Confessioneel-Credo 6-2022

Page 1

AARDSE STRIJD OF GEESTELIJKE STRIJD?

Toen kwam er eindelijk een dag waarop de gesprekken op straat en onder de mensen over corona verminderden. De maatregelen werden losgelaten, al is het virus niet weg. Prompt daarop werd een totaal nieuw gespreksonderwerp geïntroduceerd: de Oekraïne. De oorlog die Poetin heeft aangespannen, al noemt hij het zelf een speciale militaire operatie. Doden, verwoestingen en vluchtelingen. Onschuldige burgers in Oekraïne worden doelwit en slachtoffer. Ondertussen is duidelijk merkbaar dat de russische bevolking voor een groot deel het niet met deze oorlog eens is!

Hoe moet je deze dingen nu dui den in het kader van God en Zijn koninkrijk? Kerkmensen vragen zich vertwijfeld af, of God alleen toe schouwer is en het laat gebeuren, of dat Hij ook een helpende Vader is, die zorg draagt. Op huisbezoek merk je dat deze vragen mensen bezig houden. Is er een antwoord? Bij alle overwegingen die je kunt maken, wil ik ook aandacht vragen voor het

element van de geestelijke strijd. Het is maar de vraag of het alleen een aardse strijd is, waarin macht de hoofdrol speelt. Het is de worsteling hoe een mannetje de hele wereld lijkt te regeren en wat de reden is dat dit zomaar door lijkt te gaan, zonder dat iemand er iets aan kan doen. Vanaf de eerste bladzijden wijst de bijbel ons op de tegenkrachten. Dat begon al vroeg, in het mooie para

dijs. De spelbreker manifesteert zich in de gestalte van een giftige slang. De stem van het kwaad is een feit. Het karakter van die stem is de verleiding. Alles beloven en niets geven. Kortom: list en bedrog. In de kerk zijn we wat schuw ge worden om dit te benoemen. Te riskant? Te mens-onvriendelijk in 2022? Het zou echter wel eens een eye-opener kunnen zijn waarop juist veel gelovigen zitten te wachten. De boze steekt altijd een spaak in het wiel. Niet letterlijk een draak met koppen, maar de personificatie van het kwaad dat inbreekt in het mense lijk brein. Daarbij wordt op de groten en verantwoordelijken op aarde geen uitzondering gemaakt. Hij is de satan, de tegenstander. De diabolos, het hoofd van de boze geesten. Hij is de duivel, moordenaar vanaf het begin. Paulus wijst in zijn brieven op de geestelijke strijd. Niet tegen vlees en bloed maar tegen de boze gees ten in de lucht. Volgens mij zitten we daar middenin. Dan is het uit eindelijk de strijd Christus en zijn tegenstander, oftewel de anti-christ. Hoe kun je daar weerstand tegen bie den? Door de geestelijke wapenrusting van je geloof. Dat trek je niet zomaar even aan. Als Paulus de geestelijke wa penrusting introduceert, zegt hij eerst dat je krachtig moet worden in de Here en zijn macht. Dat is geen activum, maar een passivum. Het wordt je ge geven als een geschenk uit de hemel. Dit geschenk is de initiator om niet op te geven maar door te zetten. De strijd niet te verliezen, maar te winnen. Niet in jezelf, maar in Christus die de strijd op Golgotha gewonnen heeft!

ds. Dirk van Duijvenbode

CONFESSIONEEL
pag 2 Internationale onrust... pag 4 Veranderend godsbeeld pag 8 De panelen verschuiven 134e jaargang 24 maart 2022 nr. 6CREDO

INTERNATIONALE ONRUST –WAT KUNNEN WE DOEN…

Wat er in Oekraïne gebeurt raakt ons. De “Poetin-oorlog” brengt veel ellende: doden en verwoestingen. In Rusland mag je ‘oorlog’ en ‘invasie’ niet noemen. President Poetin spreekt over een vredesmissie om Oekraïners te bevrijden na 8 jaar genocide. Je moet maar durven.

Poetin is een autocraat die gelooft in zijn eigen sprookje. Erger nog: hij verwijt anderen genocide, aanmaak van chemische wapens, schending van internationaal recht en gebruikt dit als vrijbrief om het zelf te doen. Omkering van waarden, dat gebeurt hier. Er loopt een lijn van Grozny (Tsjetsjenië) via Georgië en Syrië naar Oekraïne: als je ziekenhuizen bombardeert, kunnen gewonden niet meer verzorgd worden, militairen kunnen niet meer vechten, burgers worden bang - iedereen slaat op de vlucht. Dan kun je een gebied makkelijk innemen. Ondertussen houdt de man uit Moskou ons economisch in de greep met prijsverhogingen en afnemende welvaart.

BESTAANDE GRENZEN

Poetin wil het liefst de Sovjet-Unie her stellen met roekeloze agressie. Rusland heeft 400 sluipschutters uit Afrika naar Oekraïne gestuurd om president Volodi mir Zelenski te doden. Aan de voor avond van de invasie heeft Zelenski een indrukwekkende rede gehouden in het Russisch. Poetin verwijt nazisme aan Oekraïne, terwijl er een democratisch gekozen Joodse president is. Uit 1994 dateert het verdrag na de Sovjet-Unie: het “Boedapest Memorandum”, waarin Rusland, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië beloofden “om de onafhankelijkheid en soevereiniteit en de bestaande grenzen van Oekraïne te respecteren”, en “af te zien van de dreiging met geweld”. Nu schept Poetin genocide in Oekraïne en verwoest de steden één voor één: meedogenloos. Respect voor grenzen is op velerlei wijze ver te zoeken.

BUBBEL

Een Amerikaans onderzoek laat zien, dat Poetin helemaal niet heeft zien aankomen, dat er wereldwijd kritiek is op zijn oorlog met Oekraïne. Ja, als je al je tegenstanders om zeep brengt of gevangen zet en als je alle kritische media blokkeert, dan wordt je bubbel steeds meer wereldvreemd.

GEBEDSDIENSTEN

Op Aswoensdag, 2 maart 2022, is de veertigdagentijd begonnen. Op die woensdag is er een gebedsdienst in de Domkerk geweest, die op NPO 2 is uitgezonden. Nog nooit eerder is de veertigdagentijd zo oecumenisch en massaal begonnen in heel veel kerken. Het is een gebed voor vrede in Oekraï ne, voor de Russen die deze oorlog niet willen en voor de vele vluchtelingen uit Oekraïne.

Ds. René de Reuver (scriba Protestant se Kerk in Nederland) en bisschop Gerard de Korte (Den Bosch) leiden de dienst in de Domkerk. De bisschop zegt aan het begin van de dienst, dat we kunnen bidden en dat ook gaan doen. Ds. de Reuver houdt een preek, waarin hij aanhaalt, hoe Jezus zegt hebt uw vijanden lief en dat dit misschien nu wel te lastig is. Hij voegt eraan toe, dat Paulus aangeeft, dat aan God de wraak toekomt. Omdat die wraak bij God in goede handen is, rechtvaardig en barm hartig, beter dan wij dat kunnen, zegt de Reuver in de Dom. Ik vind dat sterk. Wat kunnen we doen? We kunnen bidden voor Oekraïne en hulpgoederen en geld inzamelen. Dat gebeurt op veel plaatsen ook via particulier initiatief en persoonlijke contacten met mensen in Hongarije, Moldavië, of Polen, alle maal vlak aan de grens met Oekraïne. Ontroerend is het bericht dat Israëli sche artsen naar Oekraïne komen. Dat komt natuurlijk omdat er veel Joden in Oekraïne wonen en ook veel Joden uit Oekraïne naar Israël zijn gegaan de laatste jaren. (Wij hebben jarenlang rookworsten gegeten als hulpactie voor Oekraïense Joden om naar Israël te kunnen gaan.) Zo zijn er familiebanden over en weer ontstaan.

