Val ik eigenlijk op jongens of meisjes? Sommige doen dit in stilte, anderen twijfelen openlijk. Er is nog een speler die haar rokje voor een broekje verruilt, maar er niet uit is of ze ‘gewoon’ jongensachtiger is dan de meeste meisjes of zich meer als jongen identificeert. Niet alleen deze tieners zoeken. Hun ouders evengoed. Sommige ouders stimuleren de zoektocht. Anderen zien het als een bevlieging, pubervragen die worden gesteld omdat nu eenmaal iemand in de nabije omgeving met deze vragen kampte. Sommige ouders laten hun kinderen die bevlieging ook even onderzoeken, anderen drukken het de kop in.

Het bestuur benadrukt begrip en respect en daar lijkt de club aardig in te slagen. Maar terwijl respect en acceptatie de boventoon voeren, valt het andere leden op dat ineens ‘iedereen in dat team aan zijn seksualiteit twijfelt’. Hoewel dat een overdrijving is, klopt het dat het percentage in dit team flink hoger ligt dan het landelijke gemiddelde. Dat is niet onmogelijk –het is niet voor niets een gemiddelde –maar ook niet heel waarschijnlijk. Ook bij andere leden begint een zoektocht:

ze willen een open houding hebben, respect hebben, zeker voor deze jongen in transitie. Maar ze vinden het ook ingewikkeld: hoe serieus moet je de vragen van die anderen nemen? En mag je er ook grappen over maken?

SECULIERE VRAGEN

In onze maatschappij zijn LHBTI+-ers vanzelfsprekend geworden. De afgelopen maanden is er veel verontwaardiging geweest over de LHBTI+-rechten in Qatar. De meeste seculiere mensen in Nederland hebben de mond vol heeft van diversiteit en respect. Sommigen willen de kerk nog weleens veroordelen die vraagtekens zet bij sommige ontwikkelingen. Maar in praktijk blijkt het vaak ingewikkelder. Dat bleek onder andere in het televisieprogramma Even tot hier van zaterdag 19 november, hoeveel moeite er blijkt te zijn met een regenboogtrap, -zebrapad, of -bankje. En uit bovenstaande casus blijkt dat ook seculiere verenigingen en seculiere mensen met veel vragen zitten en soms worstelen hoe daarmee om te gaan.

GENDER IN DE (CONFESSIONELE) KERK

In de kerk weten we wel zo ongeveer hoe de meningen verdeeld zijn. Een beetje versimpeld gezegd, viert de linkerkant van de kerk ‘het feest van de diversiteit’, terwijl de rechterkant van de kerk moeite heeft met alles wat niet heteroseksueel is. We kennen de terugkerende discussies en standpunten van beide kanten over hoe je de Bijbelteksten hierover moet interpreteren. Maar waar staan we in

EN SEKSUALITEIT
THEMA: GENDER
8
PSALM 139: 14B
519062.indd 2 2/6/2023 9:39:04 AM

HET IS GOED OM NA TE GAAN HOE WIJ KIJKEN NAAR GENDER, WELKE VOOROORDELEN WE HEBBEN EN OF DIE WEL TERECHT ZIJN. MAAR DE KERK IS ER NIET ALLEEN VOOR EEN THEORETISCHE DISCUSSIE. JUIST IN DE PRAKTIJK KOMT HET EROP AAN, OM EEN VEILIGE PLAATS ZIJN VOOR WIE EEN WORSTELING RONDOM GENDERIDENTITEIT DOORMAAKT. VANUIT PSALM 139 IS ER ALLE REDEN TOE IS, OM DE DIVERSITEIT TE WAARDEREN

deze discussie als confessionelen? Hoe moeten we als christenen hierover denken?

Daar is geen eenvoudig antwoord op. Het is niet zomaar iets, om een lichaam dat door God zo wonderbaarlijk gemaakt is, geweven in de moederschoot (Psalm 139) af te wijzen. Maar wie dat desondanks overweegt, doet dat niet zomaar. Het is zeker niet de gemakkelijkste weg om te gaan. We kunnen er niet omheen dat er mensen zijn die diep, diepongelukkig zijn in het lichaam waarin ze zijn geboren. Vaak worstelen deze mensen enorm met wie ze zijn, met wat als ‘normaal’ gezien wordt. Ze zijn bang hun ouders teleur te stellen, aarzelen over de vooroordelen bij de sportclub en vrezen vrienden kwijt te raken.

Voor alles zou er in een confessionele kerk daarom pastorale bewogenheid moeten zijn om deze worsteling. Voor wie worstelt is een veilige omgeving, waar niet zomaar geoordeeld wordt, essentieel.

Tegelijkertijd proef ik in sommige kringen de wens om alles rondom gender- en identiteitsvragen te normaliseren. Daar heb ik ook mijn twijfels bij. Elke tiener worstelt met zijn identiteit, vraagt zich af of hij/zij er wel bij hoort en of hij/zij wel normaal is. Die vragen zijn vaak al moeilijk genoeg. Wie niet ook nog hoeft te twijfelen over of hij/ zij wel het juiste biologische geslacht heeft, wat zijn/haar seksualiteit eigenlijk is, gun ik van harte dat die worsteling hen bespaard blijft.

NADENKEN OVER GENDER

In zijn bijdrage in dit blad schrijft Mart Jan Luteyn: “Nadenken over gender is zeker niet alleen iets voor mensen die twijfelen of ze wel met het bij hen passende geslacht geboren zijn. Want wij zijn allemaal beïnvloed door onze opvoeding en door de media over het ideaaltype van man en vrouw.”

Het is goed om na te gaan hoe wij kijken naar gender, welke vooroordelen we hebben en of die wel terecht zijn. Maar de kerk is er niet alleen voor een theoretische discussie. Juist in de praktijk komt het erop aan, om een veilige plaats zijn voor wie een worsteling rondom genderidentiteit doormaakt. Vanuit Psalm 139 is er alle reden toe is, om de diversiteit te waarderen. Want: wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt. Ook de mens met al zijn worstelingen en twijfels.

9
519062.indd 3 2/6/2023 9:39:08 AM

KOMEN WE HIER VERDER MEE?

Bovenstaande vraag werd mij door de werkgroep achter dit thematische nummer voorgelegd. Mijn impulsieve reactie is: moet dat eigenlijk? Het is al heel wat als we in de kerk het gesprek hierover kunnen opstarten. Als ‘we’ ons als confessionelen niet voor de ethische hete hangijzers verstoppen. Niet te bang worden van gedachten die ons vreemd waren. Trouwens: het is prima als u het ergens niet mee eens bent. Laten we het gesprek maar aangaan. Met het belijden van onze Heer en Redder Jezus Christus als verbindend fundament. In het eerlijke besef je op gevoelige punten verschillend kunt uitkomen. Dan is toch ‘samen bidden, samen zoeken’ wat mij betreft de kern van ‘confessioneel-zijn’ in de 21e eeuw.

THEMA: GENDER EN SEKSUALITEIT
10 519073.indd 2 2/6/2023 9:39:12 AM

Ook ik heb de gesprekken meermalen gevoerd tijdens mijn nu bijna 35-jarige loopbaan als predikant. In de beginjaren ontbrak het me simpelweg aan kennis. Daar denk ik met spijt aan terug, zoals die pastorant die we nu als ‘transgender’ zouden aanduiden. Het idee van een rechtlijnige ‘standpunten-kerk’ lag echt wel achter mij en de gemeente die ik diende. Van harte wilde ik ook deze mens helpen en met hem/haar oplopen. Maar wat een verwarring en onwetendheid. Ik kwam niet veel verder dan een pastoraal bedoelde insteek á la ‘God houdt tòch van je’. Achteraf denk ik: wat een bedenkelijke gedachten moeten er hebben meegeklonken in dat woordje ‘toch’? Ik heb wel eens iemand naar een psycholoog verwezen. Eerlijk is eerlijk, die had er toentertijd ook nog niet zoveel kaas van gegeten.

Kennis is dus nodig. Gezichten zijn nodig. Dit gaat over mensen. Over broeders en zusters van de gemeente van Jezus. Dit themanummer lees ik dan ook vooral als een ‘wake-upcall’. Weet dat dit speelt. Verdiep je in de thematiek. In mensen en hun verhalen. Hoed je voor gemakkelijke uitsmijters. Voor onderbuikgevoelens die in de gemeente van Christus niet thuishoren. Lees dus de in de artikelen genoemde boeken. En andere, met wellicht andere uitkomsten. Ga in gesprek in de kerkenraadsvergadering en op een gemeente-avond of leerhuis.

Dat gesprek is nog lang niet af. Wat mij betreft geldt dat ook voor wat dit thematische nummer aanreikt. Zonder meer een moedige en belangrijke aanzet, maar die vraagt wel om vervolg. Zelf worstel ik daarin mee. Ook ik ken geen pasklare antwoorden. Wel valt mij op dat de artikelen in dit nummer overhellen naar een pastoraal-persoonlijke benadering. Dat komt sympathiek (= ‘mee-lijdend’) over en past perfect in onze tijd. Het is ook goed daar te beginnen. Al te lang werd aan concrete mensen en hun pijn voorbijgegaan. Toch knaagt het bij me. Is mijn indruk verkeerd dat de bijbels-ethische afweging feitelijk de persoonlijk-therapeutische insteek volgt en daardoor dan ook voor een groot deel wordt bepaald?