Als Jezus zegt: heb u vijanden lief, begeeft hij zich dan buiten de werke lijkheid? Als Jezus aan de voet van de Olijfberg vlak voor zijn gevangenneming tegen Petrus zegt: wie het zwaard op neemt, zal door het zwaard vergaan – is dat wereldvreemd?

Jaren geleden las ik het boek ‘Zoon van Hamas’. De hoofdpersoon krijgt bij de Damascuspoort in Jeruzalem een uitno diging voor een avond kennismaken met het christelijk geloof. Hij weigert, want hij is moslim en aan dat geloof heeft hij genoeg. Waarom zou ik gaan, vraagt hij. Als antwoord krijgt hij: je woont in een land, waar ook christenen wonen. Wil je niet weten wat zij geloven? Dat vindt hij wel een goed argument. En op die avond is er aandacht voor de Bergrede van Jezus en daarin staat dat zinnetje: heb uw vijanden lief. Hij raakt van die uitspraak onder de indruk. Hij kan zich niet voorstellen zoiets hoogstaands ooit gehoord te hebben. Hij had geleerd dat je vijanden mag ombrengen. Staat Jezus buiten de werkelijkheid? De jongeman ontwikkelt zich als een spion van de Israëlische geheime dienst. Zo heeft hij tientallen doden kunnen voorkomen. Hij moet wel onderduiken in de VS, omdat zijn leven in Jeruzalem niet veilig is.

Het inspirerende van de Bergrede is, dat je ontdekt, dat je niet op dezelfde manier hoeft te handelen als je tegen spelers. Daarom vind ik het inperken door de Europese Commissie van wes terse media voor Russische media, die ‘nepnieuws’ verspreiden, niet handig. Je hanteert de methode van censuur die er in Rusland ook is.

AVONDMAALSBROOD

In het boek ‘Hel en hemel van Dachau’ schrijft ds. Overduin, dat er in zijn barak ruzie ontstaat over het stelen van het schamele broodrantsoen van een an der. Hij komt tussenbeiden en zegt: als wij ons als bedriegers en leugenaars gedragen, dan krijgt Hitler door ons gedrag toch nog gelijk, dat wij beesten zijn. Laten we het zo doen: ieder spaart een stukje brood voor de zondag en dan vieren we met ons schamele brood het Heilig Avondmaal. Laat ieder de ander dan een stukje van zijn gespaar de brood geven. Dit heeft diepe indruk op mij gemaakt en die indruk is nooit

HOOFDARTIKEL
2

‘GIJ DIE ALLE

STERREN HOUDT…’

verflauwd. In benarde omstandigheden kun je de waardigheid van het leven nog hoog houden. Waar je voor gaat en waar je voor staat is niet afhankelijk van omstandigheden, maar van je eigen (ge loofs-)keuze. Het mooie van kerk is, dat je elkaar kunt bemoedigen. Omdat God niet laat varen de werken van zijn hand.

DONKERE DAGEN

We beleven in de maand maart de op maat voor de zomer met veel zonlicht. De internationale onrust geeft aanlei ding voor het beeld van donkere dagen. Dat er weer een roekeloze oorlog is in Europa vervult ons met diepe zorg. De hulpverlening die op gang is gekomen is ontroerend. Veel mensen willen meedoen met bidden en helpen en gastvrijheid geven – in Lunteren zijn drie lege pastorieën klaar gemaakt voor de ontvangst van zo’n dertig Oekraïners. We leven ook naar Pasen toe in de veertigdagentijd, de lijdenstijd. De dood heeft niet het laatste woord. Het licht zal overwinnen, het licht der wereld zal overwinnen, Christus triomfator.

Hoe kan er in de wereld vrede zijn

1 Hoe kan er in de wereld vrede zijn wanneer gerechtigheid en recht niet tellen, wanneer soldaten sneuvelen in pijn en burgers schuilen in verborgen kelders. Als de agressor aast op meer terrein en kracht en afweer niet meer kunnen helpen.

2 Wie zo zijn hele leven achterlaat en vluchten moet naar nergensland en verder zij gaan berooid in tranen over straat. Geef onderweg aan hen een goede herder, een mens die helpt, een deur die open staat, een hart vol liefde, in de nood een redder.

3 Heer Jezus, laat hen niet de dood ingaan, het leven is bij u in goede handen. U droeg het kruis en biedt ons vrede aan, een warm onthaal van vrijheid, open armen. U helpt ons in de strijd van het bestaan en geeft als wapen: liefde voor de ander.

(Tekst: Ria Borkent; melodie: Psalm 119.)

ds. Wim Scheltens

‘Seeing Stars’ – onder dat motto voerde kunstenaar en uitvinder Daan Roose gaarde vorig jaar een bijzonder project uit, in samenwerking met de Neder landse Unesco Commissie. In de Friese stad Franeker werden in een nacht alle lichten uitgedaan. Het doel van deze ‘actie’: de verwondering van het kijken naar de sterren terugbrengen. Daarbij kwalificeerde Roosegaarde de sterren hemel als ‘universeel erfgoed’. In Psalm 8 verwoordt de dichter zijn verwondering over de sterrenhemel, die hij als schep pingswerk van God beschouwt. Hij zegt: ‘Zie ik de hemel, het werk van uw vin gers, de maan en de sterren door u daar bevestigd….’ Maar zijn verwondering heeft een andere spits, want hij vervolgt: ‘wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet?’ Inderdaad: hoe klein, hoe nietig is de mens in het licht van de indrukwek kende sterrenhemel? Dat klinkt door in de aanduidingen ‘sterveling’ en ‘men senkind’. Wat is het in dat licht een won der dat God aan hem denkt, naar hem omziet. Een gezichtspunt dat ook naar voren komt in Gezang 449 / Lied 919:

1

Gij die alle sterren houdt in uw hand gevangen, Here God, hoe duizendvoud wekt Gij ons verlangen! Ach, ons hart

is verward, leer het op uw lichte hoge rijk zich richten.

2

Want de lichten die wij zelf aan de hemel stelden, Glinst’rend in het zwart gewelf, sterren, ongetelde, al hun glans dooft nochtans, dan is heel ons leven door de nacht omgeven.

3

God, is dan wat U verliet uit uw hand gevallen? Mist Gij onze wereld niet bij uw duizendtallen? Blijf niet ver, doe een ster in de nacht ons gloren, of wij zijn verloren!

4 Christus, stille vaste ster, o Gij licht der lichten, waarnaar wij van her en der onze schreden richten, geef ons moed; ’t is ons goed U te zien, Getrouwe, uw hoog rijk te aanschouwen.

dr. Jan Dirk Wassenaar

MEDITATIE
3

PLAATSBEKLEDING (1)

Enkele weken geleden verscheen een nieuw boek van prof.dr. Martien Brinkman, emeritus hoogle raar oecumenische / interculturele theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Daarin vertelt hij hoe zijn godsbeeld in vijftig jaar veranderd is. In deze ‘spirituele biografie’ passeren alle belangrijke christelijke geloofsvoorstellingen de revue, ook het leerstuk van de plaatsbekleding. Op het theologische erf staat dat al geruime tijd onder druk, maar Brinkman wil er aan vasthouden. In het eerste deel van een tweeluik legt hij uit waarom hij dat wil doen. In het tweede illustreert hij zijn inzichten door een interpretatie aan te bieden van een bekend gedicht van Gerrit Achterberg. Trouwens, in het hele boek is de auteur in gesprek met literatoren (en met filmmakers en beeldende kunstenaars), waardoor vaak een verrassend licht op de klassieke onderwerpen valt. Inderdaad, zo als op de achterzijde te lezen is: ‘Een spannend boek voor ieder die geïnteresseerd is in de ontwikkeling van het geloof in God.’ Al zal niet elke confessionele lezer het op alle punten met Brinkman eens zijn. (Intro door dr. Jan Dirk Wassenaar, red.)

Vanuit Jezus bezien houdt plaatsbe kleding een solidariserende identi ficatie met onze menselijke situatie in die tot gevolg heeft dat de keten van oorzaak (schuld) en gevolg (straf) kan worden doorbroken. Plaatsbekleding be tekent dan bovenal bevrijding. Ze vormt de basis voor onze vrijheidsbeleving en zet ons aan tot een handelen dat de nieuw verworven vrijheid weerspie gelt. In theologisch jargon noemt men dat een inclusieve plaatsvervanging in tegenstelling tot een exclusieve plaats vervanging, waaraan betrokkenen part noch deel hebben.

Plaatsvervanging zou daarom wellicht beter plaatsbekleding kunnen heten. Aan plaatsvervanging blijft immers altijd de notie van vervanging kleven, van de definitieve overname van rollen. Terwijl plaatsbekleding meer het tijdelijke van het ‘intreden voor’ aanduidt. Er wordt voor ons ingetreden omdat we door gaans niet bij machte zijn onszelf te bevrijden van ons tekortschietend ‘zelf’. Dat ‘intreden voor’ heeft altijd een hoog ‘opdat’-karakter. Door de uitnodiging te aanvaarden met Christus te sterven en op te staan worden gelovigen geacht een nieuw bestaan te gaan leiden. Het gaat dan om een vorm van zelfver werkelijking waarin het ‘zelf’ zich pas echt verwerkelijkt door met Christus te sterven en op te staan tot een nieuw leven. Zelfverwerkelijking en plaatsbe kleding staan bij Paulus dan ook niet op gespannen voet met elkaar. Eerder is het één (het door de plaatsbekleding mogelijk gemaakte sterven en opstaan met Christus) de voorwaarde voor het andere (de ware zelfontplooiing). Plaatsbekleding vindt zo altijd plaats ‘opdat’ wij andere mensen worden. Ze

staat in het teken van de bevrijding van de loden last van het verleden. Ze is toekomstgericht (Gal. 5, 1). Plaatsbekle ding en vrijheidsbeleving horen dan ook tezamen. Die verbinding treffen we let terlijk aan in Rom. 6, 4-6: ‘We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen we ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven.’

Teveel aan schuld? Het spreken over plaatsbekleding veronderstelt de noodzaak daartoe. Bestaat die noodzaak echt? Daarover is discussie mogelijk. Die discussie gaat doorgaans over de vraag in hoeverre een mens echt gebukt gaat onder (de fouten van) zijn eigen verleden en die van zijn voorgeslacht. Dat is omstreden. Al gauw wordt er gesproken over aange prate schuld.

Toch blijf ik pleiten voor een open houding ten opzichte van (gezonde) schuldervaringen. Want wie heeft die niet? Wie zou immers willen ontkennen dat er zich in zijn leven nooit situaties hebben voorgedaan waarover hij zich achteraf schuldig voelt? Wie heeft nooit weggekeken of is nooit weggelopen in situaties waarin hij er juist bij had moeten zijn? Wie heeft nooit gezwegen op momenten dat er juist gesproken had moeten worden? Meestal gaat het dan gelukkig niet om heel ernstige zaken, maar de grens tussen ernstig en niet-ernstig kan soms ook heel smal zijn en kan door de ‘dader’ ook lang niet

altijd goed ingeschat worden. Niemand hoeft zich echter een overdre ven schuldgevoel aan te laten praten. Voor veel zaken zijn we immers zeker persoonlijk niet direct verantwoorde lijk, maar een leven zonder gezond schuldgevoel lijkt me voor een volwas sen mens onmogelijk. Het zou op een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef kunnen duiden. Het zou betekenen dat een mens zich niet ter verantwoording laat roepen, terwijl in de bereidheid daartoe toch een van de meeste ka rakteristieke trekken van ons mens-zijn schuilt, prachtig verwoord in die twee vragen aan Adam en Kaïn en daarmee ook aan ons: ‘Waar ben je?’ en ‘Wat heb je gedaan?’

Het lijkt me duidelijk dat religieus of sterk moreel opgevoeden eerder het woord ‘schuld’ in de mond zullen nemen dan anderszins opgevoeden. De eerstgenoemdem zullen zichzelf sneller zien falen of tekortschieten. Is daarmee gezegd dat een schuldervaring het ‘privi lege’ van religieus of moreel ‘gesen sibiliseerden’ is? Dat lijkt mij te sterk uitgedrukt. Wel blijft het de vraag of ten aanzien van de mogelijkheid schuld te ervaren hetzelfde geldt als ten aanzien van het ervaren van God. Gelden dan ook die woorden van Augustinus? ‘Hoe zou ik U nog kunnen vinden, wanneer ik uwer niet gedachtig ben?’ Met andere woorden: hoe zou ik schuld kunnen er varen, als ik er nooit van gehoord heb?

Schuld goed maken

In veel gevallen valt schuld goed te maken: te bekennen, te verzoenen, te vergeven. Daarvoor is het nooit te laat en zijn we nooit te oud. Maar er zijn ook situaties waarin dat niet (meer)

KERK
4

‘WIE ZOU WILLEN ONTKENNEN DAT ER ZICH IN ZIJN LEVEN NOOIT SITUATIES HEBBEN VOORGEDAAN WAAROVER HIJ ZICH ACHTERAF SCHULDIG VOELT?

WIE HEEFT NOOIT WEGGEKEKEN OF IS NOOIT WEGGELOPEN

IN SITUATIES WAARIN HIJ ER JUIST BIJ HAD MOETEN ZIJN?

WIE HEEFT NOOIT GEZWEGEN OP MOMENTEN DAT ER JUIST GESPROKEN HAD MOETEN WORDEN?’

mogelijk is. De betrokkenen willen er niet van weten, zijn er niet toe in staat of zijn niet meer in leven. Hoe dan met dat schuldgevoel verder te leven? Door er ‘eeuwig’ onder gebukt te gaan? Door het te bagatelliseren of te ontkennen? Hier kan, denk ik, op een ongekunstelde

wijze het bevrijdende van het evange lie van de plaatsbekleding ter sprake komen. De bijbelse schuldervaring komt immers voort uit het besef op eigen kracht niet meer verder te kunnen, omdat de schuld die de schuldige met zijn verleden blijft confronteren, te zwaar

wordt en het leven ondraaglijk maakt. Dan zou dat bekende drempelgebed van Huub Oosterhuis kunnen klinken: ‘Niet om te oordelen,/ zijt Gij gekomen, God,/ maar om te zoeken wat verloren is,/ om te bevrijden/ wie in schuld en angst gevangen zijn,/ om ons te redden/ als ons hart ons aanklaagt./ Neem ons/ zoals we hier aanwezig zijn/ met heel dat zondige verleden/ van de wereld./ Gij zijt toch groter dan ons hart,/ groter dan alle schuld;/ Gij zijt de schepper/ van een nieuwe toekomst,/ een God van liefde/ tot in eeuwigheid./ Amen.’ Het lijkt mij dat in elk land het christelijk geloof een belangrijke bijdrage kan leve ren aan de geestelijke volksgezondheid door op een realistische manier over menselijke schuld te spreken en daarbij een fair onderscheid te hanteren tussen opgelegde en terechte schuld. De voor onderstelling daarbij is de aanwezigheid van een goed ontwikkeld normbesef, een duidelijk besef van het verschil tussen goed en kwaad. Erodeert dat besef, dan erodeert ook het schuldbe sef. Het op zich belangrijke principe van onze rechtsstaat dat iemand onschuldig is zolang het tegendeel niet bewezen is, kan op het individuele vlak tot een dergelijke erosie lijden. Alsof al of niet schuldig zijn, niet primair een zaak van het eigen geweten is. De ontvankelijk heid voor het aanbod van vrijspraak dat in de christelijke gedachte van de plaatsbekleding besloten ligt, veronder stelt een levenshouding waarin voor eer lijkheid ten opzichte van onszelf plaats is. Een eerlijkheid die bewerkstelligt dat we wat minder hoog van de toren blazen over de oprechtheid en zuiverheid van onze eigen intenties en motieven.