Die bijbels-ethische afweging moet wel plaatsvinden. Al is het zoekend en tastend, in het besef van toenmalige en

hedendaagse contexten en perspectieven. Daar zit iets in van het ‘tegenover’ van Gods Woord, dat flink kan schuren met door ons gewenste uitkomsten. Dat Woord spreekt over goed en kwaad en over wat God wel of ook niet met het leven heeft bedoeld. Dat kun je niet laten opgaan in een geabstraheerd en alles accepterend ‘liefde van Godidee’. Laat heel duidelijk zijn: dit geldt niet enkel voor thema’s rond seksualiteit, diversiteit enz. Moge de kerk van die eenzijdige obsessie nu eens echt genezen worden. Al is het maar om echt werk te maken van zoveel vormen van onrecht, misbruik en onderdrukking die onze samenleving kenmerken.

Vanuit dat bescheiden en relativerende perspectief is het voortgaande gesprek

dit nummer over zijn gemeente schrijft, kwamen wij niet uit bij een maximale gelijkstelling met het huwelijk van een man en een vrouw. Denkend vanuit het beginsel van ‘gebrokenheid’ zochten we een benadering die volgens ons aan belangrijke bijbelse noties recht deed, maar die ook een begaanbare weg bood voor de mensen die het betrof. Daarbij kozen we voor andere vormen van zegening. Dat is overigens geen mindere zegen. We maakten deze keus in het vertrouwen dat ‘gebroken mensen’ (en dat zijn we allemaal) in de weerbarstige geloofspraktijk van Gods nog niet voltooide Koninkrijk mogen zoeken naar haalbare levenswijzen, die hen niet in psychische of andersoortige afgronden doen belanden. En onze moderne tijd geeft daartoe mogelijkhe-

DIE BIJBELS-ETHISCHE AFWEGING MOET WEL PLAATSVINDEN. AL IS HET ZOEKEND EN TASTEND, IN HET BESEF VAN TOENMALIGE EN HEDENDAAGSE CONTEXTEN EN PERSPECTIEVEN. DAAR ZIT IETS IN VAN HET ‘TEGENOVER’ VAN GODS WOORD, DAT FLINK KAN SCHUREN MET DOOR ONS GEWENSTE UITKOMSTEN. DAT WOORD SPREEKT OVER GOED EN KWAAD EN OVER WAT GOD WEL OF OOK NIET MET HET LEVEN HEEFT BEDOELD. DAT KUN JE NIET LATEN OPGAAN IN EEN GEABSTRAHEERD EN ALLES ACCEPTEREND ‘LIEFDE VAN GOD-IDEE’. LAAT HEEL DUIDELIJK ZIJN: DIT GELDT NIET ENKEL VOOR THEMA’S ROND SEKSUALITEIT, DIVERSITEIT ENZ

over een bijbels-ethische afweging wel van groot belang. En als ik dan een duit in het zakje mag doen: Zou het woord ‘gebrokenheid’ daarbij dienstbaar kunnen zijn? Het is een omstreden woord in de context van onze thematiek. Aan de ene kant van het spectrum staan zij die zo’n benadering van de vragen rond diversiteit in gender en seksualiteit te soft vinden, want ‘het is zonde’ en daarmee is elke deur gesloten. Aan de andere kant protesteren zij die de term ‘gebrokenheid’ als beledigend en kwetsend ervaren, want ‘we zijn toch goed zoals we zijn geschapen?’

Persoonlijk ervoer ik beide reacties tijdens het intensieve traject van gedachten- en besluitvorming rond ‘zegening van homoseksuele relaties’ in een vorige gemeente waar ik als dominee werkte. Anders dan een eerdere auteur in

den die in de tijd van de bijbel nog niet bestonden.

Ik zei al: veel mensen worden niet blij van een benadering vanuit ‘gebrokenheid’. Zijn er ook anderen? Ik kom ze wel tegen. Je hoort ze niet in het publieke debat. Daar doen de expliciete overtuigingen het beter. Maar ze zijn er dus wel. Broeders en zusters in de gemeente die hiermee worstelen. De zoeken naar een weg, en die ook hun Bijbel lezen en daarmee tobben. Ik heb ervaren hoe zij een benadering vanuit ‘gebrokenheid’ juist als heilzaam en bevrijdend ervoeren. Laten ook zulke stemmen in het voortgaande gesprek mogen meeklinken.