Gebaseerd op: Martien E. Brinkman, Hoe mijn God veranderde. Een reisver slag; KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht, 2022; 309 p.; ISBN 978 90 435 3797 1

prof.dr. Martien Brinkman

Prof.dr. Martien Brinkman.
5

CRISIS DER

MIDDENORTHODOXIE

Het is meer dan 70 jaar geleden dat de theoloog Hendrikus Berkhof zijn Crisis der Middenorthodoxie het licht liet zien. Dit geschrift stelt ons nog steeds voor indringende vragen. Deze vragen richten zich op de inhoud van de preek. In het bijzonder naar hoe in de preek de verhouding tussen wet en evangelie gestalte dient te krijgen.

Berkhof gebruikt de term middenor thodoxie voor de brede stroming in de toenmalige Hervormde Kerk tussen de vrijzinnigheid aan de ene kant en de Gereformeerde Bond anderzijds. De middenorthodoxie is volgens Berkhof de synthese tussen de ethische (Gunning) en confessionele (Hoedemaker) men taliteit. In deze brede stroming speelde de theologie van Karl Barth een grote rol.

Of deze aanduiding van Berkhof gold voor alle toenmalige confessionele kerken laat ik in het midden. Opmer kelijk is dat Ds. G. Boer, predikant binnen de Gereformeerde Bond, in een lezing in 1952 over dit geschrift de middenorthodoxie vooral omschrijft als de brede middengroep die unaniem de predestinatieleer van Calvijn verwerpt en unaniem de historische Bijbelkritiek aanvaardt.

PREDIKING

Wanneer Berkhof spreekt over een crisis die vooral terug te vinden is in de prediking. Volgens Berkhof heeft namelijk de prediking binnen de mid denorthodoxie haar frisheid verloren. De prediking is niet langer een gebeu ren. Op deze wijze draagt ze niet langer bij aan de ontmoeting tussen God en de moderne mens. Voor Berkhof is de crisis te wijten aan het feit dat in de middenorthodoxie ‘de juiste verhouding tussen wet en evangelie verstoord is’ (p.26). Zowel de aanklagende als de leidende functie van de wet lijken geen betekenis meer te hebben. Het gevolg hiervan is dat het evangelie boven het bestaan van de moderne mens blijft zweven. Het evangelie heeft dan geen consequenties meer voor het leven. Berkhof vat zijn gedachten als volgt samen:

Zouden wij de aanklacht die in de voorgaande bladzijden ligt opgesloten op de scherpste formule willen bren

gen, dan zouden we kunnen zeggen: de middenorthodoxe prediking verkondigt genade zonder gericht, verlossing zonder dankbaarheid, vreugde zonder vrees, voorzienigheid zonder gebod. (p.43)

Ook belangrijk is dat Berkhof wijst op het feit dat wanneer de wet niet langer ter sprake komt er geen appèl meer uitgaat van het evangelie. Zo schrijft hij:

‘Wanneer zo de aanklagende en de vormende kracht van de Wet ontbre ken, betekent dit, dat het Evangelie het mensenbestaan niet meer binnengaat en dus krachteloos is geworden. Samen vattend gezegd: het beslissingskarakter dat aan de Evangelieverkondiging eigen is, wordt niet meer beseft.’ (p.34)

De waarde van Crisis der Middenortho doxie is dat Berkhof zeer diep nadenkt

king van het evangelie krachteloos en tandeloos. Het gevaar van juist onze tijd is dat wat we zeggen te lief en te aardig is. We willen de mensen niet tegen het hoofd stoten of nog erger niet kwijt raken. De vraag is dan wel of je mensen op deze wijze echt kunt verbinden met het geloof en de kerk.

REMEDIE

Berkhof wijst er dus op dat er sprake is van een crisis in de prediking doordat de juiste verhouding tussen wet en evangelie in de prediking niet meer ter sprake komt. Voor Berkhof is dit meer dan alleen maar een theologisch ver keerd denkkader dat gemakkelijk aan te passen is. De crisis raakt namelijk het gehele kerkelijk leven en de wijze waarop dit wordt ingevuld. Het gaat namelijk om wat uiteindelijk als het kloppend hart van de gemeente wordt

HET IS BELANGRIJK DAT PREDIKANTEN BIDDEN EN STUDEREN. EEN VRIJHEID, DIE GEMEENTES HUN PREDIKANT MOETEN GUNNEN. MAAR OOK EEN VRIJHEID DIE PREDIKANTEN MOETEN NEMEN. WANT HET IS MISSCHIEN GEEN VREEMDE GEDACHTE DAT OOK ANNO 2022 DE CRISIS VAN DE KERK NOG STEEDS OF NOG VEEL MEER CRISIS VAN DE PREDIKING IS

over de verhouding tussen wet en evangelie in relatie tot de prediking. Heel duidelijk laat hij zien hoe belangrijk het is om zo te preken dat het evange lie consequenties heeft voor het leven van een christen. Tot op de dag van vandaag geeft Berkhof huiswerk. De kerkelijke panelen zijn wellicht verscho ven, maar de thematiek van wet en evangelie raakt de breedte van heel de kerk. Zonder de wet wordt de predi

ervaren. Berkhof wijst onder meer op het volgende spoor om uit de crisis te geraken:

Wij hebben kerkeraden nodig die van hun predikanten gaan eisen, dat ze voor alles de stilte van de studeerkamer en het bidvertrek zoeken, en daar aller eerst hun tijd voor afnemen. Wij hebben predikanten nodig, die het karakter en de energie opbrengen om hun gemeente

GEMEENTEWERK
6

te durven teleurstellen en om allerlei niet doen, opdat ze de gemeente weer vergaderen rondom het enige nodige. De Zondagsdienst zal weer een gebeuren moeten worden.(p.60)

WAARDERING

Het geschrift Crisis der Middenortho doxie is nog steeds zeer waardevol. Eerst en vooral omdat Berkhof een belangrijke en nog steeds actuele ana lyse geeft voor de prediking die gericht is op de ontmoeting tussen de (post) moderne mens en de levende God in de prediking.

Ook de remedie, die Berkhof aangeeft om weer daadwerkelijk gericht op die ontmoeting, te kunnen preken, is meer dan 70 jaar later alleen maar actu eler geworden. Het is belangrijk dat predikanten bidden en studeren. Een vrijheid, die gemeentes hun predikant moeten gunnen. Maar ook een vrijheid die predikanten moeten nemen. Want het is misschien geen vreemde gedach te dat ook anno 2022 de crisis van de kerk nog steeds of nog veel meer crisis van de prediking is.

Berkhofs Crisis der Middenorthodoxie is dan ook nog steeds zeer lezenswaardig. Om de crisis te duiden. En ook om te reflecteren over de vraag: Waar moet het over gaan in de preek? Het past bij de zoektocht naar de juiste vertolking, zodat ook in 2022 de (post)moderne mens en de levende God elkaar door de preek kunnen ontmoeten. En daarvoor is een hippe prediking niet genoeg. Ook niet prediking die alleen maar actueel wil zijn. Voor de ontmoeting is het nodig dat wet en evangelie zo gepreekt wor den dat Gods genade het gehele leven aanspreekt en in het persoonlijk leven een wissel wordt omgezet.

N.a.v. H.Berkhof, Crisis der Middenortho doxie, Nijkerk z.j.

GROEIEN IN WIJSHEID MET HENK POST

Het Bijbelboek Spreuken is niet het meest bekend en geliefd onder christenen. De opsommingen van wijsheden in veelal losse spreuken verbinden we nog niet zo gemakkelijk met ons moderne dagelijkse leven. We doen onszelf en de Bijbel daarmee tekort, zo concludeer ik na het lezen van het nieuwste boek van Henk Post.

‘Meditatieve uitleg’ is een goede term voor de manier waarop Henk Post het Bijbelboek Spreuken behandelt. Eerder deed hij dat al met de boeken Job en Prediker, en met de Bergrede. In dit blad proefden we daar van door middel van verschillende artikelen. Henk Post is meervoudig gepromoveerd. Zijn grote kennis weerhoudt hem niet om heel toegankelijk en praktisch te schrijven. Dat valt mij opnieuw aangenaam op bij het doornemen van de 52 hoofdstukjes, die het Bijbelboek Spreuken op de voet volgen en er belangrijke thema’s uit opnemen. Mooi voor persoonlijke Bijbel studie of om in een groep te bespreken.

Om een indruk te geven van zowel de diepgang als de praktische toeganke lijkheid, citeer ik enkele zinnen uit Henk Post’s bespreking van Spreuken 11 met als thema ‘Nederigheid en wijsheid vóór rijkdom’. Naar aanleiding van vers 2 schrijft Post: “Hoogmoed verhindert je te

luisteren naar goede raad. Wie nederig is, hoeft geen verdediging op te trekken en staat dus wel open voor kritiek en is bereid om zijn gedrag aan te passen. Wie een hoge dunk heeft van zichzelf, zal worden gekleineerd. Maar hoe meer je je bewust bent van je zwakheden, hoe meer je succes zult behalen dat je eer zal brengen” (p. 165). Dit soort rake bespiegelingen zijn kenmerkend voor deze ‘meditatieve Bijbeluitleg’. Het confessionele hart van de schrijver klopt bovendien in het benadrukken van de lijn van ‘Vrouwe Wijsheid’ naar Christus (p. 11-12). In zijn onderwijs is Jezus niet alleen wijsheidsleraar, Hijzelf is het hoogtepunt van Gods wijsheid.

Aan de presentatie van het boek ‘Spreu ken. Groeien in wijsheid’ besteedde Confessioneel Credo in november jl. al aandacht. Met een hartelijke aanbe veling wijden we er ook deze recensie aan. Henk Post schreef wederom een boek dat goede aandacht en versprei ding verdient. Je kunt ervan groeien. Groeien bij de Bijbelse woorden van wijsheid en hun praktische vertolking. Groeien aan Jezus Christus, wiens optreden door overdenking van het Bij belboek Spreuken beter gaat begrijpen.

Dr. Henk Post, Spreuken. Groeien in Wijsheid, uitg. Brevier Kampen, 2021, € 22,50

ds. Roberto Buijs. dr. Wim de Bruin
BOEKRECENSIE
7

RÉVEIL: ROOTS EN RELEVANTIE

Er is veel aan de hand in onze dagen. Er woedt opnieuw een oorlog op het Europese continent. Er komt een vluchtelingenstroom op gang van ongekende omvang. Internationale verhoudingen staan onder druk. Hier in Nederland merken we aan onze energienota en aan de benzinepomp dat we in buitengewone tijden leven. Belastingen en accijnzen die jarenlang in beton gegoten waren, worden opeens vloeibaar. Burgers roeren zich, niet alleen in demonstraties, maar ook door allerlei burgerinitiatieven van onderaf. De panelen verschuiven, de tijden kantelen, de samenleving is in een overgangsfase naar een nieuw tijdperk waarvan we de contouren nog maar nauwelijks kunnen vermoeden.

Wat ik me de laatste tijd steeds sterker ben gaan afvragen, is hoe we ons als gemeente van Christus in deze kantelende tijden opnieuw met de samenleving en de maatschappelijke vraagstukken kunnen verbinden. In dit artikel wil ik kort verkennen welke bedreigingen, maar ook welke kansen daarbij komen kijken.

HINDERNISSEN

Als we geconfronteerd worden met maatschappelijke vraagstukken, dan zijn er met name twee hindernissen die ‘ons’, mensen van de confessionele beweging, kunnen hinderen. Het eerste is dat we vinden dat dit niet onze taak is. Of hooguit iets van de diaconie om geld aan te geven, al dan niet in stilte.

Er is immers een sterke boedelschei ding ontstaan: de kerk is er slechts voor de “geestelijke vragen”, voor het heil in Christus. Of je kunt ook zeggen: de kerk is er voor het religieuze. De religieuze uitingen van bidden, Bijbellezen, de lof zang gaande houden. Of je kunt zeggen: juist in de kerk moet het gaan om de binnenkant, de ziel. De overheid moet maar zorgen voor de materiële kant van het bestaan. En eerlijk is eerlijk, sinds ‘vadertje Drees’ hebben we ook in een verzorgingsstaat geleefd die nog nooit eerder was vertoond. Wij konden ons de luxe van die boedelscheiding dus veroorloven.

Een tweede hindernis is de recente geschiedenis van de voorlopers van de Protestantse Kerk in Nederland, vanaf de jaren zestig. De doorbraak, de anti-kernwapenprotesten, de oprichting van Wereldwinkels, Max Havelaarkoffie – allemaal voorbeelden van maatschap pelijk engagement. Maar vaak vanuit theologisch ‘links’ gedachtegoed. En ‘wij, confessionelen’ hebben toch ook

altijd de waarneming gehad dat naar mate het maatschappelijke activisme toenam, de theologie steeds linkser en oppervlakkiger werd, en dit de secula risatie van het kerkelijke leven heeft bevorderd. Wie zou er geen koudwater vrees van krijgen?

INSPIRATIEBRON

Ik denk echter dat we de luxe niet meer hebben om ons theologisch en kerkelijk

afzijdig te houden van de ontwikkelin gen in de maatschappij. We zullen een aantal dingen theologisch opnieuw moeten doordenken en ons er kerkelijk over moeten uitspreken. En daarbij is dan de opdracht om dat te doen vanuit de ‘vrolijke orthodoxie’ die onze beweging kenmerkt, zonder dat we het geloof in Jezus Christus, zijn dood en verrijzenis, en de verzoening door vol doening daarbij verliezen. Sterker nog:

THEOLOGIE
8

dat juist het bevrijdende evangelie van Jezus Christus de motor zal zijn achter onze hernieuwde verbinding met wat er allemaal speelt in onze samenleving.

Nu is de bemoedigende ontdekking dat we het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden. Onze confessionele beweging is, althans wat de hervormde tak daar van betreft, ontstaan vanuit het Réveil. En bij de roots van het Réveil is veel in spiratie te vinden. Want het Réveil was een beweging die orthodoxe vroomheid paarde aan sterk maatschappelijk engagement. Destijds ging het om vraagstukken van armoede, arbeid, slavernij, scholing, zorg voor weduwen en wezen, en zo meer. Onze vraagstuk ken overlappen daar deels mee, maar zijn ook weer nieuw. Dat geeft niet. Het gaat erom dat de maatschappelijke bewogenheid diep in het theologische DNA van onze beweging verankerd zit. We hoeven het alleen maar opnieuw tot bloei te laten komen. Betrokkenheid bij de sociale vraagstukken hoeft niet noodzakelijkerwijs tot secularisatie te leiden, maar kan juist ook betekenen dat het evangelie op onverwachte plaatsen gezaaid kan worden en wortel schiet.

SOLIDARITEIT

Een laatste obstakel op de weg naar een actievere houding ten opzichte van de vragen van deze tijd ligt in een zekere huiver. Als we ons aan een be paalde doelstelling verbinden, kan het zo zijn dat anderen hetzelfde doel willen bereiken, maar vanuit andere motie ven of geloofsovertuigingen. Kunnen we ons met hen verbinden, ook als zij onze diepste geloofsovertuigingen niet delen? Hierbij moet ik vaak denken aan Dietrich Bonhoeffer. In de nood van zijn tijd trok hij samen op met communis ten, liberalen en andere mensen die zijn geloof niet deelden. Het doel was voor hem belangrijker dan de achterliggende overtuigingen van zijn medestanders: een nieuw Duitsland laten verrijzen van onder de schaduw van het nazisme vandaan, zodat de volgende generatie verder kon leven. Van ons wordt even goed gevraagd om onze koudwatervrees achter ons te laten, en ruimte te maken in onze theologie om solidair te zijn met alle mensen van goede wil, zodat we samen het bonum commune kunnen zoeken.

ds. Wilbert Dekker, Kampen

Reageren? Het mailadres van de scri bent is dswldekker@gmail.com

STUDENTENWERK (13): SPIRITUALITEIT EN STUDENTEN

Volgende week, dinsdag 5 april, worden de jaarvergadering en de conferentie van de Confessionele Beweging gehouden. Het thema is ‘Confessionele Spiritualiteit’. Dat zette mij aan het denken over de vraag wat nu de spiritualiteit is van de studenten die ik ontmoet. En op welke manier kan dat aansluiten bij de traditie van de kerk?