Ik zie uit naar een vruchtbare doorwerking van dit thematische nummer!

ds. Wim de Bruin

11
519073.indd 3 2/6/2023 9:39:12 AM

DE GEKRUISIGDE EZEL (1)

In de catacomben van Rome waar de eerste Christenen in het geheim samen kwamen, onder de grond dus, en waar er ook begraven werd, is een spotprent gevonden. Een karikatuur van een aan het kruis gespijkerde ezel. De bedoeling ervan?

Er geen doekjes om te winden dat je als zgn. Zoon van God wel een ezel moet zijn om je te laten kruisigen. Dat is ronduit bespottelijk. En ook duidelijk te maken dat wie Hem aanbidt en volgt ook een ezel is. Zo dwaas, zo dom!

Ook Paulus zit de ergerlijke dwaasheid van het evangelie hoog. Maar in weerwil van spot en verachting prijst hij die aan als de kern van zijn boodschap. Het kruis van de Messias Jezus hoeft niet te worden verzwegen, maar juist moet in het middelpunt staan. ‘De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, vat hij zijn missionaire ervaringen bondig samen, maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor de Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas.

(I Kor. 1:22-23) Het kruis spot met wat wij denken en willen. Het ‘woord des kruises’ loopt als een stoorzender dwars door onze voorstellingsvermogen en verwachtingspatroon heen. Want vergis u niet: die Jood en heiden zijn ook typen. Zij leven in iedereen!

DE JOOD

Ik begin bij ‘de Jood’. In het evangelie dringen Joden er geregeld bij Jezus opaan om wonderen te verrichten. Ze willen dat Hij zich bewijst, door de hemel wordt gelegitimeerd. ‘Als we iets zien, zullen we geloven!’ (Joh.6:30) Dit speelde zelfs bij Johannes de Doper een rol, wiens optreden één vingerwijzing naar Jezus was geweest. Maar toen hij in de gevangenis zat, stuurde hij een paar leerlingen naar Hem toe die vroegen: ‘Bent u het die komen zou of moeten we een ander verwachten?’

(Matth.11:3) Bij de uittocht uit Egypte had God machtige wonderdaden uit de hemel gedaan. Waarom blijven die rond Jezus uit? Petrus die net Jezus als Zoon van de levende God heeft beleden, durft Hem apart te nemen en fel terecht te wijzen als Hij over zijn voor de deur staan lijden en sterven begint. ‘God verhoede het, Heer! Dat zal U zeker niet gebeuren.’ (Matth.16:22) Nadat Jezus gevangen genomen is, verloochent Petrus zijn Heer. ‘Ik ken die man niet.’

(Matth.26:74) Petrus ergert er zich aan dat Jezus zich niet weert. Waarom laat Hij met zich sollen?

ONVERLOST

Joden van toen en nu zeggen: hoe kan Jezus de verlosser zijn terwijl de wereld er zo onverlost uitziet? Die vraag brandt in bijna ieder hart. Er is honger en droogte. Miljoenen mensen worden in hun voortbestaan bedreigd en slaan op de vlucht vanwege honger en geweld. De aarde wordt getroffen door overstromingen en bosbranden, echt overal. Er is in de Oekraïne een barbaarse en wrede oorlog gaande. Steden worden vergruizeld, mensen vernietigd. Met de levering van tanks wordt de strijd opnieuw opgeschakeld. Wat hangt ons allemaal nog boven het hoofd? ‘Dat Koninkrijk van U, wordt dat nog wat?’, schreef Reve. Is het geen illusie? Het gehangen worden aan de paal geldt in de Torah als een vloek. (Deut.21:23) Hoe kan Jezus die aan het kruis wordt gedood ooit zegen brengen? Hoe kan zijn optreden vruchtbaar zijn? In zijn naam zijn de Joden die Jezus’ lijfelijke broeders en zusters zijn verguisd, bij progroms bloedig vervolgd, wat uitliep op de Holocaust met al zijn gruwelen. Wat hebben zij van die verlossing gezien? Het kruis van Jezus zoals dat ontheiligd is en het Nazi-kruis zijn nauwelijks uit elkaar te houden. Het antisemitisme moet je inmiddels zeggen is ook nogeens een onuitroeibaar virus, het blijft de kop opsteken!

DE GRIEK

Voor ‘de Griek’ is het kruis ook iets dwaas. In de mythen die zijn overgeleverd dalen goden en godinnen voortdurend af naar de aarde. Incognito, ze foppen de mensen. ‘t Is Spielerei. Ze zetten de bloemetjes buiten en nemen het ervan. Ze verbinden zich niet, maar blijven ongenaakbaar. Voor bloed, zweet en tranen zijn ze immuun. Een echte god is sterk en onsterfelijk. Jezus zet zichzelf buiten spel door zijn wonden, zijn pijnlijke lijden en dood aan het kruis. Hij is niet geloofwaardig. Dat er, in een

punt des tijds, op die dag die we Goede Vrijdag noemen, iets van eeuwigheidswaarde plaats heeft gevonden, is absurd. Het kruis is enkel afstotend. Iets weerzinwekkends waar je geen seconde langer dan nodig bij moet stilstaan. Waarom zou je jezelf kwellen? Ik denk dat er nog steeds ontzaglijk veel mensen zijn die net als ‘de Grieken’ denken. Ook onder Christenen en in de kerk.

Op Palmpasen, als er een feestelijk optocht is met de kinderen, is het druk in de dienst. En op Pasen zijn velen er weer. Maar Witte Donderdag en Goede Vrijdag slaan ze over. Ook het ‘eerbiedige zwijgen’ tijdens de vespers van de stille week, vooral na de lezingen op Goede Vrijdag, vind ik moeilijk te verteren. Ik hou van stilte, maar niet op dit moment. Echt alles, echt ieder trekje uit het lijden van Jezus vraagt erom te worden verkondigd. Juist in de nota bene goede week zou ik het wel van de daken willen schreeuwen.

BERGREDE-CHRISTENDOM

Er heerst in de kerk verlegenheid met en zelfs schaamte voor het evangelie. In de geest van het Thomas-evangelie dat wel woorden van Jezus kent maar zijn lijden en kruis mist. Jezus is er leraar van wijsheid die ons ontdekt aan ons goddelijke ‘ik’. Hij wekt een verlossend inzicht maar Hij is de verlosser niet. Die is overbodig. In het verleden werd er ook weleens over Bergrede-christendom gesproken. Dat bestaat nog. Diepe bewondering en respect voor Jezus als leraar in Israël, die de verborgen diepten van de Torah vertolkt en belichaamt. Denk aan Leo Tolstoi, Albert Schweitzer, Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Nelson Mandela en vele minder bekende maar moedige getuigen. Juist die Jezus van de Bergrede na te volgen brengt je het kruis! Dat laten hun levens zien. En roept de vraag op wat het kruis van Jezus nu toch voor ons betekent. Niet alleen wat Hij op het laatst gesproken heeft, maar al Jezus’ woorden zijn kruiswoorden. Dat schrijft Noordmans ergens, mooier dan dan ik nu doe. Aan het kruis staat Jezus in voor de gerechtigheid die Hij heeft verkondigd. Hij doet wat Hij zegt. Hij steekt zijn hand ervoor in het vuur, totdat ‘het is volbracht’. (Joh.19:30)

Wordt vervolgd

THEMA: GENDER EN SEKSUALITEIT
12
519456.indd 1 2/6/2023 9:39:06 AM

DE SPIRITUALITEIT VAN JANE AUSTEN

Is Jane Austen ook onder de theologen? Nee, luidt het antwoord op het eerste gezicht. Deze domineesdochter voltooide in haar korte leven zes romans die toch vooral onderhoudend zijn geschreven. Het christelijke ligt er zeker niet duimendik bovenop, en de dominees die in haar roman figureren komen er meestal niet best vanaf. Maar bij nader inzien zit er toch veel diepgang in haar verhalen, die bij een theologische lezing zomaar naar boven kan komen. In dit artikel wil ik iets laten zien van wat er gebeurt wanneer je haar romans zo leest. Het resultaat daarvan kun je een inkijkje in Jane Austen’s spiritualiteit noemen.

Voor we verder gaan: over welke boeken hebben we het eigenlijk? Als eerste voltooide Jane Austen Northanger Abbey (1803, maar postuum gepubliceerd in 1818). Dit schijnbaar oppervlakkige verhaal is een subtiele literaire parodie op de populaire Gothic novels (griezelverhalen). Sense and Sensibility (1811) gaat om de botsing van het evenwichtige handelen op basis van gezond verstand en het je laten meeslepen door gevoel. Pride and Prejudice (1813) is een prachtig verhaal over de trots en de vooroordelen die overwonnen moeten worden om ware liefde te vinden. Mansfield Park (1814) is een roman vol theater en draait om het ware gezicht van de liefde. Over Emma (1816) en Persuasion (1818, postuum) hieronder nog iets meer.