Het zal weinig mensen verbazen dat veel studenten geraakt worden door de evangelische spiritualiteit. Moder ne muziek, grote conferenties, hechte gemeenschappen: het heeft duidelijk aantrekkingskracht op de jongere gene raties. IFES staat bekend als een stu dentenorganisatie die daarbij aansluit en haar inspiratie vooral haalt uit de evangelische spiritualiteit. Hoewel dat zeker waar is, zijn er wel twee belangrij ke kanttekeningen bij te maken.

Als eerste zien we dat veel studenten graag naar evangelische bijeenkomsten gaan, maar lang niet altijd lid worden van een evangelische gemeente. Juist het commitment dat deze gemeen schappen vaak vragen, past niet altijd bij de rest van hun leven. Verder zijn er ook veel studenten die vooral gericht blijven op de meer protestantse of reformatorische traditie die ze van huis uit kennen.

Je zou zelfs, met het risico sommige mensen tegen het hoofd te stoten, kunnen spreken van een ‘evangelische fase’. Juist in een tijd dat veel in het leven onzeker is, trekken studenten naar een kerk die duidelijkheid en gemeenschapsvorming belangrijk vindt. Tegelijkertijd past dat minder goed bij hen als ze zijn gesetteld en weer wat stabieler in het leven staan. Evangeli sche spiritualiteit past dus duidelijk in het veranderingsproces tussen pakweg het 15de en het 25ste levensjaar.

Het tweede punt hangt hiermee samen. De vraag is namelijk welke vorm van spiritualiteit dan wel populair is na deze fase. Opvallend genoeg is dat vaak een vorm van oudere, verstilde spiritualiteit. Denk aan Taizévieringen, Evensongs en

kloosterretraites. Ook als IFES-collega’s zijn we hier steeds meer op gericht. In onze drukke wereld is het aanbieden van steeds meer en populairdere vor men van het geloof niet altijd geschikt. Er is juist behoefte aan rust en bezin ning.

In het vorige nummer stond een uitgebreide boekrecensie rondom de Liturgische Kring, die honderd jaar be staat. In al die jaren sloot zij vaak aan bij jonge generaties, met name in de grote steden en het studentenpastoraat (denk bijvoorbeeld aan de opkomst van zogenoemde Ekklesia-gemeenschap pen). Het is dus in die zin geen nieuw patroon dat ik hier heb beschreven.

‘VERANDEREN NAAR NIEUWERE EN MODERNERE VORMEN

KAN HELPEN, MAAR IS ZEKER NIET DE ENIGE MOGELIJKHEID’

Tegelijkertijd vormt het een uitdaging voor veel confessionele gemeenten. De liturgie aanpassen om meer als een evangelische gemeente te worden, is in veel gevallen namelijk niet de beste oplossing, omdat we daarmee onze ei genheid verliezen. En het is in sommige gevallen zelfs contraproductief: het laat weinig ruimte voor andere groepen (en dus ook jonge generaties!) die meer behoefte hebben aan oudere vormen van liturgie.

Hopelijk kan dit wat perspectief geven aan een kerkenraad van een krimpende gemeente die graag wil aansluiten bij gemeenteleden onder de 40 jaar. Ver anderen naar nieuwere en modernere vormen kan helpen, maar is zeker niet de enige mogelijkheid. Door meer in te zetten op wat de kerk van alle eeuwen al in huis heeft, zijn we een tegenbewe ging in onze hectische tijd. En daar is minstens evenveel behoefte aan!

STUDENTENWERK
9

‘IK ZOEK UW AANGEZICHT, HERE’

namelijk in de gedachte dat God hem zoekt. En wel: ‘in dezelfde wanhoop’. Dat gaat wel erg ver. Hoewel? Is dat niet een bijbels gezichtspunt? Vanwege Gods passie, hartstocht voor, vanwege Gods ontferming, bewogenheid met mensen.

Een gedicht van Gerard Reve, een de drie grote schrijvers van de Neder landse literatuur uit de vorige eeuw (naast Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch). Het kan zijn dat u hem kent van een geruchtmakend proces in 1966, nota bene het jaar waarin hij toetrad tot de Rooms-Katholieke Kerk. Toen moest hij voor de rechtbank verschijnen, vanwege een aanklacht wegens godslastering. Hij werd vrijge sproken, maar het is destijds wel een hele rel geweest.

Op basis van de eerste regel van het gedicht zou je zeggen dat Reve ongelo

vig is: eigenlijk gelooft hij niets. Maar dat is te kort door de bocht. Het is bij hem veeleer een kwestie van ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.’ Hij zegt wel dat hij eigenlijk niets gelooft, maar blijkt zijn geloof niet juist uit het feit dat hij twijfelt?

Reve is zoekende, zoals er vandaag de dag velen zoekende zijn. Dat de dichter zoekende is, wordt duidelijk uit deze zin: ‘(…) dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt, zoals ik U.’

Maar de clou van het gedicht van Reve is veeleer de omgekeerde beweging,

Reve denkt soms dat God liefde is. De christelijke gemeente, de kerk van Je zus Christus van alle tijden en plaatsen belijdt dat Hij liefde is. In Jezus Chris tus zoekt God het verlorene. Met de woorden van een lied:

Heer Jezus, die ons hebt bezocht, Gij Opgang uit den hoge, die onze ziel heeft vrijgekocht, dat zij U dienen moge,Gij herder die ’t verloorne zoekt, de hemel heeft ons niet vervloekt: God is om ons bewogen.

Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik dat Gij Liefde zijt, en eenzaam. En dat in dezelfde wanhoop Gij mij zoekt, zoals ik U.
Gerard Reve. (Bron: ANP)
MEDITATIEF
10
PSALM 27: 8

‘(…) U MOET DIEP IN DE BUIDEL TASTEN (…)’

‘Gul is uw hand geopend, u vervult het verlangen van alles wat leeft.’ Dat vers, Psalm 145: 16, stond centraal in de bidstond voor gewas en arbeid op 9 maart in de protestantse kerk te Hellendoorn. In het daaraan voorafgaande vers lezen we: ‘Allen zien hoopvol naar u uit, u geeft brood, op de juiste tijd.’ In Psalm 104 wordt hetzelfde verwoord (vers 27), maar dan net nadat over de dieren gesproken is. Calvijn heeft het in zijn verklaring van ‘allen’ dan ook over ‘omnis creatura’, de gehele schepping. Ja, de hele schepping is afhankelijk van de Schepper, die ook de Onderhouder is – denk aan zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus over de voorzienigheid Gods.

Gods hand is gul geopend. Wij kun nen allemaal onze zegening tellen van ons natje en droogje, elke dag op nieuw. Maar er zijn veel mensen die zich zorgen maken over wat ze zullen eten of drinken (Mat. 6: 25). En over kleding om het vege lijf en over een dak boven het hoofd. Wij denken aan de slachtoffers van de invasie van Rusland in Oekraïne. Dat brengt mij terug bij de zinsnede ‘Gul is uw hand geopend (…)’ Het Hebreeuw se werkwoord voor het openen van de

hand komt in die betekenis nog twee keer in de bijbel voor, en wel in Deute ronomium 15. Daar zo verwoord (1) dat men diep in de buidel moet tasten voor iemand die gebrek lijdt; (2) dat men ruimhartig moet zijn jegens iemand die gebrek lijdt. Het gedeelte eindigt met deze oproep: ‘Daarom druk ik u op het hart om vrijgevig te zijn tegenover ieder een in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is.’