IRONIE

Wat als eerste opvalt bij de verhalen van Austen is dat het altijd goedkomt. Zeker als je alleen de verfilmingen kent, lijkt het heel cliché: ze trouwden, en leefden nog lang en gelukkig. Zoals altijd geven de boeken meer diepgang. Al lezend ontdek je dat het geen zoetsappige verhalen zijn. Want de stijl die Austen hanteert is die die van een subtiele ironie. MacIntyre noemt dit “ironic comedy” (243). Haar personages spelen een rol in het sociale leven en zijn zich soms al te bewust van hun status. Maar Austen speelt een subtiel spel met de lezer. Ironie is bij uitstek geschikt om de discrepantie aan te duiden tussen uiterlijk en innerlijk, tussen oppervlakkigheid en realiteit, tussen het masker en de persoon erachter (Leithart). Austen geeft de lezer signalen in handen waardoor we dit spel doorzien voordat de hoofdpersoon het zelf doorziet en zichzelf leert zien zoals de lezer

haar al het hele boek ziet. Dat zorgt voor de meest bevrijdende lach die er is: dat je met de hoofdpersoon kunt lachen om jezelf. Dat is genade.

TWEEDE KANS

Het boek Persuasion is misschien het meest melancholische uit Austens oeuvre. Het gaat over de weemoed van een verloren liefde. De hoofdpersoon Anne heeft zeven jaar geleden een huwelijksaanzoek verworpen. De marineofficier die haar hand vroeg, was niet goed genoeg volgens de rijke Lady Russell, tegen wie Anne zeer opzag. Anne liet zich overreden, vandaar de titel. Maar als gevolg blijft ze zeven jaar alleen met haar spijt en groeiende schaamte. Austen zou Austen niet zijn als het aan het eind niet toch weer goed kwam, dat laat zich raden. Al met al is het een prachtig verhaal over diepe spijt, de littekens van het leven, de pijn die anderen ons soms doen en de innerlijke groei die nodig is om toch de keuze te maken die alleen jijzelf kunt maken. In onze huidige tijd, met alle influencers om ons heen, is het een verademing om met Anne mee te leven en ook zelf te bedenken hoe ons leven door anderen beïnvloed wordt. Ook dat is genade! Wat hindert ons eigenlijk om uit die tweede kans te gaan leven?

LIEFDE

Anne moest leren om op haar eigen intuïties te vertrouwen, maar de gelijknamige hoofdpersoon uit Emma (1816) moet haar eigen intuïties eerst leren kennen. Dit verhaal gaat over een onuitstaanbare jonge vrouw die door haar vader op handen gedragen wordt, en daardoor ieder zelfinzicht mist. Ze ergert zich bont en blauw aan Mr. Knightly (what’s in a name?) en vindt zijn hoffe-

lijkheid gekunsteld en onoprecht. Het keerpunt in het verhaal komt wanneer Emma tot zelfinzicht komt. Dit dagende zelfinzicht is in zichzelf een daad van berouw en omkeer (MacIntyre) en zorgt ervoor dat Emma de ware liefde vindt. Jane Austen legt in al haar romans, maar zeker in Emma, op een prachtige manier bloot dat spirituele groei betekent dat het nodig is om jezelf te leren kennen om in ware l/Liefde te kunnen leven. En omgekeerd: door de ware Liefde kom je tot jezelf. Deze romans doen iets aan je ziel. Het is knap hoe Jane Austen deze dingen zo subtiel en mild ironisch kan verwoorden, en tegelijk diep invoelbaar kan maken. Heb je toevallig nog het voornemen om het komende jaar een heel oeuvre te lezen, dan kan ik het lezen van deze zes romans van harte aanbevelen.

Mede n.a.v. Alasdair MacIntyre, After Virtue. A Study in Moral Theology, London 19999 en Peter J. Leithart, Jane Austen (Christian Encounters Series), Nashville 2009

ds. Wilbert Dekker, Kampen. Reageren? Het mailadres van de scribent is dswldekker@gmail.com

THEOLOGIE
13
519465.indd 1 2/6/2023 9:39:10 AM
jane Austen.

DE GOUDEN EEUW IN WOORD EN BEELD

In de zeventiende eeuw was er één land in Europa dat iedereen die het ontdekte, verbaasde; en dat degenen die het al kenden, bleef verwonderen. Dat land was ‘de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën’, zoals de voorganger van Nederland toentertijd heette. Het fascineerde in tal van opzichten: door zijn rijkdom, zijn economische dynamiek, zijn intellectuele gisting en zijn verrassende tolerantie, en de schoonheid van zijn gebouwde omgeving. De kunst, in het bijzonder de schilderkunst, moet zeker niet vergeten worden. Toen reeds werd die zo bijzondere periode in de geschiedenis van ons land ‘de gouden eeuw’ genoemd. spreekt over een ‘uitvinding’. Onder historici wordt in zulke gevallen inderdaad wel over ‘een constructie’ gesproken. Hoe dat ook zij, inmiddels is er sprake van een kritische reflectie met betrekking tot de nationale cultuur en de waarden die vanuit de zeventiende eeuw zijn aangedragen. Men denke dan aan de veranderde beoordeling van kolonisatie en slavernij. De redacteuren van De Gouden Eeuw laten weten dat ze terughoudend omgegaan zijn met de huidige negatieve kijk op de Gouden Eeuw. Ze schrijven: ‘Het was zeker geen paradijs, maar de negatieve aspecten golden veelal evengoed voor andere samenlevingen van West-Europa.’

Onder leiding van Willem Frijhoff, Catharine Secretan en Andreas Nijenhuis-Bescher hebben tientallen geleerden uit binnen- en buitenland samen een indrukwekkend boek in twee lijvige delen over de Gouden Eeuw geschreven, De Gouden Eeuw in 500 portretten, taferelen en analyses. Het is een soort encyclopedie, waarin 500 personen, plaatsen, stromingen en begrippen worden belicht, die samen een beeld van die periode geven. Ook in letterlijke zin ‘een beeld’, want alle artikelen zijn voorzien van een passende afbeelding. Veelal gaat het dan om tekeningen en schilderijen. Maar ook de fraaie kaarten, door Nijenhuis-Becher vervaardigd, moeten genoemd worden.

Aan de 500 artikelen gaat een uitvoerige ‘Proloog’ van de hand van Frijhoff, die ook de meeste bijdragen heeft geschreven, vooraf. Daarmee wordt in kort bestek een totaalbeeld geschetst. Natuurlijk, in omvang is die proloog niet te vergelijken met een boek als Gouden Eeuw. Het raadsel van de Republiek van Maarten Prak (of met het onlangs verschenen boek Fryslân yn de Gouden Iuw van Philippus Breuker voor Friesland), maar de lezer krijgt in bijna 20 pagina’s wel een mooi overzicht van alle ontwikkelingen in de zeventiende eeuw. Frijhoff besteedt in de Proloog ook aandacht aan de betekenis van de religie in de Gouden Eeuw. De Unie van Utrecht had in 1579 bepaald dat die een zaak van elk gewest moest blijven. Maar de oorlog bracht al spoedig met zich mee

dat in de praktijk in de maatschappelijke ruimte een gemeenschappelijke godsdienst werd aangenomen, en wel de gereformeerde. Het verzet tegen de afgezette soeverein werd daarmee gerechtvaardigd. De Nederduitse gereformeerde kerk kreeg het statuut van publieke kerk toebedeeld. Als enige mocht ze zich in de openbare ruimte manifesteren. Die vrijheid hadden andere, oudere nationale geloofsrichtingen, zoals de anabaptisten, niet. De gereformeerde kerk werd in de loop der jaren een belangrijke factor voor de maatschappelijke, culturele en taalkundige eenwording van ons land. Overigens werd ze nooit staatskerk. In feite omvatte ze nooit meer dan twee derde van de inwoners, plaatselijk nogal eens beduidend minder. En: ten tijde van de Republiek waren individuele gewetensvrijheid en tolerantie in het publieke domein in beginsel steeds en voor allen gewaarborgd – Amsterdam werd door de Franse filosoof Pierre Bayle een keer als ‘de grote ark van vluchtelingen’ aangeduid. Uitingen van andere godsdienstige stromingen dan de gereformeerde vonden vaak onder ‘stilzwijgende oogluiking’ plaats. Denk dan aan huis- en schuilkerken.

Ik schreef dat de zeventiende eeuw toen al ‘de gouden eeuw’ genoemd werd. Pas veel later – in de negentiende eeuw, met het ontwakende natiebesef als een van de kenmerken – werd de Gouden Eeuw als de vormingsperiode van Nederland gekwalificeerd. Frijhoff

Frijhoff, Secretan en Nijenhuis-Becher en hun medewerkers hebben een formidabele prestatie geleverd. Ze hebben een boek van enorme statuur gepresenteerd. De artikelen zijn stuk voor stuk van hoog wetenschappelijk gehalte, tegelijkertijd zijn ze alleszins leesbaar voor wie niet in de materie ingevoerd is. Ook de uitgever – Dingeman van Wijnen, die eerder boeken van de Britse historicus Jonathan Israel op de markt bracht – verdient een groot compliment. Niet alleen heeft hij de moed gehad het project op te pakken, ook heeft hij De Gouden Eeuw schitterend laten vormgeven en uitvoeren.

dr. Jan Dirk Wassenaar

Besproken: Willem Frijhoff, Catharine Secretan & Andreas Nijenhuis-Bescher (red.), De Gouden Eeuw in 500 portretten, taferelen & analyses; 2 delen, 1616 p.; Uitgeverij Van Wijnen, Amersfoort; ISBN 9789051946031; prijs: € 75,00.