Het geeft te denken dat aan de verzen

15 en 16 van Psalm 145 voorafgaat: ‘Een steun is de Heer voor wie is ge vallen, wie gebukt gaat richt hij op.’ Dat impliceert een oproep aan ons om een steun te zijn voor wie is gevallen, om op te richten wie gebukt gaat. Dat kan onder meer door – als je die mogelijkheid hebt – diep in de buidel te tasten voor men sen die gebrek lijden, door ruimhartig te zijn jegens mensen die gebrek lijden.

dr. Jan Dirk Wassenaar
DEUTERONOMIUM 15: 8 11

WAT EEN GEWELDIG GOED BOEK!

Het nieuwste boek van rabbijn Jonathan Sacks is een geweldig goed boek! Begin 2020 is de Engelse versie verschenen onder de titel Morality. Dit boek is nu volgens Sacks zelf ‘uitstekend in het Nederlands vertaald’ door Linda Jansen. De vertaling draagt de titel Moraal en verscheen eveneens in 2020 bij Uitgeverij Kokboekencentrum. De veelzeggende ondertitel luidt: “Waarom we haar (de moraal) nodig hebben en hoe we haar kunnen vinden.” Het is een pil van ruim 380 bladzijden geworden.

Wie is Jonathan Sacks? Hij is, zoals gezegd , opperrabbijn. Hij was werkzaam in Engeland en de Verenigde Staten. The Times noemt hem ‘Eén van de grote publieke intellectuelen van deze tijd.’ Hij heeft ook het bekende boek ‘Niet in Gods naam. Een pleidooi tegen religieus extremisme en religieus geweld’ geschreven dat in 2016 ver scheen bij uitgeverij Kokboekencentrum. Dit boek werd destijds besproken in een Bennekomse gesprekskring waarin ik ook deelnam. Sacks heeft voor zijn boek, waar dit artikel over gaat, zeer veel literatuur bestudeerd, getuige de omvangrijke boekenlijst aan het eind van zijn boek.

JOODSE DENKEN

Het centrale thema van het boek waar dit artikel over gaat is niet af te lezen uit de korte titel ervan. Sacks legt dit thema uit in het ‘Voor- en dankwoord’ aan het begin. Hij schrijft dat morele filosofie zijn eerste liefde was; dat was, zo schrijft hij, lang voordat hij besloot om rabbijn te worden. Hij studeerde onder meer bij Alasdair MacIntyre, van wie hij schrijft dat deze ‘één van de personen is die hem diepgaand heeft beïnvloed, al sta ik met mijn Joodse achtergrond anders in het leven’. ‘Mijn basishou ding is’, zo schrijft hij verder, ‘hoop, niet pessimisme’. Er volgt dan de prachtige tekst waarin hij zijn Joodse achtergrond onder woorden brengt: ‘Heb je naaste lief. Verwelkom de vreemdeling. Hoor de kreet van de stemlozen. Verlos de armen van hun armoede. Maak je druk om ieders waardigheid. Zorg dat wie meer dan genoeg heeft gaat delen met hen die tekort komen. Geef mensen die geen eten of onderdak hebben voedsel

en bescherming, genees de zieken naar lichaam en ziel. Vecht tegen onrecht, wie het ook begaat en tegen wie het ook gericht is. Doe dit omdat wij, als mensen, met elkaar verbonden zijn in een alliantie van menselijke solidariteit, ongeacht kleur, cultuur, klasse of credo.’

VAN ‘WIJ’ NAAR ‘IK’

Sacks boek bestaat uit 5 delen. Deel 1 draagt de titel ‘Het solitaire Zelf’ Dat deel handelt over de verschuiving van ‘wij’ naar ‘ik’. Die verschuiving is in feite de kern van het boek. Die verschuiving is zeer problematisch, zo toont Sacks aan. Het is een mij uit het hart gegrepen problematiek waardoor

ik besloot dit boek van Sacks te moe ten lezen. Het is een problematiek op het terrein van de ethiek, alsook op dat van de sociale filosofie. In de volgende delen van zijn boek schrijft Sacks over de impact van de verschuiving van ‘wij’ naar ‘ik’ op persoonlijk geluk en welzijn. Daarbij ligt het accent op eenzaamheid, de geëxplodeerde nadruk op zelfhulp, de invloed van sociale media en de gedeeltelijke teloorgang van het gezin. Tot slot van dit eerste, inleidende artikel over het boek van Sacks, noem ik alvast de titels van de overige vier delen van zijn boek:

Deel 2: Consequenties: de markt en de staat

Deel 3: Kunnen we nog debatteren met elkaar?

Deel 4: Uit menselijk oogpunt Deel 5: De weg vooruit.

Naar aanleiding van: Jonathan Sacks, Moraal: Waarom we haar nodig hebben en hoe we haar kunnen vinden. Uitge verij KokBoekencentrum. Utrecht 2020. ISBN 9789043534512. Prijs: E 27,50.

Jonathan Sacks.
SAMENLEVING
12

‘JEZUS’ KRUISDOOD IN BEELD’

diend in 12 driegangenmenu’s (2015). Daarnaast schreef hij hoofdstukken over allerlei theologische thema’s in publicaties met andere auteurs, en een groot aantal artikelen en columns in verschillende (theologische en ker kelijke) bladen.

In twee delen worden 35 hedendaag se en 13 bijbelse metaforen met betrekking tot verzoening en verlossing door Jezus Christus besproken. De vele voorbeelden, verhalen en metaforen spreken tot de verbeelding, en dat is precies de bedoeling.

Van alle kanten wordt de bijbelse notie dat, Jezus Christus is gestorven als ver zoening voor onze zonden, overeenkom stig de Schriften, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld belicht. We hopen dat het scala aan metaforen dat aangereikt wordt, velen mag inspireren en mag helpen bij de praktijk van de geloofs overdracht.

OVER DE AUTEUR

Dr. A.H. van Veluw is godsdienstfilo soof, theoloog, publicist en predikant in de Hervormde gemeente ‘de Hoek steen’ (PKN) te IJsselmuiden-Grafhorst Hij publiceerde eerder: De straf die ons de vrede aanbrengt: Over God, kruis, straf en de slachtoffers van deze wereld in de christelijke verzoenings leer (2002), Waar komt het kwaad vandaan? Over God, schepping, evo lutie en de oorsprong van het kwaad (2010), De satan: Een noodzakelijk kwaad? Een aanzet voor een bijde tijdse diabologie voor het monothe istische christendom (2012) en ‘Aan tafel!’ Prikkelende geloofsvragen opge

PROGRAMMA

14.30 uur: Ontvangst met koffie of thee. 15.00 uur: Aanbieding eerste exem plaar aan auteur, door Rinus van War ven uitgever te Kampen.

15.15 uur: Eerste reactie op het boek door vriend en collega dr. Guus Labooy, systematisch theoloog en predikant te IJsselmuiden.

15.40 uur: Verkoop van het boek: € 19,95, onder genot van een hapje en drankje.

LOCATIE

kerkelijk centrum ‘De Hoeksteen’ Goudplevier 103, IJsselmuiden. Tele foon: 038-3324741.

Op zaterdag 9 april om 14.30 uur in vindt kerkelijk centrum ‘De Hoeksteen’ in IJsselmuiden de presentatie plaats van ‘Jezus’ kruisdood in beeld’. Dit boek gaat over het mysterie van kruis en opstanding van Jezus Christus. Wat is de betekenis daarvan? Hoe kunnen we ons daarbij iets voorstellen? In welke beelden spreekt de Bijbel daarover?
Dr. A.H. van Veluw.
BOEKPRESENTATIE
13

HET NIEUWE JAAR – ‘WAT MOETEN WIJ HIER VERDER OVER ZEGGEN?’

Op het gevaar af een Bijbeltekst uit zijn verband te rukken heb ik toch Rom. 8:31a maar geciteerd. Tijdens de voorbereiding op deze bijdrage ‘van de voorzitter’ las ik terug wat ik vorige keer schreef. Hoewel de oplopende spanningen in Oost-Europa al zichtbaar waren, was mijn aandacht toch voornamelijk gericht op onze situatie in Nederland en de interne zaken van onze vereniging. Zo past het bij deze rubriek in ConfessioneelCredo.

Alle goede wensen onder het voor behoud van Jakobus (Jak. 4:15) staan nu in een ander licht. Dit geldt ook de verenigingszaken van onze Confessionele Beweging. Begrijpt u me goed: dit is niet de plaats voor beschou wingen over of duiding van de oorlog in Oekraïne. Het bepaalt mij wel bij de betrekkelijkheid van onze menselijke ondernemingen en organisaties. Los van de samenhang in Rom. 8 schoot het geciteerde woord mij te binnen. Hoe belangrijk is het allemaal wat we doen in het licht van de tragedie die zich voltrekt? Tegelijkertijd vind ik het niet aan de orde om zaken dan maar op hun beloop te laten. Wel gaat om het juiste perspectief.

Dit gezegd hebbende, praat ik u graag bij over verenigingszaken. Op 8 maart jl. hebben wij met een afvaardiging van het hoofdbestuur een bezoek gebracht aan het moderamen van de generale synode. Na ettelijke uitstelrondes was het nu zover dat we elkaar konden ont moeten. We hebben aandacht gevraagd voor onze vereniging en het brede smaldeel dat wij menen te vertegen woordigen binnen de Protestantse Kerk. We kunnen terugkijken op een hartelijke ontvangst en een luisterend oor, en een afspraak voor een vervolg over onge veer een jaar. De scriba van de gene rale synode, dr. René de Reuver, vroeg aandacht voor de visienota ‘Van U is de toekomst’ waarop ik kort heb aangevuld dat we van harte instemmen met de na druk op de genade en dat we tegelijker tijd in het oog willen houden dat deze genade niet alleen een geadresseerde kent maar ook een afzender, namelijk onze Heer Jezus Christus. Dit leek goed

te sporen met de openingsopmerking van de scriba dat ‘visie voorafgaat aan beleid’.

Daarnaast hebben wij op 15 maart jl. een gesprek gehad met de rector van de Protestantse Theologische Universiteit, het opleidingsinstituut voor mensen die in onze kerk willen werken en dienstbaar zijn. Het leek ons goed als hoofdbestuur om eens met elkaar te spreken om te zien of we iets voor elkaar kunnen betekenen. De overweging hierbij is vergelijkbaar met die waarmee we het gesprek met het moderamen van de generale synode hebben gevoerd. Als een belangrijk deel van de kerkleden met het confessione le gedachtegoed instemt, willen wij best een aanspreekpunt en spreekbuis zijn voor hen die dat gedachtegoed lief is.

WE HEBBEN AFTREDENDE BESTUURSLEDEN. DAT IS GEEN VERRASSING MAAR IS EEN ZORG GEWORDEN OMDAT KANDIDATEN NIET EENVOUDIG ZIJN TE VINDEN OM DE LEGE PLAATSEN IN TE NEMEN

Een punt van zorg wil ik ook met u delen. We hebben aftredende bestuurs

leden. Dat is geen verrassing maar is een zorg geworden omdat kandidaten niet eenvoudig zijn te vinden om de lege plaatsen in te nemen. Mogelijk prijken er lege plekken of vraagtekens op de uitnodiging voor de algemene leden vergadering van 5 april a.s. waar we graag kandidaten hadden voorgedragen. Misschien wilt u met ons meedenken en namen aan ons doorgeven. Het kan immers zo zijn dat een geschikte kandidaat bij ons onder de radar blijft en dat zou jammer zijn. U mag de namen doorgeven aan de secretaris maar ook aan mij.

Tot besluit een bericht over de stichting Schrift en Belijden. Deze stichting werd opgericht om slagvaardig het confessi onele gedachtegoed te verspreiden en daartoe aan de weg te timmeren. Dit heeft naast de organisatie van bijeen komsten en dergelijke als vrucht de publicatie van de reeks Twaalf artikelen over … gehad. Het meest recente deel gaat over ‘voltooid leven’ en heb ik aangeboden aan de voorzitter van de generale synode, ds. Marco Batenburg, zoals we dat ook bij eerdere deeltjes hebben gedaan. Het werk van de stich ting is inmiddels onderdeel geworden van de taakgroep ‘Gemeente en Theo logie’. Dit is een uitvloeisel van de fusie van de Confessionele Vereniging en het Confessioneel Gereformeerd Beraad. Kort gezegd is de stichting niet meer nodig voor de activiteiten waarvoor zij is opgericht. Overleg en besluitvorming in de besturen (hoofdbestuur en bestuur van de stichting) hebben geleid tot een besluit tot ontbinding van de stichting. Dit besluit is met ingang van 1 maart jl. bekrachtigd. Allen die het werk van de stichting hebben ondersteund wil ik hiervoor als voorzitter van de stichting hartelijk dank zeggen. Gelukkig gaat het werk ‘gewoon’ door. We hebben alleen de structuur van de vereniging vereen voudigd. Geld dat bestemd werd voor het werk van de stichting blijft hiervoor aangewend worden via de taakgroep ‘Gemeente en Theologie’.

dr. Jurrien Mol, voorzitter

VAN DE VOORZITTER
14

Inhoudsopgave

01 opening - Aardse of geestelijke strijd? ds. Dirk van Duijvenbode

02 hoofdartikel - wat kunnen wij doen? ds. Wim Scheltens

03 meditatie - ‘Gij die alle sterren houdt…’ dr. Jan Dirk Wassenaar

04 kerk - Plaatsbekleding (1) prof.dr. Martien Brinkman

06 gemeentewerk - Crisis der Middenorthodoxie ds. Roberto Buijs

07 boekbespreking - Groeien in wijsheid dr. Wim de Bruin

08 theologie - Réveil: roots en relevantie ds. Wilbert Dekker

09 studentenwerk - Spiritualiteit en studenten Mart Jan Luteyn

10 meditatief - ‘Ik zoek uw aangezicht, Here’ dr. Jan Dirk Wassenaar

11 meditatief - ‘U moet in de buidel tasten’ dr. Jan Dirk Wassenaar

12 samenleving - Een geweldig goed boek Fred Cupido

13 boekpresentatie - Jezus’ kruisdood in beeld

14 van de voorzitter - Het nieuwe jaar dr. Jurrien Mol

15 colofon

BEROEPINGSWERK

BEROEPEN TE: Bergschenhoek(herv.), M. Zeeman, Hoogblokland(herv.). Wapenveld(herv.), G.H. Kruijmer, Lage Vuursche(herv.).

AANGENOMEN NAAR: Hemelum, i.s.m. Wijckel en Sloten(prot.), J.M. Peschar, Hollandseveld(herv.). Papendrecht(herv., Bethlehemkerk), B. Ridder, Almkerk(ger.). Zoetermeer(herv., Morgensterkerk), J.M. Molenaar, Ede(herv.) Ridderkerk-Slikkerveer(herv, Wilhelminakerk), J.A.A. Geerts, Zalk(herv). Voorthuizen(herv., wijk 2), A. de Wit, Besoyen(herv.).

BEDANKT VOOR: Nijkerkerveen(herv., Eben-Haezerkerk), prop. M.F. van Schoonhoven, Barneveld. Kampen(herv., Broederkerk), W.J. Dekker, Amersfoort(prot., Joriskerk). Wekerom(herv.), A.N. v.d. Wind, Bruchem en Kerkwijk(herv.).

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo.

Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR ds. Wim Scheltens

EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren

Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van

Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan

ds. Diemer

ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

tel. 0342-

COLOFON 15
Amstel
van Amstel,
de Jong, dr. Peter Verbaan,
UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld
494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 75,20 Halfjaarabonnement € 42,75 Kwartaalabonnement € 26,40 Buitenland, jaarabonnement € 119,90 Jaarabonnement student € 41,00 Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar. Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl

Je blijft niet zappen als je lol kunt trappen

Als het buiten leuk is, blijf je niet binnen. Daarom helpt Jantje Beton kinderen om hun eigen buurt weer leuk te maken. Want buitenspelen is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Help ook mee! Kijk op www.jantjebeton.nl.

Haal het kind naar buiten!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.