RECENSIE
14
519117.indd 1 2/6/2023 9:39:12 AM

PASTORAAL DIACONAAL CENTRUM

de Herberg in Oosterbeek

Pleisterplaats

Rust en herstel

Verdieping en perspectief

Structuur en pastoraat

Liefdevolle aandacht voor mensen die te maken hebben met bijv. eenzaamheid, verlieservaringen, spanning of uitputting.

Themanummer

Dit nummer bevat een aantal artikelen over het thema: gender en seksualiteit. Een groepje redactieleden heeft zich daarover gebogen en in overleg een aantal artikelen geplaatst. Daarnaast zijn er in dit nummer ook andere artikelen opgenomen. Wij vernemen graag de respons van onze lezerskring!

Namens de redactie, ds. Dirk van Duijvenbode, eindredacteur

Inhoudsopgave

01 opening - thema Gender en seksualiteit Meerdere auteurs

02 thema-artikel - Het persoonlijke van diversiteit ds. Mart Jan Luteyn

03 meditatie - En Gods Woord dan?! ds. Dirk van Duijvenbode

04 thema-artikel - Geen mannelijk, geen vrouwelijk ds. Eibert Kok

05 ingezonden

BEROEPINGSWERK

BEROEPEN TE:

Nieuwendijk(N.Br.)(herv.) en Sleeuwijk(herv., Ichthus), J.J. v.d. End, Oudewater(herv.). Bergschenhoek(herv.), B.J.P. de Bruin, Middelburg(herv., De Ontmoeting). Urk(ger.) en Nieuwer ter Aa(herv.), M. Krooneman, Noordhorn-Saaksum(herv.). Wekerom(herv.), J.J. ten Brinke, Oud-Beijerland(herv.). Zuidwolde(herv.), R.R. Maathuis, Werkendam(ger.). Oosterwolde(herv.), M.G.M. Mudde, Hollandscheveld(herv. Rehoboth).

AANGENOMEN NAAR:

Montfoort(herv.), prop. C.J. Rijsdijk, Scherpenisse.

BEDANKT VOOR:

Gouda(herv., Sint Jan) en Houten(herv.), A.B. v. Campen, Hazerswoude(herv.). Arnemuiden(herv.), J.J. ten Brinke, Oud-Beijerland(herv.).

‘s-Grevelduin-Capelle(herv.), prop. D.A. Burggraaf, Arkel.

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo.

Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR

ds. Arien Treuren

EINDREDACTEUR

ds. Dirk van Duijvenbode

Koning Willem III weg 16 C

3151 HJ Hoek van Holland

Tel. 06 - 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd:

ds. Hans van Dalen

Geloof:

ds. Arien Treuren, ds. Mart Jan Luteyn

Theologie:

dr. Wim de Bruin

Vertel het maar:

ds. Dick Westerneng

Kerk:

dr. Jan Dirk Wassenaar

Samenleving:

dr. Jacques Schenderling

Gemeentewerk:

ds. Roberto Buijs

Cultuur:

ds. Annelieke Warnar

ds. Robert-Jan van Amstel

Themanummers:

ds. Robert-Jan van Amstel,

ds. Diemer de Jong, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens

Varia, persberichten en eindredactie:

ds. Dirk van Duijvenbode

Vaste medewerkers:

dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING

BDUvakmedia

Postbus 67

3770 AB Barneveld tel. 0342-494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl

Opgave advertenties:

Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl

Kosten abonnement bij vooruitbetaling:

Jaarabonnement € 86,10

Halfjaarabonnement € 48,90

Kwartaalabonnement € 30,25

Buitenland, jaarabonnement € 137,25

Jaarabonnement student € 46,90

Opzeggingen:

Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar.

Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking:

CBB, Ermelo: tel. 0341-565477, klantenservice@cbb.nl

COLOFON 15
- Over een lied van Stef Bos prof. dr. Eep Talstra 06 thema-artikel - Leefbare humaniteit dr. Peter Verbaan 08 thema-artikel - Over genderneutrale opvoeding ds.
10 thema-artikel - Komen we hier verder mee? ds.
12 theologie - De spiritualiteit van Jane Austen ds.
Dekker 13 recensie - Vergeten rijkdom
Scheltens 14 recensie - Gouden Eeuw in woord en beeld dr. Jan Dirk Wassenaar 15 colofon
Annelieke Warnar
Wim de Bruin
Wilbert
ds. Wim
------------------------------------------- Advertentie -------------------------------------------
026 33 42 225
www.pdcdeherberg.nl
519118.indd 1 2/6/2023 9:39:12 AM

als je samen kunt dollen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Je blijft niet scrollen

Haal het kind naar buiten!

JAN13012-02_adv_A4 staand.indd 3 18-03-14 07:55 519120.indd 1 2/6/2023 9:39:14 AM

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.